K ABO
ROODE STER
WOENSDAG 20 APRIL, 1938
EERSTE BLAD PAG. a
PRAAG EN DE
SUDETEN-DUITSCHERS
Krofta over de politiek
van Henlein
Er wordt geen scheiding
nagestreefd
„In het groote Duitsche Rijk zou ljet
Duitsche deel onzer bevolking onge
twijfeld sterk aan be<teekenis verlie
zen. Wij gelooven trouwens, dat de
Sudeten-Duitsdhers onder Henlein
naar zulk een directe aansluiting niet
streven. Zij willen slechts' een belang
rijk grootere rol in het politieke leven
van hun eigen land spelen".
Wij bevinden ons ia het statige
Czernin-Palais, dat, evenals het paleis
van Dr Benesj ver buiten het oude
oentrum van Praag is gelegen.
Per lift brengt men ons naar de tweede
etage, waar minister Krofta resideert.
De anti-chambre is een zaal met dikke ta
pijten, waardevolle gobelins en zware oude
meubelen. Hier laten wij ons door den voor
komenden secretaris een en ander vertellen
over den „Werde-gang" van Kamil Krofta.
Tot een bepaalde partij heeft hij eigenlijk
nooit gehoord en al net eender als de presi
denten der Tsjecho-Slowaaksche Republiek,
Dr Masaryk en Dr Benesj, maakte hij
zijn carrière in de wereld der wetenschap.
Reeds in 1912 benoemde men hem tot pro
fessor der Tsjechische geschiedenis aan de
Universiteit te Praag en pa6 acht jaar latei
begon hij zijn politieke loopbaan.
Oostenrijk en Woenen kent hij uit persoon
lijke ervaring, want hier fungeerde hij van
1922 tot 1925 als gezant, om dan in dezelfde
functie verplaatst te worden naar Berüju,
waar hij tot 1927 werkzaam was. Van dien
tijd af zetelt hij in het ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken te Praag, eerst als plaats
.vervangend minister en algemeen secreta
ris, sedert 1936 in zijn tegenwoordige hooge
functie als Minister van Buitenlandsche
Zaken.
Wij kennen Kamil Krofta niet slechts
als een geboren diplomaat, doch tevens ais
een auteur van beteekenis. Pas kort geleden
verscheen van zijn hand bij den Berlijnschcn
uitgever Erioh Reiss een studie over de „Ge
schiedenis van Tsj echo-Slowakije", de histo
rische „Werdegang" van het Boheemsche
Volk en land vanaf het jaar 1000 tot in on-
aen tijd, in meerdere talen, -naar wij meenen
ook in het Nederlandsch verschenen.
Met interesse laat minister Krofta zich
'door ons vertellen, dat het Propaganda-Mi-
nieterie te Berlijn niet bereid was, ons een
introductie bij Konrad Henlein te veretrek-
ken of een persoonlijke ontmoeting met den
leider oier Sudeten-Duitsohers te bemidde
len. Konrad Henlein is Tsjecho-Slowaaksch
staatsburger en als hij te Berlijn vertoeft,
dan pleegt hij overleg met Dr Mastny, den
.T6jeohischen gezant aldaar, over de interne
aangelegenheden van zijn land. Het feit, dat
Henlein de laatste weken al verder en ver
der gaat met het stellen van eischen, schijnt
in regeeringskringen een niet al te sterken
indruk gemaakt te hebben, want men ver
zekert ons, dat de belangen van den staat
onder alle omstandigheden voorgaan bij die
van een zij het ook zeer belangrijk onder
deel der bevolking.
De aaneensluiting van Oostenrijk en
Duitschland is voor Tsjecho-Slowakije een
historische wending van enorme beteekenis
niet slechts politiek, maar minstens even
zeer economisch. Weliswaar had men met
deze mogelijkheid reeds lang van tevoren
rekening gehoudien, „maar de snelheid, waar
mede zij tot stand kwam, was toch ook voor
ons nog een verrassing".
Met geen staat van Europa stond men te
Praag in zoo nauwe relatie op economisch
en commercieel gebied als met het voor-
D E V E O
STEUNKOUSEN
WASCHBAAR EN LUCHTIG
TeL 373
Elders wende men zich tot de fabrlkante:
Fa. D. VAN OORT, te Baarn.
