„KNAL" HALVE EEUW CHRISTELIJK FRONT HAB1 ViPestct's WOENSDAG 4 MEI 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 PP» l H _mu UIIMIL1IJIM II SMAAKT ALS CHAMPY III') Het kiesrechtintermezzo De ban der liberale overheersching was in 1888 gebroken, zoo schreven wij. Maar dat wil niet zeggen, dat het nu ineens uit was met de overmacht. Vooral niet, omdat de rechterzijde niet doordrongen was van de noodzakelijkheid van samenwerking. Op en kele symptomen, welke leidden tot de neder laag in 1891, waardoor het werk van het Ka binet-Mackay ontijdig werd afgebroken, we zen we reeds. Het zou echter nog veel erger worden In 1891 trad het ministerie-van Tienho- ven—Tak van Poortvliet op. De Rechterzijde ontving het met welwil lendheid en oefende geen onbehoorlijke cri- tiek. Men nam er genoegen mee, dat de lief de voor persoonlijke dienstplicht aanmerke lijk bekoeld scheen. En men wachtte rustig af, wat er met het Kiesrecht gebeuren zou. De eenigszins in de politiek onderlegde lezers kennen in grove trekken het verloop. Tak kwam met zijn Kieswet, dooh het ging met horten en stooten. Al spoedig openbaar den zich groote tegenstellingen ten aanzien van de kenmerken van ontwikkeling en wel stand, waaraan de Kiezers moesten voldoen. Tenslotte werd het befaamde amendement- de Meijier ingediend. De Minister raadde aanneming af, doch verklaarde het niet on aannemelijk. Toen werd het aangenomen met 57 tegen 41 stemmen, en tot aller ver rassing deelde nu de Minister mede, dat hij behandeling van het ontwerp niet meer op prijs stelde. Het Kiesrecht-ontwerp werd in getrokken en Tak stuurde op Kameront binding aan. De nu gevolgde verkiezing voor de Tweede Kamer is fataal geworden voor de anti revolutionaire partij. Thans, na 44 jaar, mogen wij wèl zeggen, dat toen een zwarte bladzijde is geschreven in het geschiedenis boek der anti-revolutionaire partij. Bij deze verkiezing stond niet het begin sel voorop, maar het was: vóór of tegen Tak. En Kuyper was met alle kracht vóór Tak. terwijl Lohman niet „in deze democratische richting" wilde sturen. Zóó ontstond de klove tusschen de twee leiders der anti-rev. partij en al spoedig werd het duidelijk, dat dit moest uitloopen op scheu ring. Van weerskanten zijn er in deze discussie fouten gemaakt: het woord was hard, het wederwoord vaak nog harder. Doch dit staat vast, dat Kuyper later zijn fout diep be- *1 II stond in ons blad van 28 uil. Dr A. Kuyper treurd zal hebben, 't Is mogelijk, dat er toch scheiding gekomen zou zijn op andere gron den: er was veertig jaar geleden meer reden voor dan nu; doch dat doet er niet: de fout is gemaakt, de tweespalt verhaast. En wij mogen dankbaar zijn, dat de misslagen, toen begaan, de rechterzijde niet voor altijd in de minderheid gebracht hebben. Het was echter duidelijk, dat de ontstane oneenigheid een overwinning der rechter zijde in 1894 onmogelijk maakte. Want alles kwam nu bij elkaar. De Doleantie van 1886 had in de politiek slechts kort nagewerkt; maar in de jaren tusschen 1894 en 1901 oefende de kerkelijke splitsing groote in vloed op de politieke partijvorming uit, vooral ook door de houding van de Chris- telijk-Historische Kiezersbond en vooral van hét deel. waarvan Dr A. W. Bronsveld de leider was. Het andere deel ging met. Dr J. Th. de V i s s e r al spoedig zoo dicht mogelijk naast de anti-rev. partij staan; verecnigde zich eerst met de Vrij-Anti-Rev. Partij van Lohman, later met de Friesch- Christelijk-Historische Partij van Dr Ph. J. Hoede maker eerst en mr dr J. Scho k- k i n g daarna en zoo ontstond van liever lede de Ghr. Hist Unie, die met de Anti- Rev. Partij en de Roomsch-Kath. Partij de