AKKERTJE SCHUDT UW LEVER WAKKER PHMPSL A MPCm mee# aptiw sfcóOHiSieté&aMj é/cut ito# €afoacu)Ó ffief ingang van 15CtfsJii£travend/en ckjtfig&ett clefi opnieuw iffl&agd Het Paasch-eiland ZATERDAG 16 APRIL 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Door Hollanders ontdekt op Paschen 1722 Op Paschen van het jaar 1722 ont dekte admiraal Roggeveen midden in de Stille Zuidzee een klein, driehoekig eiland, dat thans aan Chili behoort. Het bestaat uit poreuze lava en steen, schaars met gras begroeid en er wonen slechts een paar honderd menschen. Na de groote ontdekkingsreizen van de Nederlanders in de 17de eeuw schijnt het wel, dat onzen landgenooten het ware vuur, er nog op uit te gaan, om vreemde landen te bezoeken, ontbrak. Natuurlijk werden er wel geregeld reizen naar Indië gemaakt, maar geheel onbekende streken werden niet meer bezocht. Eigenlijk zou men denken, dat na de reis van Tasman, die het vasteland van Australië ontdekte, een serie reizen gevolgd zou zijn, om dit werelddeel beter te leeren kennen, maar ongelukkiger wijs had Tasman alleen ken nis gemaakt met de Westelijke en onher bergzame kuststreken van dit werelddeel, zoodat de meening gevestigd was, dat men in Australië niet veel beleven kon en daar om werden naar dit land geen reizen meer ondernomen. Toch is er in de geschiedenis één Hol lander geweest, die geprobeerd heeft, het werk van Tasman voort te zetten, en dit was de Middelburgsche advocaat en nota ris Jacob Roggeveen, die na zorgvuldige voorbereidingen een wereldreis ondernam. Dat de reis niet zoo gunstig verliep als men venvacht had, kan men hem niet verwij ten: de voorbereidingen voor de tocht wa ren meer dan zorgvuldig. Zoo kwam Rog geveen bijvoorbeeld op het idee, om ter voorkoming van de scheurbuik, de gevrees de ziekte van de vroegere zeereizen, zaad pNS FEUILLETON Korte Inhoud van het voorafgaande. Het huwelijk van den schoolmeester Ver- fluynen van 't dorp Woudewijk wordt eerst na veel jaren met een dochtertje Willy gezegend. Onbedachtzame woorden van Hannes den bakker, veroorzaken de vrouw van den mees ter veel strijd, doch zij vindt tenslotte troost door te beloven, dat zij haar kind voor Jezus zal opvoeden. Dit brengt haar ertoe soms wel wat al te nauwgezet over Willy te waken. Al spoedig sluit de kleine vriendschap met Kobussie van Kobus-de-Koster, haar buurjongetje. Als de schooltijd ten einde loopt, besluit Kobus de Koster zijn zoontje onderwijzer te laten worden. Willy gaat naar het gymna sium in de stad. Kobus blijft Willy trouw, ook als hij ouder wordt. Wüly denkt echter heelemaal niet in die richting. Zij gaat voor tandarts studeeren. Na eenigen tijd sluit Willy vriendschap met Hilda Brinkman, eveneens studente. Bij haar thuis ontmoet zij Hans Eldering, stu dent in de rechten, een neef van Hilda. Deze komt nu dikwijls bij Willy op bezoek. Hilda weet dat haar neef zeer onstandvastig in zijn liefde is en zij smeekt hem Willy niet ongelukkig te maken. Als Hans toch Willy vraagt, wordt hij, hoewel de liefde weder- keerig is, afgewezen omdat hij ongeloovig is. Met Paschen van dat jaar doet Willy gelijk met Ko van den koster belijdenis. Tijdens een fietstocht bekent Ko aan Willy zijn liefde, doch zij wijst hem af. Als Willy weer in de stad is, hervat Hans zijn bezoeken. In verband hiermee gaan haar ouders een dag naar de familie Brinkman. Eenigen tijd lates verlooft Willy zich met met Hans. De tijd nadert, dat meester Verduynen gepensioneerd zar worden. (Zie vervolg hieronder) van tuinkers mee te nemen, welke plant dan in bakken met aarde gevuld, aan boord gekweekt moest worden. Verder wil de hij wortelen tegen bederf vrijwaren, door ze in turfmolm te bewaren. Ook liet hij ovens in het schip bouwen, zoodat er eenige malen