ITALIAANSCH-FRANSCHE
TOENADERING
Rome bereid tot besprekingen
Te Rome is meegedeeld, dat Italië
de voorstellen van Frankrijk tot het
aanknoopen van besprekingen ten
einde de bestaande misverstanden uit
den weg te ruimen, heeft aanvaard.
De Fransche zaakgelastigde te Rome,
Jules Blondel, heeft Zaterdag de op
vattingen van de Fransche regeering
aan graaf Ciano uiteengezet. In het
bijzonder heeft hij gewezen op het
verlangen van de Fransche regeering,
zich te Genève te kunnen vereenigen
met de Britsche stappen. Na de zaak
met Mussolini te hebben besproken,
heeft graaf Ciano heden den Fran-
sohen zaakgelastigde medegedeeld,
dat Italië bereid is op deze voorstellen
in te gaan.
Thans zal het contact tusschen beide re
geeringen worden voortgezet. Er bestaan
geen problemen in den eigenlijken zin dies
woords tusschen beide landen, alle politieke
vraagstukken werden geregeld bij de over
eenkomsten van Januari. 1935. Wel
bestaat een psychologisch probleem en dit
is grooter dan het probleem dat bestond tus
schen Italië en Engeland
Vermoedelijk zullen de besprekingen tusr
schen Ciano en Blondel het geheel der be
trekkingen tusschen beide landen omvatten
en van Fransche zijde zal men waarschijn
lijk trachten een geschreven overeenkomsi
tot stand te brengen, welke een soort beves
tiging zal zijn van Britsch-ltaliaansche over
eenkomsten, op die punten welke in net
bizonder Frankrijk raken, zooals de verbin
dingswegen over de Middellandsche Zee, -if
Spaansche kwestie en Syrië.
Men wil pogen gelijke garanties te ver
krijgen als Engeland. Frankrijk zal dan het
Italiaansche keizerrijk erkennen onder ge
lijke voorwaarden als Engeland.
Het schijnt, dat men vóór 9 Mei, wanne??
de volkenbondsraad bijeen zal komen, de
zaak tussohen de regeeringen wil regelen
door middel van een briefwisseling. Nadien
zal dit dan worden gevolgd door eigenlijke
besprekingen tot regeling van de technische
vraagstukken, zooals de belangen van
Frankrijk in Ethiopië, nl. de spoorweg Dji-
boetiAddis Abeba, handelsnelangen, de
grens tussohen Ethiopië en Somaliland, enz.
In politieke en diplomatieke kringen te
Rome is men van oordeel, dat de Fran6oh-
Italiaansche besprekingen onder gunstige
voorteekenen beginnen.
De onderteekening van het pact van Rome door de vertegenwoordigers
en Italië, lord Perth en graaf Ciano in het Palazzo Chigi te Rome.
malige Oostenrijk. „Weenen was vroeger
ook onee hoofdstad en Duitschland bleef tot
kort geJeden voor ons een stuk buitenland!
Nu is alles „Groot-Duitschland" geworden
en wij zullen one aan deze nieuwe indeeling
moeten aanpassen. Met voldoening hebben
wij vastgesteld, dat men te Berlijn niet aJ te
doortastend wensoht op te treden. Voorbo-
bereidende besprekingen over de meest drin
gende kwesties zullen waarschijnlijk 7 of 9
Mei te Berlijn plaats vinden".
Op onze vraag, wat de Sudeten-
Duitsohers -nu eigenlijk precies willen,
kregen wij ten antwoord, dat de over-
groote meerderheid geen scheiding
van het eigen land nastreeft. De jeugd,
dóe zich geïmponeerd voelt door de
•nieuwe leuze: „Eén rijk, één volk, één
Führer", denkt wellidht anders. Ter
illustratie laten wij ons vertellen, dat
pas kort geleden in het betrekkelijk klei
ne stukje Silezisch gefl>ied: dat tot
Tsjecho-Slowakije behoort, door de
groot-industrie in het geheim een
plebisciert is georganiseerd, waarbij
bleek, dat 85 geen aansluiting bij
Duitschland wensoht.
