KUNST EN WETENSCHAP SCHUDT UW LEVER WAKKER MAANDAG 9 MEI 1938 Een natievlag voor de „Nieuw Amsterdam" Aangeboden door „De Princevlag"b Mooie middag aan boord van 't groote schip 't Was koud op de Maas. En telkens dreven donkere wolken over de „Nieuw Amsterdam'die nog ligplaats heeft aan de Wilhelminakade te Rotterdam, maar weldra haar eerste reis naar de Nieuwe Wereld zal aanvangen. De bekende Vereeniging „De Prince vlag" was op het goede plan gekomen het machtige zeekasteel, waarop iedere Nederlander trotsch gaat, een natievlag aan te bieden. De directie van de Hol land Amerika Lijn verklaarde zich be reid dit geschenk te aanvaarden. En zoo had Zaterdagmiddag 4 uur aan boord van het schip deze eenvoudige plechtig heid plaats op een wijze, die het vader landslievend hart sneller deed kloppen eiland, maar nog wonen er in Amerika fa milies. die afstammen van de Hollandsche kolonisten uit 't be^in van de 17e eeuw. De „Halve Maen" was 40 last groot, de „Nieuw Amsterdam" meer dan 36.000 ton! Groote bewondering vervult ons, zegt spr, voor de mannen, die de plannen voor dit schip hebben uitgedacht en ook voor hen, die die plannen hebben uitgevoerd. Duizen den arbeiders hebben jaren lang aan dit zeekasteel arbeid gevonden. Met 't oog op de bestrijding der werkloosheid zou Spr. wel willen uitroepen: Geeft ons nog zoo'n schip- Na er notf op gewezen te hebben, dat in Amerika reeds toebereidselen gemaakt wer den de „Nieuw Amsterdam' op grootscl wijze te ontvangen, droeg Spr. de natievlag aan de directie over. Moge gezagvoerder en bemanning in tijden van spanning zich im mer de woorden van ons oude Wilhelmus herinneren: „Mijn schild ende betrouwen zijt Gij o God mijn Heer". Rappe handen hadden inmiddels de mooie heldere vlag geheschen, en terwijl de leden van „De Prineevlag" hun vlaggen ontplooi den, klonk over de Maas gezang: ons in drukwekkende volkslied. De machtige stem van den voorzitter klonk nog eens: „Leve de Nieuw Amster dam!" en met een driewerf hoera stemde de talrijke menigte hiermee in. „De Prineevlag" defileert voor Rotterdams burgemeester, mr P. Droogleever Fortuyn Groote belangstelling Er bestond voor deze plechtigheid groote belangstelling. Behalve de directieleden van de H. A. Lijn en de hoofdbestuursleden van „De Prineevlag" merkten wij o.m. op kolo nel C. J. O. Dorren, commandant van de mariniers; H. Ringers, secretaris Rotterd Comité voor Nat. Belangen; Mr. H. Vlug, voorzitter Vereen, voor Vreemdelingenver keer; A. H. Sirks, waterschout;- Prof. Mr. J. A. Eigeman; Prof. Mr F. de Vries; F. Hof- stra, waarn. directeur Maritiem Museum; A. Kortlandt, havenmeester van Rotterdam. Vele honderden leden van diverse afdee- lingen van „De Prineevlag", gekleed ii bekende fleurige uniform en allen voorzien .van een vlag, hadden ziah verzameld bij den achtermast op het opper-promenadedek. Lang voor 4 uur lieten de trommelslagers hun aanwezigheid reeds merken en klonk de melodie van menig vroolijk liedje, dat soms spontaan werd meegezongen. De overdracht Toen trad de heer J. G. Berlott, voor zitter van het hoofdbestuur, naar voren tot het houden van een korte rede. Na meege deeld te hebben, dat Rotterdam's burge meester door ambtsbezigheden verhinderd was tegenwoordig te zijn, herinnerde Spr. aan de vermaarde tocht van de „Halve Maen", welk schip September 1609 in Ame rika belandde. Dit Hollandsche schip was het eerste, dat de Hudson opvoer. Toen de „Halve Maen" weer in Holland terug kwam en men verslag uitbracht ove zijn bevindingen, werd besloten een eskade uit te zenden om het nieuwe land te onder zoeken. Voor zestig gulden kodht men eiland, dat men den naam gaf van Nieuw Nederland; de latere nederzetting ontving den naam van Nieuw Amsterdam. Later legden de Engelschen beslag