RKJE
Als laatste factor willen wij geldig maken een
mogelijk wantrouwen tegen het karakter der ver
kiezingen. Goed, men deed zijn biljet in een en
velop, na eerst daarop zijn kruisje in een afge
sloten stemhokje te hebben geplaatst. Maar van
die moderne staatkundige inkwisitie, welke Ges
tapo heet, gaat intusschen een lugubere suggestie
uit. Heeft men inderdaad zich persoonlijk
veilig kunnen gevoelen? De 99.75%, welke in
Oostenrijk vóór den Anschluss hebben gestemd,
kunnen heel goed werkelijk in de stembus aan
wezig zijn geweest, zonder dat men tot tel-trucjes
de toevlucht heeft behoeven te nemen.
De gebeurtenis van 13 Maart jongstleden is ge
legaliseerd, zij was buitendien reeds onhoerroepe-
lijk; Europa zal zich bij dien nieuwen toestand
hebben aan te passen.
In Frankrijk is het kabinet-Blum, dat zich reeds
zoo duidelijk voor elkeen zichtbaar had overleefd,
eindelijk heengegaan. Het bijna eenparig verzet
van den Senaat tegen nieuwe financieele volks
front-experimenten, welke onherroepelijk tot een
nieuwe inflatie zouden hebben geleid, heeft dezen
premier tot zijn demissie genoopt.De radicaal
Daladier heeft, met een goeddeels radicale regee-
ringsploeg, den moeilijk te beheeren boedel over
genomen. Ook zijn eerste daad moet zijn het-ver
zoeken van financieele volmachten, welke hem
met slechts een twaalftal stemmen tegen zijn toe
gestaan. Tot het einde van de huidige zittingspe
riode, dus voor den duur van omstreeks drie
maanden, zal hij door middel van decreten de
maatregelen kunnen nemen, welke hij onvermij
delijk acht. Wisselcontrole of herwaarding van
den goudvoorraad zal hij echter niet toepassen,
daarover heeft hij zich in ontkennenden zin uit
gelaten.
Ook het kabinet-Daladier heeft een geflatteerde
meerderheid gekregen, dank zy de eigenaardige
samenloop van politieke omstandigheden. De
socialisten hebben erin geen zitting willen nemen,
doch wenschten de fictie te handhaven, dat nog
steeds het volksfront in Frankrijk de 1 ns uit
deelt. Vandaar dat al deze rooden en ultra-
rooden aan Daladier hun stem hebben gegeven,
uit vrees dat anders een meerderheid door centrum
en rechtschen zou worden gevormd, en hun poli
tiek échec openlijk aan den dag zou treden. Zoo
mag dan de huidige premier zich verheugen in den
algemeenen steun der Fransche Kamer; het zal wel
een verheuging wezen met beving, want handig
staatsman als deze radicale chef is zal hij zich
geen oogenblik ontveinzen, dat een keerend getij
hem weder plotseling alle wind uit de zeilen zal
kunnen nemen. Hij dankt zijn positie immers aan
een algemeene politieke malaise. Het vraagstuk
der fabrieksbezettingen zal hem bovendien zware
zorgen baren. De werkstakingen in het gebied van
PaTijs hebben in korten tijd een ruïneuzen omvang
aangenomen. Moeten de stakers met de sterke
hand tot het ontruimen der werkplaatsen worden
gedwongen? Feitelijk wel, het gaat hier immers
om het aanzien van het gezag. De moeilijkheid is
maar, daarvoor een opportuun moment te vinden!
De geruchten over een spoedig te verwachten
Britsch-Italiaansch accoord, dat de bekroning van
Chamberlains naarstig vredesstreven zou vormen,
houden aan. Officieel is reeds meegedeeld, dat
men zeer spoedig het plaatsen der handteekenin-
gen mag verwachten. Engelands erkenning van de
verovering van Abessinië zal daarbij een der
ruil-objecten vormen. Het is niet de eerste maal
dat Groot-Brittannië dergelijke daden van koop
handel drijft. De Negus gaat intusschen voort,
zich met telegrammen en dergelijke tegen de ver
nietiging van zijn laatste schijn van macht te ver
zetten, protesten, die practisch niet veel meer dan
pro forma kunnen zijn.
Welke rol de Spaansche aangelegenheden tusschen
Rome en Londen spelen, komt men niet te weten.
Kan Franco zijn huidige veroveringstempo voort
zetten, dan zal er spoedig ook niet veel Spaansche
republiek om zich over te bekommeren meer
over zijn.
