De „Nieuw-Amsterdam" het vlaggeschip van de Holland-Amerika-Lijn Vanaf den Haagschen Toren Een imposant bouwwerk. Vertrouwde klanken. Be langstelling voor onze com ponisten De Parijzenaar is niet zoo trotsch op den Eifeltoren als men misschien zou verwach ten. Hij vindt het een onbehouwen hoop ijzer en laat niet na, zich aan grapjes over het honderden meters hooge gevaarte te bui ten te gaan. Zoo kon men voor enkele jaren in een Fransche krant de volgende geestigheid lezen: A. zegt tot B.: „Ik snap niet waar om jij op den Eifeltoren woont". (Er zijn namelijk ka mers en winkels op enkele transen). Waarop B. zegt: „Dat is anders wel duidelijk. Het is immers de eenige plaats in Parijs, waar je den toren niet kunt zien". Wilden wij het, dan zouden we in dit woord een dieperen zin kunnen, leggen. Slechts wijzen we erop, dat het ambt van torenwachter niet mag brengen tot verwaarloozing van hetgeen vlakbij .is. En zoo vragen we ditmaal eens de aandacht voor den toren van de Sint Jacobskerk, door ligging en hoogte zeker den meest imposante van de Residentie. En deze aandacht is temeer ver diend, waar over enkele dagen de zware deuren weer worden ontsloten en de Hage naar, mitsgaders de vreemdeling in de ge legenheid worden gesteld, zich langs de lange ladder omhoog te werken. Daarbij ondernemen we geen geringe taak. Immers, 90 meter bedraagt de hoogte Ook de muren mogen er zijn. Zij zijn 2.30 meter dik. De spits wordt gevormd door een „a jour"-bewerkt bovenstuk, dat weliswaar niet minder dan f 16.000,heeft gekost, maar desondanks niet direct ligt in de lijn van de stijl, waarin de kerk en het overige deel van den toren zijn opgetrokken. Niet minder indrukwekkend dan de hoog te is de ouderdom van het bouwwerk. Kan men reeds in geschriften uit het jaar 1335 lezen van de „grote kereke", haar naam ten spijt bleek dit bedehuis weldra niet groot genoeg te zijn voor het zich snel uitbreiden de „Haghe" en reeds omstreeks 1434 kwam het aan Sint Jacob gewijde kerkgebouw er voor in de plaats. Uit denzelfden tijd da teert de toren. Vier eeuwen heeft (jeze dus het leven in de Residentie aan zijn voet beheerscht. Zijn klokken hebben aan heel wat vreugde en droefheid uiting gegeven. Vanaf zijn transen zag men de grenzen der stad terugwijken en het aanzien der huizen zich wijzigen. De klim valt niet licht. Tientallen meters moeten woeden overwonnen. Maar het ver kregen uitzicht is wonderbaarlijk. Gaan de aspiraties zeer ver, dan kan men op een helderen dag zien tot Rotterdam en Den Briel toe. Maar ook overigens reeds is er veel te genieten en te bewonderen. Wil men van het stijgen het volle profijt trekken, dan zal het uitstapje nog even moe ten worden uitgesteld. Hier geldt het „festi- na lente", het haast-u-!angzaam, juist w.ijl de lente ditmaal toeft te komen. De boden zijn er al. De boomen bloeien, de bloemen geuren, de vogels reppen zich om hun nest, maar de koude blijft nog hangen om de huizen en de hoeken der straten blijven verraderlijke plekken voor wie er prijs op stelt, zijn hoed op het hoofd te houden. Wij spreken over den toren als architec tonisch werk van artistieke waarde. Hij past in het kunstleven van de Residentie, zooals hij een plaats inneemt in het kerke lijk leven en ook in het persoonlijk leven van den Hagenaar. De klokkeklanken klin ken ons vertrouwd in de ooren en de door traditie geijkte tonen kunnen in het stede lijk concert niet meer worden gemist. Het betaamt dan ook niet hier een „Nicht diese Tönente doen hooren. Wel echter meenen we naast genoemde klanken eens te mogen wijzen op een tweetal uitvoerin gen, dat aanstaande is en waarop uitslui tend muziek van jongere Nederlandsche componisten in Den Haag zal ten gehoorc worden gebracht En als we daarbij spre ken van jongere componisten, dan ziet dat eer op het huidige tijdsbestek dan op den leeftijd van deze musici. Immers, enkelen onder hen zijn reeds met