op dit Fa. H. j. Phaff Winschoten De vlag aanvaard De heer H. G. J. de Monchy heeft mens de- directie van de Holland Amerika Lijn „De Prineevlag" dank gezegd voor dit kostbaar geschenk en gaarne de verzekering gegeven, dat de aangeboden natievlag nooit in verkeerde handen zal komen. Onder het zingen van „O schitterende kleuren" brachten de le.den van „De Prin eevlag" een vlaggegroet. Défilé voor den Burgemeester Na afloop van deze plechtigheid hebben de Princevlag-leden gedéfileerd voor den burgemeester van Rotterdam Mr P. Droog leever Fortuyn, die in gezelschap van eenige autoriteiten vanaf de trappen van het Raadhuis dit défilé gadesloeg. Inzonderheid voor de vele leden van „De Prineevlag" was 't een mooie middag, die ongetwijfeld nog lang in de herinnering zal worden bewaard. Het Concertgebouw jubileert Enkele onderscheidingen uitgereikt Hulde aan bestuur, dirigent en orkest De viering van het jubileum van het Con certgebou work est te Amsterdam heeft Zaterdagmiddag een nieuw hoogte punt bereikt in een herdenkingsbijeenkomst, welke met medewerking van het orkest werd gehouden. Een groot aantal genoodigdien en eere- gasten, waaronder Minister mr. J. A. N P a t ij n, hoofdambtenaren van regeerings departementen, het gemeentebestuur van Amsterdam, tal van vooraaoetaan le figuren op het gebied dei- toonkunst en beel dende kunst en vele anderen, woonden de plechtigheid bij. Nadat Dr. J. P. Fockema Andrea?, voorzitter van de commissie van advies in zake de bevordering der toonkunst van Rijkswege, in een rede de beteekenis van het Concertgebouw in het licht had gesteld, werd het woord gevoerd doo»* Minister Patijn namens den Minister van Onderwijs, die verhinderd was aanwezig te zijn. Spr. zeide, dat ook de Regeering niet achter wil blijven met haar hulde voor en waardeering van het Concertgebouworkest, Namens de Re geering wenscht Spr. het bestuur geluk met het feit, dat het dezen dag mag beleven en sprak de wensch uit, dat het aan het be stuur moge gelukken het orkest door de moeilijke tijden die we thans beleven heen te brengen en het te doen blijven bestaan als een kunstwerk, waarop Nederland trotsch is. Aan het slot van zijn rede deelde de Minister mede, dat het de Koningin be haagd had te benoemen tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw den voorzitter van het bestuur van het Concertgebouw, Dr. H. P. Heineken, en den onder-voorzitter-penningmeester, G. H. de Marez Oyens J.Czn., ter wijl aan den suppoost-bouwkundig op zichter C. de Groot en aan den hoofd beambte W. Smies was toegekend de eere-medaille in zilver, verbonden aan de orde van Oranje Nassau (luid applaus). Ook andere sprekers, waaronder de Bui gemeester van Amsterdam, Dr. W. de Vlugt, hebben daarna bestuur dirigent en orkest in hartelijke bewoordingen gehuldigd Willem Kes herdacht In deze herdenkingsbijeenkomst werd ook de nagedachtenis gehuldigd van den eersten dirigent Willem Kes. Een plaquette met diens beeltenis werd door Prof. Dr. Willem Mengelberg onthuld, die tegelijk vergun ning vroeg een enkel woord, dat hem reeds lang op het hart lag, te mogen uitspreken. Dit woord luidde: Beterlaatdannooit. De heer Van den Eerenbeemt bood vervolgens van het door Dr. Rudolf Mengel berg geschreven gedenkboek de eerste zes exemplaren aan minister Patijn, burge meester De Vlugt, Dr. Heine ken, Dr Willem Mengelberg, Dr. Fokkema Andréae en mevr. Rudolf Mengel berg aan. Na deze plechtige herdenking hebben hon derden gebruik gemaakt van de gelegenheid het bestuur te complimenteeren. De uithoek Friesland Het blijft sukkelen naar deze provincie Waarom wordt Friesland door de Spoor wegen tooh sinds jaar en dag zoo stiefmoe derlijk bedeeld'? Men heeft daar altijd het oudste materieel en niets dan boemeltrei- nen. Zoo