flmSTLEVEn SCHUDT UW LEVER WAKKER I DINSDAG 22 MAART 1938 TWEEDE BLAD PAG. s Het diamanten jubileum van Filippus 1878 22 Mei 1938 Toen Stephenson zijn eerste locomotief in beweging wilde zetten, zei z'n bezorgde tante: „George, 't zal nooit gaan". Maar toe het wèl ging en goed ging, zei tante: „Jongen, 't zal nooit ophouden!" Aan deze gebeurtenis her innerde nu wijlen Minister van der yegte, toen hij het gouden jubileum van „Filippus" bijwoonde. We zijn alweer tien jaren verder en het goud is diamant gewor den overigens een zeer toepasselijke naam voor den 60-jarigen zaaitijd van het edelsle zaad. Toen men begon, was veler inirufc. 't zal nooit gaan. Maar nü, na 60-jarige er varing, durven we wel zeggen: 't zal ncoit ophouden. Totdat de laatste schoof in de 6churen is binnengedragen en de hemelsche Landman den zaaitijd voor eeuwig afsluit. Er is wel geen grooter afstand denkbaar dan tusschen de eendagsvlinder, die het trac- taatje meest?1 is en de heilige pretentie, waarmee het de wereld ingaat. Als de S.D-A.P. haar stem verheft en uitroept: „Wj lullen met het gansche internationale prole tariaat de wereld overwinnen", dan hoort tnen den vroegeren secretaris van „Filippus", den heer J. ter Borg, zeggen: „De heeren komen te laat. Onze Koning heeft 18 eeuwen geleden al gezegd: I k 'heb de wereld over wonnen". En Hij is de sterkste. In Wiens dienst dai. kleine, nietige tractaatje als een mosterdzaadje, „het minste van al de zaden", de kracht kan erlangen van den plantenwor tel die een rots doet splijten. In zulk een geloof hebben op 11 Febr. 1878 zeven mannen te Leiden den grondslag gelegd voor het gebouw, dat in den loop der jaren is geworden tot een Evangelie-burcht, vanwaar- uit het offensief geopend werd op de wereld, die uit haar ndod alleen kan worden gered door de volkomen overgave aan Hem, die haar Rechter, maar ook haar Verlosser is. Aan die eerste samenkomst was op 10 Aug. 1876 al voorafgegaan de eerste Conferentie voor Inw. Zending te Amsterdam, waar men het eens werd over de wenschelijkheid tot samenwerking der Geref. Christenen „inzake vervaardiging en verspreiding van Geref. tractaatjes en volksboekjes". En op 22 Mei 1878 werd onder presidium van den toen te Zaandam staanden, later Prof. L. Linde boom het Geref. Tractaabgenootschap „Fi lippus" opgericht, met als eerste opzet „het uitgeven van kinderbractaatjes, volksboekjes en volkslectuur". Een korbo ommegang door de historie zal ons doen zien, dat „Filippus" noch in Neder land, noch t.a.v. andere landen c eerste was. Het tractaatje is trouwens geen product van Nederlar.dschen bodem. Reeds in de 16e eeuw was het in Saksen te vinden als middel tot verbreiding der Reformatie-gedachte. Het eerste tractaatje heeft dan bevatde 95 stellingen van Luther, die bij duizenden ge drukt en verspreid zijn. Toen zijn gevolgd de Evang. blaadjes, met welke de kleine ge meente te Meaux, grootendeels naar Bazel verdreven, het licht der Waarheid in Frank rijk wilde doen doordringen. In dezen tijd valt feitelijk de oprichting van het eerste tractaatgenootschap. Vervolgens werd te Genève op meer dan 30 drukkerijen dag en nacht gewerkt, om het N. T. en tractaten te leveren; Calvijn zelf moet menig tractaat hebben geschreven. Het derde tijdvak der tractaatverspreiding nam een aanvang met de Fransche Revolutie, daarvan de invloed in Engeland gebroken werd door een vrome Engelsche, die tiendui zenden Ohr. blaadjes liet drukken. Zoo werd de weg geopend naar de oprichting van het Edinburgsche Tractaatgenootschap in 1796 en van de Religious Tract Society in 1799. In ons l and is het Ned. ZendeL Genootschap de pionier geweest; in 1797 begon het „kleine stukjes" te laten drukken, In 1820 volgde het