flmSTLEVEn
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
I DINSDAG 22 MAART 1938
TWEEDE BLAD PAG. s
Het diamanten jubileum van Filippus
1878 22 Mei 1938
Toen Stephenson zijn eerste locomotief in
beweging wilde zetten, zei z'n bezorgde tante:
„George, 't zal nooit gaan". Maar toe het wèl
ging en goed ging, zei tante: „Jongen, 't zal
nooit ophouden!" Aan deze gebeurtenis her
innerde nu wijlen Minister van der
yegte, toen hij het gouden jubileum van
„Filippus" bijwoonde. We zijn alweer tien
jaren verder en het goud is diamant gewor
den overigens een zeer toepasselijke naam
voor den 60-jarigen zaaitijd van het edelsle
zaad. Toen men begon, was veler inirufc.
't zal nooit gaan. Maar nü, na 60-jarige er
varing, durven we wel zeggen: 't zal ncoit
ophouden. Totdat de laatste schoof in de
6churen is binnengedragen en de hemelsche
Landman den zaaitijd voor eeuwig afsluit.
Er is wel geen grooter afstand denkbaar
dan tusschen de eendagsvlinder, die het trac-
taatje meest?1 is en de heilige pretentie,
waarmee het de wereld ingaat. Als de
S.D-A.P. haar stem verheft en uitroept: „Wj
lullen met het gansche internationale prole
tariaat de wereld overwinnen", dan hoort
tnen den vroegeren secretaris van „Filippus",
den heer J. ter Borg, zeggen: „De heeren
komen te laat. Onze Koning heeft 18 eeuwen
geleden al gezegd: I k 'heb de wereld over
wonnen". En Hij is de sterkste. In Wiens
dienst dai. kleine, nietige tractaatje als een
mosterdzaadje, „het minste van al de zaden",
de kracht kan erlangen van den plantenwor
tel die een rots doet splijten.
In zulk een geloof hebben op 11 Febr. 1878
zeven mannen te Leiden den grondslag gelegd
voor het gebouw, dat in den loop der jaren is
geworden tot een Evangelie-burcht, vanwaar-
uit het offensief geopend werd op de wereld,
die uit haar ndod alleen kan worden gered
door de volkomen overgave aan Hem, die
haar Rechter, maar ook haar Verlosser is.
Aan die eerste samenkomst was op 10 Aug.
1876 al voorafgegaan de eerste Conferentie
voor Inw. Zending te Amsterdam, waar men
het eens werd over de wenschelijkheid tot
samenwerking der Geref. Christenen „inzake
vervaardiging en verspreiding van Geref.
tractaatjes en volksboekjes". En op 22 Mei
1878 werd onder presidium van den toen te
Zaandam staanden, later Prof. L. Linde
boom het Geref. Tractaabgenootschap „Fi
lippus" opgericht, met als eerste opzet „het
uitgeven van kinderbractaatjes, volksboekjes
en volkslectuur".
Een korbo ommegang door de historie zal
ons doen zien, dat „Filippus" noch in Neder
land, noch t.a.v. andere landen c eerste was.
Het tractaatje is trouwens geen product van
Nederlar.dschen bodem. Reeds in de 16e eeuw
was het in Saksen te vinden als middel tot
verbreiding der Reformatie-gedachte. Het
eerste tractaatje heeft dan bevatde 95
stellingen van Luther, die bij duizenden ge
drukt en verspreid zijn. Toen zijn gevolgd de
Evang. blaadjes, met welke de kleine ge
meente te Meaux, grootendeels naar Bazel
verdreven, het licht der Waarheid in Frank
rijk wilde doen doordringen. In dezen tijd
valt feitelijk de oprichting van het eerste
tractaatgenootschap. Vervolgens werd te
Genève op meer dan 30 drukkerijen dag en
nacht gewerkt, om het N. T. en tractaten te
leveren; Calvijn zelf moet menig tractaat
hebben geschreven.