was het en zoo blijft het ook nu zoo klaagt het R.K. dagblad Ons Noor den, dat in Groningen verschijnt: Groningen krijgt straks voor zijn ver bindingen naar Zwolle behalve de Die sels stoomsneltreinen, die alleen in Assen stoppen en de 105 kilometer in een uur en 12 minuten afleggen. Leeuwarden houdt pp dit traject het tweede klasse materieel met uitsluitend stoomtreinen, die over de 94 km, welke Leeuwarden van Zwolle scheidt, een uur en 27 minuten zullen doen. Dus ondanks het feit, dat het traject 11 km korter doen de treinen er een kwartier langer De Diesels, die straks rijden op het traject GroningenZwolle, doen er maar een uur en 6 mjnuten over. De z.g. Friesche sneltreinen stoppen dan ook in Dedemsvaart, Meppel, Steen Drama en Tooneel Studentencorps F. Q. L te Kampen Voor F. Q. I. heeft Drs. G. D. Jonker, van Groningen, gesproken over Drama en Tooneel. Spr. gaf eerst een belichting yan het begrip kunst in het algemeen. Het is een samenvoegend vermogen; de nadere be paling wijst het een plaats in den aestheti- schen wetskring. Wat het aesthetisohe zelf aangaat. God schiep de wereld schoon en zal haar na den jongsten dag weer in ai haar schoonheid doen blinken. Spr. citeert o.m. Hartmann, die zegt dat de kunst aan vankelijk met de religie nauw verbonden was, maar zich allengs van de religie heeft losgemaakt. Spr. ziet in deze woorden waar heid als hij let op Israels cultuur, die hst schoone aan haar dienstbaar maakte, terwijl in de nieuwe bedeeling die kunst haar vrije ontwikkeling kreeg. Met name Calvijn heeft dit gezien. Met citaten bestrijdt spr. het wan- denkbeeld dat Calvijn en het Calvinisme Kunstfeindlich zouden zijn. De kunst heeft haar eigen individualiteits structuur. Wel zal het kunstgevoel zijn intentioneele object, schepping van zijn fan tasie, straks in kunstmiddelen objecti- veeren, b.v. in marmer of op het doek, maar de kunstm i d d e 1 e n zijn altijd secundair. Uitdrukkingsmiddelen (symbolen) van de kunst zijn: woord, vorm en rhythme. Spr. bestrijdt de opvattingen van Prof. Dooye- weerd die onderscheidt tusschen aesthetiseh- en symbolisch gekwalificeerde dingstructu- ren in de kunstmiddelen. Spr. v-aagt zich af waar in Dooyeweerds opvatting het kunst werk gebleven is. De kunst wordt nu verdeeld naar 1e kunstmiddelen in: epische, beeldende en rhythmische kunst. Het drama heeft tot object de daad, maar het woord is hier toch middel; het drama is dus te rekenen tot de epische kunst en is essentieel niet te ond' wijk, Wolvega, Heerenveen, Akkrum, Grouw, Leeuwarden. Men noemt dit snel treinen, in werkelijkheid zijn het boe- meltreinen, zoodat op deze hoofdlijn straks geen enkele sneltrein meer rijdt. Het eevolg van een en ander is, dat men om van Leeuwarden in Utrecht te komen, bijv. moet vertrekken des mor gen om 6.14 vertrokken is. De Fries moet dus over het veel kortere traject Leeu wardenUtrecht ongeveer een half uur langer sporen dan de Groninger over dit zelfde traject, ondanks het feit, dat het traject Groningen 11 km langer is. Het geheele voordeel voor Friesland van de nieuwe dienstregeling bestaat dan ook hierin, dat het aantal zg. snel trein-verbindingen naar Zwolle van 7 op 11 wordt gebracht, maar daar houdt het dan ook mee op. tirion carlier linnenweverij nu en en-station Telefoon No. 3 Uitsluitend levering rechtstreeks aan particulieren. scheiden van lyriek en epiek. Anders even wel is het met het tooneel. De gemaakte onderscheiding in de Kunst mag niet tot een scheiding worden, er is onderling verband. Nu is het tooneel zelf niet middelpunt, maar saamvoeging, synthese, van allen die de De tooneelspcler nu maakt ziohzelf tot kunstmiddel van zijn eigen intentions! object. Dat object is bij den tooneelkunste- naar niet beslist ident