grijsheid getooid. Waarmee zij evenwel nog niet zijn gesierd, dat is belangstelling, die voor hun werken aan den dae moet worden gelegd. Het is een onloochenbaar feit, dat juist in onze stad minder van waardeeripg voor moderne muziek blijk gegeven wordt, dan waarop deze kunst aanspraak kan maken. Totdusver kon hieromtrent aan het pu- Ds A. K. Straatsma Prediker en schrijver Een Haagsch predikant van geheel eigen stempel, tevens auteur van erkend talent, Ds. A. K. Straatsma, hoopt Woensdag 27 April zijn 26-jarige ambtsbediening te her denken. Zou men dit jubileum met een kort levensbericht aanteekenen, dan was het spoedig overzien: 27 April 1913 intrede te Eikerzee, in 1917 naar Oosterzee, in 1920 naar Meppel, in 1925 naar Zandvoort en sedert 16 Juni 1929 in Den Haag. Maar met zulk een registratie ware geen recht gedaan aan de bijzondere beteekenis van dezen Evangelieprediker en evenmin zou de gemiddelde lezer er voldaan mee zijn. Zij, die Ds. Straatsma vaak of regelmatig kunnen hooren, kunnen getuigen van de schoone harmonie tusschen verstand en hart, als de bron van preeken, welke zij niet licht vergeten. Zij zullen ook wijzen op de merkwaardige zeggingskracht wij bedoelen dit zoowel Wat den inhoud als wat stem en stembuiging betreft waarover Ds. Straats ma beschikt en die hem tot een der meest gezochte kanselredenaars heeft gemaakt. Toch zou hiermee zijn beeld niet volledig geteekend zijn. *Want voor den jubilaris is niet de vorm, maar de inhoud van zijn pre diking de immer stuwende kracht. Zou men hem vragen naar de kern van al zijn arbeid, dan zou men hooren: het Evangelie brengen en anders niet: en dan wel te verstaan: brengen tot ver in het hart zijner hoorders Want Ds. Straatsma, hoewel gesierd met de blijmoedigheid des geloofs, ondergaat in zeer wezenlijken zin de nood van onzen tijd" hij daalt, zooals Calvijn het eens teekenend schreef als eisch voor den prediker „met de menschen van de steenen trapjes rr.ee at" ir. hun moeiten, om ze daar het licht van 'sHeilands mededoogen te ontsteken. bliek practisch niets worden verweten. De luisteraars komen immers en luisteren Op ,het programma hebben ze geen directen in vloed. Maar nu de gelegenheid wordt gebo den, eens nader kennis te maken met echt- Nederlandsche muziek, late men de geboden kar niet passeeren. De Residentie neemt in verschillende op zichten gaarne een vooraanstaande plaats in, en zulks zeker niet zonder reden. Maar het kan niet worden verheeld, dat bijv. Rot terdam in appreciatie van nieuwere Neder landsche muziek de Hofstad ver vooruit is. Ook al behoeft men hier geen heil te ver wachten van een wilde en ongebreidelde concurrentiezucht, is toch verheuging ge pasi over de pogingen, welke worden onder nomen om eenigen achterstand in te ha len, TORENWACHTER gebruiken alleen SUPERFINE (Wettig gedeponeerd) Uit het dusver opgemerkte make men zich van den as. jubilaris vooral niet het een zijdig beeld van den dominee-schrijver onder de studeerlanmp. Ds. Straatsma, al moge hij kerkelijk niet gemakkelijk te étiquetteeren zijn, is voor zijn kerk werkelijk niet alleen des Zondags in actie. Zijn wijk in Den Haag rond de mooie Bethlehemkerk aan de Laan van Meerdervoort is zijn tweede home; zijn jeugdwerk is er even bekend als geliefd; en het zijn heuseh niet alleen de Hervormden, voor wie het wijkgebouw „Eltheto" meer dan een naam is. Toen Ds. Straatsma in 1929 in de Residen tie kwam vond hij geen catechisatielokaal, en ook geen catechisanten. Hoe dat nu terechtgekomen is, en goed ook? Door hef middel van lezingen over literaire onder werpen, ook in Meppel al toegepast. Liever nog maar de tijd! door persoonlijk contact. „Wanhopig" noemde hij eens het werken in de groote stad. En dan is er slechts één oplossing: parochievorming. Maar het richtingsprobleem dan? „Daar weet de groote massa niet meer van". (En hij had erbij kunnen voegen: en i k heb er geen aanleg