Masaryk en Benesj is van te heterogene samen
stelling, om veel gemorrel aan haar fundamenten
te kunnen velen.
Hoe Frankrijk zich uit zijn interne moeilijkheden
zal redden, is door de regeering-Daladier nog niet
aan het licht gebracht. Wel heeft de minister
president er met allen ernst op gewezen, dat er
hard gewerkt zal moeten worden, aanzienlijk
harder dan voorheen, omdat de Fransche pro
ductie beneden het niveau van andere landen
blijft. Veel verzwaring van financieele lasten is
door het huidige kabinet echter niet in het voor
uitzicht gesteld; het oordeelt, dat de fiscus het
land reeds al te zeer in zijn knellende greep heeft.
In Groot-Brittannië daarentegen heeft Sir John
Simon belastingverzwaring aangekondigd, omdat
voor de geweldige uitbreiding van het defensie
apparaat geld en nog eens geld noodig is. John
Buil zal zich daarbij eenvoudig hebben neer te
leggen, in het besef, dat het om zijn aanzien en
positie in de wereld gaat.
Ook Duitschland is gelijk men weet sinds jaar en
dag doende, enorme kapitalen in zijn weerbaar
heid te steken, deze uitdrukking nu genomen zoo
wel in militairen als economischen zin. Aanvan
kelijk werd er daar gesproken over het dilemma:
Boter of kanonnen? De bedoeling was, aan te
toonen dat er in de toekomst niet slechts geen
boter, doch ook een massa andere dingen niet
zouden zijn, zoo men niet ervoor zorg droeg, al
deze gewenschte bezittingen te kunnen verwer
ven. èn te behouden. Het zwaard werd dus, in de
verbeelding des volks, als het ware gehangen
naast den broodtrommel. Elk volk heeft tot op
zekere hoogte het recht, in deze dingen zelf te
beslissen. Wij zeggen uitdrukkelijk: tot op zekere
hoogte', want geer enkele staat mag beslissingen
nemen, en geboden voorschrijven, die tegen het
goddelijk recht zouden ingaan. Thans heeft Goe-
ring, als leider van Duitschlanas economischen
opbouw, een maatregel bevolen, die onverbloemd
onsympathiek, onrechtvaardig en onwetmatig
moet worden genoemd. Eén groep der Duitsche
bevolking, namelijk de Joodsche, zal de kaarten
op 'afel moeten leggen, en onder bedreiging met
zware straffen haar geheele financieele positie
bloot geven. De vraag naar het bezit wordt als
het ware met het mes op de 'ceel gesteld, waarbij
men onwillekeurig denkt aan de in zekere krin
gen klassieke uitroep: „Je geld of je leven!' De
staat wenscht deze openlegging van zaken, om
zich zeggenschap te verschaffen over Joodsch
kapitaal, teneinde dit te gebruiken „in Duitschen
geest". Dit is een overweldiging, die niet scherp
genoeg kan worden gelaakt. Het geval is een
nieuwe illustratie var de waarheid, dat een tota
litair regiem een afgod wordt, die offers vergt.
Zelfs.menschenoffers.
BINNENLAND
LEVEN wij gelukkiger in de moderne maat
schappij van deze dagen, dan onze voor
ouders in de donkere middeleeuwen, die noch
radio, noch vliegtuigen, noch electriciteit en zoo
hee: veel meer niet hadden? Wij weten, dat het
an woord ontkennend moet luiden. Noch geld,
noch weelde, maar arbeid en godsdienst brengen
geluk aan. En aan deze twee hebben we juis' nu
zulk een groot tekort. Een der gevolgen daarvan
is, dat we ook een tweede vraag ontkennend
moe en beantwoorden, nl. deze: leven we veiiiger
in deze eeuw dan in vorige tijden? Ook al nie'.
