ILBEURS
De jeugd van Kohlbrügge
iPOOOOOOOOaOQOOfl'OOPOOQOgggSggOOOOOOOO lJ93oa y :UBA U33UBA1UO U33UJSSOIÜO apaoo
niet zoo geweldig, maar toch een flinke klim van
ons verblijf af.
De gids wijst de toppen rondom, die zich dichtbij
en verder verheffen, als kwam er geen einde aan.
Aan den anderen kant ligt Lech; vandaar uit ge
komen klimt een groep skiërs naar westelijker
top. ze zijn te ver om hun een Skiheil toe te roe-
We ademen diep, blij, dat de klim is afgeloopen.
Hoe licht en zuiver is hier de lucht! Welk een wijd
uitzicht, tot de groene vlakten in het zuidoosten
toe. Het Duitsche meisje biedt vijgen aan; ze
heeft er een doos van meegesjouwd in haar rugzak.
De ski's gaan los.pas op, dat je niet te diep in
de sneeuw zaktde vellen worden afgenomen,
uitgeklopt en opgerold; waar dat noodig is, worden
de ski's met was aangestreken; en als wij allen
de latten weer hebben ondergebonden begint de
verrukkelijke aftocht. Achter elkaar met voldoen
den afstand om niet over elkaar te duikelen bij een
Vul, zwieren we omlaag, soms loodrecht de hel
ling af, soms dwars er langs, zoo, dat aan den
eenen kant de steilte ligt en aan den anderen kant
de diepte.
Verder komen wij goed beneden, enkele kleinere
valpartijen niet gerekend. We eten en rusten in
Gasthof Adler, Hochkrumbach en dalen na den
middag verder, eerst vrij geleidelijk tot Neszlegg,
waar we nog een poosje afbinden, dan steiler en
moeilijker doordat het tusschen de boomen door
gaat, waar soms dë ski's* dreigen te breken tus
schen de stammen en de plotselinge holen. Warm
van inspanning belanden we met een vaartje bij
de kerk van Schröcken.
Dat was de laatste tocht. De nacht bracht nieuwe
sneeuw, maar ook nieuwe nevel. En het laagland
riep ons weer. We togen per slede omlaag, weer
door den sneeuwtunnel en genoten van het uit
zicht over de besneeuwde wouden.
Toch zien wij met blijdschap hier en daar, op
plekken waar lawines zijn afgeschoven, de don
kere kleur van moeder aarde weer te voorschijn
komen en naarmate wij verder dalen, eerst per
postauto, die een eindweegs terugkeert als hy in
de weeke pap van het dooiende wegdek niet ver
der kan, later per motortrein, die een keer moet
stoppen omdat een lawinetje een stuk rotsblok
op de rails heeft gegooid, worden wij verder opge
nomen in de sfeer van het laagland, waar de len
te nu komen gaat.
Tot een volgend maal het gebergte wee roept,
gaan de ski's op zolder. Maar als het weer wintert
en we kunnen, gaan wij weer de sneeuw in. Want
vraag het maar aan wie ooit op de latten heeft
gestaan: hot skiën is de ruil van zomer- in winter-
vacantie, al is het maar voor een deel, ten volle
waard.
PIET KORTHUYS
ten dienste van de lezers der Vijf Samen
werkende Christelijke Dagbladen.
postadres: voorstraat 166 zw.
dordrecht giro iv4240
De Paaschvacantie leek ons een geschikte tijd om
onze postzegelverzamelaars eens hun albums door
ite laten zoeken, teneinde uit te vinden, uit welke
postzegels, opdrukken, enz. wij onderstaande
fan'asiepostzegel hebben samengesteld.
Voor de beste oplossingen stellen wij een vijftal
prijzen beschikbaar, natuurlijk in postzegels.
Gevraagd wordt dan op te geven het land en
jaartal van de zegels enz., waaraan de verschil
lende afbeeldingen zijn ontleend, en wel in dezen
vorm:
Afbeelding linksboven op zegels van.... jaar....
middenb.
rechtsboven
linksbeneden
middenben.
rechtsben.
linkerzijkant
rechterzijkant
middenstuk
Oplossingen inoe.en worden ingezonden tusschen
10 en 25 Mei a.s. aan ons adres: Postzegelruilbeurs,
(Voorstraat 166zwart, Dordrecht en gefrankeerd
7ijn met de straks te verschijnen zomerpostzegels.
Op het couvert te vermelden: „Prijsvraag".