per week versch brood ge bakkon kon worden. Men vertrok 1 Augustus 1721 van Texel. Oorspronkelijk ging de reis zeer voorspoe dig, maar toen men straat Magelhaes ge passeerd was, bleek, dat het meegenomen proviand voor een deel onbruikbaar gewor den was. Het meel zat vol wormen. De va ten vleesch bevatten minder, dan men ge dacht had, en het brood bleek voor een deel bedorven te zijn. Wel deed men verschillende eiland jes aan, om de voorraden te kunnen ververschen, maar het bleek, dat ze alle verlaten waren Ten slotte kreeg men echter land in zicht, waar men rook omhoog zag stijgen. Dit eiland noemde men het „Paasch-eiland", om dat het schip van Roggeveen er juist met Paschen aankwam. Den volgenden dag kwam een oude man aan boord, die vol verbazing rondkeek. Hij scheen zeer verwonderd te zijn over de hoogte van de masten en de dikte van de tou wen. Men liet hem ook in een spiegel kijken; onmiddellijk trok hij zijn ge zicht terug om te zien, wie er achter de spiegel stond. Het was een zeer vroolijke man, die met de bemanning begon te dansen, toen men een deuntje op de viool speelde. Hij gevoelde zich ten slotte zoo op zijn gemak, dat men hem met geweld van boord moest krij gen. Den volgenden dag probeerde men te landen, 'Ongeveer honderd man werden goed bewapend naar de wal gestuurd, om het eiland eens te inspecteeren. Het kostte heel wat moeite, om de inboorlingen, die nogal nieuwsgierig uitgevallen waren, van het lijf te houden; zij waren zoo brutaal, dat ze de matrozen aan de kleeren trok ken. Toch hadden ze geen kwaad in den zin, want ze dansten en sprongen van uit bundige vreugde. Dit had tot gevolg, dat de eerste stuur man nerveus werd en bevel tot schieten gaf. De geheele bevolking sloeg nu op de vlucht, maar weldra keerden de inboorlin gen met vruchten terug, om de vrede te sluiten. Het bijzondere van het eiland is gelegen in de aanwezigheid van raadselachtige stee- nen beelden, die men nergens anders aan treft en waarvan oorsprong en beteekenis tot op heden nog in volslagen duister lig gen. De meeste van deze kolossale steen figuren liggen over het geheele eiland ver spreid, maar eens moeten ze in groepen vereenigd gestaan hebben. Waarom de oor spronkelijke bewoners ze zoo behouwen hebben, hoe ze het klaar speelden deze zware steenen op te richten, waartoe ze eenmaal dienden en om welke reden ze weer ter aarde werden geworpen, kan nie mand met zekerheid beantwoorden. Vermoedelijk staan ze bijeen op oude begraafplaatsen. Men meent namelijk een soort kelders te kunnen aanwijzen, welk* de inboorlingen met behulp van groote steenblokken gingen oprichten en waarin ze hun dooden legden. De beelden vertoonen alle het zelfde type. Ze stellen meer dan levensgroote menschen voor van 3 tot 10 meter hoogte, ruw behouwen en soms met een geweldigen hoed op, die echter uit een anders gekleurd gesteente is vervaardigd. De ooren zijn heel lang en smal, dikwijls doorboord en dan voorzien van een versie rende schijf. De handen worden vlak voor het lichaam gehouden, waarbij de vinger toppen elkaar juist raken. Alles is uit de hand vervaardigd, en met eigen kracht ver voerd en opgericht. Over ijzer of touw be schikte de oude bevolking niet, wel over steenen beitels. Van de oorspronkelijke bewoners weet men overigens zoo goed als niets. Het ras is uitgestorven. De laatste afstammeling was juist gestorven toen een Engelsche exipeditie op het eiland nasporin gen deed. Ook Roggeveen maakte melding van deze eigenaardige steenen beelden, terwijl hij het aantal bewoners op 2000 schatte. Hij ver telt in zijn dagboek, dat de menschen krachtig van gestalte waren, en donker bruin van kleur, in elk geval niet zwart. De huid was kunstmatig beschilderd. Overigens was er op het eiland