HET ITALIAANSCHE IMPERIUM Militaire kracht en politieke verhoudingen Graaf Galeazzo Ciano, minister van buiten- landsche zaken van het fascistische Italië II (Slot) WIE de kwestie wil bestudeeren, wat Italië militair waard is, moet beginnen met te letten op zijn ligging. Deze is ongunstig: lange kusten, die bloot liggen voor aanvallen en lan dingspogingen, geen rechtstreeksche verbindingen tusschen de Adriatische en de Ligurische en Thyr- rheensche havens. Zij is echter ook gunstig: Italië verdeelt de Middellandsche Zee in tweeën, be- heerscht de doorvaart tusschen beide bekkens, kan het gebied gemakkelijk verdedigen van uit zijn centra door middel van het luchtwapen. Met geweldige hartstocht heeft Mussolini zich geworpen op de uitbreiding en vervolmaking van zijn militaire luchtvloot, daarbij volgende de weg reeds vóór jaren door generaal Doubet aan Italië gewezen. Terwijl Engeland e.a. voort gingen met slagsche pen te bouwen, monsters van 35.000 ton, die mil- ïioenen bij millioenen kostten, bouwde Italië. vliegtuigen. En ook hier weer had de Duce geluk: hij vond den man, die het fascisme in letterlijken zin vleugels geven kon: Italo Balbo! Balbo steunde de civiele luchtvaart door voor Italiaansche vliegtuigen in andere landen het landingsrecht te bedingen in ruil voor het ge bruik der onmisbare Italiaansche havens. Balbo vereenigde voorts de Italiaansche vliegers in een corporatie, een soort secte voor welke al leen de grootheid van het vaderland doel des levens is. Vóór zijn 30e jaar mag geen Italiaan sche vlieger trouwen. De opleiding tot militair vlieger gaat langs deze lijn: in Orbetello leert hij de Duitsche instrumenten gebruiken (Askania- kompas .Telefunken-peiler e.d.). Dan gaat hij naar Guidonia, de acrobatiek-school, waar de leerling tevens voor hoogtevluchten wordt opgeleid. Ten slotte komt dan iedere Italiaansche vliegerofficier te Desenzano, waar hij 1000 km. per uur tracht te maken. De tocht van 1933 over het Noordelijk bekken van de Atlantische Oceaan was Balbo's generale repetitie voor Italië's luchtwaardigheid". De eerste opvoering zelf had in Abessinië plaats. Tot de overwinning in Oost-Afrika hebben de Italiaan sche vliegers in beslissende mate bijgedragen. In November 1936 werden 140 millioen lire be schikbaar gesteld voor nieuwe vliegvelden in de Po-vlakte enz., er werden scholen opgericht voor parachuitespringers, er werd een „Opperste lucht- raad" geïnstalleerdMaar dit alles is slechts een element van het geheel. In de zitting van 1 op 2 Maart 1937 besloot de Groote Fascistische Raad tot algeheele militarisatie van alle actieve krachten der natie tusschen 18 en 55 jaar en ver klaarde „dat in geval van nood de civiele be hoeften geheel ten gunste van de militaire op geofferd zouden moeten worden". Echter: al heeft Italië zich speciaal toegelegd op de uitbreiding zijner luchtvloot en van zijn leger, het wil allerminst zeggen, dat het zijn oorlogs vloot verwaarloost! De aanbouw der twee 35.000 tons slagschepen Vittorio en Littoria bewijst wel anders! In de zomer van 1935 liet Mussolini tien nieuwe onderzeebooten op stapel zetten, waar door hij 85 eenheden van dit wapen zal hebben. „Dr Parkes vreest in de eerste plaats schrijft Zischka Italië's onderzeeërs en de verbazend snelle torpedo-motorbooten; hij verklaart, dat de luchtafweerinrichtingen van de Italiaansche ma rine huizenhoog boven die der Engelsche staan, dat in het algemeen, ondanks hun veel grootere tonnage, Engelands slagschepen in de Middelland sche Zee „buitengewoon voorzichtig zouden moe ten zijn"." Bij de beoordeeling van de militaire sterkte van een natie moet ook aandacht geschonken worden aan zijn handelsvloot. Handel is het middel om geld te verdienen, grondstoffen in te voeren en fabrikaten uit te voeren. Maar een uitgebreide