Het N.J.V. neemt bezit van Den Bosch NorthState JW VRIJDAG 37 MEI 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Qmericanxiqamtei Enthousiasme, liefde en toewijding Ds. P. Veen neemt aischeid en wordt tot Eere-voorzitter benoemd. Dr G. P. v. Itterzon als zijn opvolger aangewezen Prof. Berkelbach v, d. Sprenkel spreekt over „Christus en het Wereldgebeuren Den Bosch, Hemelvaartsdag. Gelukkig, de zon schijnt,was onze eerste gedachte toen we vanmorgen in één van de vele gemoedelijke hotels van het gastvrije Den Bosch, wakker wer den. De vrees van gisteren, dat het wel weer eens een echte Hollandsche regen dag zou worden, is ongegrond gebleken, 't Is nog wel frisch, wat bewolkt, maar de wind zorgt er voor dat de wolken telkens weer uiteen drijven en zoo doende de zon gelegenheid geven, zich behoorlijk te doen gelden. In de buurt van de Herv. Kerk ,aan de Kerkstraat valt de bijzondere drukte reeds op. Trouwens op de Markt zeggen de vele bussen uit Zuid-Holland en Friesland wel, dat heel wat jongelui zich hebben opge maakt dezen Bondsdag bij te wonen. Extra treinen hebben in massa uit Friesland en Gicningen en uit Zuidholland vrienden van het N.J.V. aangevoerd. In de Herv. Kerk werd als waardig be gin van den Bondsdag een godsdienstoefe- r„ng gehouden, waarin Ds. J. Douwes, van Den Bosch, voorging en over Hande lingen 1 vs. 11 het Hemelvaartsevangelie .verkondigde. De belangstelling was zóó groot, dat in het gebouw „Bethel" a<an de Grobbendönckstraat een tweede dienst moest worden gehouden, welke eveneens zeer druk bezocht was. Hier predikte Dr. G. P. van Itterzon, van Den Haag, over Matth. 28 vs. 18a: de Christus op den koningsberg, de Christus op den profeten- berg, de Christus op den priesterberg. De officieele Bondsdag had hiermede een aan vang genomen. De huishoudelijke vergadering Woensdag kwamen reeds vele honderdien afgevaardigden in „Casino" bijeen, om de huishoudelijke ergadering hij te wonen. Het zijn toch altijd weer benijdenswaardi- gen, die zulk een huishoudelijke vergadering mogen meemaken, wat een enthousiasme, welk een liefde en toewijding vindt men hier! Geen wonder, dat elk jaar het aantal afgevaardigden grooter is. Na de begroeting opende de Bondsvoorzitter Ds. P. Veen de grwone huishoudelijke, vergadering. De verschillende verslagen en rapporten werden uitvoerig besproken en deden zien, welk een liefde er voor elk onderdeel van he» Bondswerk bestaat. Namens den Chr. Jeugdraad sprak Rector Bannenberg eenige zeer waardeerende .woorden. Er werden telegrammen gezonden aan HM. de Koningin, dJe Prinses en den Prins. Als plaatsen waar men 't volgend jaar den Bondsdag zou willen houden, werden door de vergadering opgegeven: Haarlem, 'Apeldoorn en Leeuwarden. Met algemeen goedvinden werd overeen gekomen, dat het Hoofdbestuur hierover zal beslissen. Hierna splitste men de ver gadering in 4 afdeelingen, n.l. voor Bestuur ders en Correspondenten, Stadswerk, Jon genswerk en Drankbestrijding. Het Bondsbestuur ten stadhuize Ondertusschen kwam er een verzoek bin nen van den burgemeester van Den Bosch, Mr. F. J. van Lanschot, of het Bonds bestuur zijn opwachting wilde maken ten stadhuize, waaraan gevolg werd gegeven. Na de zeer hartelijke ontvangst, dankte het hoofdbestuur den Burgemeester voor alles wat hij gedaan heeft om den Bondsdag van het N.J.V. in Den Bosch te kunnen doen slagen (het Gebouw der Veehallen is o.a. gratis afgestaan). Om 8 uur werd de avondvergadering ge houden, waarin enkele bedrijven van het Zendingsspel„De Geest der oude helden" ,van H. L. C. Schütz werden opgevoerd door de C.J.V. uit Laren (Gld.) De avond' werd besloten met een plech tige bidstond, onder leiding van Dr. G. P. ,tan Itterzon. DE GROOTE ALGEMEENE VERGADERING Tegen half elf begint de drukte op de terreinen van die Veehallen pas goed. De N.J.V.