KUNST EN LETTEREN Dr Ludwig Wüllner f Mijnhardtjes" zijn geen ronde, maar hartvormige cachets T OENSDAG 23 MAART' 193S DERDE BLAD PAG. 9 Arturo Toscanini Dirigeert het Residentie-Orkest LaE'.ste Concert van „Eruditio Musi ca'* Doelezaal, Rotterdam< Het. tweede optreden van Toscanini met het Residentie-Orkest nu in een „gewoon" concert van „Eruditio" stelt ons in staat, de voorstelling, die we de vorige maal in een uitvoerige beschouwing gaven, uit te breiden, nader te preciseeren en hier en daar te corrigeeren. Toscanini is buiten allen twijfel een orkestleider van de eerste grootte. Men mei :t dit niet zoo zeer aan zijn alles uit liet Imofd dirigeeren en aan de uitwendige mimiek zijn "handgebaren en armzwaaien zijn weinig interessant dan wel aan het kiankresultaat. Dit is werkelijk subliem. Natuurlijk: het Residentie-Orkest, dat we ten we al lang, is een bewonderenswaardig apparaat, een dirigent kan er zijn subtiel ste gevoelens en bedoelingen mee verwezen lijken. Het is samengesteld uit zeer kun dige vaklieden, die bovendien kostbare in strumenten bespelen. Maar T oscanini is slechts tevreden met de quintessence; deze brengt hij te voorschijn door zware, pijnlijk-conscicntieuze repetities, bovenal door liet onderhouden van een levend gees telijk contact. De hoogspanning, waarin hij zelf verkeert, brengt hij daardoor over op zijn musici. De vormschoonheid, de onberispelijke gaailieid der constructie ln de eerste plaats worden door dit contact bewerkstelligd. Iedere lijn, iedere figuur teekent zich met de scherpte van een neon-letter af: er gaat niet het allergeringste detail verloren. De prachtige blaasinstrumenten van het Haag- schc orkest hout en koper waarop Amsterdam jaloersch kan zijn en niet te vergeten liet unieke slagwerk, schitterden in volle schoonheid. Daarnaast frappeeren de gracieuze licht heid van het spel b.v. van de strijkers in het piano, hefc mezzo en de subtiele pianissimo's, de soepele, vloeiende beweeg lijkheid, de schier onwezenlijke accura tesse. Er ligt een zekere brutaliteit in deze klaarheid en transparance, even onbarm hartig en geraffineerd ontdekken de schijn werpers iedere lijn van het Stadhuisfront... Toscanini is dus een geweldige tech nicus, die den vorm, dank zij een bewon derenswaardig meesterschap, tot in de per fectie weet te reconstrueeren. Deze tot uiterste volmaaktheid gel reven vorm be zielt hij met een bijna demonische vitali teit ziedaar het geheim \an de onge ëvenaarde suggestie, die er van zijn direc tie op het puljIieH uitgaat. Men kan zich aan de macht van dit betooverend kalei- doscopische schouwspel want dat is in wezen het spel onder To scan in I's lei ding niet onttrekken: de spanning in de zaal is altijd voelbaar, is zelfs vaak be nauwend. Daarmee is het voornaamste gezegd. Want aan dit uiterlijk fel hypnotiseerendc klankenspel met deze wonderlijk varieeren- de kleurenpracht, ontbreekt een hart. Toscanini's directie openbaart niet het allercigcnlijkste wezen der muziek; ze is een sensatie, zéker, maar niet één, die iets blijvends achterlaat. We weten, dat hij\de Italianen en Wagner allervoortreffelijkst realiseert, maar die stonden deze lieer (Cherubini telt in dit opzicht niet mee) juist niet op het programma. Dit vermeld de Cherubini (Anakreon-ouverture), Hav dn (symphonie „Die Uhr"), Debus sy („Prélude l'apres-midi d'un faune"), D u k a s („L'apprenti sorcier") en Strauss („Tod und Verkliirung'J. Hay d n s symphonie met het verruk kelijk andante klonlc zeer bewogen, maar: op z'n Italiaansch; van de Oostenrijk- sche „Gemütlichkeit" was nieis te bespeu ren! Na Debussy's onsterfelijk werk gaf Toscanini sympathieke geste door niet