Doodslagen en dieverijen, ontvoeringen en zeden
misdrijven zijn aan de orde van de dag; schurken,
die voor een rijksdaalder een moord begaan.,
loeren op eenzame wegen naar buit. 't Kan ook
anders. Met afwisselend succes heeft een individu
sinds eenige weken geopereerd in Baarn, Amers
foort, Huizen en Den Dolder; op klaarlichte dag
opent hij de deuren met een looper en alsof hij
een vriendenbezoek heeft afgelegd verlaat hij
met de noodige, draagbare buit de woning
weer. En dag aan dag staat de krant maar weer
vol van roofmoord en diefstal, van wetsovertre
ding en aanranding der goed ezeden. Neen, Opzoo-
mer krijgt niet gelijk, dat de scholen de gevan
genissen zullen vervangen. Men heeft aan do
laatste nog maar al te zeer behoefte. Trouwens,
elke nieuwe uitvinding opent de mogelijkheic
voor nieuwe misdrijven. Dat de auto een zeer
geschikt voorwerp is in de handen van roekelooze
rijders om schrik en dood te verspreiden, is dage-
lijksch nieuws. Van de radio zou men het nie'.
direct gedacht hebben. Maar nog pas werd een
koopman veroordeeld, omdat hij radio-beursbe
richten gestolen had en in Twente zijn zeer
zware straffen geëischt en opgelegd wegens uit
zendingen met een geheimen zender. Na vee!
moeite heeft de politieman Nagtegaal den gehei
men zender „De Nachtegaal" opgespoord en de
Ledrijvers werden nu gestraft met zes en twee
maanden gevangenisstraf en met bevel tot ver
nietiging van de in beslag genomen instrumenten
waarmee groote sommen gemoeid zijn. Een derde
verdachte, pleegvader van een der veroordeelden
en compagnon van den ander, die dapper had
meegedaan en toen zijn1 Vrienden had verraden,
was hiet verschenen.' Fel werd het gedrag van
dezen hian, eérl Duitècher,' doof de rechtèrs ge-
hekë'df Zij'"noemden' hem „een ongelooflijken
schurk" en spraken de wensch uit, dat dit per-
194
IN DE MEI
O, de bruine, de
geurige, zonnige hei
En de bosschen vol
gezangen,
Waar de koekoek roept,
waar de wachtel slaat,
Van den morgen vroeg
tot den avond laat,
Hoe kan ik er naar
verlanqer.
In de Mei
sonnage zoo spoedig mogelijk de grens overgezet
zou worden. Stille verklikkers kan men daar wel
gebruiken.
Het is goed, dat tegen deze overtredingen strat
wordt opgetreden. Het kwaad moet radicaal uit
geroeid worden. Minder bevredigend is de uit
spraak van het gerechtshof in Amsterdam, waar
Mussert buiten vervolging werd gesteld en de
straf voor Melchers werd verzwaard van boeie
tot principieele hechtenis. Mussert krijgt zijn
zweepje, waarmee hij anderen striemde, terug en
Melchers, die met de vlakke hand'sloeg, gaai d°
gevangenis in. Dit vonnis hindert ons rechtsge
voel .omdat naar weerskanten twijfel rees. Wij
zouden Mussert in dit geval niet willen veroor-
deelen ,maar waarom zijn „getuigen" betrouw
baarder zijn dan anderen, is ons niet duidelijk
N.S.B.ers mogen niet de indruk krijgen dat zij
ontzien worden vanwege hun brutaal optreder.
En menschen, die in Nederland met een zweep
zijn gewapend, zijn reeds daardoor verdacht.
De vraag rijst of een eenigszins dictatoriaal op
treden tegen de provocaties der N.S.B. niet nood
zakelijk wordt. De bevolkinè van Oss mocht niet
eigenmachtig tegen de brutale colporteurs optre
den en daarom keurden wij de woorden van den
Burgemeester af; maar een andere vraag is ol
tegen dergelijk provoceerend optreden nog niet
strenger opgetreden moet worden dan door col-
portageverboden.
Het wordt al meer gewoonte om volksgroepen te
beleedigen en het doet deugd te lezen, dat d?