Ten slotte stellen wij vast, dat de
eisolien van Henlein in regerings
kringen als onvervulbaar worden be
schouwd. Aan autonomie onder lei
ding van een eigen „Führer'" wordt in
het door en door democratische land
niet gedacht Van een 6taat in den
staat wensoht men hoegenaamd niets
te weten.
Het Britsche bewapeningstempo
De Britsche regeering heeft een nieuw ini
tiatief genomen om de besprekingen tus
schen werkgevers- en werknemersorganisa
ties ever de technische maatregelen ter ver
snelling van de uitvoering van het bewape
ningeprogram te bespoedigen.
De „Press Association" meent nl. te weten,
dat minister I n s ki p een „vertrouwelijk"
schrijven gericht heeft tot de belangrijkste
vakvareenigingen der metaalarbeiders en de
werkgeversorganisaties in deze bedrijven.
Hierin zou de minister nog geen gedetail
leerde vooretellen doen, wel echter zou hij
den nadruk leggen op de noodeakelijikhheld
voor werkgevers en werknemers zonder ver
wijl over te gaan tot een gem eensch appel ij ke
bestudeering van het probleem.
Er is nog geen datum vastgesteld voor het
eerste contact tusschen de arbeiders- en
werkgeversvertegenwoordigers. Het is ech
ter mogelijk, dat in verband met dit schrij
ven van Inskip de betrokken organisaties
el'k van haar kant verschillende kwesties
bestudeeren. die op de agenda van een even-
tueele bijeenkomst zouden kunnen worden
De Japansch-
Chineesche oorlog
Weinig nieuws uit
Zuid-Sjantoeng
Chineesche nederlaag in Sjansi
De Chineezen melden, dat zij aan hei
hoofdfront in Zuid-Sjantoeng gisterochtend
vroeg voor de derde maal Han-Tsjwang, 50
K.M. ten Noorden van Hsu-Tsjau, hebben
heroverd. Han-Tsjwang is een ideale basis
voor de Chineezen, var waaruit zij bij hun
opmarsch naar het Noorden Lin-Tsjeng kun
nen aanvallen.
Volgens Chineesche berichten van 't front
Is het Japansclïe offensief in Zuid-Oost Sjan-
toeng in vollen gang. Het Japansohe com
mando heeft alle krachten aan menschen
en materieel ingezet. De Japanners hopen
Ji-Hsien te ontzetten en dan verder op te
rukken naar Hsu-Tsjau.
In het Japansche communiqué over de ge
vechten der laatste dagen wordt niets mede
gedeeld over den toestand in Sjantoeng.
Over den toestand aan 't front van Sjansi
wordt o.m. gezegd, dat de operaties zich
sedert weken gunstig ontwikkelen en op 16
April tot een groot succes geleid hebben,
doordat 20.000 man Chineesche troepen, die
de verbinding ten Noorden van Loenfoe ern
stig bedreigden, verslagen, werden. De Chi
neezen verloren bij dit gevecht, dat 7 uur
duurde, meer dan 2000 dooden en veel oor
logsmateriaal.
ANTI-DUITSCH INCIDENT TE PRAAG
Bij den Duitschen legatie-secretaris te
Praag, van wiens woning een hakenkruis
uithing, is gisteren eir> ruit ingeworpen. In
verband hiermede zijn zes personen gear
resteerd.
Een hooge ambtenaar van het min:sterie
van buitenlandsche zaken heeft zich onmid
dellijk naar het Duitsche gezantschap be
geven, teneinde den gezant namens het mi
nisterie zijn leedwezen te betuigen en hem
de verzekering te geven, dat de schuldigen
gestraft zullen worden.
Zeven Russische
generaals in arrest
Bomaanslag op Stalin
beraamd
Y e s h o v, de chef der Russische
Gepeoe, heeft naar „Svenska Pressen"
meldt, zeven generaals doen arrestee
ren onder besohuldiging van moord
plannen tegen Stalin en W o r o s j i-
lof f.
De aanslag w as vastgesteld op 1 Mei.