Ned. Godsd. Tract. Genoot schap met haar vliegende blaad jes, die in 800 nrs verspreid zijn. En dan volgen met langere of kortere tusschenpoozen Prof. Dr G. M. den ket Ned. Gen. tot Hartogh, voorzitter van zedelijke verbete- Filippus ringen van gevan genen (in 1823), Ds. van Koetsveld (in 1839 voor jongelieden ui', den beschaafden stand), de Utrechtsche Verg. ter verspreiding van Godsd. Blaadjes (1856), Zalsman (48 tractaatjes over de Bijb. Geschiedenis, in 1869) de Evang. Traktaten van J. Campen te Sneek (1870), de Tractaat verspreiding van Rehoboth te Amsterdam in 1871, Neerbosch in 1872, J. A. Wormser met zijn tractaatjes voor de bedeelden der Ned. Herv. Gemeente. Op speciaal Geref. gebied gingen aan „Filippus" vooraf van 18451850 zes jaar gangen „Geref. tractaatjes" van Ds. J. H. Maatjes, Chr. Geref. predikant; in 1869 de bekende uitgaven van Gezelle Meerburg te Heusden; in 1871 die van Jachin. En thans staat „Filippus" gereed, te Leiden, de stad der oprichting, zijn diamanten jubi leum be vieren. Er is alle reden, om dit een e rdag te noemen, want de ontwikkeling vai Filippus* arbeid is niet alleen gelegen in de groeiende oplage van zijn verspreidings materiaal, doch ook in het telkens weer uit breiden van de soort zaaigebieden. Het heeft dit kunnen doen allereerst, omdat er een b e- 1 o f t e van zegen verbonden ligt aan alle werk, dat in het geloof geschiedt. Maar het heeft dat óók gekund, omdat het zich van den aanvang af plaatste op den grondslag een kleine winstmarge, die op haar beurt wAer de bron was voor g r a t i s-ver spreiding, een zeer voorname factor bij elk streven, dat op de massa gericht is. M.a.w. hoe meer „Filippus" verkoopt, destemeer wordt er verspreid. Begonnen met het eenvoudige tractaatje van 2 of 4 bladzijden (Dr. K u y p e r heeft er den aanvang ook geschreven), is men voortgevaren tot het uitgeven van den nog altoos populairen Filippus-kalender met (en sinds een paar jaren zonder) premieboek. Dan volgden grootere tractaatjes, tekstk^ar- ten, Kerst- en Paaschboodschappen, lec tuur voor zieken, enz. Maar ook grootere uit gaven zetie „Filippus" op stapel; herinnerd worde aan „Ons kerkboek" van Prof. B i e s- v e 1 d, de liederenbundel „Stem en sna ren", boekjes over de geschiedenis der trac taatverspreiding (o.m. van wijlen Ds. C. Lindeboom), terwijl op komst is het des tijds door ons reeds aangekondigde, uitge breide Handboek voor Evangelisatie. Als pe riodiek geeft „Filippus" al sedert 1907 uit de Recensiebode, waarin volkslectuur onder de loupe wordt genomen. Met wijs beleid heeft de diamanten jubila ris in den loop der jaren verscheidenheid in zijn belangstellingsgebied aangebracht. Zoo kwam er specialiseering: voor militairen, onder R.K. ook België, voor kustvisschers, geïnterneerden en vluchtelingen (19141918), .d. En zeer terecht hield „Filippus" ook een wakend oog op groote gebeurtenissen, zoodat millioenen tractaatjes zijn verspreid: op de wereldtentoonstelling te Amsterdam in 1883, op die te Parijs in 1889, op die van 1895 te Amsterdam; bij de begrafenis van kroonprins Alexander in 1884; bij het overlijden van Koning Willem III in 1890: bij de inhuldi ging van Koningin Wilhelmina in 1898; in 1900 kisten vol lectuur aan Paul Kruger: in 190C naar de visschers te Lerwick en tijdens de werkstaking in Twcnthe; bij het eeuwfeest Nederlands onafhankelijkheid in 1913; in 1923 en 1926 bij de zilveren jubilea van Ko ningin Wilhelmina's regeering en huwelijk; in 1927 bij de Olympiade. Genoeg, om te doen zien, hoe „Filippus" de kansen greep, door allerlei gebeurtenissen op het breede levens gebied geboden. Cijfers spreken, vooral op geestelijk ter rein, een betrekkelijke taal. Maar we willen toch even overzien, w a t er