Utrechtsche politierechter deze week opmerktee
„Het is meer dan barbaarsch en walgelijk hoe he*
anti-Semitisme de laatste tijd ook in ons land
toeneemt. Het is noodig, dat dit met alle kracht
de kop ingedrukt wordt en het moet streng ge
straft worden. Ik zal er naar mijn vermogen aan
medewerken om het tegen tc gaan."
Datzelfde geldt ook van de colportage der N.S.B.
in Oss, -waar in pamfletten op de meest belee-
digende wijze over de Roomsche geestelijkheid
werd gesproken en men de onbeschaamdheid zoo
ver voerde, dat men deze vieze lectuur aan de
belasterden te koop aanbood. Dat is een vrijheid
van drukpers en propaganda welke de grenzen
der toelaatbaarheid verre overschrijdt. De prak
tijk zal er ons nog wel eens toe dwingen om deze
bandeloosheid te beperken.
De kort aangebonden boer bij Kootwijk, die zijn
eigen rechter wilde wezen inzake een kwestie
over een overpad en met een riek een land
eigenaar wondde zal vast geen prettige ontvangït
bij den rechter te wachten staan. Hef is wel
tragisch als een vader van 17 kinderen zich zoo
vergeet, dat hij straks de gevangenis ingaat. Dc
waanzinnige vader in den Haag, die zijn stief
dochter doodsloeg, zal wel in een krankzinnigen-
gesticht terecht komen. Maar ondertusschen is de
vreedèlijke daad begaan.
Vandalen zijn'er ook op ander gëbied. De Utrecht
sche autohandelaar, die de ,>Soesler ddinen" ver-'
nieldc door met zware tructs tegen de hellingen
te „demonstreeren", heeft blijkbaar niet het
minste gevoel voor natuurschoon. Hij zal moge
lijk eenige schade moeten vergoeden, maar dat
baat in zulke gevallen meestal niet veel, omdat
de aangerichte vernieling niet ongedaan gemaakt
kan worden. Het is nog hard noodig de jeugd
op te voeden in liefde voor.de natuur, of, zooals
in de Dordtsche circulaire van de afdeeling On
derwijs ietwat humanistisch gezegd wordt: het
kind leeren opmerken de schoonheid van plant
en dier en het eerbied inprenten voor al het ge
schapene.
Dat is heel wat beter, dan de jonge kinderen
groote reizen te doen maken en wereldsteden
laten bezichtigen. De Oproerige Krabbelaar in de
roode pers, die soms zoo heerlijk en verstandig
ouderwetsch kan zijn wat de opvoeding betreft
(de invloed van het Oude Testament is dan nog
goed merkbaar), schreef daarover nog pas een
leerzaam stukje, waaraan we iets willen ont'.eenen.
Hij zag Paaschvacantie-plaatjes van kinderen, die
in vreemde steden rondreizen en begon toen te
mijmeren:
„Vroeger was dit verre reizen van kinderen iets,
dat alleen onder rijke menschen voorkwam en ik
heb ze daarom nooit kunnen benijden. Nog daar-
ge'aten, dat er vermoeienissen aan vast zitteri, die
voor een kind niets waard zijn en die zich veelal
eerst na de terugkeer openbaren, is bovendien het
zoo jonge schepsei nog volkomen buiten staat,
zulke geweldige indrukken, als een eerste reis
naar den vreemde met zich brengt, te verwerken.
Niets daarvan bezinkt, draagt dus bij tot de
vorming, wordt het duurzaam bezit van de kleine
toeristen.
En nu zou men nog kunnen redeneeren: het baat
niet en het schaadt niet, ware de schade niet nog
heel ergens anders te zoeken. In het te vroeg
vervullen van een der grootste levensbegeerten.
Hoe lief ook bedoeld, is dit een van de grootste
onrechten, die men zulk een beginnend menschen-
kind aan kan doen: het vervroegen van wat zulk
een hoogtepunt in een menschenleven zijn en
blijven moet.