Stalin en zijn onmiddellijke medewer
kers zijn gewoon, op dien dag de groo
te parade bij te wonen op het roode
plein te Moskou. Die gelegenheid zou
den de comploteurs benutten. Bommen
zouden ze slingeren naar de tribune,
vanwaar Stalin en Worosjiloff de
De gearresteerden moeten bekend hebben,
aan een dergelijke samenzwering te hebben
deelgenomen. „De bevelen tot dien moord
aanslag zijn ons utt het buitenland ver
strekt" zeggen de gevangenen.
i namen der arrestanten zijn maar
schalk Jegorof, de voormalige vice-commis-
saris voor defensie, gieneiaal Iktorof, gene
raal Alksnis. gewezen commandant van ae
luchtmacht, generaal Kisjinin, opperbevel
hebber in het Kaukasisoh district, generaal
Dibinko, chef van het militaire district van
leningrad, generaal Bielof, chef van het
militaire district van Minsk en generaal
Carbashof die reeds, volgens geruchten, m
de gevangenis zelfmoord zou hebben ge
pleegd.
Generaal Dibinko, hooger genoemd, moet
vroeger gehuwd zijn geweest met mevrouw
Kolontai, de sovjet-gezante te Stockholm.
Na de mislukte Roemeensche
staatsgreep
Codreanu voor den rechter
Codreanu, leider van de Roemeensche
„IJzeren Garde", de fascistische partij, wel
ke een staatsgreep zou hebben voorbereid,
heeft gisteren reeds voor den rechter ge
staan. Niet voor deze affaire, doch wegens
beleediging van den oud-minister prof.
J o r g a.
Codreanu protesteerde ertegen, dat zijn
advocaten werden gearresteerd. Zij hebben
geen kennis kunnen nemen van het dossier.
Hij zelf heeft geen tijd gehad de dagvaar
ding te lezen. De rechtbank stond Codreanu
een half uur toe om kennis te nemen
het dossier.
De fascistenleider werd vervolgens ver
oordeeld tot een half jaar gevangenisstraf
en 2000 lei boete. Dit zware vonnis heeft hij
vermoedelijk te danken aan het feit. dat men
thans de macht der „IJzeren Garde" als ge
broken beschouwt. Codreanu zafl nu bin
nenkort opnieuw moeten terecht staan, Ia
het complot-proces.
Het is de eerste maal in zijn avontuurlijke
loopbaan, dat Codreanu een veroordeelend
vonnis tegen zich heeft hooren uitspreken,
hoewel het de derde maal was, dat hij voor
het gerecht moest verschijnen.
In 1923 had hij een prefect van politie ie
Jassv gedood. De desbetreffende rechtzaak
werd door de rechtbank te Turnu Severin
behandeld, die Codreanu vrijsprak.
In 1934 moest hij als leider van de ijzeren
garde voor het gerecht verschijnen tegelijk
niet de moordenaars van den eereten minis-
tor D u c a Deze zaak werd voor den krijgs
raad te Boekarest behandeld. Er waren toen
zestig beklaagden. Naast Codreanu was ge
neraal Cantacuzene verschenen. De moorde
naars werden tot levenslange gevangenis
straf veroordeeld. Codreanu werd vrijge
sproken.
Het Duitsche blad ..Angriff" bevestigt, dat
op 29 Maart een bevel tot inhechtenisneming
van Otto van Hahsburg is uitgevaardigd
„wegens hoogverraad".
Het blad spreekt over den aartshertog ais
over een „misdadiger" en een „vluchteling"
Hel schrijft, dat het gevel tegen hem is uit
gevaardigd, omdat hij „gevlucht is en de
hulp van Parijs heeft ingeroepen tegen
Hitler voor het arme verdrukte Oosrtenrijk-
sche volk".
Het orgaan gebruikt uiterst heftige termen
tegen den aartshertog, evenals tegen wijlen
keizer Karei en keizerin Zita.
Whisky Soda
Caramella
Van L o nk a
te Breda
Viert allen mee
het Feest van de Roode Ster!