voor het applaus te danken de volle hulde door aan den knappen fluitist Prins; het ocrgecstige symphonisch ge dicht van D u k a s (de w aterhalende be- D* waarborgen van dt Utrechtzijn een bolwerk van rust en veiligheid voor ieder verzekerde 1 Eind 1936 bedroegen deze in totaal rond 134 millioen gulden! Vraagt inlichtingen. zemstelen van Goethe) ontketende né de fascineerendo uitvoering een orkaan van geestdrift, die nng heviger oplaaide na „Tori und Ycrklarung". Het verrukte publiek riep den vriende lijk dankenden maestro vele inabn terug- De zaal was geheel uitverkocht. y. W. Een machtig voordrachts kunstenaar Na een korte ziekte is de bekende Duitsche voordrager en zanger, dr Ludwig Wüllner overleden. Dr Ludwig Wüllner werd 19 Aug. 1858 geboren en bereikte dus bijna den ^leeftijd van tachtig jaar. Groote bekendheid genoot de overle dene door zijn onovertrefbare uitbeel- dingswijze in voordracht en door zang van wat groote kunstenaars dichtten of componeerden. Eerst trad hij enkel' in Duitschland op, en deed dat steeds geheel op eigen risico, d.w.z. hij maakte zelf het programma op en geen agenten of impresario's waven bij machte hem van zijn eens i r-orgenomcu plan af te brengen. ^Latcr bezocht hij ook andere landen en Marius Richters Zijn jubileumtentoonstelling Wij maakten al melding van Marius Richters' jubileumtentoonstelling in hei- Stedelijk Museum te Amsterdam. Het moet toch wel een verheuging voor 'den 60-jarigen Rotterdamschen kunstenaar zijn, dat hem de eer van deze tentoonstel ling te beurt vali. Een schilder als hij toch heeft iets te „vertellen" en is niet zoo vaak in zijn leven in de gelegenheid om eens ongestoord „alleen aan het woord" te zijn. Hier in het hoofdstedelijk museum, waar vijf zalen en een corridor zijn vól- gehangen met een keuze uit zijn werken, kan hij rustig tot den beschouwer spreken. Wij moeten hier dadelijk doen volgen dat zelfs voor iemand, die Richters' werk over het algemeen wel kent, van het zoo pu cn dan eens, stuk voor stuk, bekijken, dit overzicht van zijn werkzaamheid een openbaring is. Het is hier nu eens niet 's kunstenaars •knapheid en veelzijdigheid, welke het meeste treft, maar de persoonlijkheid, die ©p al dit werk haar stempel drukt en er een bijzonder karakter aan geeft. Zooals het werk van de reeds erkend grooten bij de beschouwing daarvan den belangstellende doet tasten naar den geest, die liet schiep, zóó doet de verzameling van een hedendaagsch schilder, die hier is bijeengebracht. Ook al spreekt Richters zich ln velerlei „genre" uit, men komt op een tentoonstel ling als deze onder den indruk van den diep-ernstigen, altijd naar den achtergrond der dingen speurenden geest. Het veel zijdige leven stormt overal waar hij zich bevindt, op hem aan. Hij behoeft niet naar onderwerpen te zoeken. Maar als een geval hem eenmaal grijpt dan grAaft hij er in, dringt hij er in door. En onverschillig wat liet is, hij herschept het tot iets waartegen over men wel eens even met voorbehoud kan staan, doch waarvan men toch meestal de groote kwaliteiten moet erkennen. Richters is in den grond van de zaak filosoof, religieus denker en bovendien schilder van groot formaat, iemand met buitengewone begaafdheid tot rake uit beelding van wat. in zijn geest leeft. Zijn groote schilderskwaliteiten overwel digen den bezoeker van zijn jubileumten toonstelling wellicht het meest in zijn be trekkelijk vroege werk, het machtige „Ha ventafereel", dat bestemd is geweest voor de Rotterdamsche Raadzaal. Zeker zit ook daarin reeds de psychologische visie op den mensch en de natuur. Alles leeft en be weegt ln dit prachtige blank geschilderde harmonieuse stuk, dat, toen