Het derde tijdvak der tractaatverspreiding
nam een aanvang met de Fransche Revolutie,
daarvan de invloed in Engeland gebroken
werd door een vrome Engelsche, die tiendui
zenden Ohr. blaadjes liet drukken. Zoo werd
de weg geopend naar de oprichting van het
Edinburgsche Tractaatgenootschap in 1796
en van de Religious Tract Society in 1799.
In ons l and is
het Ned. ZendeL
Genootschap de
pionier geweest;
in 1797 begon het
„kleine stukjes"
te laten drukken,
In 1820 volgde
het Ned. Godsd.
Tract. Genoot
schap met haar
vliegende blaad
jes, die in 800 nrs
verspreid zijn. En
dan volgen met
langere of kortere
tusschenpoozen
Prof. Dr G. M. den ket Ned. Gen. tot
Hartogh, voorzitter van zedelijke verbete-
Filippus ringen van gevan
genen (in 1823),
Ds. van Koetsveld (in 1839 voor jongelieden
ui', den beschaafden stand), de Utrechtsche
Verg. ter verspreiding van Godsd. Blaadjes
(1856), Zalsman (48 tractaatjes over de Bijb.
Geschiedenis, in 1869) de Evang. Traktaten
van J. Campen te Sneek (1870), de Tractaat
verspreiding van Rehoboth te Amsterdam in
1871, Neerbosch in 1872, J. A. Wormser met
zijn tractaatjes voor de bedeelden der Ned.
Herv. Gemeente.
Op speciaal Geref. gebied gingen aan
„Filippus" vooraf van 18451850 zes jaar
gangen „Geref. tractaatjes" van Ds. J. H.
Maatjes, Chr. Geref. predikant; in 1869 de
bekende uitgaven van Gezelle Meerburg te
Heusden; in 1871 die van Jachin.
En thans staat „Filippus" gereed, te Leiden,
de stad der oprichting, zijn diamanten jubi
leum be vieren. Er is alle reden, om dit een
e rdag te noemen, want de ontwikkeling
vai Filippus* arbeid is niet alleen gelegen in
de groeiende oplage van zijn verspreidings
materiaal, doch ook in het telkens weer uit
breiden van de soort zaaigebieden. Het heeft
dit kunnen doen allereerst, omdat er een b e-
1 o f t e van zegen verbonden ligt aan alle
werk, dat in het geloof geschiedt. Maar het
heeft dat óók gekund, omdat het zich van
den aanvang af plaatste op den grondslag
een kleine winstmarge, die op haar
beurt wAer de bron was voor g r a t i s-ver
spreiding, een zeer voorname factor bij elk
streven, dat op de massa gericht is. M.a.w.
hoe meer „Filippus" verkoopt, destemeer
wordt er verspreid.
Begonnen met het eenvoudige tractaatje
van 2 of 4 bladzijden (Dr. K u y p e r heeft er
den aanvang ook geschreven), is men
voortgevaren tot het uitgeven van den nog
altoos populairen Filippus-kalender met (en
sinds een paar jaren zonder) premieboek.
Dan volgden grootere tractaatjes, tekstk^ar-
ten, Kerst- en Paaschboodschappen, lec
tuur voor zieken, enz. Maar ook grootere uit
gaven zetie „Filippus" op stapel; herinnerd
worde aan „Ons kerkboek" van Prof. B i e s-
v e 1 d, de liederenbundel „Stem en sna
ren", boekjes over de geschiedenis der trac
taatverspreiding (o.m. van wijlen Ds. C.
Lindeboom), terwijl op komst is het des
tijds door ons reeds aangekondigde, uitge
breide Handboek voor Evangelisatie. Als pe
riodiek geeft „Filippus" al sedert 1907 uit de
Recensiebode, waarin volkslectuur onder de
loupe wordt genomen.