Overal Is reeds het feest van de Roode Ster in
vollen gangl Omdat er nu ook Roode Ster Tabak t
No. 6 van 6 cent en No. 10 van 10 cent per half^
ons gekomen is. Dat is nog nóóit geweest: zoo'n
zeldzaam rookersf eestLet wélde echte Niemeij er's
Roode Ster Tabak I Het karakteristieke „Roode Ster
aroma" is onverminderd gehandhaafd, óók bij de€
nieuwe No. 6 en No. 10. a
NIEMEUER'S
TABAK l
Dus voortaan 6( 10 en 13 ct per half ons
H
De Ster op hei pak - garantie voor rijpe tabak I i
PIETJE PLUIS EN JANTJE JOPPE
BELEVEN NIEUWE AVONTUREN
119 Maar toen ee aam en overlegden, waar
ze heen zouden fietsen, begon hun ge
weten >lc spreken! Ze dar.:1 u a.leiwi
opeens aan den kruidenier, die het in
dezen crisistijd toch al zoo slecht ban
en nu ook zijn carrier en zijn boodschap
pen, ja misschien nog klanten ook kwijl
was. Bedrukt en met tranen in de oogen
keken ze elkaar aan.
120 En óf ze elkaar begrepen! Dienzelfderij
avond nog wandelden ze samen naar dei
kruidenier. In een envelop, die ze bi
zich hadden, zaten netjes de vier gulden j
met een briefje er bij: „Ter vergcedin|i
van de schade. Van uw twee nette loop!
jongens". En, daar het na winkelslü»,
lingstijd was. werd de brief netjes fn dl,
>us gedeponeerd.
EINDE.
(74
Nog maar enkele dagen was Willy thuis, toen ze een brief
kreeg van mevrouw Wayboer. Wat dié zou hebben. Ze had,
sinds ze in Utrecht studeerde, nooit meer iets van haar ge
hoord of gezien.
Mevrouw Wayboer begon met een felicitatie, sprak haar
verwondering uit over het feit, dat haar oud-patiënte nu al
klaar was, vertelde, dat ze dit pas had gehoord en eindigde
met haar practijk aan te bieden. Daar haar man was overge
plaatst, moest ze verhuizen, wat haar erg speet, want in de
loop der jaren was haar praktijk bijzonder goed geworden. Met
zesduizend gulden was deze zeker niet te duur betaald, maar
van Willy wou ze niet meer dan vijfduizend vragen. Als ze
lust had, moest ze maar eens komen, om de zaak te bespreken,
maar niet te lang wachten dan, want de overdracht zou met
Augustus moeten plaats hebben.
Willy wou diezelfde dag nog terugschrijven, dat ze niet
van plan was, een practijk over te nemen, maar er kwam niet
van. De volgende dag, Zaterdag, kwam Hans.
„Moet je lezen zeg", zei ze, gaf hem de brief en ver
wachtte. dat hij er om zou lachen, zooals ze zelf had gedaan;
hij tuurde evenwel lang op het epistel en zweeg.
„Leer je hem van buiten, waarde heer?"
„Nee, maar ik zit er over te denken, wat ze bedoelt. Zou
ze er toestellen en al wat er verder bij hoort, bij geven voor
die vijf mille?"
„Weet ik niet. Interesseert me ook niet. Er komt toch
niets van".
„O nee? Zou je er geen zin in hebben? Ergens gaan zit
ten wachten op de eerste patiënt valt ook niet mee".
„Dacht jij dan soms, dat ik bij vader en moeder zou willen
komen om zóó'n bedrag? 't Is trouwens de vraag, of ze het
nog bezitten. Ik heb veel gekost!"
„Geen haar op mijn hoofd, dat eraan denkt je ouders om
zoo'n bedrag te vragen! Als jij een practijk wilt overnemen
betalen we het zelf".
„Hans, nee, 'k zou niet willen, dat je dat deed".
„Ik? 'k Zei toch niet, dat ik dat zou betalen? Ik zei: we".
„Och jij!"
„Nou? Als we getrouwd zijn, is het geld van ons beidenl"
„We zijn nog niet getrouwd".
„Dat is buiten mijn schuld".
„Nou ja, maar zou jij daar willen zitten? 't Is immers ook
veel te ver van Amsterdam?"
„In Amsterdam blijf ik toch niet. 'k Heb je al eerder ge
zegd. hoe dat werk me tegenstaat. Je voelt je daar niet veel
meer dan een kantoorjochie. Nee zeg, als het met die prac
tijk wat worden kan, weet je wat ik dan deed? Dan nam ik
de Julimaand mijn vacantie en diende tegen September mijn
ontslag in. Die eene maand sloeg ik er me wel door. Nou en
dan vestigde ik me als advocaat. Dat is toch altijd mijn plan
geweest".
