Geref. Jongelingen in feeststemming bijeen lems v. d. ven Het Jubileumgeschenk Water toostraat 169 Telef. 52689 - R'dam VRIJDAG 27 MEI 1938 DERDE BLAD PAG. 9 Onvergetelijke massa-bijeenkomsten in het R.A.I. gebouw te Amsterdam Rede van den Minister-President Dr H. Colijn De Bondsvoorzitter Koninklijk onderscheiden De ioogdag van den Ned. Bond van 'J.V. op G.G. op Hemelvaartsdag te Amsterdam is een onvergetelijke gebeurtenis geworden in het leven van duizenden jonge Bondsvrienden. Niet minder dan 15000 jongelingen hebben in geestdriftige stemming „hun gou den jubileum" gevierd. Hoogtepunt van den-dag was natuurlijk de rede van den Minister-President. De mededeeling, dat het H. M. de Koningin had be haagd Prof. Dr. K. Dijk te benoemen tot ridder in de orde van den Nedsr- landschen Leeuw werd met groote geestdrift ontvangen. In dankbare, op getogen stemming is men 's avonds huiswaarts gegaan!. De eerste feestvergadermg I Na den druk bezochten wijdirigsdienst waarin, naar men weet, niet Ds. K. Fern- hout, van Baarn, maar Ds. F. C. Me ij fi ler, van Rotterdam is voorgegaan, kwam dc jubilee rende Bond te half drie voor de eerste maal in bet. R.A.I.-gebouw bijeen. In deze eerste feestvergadering, die reeds door eenige duizenden Bondsleden en tal (van afgevaardigden was bezocht, zat de stemming er al goed in, en toen het Bonds bestuur het met bloemen omzoomde podium betrad, steeg daverend gejuich op. Gezon gen werden de beide eerste coupletten van het Bondslied. De Bondsvoorzitter, Prof. Dr. K. D ij k, I[verwelkomde na het gebed Én zijn ope ningswoord dc vele afgevaardigden van cor- jiporaties, vwo. in bet bijzonder Mr. A. ba ron van Wijnbergen, voorzitter van jden Centra jen Jeugdraad, de afgevaardigden |,van den West-Duitschen Jomgelingsbond en Me vereenigingen uit het graafschap Bcnü- Kheim en Oost friesland. De beer Zij 1 st ra hield1 hierna de reeds 'door ons vernielde rede over het onderworp „Onze Geref. J. V. en de tijdgeest Nadat de voorzitter den beer Zijlstra Ihad dank gebracht, sprak Prof. Dijk een bijzonder welkomstwoord tot de kinderen Toespraken afgevaardigden Namens den Centralen Jeugdraad voerde kSïr A. baron van Wijnbergen bert .■woord. Spr. zeidc dat er in dankbaar opzien tot. God alle aanleiding is tot feestvieren en herdacht bierbij bet Bondswerk, dat beoogt Christus als middelpunt van bet persoon- lijk en openbaar leven te zien. Tot heil van ;de jeugd en van bet vaderland heeft de Bond gearbeid. Juist, nu is, zei spr.. dit werk noodig: in een tijd van wassend hei dendom en vervallend Christendom. Spr. kvenschte- den Bond Gods zegen toe. De vergadering zong hierna het toepasse lijke lied „Lof zij den Heer, den Almachti- gen Koning der eerc". De lieer Slobodian, theol. student te Kampen, uit de Oekraïne, sprak namens de Geref. jeugd aldaar. Hij gewaagde van dc vele moeilijkheden en gevaren, die de eigen jeugorganisatie daar omringen.. Niettemin houdt zij in de kracht des Heeren vol tot eere van Gods Naam en tot heil vaa Chris tus' Kerk. Nadat een der buitenlandsehe afgevaar digden had gesproken, werd het woord verleend aan Ds. P. C h. van der Vliet, raadsman van den Bond, van wiens rede, getitr d „De open poort", wij een uittreksel gaven. De vooravond »Voor 't volle, rijke leven" 8000 bezoekers op een gezelligen avond vóór den Bondsdag, is in het leven van der. Bond ongekend, doch dit jaar is ook dat werkelijkheid geworden. Onder de gasten van het Bomdsbestuur was reeds