BINNENLAND
MINSTENS dertig personen zijn in de afgeloo-
pen verslagweek op tragische wijze om het
leven gekomen. Sommigen zelfs op zeer tragische
manier, nl. de familieleden van de zelfmoordenaars
te Geleen, te Roosendaal, te Lochem en te Nieu-
wenhagen. Ze zijn op gruwelijke wijze vermoord
en de kinderen werden weezen. Moedeloosheid en
daardoor waanzin schijnt de oorzaak van deze
vreeselijke bedrijven geweest te zijn. Hier zwijgt
alle critiek en er is slechts plaats voor medelijden.
Dat is bij alle verkeersongevallen niet zoo. Het is
zeer waarschijnlijk, dat daarbij soms roekeloos
heid en onvoorzichtigheid in het spel zijn. Van
twee kanten wel te verstaan. Nu eens van het
slachtoffer zelf en dan weer van den veroorzaker
van het ongeluk. Wat echter ook de oorzaak mag
zijn het blijft voor de nabestaanden immer iets
heel vreeselijks als zoon of dochter, vader of moe
der levenloos thuis gebracht wordt: ovgrreden,
verdronken, verpletterd. Wie acht slaat op de fa
milie-advertenties leest die, waarin sprake is van
een „noodlottig ongeval" altijd met bizondere ont
roering.
Minstens dertig dooden, deze week. En dan nog
heel wat gewonden. Doch dat zijn niet de eenige
rampen. Er komt gebrek aan regenwater. Boeren
en tuinders in vele streken verlangen er hard
naar. Het land steunt van droogte.
Dit is echter niet het eenige gevolg. Als alles zoo
kurkdroog is, brandt het ook gemakkelijk. En deze
week was rijk aan branden. In de stad, waar zelfs
menschenlevens in gevaar komen, doch ook op
het platteland. Bosch- en heidebranden verdui
sterden de lucht, woningen, schuren en hooischel
ven gingen in de vlammen op en helaas, het
kostte ook weer vee, dat niet spoedig genoeg los
gemaakt kon worden, het leven.
Dat is ook tragisch.
We kunnen deze zin herhalen, als we opnieuw
een burgemeester en een kassier voor de recht
bank zien wegens verduistering van gelden. Afge
zien van het kwaad, begrijpt men eigenlijk niet,
dat ontwikkelde menschen zoo onvoorzichtig kun
nen zijn. Zulke dingen komen immers altijd uit.
En toch zien we het telkens weer gebeuren. Het
schijnt dus wel erg gevaarlijk om met geld van
anderen om te gaan, wanneer men niet van meetaf
alles, wat gevaarlijk kan worden, vermijdt.
Dat ondervonden ook de rijkstuinbouwconsulent,
zijn administratieve hulp en de directeur der vei
ling te Nijmegen, die medewerking verleenden aan
het maken of vermenigvuldigen van pamfletten,
welke beleedigend waren voor hooger gezag. Zij
allen wenden voor, dat ze onschuldige, onnaden
kende werktuigen waren van anderen; maar dat
wil er bij ons niet zoo 'grif in. Over zulke dingen
wordt toch wel even gepraat. Wij behoeven ech
ter geen oordeel te geven: voor de ambtenaren is
er een ambtenarengerecht en dit zal de zaak wel
ernstig onderzoeken.
Dat er overigens wel eens mirakuleuze dingen
kunnen gebeuren, bleek in Diemen, waar in een
geheime raadsvergadering een lid, tevens secre
taris-penningmeester van een woningbouwvere
niging een plan voor woningbouw indiende, waar
van zijn medebestuurders niets wisten, terwijl de
burgemeester over het gesprokene geheimhouding
oplegde. Zoo iets geks hebben we nog nooit mee
gemaakt en we gelooven niet, dat een raadslid
eenig gevaar loopt, indien hij dit geheim verklapt.
Dit is nu een zeldzaam voorkomend geval, waarbij
een krant goed werk doet als ze in 't algemeen
belang de sluier der geheimzinnigheid kapot
scheurt.
Geheimhouding kan heel nuttig zijn; geheimzin
nigheid is altijd verdacht. Zelfs als het een radio-
Nachtegaal op wielen betreft, 't Is te hopen, dat
aan het wanbedrijf van geheime uitzendingen een
einde kan gemaakt worden. Wetsovertreding moet
gestraft.