niet veel te beleven. Handel drijven kon de bemanning niet, daar de bewoners niets bezaten, dat eenige handelswaarde had. Toch moet dit bezoek op de inwoners van het Paasch-eiland een groote indruk ge- druk gemaakt hebben, want latere bezoe kers van dit eiland meenen herinneringen Nog steeds wordt te Helvoirt op den laatsten Woensdag voor Paschen het oude Folkloristische gebruik van het eieren rapen in eere gehouden. Met hun zelf ge maakte Paaschstokken trekken de jongens erop uit om bij elke boerderij een toe passelijk liedje te zingen, waarvoor zij als belooning enkele eieren krijgen, die na derhand gelijk onder de jongens worden verdeeld. De belooning wordt in de daar voor bestemde mand gedeponeerd. aan het bezoek van Roggeveen aangetroffen te hebben. Na het Paasch-eiland bezocht Roggeveen nog eenige andere eilanden van Polynesië, maar doordat zijn voedselvoor raad steeds schaarscher werd, durfde hij geen uitgebreide ontdekkingsreizen meer te maken en keerde hij naar Indië terug zon der veel ontdekt te hebben. Het Paasch-eiland zelf is nog steeds een raadsel gebleven. Sommigen meenen, dat de inwoners uit het 2000 mijl ver verwij derde Zuid-Amerika stammen; anderen den ken aan de uitgestrekte eilandenwereld van Polynesië. Sinds drie kwart eeuw is er nu een zendingsstation, waardoor thans alle. inwoners tot het Christendom zijn overge gaan. De oude gewoonten zijn al lang ver dwenen en zelfs de oudsten zijn niet in staat de steenen menschenbeelden en al wat er aan vast zit te verklaren. Ned. Bond van J.V. op G.G. Ter gelegenheid van het a.s. 50-jarig jubi leum van den Ned. Bond van Jongeiings- vereen. op Geref. grondslag is door de N.V. Plateelbakkerij Schoonhoven een tweetal wandborden en een aschlbak vervaardigd. Wij ontvingen een plateelen aschbak. D*ze is uitgevoerd in Delftsblauwe kleur, handbe sohilderd, cvp een temperatuur van 1080 gr. C. gebakken, terwijl het midden het bekende embleem van dien Bond vertoont. Pensioenregeling voor Spoorwegpersoneel De positie der wachtgelders geregeld Door de inkrimping bij de Spoorwegen zijn de in de laatste jaren versterkte af vloeiingen van het personeel noodig ge weest. Dit heeft eenige moeite "gegeven in verband met de pensioen- en wachtgeldre geling. Om hierin verbetering te brengen is na overelg met den personeelraad door de directie voorgesteld wijziging in deze regeling aan te brengen. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende beginselen: a. De directie verkrijgt de bevoegd heid, ieder van het personeel op 60- jarigen leeftijd ontslag te verleenen met dadelijk ingaand pensioen; b. Aan wachtgelders van 60 jaar of ouder zal op den datum van inwerking treding der gewijzigde Pensioenwet da delijk ingaand pensioen worden ver leend; c. Personeel van 55 jaar of ouder kan op eigen verzoek door de directie ge- pensionneerd worden; d. Aan wachtgelders van 55 tot 60 jaar, zal, indien zij binnen zes maanden na inwerkingtreding der gewijzigde pensioenwet daartoe aan de directie het verzoek richten, dadelijk ingaand pen sioen worden verleend; De onderlinge afwijkende voorschriften ten aanzien van het tijdstip, waarop verschillende groepen van personeel voor toekenning van pensipen in aanmerking komen, zullen hierdof^- worden vervangei door voor het geheele personee gelijkelijk geldende bepalin gen. Op grond daarvan zal de directie voortaan bevoegd zijn, ieder van het per soneel bij het bereiken van den 60-jarigen leeftijd ontslag met dadelijk ingaand pen sioen te verleenen. Overeenkomstige be voegdheid erlangt zij ten aanzien van hen, die den leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, mits de helanghebbenden een daartoe strekkend verzoek tot de directie richten. Opmerking verdient, dat in beide