-ers stróómen het gebouw binnen. De hallen zijn met de nationale kleuren ge tooid. Het gebouw van samenkomst herbergt weldra 5000 bezoekers en bezoeksters, die een fleurige en kleurige en tevens machtige aanblik bieden. Op den achtergrond van het podium zijn breede banen van paars en groen aange bracht, waarop het monogram van het N.J.V. prijkt. Palmen en bloemen sieren de spreekplaats. Leden van het N.J.V. hebben des nachts het gebouw, dat een dag tevoren nog markt Was, op grondige wijze gemetamorfoseerd. Hulde voor dit werk, dat óók Bondsarbcid Was! Op het podium hadden behalve het be stuur van het N.J.V. en de regelingscom missie ook Z.Exc. H. van Boeyen, Minis ter van Binnenlandsche Zaken, en Mr. F. J. van Lanschot, burgemeester van Den Bosch, plaats genomen. Verder waren daar aanwezig afgevaardigden van het Belgisch Verhond, van de Ned. Chr. Studenten Ver- ceniging, van „Patrimonium", van den Chr. Werkmansbond en van de Federatie van Chr. vrouwen en meisjes. W elkom- toespraken De heer G. Nieuwenhuizen, voorzit ter van de prov. commissie van Noord brabant, roept vóór de opening der bijeen komst namens die commissie allen een welkom toe en spreekt zijn verheugenis uit over dezen Verbondscfcag, al is er een wee moedige zijde aan verbonden. De medewerking van de Bossche afdee- ling en van heel de provincie meeft de commissie in staat gesteld, haar taak als gastvrouwe te vervullen. Spr. eindigt met de beste wenschen voor dozen dag. De heer J- F. Siebrands, voorzitter van de Bossche afdeeling, voegt hieraan nog eenige woorden toe, waarna burge meester Mr. F. J. van Lanschot allen ©en welkom, een buitengewoon hartelijk welkom!, binnen de stokoude muren van Den Bosch en de gloednieuwe hallen toe roept. Na er op gewezen te hebben, dat Christus het kompas voor dit leven en voor het hiernamaals is, vervolgt Spr. zijn gees tige toespraak, welke meer dan eens onder broken wordt door gulle lach of applaus, om te eindigen met den wensch, dlat niet alleen het gebouw, doch ook de hallen een volgenden keer eveneens gevuld zullen zijn zooals hier. De Voorzitter Ds. P. Veen, dankt voor de drie toespraken, bijzonder voor die van Mr. van Lanschot, wiens naam met Den Bosch verweven is. Spr. roept Z.Exc. H. v. Boeyen M. uister van Binnenlandsche Zaken, die vroeger in het Verbond zoo krachtig mee werkte een hartelijk welkom toe. De geweldig groote samenkomst wordt thans geopend met het zingen van: „Lof zij den Heer, den almachtigien Koning der eere". Na gebed door den voorzitter, het lezen van een Schriftgedeelte uit Efeze, het afleg gen van de Geloofsbelijdenis en het zingen van Gezang 52 vs. 13, spreekt Ds. P. Veen voor het laatst, de Bondsrede uit. Met een gelulkwensch in verband met den 85en verjaardag van het Verbond vangt Ds Veen z,:jn openingsrede aan. Hij mag voorts gewagen van een frisoh en opgewekt Bondsleven, uitkomende ook ia. het mooie bedrag van het dankoffer: f 9650, bij eengebracht door de leden der C. J. M. V. en de j on ge n s. Maar ook ander zijds is er reden tot voldoening, als we let ten op de werkvergaderingen, conferenties, enz.; in :t bijzonder noemt Spr. die op de Ernst Sillemhoeve. Naast den arbeid in de Commissies voor de Zending, de drankbe strijding e.d., welke met veel toewijding werken, is het zorgenkind: het werk in de mijnstreek. Spr. wijst op de heeren Tabak en I ngwersen, die leiding geven aan de werkkampen; de financieering daarvan baart zorg omdat er vakbekwame leiders noodig zijn. Op de Hoeve is veel mooi werk door de werklooze Bondsleden verricht. De arbeid van Verbond en Bondsbestuur Dan richt Spr. de aandacht op den velen arbeid van het Bondsbestuur en de aange- nafe verhoudingen in dien kring. Hjj her denkt den overleden penningmeester J. A. Amesz, diens opvolger Ir F. S pre ij en den nieuwen 2en voorzitter, Dr G. P. van Itterzon. En ten slotte herinnert Ds Veen aan zijn aangekondigd aftreden als Bondsvoorzitter Sedert 24 Me) 1906 was hij lid van het Bondsbestuur, sedert 1919 voor zitter. Hij dankt de Bondsvrienden voor hun steun, hartelijkheid en medeleven. Is er in het peil van het Bondsleven reden tot blijdschap, er zijn ook zwakke plekken. Eén daarvan zit in de afdeelingen. Van de leiders der afd. wordt soms te veel gevraagd. Toch ziet spr. nog andere oorzaken: de me thode van werken en de vorming der leiders Het peil van het Bondsleven Ds Veen gelooft, dat een deel der oplos sing te vinden is in het vormen van buurt vereenigingen. Zoo komt ook het groo. testadsprobleem in de aandacht. De leiders vorming heeft reeds jaren zorg gewekt on oen goede regeling wacht op geld en tijd. Dan ook is er de vraag naar het aantrekke lijker maken der afdeelingsvergaderingcn. Het. door het Bondsbestuur op de agenda voor de prov Commissie gebrachte onder werp „Ontspanning" heeft vele zijden. Im mers moet, naar de „Vlissinger verklaring" ernstig rekening gehouden worden met dc zedelijke, maatschappelijke, verstandelijke en lichamelijke belangen der jongemannen. Wij moeten ervoor waken, aldus Spr. dat we ons leven in twee deelen knip pen, een geestelijk en een nict-geestelijk deel. Ontspanning is geen bijwerk maar deel van het geheel. En in het geheel moet één leidende gedachte domineeren- Wat kan ik doen om den ander tot Christus Jezus te brengen? Het vooropstaande en in de provinciale Bondsdagen behandelde onderwerp was: „wat kan de C.J.M.V. en .het Verbond doen voor de vorming onzer jongeman nen tot mannen, ook al laten wij nu den zuiveren godsdienstigen invloed van vrienid op vriend, van ouderen makker op jongeren, door gebed, bijbelstudie of geestelijk lied. rusten". Om misverstand te vermijden, wil Spr. er aan herinneren, dat ditmaal over de geeste lijke zijde van het werk minder uitvoerig is' gesproken, omdat de grondslag van 't stre ven van den Bond in de laatste jaren her haaldelijk en in 't bijzonder was besproken. De C.J.M.V., een gastvrij huis zen tijd heeft. De C J.M.V. zij een gastvrij huis. waar de jongeman zich thuis voeit, een veilige plek, waar hij achter alles den persoon van Jezus Christus ziet staan. In dit verband geeft Spr. tal van ernstige wen ken. Men zoekt in onzen tijd graag wat nieuws, een nieuwen man, 'n nieuwe methode. Men zij voorzichtig en verwachte niet alles van nieuwe plannen en andere mensohen. Beter is, acht te geven op de geweldige beteekenis der z.g. kleine dingen; het groote is de som van die vele kleine dingen. Dc zedelijke macht van een mensch wordt het meest ver zwakt doordat, hij geen acht slaat op de veronachtzaming van één oogenblik. Er zijn tal van jonge mcnschen, die den mond vol hebben over misstanden die er zijn in Kerk, Staat. Maatschappij, Vereeniging die ge er nooit toe krijgt zich te wijden aan de verbetering van een klein onderdeel, waardoor de toestand verbeteren zou. De Bondsbouw en de Bondstrouw Ongeveer een jaar geleden