handelsvloot kan ook onmisbare diensten ver richten voor het transporteeren van troepen, oor logsmateriaal enz. in oorlogstijd. Mussolini heeft de Italiaansche koopvaardij ge maakt tot een min of meer officieele aangelegen heid. Alle bedrijven zijn ondergebracht in vijf door de Staart gecontroleerde maatschappijen. Er werd een reusachtig nieuwbouw-programma op gesteld, maardat alles kost geld en Italië's financieele reserves zijn zwak! Nog altijd is Ita lië's handelsvloot 600.000 ton kleiner dan de Duitsche en minder dan èèn vijfde van de Britsche Maar afgedacht van de waarschijnlijke onmoge lijkheid, waarin zich Italië bevindt, deze achter stand ooit in te halen, Italië's macht is eng be grensd: Malta, Gibraltar en Suez! En al zou Malta „de doorn in de hiel van de Italiaansche laars", een onneembaar geachte sterkte, vanuit de lucht vernietigd kunnen worden, Gibraltar snijdt Italië's verbinding met de Atlantische Oceaan, Suez met Abessinië af. Is Gibraltar waarlijk onneembaar? De Duitsche U-booten drongen door de afsluiting in de Mid-« dellandsche Zee en vice-admiraal Osborne, voor heen leider van de inlichtingendienst der Engel sche vloot verklaarde in 1936, dat z.i. Gibraltar in een oorlog, waarin Spanje zou staan aan de zijde van Engelands tegenstanders, thans niet meer te houden zou zijn. Ofschoon de acten van 29 October 1883 bepalen, dat geen oorlogsdaad in het gebied van heit Suez- kanaal en zijn toegangshavens mag worden uit gevoerd, werden Duitsche en Oostenrijksche sche pen er tijdens de wereldoorlog vastgehouden en hun bemanning gevangen genomen. Een oorlog tusschen Engeland en Italië, de groote machten, tusschen welke reeds een nog onbloedige strijd plaaits vindt om de heerschappij over de oude wereldzee, zoo niet nog meer, zou zeker voor een belangrijk deel uitgevochten worden rond het Suezkanaal. En Engeland bezit Cyprus, dat het thans op korte termijn geheel als militair steun punt inricht. Welke zijn Italië's steunpunten, om het behoud van zijn zoo moeizaam en bloedig verworven nieuw imperium te verzekeren? Ten eerste Albanië. Dat land, dat vroeger machte loos was, niet meer dan een geografisch begrip, is door Italië op de been geholpen, maar nu ook van Italië grootendeels afhankelijk. Het goud van de Albaneesche Staatsbank bijv. ligt.in Rome! Toch kan Italië niet volkomen zeker zijn van dit belangrijke strategische punt naar bet oosten: voor alles heeft het tijd noodig, om het bezit te verstevigen en uit te breiden. Met Joego-Slavië sloot Italië een verdrag, dat volgens Ciano een nieuw tijdperk inluidde. Met Hongarije, met Bulgarije, met Turkije kwam Ita lië in vriendschappelijke betrekkingen. Naar het Oosten zijn echter Roemenië en Grie kenland voor Italië nog onberekenbare krachten. Met name Griekenland. Sinds Augustus 1936 staat dit land onder de dictatuur van generaal Metaxas en daarmee aldus Zischka schijnen de plan nen van een „zelfstandig", Italiaansch gezind Kreta even ver op den achtergrond gedrongen te zijn als de plannen van een „zelfstandig" Kroatië. Niettegenstaande alle versterkingen in de Dodqi canesus, niettegenstaande nieuwe vriendschappen blijft alles in het oostelijk deel der Middelland sche Zee toch nog onbestemd." In het westen heeft de Italiaansche invloed die van Frankrijk en Engeland van de Balearen terug gedrongen. Natuurlijk zal de regeering-Francö geen gebied afstaan. „Er zijn geen Italiaansche soldaten op de Balearen, maar de geest van het* fascisme heeft de eilanden veroverd. De Balearen zijn van de lijst der vijandelijke stellingen ge schrapt." Zéér ingewikkeld en gevaarlijk liggen de Engel sche, Fransche en Italiaansche belangen en in vloeden rond de Middellandsche Zee verstrengeld. Daarbij: ook in Afrika zijn de wrijvingsvlakken tusschen deze drie landen