Nieuwe uitgiften
B ulgarye
In het koerseerende wapen
type verschenen de waarden:
30 stotinki blauwgroen.
50 karmijn.
Estland
In onderstaande teekening,
176
Engeland
Frankeerzegels met portret van Koning George
VI: 2 pence oranje; 3 pence donkerviolet.
Tenslotte nog een afbeelding van een van de in
het vorige nummer beschreven serie van Belgisch
Congo.
Correspondentie
A. v. L., Zwijndrecht. U is ingeschreven onder
No. 122.
Waarde-opgaven van ontvangen boekjes
Boekjes ontvangen van:
No. 80: 777.20; 373.05; 376.85.
No. 75: 234,65.
No. 20. 37.60.
No. 56: 180,85; 226,50; 285,15.
No. 37: 32,80; 42,80.
No. 98: 94,25.
No. 53: 83,20; 53,40.
No. 32: 42,45; 31,85; 40,65; 97,20; 46,75.
No. 112: 295,40; 344,40; 65,95.
No. 103: 323,10; 385,35
Verder ontvingen wij tot en met. 11 April nog
boekjes van:
No. 51: 5 stuks No. 71: 1 stuks
No. 33: 1 No. 12: 1
No. 76: 4 No. 47: 1
No. 111: 2 No. 74: 1
No. 118: 3 No. 87: 1
BOVEN-HARDINXVilD
ten dienste van de lezers der Vijf Samen
werkende Christelijke Dagbladen.
VERKADE nummers die we gaarne aannemen:
BI. i. o. tuin: H 82, 121. IJsel: 8, 9, 10, 12,
15, 20, 25, 29, 36. Texel: I 68, 98, 192, 108. Bosch en
Heide: 75. Lente: 32, 85. Aquarium: 35, 36, 37,
38, 63. Zuiderzee: 78, 99, 119. Herfst: 59, 66, 74,
122, 133, 136. Blonde duinen: 10, 70, 71, 88, 102,
108, 115, 131. Bonte Wei: 63. Zomer: 23, 28, 29,
30, 39, 42, 51, 53, 66, 71, 72, 73, 75, 83, 87, 88,
96, 99, 100, 122, 128, 131. Winter: 1, 3, 6, 9, 11, 12,
14, 16, 19, 21, 24, 32, 34, 35, 36, 38, 41, 42, 44,
45, 46, 50, 51, 52, 53, 60, 62, 65, 67, 68, 76, 80,
83, 89, 94, 98, 99, 102, 105, 110, 115, 116, 117, 118,
119, 120, 129, 131, 133, 136, 137, 140, 141, 143.
Voorwaarden:
1 De Ruilbeurs bepaalt de waarde der bons en
plaatjes.
2 Tot 500 pt. betaalt U 15 ct. tot 1000 ot. 20 et
(aan postzegels),
3 Is het gevraagde niet in voorraad, dan leest
U het antwoord in het Zondagsblad.
4 Van éér soort mag niet meer dan tot een
waarde van 500 pt. per maand aangevraagd
worden.
5 Teveel gestuurde punten kunnen geboekt bly-
ven tot een volgende zending.
6 Van het puntenaantal dat U stuurt, wordt door
de Ruilbeurs 5 pet. afgetrokken.
7 Vraagt U van een album speciale nummers,
dan betaalt U 2 pt. per plaatje meer.
8 Oude Verkade Klaverblad, van Houten,
Wascholine, Coelingh, Patria, Pette nemen we
niet meer aan.
Wil s.' .p. gratis ruilformulier zenden aan:
Woonplaats:
Naam:
Datum:
De waarde der bons is nis volgt: Bussink 8, Coe
lingh 3, D-E 6, v. Delft plaatjes 10, Dobbelman 4,
H-O 6, Droste 20, Hagzegels 10, Hille 8, Holl. Zw.
V'eegsch. 3, Paul Kaiser 6, Klaverblad 5, Klok-
zeep 15, Kwatta 3, Lever's zeep 20, van Nelle 4,
Patria 10, Pette 6, Pleines 3, Rademaker 3,
Sickesz 3, Verkade 4, Rivieren 4, Wascholine 2.
Wie helpt aan: v. Rossum, Kwatta winkelierstroo-
ken, Haas en Van Brero, Scholten.
Verder lemen we aan: Pleines duifmerken, óodex
bons, Era, Everlasting, Hapé, Van der Sluys,
Stark, Scholten, IJzendijk, Vergulde Hand,
Winkeliersbons van Sickesz, Pax.