werd in Vught, hier vlak bij den Bosch, een gemeentehuis in gebruik genomen. Het eigenaardige van dit bouwwerk is, dat het verbouwd en inge richt is uitsluitend door werklieden en kun stenaars uit Vught. Geen vreemden hebben hun hulp verleend. Toen het gebouw werd dat God de krachten geeft. De uitnoodi- ging van het Verbond was Spr. te sterk, het Verbond, waaraan hij zulke bijzondere herinneringen heeft. Een vijfentwintig jaar geleden mocht Spr. een heel klein beetje werk voor het Verbond verrichten. Het heeft een stempel op Spr.'s leven gediukt en zekerheid aan zijn werk gegeven. Het Verbond heeft gedeelteijk de taak zijner ouders overgenomen en in Spr.'s leven is het vaak van groote beteekenis geweest. Spr. uit zijn dankbaarheid voor het Ver bond en dat hij zich in een kling mag weten, waar hij zich één gevoelt. Welk een zegen ook, dat er in ons land nog een deel is, dat zijn knieën niet buigt voor Baal, nog een overblijfsel der genade. Dat zoo- velen Jezus als onzen Koning volgen, geelt hoop voor de toekomst. Spr. besluit met te wijzen op den zegen, dat er in Nederland nog volgens ons be ginsel geleefd kan worden. Dankbaar applaus volgt op deze rede. Hierna vereenigt men zich aan de koffie tafel. Dc harmoniemuziek van het R.K. jongenspatronaat luistert de pauze tot 2 uur op. „Christus en het wereldgebeuren" De middagvergadering wordt te 2 uur geapend met het zingen van: „Wij loven U o God". Het afscheid van den voorzitter; Dr. G. P. van Itterzon voorzitter Nadat het Zwolsche mannenkoor onder leiding van den heer E. van den Berg, twee liederen heeft gezongen, neemt Ds. P. Veen afscheid als voorzitter. Vooraf deelt Ds. Veen mede, dat de vice-voorzitter Dr. G. P. van Itterzon, te Den Haag, met algemeene stemmen tot voor zitter is aangewezen. Dat Spr. gaat is louter en alleen, omdat hij van meening is: Iaat nu een ander het ook eens doen. Spr. dankt allen voor wat zij voor hein geweest zijn. Hij reikt hierop Dr. van Itterzon den voorzittershamer Toespraak van den heer C. Tabak Namens het Verbondsbestuur dankt de heer C. Tabak Ds. P. Veen voor de zege ningen, welke genoten zijn door zijn voor- ziterschap, dat steeds een besliste lijn toonde. Niet alleen hebben wij hoogachting voor den persoon en het werk van den voorzitter ook namens vaders en moeders, echtgenooten en verloofden wordt dank ge bracht. Als blijk van de groote en onuitspreke lijke dankbaarheid wordt Ds. Veen namens Verbondsbestuur en N. J. V. een gouden potlood en enveloppe met inhoud aange boden. Een minuten lang applaus volgt met een driewerf hoera op den oud-voor zitter 'Jlieu are fifmdexl better Minister H. v. BOEYEN Prof. Dr. S. F. H. J. BERKELBACH VAN DEN SPRENKEL H. GORDEAU Algemeen Secretarissen geopend, werden de bewoners in staat ge steld het te bezichtigen. Iemand, die daarbij tegenwoordig was, vertelde mij, hoe aardig het was te luisteren naar de opmerkingen, die men maakte. H>j hoorde iemand zeggen: „Kijk eens, die lichtkroon heeft mijn vader gemaakt"; en „dat stukwerk is van mijn zoon"; en „dat metselwerk mocht ik doen"; en „die trapleu ning werd gemaakt door smid die en die" Niet eenmaal werd de opmerking verno men: dit is mooier dan dat; de beteekenis van ieder onderdeel werd naar eigen waar de beoordeeld. Allen waren dankbaar, dat zij hadden mogen bouwen aan hun eigen ge meentehuis Jongemannen, ook gij bouwt. Wat gij daar toe in d<e eerste plaats noodig hebt, is trouw, trouw, vooral in het kleine. Wie dit is, bouwt mee aan het Bondswerk, en in dit Bondswerk aan dat groote onzichtbare