nu Z. Exc. den minister van Fi- manciën, Mr. J. A. d c Wilde, die door den j voorzitter van dezen avond, den heer A d. Kuiper, van Utrecht, voorzitter van de Jubileum-commissie, werd welkom gehce- ten. Het enthousiasme laaide al spoedig op. vooral toen liet modcramen van het Bonds bestuur met zijn gasten verscheen en het ging over in een daverende ovai'ie, nadat de voorzitter hen op het podium noodigde I om hen „voor te stellen". •Het programma vani dezen avond heeft een opgewekt dooh stemmig karakter ge dragen. We wilden, aldus typeerde de voor zitter het, God verheerlijken in woord en lied, zooals we dat ook willen in ons werk van voorbereiding tot de taak die ons nvadht. Het declamatorium Bij een poging om in een nieuwen vorm <le oude dingen nog eens te zeggen was men gekomen tot samenstellen van een declama torium „Voor 't volle rijke leven", dat ont worpen was door den voorzitter van dezen avond en den heer van der Velden te Ove:schie. Het werd geleid door den heer P. C. van Dorp te Rotterdam, die ook de declamatie op zeer gevoelige, fijne manier verzorgde. Op het orgel werkte de heer J a c. Kort mede, terwijl het Gereformeerd Gemengd Koor uit Amsterdam, onder leiding van den heer T. P ij 1 m a n, den zang ten ge- ïioore bradht. t; - *Het declamatorium werd ingeleid door een belijdenis van geloofsvertrouwen waar bij een koor van gehoorzamen Goa in Chris tus beleed tegenover een koor van ongehoor- zamen, die in zwart pessimisme dc zinloos heid van het leven uitriep. Telkens als de pessimisten hun nood klaagden of verwachtingen uitspraken over de toekomst alleen langs den weg der re volutie, plaatsten de gehoorzamen hun op timistische belijdenis van het geloof in God, Die zulk een groote taak geeft voor Kerk cn Staat en Maatschappij. Hot. geheel werd overkoepeld door oen machtigen klank van het lied tot Gods eer, waarvoor te ijveren boven alles gaat. Het declamatorium liet niet na zeer groo- ten indruk achter te Jatcn. bij de aanwezi gen. Zang cn carricaturen De Koninklijke Christelijke Oratorium Vereeniging te Amsterdam heeft van haar be6te kunnen blijken gegeven, onder leiding van haar dirigent den heer Hubert Cu y- pers. Gezongen werden fragmenten uit „Die Sohöpfung" van Jos. Hay dn en andere lieneren van meer populair karakter Het „Costelyck mal" in het inenschenle- ven, ditmaal bij Raadslieden en leden van •liet bestuur van den bond, kwam aan het licht in een serie geestige carioaturen die de bekwame teekenstift van Ton van Tast op het doek had geworpen en waar hij Mr. H. Bij le veld een aan trokke lijk explicateur bleek. De daverende lach vulde voortdurend het R.AI.-gebouw. Omstreeks half 11 kwam het einde van dezen geslaagden avond. Enkele duizenden jonge mannen zwierven uit over de stad om rust te zoeken bij bun gas thee ren en- vrou wen en zoo kracht op te doen .voor den grooten dag van morgen. Het hoogtepunt vari het Bondsfeest 15.000 bezoekers in Het R.A.I.-gebouw Donderdag Gister was het de eigenlijke Bonds dag, de lang verbeide gouden jubelver gadering. (Hoe vroeg "de jongelui 's morgens uit alle oorden des lands naar de hoofd stad waren getogen, valt moeilijk te zeggen. Toen wij tegen half tien weer pressent waren de vergadering begon om elf uur stonden duizenden Bonds vrienden en oud-Bondsleden in lange rijen te wachten op het tijdstip, dat de breede poorten van het forsohe vergader gebouw zidh zouden openen, I Dat gebeurde o>m tien uur, en toen kwam er beweging