rechterzijde ging vormen. Formeel was dat in 1901 nog niet het ge val, de fusies hadden eerst later plaats, maar praktisch trokken de rechtsche groe pen in dit jaar eensgezind op tegen het toen zittend liberale kabinet Het ministerie R e 11v. Houten was in 1894 opgetreden en laatstgenoemde had zijn volgens hem zelf „mensehelijk-volmaak te" Kieswet tot stand gebracht; het was in 1897 opgevolgd door het KabineJ-P ierson, dat wel sterke mannen, maar geen sterke positie had. Indien in dat jaar de rechter- groepen elkaar gevonden hadden; indien de vrijzinnige groepen niet tot elke prijs de „Kerkelijke" partijen hadden willen weren; en indien Dr Bronsveld en de zijnen de linkerzijde niet hadden geholpen; dan had deze geen meerderheid behaald. Thans kwam men door al deze factoren juist over de schreef en kon een liberaal ministerie het oud liberale vervangen. Echter was duidelijk gebleken, dat coali tie-vorming noodzakelijk was, ook voor de vrijzinnigen en politiek gesproken stond 't Kabinet van 1897 zwak. Het luisterde angst vallig naar het knallen van „de zweep van Troelstra" en kon mede daardoor, doch ook door veel voortreffelijk werk van zijn knappe leden, tot 1901 aan het roer blij ven- Het Ministerie-Kuyper Toen de verkiezingen van 1901 aanstaan de waren, hadden de groepen der rechter zijde elkaar gevonden. De persoonlijke dienstplicht was ingevoerd en vormde geen struikelblok meer tusschen de rechtsche partijen en de oude veeten en kerkelijke ge schillen waren wel niet vergeten, doch Kuyper, Lohman en De Vis waren er wel diep van overtuigd, dat dókr- op de samenwerking niet mocht afspringen. Het talentvolle leiderschap van Kuyper kwam vóór de verkiezingen vooral daarin uit, dat hij op de Deputatenvergadering 1901 tot onderwerp koos: Volharden bij het ideaal en dat hij ernstig waarschuw de tegen al te grootsche verwachtingen. vr LEVERTAC*/ ^^MSTERDAMCSE ««Ai 1690» WAT LEVERT LEVERT. IS GOED Die waarschuwing had een drieledig doel. In de eerste plaats moest het Christelijk volksdeel er diep van doordrongen zijn, dat het bovenal ging om geestelijke dingen en niet om stoffelijke belangen. In de tweede plaats was het noodig er de aandacht op te vestigen, "dat er geen sprake kon zijn van een anti-revolutionair of ook van een rechtzinnig protestantsch kabinet, maar dat het een c o a 1 i t i e-ministerie zou zijn, waarin ook de Roomsch-Katholieken recht van meespreken zouden hebben. En in de derde plaats mocht nooit ver geten worden, dat het bestuur des lands i "voor een groot deel in handen ligt van ambtenaren en overheidsdienaren en dat deze in 1901 voor een zeer groot deel de liberale beginselen waren toegedaan. Op de uitvoering van régeeringsvoorschriften komt het niet minder aan dan op de wetten en besluiten zelf. Doch hoe het zij: het ministerie-Kuyper moest komen in 1901 en het kwam. Het Ministerie-Kuyper kwam. Sommigen hadden nog aan baron M a c k a y gedacht, maar deze bescheiden man wees de moge lijkheid bij voorbaat af. Het kabinet was als volgt samengesteld: Dr A. Kuyper, (premier en Binnenl. Zaken), Mr R, Mevil baron v. Lijnden (Buitenl. Za ken), Mr J. J. Harte van Tecklenburg (Fin), Mr J. A. Loeff (Justitie), J. W. Bcrgansius (Oorlog), G. Kruys, later A. G Ellis (Marine) Jhr Mr T. A. J. van Asoh van Wijck, later A. W. F. Idenburg (Koloniën) en Mr J. C. de Marez Oijens (W. H. en N.) Wij handhaven volkomen wat wij schre ven, dat in 1888 de groote ommekeer is ge komen en dat van toen af aan de rechterzij de veel invloed heeft gehad op het staatsbe leid, ook ondanks het intermezzo van zeven jaar; doch evenzeer staat het vast, dat de overwinning in 1901 heel wat anders was dan