we het beke ken, door iemand in onze omgeving met volle recht „een symphonie" werd ge noemd. Hoe diep betreurenswaard^ is het feit, dat in „normale" omstandigheden dit groote hedendaagsche kunstwerk, dat voor ieder te begrijpen en te doorvoelen is, er gens in ons museum opgerold staat! Nooit nog heeft een schilder op zóó treffend juis te en grootsche wijze de Rotterdamsche haven in een harer meest kenmerkende elepienten ■weergegeven. Na de periode waarin dit machtige doek ontstaan is, heeft Richters' denkers- en schildersleven zich gekenmerkt door gees telijke verdieping zoowel als door techni sche vervolmaking. Zijn gebrandschilderd glas Inzonder heid dat voor de Zuiderkerk te Rotterdam is er een monumentale uiting van. Maar hetzelfde proces is te volgen in zijn zelf portretten, zooals „de Vreemdeling'', de „Onnutte dienstknecht" en andere, die hier niet te zien zijn. Hierin ziet de schilder, in zijn zelftoetsing aan de Bijbel6Che idealen, zich herhaaldelijk als vertegenwoordiger van een zondige levenshouding. Iets zeer kenmerkends voor zijn geeste lijke „constructie'' is de manier, waarop hij den Christus ziet in onzen tijd. Hij toont daarin verwantschap met de primitieve Vlaamsohe kunst, al werkt hij cïe hieraan ontspruitende gedachten op andere wijze uit. Zijn eerste Christusraam in de Zuiderkerk Richters* groote „Haventafereel" spreekt van deze denkwijze en zijn Apostel en Profetenramen m.et hedendaagsche fi guren en emblemen toonen hetzelfde stre ven. Zeer krachtig wordt het in zijn figuur stukken als „Armen van Geest" en bepaald fel in de „Bespotting": een bijtende aan klacht tegen de hedendaagsche wereld. Richters maakte snikken als deze volkomen uit eigen verbeelding en niet een strekking aan eigen geestesleven ontsproten. Hij ging in dit genre nog verder toen hij twee van zijn laatste composities schiep: „De talenten" en „Opsi'andigcn". De eerstgenoem de is geïnspireerd op de bekende gelijkenis, die men echter er in terugvindt als gezien door het prisma van dezen kunstenaarsgeest. De andere is een sterke symboliek van de houding der huidige menechhcid, welke mid den in den overvloed den Almachtige met woedend geheven vuisten dreigt en vloekt. In Richters' werk spreekt ook vaak de neiging tot synthetiseeren. Een bijzondere staal daarvan is het zeer recente drieluik met „Geboorte", „Piëta" en „Inhuldiging". De geboorte wordt voorgesteld met gelijk tijdige aanbidding door wijzen en herders. Op de „Piëta" omvangt Maria Magdalena Jezus' voeten waarover haar diohte lokken vallen en temidden van het Hem omstuwen de „hosanna" weent Jezus niet beide han den voor de oogen over Jeruzalem. Dit drieluik is op perkament geschil derd: een nieuwe techniek, die Riohters zich den laatsten tijd heeft eigen gemaakt en waarin hij begonnen is met havenge zichten! Eenige. zeer mooie stalen hiervan zijn op de tentoonstelling te zien. Ook ontbreken er de landschap pen niei" en ze komen er zelfs voortreffelijk uit, omdat er nu de eenheid, het verband in te zien is. Breed en groot ziet Richters meest zijn geliefd Zuidhol- landsch landschap: verre, wijkende horizonten en de landerijen, laag en vlak, mev waterpartijen, telkens door ander licht beschenen, al naar den tijd van het jaar. In dit deel van zijn werk is Richters al even min bij het uiterlijke stil blijven staan, maar heeft hij door de din gen heen gekeken. En tenslotte zijn nog zijn kloeke portretten te vermelden. Er zijn er verscheidene op deze expositie uit vroegeren en lateren tijd, vlot op het doek geworpen en andere mi- nirieus geschilderde, maar steeds den levenden persoon op karakte ristieke wijze weergevend. Nog deze week uit is