met dat van den dramaturg die het op te voeren drama sclireef, en het middel tot uitdrukking van zijn object is: de tooneelspeler zelf. Zoo poogt men den mensch een objectsfunctie toe te kennen in den aesthetischen wetskring. Spr. kent slechts één geval waarin dat meer ge beurd is, nl. in den economischen wetskring; in de slavernijis getracht den mensch tot object te maken in laatstgenoemden wets kring. Spr. toont nu aan, dat er in de historie van Chr. zijde groote bezwaren tegen het tooneel zijn ingebracht, maar er zijn ock ver dedigers geweest. Spr. zegt dat er geen reden is om aan te nemen, dat een nieuwe poging tot Chr. tooneel zioh van zonde zal vrijhou den. Maar praktische bezwaren en de zonde in den mensch zijn geen afdoende argumenten tegen tooneel. Wel echter zijn er principieele beswaren die doorslaggevend zijn. Behalve de zeif objectivatie van den mensch, die spr. reeds noemde, is er nog dit bezwaar, dat er geen tooneel mogelijk is zonder het conflict. Is dat conflict tusschen mensch en mensch, dan heeft men comedie. is het tusschen God en mensch, dan heeft men tragedie. (Spr. wees de onderscheiding door Dr. Eringa, van Rotterdam, in drama, tragedie en comed:e af). Maar wie durft iomand op te dragen de rol van Satan te spelen, of welke slechte rol ook? Om deze redenen keurt spr. het tooneel, in welken vorm ook. af. Hollandsche en Vlaamsche schilderkunst Tentoonstelling in „Art!-" te Amsterdam De bekende kunstfirma D. K a t z te Die ren heeft in de zalen van „Arti et Amici- tiae" te Amsterdam, Rokin hoek Spuij een tentoonstelling ingericht, die de aan dacht verdient Prof. H u i b Luns, de voorzitter van' „Arti", heeft Zaterdagmiddag in tegen woordigheid van vele kunstbroeders deze expositie van oude Hollandsche en Vlaam sche schilderkunst uit de 16e en 17e eeuwr geopend. Namens Bestuur en Leden sprak Proh Luns zijn erkentelijkheid uit voor de schoone verzameling, die hij gaarne in het licht zag van het eeuwfeest van „Arti" in het volgend jaar. Deze tentoonstelling, aldus spr., zal het weer eens in herinnering brengen dat do meesters van vroeger", die deze werken tan hun vaderland en aan de wereld nai lieten, de beste, de edelste vertegenwoordi gers zijn van land en volk. Hierna gaf spr. een karakteristiek vari het streven der oude Hollandsche en Vlaamsche schilders, die hij besloot met de woorden: Als in het leven van een volk de machtige aantrekking van het schoone geen plaats heeft gevonden, dan ontbeert het iets. Dank zij de meesters, wier werken hier langs de wanden hangen, staat er in „Hollands tuin" niet alleen de laurier, maar pronkt er de onverwelkbare bloem van de Hollandsche schilderkunst. De tentoonstelling, die tot 4 Juni ge opend blijft, is een keurcollectie. Rem brandt is met eenige fraaie en zeldzame doeken ook hier de koning. Daarnevens noemen wij den bekenden Vlaming An- thony van Dyck en onderscheidene andere groote meesters uit Noord- en Zuid-Neder-. land: Ferdinand Bol. Jan Steen, de beide Ruysdaels, Jan van Goyen, Philips Koninck enz. De schilderstukken geven een schoort bocld van de artistieke kwaliteiten der groote meesters. Bij de opening kon Prof4 Luns geen autoriteiten verwelkomen, aan gezien deze berichten van verhindering hadden gezonden. Wij voelden deze abseni tie ditmaal als geen gemis: de „autoritei-, ten" hingen aan de wanden. 