vele. Italië werd door zijn bondgenooten in de Wereld oorlog beetgenomen: bij het Verdrag van Londen 26 April 1915, werden aan Italië toegezegd in ruil1 voor zyn deelname aan de oorlog de Duitsch- Afrikaansche koloniën. „Londen en Parijs hadden Kameroen min of meer nadrukkelijk aan Rome! beloofd. Maar toen het vrede werd, was de be lofte vergeten. Italië had immers Libye. Nu heeft Italië Abessinië genomen en is bezig van Libye te maken een springplank naar Egypte, een landweg naar Ethiopië. Libye! „Een ontzettend klimaat. Onvruchtbare woestijnen. Een Berberbevolking, die al wat vreemd is, haat als de duivel, 650.000 andere in boorlingen, die voor 't grootste deel ziek zijn, meestal tuberculeus. Overal in armoedige, uit blikresten en lompen, verbogen latten en huiden samengeflanste tenten, hokken blinden: trachoom." Libye is arm maar van bizondere strategische waarde. Snijdt de lijn RomeTripolisAddis Abeba niet de lijn GibraltarSuezMadras? Was de benoeming van Balbo tot gouverneur van Li bye dan toch geen „verbanning", maar een onder scheiding, zooals alleen aan mannen van formaat en durf ten deel valt? In een mogelijke strijd met Engeland om Oost-Afrika beteekent het Libye van thans met zijn militaire autowegen, vlieg velden enz. een open weg naar Ehiopië, mocht de deur aan het Suezkanaal worden dichtgeworpen. Hoe zou echter in een dusdanig conflict die groote, donkere en onberekenbare macht van het Moham medanisme zich houden? Reeds in 1928 had Mus- De lichting 1915 wordt soldaat. Jonge Romeinsche recruten, die tijdens den Abessijnschen oorlog werden opgeleid voor den militairen dienst, trekken geestdriftig door de straten van Rome. Borden met protesten tegen de sancties worden meegedragen. 138 Het zwaard van den Islam. Op zijn reis door Libyë werd den Duce bij Tripolis plechtig „het zwaard van den Islam" overhandigd. Deze symbo lische handeling heeft veel opzien gebaard, geestdrift en tevens protesten verwekt. .solini Italië „een vriend der Mohammedaansche wereld" genoemd, „omdat het zich zei hij van zijn taak als Muzelmansche macht bewust is." Dat Italië Libye niet alleen met de ijzeren vuist heeft weten te onderwerpen, doch ook met vriendschap vermag te regeeren, wordt dagelijks duidelijker. Prins Caramandi kreeg titel en bezit terug enIn de duinen voor Tripolis galop peerde hij aan het hoofd van 200 Mohammedaan sche edelen Mussolini tegemoeit en overhandigde hem plechtig het zwaard van den Islam...." Uitermate belangwekkend is ook weer Zischka's nieuwe boek. Het is geschreven met een kennis van feiten en verhoudingen, welke gemeenlijk alleen bij diplomaten wordt aangetroffen, met smaak en zwier als eigen zijn aan begaafde journalisten. Zischka kiest geen partij, hij stelt alleen de diagnose. Hij peilt heit heden en tracht de toekomstmogelijkheden te construeeren. Feit is, dat Ialië en Engeland op dit moment de landen zijn, waarvan oorlog en vrede in ons werelddeel in eerste instantie afhangen. Voor beide landen is de groote vraag of zij elkaar wil len leeren begrijpen.... verdragen en.... erken nen of dat zij elkaar willen vernietigen. In het laatste geval is het duidelijk, dat Europa staat aan de rand van een peilloos diepe afgrond, het Oostersch gevaar voor de koloniale mogendheden, ook Nederland ,zal er acuut door worden, het communisme zal zijn kans grijpen tot wereld revolutie Heerlijk is heit, dat er thans, nu de Volkenbondi Eden dit niet langer in de weg staat, rechtstreeksche onderhandelingen zijn begonnen tusschen de groote stille tegenstanders, onderhan delingen welke onder Gods zegen kunnen leiden tot oplossing der bestaande moeilijkheden. Bij een oorlog heeft Engeland niets te winnen enkel te verliezen, zooals het door de wereldoorlog ondanks de overwinning, onberekenbaar verloren heeft. Bij een