in den 60-jarigen zaaitijd is uitge strooid over stad land. Van het meest gebruikte niddel het trac taatje zijn in iien tijd 25.185.000 exemplaren ge drukt. Van den kalender gingen 1.501.000 de we reld in; van de premieboeken 170.000. Wil men een paar afzon derlijke cijfers: in 1935 zijn 122 900, in 1936 54 700 Kerstboodschap- Ds J. Mulder. pen, in een ander penningm. van Filippus jaar 46.800 Paascn boodschappen uitgezonden. Die 25 millioen tractaatjes zijn te verdeelen over 1130 kleine en 291 grootere nummers. Er waren ook vele herdrukken; het Wilhelmuslied (compleet) beleefde er al 36! En wat de gratis-ver spreiding betreft, Filippus heeft door d< winst o.m. kunnen zorgen voor 4H millioen tractaatjes en ruim 50.000 kalenders. En als we nu even denken aan dat bekende versje „Werpt uw brood uit op het water, gij vindt het eenmaal weer"; aan het God delijk bevel: zaait aan alle wateren; 's Heeren belofte: „Mijn Woord zal niet ledig wederkeeren" dan kunnen we iets begrijpen de gevoelens, welke er op het diamanten jubileum zullen zijn in het hart der mannen, die thans de leiding hebben in den Filippus- arbeid. Van drie hunner geven wij het portret; het zijn de voorzitter Prof. Dr. G. M. den H t o g h, die den zeer betreurden Prof. Dr. T. 1 k s t r a opvolgde, doch die beiden slechts kort het presidium bekleed hebben in vergelijking met Filippus' eersten voorzitter, Prof L. Lindeboom, die meer dan een halve eeuw met vaste hand en warme over tuiging den arbeid geleid heeft; dan Ds. J. Mulder van Leeuwarden, die sedert 1909 penningmeester is en ook het voorrecht heeft, teeds 25 jaren de leiding te hebben van de verspreiding der kalenders in de kazernes, waarvoor de Koningin regelmatig haar bij drage geeft; en eindelijk maar de volgorde hier lang niet in orde! de heer A. Boot, die eerst in Groningen en nu in Den Haag, het secretariaat sedert 1928 „waar neemt". Dit laatste woord dekt op g^n stukken na de werkelijkheid. Want toen we dezer dagen een kijkje mochten nemen in het hoofdkwar tier van Filippus'c werkgebied, dat is: ten huize van den heer Boot, hebben we er wel zooveel van begrepen, dat de ^er van deze functie verre overtroffen wordt door haar inhoud. En nu is het wel waar, dat alle uit gaven van „Filippus" worden gedrukt en ver zonden door den uitgever J. B. v. d. Brink C o te Zutfen, het vóór-denkend, contro leerend en regelend deel geschiedt echter te 's-Gravenhage. Juist dat vele en veelsoortige ein goed vraagt een uitgebreide correspon dentie, die al begint bij het zoeken van schrij vers en pas eindigt bij de distributie van het gedrukte woord. Wie even terugdenkt aan de zoostraks genoemde cijfers, zal wel inzien, dat hier een dageüjksch bezig zijn voor noodig is. Nu moge het afzetgebied van „Filippus" in hoofdzaak bestaan uit Zondagsscholen en Evangelisatie-commissies, hun aantal alleen reeds zegt ten dez- genoeg. Daar komt bij, dat geen tractaatje in zee gaat zonder de sanctie van diverse bestuursleden; dat de correctie eveneens via Den Haag gaat; dat leger en vloot, mil. politie en hospitalen de juiste adressen moeten gezocht en met 8 legerpredikanten die de copy leveren moet gecorrespondeerd worden; dat onophoudelijk herdrukken verzorgd moeten worden, om dan maar te zwijgen van dc contribuanten, (293 corporaties en pl.m. 5000 particulieren), die minstens de helft van hun bijdrage in lectuur terug krijgen. Voegen we daarbij talrijke vergaderingen, notulen en de gewone brief wisseling, dan zal men begrijpen, dat de se cretaris van „Filippus" om zoo te zeggen stamgast is in het Haagsche postkantoor. Maar arbeid adelt ook den emeritus, en de heer Boot ,die als oud-hoofd eener school weet, dat orde be teek ent, heeft zijn administratie