1-Iun schoone werken, kunstuitingen van de eerste orde, spreken den nazaat na vele eeuwen nog toe. Het dagelijksche leven hunner dagen, in zijn bonte verscheidenheid, boeit in hooge mate, onder het verrassend licht dat de schilders uit Hollands bloeitijd er over werpen, niet opzettelijk, maar als van zelf. Van bijzondere schoonheid zijn de portret-i ten van Rembrandt, terwijl menig oud- Hollandsch landschap indruk op den toe schouwer maakt. De opbrengst der entreegelden is vooij „Arti" bestemd, die van den verkoop van den catalogus voor het „Fonds voor bijzon dere nooden" te Amsterdam, Een bezoek aan deze tentoonstelling 13 zeer aan te bevelen. PROEFSCHRIFT IN HET FRIESCH Over Gysbert Japiks Tot doctor in de letteren en wijsbegeerte promoveerde Vrijdag de heer D. Kalma, leeraar in het Engelsch aan het Lyceum te Eindhoven. Het proefschrift handelde over den Frie« schen dichter Gysbert Japiks (16031666). Het proefschrift was in de Friesche taal geschreven en was het eerste, dat in die taal in ons land is verschenen. Het Gezelschap van Christelijke Historici in Nederland hield dit jaar zijn achttiende jaarvergadering te 's-Gravenhage, onder voorzitterschap van dr. J. C. H. de Pater aldaar, De jaarverslagen van den secretaris dr. J. V e 1 d k a m p te Hilversum, en den penningmeester dr. L. C. S u 11 o r p te Schie dam, werden onveranderd goedgekeurd. Behandeld werd het rapport van de com missie betreffende de leemten in de Pxotes- tantsch-Ghristelijke geschiedvorsching en ge- schiedschr ij ving ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U zult 's morgéns „kiplekker" uit bed springen, lederen dag moet Uw lever minstens een liter ga! In Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende Is, verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zon slechts lapmiddelen. U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on- ovjrtr?Jfln om de £al te doen stroomen. Eischt Carter's Leverpilletjes bij apothekers eq drogisten. I, 0.75. (90 De geregelde Woensdagmorgen-bezoeken aan Woudewijk had ze gestaakt. Toenemende drukte gaf ze als reden op. Ze kwam nog wel, maar dan meest 's avonds met Hans. Slechts een enkele maal kwam ze op een morgen en dan onverwacht. De oudjes misten haar bezoeken meer, dan ze elkaar wil den bekennen. Die Woensdagmorgens, wat waren ze heer lijk geweest. Was het weer niet te ongunstig, dan stond vader een kwartier voor de trein aankwam al aan het station, terwijl moeder, ondanks het vroege uur, de koffie klaar had. 't Had dan altijd iets geleken op de Zaterdagen van vroeger, al duurden de bezoeken kort. De stilte in het meestershuis werd zoo zwaar te dragen, üu er die eene, blijde morgen niet meer was. Dat het zoo stil worden kón! Vroeger was het feitelijk nooit stil geweest, ook niet voor Willy er was. Daar was het personeel, dat vaak even inliep, daar waren leden van het schoolbestuur, die iets met meester te bespreken hadden, daar waren menschen, die meesters raad of voorlichting noodig hadden, daar was elke dag Kobus-de koster. Nu was er de nieuwe meester, joviale jonge man, nu was er een geslacht voor wie meester enkel nog de 6ud-onderwijzer was, een geslacht, te jong, om meester als vriend te beschouwen. Neen, ze vergaten meester niet, dat bleek met nieuwjaar en op verjaardagen. Maar zulke dagen zijn er niet veel in een jaar. Op Zaterdagavond, dan waren ze zelden meer zonder be zoek. Dan klopte om ongeveer zeven uur Ko Zwaanswijk aan de achterdeur. ,,'t Was me liever, als hij op Zondag kwam", had de juf frouw een keer gezegd. „Nooit laten merken, hoor moeder", had meester ge antwoord. Zondagavond, dat zou den jongen te veel doen denken aan vroeger. Het Zondagsche tafelkleed, het Zondagsche servies, heel de Zondagsche sfeer zou hem doen terugdenken aan de jaren, toen de plaats tegenover hem nog bezet was. Lang had het geduurd, eer hij weer in het meestershuis was verschenen. Zijn geregeld bezoeken was pas begonnen, toen dat van Willy ophield. Dit was geen toeval, begrepen de oudjes. Vader Zwaanswijk was zeer oplettend betreffende alles, wat Willy betrof, ofschoon hij haar naam nooit meer noemde. Wou de jongen hen troosten in hun