voor). Hoewel er uiteraard bij zulk een arbeids- opvatting weinig tijd rest voor bestuursfunc ties, heeft Ds. Straatsma toch zijn aandeel in enkele interlocale corporaties: het Hoogeland, de Indische Commissie, Ziekentroost, de Doe- tinchemsche inrichtingen e.d. Den geografischen achtergrond van de aan trekkelijke eigenschappen, die Ds. Straatsma op den kansel, in het wijkwerk, door zijn boeken en op straat ja, ook daar! den weg helpen banen naar de harten, vindt men in Zeeland. Hij is een echte Zeeuw (ge boren te Biervliet 5 Oct. 1886) en hij is in de pastorie geboren. Voorts de theologische ach tergrond: een portret van Prof. Valeton op de studeerkamer en Prof. Gunnings invloed gaarne erkend. „Een heerlijke tijd in Utrecht". En de letterkundige achtergrond? Wel, de vader van Ds. Straatsma heeft als predikant te Ferwerd al een dagboek ge schreven; ook andere geschriften. Teekenend was het inschrift in dat dag boek: „Niet d i t boek, maar het Boek". Zoo heeft de zoon het toegepast in eigen preek en boek en arbeid: levende uit het Boek, sprak en schreef en werkte hij, en dan altijd weer gericht op het doel „niet de kunst om de kunst, maar om het Evengeli e". Velen, zeer velen zullen op 27 April dank baar den jubileerenden Haagschen prediker schrijver gedenken. En dan zullen zij in zonderheid vóór zich hebben de, ietwat Indische, markante geplaatstrekken, van eea menschelijken dominee. besch uh en banketfabriee ta barendrecht bij Rotterdam Telel I0& Vandaag heeft de offieieeie proefvaart van de „Nieuw-Amsterdam" plaats. In verband met dit gedenkwaardige feit geven we hierboven een serie foto's, die onze lezers in staat stellen zich 'n voorstelling te vormen van dit machtkjt zeekasteel, dat een indrukwekkend bewijs mag worden genoemd van Neerlands scheepsbouwkunst. Onze foto's laten zien: 1. De .flieuw-Amsterdam" op een van haar eerste tochten.2. Kapitein J. J. Bijl, gezagvoerder van 't nieuwe schip. S. Overzicht van 't dek vanaf de commandobrug. i. Eetzaal toeristenklasse. 5. Luxe-hut, eerste klasse. 6. Op de commandobrug van de „Nieuw-Amsterdam". 7. Houtrelief van Albert Termote in de groote hal prome nadedek, een zinnebeeld van Neerlands souvereiniteit over zee. 8. De groote schoonmaak voor de proefvaart. 9. Een kijkje in de keuken. 10. In de kinderkamer. 11. Het manoeuvreerbord in de machinekamer. 12. Een van de wandelgangen van de „Nieuw-Amsterdam" Liter water weegt 1 K.G. Neemt kaas met een laas vocht gehalte, kaas'metNH in het Rijksmerk. 773^7 X^X Let op RUKSTOty in het Rijksmerk,dan hebt U g^aiaaamaM LIJD5RS aan MAAGPIJN maagkramp, „n slechte spijs vertering zullen baat vin den bij het gebruik van het reeds vijftig jaren zijnde pakking M 99 O 29 per doos per halve landsch fabrikaat. Vraagt Uw leverancier „St. Rhafaël" QUINQUINA De fijnste apéritif. DB IDEALE VLOER BEDEKKING Dat is één kant van zijn preeken; een an dere is: de jeugd te zoeken en haar te verstaan. En dan vooral: op den bodem der werkelijkheid blijven totdat het hart open gaat en de hoogste werkelijkheid in al haar schoonheid krachtig geteekend wordt. Het zou onmogelijk zijn, Ds. Straatsma's „richting" aan te geven, óf het zou moeten zijn: naar boven! Wat men in kunst kringen noemt een geladen persoonlijk heid, dat is hij; geladen met een onblusch- bare liefde voor zijn heerlijk ambt en voor zijn Zender. Wien te prediken hem drang des harten is. Die geladenheid verklaart ons ook, waar om Ds. Straatsma niet kón blijven bij het gepredikte, maar zich moest uitleven in het geschreven woord. En ook hier ontmoeten we hem ir. Al de kracht van scheppings drang, die hem den Zee nvschen ,,Gant°'. boer" doet teek er er als ui k ei geboetseerd; die hem de „Late Lente" deed schetsen, een dagboek en „De kerk in het midden" deed schrijven, en tal can medi - ties, waarvan ie lezing ménig hart getroost en verklikt heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5