Met wijs beleid heeft de diamanten jubila
ris in den loop der jaren verscheidenheid in
zijn belangstellingsgebied aangebracht. Zoo
kwam er specialiseering: voor militairen,
onder R.K. ook België, voor kustvisschers,
geïnterneerden en vluchtelingen (19141918),
.d. En zeer terecht hield „Filippus" ook een
wakend oog op groote gebeurtenissen, zoodat
millioenen tractaatjes zijn verspreid: op de
wereldtentoonstelling te Amsterdam in 1883,
op die te Parijs in 1889, op die van 1895 te
Amsterdam; bij de begrafenis van kroonprins
Alexander in 1884; bij het overlijden van
Koning Willem III in 1890: bij de inhuldi
ging van Koningin Wilhelmina in 1898; in
1900 kisten vol lectuur aan Paul Kruger: in
190C naar de visschers te Lerwick en tijdens
de werkstaking in Twcnthe; bij het eeuwfeest
Nederlands onafhankelijkheid in 1913; in
1923 en 1926 bij de zilveren jubilea van Ko
ningin Wilhelmina's regeering en huwelijk;
in 1927 bij de Olympiade. Genoeg, om te doen
zien, hoe „Filippus" de kansen greep, door
allerlei gebeurtenissen op het breede levens
gebied geboden.
Cijfers spreken, vooral op geestelijk ter
rein, een betrekkelijke taal. Maar we willen
toch even overzien, w a t er in den 60-jarigen
zaaitijd is uitge
strooid over stad
land. Van het
meest gebruikte
niddel het trac
taatje zijn in
iien tijd 25.185.000
exemplaren ge
drukt. Van den
kalender gingen
1.501.000 de we
reld in; van de
premieboeken
170.000. Wil men
een paar afzon
derlijke cijfers: in
1935 zijn 122 900,
in 1936 54 700
Kerstboodschap- Ds J. Mulder.
pen, in een ander penningm. van Filippus
jaar 46.800 Paascn
boodschappen uitgezonden. Die 25 millioen
tractaatjes zijn te verdeelen over 1130 kleine
en 291 grootere nummers. Er waren ook vele
herdrukken; het Wilhelmuslied (compleet)
beleefde er al 36! En wat de gratis-ver
spreiding betreft, Filippus heeft door d<
winst o.m. kunnen zorgen voor 4H millioen
tractaatjes en ruim 50.000 kalenders.
En als we nu even denken aan dat bekende
versje „Werpt uw brood uit op het water,
gij vindt het eenmaal weer"; aan het God
delijk bevel: zaait aan alle wateren;
's Heeren belofte: „Mijn Woord zal niet ledig
wederkeeren" dan kunnen we iets begrijpen
de gevoelens, welke er op het diamanten
jubileum zullen zijn in het hart der mannen,
die thans de leiding hebben in den Filippus-
arbeid.
Van drie hunner geven wij het portret; het
zijn de voorzitter Prof. Dr. G. M. den H
t o g h, die den zeer betreurden Prof. Dr. T.
1 k s t r a opvolgde, doch die beiden
slechts kort het presidium bekleed hebben in
vergelijking met Filippus' eersten voorzitter,
Prof L. Lindeboom, die meer dan een
halve eeuw met vaste hand en warme over
tuiging den arbeid geleid heeft; dan Ds. J.
Mulder van Leeuwarden, die sedert 1909
penningmeester is en ook het voorrecht heeft,
teeds 25 jaren de leiding te hebben van de
verspreiding der kalenders in de kazernes,
waarvoor de Koningin regelmatig haar bij
drage geeft; en eindelijk maar de volgorde
hier lang niet in orde! de heer A.
Boot, die eerst in Groningen en nu in Den
Haag, het secretariaat sedert 1928 „waar
neemt".
Dit laatste woord dekt op g^n stukken na
de werkelijkheid. Want toen we dezer dagen
een kijkje mochten nemen in het hoofdkwar
tier van Filippus'c werkgebied, dat is: ten
huize van den heer Boot, hebben we er wel
zooveel van begrepen, dat de ^er van deze
functie verre overtroffen wordt door haar
inhoud. En nu is het wel waar, dat alle uit
gaven van „Filippus" worden gedrukt en ver
zonden door den uitgever J. B. v. d. Brink
C o te Zutfen, het vóór-denkend, contro
leerend en regelend deel geschiedt echter te
's-Gravenhage. Juist dat vele en veelsoortige
ein goed vraagt een uitgebreide correspon
dentie, die al begint bij het zoeken van schrij
vers en pas eindigt bij de distributie van het
gedrukte woord. Wie even terugdenkt aan de
zoostraks genoemde cijfers, zal wel inzien, dat
hier een dageüjksch bezig zijn voor noodig is.