in de menschenmassa, die met treinen en autobussen herwaarts gekomen Met' gejuich betraden de eerste groepen bezoekers de zaal. Tevergeefs probeerden de brave zaal com missarissen in bet enthausiasme „ordening" te brengen. Het werd een vreedzame spor tieve wedloop om de beste plaatsen. Geruimen tijd heersclite in de zaal het eigenaardige gedruiseh van opgewekte, ver heugde jonge menschen, die van. alles en nog wat deden: een plaats zoeken, verschik ken, nog eens verwisselen, luide kreten van blijde- verrassing slakend bij het op-eens- zien van oude en nieuwe kennissen, en wat meer bij zulk een aanrukkende massabijeen komst behoort. En alles geschiedde even blij en geestdriftig, De Ministers komen binnen Door dit spontane samonzingen kwam er wat orde in de wachtende menigte, en in middels stroomden do bezoekers voortdu rend binnen. Eindelijk tegen elf nur ontstond in de menschenmenigte het wachten op wat nu elk oogemblik gebeuren kon: het 'binnen komen van het Bondsbestuur met de autori teiten. Achter in de zaal ontstond bewe ging: men zwaait met de handen, met pro gramma's en zakdoeken. Het applaus en 't gejuich stijgen op. Door de rijen heen zagen wij de heeren komen: Prof. Dr K. D ij k, de Bondsvoorzitter; de Ministers S 1 o t em a- k e r de Bruine, v. D ij k en de Wilde; de Raadslieden J. Schouten cn Prof. Dr J. W a t e r i n k, gevolgd door de leden van het Bondsbestuur. Op liet podium gekomen zwijgen een oogenblik de forsehc toejuichin gen, om dan aan te zwellen tot een warme, (hartelijke ovatie. De opening Een plechtig, aangrijpend oogenblik was het, toen de 15.000 aanwezigen, thans een keurige, ordelijke vergade ring, de verzen 9 en 10 van Psalm 6S aanhieven Er was een voortreffelijk orgel, docfh de zang der duizenden domi neerde. De met vlaggen feestelijk ver sierde zaal bood op dit moment een im- posanten aanblik: drie geduchte, lange rijen, hectometers diep, niet breede flan- Qvcn naar het podium, toe. Het met groen on.bloemen gesierde podium was be vracht met genoodigden en afgevaar-, digden* Wij noemen slechfs de vertegenwoordigers van de Geref. Kerken te Amsterdam; Dr W. d e V1 u g t en wethouder G. Baas K.zn, vertegenwoordigende het gemeentebestuur van Amsterdam; Mej. M. P arm ent' en Mej. B. v d Berg, namens den Bond van M.V. op G.G.; de heeren Joh. C F r a n c k e n en M. Grashof f namens den Bond van Geref. Jeugdorganisatie; Ds L. H. v. d. Meiden en A. L. de B r u y n e na mens den Chr. Geref. Jongelingsbond; Mr A. Baron v a n W ij n b c r g e n, voorzitter van den Centralen Jeugdraad Voorts afge.vaa: digd'en van tal van bevriende organisaties in binnen- en buitenland. Eenige nog in leven zijnde oprichters, heeren E. Poe si at te Amsterdam; B. A. Burger te Soestdijk; S. Wagenaar 'b Broek op Langcndijk en B. J. R. Camp hu y zen te Amsterdam (O.), hadden op 't podium plaats genomen, evenals de familie van wijlen Ds J. E. V o n k e n b e r g, Mevr. de Wed. Joh T. de Lange en de fami lie v. Oversteeg. De Voorzitter las ter opening van de ver gadering het Evangelie van den dag, de Hemelvaart* des Heeren, uit Handeling 1 de verzen 611. Nadat hij in gebed was voorgegaan hield hij de openingsrede onder den titel; Gedachtenis en Gelofte Spr. vangt zijn rede aan met de vraag te stellen of het Bondsbestuur wel liet recht heeft na een arbeid van vijftig jaren tot zulk een grootsche gedachtenis-viering op te roepen. Als antwoord op deze vraag wil spr. de gedachten leiden tot een