Kan iemand ons helpen aan bons van H. Smith te
Groningen, voor het album „Voetbalglorie" door
Han Hollander?
Lucifersbons voor het luchtvaartalbum 1000 PK?
CORRESPONDENTIE
P. S. L. te Hillegersberg. 49 Paula worden ge
zonden.
A. S. te Arnhem. De van der Sluis-bons waren
verloopen. U zondt ter waarde van 1100 pt. Alles
is reeds verzonden.
T. B. te Ouddorp. Amstel en die strookjes zijn
verloopen. Als we Kahrel's bons gebruiken kun
nen, berichten we htet in de rubriek. 62 Rivieren
genoteerd. Voor Klaverblad, zie art. 8.
J. E.-v. S. te Zeist. Zie art. 8: Verkade. Amstel,
Calvé en Passe-partout zijn waardeloos. U krijgt
16 Vim.
N. D. te den Haag. 332 D. E. genoteerd. We
kunnen uw vele Vim-bons goed gebruiken.
W. B. te Vlaardingen. Ze zijn waarschijnlijk bij
de post zoek geraakt. Op 7 April hebben we
nogmaals 119 stuks verzonden.
J. W. te Rotterdam. Patria verzonden, er staan
nu dus nog 168 pt. voor u.
R. J. M. te Brunssum. Na aftrek van 5 pet.
zondt u ons vorige keer 630 pt. 157 Rivieren.
Nu stuurt u 463 pt. 116 Rivieren. D.E. tabaks
bons zijn waardeloos.
C. v. d. B. te Utrecht. In orde?
A. G. te Rotterdam. Ze zijn 8 pt. U krijgt er 101.
P. V. te Ottoland. Zendt u 15 cent, voor de zen
ding van 6 April.
Mej. C. O. te Utrecht. Dank voor uw cadeau
zending. We kunnen ze goed gebruiken.
Mej. G. S. te Sleeuwijk. Het grootste deel van
uw zending was waardeloos. In totaal 33 Stereo.
C. B. te Leerdam. U stuurde ter waarde van 19
Leverszeepbons.
J. S. te Brunssum. Bussink is niet in voorraad.
Bewaart u de A-bons nog wat, er is nu geen
vraag naar. De gewenschte bons kunnen we u
nu nog niet leveren.
ALBUMRUIL
De heer J. Huizer, Talmastr. 38, Ridderkerk, biedt
de volgende complete Verkade-albums te koop
aan: Hans de Torenkraai, De Boerderij en Waar
wij wonen. De albums zijn als nieuw.
Postadres: De Ruilbeurs, Hardingsveld.
HEBT GIJ VOOR HEM GEBEDEN?
Tot Wichern, den bekenden prediker, die de vader
der inwendige zending wordt genoemd, kwam
eens een voornaam en naar he scheen een ernstig
en christelijk gezind man.
Hij had zijn twaalfjarigen zoon bij zich, en ver
telde heel neerslachtig aan Wichern, dat hy met
dien geen raad meer wist; de knaap was koppig
en onhandelbaar en de vader moest zich beklagen,
dat hy menigmaal tot het uiterste toornig op hem
werd. Hij kwam nu tot Wichern, voor wien hij
hooge achtig had, om hem te vragen, of er geen
plaats voor den jongen was in een of ander ge
sticht.
„En hebt ge al eens ernstig voor den* jongen ge
beden?" vroeg Wichern.
Die vraag deed den vader onaangenaam aan en
hij haalde de schouders op. Doch ndaat hij zich
had bedacht, riep hy den knaap tot zich en vatte
hem bij de hand, zoo vriendelijk als hy geen jaren
gedaan had en reed met hem naar huis.
Wat daar geschied is achetr de gesloten deur van
de binnenkamer, dat heeft geen mensch ooit ge
weten dat weet God alleen. Maar wat de men-
schen wel vernamen, was, dat vader en zoon het
voortaan best met elkaar konden vinden, en dat
de jongen nooit naar een opvoedingsgesticht ge
zonden werd.
Zou ze niet thuis zijn?
Hij riep nog eens, harder nu, wou toch niet zoo
maar doorloopen naar binnen.
Hij hoorde gestommel, daarop een grauw, die mis
schien beteekenen moest: Wie is daar?