„Ik had nooit gedacht, dat jij je in zoo'n nest van een
stadje thuis zou voelen", antwoordde Willy langzaam. Zijn
voorstel, het lokte haar wel aan, maar 't was zoo vreemd, zoo
onverwacht,
„Zóó klein is het niet en ik houd van die oude stadjes, dat
weet je. Je praat wel van 't Gooi, maar dat valt tegen, hoor!
'k Heb er naar geïnformeerd, ben een paar avonden er op
uit geweest. Er zitten in die buurt nogal lui. die ik ken, hè?
Och, menschen, aan tandartsen geen gebrek. En degenen,
van wie je het hebben moet, trekken in hun auto's overal
heen, Amsterdam, Utrecht, je weet wel hoe dat gaat. De
groote steden hebben nu eenmaal den naam".
„Maar vader en moeder dan?"
„Zouden die het niet goed vinden?"
„'k Geloof niet, dat zij er zich op hun plaats zouden voelen
en je weet, ik wil ze dicht bij me hebben".
„Als ze in Woudewijk bleven, had je ze ook dicht bij je.
Geloof jij niet, dat dat het allerbeste voor ze zou zijn?"
„Néé, dat geloof ik niet en dat wil ik niet".
„Ik meende hét goed, kindje! Ik wil toch ook het beste
voor hen?"
„Ja, maar ik ben bang, dat dit ze erg zou tegenvallen".
„Misschien is het ook niets. Die dame krijgt in geen geval
vijf mille van me enkel voor haar practijk. Zeg, bel haar van
avond nog op, dan gaan we er Maandagmorgen heen. Zoo'n
halve dag verzuim, daar hangen ze me niet voor!"
„Wat denk jij er van?" vroeg meester 's Maandagsmor
gens, toen de twee vertrokken waren.
„Dat het wel in orde komt. Al wat Hans aanpakt, komt
immers in orde?"
„Hoe zou je het vinden?"
„Wat doet dat er toe? Zij moeten het weten".
„Ik geloof niet, dat Hans in zoo'n stadje veel te doen
krijgt, als advocaat"»
„Dan kan zijn vrouw de kost voor hem verdienen!" 1
„Alsof de jongen dat zou willen!" e
Toch, s middags, toen Willy vertelde van hun bevin»!
gen, die erg meegevallen waren, zei meester: „Maar als Hani
nu eens niets te doen kreeg, kindje? Je werk lijkt me als bij*J
verdienste niet onaardig, maar wanneer jullie er van zoudei}
moeten leveni
„U vergeet, dat Hans geld heeft, vadertje! Hij werkt, om'
dat hij werken wil, niet omdat hij moet". i
„Een man, die niets om handen heeft, terwijl zijn vrouV
werkt, kind, dat wordt op den duur misère, waarschuwdi i
moeder.
„O. maa' moesje, dan ken je me nog niet. Hij niets ou
handen hebben? 'k Zal hem. Dan laat ik hem 's morgen/,
kamers doen, en moet hij s middags de patiënten aangenaan i
bezig houden, dat heb ik hem al gezegd. Hij mag dan met df-1
dames praten over het weer, de mode, de nieuwtjes van dei
dag en met de kinderen een halma'tje of een ganzenbordji
doen. Nee maar, dat komt in orde, hoor! Trouwens hij krijgt
genoeg te doen, dat zegt mevrouw Wayboer ook. De boerè
uit de omtrek hebben tegenwoordig telkens zaakjes en er i
in de heele stad geen advocaatje als Hans. 't Zijn allemad
van die uitgedroogde deftigheden, niets voor een gewoof
mensch, laat staan voor een boer".
„Ik begrijp niet, wat dat voor boeren of voor zaakjes zijnV.
zei moeder. ..Hier in Woudewijk heeft nooit iemand et'
advocaat noodig".
„En een boer voelt zich in het algemeen meer aangetrok
ken tot een man van ervaring, is het dan een uitgedroogd/
deftigheid, dan tot zoo'n piepjong manneke, als jouw Hans\
meende vader.
JWordt vervolgd^ j