Men ziet dat veel rondom zich. Kleine kinderen
met een echt horloge aan, om maar eens een spre
kend voorbeeld te noemen, of met een fiets.
Zeker, het is alles veel goedkooper te hebben dan
voorheen. Maar de heerlijke prikkels, waar het
kind naar toe moet leven .worden aldus verzwakt.
Een reisje, van het dorpskind naar een groote
stad, van het stadskind naar den vrijen buiten,
prachtig. Onmisbaar haast voor de richtige ont
plooiing der natuurlijke voorstellingen en begrip
pen. Maar naar Parijs of Londen, dat is te vroeg
en te veel.
Wie het hier niet mee eens is, moet de proef maar
eens nemen. Pakt zij anders uit, nu, des te beter
dan. Maar ik voor mij zeg, dat je aan jonge plan
ten niet moet trekken, om zete ^peller en te
fikscher uit dégrqnd te laten omhqog schieten."
1 Deze les mogen Christenouders ook wel ter harte
nemen.
RAADSELS
L Wie zou dat zijn?
De beide eerste vliegen,
De laatste nooit bedriegen,
Als schalk van 't eerste soort,
Moet eens het hele woord
Geleefd hebben op deez' aard.
Zijn naam leeft voort, maar is 't niet waard.
%jéen wonder" dat de tifdirrg van deze moord
grote schrik bracht in de verschillende Boeren-
lagers.
Maar ook werd besloten met den trouwelozen
koning Dingaan op geduchte wijze af te rekenen.
En de Boeren hebben woord gehouden.
Andries Wilhelmus Jakobus Preto-
rius was hun kommandant-generaal en op Zon
dag 16 December 1838 had de afrekening plaats.
De Zoeloes vochten dapper, maar werden totaal
verslagen. Vijfduizend zwarte krijgers vonden den
dood. waaronder twee broeders van koning Din
gaan. De rivier, waarbij deze slag plaaté had, ont
ving de naam van Bloedrivier.
Koning Dingaan stak zijn residentie in brand en
vluchtte naar Swazieland, waar hij later door
koning Saboeza werd onthoofd.
Elk jaar vieren de Boeren op plechtige wijze
Dingaansdag.
En dat hopen ze vooral in dit gedenkwaardige
jaar te doen.
Vóór we aan 't nieuwe vervolgverhaal in de
Kinderkrant beginnen, wilde ik in 't kort de
gebeurtenissen van 1838 vertellen.
Dan kun je 't verhaal ook beter begrijpen.
MISSIE KOOKT AARDAPPELEN
(Een apenverhaal, dat best in de
mensenwereld gebeurd kan zijn
OP zekere dag trok bijna de hele familie Aap
het bos in. Moeder had haast géén bananen,
noten of vijgen meer in de kelder en ook de
paddenstoelen raakten op! Er moest dus voor
raad worden ingeslagen en dat was altijd een
leuk uitstapje. De jongens waren er gewoonweg
dol op! Het was dan ook echt iets voor hen,
klimmen en klauteren naar hartelust!
Missie moest op het huis passen. Dat vond ze fijn!
Het was een erebaantje. Ze gaf alle kamers een
extra-beurt, schuurde potten en pannen en
maakte zich zodoende net zo verdienstelijk als
haar oroers. Die mochten haar graag plagen. Och,
er mislukte wel eens wat onder Missie's handen
cn dat moest ze dan nog weken later horen. Dat
was zeker niet aardig van haar broers, maar ja,
in jongens schijnt dat zo'n beetje in te zitten.