bouwwerk, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is. Deze bezielende rede wordt meermalen door hartelijke bijvalsbetuigingen onder broken. Gezongen wordt: „Jonge, vrome helden!" De heer H. Gord eau van Bussum, algemeen secretaris van het Verbond, spreekt vervolgens een propagandistisch woord voor den Wereldbond met een aan beveling van een collecte voor den arbeid \an dien bond. Verkiezing Bondsbestuurders Eenige vacatures in het Bondsbestuur worden aangevuld. In de vacature-Ds. P. Veen is gekozen Ds. C. J. Laarman, Velp; in de vacature-Pels de heer G. Verschoor, Sassenheim; in de voc.-Gaastra de heer R. Klok, Smilde, en in de vac.-Hoogeveen, de heer H. G. Bosch te Ede. De heer J. Spar- reboom te Amsterdam is herkozen. Van H.M. de Koningin wordt een tele gram van dank op het Verbondstelegram ontvangen, waarop het eerste couplet van het Wilhelmus wordt aangeheven. Toespraak Minister H. van Boeijen Z. Exc. Minister H. van Boeyen, richt een persoonlijk woord tot den voor zitter, D s. P. Veen, daarbij opmerkend, De voorzitter deelt mee, dat de collecte voor den Wereldbond 1151 heeft opge bracht De heer W. S c h o 11 e n, voorzitter van „Ons oud Verbond", vestigt de aandacht der aanwezigen op genoemde organisat'e van oud-leden en overhandigt een enve loppe met inhoud 225) voor het N.J.V. Prof. Dr. S. E. H. J. Berkelbach van der Sprenkel, van Utrecht, spreekt thans over: „Christus en het we reldgebeuren." Spr.'s onderwerp is moeilijk, vooral om hetgeen er niet gezegd kan worden en wat men toch zoo gaarne zou willen hooren, moeilijk ook om hetgeen ervan gezegd moet worden, wat men niet gemakkelijk aanvaardt. Dat dit onderwerp juist op den Hemel vaartsdag aan de orde gesteld wordt, be paalt den gedachtengang bij hetgeen mede gedeeld wordt omtrent deze laatste ver schijning. De volgelingen vragen aan hun Heer of het Rijk nu haast komt. Het komt hun echter niet toe, dit te weten, doch er wordt aan toegevoegd, dat zij kracht zullen ontvangen door den Heiligen Geest, om Christus' getuigen te zijn. Deze kring van jonge menschen belijdt Jezus Christus als Heer. In hu'n volle be teekenis spreken deze woorden uit, dat de bekende Jezus als openbaring Gods, als ge zaghebbende, als Heer wordt aanvaard door de Zijnen, die zich ter beschiking stel len, door Hem hun Heer te noemen. Wanneer zal deze Heer zijn Rijk oprich ten? Dit wordt niet beantwoord en is men schen niet gegeven. Daarom is en blijft het wereldgebeuren ook voor Christus' volge lingen raadselachtig en ondoorzichtig: het is ze niet gegeven Gods tijd te weten. Ze worden echter niet maar meegesleurd door het wereldgebeuren. De Heilige Geest komt en geeft hun kracht; de Geest van Christus wordt niet de dienstknecht van hun men- schelijk bcgceren, maar maakt ze sterk en standvastig in hun gehoorzaamheid. Spr. wijst aan wat hun taak dan is: ge tuige te zijn, d.i. martelaar. Er is sprake van ernstig en moedig getuigenis. Alléén zóó werkt Christus door de Zijnen in het wereldgebeuren. De Zijnen dienen als Zijn getuigen, wachtende op Gods tijd en ge legenheid voor het Rijk. De kracht van dit getuigenis ligt in den Geest. Het is God, Die nog steeds niet heeft laten varen, wat Hij in deze wereld begon. Als antwoord op deze rede wordt gezon gen: „Laat ons saam met Jezus wand'len." CALVINISTISCHE JURISTEN BIJEEN Prof. Anema spreekt over de Codificatie Ds. P. Veen eere-voorzitter van het N.J.V. De nieuwe voorzitter spreekt de vergade ring toe en deelt mee, dat Ds. Veen niet geheel en al zich zal terugtrekken uit het leven van het Verbond. Uit