deze zeer belangrijke jubileum-tentoonstelling te Amsterdam geopend. Het was te wenschen, dat ook hec Rotterdam sche publiek in de gelegenheid kon worden gesteld haar te zien. gaf aan duizenden en duizenden genotvol le uren. Zijn eerste optreden in hot buitenland was in 1902 te Rotterdam, waar bij de heeren, die hem hadden uigenoodigd, om dat ze van zijn groote succes in Berlijn hadden gehoord, in groorc vei tegenheid bracht. Ze hadden bedoeld, dat hij zou voordragen en hij zond drie groepen liede ren, die hij wilde zingen. Men schreef terug, dat men geen liederen wenschte, doch hij bleef, zooals alt'.jd bij zijn voor nemen. Geen der uitnoodlgende hoeren, een drietal artisten, die zelf ook optraden, waren aanwezig om hem ontvangen. Ze waren buitengewoon verstoord op hem Alleen Coeni'aad Bos. de nekende pianist, die hem begeleidde, was in de solisten- kamer. De eerste ontvangst van het publiek was koelljes, maar na het tweede lied, „Erl- könig" van Schubert, wa3 het publick niet te houden en barstte een gejubel los als Holland nooit meemaakte. Zijn eerste succes te Rotterdam ver spreidde zich dadelijk door het land en spoedig werd hij ook overal in het buiten land genoemd. Gevolg was, dat hij uit ge heel Europa aanbiedingen kreeg. Na Nederland bezocht hij Scandinavië, daarna, in 1906, Rusland. Op eigen initia tief ging hij in 1908 naar Amerika, wat bekende Amerikaansche impresario's hem afraadden. Ze meenden het Amerikaansche publiek te kennen. Maar ze hadden het mis. Wüllners verblijf in Amerika was een groot succes. Steeds was Coenraad Bos de pianist, die hem begeleidde en die verder alles voor hem deed, ook de journalisten, die Wüll ner nooit wilde ontvangen, met fantasti sche verhalen opscheepte. Dr Wüllner is een Westfaal. Zijn groot vader was een Westfaalsche. boer, die ging studeeren en op 28-jarigen leeftijd direc teur van een gymnasium te Keulen werd. Diens zoon, de vader van Ludwig, was kapelmeester en had o.a. Mengelberg onder zijn leerlingen. De overledene genoot groote naam door het voordragen van gedichten van Goethe en Schiller, van das Hexenlied. van An- dersens sprookjes en van Schuberts lie deren. Voorts mocht de Commissaris der Konin gin in de provincie Groningen gister van een vaderlandslievende familie in Gio- ningen f 1500,ontvanzen als vrijwillige bijdrage voor de landsverdediging. Het bedrag is aan den Minister van De fensie overgemaakt. „Wij willen Holland houden" Weer tal van vrijwillige bijdragen voor Defensie Niet wachten tot morgen De Minister van Defensie deelt mede, dat de volgende vrijwillige bijdragen werden ontvangen: f 10.— (chèque). Wij willen ons zelf zijn en blijven. 1 100,—. Dat is heelemaal geen vraag: in het belastingbetalen zijn we allemaal traag, maar 'n extraatje vóór onze zelfstandigheid graag, en niet wachten tot morgen, doe net vandaag. Beursman. f 50,(chèque) Arts te Rotterdam, f 100,—. Nu de Regeering terecht een offer geëischt heeft van vele jonge man nen acht ik het een eere-plicht van andere landgenooter. vrijwillig en naar eigen ui- zicht een offer te brengen: een plicht van eiken Staatsburger. f 1.—. Het is mij gelukt op den 'duur een kleinigheid af en toe uit te zuinigen op mijn steun en kolengeld. Holland kan nooit genoeg voor Nederland doen. Een arm lastige. f 10.(chèque). Voor de hopelijke on- noodige verdediging .van ons dierbaar grondgebied. N. N. f 0.25 (postzegels). Een voortrekker, f 2500.