ge vallen toekenning van pensioen afhan kelijk is van medewerking der directie, welke medewerking zij slechts verleent, indien wegens overtolligheid het be drijfsbelang pensionneering vordert. Zelfstandig recht op pensioen zullen de spoorwegambtenaren ook voortaan eerst bij het bereiken van den 65-jarigen leeftijd hebben. Dezelfde beginselen zullen toegepast wor den ten aanzien van hen, die bij het werking treden van de wijzigingswet reeds op wachtgeld waren gesteld, met dien ver stande, dat wachtgelders, jongers dan 60 jaar, gedurende zes maanden na den datum van invoering een aanvraag om toekenning van pensioen tot de directie kunnen rich ten. Om tegemoet te komen aan de hoogere /pensioenlasten, welke hieruit voor fonds voortvloeien, bepaalt artikel 5 het ontwerp dat de vennootschap aan het Neem dadelijk 'n en die migraine trekt weg! Binnen 'n kwartier voelt ge U als her boren. Ge hebt Uw dag gered I Wer ken verrassend snel. Onschadelijk! Per koker van 12 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. Vijftig jaar getrouwd Op 4 Mei a.s. hopen de heer en mevrouw P. de Geus en E. de Geus-v. Nes ta Strijen hun vijftigjarig huwelijksfeest te her denken. De bruidegom werd geboren te 's-Gravendeel en de bruid te Rijsoord (gem. Ridderkerk). Een halve eeuw geleden vestig de de heer De Geus zich als metselaar-aanne mer te Strijen. Hij heeft in die plaats veel helpen tot stand brengen. Zoo was hij een der oprichters van de Christelijke School (slechts drie van de oprichters zijn nog in le ven) en behoorde hij tot degenen die de be staande Gereformeerde Kerk hielpen stich ten. Gedurende tal van jaren was hij ook diaken. Het echtpaar heeft nog zeven kinde ren in leven! Vanaf de oprichting lezen brui degom en bruid reeds „De Rotterdammer" en htm kinderen lezen ook allen een der vijf samenwerkende bladen. Het openbaar lichaam De Wieringermeer De eerste begrooting aangenomen met een tekort van i 29.800. De raad van het openbaar lichaam de Wieringermeer heeft voor het eerst de ge- meentebegrooting behandeld. Het totaal der ontvangsten is geraamd op f 56.380 waarvan f 45.679 wegens opbrengst van belastingen. De uitgaven worden geraamd op f 86.180, waarin begrepen een post onvoorzien van f 5.670.50. Krachtens de wet zal dit begrootingste- kort wel uit het Zuiderzeefonds worden aangevuld. „De Wieringermeer" ontvangt geen en kele uitkeering uit het Gemeentefonds en het Werkloosheidssubsidiefonds, doch daar tegenover staat, dat de hoofdsom, der ge meentefondsbelasting niet komt ten goede van het gemeentefonds, doch van de „Wie- ringermeer-gemeente"; terwijl bovendien het rijk op de vermogensbelasting 50 bijzondere opcenten ten bate van „de Wieringermeer" heft Voor de stichting van twee Bijz. Chr. Scholen is op den kapitaaldienst f 70.000 geraamd. Daar de samenwerking tusschen Volksonderwijs en R.K. Bijz. Onderwijs be stendigd blijft, kunnen de bestaande scholen gehandhaafd blijven. Verwacht wordt, dat door toename der bevolking na eenigen tijd het evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten zal intre den. De heer De Geus was dertig jaar lang brandmeester, en een aantal jaren opper- brandmeester. Bij zijn 25-jarig brandmeester schap begiftigde H. M. de Koningin hem mef de zilveren eeremedaille verbonden aan del Orde van Oranje Nassau. Steeds is de heer De Geus een warme voorstander geweest voor het A, R.