naam van het Verbondsbestuur en heel het Verbond wordt Ds. Veen benoemd tot eere-voorzitter van het Ned. Jo lingsverbond. Daarop aanvaardt Dr. van Itterzon met een kort woord zijn taak. Alen heffen hierop het Bondslied aan: „Komt, reiken wij elkander de trouwe broederhand." Ds Veen is dankbaar voor dit eerevoor- terschap, waardoor de band met het Ver bond niet doorgesneden wordt. Hij dankt allen, die het hem bij zijn zware taak makkelijk hebben gemaakt. Gezongen wordt: „Dankt, dankt nu allen God", waarna Ds. Veen in dankzegging voorgaat en de apostolische zegen door al len gezongen wordt. Hierna stroomt het geweldig groote ge bouw leeg en verspreiden de duizenden zich naar Oost en West, naar Noord en Zuid, per extra-treinen en per autobussen. Het beloofde een mooie dag, het is een schitterende dag geworden! Ongetwijfeld vervulde weemoed het hart der medebestuurders van het N.J.V. bij het afschid van den beminnelijken en popu- lairen voorzitter Ds. Veen, die bijna 20 ja ren die functie vervulde. Echter, de aan wijzing van Dr. van Itterzon als opvolger belooft een gelukkige te zijn. Diens be kwaamheden als leider zijn bekend. Moge God ook hem beweldadigen gelijk Hij het Ds. Veen heeft gedaan! CENTRALE DIACONALE CONFERENTIE Het comité van de Centrale Diaconale Conferentie besloot dat de 49e Conference D.V. gehouden zal worden te Rotterdam— Delfshaven op Woensdag 14 September. „BEATRIX-SCHOOL' TE SOERABAJA Aneta meldt, dat door de Vereen, voor Chr. Scholen te Soerabaja is opgericht een „Beatrix school". Deze school zal bestemd zijn voor het geven van lager onderwijs aan kinderen van beter gesitueerde inheemschen. Prof. Anema AMERSFOORT, 25 Mei. De Calv. Juristen Vereeniging, hield der traditie getrouw, haar jaarvergadering in het Berghotel. De Voor zitter, Prof. Mr A. Anema, memoreerde, dat de thans 15 jaar oude vereeniging, in dertijd met 30 leden begonnen, thans 148 le den telde. Hiervan waren 58 tegenwoordig. Zijn openingsrede had de Voorzitter ont leend aan het feit, dat nu een eeuw geleden ons burgerlijk wetboek rechtskracht kreeg. Spr. herinnerde aan de behoefte, welke in dien tijd eraan gevoeld werd ondanks Von Savigny's waarschuwingen tegen codificatie. Het waren voor al de eenheid van redht en de daar- warïte behoefte aan rechtszeker heid, die tot de in voering van alge meene wetboeken hadden geleid. Van den aanvang af stond de ge dachte der codifi catie in verband met theoretische rechtsbeschou- wingen. De school van het natuur recht of rede- recht trachtte langs dien weg het historisch geworden recht voor de eisohen van den tijdgeest op te ruimen. Hoewel wetboek en commentaar van deze opvatting vrij bleven, ontstond niette- daardoor een valsehe voorstelling, als of het taak was van een verlichten wetgever, zonder eerbiediging van volksleven en his torie van boven af het recht te hervormen „idéés préconcues", waarom ook de historische school zich zoo tegen de codifica tie verzette, zij het niet altijd gerechtvaardigd Daarnaast waren er d e leer van de soe vereiniteit der wet en voorts de trias-poli- tica-leer van Montesquieu, die alle dreigden het codificatiewerk ongunstig te zullen be ïnvloeden. De soeveredniteitsleer kwam met een valsch wetsbegrip, waarbij de wet een wilsverklaring werd van het soevereine volk. Spr. licht <ü't op enkele punten nader toe. De leer van de trias politica verbood den rech ter, om de innerlijke waarde en billijkheid der wet te beoordeelen, waarbij de zelfstan dige taak van den rechter totaal werd mis kend. Meestal was de rechter echter in