viertal momenten in de historie van den Bond. Prof. Dr K. Dijk Daar is in de eerste plaats 25 October 18SS, toen de thans jubilee, rende organisatie op Vonkenbergs initiatief in het leven werd geroe pen. Het ontwa kend Calvinisme met zijn stuwen- den golfslag kon aan het jonge leven niet voorbij gaan. Deze herleving moest de jongeren en ook hun werk aangrijpen en liet was eigenlijk onmogelijk, dat van het in nieuwen glans schitterend Calvinistisch beginsel niet het licht indrong ook in de vrije jeugd vorming en in de saamvergade- ring van jonge mannen tot één heilig doel en om één heilig ideaal. Het tweede moment is het zilveren feest van den Bond, dat in 1913 met zooveel spontane liefde in Den Haag is gevierd. De worsteling in de tachtiger jaren aangevan gen was niei' tevergeefsch gebleken en had op alle terrein tot overwinning geleid. Het driemanschap Vonkenherg, Van Oversteeg en De Lange ontving van God de weelde van den oogstdag. Dat in 1913 het Gereformeerde ideaal niet verbleekt was en het oude vaandel onbevlekt en ongeschonden kon omhoog worden geheven, was alleen te danken aan de genade van Hem, Die getrouw was en Wien de eer toekomt uit en van al ons jubileeren, èn toen èn nu. Op het veertigjarig feest van den Bond en dat is het derde moment is er ont zaglijk veel veranderd. De tijden van hoog conjunctuur, waarin we leefden alsof het niet op kon en die ook jonge menschen te weelderig hadden gemaakt, neigden naar het einde. Kuyper is afgelost, en Vonken herg heeft zijn generaalsstaf reeds enkele jaren tevoren aan Zijlstra overgedragen. Van Oversteeg is do eeuwige rust reeds ii gegaan en de oude garde draagt de fakkels aan de jongere over. Maar bij de wisseling van menschen hield God ons zoo in stand, dat ook toen de gelofte van trouw aan het Gereformeerde yaaudcl mooht worden ver nieuwd. Nu is het vierde moment aangebroken: wij vieren ora gouden feest. Het is juist do erfenis van onze voorgangers, die ons tot gedachtenis dringt. (Het is het oude vaan del, waarom wij ons mogen vereenigen. 1150 J.V., dat is bijna het tweevoud van 1913, dragen op deze dagen de feesttooi, cn over onze landen 6troomt het geklank van den jubelzang, die God looft, omdat Hij tot op dit oogenblik onzen Bond, ons werk in het midden der jaren en temidden van zoo veel spanning in stand hield. M ij mogen thans gedenken, maar wij zijn met die gedachtenis niet klaar. Aan haar klemme zich terstond een heilige gelofte; de eed van het vaandel moet worden ver nieuwd. Ik vraag u, aldus Spr., bij uw ge dachtenis de gelofte, dat ge uw krachtan z.ult inspannen, om als hei* kon al onze Gereformeerde jongens, die werken willen, bij ons te krijlgen, en van dezen Bondsdag schalie de roep tot in elke stad en in elk dorp: komt, gaat met ons en doet als wij! Op God steunend aldue besloot spr., zijn rede gaan wij in het oude spoor vooruit. Zoo willen we heioven en zoo ge dachtenis vieren. En ieders hart stemme •zich tot den ootmoedigen dank: <uit U, door U, tot U zijn alle dingen; U. o God, zij ook van onzen Bond de heerlijkheid tot in der eeuwigheid. De voorzitter riep na deze openingsrede het welkom toe aan de Ministers der Kroon, de andere autoriteiten en speciaal aan de families van de reeds genoemde stichters van den Bond. Prof. Dr K. Dijk Koninklijk onderscheiden Direct hierop was het Woonï aan den vertegenwoordiger van de regee- ring, den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Z.Exc. Dr, J. R. Slotemaker