zóó keurig in orde dat het hem wel een lieve lust moet zijn, den rusttijd zóó te mogen verwerken. Bovendien, de liefde voor het be- staansdoel van „Filippus" doet de ijver verdubbelen en aan die liefde ontbreekt het den altijd bezigen se- retaris allerminst. A. Boot. Wij eindigen secretaris van Filippus met den welge- m eenden gelukwensch aan den diamanten jubilaris van 22 Mei a.s., en met de woorden: Zaai moedig voort, Filippus! Uw naamgever heeft gearbeid in de sterkende wetenschap, dat de Geest hem leidde naar de plek, het zaad verrassende vrucht leverde. Van dien alles vermogenden steun kan elke poratie verzekerd zijn, die zich bij de bron van Gods Woord houdt. En haar voldoening is: dat degenen ,voor wier bekeeriwg zij het middel was, hun weg reizen met blijdschap, een blijdschap, die htm niet meer kan ont nomen worden. Kunst en Letteren Arturo Toscanini in Den Haag De groote gebeurtenis van dit muziek jaar 's-Gravenhage, 21 Maart 1938 Het gala-concert van 't Residentie-Orkest onder leiding van Toscanini is een feit van geweldige beteekenis geweest. Een uitver kocht huis heeft met stormachtige ovaties den geweldige hulde gebracht, en daarmee bewezen, da: de gestes van het bestuur, die mogelijk maakten, dat deze grootste onder de grooten hier met ons Residentie-Orkest kwam musiceeren, dat die gestes op grooten prijs worden gesteld maar de beteekenis van dit concert is ook gelegen hierin, dat eens te meer aangetoond kon worden, welk een krachtig en prachtig ensemble ons eigen orkest is. Ta. een instrument met groote waarde, met vollen toon. met zeldzame zui verheid is het geweest, toen Toscanini de Groote, erop speelde. Het Gemeentefonds De uitkeeringen aan de gemeenten Volgens een bijvoegsel van de Staats courant zullen over het uitkeeringstijdvak 19361937 uit het gemeentefonds o.a. de volgende uitkeeringen worden verstrekt in afgeronde bedragen gemeente Amsterdam f 13.842.000; idem Rotterdam f 9.043.800,idem Den Haag f 5.008.500,—; id. Groningen f 1.084.600,—; id. Utrecht f 1.757.000,—. Toscanini Ik heb vroeger in deze kolommen al meer malen betoogd, dat het voorwaar niet ge makkelijk is een goeden dirigent te vinden, maar ook. dat het een dreigend gevaar is, indien geen krachtige leiding aan het hoofd staat van een orkest als het Residentie ensemble. En dit is nu eens te meer bewezen; hoe veel er ontbreekt indien met minder genoe gen genomen wordt, dan Toscanini eischt voorwaar, Toscanini is niet gemakkelijk voor zijn mannen. Hij brengt zijn onverbid delijkheid mede op de repetities, maar wat daardoor dan ook bereikt wordt na zoo luttele oefennings-tijd, is waarlijk grenzen de aan het ongelooflijke. Zulk musiceeren wijlen we hooren, dan zijn we dieip en intens tevreden met deze mannen, die daar met een hartstocht en muziek-zin gaan spe len alsof ze elk voor zich alleen Zioh uit zingen en toch als met een machtige toover- ring aaneen geklonken, allen te zamei hoorzamen aan de bewegingen van die dirigeerstaf, van deze fijne gebogen handen, deze wonderlijk „sprekende" vingers, aan den machthebbenden blik van dit heer- schersoog want dat is het, wat men in Toscanini terstond ziet, in zijn verschijning en in ziijn gebaar, de majesteitelijke zelfver zekerdheid van dengene, die macht heeft. Zoo is dit gala-concert voor mij overnieuw een openbaring geweest van de geweldige kracht en nobele muzikaliteit van Tosca nini, Het programma voor de pauze bevatte de ouverture Anakreon van Chemjüni, waarbij eenige spelers klaarblijkelijk eenige nervo siteit hadden te overwinnen; daarna de Symphonie 101 van Haydn, die om het be kende tik-tak rhythme in de 2e Satz gaarne „die Uhr" wordt genoemd. Dirigenten van allerlei school, ook vroe gere van ons