— (chèque). Ter versterking onzer luchtverdediging ,in de hoop, dat alle lagen der bevolkine- een spontaan offer zullen brengen. Nederlander. f 10Van een weduwe van een rijks ambtenaar. f 10,Getroffen door het voorbeeld van eenige landgenooten en gehecht aan de tra- ditioneele volksvrijheden, gaarne een extra offer. Dienstplichtig notarisklerk. f 100,Opdat wij waardige nakomelin gen zullen blijken te zijn van de helden, die eens onze vrijheid hebben bevochten. N. N. f 10,j Bijdrage uit Den Helder< f 10.In de hoop ons Vaderland vooralle tegenspoed te behoeden. Een Nederlan der. PROT. CHR. MIJNWERKERS De herdenking van het 20-jarig bestaan Opwekkende rede van den heer A. Stapelkamp OP de vergadering te Heerlen ter gelegenheid van het 20-jarig be staan van de Prot. Chr. Mijnwerkers- bond, heeft de heer A. Stapelkamp, voorzitter van het C.N.V., een opwek kend woord gesproken, Na een kort historisch overzicht, zeide spr., dat het ledental van den Bond tot 1000 moet stijgen (thans 490). Niet het zoeken van eigenbelang mag vooropstaan. Trouw aan 't be ginsel. dat moe ten de leden voor oogen houden. Al heeft de P.C.M.B. de periode van de kinderziekten ge lukkig thans door slaan, waakzaam heid blijft gebo den. In dit band wees spr. er in dat de afdee- ingsbesturen en net hoofdbestuur meer stabiliteit moeten te zien geven en minder vaak van perso nen moeten wis- A. Stapelkamp selen. Aan het geheel zal dit ten goede komen. De P.C.M.B. trekke voorwaarts in vertrouwen op God. die 't ook in deze moeilijke tijden wel zal maken. Enkele huishoudelijke zaken werden ver volgens afgedaan. Het beleid van het hoofdbestuur werd goedgekeurd. Door de vergadering werd er op aangedrongen, dat 't Bondsorgaan regel matiger dan tot nog toe zal verschijnen. Het bestuur zegt toe stappen in deze rich ting te zullen doen; de afdeelingcn moeten echter zelf ook medewerking verleenen. De penningmeester J. Es hu is werd bij enkele candidaatsstelling herkozen, terwijl als nieuwe Bondsbestuursleden werden ge kozen: VV. Eshuis, A. Hummel en M. R u it e r. De jaarverslagen werden goedgekeurd. Het voorstel van de afdeeling Brunssum om niet meer dan twee leden uit één af deeling tot 't hoofdbestuur toe te laten, werd terugenomen. Eveneens 't voorstel van Lutterade over het toekennen van een vergoedine aan de afdeelingspenninjrmeesters. De afdeeling Sittard, die *t vormen van vakgroepen wen§chte te bevorderen, b.v. van stutters, van sleepers enz., nam ook haar voorstel terug. Een zelfde lot onderging 't voorstel van Terwinselen, die op elke af- deelingsvergadering een lid van 't hoofdbe stuur aanwezg wil hebben. Bij de Rondvraag wees de heer W. v. d. ONIIF.RDAG 24 MAART ILVKRSUM I. 187." cn 41S.5 M. AVRO-Ultecn- dliiK. S.0CI Gram.muziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram muziek. 10.30 Ensemble Jonny Kroon. 11.00 Kniples 11.30 Vervolg ensem ble Jonny Kroon. 13.30 AVRO-Dansorkest. 1.00 Orgel en piano en gram.platen. izièk. 4.00 Voor zieken en thuis^ttenden. 4.30 Orgelspel. 4.50 Voor de kindeaen. 5.30 Omroeporkest. 6.30 Sportpraatje. 7.1)0 Voor de kinderen. 7.05 Zangklas der Vereeniging „Zanglust". 7.30 Engelsche les. 8.00 Berich- NP. Mededeelingen, 8.15 Do Twilight Serenades. 9.00 Moderne zangdeclnmatle. 9.£0 Omroeporke* 10.00 Gna*).- UILVERSl'M II. 301.3 M. 8.000.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.0012.00 NCRV. 8.00— 9.15 en 10.00 Gram.muziek. 10.15 Morgen dienst. 10.45 Gram.muziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.09 Berichten. 12.15 KRO-Orkest en Gram.platen. 2.00 Handwerkuurtje. 2.55 Gram.muziek. 3.00 Voor de vrouw. 3.30 Gr.- muziek. 3 45 Bijlbellezlng. 4.45 Gram.muziek. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Piano duetten en Gram.muziek. 6.30 Causerie „Zoe- loe-Smith. de pionier van de Leger-des-Heil.s- Arbeid in Zoeloe-land". 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP.. Herhaling SOS-Berlch- ten. 8.15 Gram.muziek. 