die in 1888. In het laatste jaar ging het uitsluitend over de vrijmaking van het onderwijs, 1901 was de basis veel breeder. Toen over- heerschte feitelijk de sociale kwestie, mits men hierbij niet alleen aan stoffe 1 ij k e dingen denkt. Het niet-liberaal, doch ondanks dat wèl denkend deel des volks vroeg zijn recht en zijn plaats op schoolge bied en op elk terrein des levens. Het Ministerie-Kuyper heeft niet tot stand' gebracht wat het op zijn program had staan en wat velen hadden gehoopt; het heeft wèl kloeke daden gedaan en een breede grond slag gelegd voor vruchtbare arbeid, welke later door rechtsche Ministeries is verricht. Zijn groote verdienste is, dat het p r i n c i p i e e 1 een radicale ommekeer heeft ge bracht. niet het minst in het bestuursbeleid. Dit laatste kwam niet alleen uit in aller lei besluiten en beschikkingen, maar vooral ook in benoemingen. Dat prikkelde natuur lijk vooral de partij, welke töt heden; octrooi op de baantjes meende té hebben, maar toen het ministerie aftrad was'er npg volstrekt geen evenredigheid. Ook wordt, eï thans vooral van Roamsoh-Kath.; zijde nog vaak geklaagd over achteruitzetting en waarlijk niet ten onrechte. Toch kwam er door dit alles een andera geest in het bestuur van land, provincie en. gemeente en deze vond steun in allerlei wetten. En in alles toonde het Kabinet-Kuy- per zich een. Ch r i s t e 1 ij k-N a t i o n a k 11 bewind, dat hoe ook gesmaad en bestreden, voet bij stuk hield. De Zondagsrust werd bevorderd; eèn Drandwet bracht groote zegen; de vrijma king van het onderwijs in al zijn geledin gen vorderde (de achterstelling der brzon- dere onderwijzers werd 'wat salaris en pen sioen betreft aanmerkelijk minder); de so- siale wetgeving gaf rijke vrucht en nóg meer beloften voor de toekomst; en Ten slotte: de revolutie van 1903 kreeg geen kans; het gezag werd gehandhaafd doch zonder het recht te buigen. Men zegge toch niet, dat het ministerie- Kuyper teleurgesteld heeft; het bracht wat mogelijk was in vier korte en vaak bewo gen jaren; want het moest grondslagen leg gen «waarop later voortgebouwd kon wor- Doch voor de hetze van 1905 moest het wijken. INDISCHE UITRUSTINGEN HEERENKLEEPING NAAR MAAT STEMMERIK C° LAAN VAN MEERDERVOORT 66 DEN HAAG EIGEN ZAAK SOERABAIA GEMBLONGAN. Een opname wan prins Louis Ferdinand, kleinzoon van den Duitschen ex-keizer met zijn bruid, grootvorstin Kyra van Rusland, wier huwelijk vandaag te Doom kerkelijk werd ingezegend. De broeder en zuster van den bruidegom, prins Frederik en prinses Cecilie, twee der vele bruiloftsgasten, die gisteren zijn aangekomen, ver laten Huize Doorn om een wandeling in den omtrek te maken. Het Nederlandsche s.s. „Luna" vroeg onlangs in volle zee nabij. Porto Rico medische hulp. Op de foto ziet men, hoe twee doctoren van het Amerikaansche s.s. „Borinquen" zich per reddingsboot naar de „Luna" (op achtergrond) begeven om de operatie te gaan verrichten. VRAAGT UW 'n delicatesse „ST. MAARTEN" van Wducten COÖP. Fab0e CU V K SPECIALITEIT ln aUe MELKPRODUCTEI Uitsluitend en alleen in fijnere kwaliteiten 1813 - De wasscherij met 'n meer dan 100-jarige ervaring - 1938 N.V. Delftsche Stoom wasscherij v.h. A VAN OSSELEN Oostsingel 151—152, DELFT, Tel. No 166 GOUDSIROOP De brug over het Merwedekanaal aan den Vleu tenschen weg te Utrecht is voor 't verkeer open gesteld; de oude draaibrug heeft afgedaan. Onze foto geeft een goed overzicht van deze voor het verkeer zoo belangrijke bmig. Een handwerken-bazar van werkstukken vervaardigd door gedetineerden van de vrouwengevangenis te Rotter dam, werd geopend in het Oude Raadhuis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5