de Bruine, Deze deelde medei dat het H. M. 3e Koningin had behaagd Prof. Dr, K, Dij k, den voorzitter van den Bond te (benoemen tot ridder in de ordei van den Nederlandschen Leeuw, De minister zeide vervolgens zich! ge lukkig te aaliten de eerste te zijn om den oorzitter te mogen gelukwenschen. In hem is de Bond gehuldigd en dat verheugt de regeering, die den Bond van zoo groote nationale beteekenis acht. Waarom? Omdat elk volksbestaan behoefte heeft an organen en uw werk aldus spr., een uiting van dit organische leven is en dan dat in u de toekomst van ons volk gedragen wordt. Spr. wees er vervolgens nog op, 'dat deze or ganisatie te meer waardeering verdient om dat ze niet' het standpunt inneemt, dat tech niek en denken alleen het leven bcheer- schen. Tegen dat karakter van onzen rijd keert gij u. Nu is het daarvoor de tijd, waar in al het denken faalt en de mensch weer om religie vraagt. Gij hebt de vrijheid om te zijn die gij zijt en de Overheid weet dat zij van die vrijheid haar handen heeft af te hou den. (Geweldig applaus). Na deze rede dankte Prof. Dijk namens den Bond onze Vorstin voor de hulde die Zij hem heeft willen brengen. Telegrammen en hulde Onder luiden bijval deed de voorzitter het voorstel om bij dit gouden feest als cere- lid van den Bond te benoemen Z.Exc. Mr. J. A. de Wilde, minister van Financiën. Telegrammen werden verzonden aan H.M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bcrnhard. Op de betuigingen van trouw die in de telegrammen werden uitgesproken, zongen do aanwezigen spontaan twee coupletten van het Wilhelmus. Mededeeling werd gedaan van het inko men van talrijke bloemstukken en schrifte lijke en telegrafische gelukvrenschen, w.o. er waren uit Transvaal cn Tsjecho-Slo- wakije. Een groot applaus steeg op, toen bij den uitslag der bestuursverkiezing werd mede gedeeld dat Prof. Dr. K. D ij k en de heer J. Schouten resp. waren verkazen als voor zitter en als raadsman. De volgende Bondsdag zal te Apel doorn word on gehouden. Het driemanschap V.O.L. gehuldigd door oud-leden Hef woord was daarna aan den voorzitter van het Oud-leden-comité, den heer Johs. van den Berg, van Rotterdam, die in een toespraak een geschenk aanbood, n.l. de geschilderde portreiten van de drie pioniers van den Bond, het driemanschap Vonken- berg, Oversteeg en Do Lange, geschilderd door den Christen kunstenaar Roeland K on i n g. Deze portretten zullen een plaats krijgen in de bestuurskamer van het nieuwe Bonds- gebouw te Amersfoort. Aan het geschenk hebben 3500 oud-leden bijgedragen en het resultaat van de actie was zoo- dat een bedrag van f 300 als over schot gestort kon worden in het bekende V. O. L.-fonds, door het driemansohap destijds gesticht tot steun van financieel zwakke vereenigingen. Toen de portretten onthuld waren, zong de vergadering „Ons wenkt het beeld der vaad'ren". Vervolgens was nog het woord aan den voorzitter van hef leden-comité (Juboco), den heer G. v. d. Berg te Rotterdam, die namens de vereenigingen van den Bond een volledig ameublement voor de bestuurska mer van het bondsbureau aanbood. De-voorzitter dankte beide comité's voor deze hulde en prees den heer Roeland Ko ning voor zijn meesterlijk werk. De morgenvergadering werd besloten met het zingen van „Lof zij den Heer". MIDDAGVERGADERING Dr H. COLIJN HOUDT DE JUBILEUMREDE Rede van den heer J. Schouten Kwam er tusschen één uur en half drie in het R.A.I.