-beginsel. Dat was in vroeger tyd in Strijen niet gemakkelijk, toen de libe ralen nog oppermachtig waren. Toen het eens ging tusschen den liberalen candidaat Goekoop en den Anti-Rev. Van der Borch van Verwol de, wilde de liberale notaris te Strijen dat de heer De Geus liberaal zou stemmen. Maar het kloeke antwoord was: Meneer, ik kom hier om mijn werk te doen, maar wat dat andere betreft, dat is mijn zaak, daar ben ik zelf verantwoordelijk voor". En hij stemde Anti-Rev., iets wat de notaris van tevoren' De Geus kennende ook wel had kunnen weten. Maar het gevolg was, dat de trouwe beginselbelyder nooit meer 'n karweitje voor den notaris mocht opknappen. Het gebeurde eens, dat als de zuster van Mevrouw de Geus op bezoek kwam, de dorpelingen uit haat te gen de fijnen" het rijtuig omver trokkem Die dingefi verstaat het tegenwoordige ge slacht niet meer, maar uit zulke voorvallen! blijkt, wat er vroeger geleden en gestreden moest worden. De bruid heeft haar man al tijd trouw ter zijde gestaan en aangevuurd. Beiden zijn nu 74 jaar oud. Ze zijn nog goed gezond en kras, en wij hopen, dat hun in Gods gunst nog een aantal gezegende jaren tot hun leeftijd mogen worden toegevoegd. fonds de pensioenen zal vergoeden, welke worden uitgekeerd aan hen, die tien leeftijd van 60 jaar nog niet hebben bereikt Vanwege den rijkswaterstaat werd aan besteed het uitvoeren van grond- en straat werken met bijkomende werken tot verbe tering van den Rijksweg Zwammerdam. Harmeien onder de gemeente Bodegraven. Laagste inschrijver is K. van Barn veld te Zeist voor f 12.460. SPOOR WEG WERKEN BIJ METEREN De Ned. Spoorwegen heeft de overbrug* ging van den spoorweg UtrechtBoxtel bij Meteren, gegund aan de N.V. Aanneming Maatschappij voorheen J. M. S t rij 1 a n d, te Uithoorn, voor een bedrag van f 32.790.1 ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en IJ zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal in Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende is. verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt verstopt Uw lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on overtroffen om de gal te doen stroomen. Elscht CartePs Leverpilletjes bij apothekers en drogisten, f. 0.75. Even veerde vader op, toen ze met hun voorstel kwamen. Zwitserland? Dat moest heerlijk zijn. Maar met een reis- yereeniging tusschen al die vreemden Hans begon weer te pleiten, won echter ditmaal niet. Moeder sneed zijn woordenstroom af door te zeggen, dat ze ook niet zonder reisvereeniging zou willen. Ze had te veel Jast van de maag, moest diëet houden, kon dus in een hotel niet eten. „Is het zoo erg?" vroeg Willy. „Als ik niet voorzichtig ben, ja dan is het erg." Willy voelde het als een verwijt, 't Was waar, ze infor meerde er zelden naar, terwijl ze toch wist, dat moeders maag al enkele jaren niet in orde was. „Ja," erkende vader, „moeder tobt er nogal mee tegen woordig. Soms gaat het een tijd heel goed, maar dan is het ineens weer mis." Hans noemde een specialist. Daar moest ze beslist heen. Wie weet en. als hij een dieet voorschreef, kon er in het hotel immers rekening mee gehouden worden? Nee, daar was moeder niet voor te vinden. Ze zou de oude poeders weer eens laten klaarmaken. Die hielpen wel. Maar nog eens op reis gaan zij liever niet. Als vader echter wou hij moest om haar niet thuisblijven. Vader alleen uitgaan! Dan zou er heel wat moeten ge beuren. Hij dacht er niet over. ,,'t Kan me niet zooveel schelen," zei hij de volgende dag weer met moeder alleen, 'k Zou dolgraag Zwitserland zien, de alpen, de eeuwige sneeuw, de blauwe meren, maar in zoon hotelVerleden jaar voelde ik er me soms ook al niet op mijn gemak. En zonder jou zou ik het nooit doen. Maar om de kinderen vind ik het zoo jammer, zie je! Zou je het heel erg vinden, als ze zonder ons gingen?" „Alles kan er tegenwoordig bij door, dus waarom dit ook niet?" „Och moeder, wat steekt er nou in. De meisjes Brinkman gaan toch ook. Je merkte wel, hoe de plannen al in elkaar zaten. Willy een kamer met Hilda, Ans met die vriendin „Nou geef dan toestemming." „Maar jij? „Ik