oorlog heeft ook Italië niets te winnen maar veel te verliezen. „Nog schrijft Zischka gelooft Engeland in Italië zijn doodsvijand te moeten zien, zooals Frankrijk in Duitschland den eeuwigen tegen stander ziet. Maar moet dat zoo blijven? Zullen toch niet eindelijk ook de „rijken" leeren, dat de wereld niet blijft stilstaan, zullen zij dan niet de gebeurtenissen van de laatste halve eeuw begrij pen en eindelijk inzien, waartoe nood en onder drukking, afgunst en verkeerd begrip moeten leiden?" M. J. LEENDERTSÊ. DE ONTWIKKELING VAN HET ZEEPAARDJE DOOR C. VAN DUIJN JR. water-aquarium gemakkelijk in leven gehouden worden; zeepaardjes uit de Middellandsche Zee zijn meestal makkelijker te krijgen, doch deze hebben een verwarmd aquarium noodig en ver- eischen meer zorg. Als voedsel zijn vooral Tubifex en roode muggen- larven zeer geschikt, hoewel bij gebrek hieraan ook cyclops en desnoods daphnia in kleine hoe veelheid tegelijk gegeven kunnen worden. Deze leven echter zeer kort in zeewater. Hoe eigenaardig het zeepaardje al is in zijn uiterlijk, toch is hat nog veel eigenaardiger in zyn broedgewoonten. Na een kort liefdesspel waarbij beide dieren met naar elkaar gerichte kop pen als het ware dansen deponeert het wijfje haar eit jes, telkens met enkele te gelijk, in een soort zak, wel ke zich be vindt in den buik van het mannetjeHet wijfje trekt zich, na zich op die wijze van haar kuit ontdaan te hebben, nergens meer ie laat alle zorg voor het voldragen en de hieruit komende jongen ov echitgenoot. Reeds in het begin van den paartijd verkrijgt de broedzak van de mannetjes een sponsachtige strucituur, terwijl talrijke kleine bloedvaatjes, capillairen, erin doordringen. Wanneer de eitjes in de broedruimte zijn' aangekomen, worden ze gedeeltelijk ingebet in het weefsel, waarmede de geheele broedruimte bekleed is en komen hiermede dus in vaste verbinding te staan. De dunne eivliezen barsten, waardoor een nog meer direct contact van het zich ontwikkelende em bryo melt het omgevende weefsel wordt verkre gen. Een dergelijke embryo, nog opgerold en wel, is te zien links op afb. 2, welke evenals de nog volgende mikro-foto's bij een tienvoudige verigrooting werd opgenomen. Evenals dit bij andere visschen het geval is, worden de jonge zeepaardjes tijdens hun em bryonale ontwikkefling voorzien van een dooier- zak, welke hen van het voor die ontwikkeling benoodigde voedsel voorziet. Gezien het zeer Afb. 2. Twee jonge embryo's van het zeepaardje. haar nauwe contact tusschen hef omhullende bekleedings- weefsel van den wand van de broedruimte is het buiten kijf, dat de jonge embryo's ook voedings stoffen toege voerd krijgen door de rijke lijk in dit weefsel aan wezige bloed- capillairen. Hoe belangrijk het is, dat de eitjes niet alleen goed en wél in den broedzak van het mannetje belanden, doch vooral, dat ze stevig in het weefsel worden ingebed, moge blijken uit het feit, dat eitjes, die onverhoopt geen gelegenheid krijgen om in het broedzak- weefsel te worden vastgehecht, eerst verschrom pelen en daarna langzamerhand geheel worden het Deze groote maite van contact tusschen de weef sels van den vader en de zich in de broedruimte bevindende embryo's werd net eerst ontdekt door den Franschman Dufosse. De bevruchting van de eitjes vindt plaats op het oogenblik, dat ze door de opening, welke tot de broedruimte toegang geeft, passeeren. De drach- tigheidsduur bedraagt ongeveer 45 dagen. Te oordeelen naar de gedragingen van het man netje schijnt het loozen van de jongen naar bui ten niét bijzonder gemakkelijk te gaan. Het diertje geeft alle teekenen van zich onwel gevoe len. Door spiercontracties, gepaard gaande met het wrijven, worden in totaal omtrent 200 jonge „zeeveulens" te voorschijn gebracht. De spiercontracties gaan nog een tijdlang