eenzaamheid? Een flinke kerel was kosters Kobusje geworden, breed ge schouderd, stevig gebouwd. Het jongensachtige, dat hij zoo lang had gehouden, was verdwenen, had plaats gemaakt voor ernst en vastberadenheid. Had het enkele jaren geschenen of zijn energie was ge doofd van studeeren sprak hij niet meer toch bleek heel sterk het tegendeel, toen hij in een lange zomervacantie twee actes tegelijk verwierf, Engelsch en Duitsch. Niet de studie maar het examen-doen had hij gemeden. Direct daarna was hij doorgegaan voor middelbaar Duitsch, was nu al in het bezit van A, blokte hard voor B. Het hoofd van de Rotterdamsche Ulo-school, die hij diende, had zijn lesuren zóó geregeld, dat hij enkele absoluut-noodige colleges in Leiden kon volgen „alhoewel het in mijn eigen nadeel is", had de man hem lachend toegevoegd. Een uitste kend onderwijzer zou de school aan hem verliezen, als hij later het middelbaar onderwijs dienen ging. „Voel je daar meer voor dan voor een lagere school?" had meester Verduynen hem gevraagd. „Ik heb me altijd het meest tot kinderen aangetrokken gevoeld. Gymnasiasten en H.B.S.-ers zouden mij te lastig zijn. zoo half kind en half mensch ,,'k Heb ze nu ook van dien leeftijd, 't valt best mee", had Kobus geantwoord, toen, ietwat weifelend er bij gevoegd: hoofd van een school word je niet licht, als je alleen bent en altijd gewoon onderwijzer te blijven, staat me niet aan." Dit was de eenige maal geweest, dat hij een tipje lichtte van de sluier, die zijn levensleed verborg. Meester zat dikwijls somber voor zich uit te staren, als Kobus vertrokken was. De juffrouw kon dan vaak zuchten. Lang duurde het, eer ze elkaar hun diepste gedachten open baarden. Toch kwam het zoover. Het gebeurde op een dag, toen wat was al te sterk contrasteerde met wat had kunnen zijn. Zaterdagmorgen en geheel onverwacht Willy op bezoek. „Maar kind, j ij, vandaag?" „Ja, ik vandaag. Boos? Nee toch?" „Natuurlijk niet. We zijn veel te blij, dat we je weer eens zien", zei vader. „Je treft het maar zoo slecht. We zijn de kamer aan het doen", zei moeder. „We? We? Leert u dan nooit, het werk over te geven aan j^uw gedienstige? En is er maar één kamer hier in huis? Wacht ™aa5' aan* Vooruit, Geertje, we werken met z'n Een half uur later was de kamer klaar en zaten ze er zoo rustig, of het geen Zaterdag was. „Ja", verontschuldigde Willy zich. „ik moest u zien eer de nieuwe week begon. Denk niet, dat ik u vergeet, al 'kom ik zoo weinig. 't Is maar, dat ik het hoe langer hoe drukker krijg. Ik kan haast niét wegkomen. En 's avonds dan is het zoo ongezellig voor Hans. Hij werkt hard voor zijn boek, hè? Ik wil er hem geen avond afhouden, 's Avonds zit hij bij mij iö de kamer te werken. Ja, er komt heel wat kijken voor zoon' boek over rechtswetenschap Heel druk was ze. Heel vroolijk deed ze. Ze gaf haar ouders bijna geen tijd om aan het woord te komen, vroeg bij haar vertrek wél, wanneer vader en moeder eens weer kwamen logeeren, maar toonde zich weinig teleurgesteld over huH „voorloopig nog niet". Moeder had hoofdpijn na haar vertrek. Vader zei, dat hij voelde, een dagje ouder te worden, 't Kon ook zijn dat ze aan bezoek niet recht meer gewend waren, maar hij was wat moe. Evenwel het gesprek 's avonds met Ko maakte hem niet moe, dat bezorgde moeder geen hoofdpijn. Zwijgend zaten ze tegenover elkaar, toen hij was heenge gaan. Meester vergat te waarschuwen, dat het bedtijd werd. meesters blik scheen gebonden aan de stoel, waarop „de jongen" gezeten had. Meester opende een paar maal de mond, maar sloot die weer, zonder een woord te hebben uit- gebracht. Zij, z'n vrouw, zou ze Wat nu? Huilde ze? „Vrouwtje!" „Ja, stil maar. 't Is zóó weer over." „Is het om W%?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8