sta ten opzichte van dit plan precies als ik stond ten opzichte van hun verloving. Ik laat het aan jou over." „Hè, moeder!" „Ik bedoel het immers niet slecht?" ,,'t Is of je ons kind heelemaal los laat." „Ik moest loslaten, ze is van me afgerukt," klaagde het in haar. „Je moet me begrijpen," zei ze na enkele oogen- blikken: „Ik wéét niet, wat in zoo n geval onze plicht is, daarom laat ik het aan jou over. Ik geloof ook wel, dat het in de kringen, waartoe Willy en Hans behooren, heel ongewoon wordt gevonden, als we hen niet laten gaan. Wij zijn nu eenmaal menschen van andere stempel. Daarom, gééf wat mij betreft je toestemming." „Dan schrijf ik Willy dadelijk maar even." Een kleine correspondentiekaart en die nog niet eens vol geschreven, was voldoende, om Willy het goede nieuws te berichten. Een dikke brief kwam per keerende post terug. Dat vader en moeder het goed vonden! O, ze had het zoo vurig gehoopt, maar het niet durven vragen. Ze was zóó dankbaarZe zou wel naar Woudewijk willen vliegen om vader en moeder te omhelzen. En Hans zou zoo blij zijnen de anderenAlleen ze zou bij al, wat ze zag telkens moeten denken: waren vader en moeder er ook maar bij. Als vader had geschreven, dat ze besloten waren, mee te gaan, dan was de vreugde nog grooter geweest, maar als ze het niet aandurfden pressie uitoefenen wou ze niet. „Ze zal ons best kunnen missen," merkte moeder op. „Als zij Hans maar heeft." Zooiets te hooren deed vader onaangenaam aan. 't Zette een domper op zijn vreugde om de brief. „Moeder, ik moet er tegenwoordig vaak aan denken, hoe. je een jaar of zestien geleden eens zei, dat je jaloersch op Kobusje was geweest. Toen hebben we daar samen om gelachen. Maar als je jaloersch op Hans bent, nee moeder, dan lach ik niet." De pijl trof. Was ze jaloersch? Dat zou erg zijn. Nee, nee, dat «was ze niet. Het was haar bezorgdheid voor de toekomst, die haar zoo spreken deed. Hans was geen ge- loovige, al maakten Willy en haar vader zich dat wijs. Zij merkte te goed zijn tegenzin tegen het kerkgaan, meende soms spot in zijn oogen te'zien, als er uit den Bijbel werd gelezen. Hij gedroeg zich correct, was hartelijk en voorkom mend, ze hoopte van harte, dat ze de zaak te donker inzag, maar ze kon de vrees niet onderdrukken, dat het op teleur* stelling uitloopen moest. Ze had geen geldige redenen kunnen aanvoeren, de verloving tegen te houden, ze had getracht zich te troosten met de gedachte, dat vader nunn mer één was; hij moest beslissen en ze had er om gebeden, of ze zijn wil als Gods wil beschouwen mocht.Of dat gebed verhoord was? Ze vreesde hoe langer hoe meer van niet. Moeder-zijn beteekende offeren, afstand doen. Ze meende afstand gedaan te hebben, maar voelde dat het niet waar was. Haar handelwijze was niét goed. Het eene was een gevolg van het andere. Alle ellende had ze zichzelf op de hals gehaald door haar hoogmoed. Het best voelde ze dit, de weinige malen, dat ze Kobus Zwaanswijk ontmoette. Ze had er moeite mee, hem in de eerlijke oogen te zien, zoo vaak ze "zijn vriendelijke groet beantwoorden moest. Het eene een gevolg van het andere. Gymnasium, univeri siteit, verloving, deze reis, huwelijk straks. Deze reis duurde maar tien dagen, een huwelijk was voor het leven. O, als het toch maar een goed, van God gezegend huwelijk worden mocht. Dat ze haar kind zou zien vertreken, zonder het te mogen volgen nu ja als het dan maar met God ging. Misschien als ze haar kind geheel had afgestaan, dat ze dan kon terugkeeren tot hem, die eenmaal alles voor haar was. Ze wist haar schuld aan het wijken hunner wegen, ze voelde zijn hulpeloos tasten naar haar, ze wou zich aan hem teruggeven, maar ze kfon het niet. Nog niet (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5