-gebouw eenige verademing, lang duurde dit onderdeel van de pauze niet, want opnieuw stonden honderden bezoekers in rijen hun beurt om opnieuw binnenge laten te worden, af te wachten. Te half drie werd tusschen de compacte menigte aan den ingang wederom het Bondsbestuur zichtbaar. Dei burgemeester an Amsterdam, Dr. W. de V 1 u g l was nu ook aanwezig. Wederom klonken de toejui chingen, maar de stormachtige ovaties gol den nu den Minister-president Dr. H. Co- lijn, die als eere-lid van den Bond in de middagvergadering het woord heeft gevoerd. Overal waar Dr. Colijn zich in de lange loop paden vertoonde veroorzaakte zijn verschij ning de grootste geestdrift, aanzwellend tot een orkaan toen Z.Exc- zich op het po dium vertoonde en achter de bestuurstafel plaats nam. Op gemoedelijk Hollandsche wijze lose de ovatie zich op in een huiselijk „Lang zal hij leven"! De samenkomst, die tot 4 uur per radio werd uitgezonden, ving aan met den majes- tueuzen samenzang van het klassieke „Te Deum" der Christelijke Kerk van alle eeuwen. Daarna deelde de voorzitter mede,, dat nog eenige felicitaties waren ingekomen, o m. van den Bond Van Herv. Geref. J. V-, die te Amersfoort vergaderde. Ten einde de meest verwijderde vereeni gingen en de oud-Bondsleden, ook de een zamen in Oost en West en in het buitenland, inet het Bondsjubileum tei doen meeleven, „O, Gij der vaad'ren Sterkte," Hierna trad Dr. H. C o 1 ij n voor het spreekgestoelte, met hartelijke toejuichingen begroet. Het applaus verstilde spoedig en' herhaalde zich, op vooraf gedaan verzoek van den voorzitter, bijna niet tijdens het uit spreken der door Z.Exc. uitgesproken rede. Aan het slot evenwel daverden weer dc toe juichingen, door den voorzitter toen evenwel met ee,n handgebaar getemperd. Rede Dr Colijn Met een herinnering aan het jaar van het zilveren jubileum, 1913, toen hij ook aanwe zig was, begon Dr. Colijn zijn rede. Het ver schil tusschen toen nog vrede en nu: de met werkloosheid, zware lasten en economischen druk beladen periode na i oorlog, werd in korte trekken geschetst Dit verschil teekent zich echter niet leen af op stoffelijk gebied. Hoe sterk was bijv. in 1913 nog de traditie, ook de Christelijke traditie, vergeleken bij wat er van is overgebleven. Het is te betreuren, wanneer zij begint te verslonsén; zelfs een louter traditioneel Christendom mag men niet alle waarde voor het openbare le ven ontzeggen. Ook het tempo der veranderingen is niet bijkomstig. Spr. wijst in dit verband op het verschil in de evolutie van het ver voerwezen in vroeger eeuwen en nu. Hij specificeert vervolgens de veranderingen. In 1913 een practisch geheel onbelemmerde uitwisseling van goederen tusschen de lan den; nu voortgaande afsnoering van het onderlinge goederenverkeer. Toen prac tisch gesproken work voor nagenoeg allen: n u een groot aautal arbeidskrachten, die vooral door de huidige handelspolitiek der volken buiten het bedrijfsleven gestoo- ten zijn. Toen een betrekkelijk welvarende middenstand; nu een oneindigheid van zorgen en moeiten in dien nijveren le venskring. In de binnenvaart: toen op eigen kracht steunend; nu een volkomen ii valide bedrijf. Bij de belas tin gen: toen zeer matige heffingen; nu een steunend en kreunend volk vanwege den belastingdruk. Europa: toen als een eenderevijvér, nu als een door orkanen opgezweepte zee. Toen nog een erkenning van gelijke m e ns ch en r e c h t e n; nu de ophef fing daarvan in menig land, een opheffing der fundamenteeie ge lijkheid van