de practrijk te verstandig, om zich al te stérk aan die leer te houden. Er is een betere opvatting gebleken, waar bij het wezen van den rechter niet is gezien in diens intellectueele deskundigheid, maar in zijn zedelijk-juridisch karakter: zijn taak is niet, om logische gevolgtrekkingen te ma ken uit de wet, maar dde wet als richtsnoer aan te wenden voor eigen zelfstandige werk zaamheid en zoo vruchtbaar te maken voor het rechtsleven. De heele trias-leer is door en door in strijd met de werkelijkheid. De wet gevende macht doet ook bestuursdaden en oefent ook administratieve rechtspraak uit. De uitvoerende macht beweegt zich telkens op wetgevend gebied, berecht ook een goed deel der administratieve geschillen. De rech terlijke macht voert nog altijd allerlei admi nistratie en schept een eigen rechterlijk recht, dat practisch met wetgevende maat regelen gelijk staat. Ondanks alle foutieve op vattingen bij de codificatie leerde de werke lijkheid ons, dat de rechter nog steeds rechtsvormend werk verricht. De wet A.B. geeft dan ook bij oppervlakkige lezing wel een onjuist beeld van aard en wezen der co dificatie van ons burgerlijk reoht. Ook de practijk knaagde aan de gedachte der codificatie. Allerlei zaken iijn buiten de codificatie om door afzonderFjke wetten ge regeld. Allerlei recht ontstond naast, soms in strijd met het gecodificeerde. De codificatie- gedachte heeft dan ook slechts een beperkte beteekenis; in zooverre daardoor getracht is, de gewoonte en den rechter als bronnen van privaatrecht recht terug te dringen, is de invloed zelfs ongunstig te noemen. Toch is de codificatie van ons burgerlijk recht in 1938 een goed werk geweest. Men was bang voor verstarring; dat is niet ge beurd. In Angelsaksische landen, waar men die codificatie niet heeft ,is de klacht der verstarring veel erger dan bij ons. Men kan de codificatie heilzaam noemen, als men haar niet ziet in den trant van Justinianus en in het licht van valsdhe theorieën. Zij is ge worden een vast centrum voor ons privaat rechtelijk rechtsleven. Bij de verdere ont wikkeling daarvan is ook voor de Calv. Jur. Vereen, een taak weggelegd, hetgeen spr. nader toelacht. Op vele deelen heeft het christelijk beginsel reeds grooten invloed ge oefend; dit kan worden uitgebouwd. Spr. releveert in dit verband het 15 jaar bestaan dezer vereeniging. Bestuursverkiezing enz. Bij de nu volgende bestuursverkiezing, waarbij periodiek en volgens de statuten niet-terstond-herkiesbaar aftraden Prof. Gerbrandy en Mr. T. A. van Dijken, werden gekozen de heeren Dr. E. J. Beu- me r en oud-minister Dr. J. Donner. Verder werden de rekening 1937/'38 en de begrooting 1938/'39 vastgesteld. De hoofdmoot van den dag was het refe raat van Dr. E. J. Beumer over „Straf- rechtsvragen", een practisch-principieele be schouwing over diverse vraagstukken in het strafrecht. Aan de discussie hierover namen deel Prof. V. H. Rutgers, J. Donner, E. J. E. G. Vonkenb erg, A. C. G. v. Proos dij, J. v. Wolf eren, R. ten Kate, K. GroenenP. J. Klaver. Krachtens den vertrouwelijken aard der vereeniging worden van referaat en discus sies geen verslag gegeven. Nadat de Voorzitter de geanimeerde ver gadering gesloten had, ging de referent voor in dankgebed. Het Bestuur der Vereeniging is thans al dus samengesteld: Prof. Mr. A. Anema (Haarlem), voorzitter; Dr. J. Donner (Den Haag), vice-voorzitten Dr. E. J. Beumer (Utrecht): Mr. H. van Haeringen (Den Haag); Dr. Joh. H. Scheurer (Amers foort), secretaris-penningmeester.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5