„Goed volk, vrouw...." Ja, hoe heette ze fei
telijk? Weer een grauw van achter de keuken
deur en 't kraken van een oude stoel als wanneer
iemand opstaat en 'n brommerige stem: „Laten ze
me met rust laten, ik laat hullie toch ook met
rust".
Ze kwam toch voor den dag, keek met haar oude
oogen verbaasd naar dien jongen man. Z'n ge
zicht kon ze niet onderscheiden: haar oogen waren
te zwak en 't licht, dat van buiten binnenviel te
fel. Dat hoefde ook niet. Ze kende hem toch wel,
dien langen jongen kerel, die daar als een reus in
de deuropening stond Dat was Jaap Haar
jongen t
„Hèbracht ze uit, heesch. Maar ouwe Griet
mocht 'n vreemde zijn, ze had goed haar verstand,
al vertelden ze het in het dorp anders; toen ze
door de keuken heenliep, naar dien jongen kerel
toe, wist ze met vreeselijke zekerheid, dat Jaap al
34 jaar dood was, verdronken in het meer, vlak
bij huis.
„En toch, zooals hij daar staat, zoo groot en
zoo sterk", dacht ze.
Ze zei: „Wie ben je?"
„Ik ben van IJsselaar, de hulpprediker van 't
dorp".
„O"Wat wist zij van 't dorp, en wat wist zy
van een hulpprediker. Maar dat hij zóó op m
leek!
Ze vroeg niets meer, keek maar naar hem; tot hii
er verlegen onder werd.
„Heb je niet wat water voor me? Ik heb dorst", zei
hij toen.
.„Water? Ja, maar je hebt liever thee. Kom er dan
Hij kwam er in, en ze bedacht, dat het vier-en-
dertig jaar geleden was, dat er iemand met haar
in dit huis was geweest. Ze hield iedereen hier
vandaan. God ook, sinds Hij Jaap had laten
verdrinken.
Ze gaf hem thee. Jaaps kom stond nog altijd oo
dezelfde plek.
Hij praatte over haar eenzaamheid.
Zij zweeg.
Hij praatte door en toen zei ze: ,,'k Ben niet al
tijd alleen geweest".
Hij vroeg. Ze antwoordde verward, 't Ging over
haar man, die gestorven was en over Jaap, die een
paar jaar later verdronken was.
Gerard van IJsselaar was nog jong, maar hij be
gon te begrijpen. Dii leven was vastgeloopen, on
wrikbaar. Geen mensch kon hier helpen.
Hij vroeg: „Weet je wel, dat 't morgen Paschen
Goede Vrijdag...
Paaschdag
F. d J.
Nu schaterlacht de hel: Gods Zoon aan kruis gehangen:
Romein en Jood vereend om 't Godlijk Kind te prangen
Voor Hem geen plaats op aard dan aan 't gevloekte hout.
De warme Liefde-bron daar uitgebloed en koud
Jeruzalem, dat wreed Gods heilgezanten doodde
Heeft ook de stem gesmoord des Zoons, die minzaam noodde:
Zoo is het woord vervuld, het ijselijke woord:
Jeruzalem heeft ook Gods heilig Kind vermoord!
Nu 't Godsplan door de macht der hel uiteen gereten?
Nu Satan erfgenaam en op den troon gezeten?
De aarde sidderten het hemelsch huisgezin
Der englen houdt verbaasd, ontzet den adem in.-~
Wie wint het vreeslijk pleit?Is d'aard voor God verloren?
Die schouwplaats van Gods macht en tot Zijn lof verkoren:
Dat eens zoo heerlijk oord. lust voor des Scheppers oog:
Dat kunstwerk van Zijn Hand in d'ongemeten boog!
Wie wint het vreeslijk pleit?Het antwoord is gegeven.
Als om des Heilands graf de blanke Cherubs zweven
En 't tot de vrouwen ruischt. die daar verbijsterd staan:
Uw Jezus dien gij zoekt, uw Heer is opgestaan
niet opengaat omdat ze er lust in heeft, maar om
dat ze niet anders kan, en vertelde hij van de
blijde Boodschap van het leege graf op den
Paaschmorgen.
Ze luisterde stil naar zijn woorden. Die waren
zonder welsprekendheid.
Toen hij opstond om heen te gaan, spraken ze wei
nig meer
Een uur later was hij thuis. Bij de Jong hadden
ze al gegeten.
't Was laat toen Gerard van IJsselaar dien avond
slapen ging. Ook was de gemeente de volgende
morgen tevreden over zyn preek.