Residentie-orkest, indien ge wilt weten hoe Haydn moet worden ge bracht ga dan hier te school en laat u leeren, waarin uw tekortkoming schuilt! Ik geloof, dat dit Toscanini's geweldige ver dienste is, dat hij alle stemmingen uit het muziekwerk waar ze door den componist zoo z;jn bedoeld ter bestemder tijd doet opkomen en waarlijk doet klinken temidden van het meest felle fortissimo. (Finale Haydns Synyphonie). Ditzelfde viel mij ook op bij Strausz' Tod und Verkl&rung, dat na de pauze als slot nummer gegeven werd. Onvergetelijk heeft de Italiaansohe sorcier toovenaar) Paul Dukas' meesterwerk „l'Apprenti sorcier" gegerven, en ook en vooral Debussy's Prelude k l'après-midi d'un faune is tot een subliem muziekfestijn ge worden, waarbij de fluitist speciaal door den generaal werd uitgenoodigd, te deelen in het applaus. X- Zoo eindigt het sprookje en zoo is ook Grootmoeder en Grootva der'» levensavond: Gelukkig en tevreden I Dankzij het verstandige beleid van grootvader, die direct bij zijn huwelijk met een levens verzekering bij Amstleven den grondslag neeft gelegd voor een onbezorgden ouden aag. Eersteen klein bedrag per maand, dat hij later gaandeweg heeft ver hoogd. De gemakkelijkste en ze kerste manier om te sparen, die hem bovendien steeds de heerlijke geruststelling heeft gegeven, dat de toekomst van vrouw en kin deren bij Amstleven in veilige handen zou zijn. Ook wanneer hem iets mocht overkomen.... Duizenden zegenen als hij den dag, waarop zij hun eerste Am»t- leven-polis hebben afgesloten* Duizende jonge mannen en vrou wen herdenken in dankbaarheid de wijze voorzorg van hun ouders, die bi| hun leven de toekomst hun ner kinderen hebben veilig gesteld door een verzekering bij Amstle ven. Zorgt, dat U zich nooit zult hoeven te verwijten: had ik dat ook maar gedaan. n.v. a'damsche mij. van levensverzekering amsterdam rotterdam, coolsingel 89) den haag, kneuterdijk 11. bijkantoren: F971 ZENDT DEZE COUPON INGEVULD AAN Y 6 A AMSTLEVEN, N. SPIEGELSTR. 17, AMSTERDAM /J Gelieve mij geheel vrijblijvend Uw tarievenUITGESTELDE M LIJFRENTE en WEDUWE-PENSIOEN (6 en 8Y' toe f zenden. m adres Het lijdt geen jfel of voor ieder orkest ook het onze moet het een voorrecht zijn onder dezen geweldenaar te mogen mu siceeren. Hij moge dan streng zijn, er is geen waarachtig musicus, die onder hem speelde, die niet diep in zijn ziel overtuigd is ge worden niet alleen van de magie, die van de gansche persoonlijkheid uitstraalt, maar vooral van de oprechte bedoeling van den dienaar der kunst die in laatste instantie niet anders zijn wil dan dienaar. Daarom is Toscanini voor ons ook groot in zijn gebaar tegenover Salzburg en zelfs tegenover zijn eigen land, omdat de dienaar der kunst dan alleen zijn zending vervullen kan, wanneer hij in vrijheid zich kan geven aan zijn hooge roeping. Toscanini's komst naar Nederland is an dermaal een gebeurtenis waar we zeer dankbaar voor moeten zijn. Dat H.M. de Koningin dit concert met Haar tegenwoordigheid vereerde, was mede een hulde aan den grootsten dirigent van alle tijden. v. «L H. De Doodehandsbelasting Verzoekschrift van de Herv. Geref. Staatspartij Ter uitvoering van een motie, welke in de jaarlijksche algemeene vergadering van de Hervormde (Gereformeerde) Staatspartij gehouden te Utrecht op 9 Maart j.l., is aan genomen, heeft Ds C. A. L i n g b e e k, voor zitter van deze partij, aan den Minister van Financiën een verzoekschrift gericht, waar in de Regeering wordt gevraagd, dat zij ten aanzien van de doodehandsbelasting aan haar oorspronkelijk voornemen alsnog ge volg wil geven en deze belasting dus niet doet voortduren. Voorts wordt er bij de Regeering op aan gedrongen, de salarieering der religieuzen onderwijzers en -onderwijzeressen hier te lande op zulk een voet te brengen, dat het door genoemde personen gegeven onderwijs niet langer wordt overbekostigd, maar overeenkomstig de wet slechts wordt „bekostigd", door welken te nemen maat regel de schatkist voor het eventueele ver lies van de gelden, nakomende uit de doo dehandsbelasting, rijkelijk zou worden schadeloos gesteld. ROFFELR1JMEN LENTE Wie komt daar op de bolle wind Met breede vleugelslagen Gevlogen door de wijde lucht Der open zonnedagen Het is de Lente, blank en blij, Met goud op elke veder. Zij strijkt op de verjongde grond Vam 't oude Holland neder! De wei heeft gouden bloemen op Haar groene kleed gestoken. De blaadjes en de bloesempjes Zijn uit de knop gebroken. De klokhen klokt, het kippenkroost Zwermt uit, op zoek naar eten De lamren schijnen met hun jeugd En vreugd geen raad te weten. Het jonge, rijke leven is In 't schepsel Gods gevaren. Het komt ons bij vernieuwing weet Gods glorie openbaren. 't Is alles even teer en schoon, 't Is alles ongeschonden: Geschapen om Gods heerlijkheid En gratie te verkonden* (Nadruk verboden) LEO LENS ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U zult 's morgéns „kiplekker" uit bed springen. in1™!1?1a daer "?oet ^Uw Iever minstens een liter ral itronm v/n Ifinden £?en ?troomen- Wanneer dm stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedaai ^rstont K'kU vo«u u opgeblazen. U^ïïkt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bant humeurig, voelt U ellendig en liet alles somber in De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapnUddelen" moet CARTER S LEVERPILLCTJES n™men S een liter gal vrij te doen stroomen enü zultwIS "SnJo fcPtatjMl*!«UEE Wiirht g 1 doen stroomen. totfSLfïïï ■PoU.tf.OT (51 HOOFDSTUK XXVII Zijn meisje. Maar dat was ze nog niet Dat kon ze niet Worden, zei ze hem, toen hij haar vroeg. Midden Januari was het. De colleges waren al een week aan den gang. Hans had niets van zich laten hooren en nu ineens dit. „Hou je dan niet van me, Willy, ik dacht ik hoopte..." „Jongen, om één te worden, moeten twee menschen één Zijn in het hoogste, anders gaat het niet". „Dus de Godsdienst, Willy, enkel de Godsdienst? Heeft die al niet genoeg ellende in mijn leven gebracht?" „Godsdienst brengt in niemands leven ellende. De Gods dienstige menschen kunnen het doen, maar de dienst van God niet". Willy is het alleen dat? Hou je van me? Toe, geef me daar eens antwoord op. Willeke, ik heb je zoo lief. Ik weet niet. hoe ik verder moet zonder jou. Kindje, antwoord me". Bei haar handen had hij gegrepen, fel boorden zijn oogen In de hare. „Ik hou van je. Hans, maar néé, néé!" Ze trachtte zijn onstuimig omhelzen te keeren. doch 't was haar onmogelijk. Even liet ze zich gaan, even onderging ze zijn liefde als een weldaad. Nu wist ze, waarop ze gewacht had al weken lang, o dit dit moest kunnen duren dit altijd in zijn armen kunnen vergeten al wat scheiding bracht Vergeten? Neen! Vergeten was hier verloochenen. Ze rukte zich los. Nee, 't mag niet. Ik bén niet van je. ik kan niet van je zijn. Ik ik wil Christus toebehooren". „Dat kan. Ik zal je niets in den weg leggen, 'k Zal des noods meegaan naar de kerk. Toe" en weer grepen haar zijn armen. „Nee Hans". Zóó vastberaden was haar stem, zoo afwerend was haar houding, dat hij haar los liet, als geslagen terugviel in zijn stoel. „Het zit 'm niet in meegaan naar de kerk, Hans, het helpt ook niet, of je me niets in den weg legt. Als je je levenshuis samen wilt bouwen, moet het rusten op één fundament. Voor mij is dat Christus, Wien ik over enkele maanden hoop te belijden en wien ik trouw wil zijn. Gerust jongen, het kan niet op de manier, die jij je voorstelt". „Waarom niet. Als ik nou Roomsch