door, nadat 't laat ste jong is ge loosd. De ope ning, die van buiten tot de broedbuidel toegang geeft, sluit zich dan langzamerhand De bij dit ar tikel afgedruk te mikrofoto's toonen ver schillende op eenvolgende stadia in de ontwikkeling van de zeepaardjes. Links op afb. 2 is, zooals reeds aangehaald, een reeds flink ontwikkeld, doch toch nog opgerold in het broedzakbekleedings- weefsel liggend embryo zichtbaar. Het rechts op dezelfde foto afgebeelde exemplaar is al iets verder ontwikkeld en gestrekt. De afbeeldingen 3 en 4 toonen twee latere sta dia van ontwikkeling. In beide gevallen kan men aan den buik duidelijk den naar voren gewelfden dooierzak zien. Beide embryo's bevinden zich nog in de broedruimte. De eerste week na het verlaten van den broed buidel zwemmen de jonge zeepaardjes met hun lichaam in horizontale houding aan de opper vlakte van het water (ongeveer in een houding als het embryo op afbeelding 3 heeft). Wan neer hun vorm echter eenigs- anderen ver huizen ze naar wat dieper wa ter en nemen dan ook bij het zwemmen niet langer een horizontale houding aan (Afb. 5). De jonge zee paardjes voe den zich gedu rende den eer sten tijd van hun zelfstandig leven met infuso ria, uiterst kleine ééncellige diertjes, welke ir grooten getale in het water voorkomen; wat later ook met de larven van koppootkreeftjes, welke in volwassen staalt het voornaamste na tuurlijke voedsel van de groote zeepaardjes uit maken. In aquaria vormt de voedselkwestie van de jonge diertjes de grootste moeilijkheid bij de pogingen om hen groot te brengen. De meeste broedsels sterven in ongeveer een week tenge volge van voedselgebrek. Slaagt men er echter in, hen door de eerste maand heen te krijgen, dan is het ergste leed geleden, daar ze dan met ge makkelijker te bekomen voedseldiertjes in leven gehouden kunnen worden. Afb. 5. Jong zeepaardje. Li?9 VAN de talloze visschers welke vaak m aquaria in zoölogische instellingen regelmatig te zien zijn, behooren de zeepaardjes zeker wel tot degenen, welke de aandacht van het publiek het meest weten te boeien, en wel het meest door hun eigenaardig uiterlijk, waarbij de horizontaal gehouden, op een paardenkop gelijkende kop het meeat opvalt. Weinig vermoedt de doorsnee beschouwer, dat het zeepaardje er broedgewoonten op na houdt, zóó merkwaardig, dat zij een unicum vormen in de dierenwereld. Ik wil trachten in dit artikel daarvan eenig idee te geven, doch alvorens daarmede te beginnen, allereerst iets over de bouw van het zeepaardje zelf. Een eerste merkwaardigheid is, dat de huid van hert; zeepaardje in plaats van met schubben, zoo als bij de meeste visschen, met beenplaatjes be dekt is. Deze dragen verschillende uitsteeksels, waarvan het totaal aantal varieert met de ver schillende soorten. Het vinnenstelsel van het zeepaardje is zeer weinig ontwik- keld; staart vinnen en buik vinnen ontbre ken bij de vol wassen dieren geheel. Daar tegenover staat dat de staart omgevormd is tot een pracht van een grijp- staart, die zich evenals de staart van een Afb. 1. Paar zeepaardjes. Repro ductie naar een kleurenfoto van Jean Painlevé te Parijs. schillende uit stekende voor werpen kan krommen, zoo dat het diertje zich hiermede uitstekend kan vasthouden. De beweeglijkheid is echter minder groot dan bij een apestaart, want de staart van het zeepaardje kan zich alleen maar naar voren krommen. Zeepaartjes kunnen ook heel goed in een kamer- apuarium worden gehouden, mits men zorgt voor goed, doorloopend gefilterd en doorlucht zee water, het beste kunstmatig samengesteld. Tak jes koraal en dergelijke, waaraan ze zich kunnen vasthouden zijn onontbeerlijk. Kan men zee paardjes van de Engelsche kust bekomen, dan kunnen deze in een gewoon, onverwarmd zee-«

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 14