9.00 Lijdensmeditatie. (Om 10.00 Berichten ANP). 10.35 Gram.mue. 9.39 Chr. Koor ..Toewijding" en gram.platcn. 7.90 Orkest. 7.50 Variété. 9.40 Causerie. 9.45 Band. 10.20 Korte Kerkdienst. 10.40 Orkest 11.35 Orkest. RADIO-PARIS 1G4S M. 12.40 Orkest 3.05 Piano. 3.20 Zang. 5.20 Radlotooneel. 8 35 Zang. 8.50 „De Barbier van Sevllla", opera. KEFLEX 450 M. 7.50 Ensemble. 8.50 Plano. 9.30 Volkslied* ren. 11.20 Orkest 12.35 Orkest 3.20 Orkest 4.35 Blaas-Kamermuzlek. 6.30 Mandoline e:i cither. 7.30 Orkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.59 Cabaret. 1.00 Orkest. 1.50 Cabaret 5.20 Orkest 8.20 Orkes-i 7.35 Orkest. Prof. Dr. Willem Men» gelberg schrijft: ..Het Hammond-oreel is eer buitengewoon geperfectioneerd orgel-instrument een nieuw muziekinstru ment, hetwelk als Kerk-orgel en huls orgel, maar tevens als Conoert-orgel de volmaaktheid heeft be reikt". HAMMOND ORGELS N.V, Keizersgracht 684 Amsterdam V u u r s t op de a.s. verkiezingen voor de Fondscommissies. Met steun der R.K. Mijn- werkersbond is het niet onmogelijk meer dere Protestantsche fondsleden verkozen te krijgen. Ieder zij dus actief. l De vergadering werd on gebruikelijke wij ze gesloten. De leden van 'de Papanln-expeditie zijn 'na hun vermaarde tocht te Leningrad geestdriftig ontvangen. Op onze foto ziet men Papanin vergezeld van zijn echtge-. noote op hun zegetocht door de Russische hoofdstad. '(52 >.Ja, ik kan het niet helpen. Ik word bitter als ik denk aan al het geknoei en gekonkel van de lieve vromen. Ik noem een paar dingen, die mezelf troffen, maar kijk om je heen, zie en luister. In de kerkelijke regeeringen is minstens zoo veel kift, als in de wereldlijke. Bestudeer het gezicht van oom Brinkman eens, als hij van een vergadering komt, die, zooals men het noemt, op de gebruikelijke wijze wordt geopend en gesloten. Zie de strijd, de wangunst tusschen de Kerken, die beweren Christus, den Vredevorst te belijden. Aanschouw de jalouzie, die vaak bestaat tusschen dominee's van één Kerk afgunst om een paar kerkgangers meer of minder, of om nog onnoozeler redenen. Onderzoek eens, of de Christelijke zakenlui zooveel nauwer van geweten zijn dan de andere, vraag eens aan je vader of de jeugd van de Christelijke scholen een haar beter is dan van de open bare, O ik weet al, wat je zeggen gaat over zondige harten en wat dies meer zij, maar ik zeg je: het moest niet kunnen, idat een geloovige aan een ongeloovige gelijk of erger was". s»,Nee, dat moest niet kunnen. Als wij ons daar al zoo aan frgeren, hoe moet het da .el in Gods heilig oog zijn". l^-j.God God moest het niet willen, moest verandering geven, als Hij almachtig ïs", ,,De verandering komt op Gods tijd, met Jezus. Op den oordeelsdag zal pas blijken, wie de ware geloovigen zijn ge weest. Maar och. Hans, wat geeft het, of we over deze din gen praten? Jij kent de Bijbel minstens zoo goed, als ik, jij weet precies, wat ik je zou kunnen antwoorden. Daarom ga ik er liever niet op door. We hebben al te veel gesprekken over geloofszaken gevoerd, onvruchtbare gesprekken, die ons, wat ons geestelijk leven betreft, niet dichter bij elkaar hebben gebracht. Dat op zichzelf moest je al doen zien. dat we geen eenheid kunnen vormen. Maar afgezien daarvan, het huwelijk met een ongeloovige heeft God in Zijn Woord verboden". „Kom nou, Willy, daar wordt met een ongeloovige een heiden bedoeld, dat weet je ook wel. En je weet evenzeer, dat ik niet absoluut ongeloovig ben. Dat er een God is, een Schepper, Die het heelal heeft voortgebracht, geloof ik van ganscher harte". „Op een manier alsof die God daar zeer tevreden over behoort te zijn. Ja, aHns, zoo