Maar de directeur van de „Arnoud" werd vrijge
sproken. Omdat hij „niet anders handelen kon".
Wij gaan er niet diep op in; maar wij zijn van oor
deel, dat hier een uitzonderingsbepaling in de
Arbeidswet, welke in noodgevallen mag toegepast
worden, verkeerd is gebruikt.
Het algemeen belang is niet gebaat bij vergroo
ting der werkloosheid. -Zelfs dan niet, wanneer
daardoor misschien de kostprijs van het product
een fractie daalt. Och, de kosten van levensonder
houd zijn weer met 0.6 pet. gedaald, maar wat
gaan we daarmee vooruit? De werklooze zal zeg
gen: geef mij in plaats van steiyi maar arbeid en
laat dan het levenspeil maar wat stijgen.
Er zijn nog_375.000 werkloozen; waarlijk een angst
wekkend hoog getal. In deze maanden wordt dat
aantal door seizoeninvloeden wel steeds" kleiner,
maar dat zegt voor het geheel niets. Ook het feit,
dat in het Werkfonds weer 30 millioen gestort
wordt en dat overeenstemming over verschillende
werk objecten verkregen is, zegt principieel heel
weinig. Het is natuurlijk gelukkig, als op deze
wijze eenige honderden arbeiders werk vinden,
maar het wijst niet op verbetering der conjunc
tuur. Het zijn noodmiddelen. Zooals ook de werk
verruiming voor defensie, waarvan vooral Den
Helder profiteert.
Gelukkig is er overigens op de arbeidsmarkt
eenige ontspanning gekomen. De sigarenmakers
hebben loonsverhooging gekregen en toen is de
staking, welke dreigde, afgelast. Thans zijn de
steenhouwers in actie gekomen, nadat het vele
jaren rustig in dit bedrijf geweest was. In de tex
tiel valt niets te doen, omdat daar slapte heerscht,
zoodat het aantal werkloozen gedurig toeneemt.
Mocht het zonderlinge spellingbesluit van Minis
ter Slotemaker doorgaan we moeten het nog
zien gebeuren dan zal dit aan de uitgevers een
lieve duit kosten. Het schijnt wel of de Minister
met alle geweld .iedereen tegen zich in 't harnas
wil jagen. De e's en o's en ch zullen vervallen, en
dus het woordbeeld ernstig schokken; de onnoo-
zele n, die niemand op de rechte plaats zet, moet
blijven. Het is zoo inconsekwent mogelijk. Maar de
boeken in 1934 gedrukt, zullen weer gewijzigd
moeten worden.
Wat een kwaad gemis aan besluitvaardigheid toch
kan stichten. Evenwel, 't is nog zoover niet. De
jeugd verandert de spelling niet meer. Het wordt
vechten tegen de bierkaai. De ennetjes worden
niet meer in eere hersteld, omdat ze zonder woor
denboek niet kunnen leven. We lazen nog pas een
roman, uitgegeven bij den securen J. H. Kok, ge
titeld: „Jeugd steigert" en deze wemelt van fou
ten. Tallooze woorden, welke vrouwelijk heeten
zooals rechtbank, val (in de val loopen) enz. wor
den steevast als mannelijk beschouwd. Het is een
voudig een chaos. En daar voelt de Minister nu
zoo bar veel voor. 't Is ons onbegrijpelijk.
Een zweefvliegtuig gaat nog rechter op zijn doel
af. Eén vloog er Zondag (natuurlijk Zondag!) van
Teuge naar Welschap, een ander van Ypenburg
naar Vlissingen. De wonderen zijn de wereld nog
niet uit.
Dat zegt men ook, als men leest, dat voor Defen
sie ongeveer 100.000 binnenkwam en zoo waar
voor Productief werk ook nog 1100.
Er schijnt nog wel geld te zijn. Aan den rooden
romanschrijver A. M. de Jong bood men, toen hij
vijftig jaar was, maar eventjes 5000 aan. Hij
wou daarvoor een „hutje" zetten op zijn geliefde
Brabantsche hei. Maar eilaas, toen hij de enveloppe
veilig in zijn jaszak had zitten, vertelde hij zijn
verblufte vereerders, dat het hem' hier niet veilig
genoeg was: hij gaat elders een huisje bouwen in
't goedkooper buitenland, 't Is fraai. Maar ja, ro
manschrijvers zijn alevel vreemdsoortige men
schen. Anders zou men ze ook geen 5000 aan
bieden. Ik wacht er tevergeefs op.