rechten en plichten, welke de kern uitmaakt van een waarachtig Christel ij ke levens beschouwing in haar toepassing op de menschel ij ke verhoudin gen. Vervolgens wijst spr. op het verschil tus schen 1913 cn 1938 ter zake van het nako men van aangegane verplichting en van het verant w oordel ij kheid s- gevoel t.o.v. publieke geldmiddelen. Dan vraagt hij: hebben al die vergelijkin gen nut? Spr. meent van wel en om meer dan één reden. Immers, het constateeren ervan geeft aanwijzingen voor de richting, waarin verbetering moet worden nage streefd. Historisch inzicht leert de toestan den van eigen tijd beter begrijpen. Proble men, die vrij onoplosbaar schenen, beston den vóór den orlog niet,of in een mate, dai ze te ovenvinnen waren. De armoede- problemen van nu, waren toen onbekend. De schoen wringt bij de onvoldoende afzet- en betalingsmogelijkheden. In al die wisselingen, spanningen, omkee ringen, ontwikkelingen der natuurkrachten in bond met de moderne staatsgedaclite, komt een sprake Gods tot ons. De vraag, die spreker stelt, is: leven wo p e r s o o n i ij k uit bet Maranatha- besef? Objectief weten we, dat er nog vele dingen geschieden moeten. Maar wie acht geeft op de ontreddering van het rechtsgevoel, op de hei de n- s oh e factoren, die zich naar voren dringen, op de zuchten van Christus' Kerk in menig land, op de staatkun dige verwording en de economische ont wrichting, zou, indien hij deze dingen niet zag bij het licht der H. Schrift, zelf gevaar loopen zijn evenwicht te gaan verliezen en deel te gaan uitma ken van de schare dergenen, die banden verscheuren, de touwen afwerpen cn tegen den Almachtige woelen en wer ken. Maar dit mag, zoo richt spr. zidh tot de vergaderden, bij u de uitkomst niet zijn, om uw zelfs wil niet, om het heil uwer ziel niet, om het welzijn van het vaderland niet. En dat b e h oe f t ook zoo niet te wor den, indien we ons bewust blijven van de hulpe van den machtigen Medestrijder, die in het eind de wereld overwinnen zal. Als men in 1838 aan Groen eens voorspeld had, welke plaats zijn volgelingen in 1938 voor het bondsbureau (be stuurskamer) te Amersfoort der Jongelings Vereeniging werd vervaardigd door de firma Fabriek van Meubelen en Betimmeringen in ons volk zouden innemen, zou hij zijfl hoofd niet hebben geschud? Ligt er dan in het verloop dezer dingenj geen bemoedigihg voor de toekomst? Zien we op onze onderlinge kibbel- zucht, op onze neiging tot bedillen, op onzen hang naar haarkloverij, dan zou men den moed wel eens kunnen ver liezen. Maar als we ons blijven vastklemmen aaii de cardinale gedachte onzer Calvinistische levensbeschouwing: God alleen regeert, Christus alleen is Koning; het Woord des H e e r e n ons plechtanker; het geloof overwint, dan zal God ons ondanks de tekortkomingen, zegenen. W ij hebben slechts ziende te zijn in het gebod en de uitkomst te laten aan Hem, die hemel en aarde regeert. Bij de uitvoering van Gods eeuwigen Raad is ons een taak toebedeeld, en die taak is niet hopeloos, wanneer we slechts letten op de voorbije eeuw en op dc 50 levensjaren van den Bond. Uw taaie verknoohtheid aan de aloude be< ginselen heeft ook iets te bet eekenen voor ons geliefd vaderland. Spr. schetst in dit verband de belaging der voorrechten en vrijheden, in harde worsteling verworven. Tegeai die belaging biedt het Calvinistisch beginsel afdoend verweer, wijl het een rtegengifis tegen alle verwoestende krachten. Spr. herinnert aan een woord