Twee jaar later ontving ds Van IJsselaar hij
was toen sinds een half jaar predikant in een an
der dorp een langen brief van den ouden ds
De Vries. Daarin stond o.a. dit: „Ik was bij haar
toen ze stierf. Ze ging heen in volle verzekerdheid
des geloofs. Haar laatste wensch was ,dat ik haar
nog eens het Opstandingsevangelie zou voor-
Een goed theoloog moet evenals Timotheüs een
Griekschen vader en een Joodsche moeder of
grootmoeder hebben, zegt iemand.
Kohlbrügge's vader was een man met veel ta
lenten en van bijzonderen invloed is op den knaap
geweest zijn grootmoeder van moeders
zijde: Anna van der Horst.
De vader van onzen Hermann Friedrich was een
Lutheraan uit de omgeving van Osnabrücke, in
Duitschland. Deze was naar ons land uitgeweken
en had zich .enslotte te Amsterdam als zeepzieder
gevestigd. Hy was in het huwelijk getreden met
Petronclla Teerhuis, geboren te Monnikendam.
Den 15den Augustus 1803 werd hun Hermann
Friedrich geboren. Gedoopt werd hij in de Her
vormde Kerk van Amsterdam. Hij was een zwak
kind en nimmer is hij sterk geworden.
Zijn vader, een man van vele gaven, was God-
vreezend in alles en de jongen had dezen vader
ziels-innig lief.
Maar, zooals we reeds hoorden, grootmoeder, een
flinke vrouw en Godvruchtige christin, een warme
vriendin van Oranje, zaaide reeds vroeg de zaden
des Woords in het kinderlijk hart. Voor het drie
voudig snoer: Kerk, Nederland en Oranje wist zii
haar kleinkind te bezielen.
Als knaap las Hermann Friedrich vóór alles in
het Oude Testament. Op school, waar hij naast
Bernard ter Haar zat, bleek hij een knappe leer
ling te zyn.
Helaas, een oogziekte maakte hem straks bijna
blind. Daardoor werd hij tot eenzame afzondering
in donkerheid gedwongen.
In die stille eenzaamheid kwam hij tot zelf-be-
peinzing en meditatie over God. De ernst van
dood en eeuwigheid drukte zwaar op zijn hart.
Hier, in die geheimnisvolle eenzaamheid, leerde
hij op indrukken leven. Als een andere Jozef had
hij soms wondere droomen; een rijke fantasie en
een trek naar het geheimzinnige zijn hem altijd
bij gebleven. Tevens leerde hij in zijn eenzame af
zondering de diepe tegenstelling tusschen zonde
en genade.
Reeds vroeg lag in zijn hart de lust tot het pre
dikambt. De zorgen van het gezin eischten echter
door Dr H. KAAJAN
zijn hulp in de zeepziederij, waaraan de zoon vol
gaarne voldeed.
Maar in 1819 mocht Hermann gaan studeeren.
Taalstudie was zijn lievelings-vak In twee jaar
liep hij de Latijnsche school af. Dan volgt hij de
lessen aan het Athenaeum. Zijn vorderingen in
het Hebreeuwsch en Arabisch waren buitenge
woon. Met de eene hand stookte hij soms des
nachts voor zijn vader den oven, met de andere
hand hield hij het studieboek vast.
Wat zijn jeugd-karakter betrof, hij was in het oog-
loopend driftig en ongeduldig. Hartstochtelijk
was hij.
Ondertusschen waren eer en zelfverheffing zijn
levensdoel geworden. Hij twijfelde straks aan het
bestaan van God en zijn humanistische studiën
voerden zijn bedrogen hart ter zijde af. Zijn ide-
Alen werden nu letteren en kunst. Toch bleef zijn
hart onrustig in hem.
Gelukkig kwam er in 1824 bij hem een terugkeer
tot God. Hy zong dan ook:
„De wolken scheuren! 'k zie myn vreeselijken
Rechter.
„Hij naakt! Hij dreigt, waar vlied ik heen?
„Naar Golgotha mijn ziel, naar Golgotha
gevloden,
„Zink weenend aan het kruishout neer."
In dit zelfde jaar werd zijn vader door een com
pagnon bedrogen en feitelijk broodeloos gemaakt.
In het volgende jaar stierf zijn vader van verdriet
(1825) en kwam de zorg voor het talrijke gezin
op de schouders van den oudsten zoon, dus op die
van onzen Hermann, te rusten.