„Wacht" dacht Missie „nu zal ik toch eens
laten zien, dat ik best wat kan zonder ongeluk
jes!" Ze schilde aardappelen en bekeek telkens
vol trots de dunne schillen, die ze er hélemaal af
draaide! Dat deed nog niet iedereen haar na! Vast
niet! En nu een pan; waterprachtig! O ja
ze zou haast het zout nog vergeten! Dat had
moeder zeker 'n beetje weggestopt? De jongens
waren er gek op. Kijk, daar stond 't, in een ver
borgen hoekje onder de rechtbank, tussen de
boenders en het schuurzand! Wie zou het daar
gaan zoeken? Die slimme moes toch! Drie extra
lepels zout smolten weg in het aardappel-water.
Drie extra-verrassingen voor de thuiskomende
familie, die vast wel trek zou hebben na zon
lange tocht in al die hitte.
Keer op keer wipte kleine Missie naar haar pie-
EEN PRENTBRIEFKAARTEN-MAP
Een aardig en niet moeilijk te maken mapje,
waarin je je prentbriefkaarten kunt bewaren,
krijg je op de volgende manier.
Snij uit eeni stuk stevig karton (de deksel van
een schoenendoos kun je er bijv. heel goed voor
gebruiken!,) :twce rechte hoeken van 10 bij 15 cM.
Zorg, dat je.d,e glimmende witte kant van 't kar
ton voor dp buitenkant houdt! Maak op 3 cM.
van de korte kaften en op 1 cM. van de lange
kanten 4 inkepingen in bcidp stukken karton, die
1 cM. lang zijn. in fig. 1 kun je zion hoe het bij
één rechthoek is, bij de andere doe je natuurlijk
precies zo: Nu neem je twee stukken gekleurd
lint, van ongeveer 1 cM. breedte en ongeveer 35
cM. lengte elk. Doe die nu door de gleuven die je
in de twee stukken karton hebt uitgesneden. Fi
guur 2 laat je zien hoe. In figuUt'3 kun je zién
hoe je je briefkaarten dan kunt opbergen. Als |je'
zover gekomep Jbent.tbcrg 't mapje dan goed weg
zodat je 't vol gepde''week dadelijk bij de hapd
liebt. Dan zal ik, je :fpns vertellen, hoe je 't op'
pen makkelijke,(m4n|pr n\o$ kunt versiereji,,.^-
dat je er dan een aardig en welkom verjaars
geschenk van kunt maken. Tot volgende week!
II. En wat wordt hiermee bedoeld?
Het eerste dient zowel tot zegen als tot vloek, 1
Het tweede vindt ge vast in ieder boek.
Óok is zijn waarde menigmaal mijn eerste gelijk,
't Geheel schittert wel, maar maakt u toch niét rijk
OPLOSSING
van de raadsels in de vorige Kinaerkrant
I. Zéelandi i
II. Konstahtfnopél. j: j' j
lil. Wesp rsp.
IV. Nachtwacht
EEN ALTIJD DRAAIENDE MACHINE
Deze machine maken we zonder
dat het geld behoeft te kosten.
Benodigd zijn: een rond stuk
hout, een kleine ijzeren ring, 6
gramofoonnaalden, twee spelden
wat sterk draad (vissnoer), een
stukje ijzerdraad, een plankje
en een blikken dekseltje.
Bepaalde afmetingen zijn niet
voorgeschreven, doch voor de
ijzeren ring nemen we er een
die pl.m. 6 cM. wijd is en 1 cM.
dik.
Met stukjes kurk maken we de
ring vast op de stok (2). Om de
einden van de stok draaien we
een ringetje van ijzerdraad (3),
en slaan daarbij drie gramofoon
naalden in (3).
Precies in het midden, op de einden van de stok
slaan we de twee spelden (3).
Nu spannen we om de naalden, van het éne
eind van de stok naar het andere, het snoer (zo
strak mogelijk en onder de ringetjes van ijzer
draad door, zie tekening 1).
Als je alles zorgvuldig gedaan hebt moet je de
stukjes kurk kunnen weg nemen, en mag de
ring toch geen andere stand aannemen. Gebeurt
dit wel, dan moet je weer opnieuw beginnen,
voordat je verder gaat.