van Paulus: „God heeft ons niet ge geven een geest der vreesach tigheid maar der kracht!" Laat dat uw richtsnoer zijn ook in de toekomst. Uw 75-jarig jubileum, zoo besloot Dr. Colijn, zal ik wel niet meer beleven. Maar laat dan hem, die mijn plaats in neemt kunnen getuigen:zij hebben de op hun gouden feest gesproken woorden ter harte genomen, het oude vaandel onver vaard voortgedragen, steeds den goeden strijd gestreden, en ook vruchten op hun werk mogen zien. Op verzoek van den voorzitter zong de vergadering aan het slot van de rede van Dr Colijn den vier aanwozigen ministers de zegenbede uit Psalm 134 toe. Vervolgens ver welkomde de voorzitter burgemeester de Vlugt en wethouder Baas, die het Gemeen- bestuur vertegenwoordigden. Namens den Bond van Geref. Jeugdorga nisaties sprak nu de voorzitter, de 'heer J o hj C. Francken, een woord van geluk- wensch. Hij zeide de tolk te zijn van de „Kleuterschool" der Geref. jeugdbeweging. De Bond van Meisjesveueenigingen op Geref. grondslag bood nevens den geluk- wensch der meisjes bij monde van de Bondspresidente, mej. M. Parmentier* een met emblemen bewerkt tafelkleed aan, voor de bestuurstafel in het Bondshuie. Vervolgens werd het woord gevoerd door Ds. C. J. van den Boom voor den Bond van Geref. Mannen vereenigingen, wiens toe spraak vergezeld ging van een boekwerk. Het nieuwe eerelid Mr. J. A. de Wild e,- noemde zijn bevordering de schoonste pro motie, die hij ooit had meegemaakt, omdat Z.Exc. via de J. V. zijn eerste schreden op het politieke pad heeft gezet. Buigemeester Dr. de Vlugt herinnerde aan óe oprichting van den Bond in de hoofd stad en gaf den Bond een zegenwensch mee. Namens de Amslerdamsche Meisjesver- e.onigingen werd een lamp aangeboden door mej. Kalkhoven, terwijl een paar bui- ♦enlandsche afgevaardigden aan hun toe spraken geschenken toevoegden. Adeldom verplicht Dit was het slotwoord voor den zoo in alle opzichten geslaagden Bondsdag, uitgespro ken door den heer J. Schouten, van Rot terdam, raadsman van den Bond. In dit uur van gedenken achtte spr. op zijn plaats een woord van herinnering aan de duizenden uit de vorige eeuw, grootcn- deels eenvoudigen en stillen in den lande, die ook dit jubileum hebben mogelijk ge maakt. In de kracht huns Gods hebben zij" medegewerkt om Christelijke scholen te hou. wen, kiesvereeniginge-n en sociale organisa ties op te richten. Mede door hun arbeid werd het mogelijk barmhartigheid in aller lei stichtingen te bewijzen. Zij hebben ge streden tegen de „officïeele" wetenschaji. tlio het Christelijk geloof in den ban had ge daan; tegen de machten in Staat en Maat schappij. In de poort hebben zij getuigd en in jarenlang volgehouden actie hebben zij gearbeid om het beginsel om te zetten in daden. Doet daarom, besloot spr., wat uw vaders en grootvaders hebben gedaan. Dient God in gehoorzaamheid, in getrouwheid aan Zijn .Woord. Dan is het jubileum van den Bond niet een prijzen van menschen, maar van den God van hemel en aarde. Na dit geestdriftig en met applaus be loond sluitingswoord heeft de voorzitter, Pref. D ij k, in een algemeen dankwoord al len betrokken, die aan het welslagen van den 50 sten Bondsdag hebben medegewerkt, waarna gezongen werd Psalm 89 7 on S. Dr. Colijn eindigde met dankzegging. De vergadering ging nu uiteen. Ieder ging huiswaarts. Een groote menigte heeft bui ten Dr. Colijn en de andere ministers har telijk toegejuicht*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9