Dit rampjaar voor Hermann werd gelukkig aan
zyn hart geheiligd. De smart over den dood van
zijn zoo geliefden vader bracht hem nader tot God.
Zelf schreef hij later: „Ik juich er in, dat ik niet
in weelde maar in tegenspoeden en vele droefe
nissen ben opgebracht; waarlijk was het anders,
ik had den Heerc waarschijnlijk nooit leeren ken
nen en was een leugenprofeet en Baals-priesur en
zielenverleider geworden, gelijk er tegenwoordig
bij hoopen worden gevonden."
De dood van vader Kohlbrügge beteekende een
keerpunt in het leven van den zoon. Hermann
had aan zijn vader moeten beloven, dat hij de
studie van predikant zou doorzetten en tot
doctor in de Theologie zou promoveeren. Geen
wonder, dat Hermann na vaders dood, zich met
yver op de studie der Theologie ging toeleggen.
Toch miste hij onderwij' den waren vrede.
Een tijdlang werd hij gedreven in de pantheïsti
sche wateren van den schoenmaker-theosoof
Jakob Böhme en anderen. Dit mysticisme, dat
hem nog een korten tijd boeide, maakte echter Dij
hem plaats voor de „gezonde leer", zooals hij die
terugvond in de Heilige Schrift.
Onderwijl bereidde hij zich voor zijn eerste pre
dikatie voor. Hij worstelde om licht over
den door hem gekozen tekst, Romeinen 5 1. En
toen geschiedde er iets. Zelf schreef hij: ,Toen
behaagde het den almachtigen God, door Zijnen
Heiligen Geest mij krachtdadig tot Zich te trek
ken en Zijnen Zoon in mij tè openbaren."
Hiermede werd een nieuwe neriode in zijn veel
bewogen leven ingeluid (1825).
Kohlbrügge proponent en hulpprediker
Kohlbrügge had zijn eerste preek gehouden te
Loenen a.d. Vecht, handelende over Romeinen
5 1. Nu was er vrede in zijn ziel gedaald Nu
kon hy uitroepen: „Ik weet in Wien ik geloofd
heb."
Eerst was hij humanist, daarna kwam hij onder
den greep van het Methodisme en het Mysticisme,
maar nu had hij welbewust gevonden: de verge
ving der zonden. Deze zielservaring drukte ook
haar stempel op zijn prediking.
Spoedig daarna predikte Kohlbrügge ook in zijn
geboortestad en er ging inderdaad kracht van hem
uit. Hij preekte te Amsterdam op den 7den No
vember 1825 over Romeinen 13 2. Opnieuw gaf
hij getuigenis van de rechtvaardiging door het ge
loof alleen en de bazuin der vrije genade klonk
bij hem niet onzeker. Ook nu ging er een krach
tige roepstem tot bekeering uit de diiisternis tot
Gods wonderbaar licht van hem uit. En men ge
voelde: een jeugdig heraut der waarheid is opge
staan, een gezant Gods, die profeteerde als een
Ezechiël in de vallei der dorre doodsbeenderen.
Geen wonder, dat zijn prediking in de Amster-
damsche Luthersche Kerk heel wat sensatie ver
wekte. Over zedelijke verbetering en volmaking
werd in zijn preek niet gerept, maar wel werd
verkondigd, dat de goddelooze gerecht
vaardigd wordt. Zijn prediking bracht beroering.
Ondertusschen werd Kohlbrügge proponent
bij de Hersteld-Luthersche Kerk (29 October 1826)
en zelfs hulpprediker bij de Amsterdam-
sche gemeente.
De Herstel d-L uthersche Gemeente te
Amsterdam was in 1791 opgekomen. Zij had zich
van de Luthersche Kerk afgezonderd en
was een nieuwe, strenge Augsburgsch-rechtzin-
nige gemeente geworden.
De Prins-gezinden waren in den regel ortho
dox, terwijl de patriotten vr ij zinnig waren.
Kohlbrügge's vader, rechtzinnig als hy was, had
zich bij de Hersteld-Luthersche Gemeente aange
sloten en onze Kohlbrügge volgde daarin zijns
vaders levensgang.
Helags, ook deze afgezonderde gemeente zonk na
den dood der oprichters gaandeweg in, had den
gloed van het leven verloren en was een doode
vorm geworden, aan de gemeente der Laodicen-
zen gelijk.
173