170
heidenen, die er de betekenis van vreugdevuren
aan gaven. De R.K. kerk heeft dn de achtste eéu'<.
getracht deze heidense gebruiken te verbieden;
maar aangezien vroeger, evenals thans, het aan
steken van vuren een grote vreugde was ,zijn din
kerkelijke pogingen vergeefs geweest en ten slotte
heeft de kerk er een christelijke betekenis aan
trachten te geven en zo bleven zij bestaan.
Het z.g.n. vuurtje-stoken zit ons, Hollanders, toch
immers in het bloed en het is opmerkelijk de
grote liefhebberij gade te slaan waarmede oud en
jong reeds maanden vóór Pasen bezig is om alles
wat men te missen heeft aan hout en ander brand
baar materiaal op wagens en kruiwagens te
brengen naar de plaats, waar het Paasvuur zal
worden ontstoken.
In Lochem is deze plaats de Zandkuil, gelegen
aan de voet van de Paasberg. De naam van déze
bescheiden berg zegt ons al, dat in de oudheid
deze plaats het terrein was voor de Paasvieringen.
Door de hoge ligging van Lochem wordt men in
staat gesteld om de gehele omtrek af te kijken.
Van de Paasberg af kan men nl. de vuren zien
in de richtingen Borculo, Ruurlo, Vorden, Bar-
chem, Zutfen, Almen, Gorssel, Deventer, Markelo,
Holten, Rijssen, Diepenheim enz., enz. Op wel 50
plaatsen ziet men de rosse gloed tegen de donkere
hemel.
CHRISTUS IS OPGESTAAN
Christus is opgestaan!
Zijn smaadheid geweken
Zijn glorié gebleken
Zijn trouw verstaan.
Christus is_ opgestaan!
De vloek is verdwenen
de zege vqrsghenen.
Oneemt haar aan!
Christus is opgestaan!
Nu wordt ons het sterven:
den hemel beërven.
Hij brak ons baan.
Christus is opgestaan,
de dood overwonnen,
het leven begonnen!
Bidt Hem dan aan!
Naar Dr A. J. Th. Jonker)
EEN POSTZEGELMAPJE
2e. De vier hoeken naar binnen vouwen tot aan
de middellijn AB (fig. 2).
3e. De punten A en B worden weer naar binnen
gevouwen, zodat ze de lijn e.f. raken (fig.3).
4e. Dit dubbele deel wordt nu nogmaals naar bin
nen geslagen tot aan de middellijn CD, waarbij
men fig. 4 krijgt en dan vouwt men dé twee uit
einden volgens de stippellijn om, maar nu niet
naar binnen, maar naar buiten, dus naar de
achterzijde toe. Zo krijgt men fig. 5.
Een aardig postzegelmapje. Men heeft niets an
ders nodig dan wat stevig papier. Lengte 12 cM.
Breedte 8 cM. Beter nog 16 bij 22 cM..
Het vouwen doe je aldus:
le. Volgens de middellijnen AB en DC. Dan vol
gens de lengite en de breedte (zie fig.).
5e. Ten slotte trekt men een der driehoekjes die
binnenin zitten uit het dubbele zakje en krijgt
men het aardige practische mapje met twee vak
jes, dat heel geschikt is om postzegels in te be
waren.
I. Twee vrouwen
4, 5, 2, 3 een handelsartikel.
4, 8, 1, 7 een muziekinstrument.
4, 2, 3 heet een woning.
6, 5, 3 een viervoetig ondier.
4, 5, 6 een berg in de woestijn.
4, 2, 1 een man die in de woestijn
't Geheel twee Bijbelse i
II. Wie ben ik?
In bijna ieder land ben ik of mijns gelijke te vin
den, verandert men mijn laatste letter, dan ben ik
de naam van een land, dat gij allen wel kent.
III. Wie kan dat?
Neem een deel vi
van een karper, een deel van een
i deel van een rtius en maak daar-
bloem.
FOUTENPLAATJE
OPLOSSING
van de raadsels in de vorige Kinderkrant
I. Kuiken, koken, kaken, kijken, keuken.
III. Zevenbergen. Als je van dit woord van 11
letters de laatste 6 letters (bergen) weglaat,
laat, dan houdt je 't woord zeven over.
IV. Hier heb-je vijf plaatsnamen, die uit de letters
van 't versje gevormd kunnen worden: Hee
renveen, Woerden, Zwolle, Tiel, Dieren.