gaat het jullie. Dat heb ik al zoo vaak gedacht, als ik jou en Bob en Sieb en Bram en ook verschillende meisjes hoorde redeneeren. Jullie hebt het goed gevonden in een God te gelooven, jullie wilt Hem ook wel de eer van Schepper geven, omdat het je toch al te dwaas lijkt te zeggen, dat alles uit zichzelf ontstaan is. De evolutie leer is wat verouderd, dus dus er is een Schepper. Hier noemen we Dien nu toevallig God, ergens anders draagt Hij den naam van Allah, och, dat doet er ook niet toe. Er heeft een groot leeraar geleefd, die veel goeds verkondigde, dat was Jezus. Met Kerstmis willen jullie wel Stille-nacht zin gen, in de lijdensweek sidderen jullie van schoonheidsont roering bij de Mattheüs-passion. Maar dat is geen geloof". „Geloof is van a tot z aannemen, wat er in de Bijbel staat, alle ongerijmdheden met een dankbare knik aanvaarden, de vele tegenstrijdigheden met een indrukwekkend schudde bollen diepe wijsheid noemen, erkennen, dat je een zondaar bent zonder de zonde te laten en aannemen, dat je met een gebedje om vergeving overal af bent". „Je weet wel beter, Hans! Je bent op het oogenblik jezelf niet. anders zou je zoo niet praten". „Nee, ik ben mezelf niet, maar het is aan jou, me mezelf te maken. Verander je nee in ja. We hebben elkaar lief. we hooren bij elkaar. Laten we dus niet door een paar begrippen gescheiden worden. Ik zal alles doen. wat je maar wilt. Bijbellezen, naar de kerk gaan. zeg gerust, wat je nog meer verlangt, maar stoot me niet af. Misschien, dat ik door jou mijn geloof terug vind. Ik héb geloofd. Als kind, als jongen, heusch Willy, en ik wou, dat ik nog gelooven kon. Ik heb in mijn bitterheid dingen gezegd, die ik niet meende, vergeef me dat. Het geloof kan een kracht zijn, dat zie ik aan jou. Om het geloof toch wil je het offer van je liefde brengen. Dat zégt me wat. Dat zegt me, dat ik misschien toch onge lijk heb. Was ik daar maar verzekerd van. Ik wil de Bijbel weer gaan lezen, héb dat al gedaan, die keer. dat we spra ken over de Evangeliën en jij zei. dat ze elkaar niet tegen spraken. maar aanvulden. Ik moet je zeggen, toen heb ik hoofdstukken gelezen, die me diep troffen, vooral in het Evangelie van Johannes; hoofdstukken, die ik honderden malen hoorde, zonder dat ze me iets zeiden en die ik nu wondermooi vond. En dan de Bergrede, o Willy, in Christus te kunnen gelooven, zooals jij, het zou me alles waard zijn". Willy luisterde vol ontroering. Uit haar ziel steeg een bede. Als het kón! Maar neen, op zulke gronden mocht ze zich niet binden. God zou haar wel toonen, wat ze doen moest. „Achter Jezus", had Ko gezegd. Dat gold niet het belijden alleen, dat was eisch voor heel het leven. Achter Jezus, dat was de weg; der zelfverloochening, de weg van het kruis- dragen. Hans was geen geloovige, dus mocht ze hem niet toebehooren. Nee, nu nog niet. Ze mocht voor hem bidden, misschien mocht ze hem den weg wijzen en dan, o, dan zou alles mooi en heerlijk en goed worden. „Als het je vurige wensch is om te gelooven, Hans, dan zal je licht ontvangen, dat weet ik zeker. Ik zal voor je bidden, bid zelf ook. Ik hoop, -dat ik eens ja zal mogen zeggen". „Als je dat nu deed, ^Villy, zou alles zooveel eenvoudiger zijn". „Dacht je? Toch niet. Althans niet voor mij. Ik mèg me niet aan je binden, zoolang je niet gelooft". Hij begreep, dat aandringen niet baten zou, dat het beter was, nu te gaan. „Willy. ik mag toch wel bij je blijven komen, gewoon', zooals tot nu toe?" „Ja. maar maar toch niet te vaak". „Willeke!" „Hans, toe, ga nou!" Toen het geluid van zijn voetstappen vervaagde, barstte ze in snikken uit. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9