was, of tot weet ik welke kerk behoorde!" „Dan was het voor mij precies hetzelfde. Eén in geloof, dat is noodig om gelukkig te zijn". „O ja? Eén in geloof, dat waren mijn ouders. En die waren toch niet gelukkig. Ik heb je zoo nu en dan al eens dingen verteld, die ik ondervond en waaruit je begrijpen kon, hoe Ik over al die kerkloopers dacht, maar nou mag je ook dat andere hooren, dat waarover ik zelden spreek. Mijn vader en moeder, ja, die waren één in geloof, maar al voor ik geboren werd, hield mijn vader van een ander. Dat is mij verteld, toen ik nog niet veel meer was dan een kind". „Misschien gelogen". „Nee, k heb er mijn oom, Hilda's vader naar gevraagd en die heeft het erkend. Hij poogde me er mee te troosten, dat moeder het niet geweten had en dat er geen sprake was geweest van absolute ontrouw, nou. dat doet er ook niet toe. Het geluk was in ieder geval verdwenen. Tante Anna. vaders vrome zuster, haatte ik, maar vader stond van toen af ook niet hoog meer bij me aangeschreven en, toen ik ouder werd, toen ik meer van hem begon te begrijpen, wel, toen heb ik een tijd lang hem veracht. Maar iederen Zondag stapte hij tweemaal naar de kerk. als hij althans niet in het buitenland was, hij bad aan tafel, las de Bijbel. Kort voor zijn dood, ik was toen twintig, hebben we als man tegen man over deze dingen gepraat. Hij had diep berouw, hoopte op Gods genade om Christus wil, nou ja, die termen zijn je bekend. Ik heb toen één vraag gedaan. Willy je bent de eerste en waarschijnlijk ook de laatste, die ik er van vertel. Ik heb hem gevraagd: maar vader, kon u dan in de kracht Gods uzelf niet overwinnen? Hij antwoordde: neen. Hij had gebeden en gestreden maar viel toch telkens weer. Mijn vader is, wat jullie noemt, goed heengegaan en, als er een hemel is, gun ik hem die van harte, want zijn leven is moeilijker geweest dan van iemand die niet gelooft. Ik kom alleen hierop neer: wat heb je aan een geloof, dat je niet voor struikelen behoedt, wat heb je aan een God, Die je bidden niet hoort, Die je laat strijden en laat vallen! Het slot van vaders leven was wroeging; was een ziekbed vol helleangst. Al weer een gevolg van dat geloof. Als man van de wereld had hij rustig kunnen he.ngaan, want, na moedere dood,^ heeft hij tenslotte niemand bedrogen. Nu was er dc angst". „Waarvoor hij tot in alle eeuwigheid God zal danken. Hans! Die angst deed hem bidden om vergeving en de zon* den zijn hem vergeven, anders was hij niet rustig heengegaan. Ze zag zich als kind op Woudewijks kerkhof. Ze hoorde weer, wat Kobus-de-koster zei en wat haar vader ant* woordde. „Je vader heeft op dat ziekbed zijn vagevuur doorleefd. God Zelf bracht hem in de benauwdheid, om hem tot Zich te trekken. Eerst als de mensch om zijn zonden geleden en die beleden heeft, kan God vergeving schenken. Waar geen schuldgevoel is.^is geen berouw en, waar geen berouw: is, is geen vergeving". „Alles erg mooi, Willy, maar absoluut oncontroleerbaar. Vader kwam tot rust, ja, maar wie garandeert je, dat die rust van God kwam? En tante Anna, nou dat weet je. Een dievegge, die door geen enkelen rechter te straffen is." „Behalve door den hemelschen." „Daar is ze niks bang voor, hoor! Ze leeft en sterft iit vrede. Met haar geweten gooit ze het wel op een accoordjc. Misschien maakt ze mij tot universeel erfgenaam en verbeeldt zich dan nog een levende spaarpot voor me te zijn geweest. Misschien ook vermaakt ze alles aan de Kerk en denkt ze zich op die manier een eerste-rangs-plaats in den hemel te koopen. Die koopt ze dan feitelijk van mijn geld. Zoon goddelooze kerel als ik ben. krijgt toch geen kans. er haar af te duwen." „Hè, HanslXWordt vervolgd), t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5