OPLOSSING
Dr Pelikaan zit in z'n kamer de Van de rebus in de vorige Kinderkrant.
krant te lezen. Er zijn in deze
tekening zes fouten gemaakt. Zoek Zelfc ,0 midden yan de gewidlligste be2ighcden
ze eens op. Volgende week de ig het huiselijk geluk de grondslag van een gezc-
oplossmg. gend ]0ven
EEN AVONTUUR VAN
BLAFFIE, DE HOND
15)
Overtuigd dat er nergens gevaar
dreigde sprong hij op en gluurde
in 't hol. Hij keek wreef zich de
ogen uit keek nogeensNiemand
in de hele wereld kon ooit meer ver
baasd zijn dan Roodhaartje op dat
ogenblik. Er was geen kip! Rood
haartje kon het niet geloven. Hij wilde
het niet geloven. De kip moest er im
mers zijn! Maar het enige wat hij
zag, was een veer. De kip was ver
dwenen! Roodhaartjes dromen over
een feestmaaltijd verdwenen als
sneeuw voor de zon. Inplaats daarvan
kwamen boze gedachten bij hem op.
dat er iemand was geweest. Rood
haartje keek haastig en angstig om
zich heen. Er was niemand in de
buurt en geen enkel spoor wees er op,
dat er imand was geweest. Rood
haartjes boosheid maakte plaats voor
verwondering en vrees. Hoe was het
mogelijk, dat iemand een kip wegnam
en geen' spoor achter liet? En hoe kon
die kip er anders uitkomen? Rood
haartje vond het een beetje griezelig.
XL. Waar was de kip?
Roodhaartje was wel gewend aan al
lerlei vreemde gebeurtenissen, en hij
behoefde meestal niet lang naar het
hoe en waarom te raden. Het moest
al een heel knap iemand zijn, die hem
lang voor de gek kon houden. Maar
deze keer liet zijn verstand hem toch
in de steek. De kip was verdwenen
zonder één enkel spoor achter te laten.
Roodhaartje's eerste gedachte was, dat
de boer van wien hij de kip had ge
stolen het schuilplaatsje had ontdekt.
Onmiddellijk begon hij met z'n
scherpe neus rond te snuffelen, langs
de boomstronk en in het hol. Maar
neen hoor, niet de minste geur van
een mens. Hij sprong op de grond en
rende de boomstronk rond, al snuf
felend, snuffelend. Het enige wat hij
rook was de geur van Blaffie en
Blaffie had de kip niet genomen, dat
wist hij heel zeker.
Roodhaartje werd een beetje bang
voor die boomstronk. Hij was bang
voor geheimzinnige dingen en dit was
toch wel héél geheimzinnig: een kip.
die zomaar verdween en nergens een
spoor 'achter liet. Roodhaartje ging
op een afstand zitten en dacht diep
en erristig na. Het was allemaal zo
geheimzinnig, "dat het wel leek of hij
droomde. Maar hij wist zeker, dat hij
wakker was. Ja, het was zo, de kip
was weg en het had geen nut er lang
over te denken, hoe dat mogelijk was.
En waren nog meer kippen op die
boerderij. Hij zou weer terug gaar
en proberen er nog een te vangen.
Hij liep het moeras weer door, maar
aan de overkant rook hij het spoor
van den boer. Al gauw ontdekte hij
dat de boer Blaffie was nagelopen tot
aan de rand van het moeras en toen
was teruggekeerd.
Begerig keek Roodhaartje naar het
erf. Waar waren de kippen? Ook ver
dwenen! Niet een was er te zien. Die
verdwijning begreep hij wel! Hij
hoorde de hen kraaien. Het geluid
kwam uit het kippenhok. Al de kip
pen waren opgesloten! De boer had
natuurlijk wel verwacht, dat Rood
haartje zou terugkomen en hij was
niet van zins, nog meer kippen te
verliezen.
Jankend van teleursteüling keerde
Roodhaartje zijn rug naar de boer
derij en verdween in de bossen.
XLI. Wat Zwartveertje zag
Toch was er wel iemand, die wist,
dat er niets geheimzinnigs met de
kip van Roodhaartje was gebeurd. Er
waren er zelfs twee, die dat wisten.
Eén van die twee was Zwartveertje.
Toen de Boer en Blaffie op Zwavt-
veertje's geschreeuw naar buiten wa
ren gekomen, zat Zwartveertje boven
in een boom te kijken hoe het zou af
lopen.
Alles ging zoals hij gehoopt had.
(Wordt vervolgd
179