Tenslotte maken we van ijzerdraad nog twee
lagertjes (4), die in de plank gezet worden, en
waarop de machine komt te liggen. Nu schuiven
we het blikken dekseltje, gevuld met water,
onder de ring (zie tekening). Daar de onderste
snoeren nat worden, zullen zij, gekrompen door
het vocht de ring iets naar boven drukken, zodat
deze uit zijn evenwicht raakt, en gaat draaien.
Door deze wenteling raakt het water nu weer
andere snoeren, terwijl de eerste door het drogen
hun normale lengte hebben herkregen.
Wanneer alles zeer nauwkeurig is geconstrueerd,
moet de machine blijven draaien, en dit zal in
een kamer met droge lucht dus vlugger gaan dan
in een vertrek waarin de snoeren niet snel ge
noeg kunnen drogen.
pers. Ze prikte er met een vork in. „Echte af
kokers!" mopperde ze. Dat zei moeder altijd als
ze aardappelen kookte. Missie vond dat erg vak
kundig klinken, „echte afkokers", al begreep ze
er geen olienoot van! Keer op keer deelde ze me'
haar vork de gladde dingen in tweeën. Toen ze
merkte, dat het hele zaakje prak dreigde te ko
ken, zette ze de pan van 't vuur. Voorzichtig goot
ze het bete water weg; prachtig! Als ze nu maar
gauw kwamen! Ze klauterde haastig op het dak
van de apen-villa enja hoor, daar kwamen ze
aan! .Missie ging hen tegemoet.
„Kind, kind", zuchtte moeder „wat is je
moeder moe! En nu nog eten klaarmaken voor
jullie allemaal! Er komt wat kijken in een huis
houden. Laten we rriaar gauw beginnen de aard
appels te schillen!"
Missie lachte geheimzinnig! Ze liet moeder niets
merken.. Maar toen het lieve mens hijgend en wel
in de keuken zat.... deed het kind het deksel
van de pan! Daar jironkten kruimig de aardappe
len! Er warén óók nog 'h paar hele tussen, de
rest wfis moes. Maar moes mopperde helemaal
niet! Ze vond 't veel te fijn dat er in haar kleine
meid zoveel zorg zat voor het huishouden.
„Man, jongens, aan tafel!" riep moeder luid.
„Missie heeft voor het eten gezorgd!"
Dat hoefde ze geen twee keer te roepen! Nee
maar, wat 'n verrassing! Vader draaide 'n krul in
zijn staart van trots! Die Missie, dat was 'n kind
met twee rechterhanden! Die had je geen dertien
in een dozijn! vond hy. Maar dat ze nu ook
de fijne keuken al verstond? Dat ging vader z'n
verstand te boven!
De feest-maaltijd begon. Moeder bleef het eerst
met 'n mondvol zitten! En dadelijk daarop begon
vader luid te hoesten. Maar zjj waren veel te
netjes grootgebracht om iets te zeggen. De jon
gens niet Die moesten nog manieren leren. Ze
proestten hun monden leeg en begonnen toen
tegen de arme kookster uit te pakken.
„Wat heb je in die piepers gedaan, Miss?"
Missie, ontdaan, proefde ook eens! Soda!!
Drie extra-lepels soda had ze in de pot gedaan!
Altijd pech, die arme meid! Ze holde weg naar
haar slaapkamertje en drukte haar snoetje in het
kussen, gevuld met gedroogde koningsvarens.
Snikken dat ze deed! Heel het kussen werd nat..
Onderwijl deelde vader 'n paar oorvijgen uit aan
de jongens en zette hen aan het werk. Zelf haal
de hij water in de pan en na 'n half uurtje ston
den er, weer andere aardappels te koken. Maar
zonder soda, dat spreekt! En moeder ging naar
Missie en gaf haar 'n banaan! „Omdat je zo je
best gedaan hebt, schat!" zei ze!
Maar onder de jongens heette het zusje nu voor
taan: „Soda!" Die plaaggeesten ook!
„Missie heeft voor 't eten gezorgd"
203