Nu moge het afzetgebied van „Filippus" in
hoofdzaak bestaan uit Zondagsscholen en
Evangelisatie-commissies, hun aantal alleen
reeds zegt ten dez- genoeg. Daar komt bij,
dat geen tractaatje in zee gaat zonder de
sanctie van diverse bestuursleden; dat de
correctie eveneens via Den Haag gaat; dat
leger en vloot, mil. politie en hospitalen
de juiste adressen moeten gezocht en met 8
legerpredikanten die de copy leveren moet
gecorrespondeerd worden; dat onophoudelijk
herdrukken verzorgd moeten worden, om dan
maar te zwijgen van dc contribuanten, (293
corporaties en pl.m. 5000 particulieren), die
minstens de helft van hun bijdrage in lectuur
terug krijgen. Voegen we daarbij talrijke
vergaderingen, notulen en de gewone brief
wisseling, dan zal men begrijpen, dat de se
cretaris van „Filippus" om zoo te zeggen
stamgast is in het Haagsche postkantoor.
Maar arbeid adelt ook den emeritus, en
de heer Boot ,die als oud-hoofd eener school
weet, dat orde be
teek ent, heeft zijn
administratie
zóó keurig in orde
dat het hem wel
een lieve lust
moet zijn, den
rusttijd zóó te
mogen verwerken.
Bovendien, de
liefde voor het be-
staansdoel van
„Filippus" doet de
ijver verdubbelen
en aan die liefde
ontbreekt het den
altijd bezigen se-
retaris allerminst. A. Boot.
Wij eindigen secretaris van Filippus
met den welge-
m eenden gelukwensch aan den diamanten
jubilaris van 22 Mei a.s., en met de woorden:
Zaai moedig voort, Filippus! Uw naamgever
heeft gearbeid in de sterkende wetenschap,
dat de Geest hem leidde naar de plek,
het zaad verrassende vrucht leverde. Van
dien alles vermogenden steun kan elke
poratie verzekerd zijn, die zich bij de bron
van Gods Woord houdt. En haar voldoening
is: dat degenen ,voor wier bekeeriwg zij het
middel was, hun weg reizen met blijdschap,
een blijdschap, die htm niet meer kan ont
nomen worden.
Kunst en Letteren
Arturo Toscanini
in Den Haag
De groote gebeurtenis
van dit muziek jaar
's-Gravenhage, 21 Maart 1938
Het gala-concert van 't Residentie-Orkest
onder leiding van Toscanini is een feit van
geweldige beteekenis geweest. Een uitver
kocht huis heeft met stormachtige ovaties
den geweldige hulde gebracht, en daarmee
bewezen, da: de gestes van het bestuur, die
mogelijk maakten, dat deze grootste onder
de grooten hier met ons Residentie-Orkest
kwam musiceeren, dat die gestes op grooten
prijs worden gesteld maar de beteekenis
van dit concert is ook gelegen hierin, dat
eens te meer aangetoond kon worden, welk
een krachtig en prachtig ensemble ons eigen
orkest is. Ta. een instrument met groote
waarde, met vollen toon. met zeldzame zui
verheid is het geweest, toen Toscanini de
Groote, erop speelde.
Het Gemeentefonds
De uitkeeringen aan de gemeenten
Volgens een bijvoegsel van de Staats
courant zullen over het uitkeeringstijdvak
19361937 uit het gemeentefonds o.a. de
volgende uitkeeringen worden verstrekt
in afgeronde bedragen
gemeente Amsterdam f 13.842.000; idem
Rotterdam f 9.043.800,idem Den Haag
f 5.008.500,—; id. Groningen f 1.084.600,—;
id. Utrecht f 1.757.000,—.
Toscanini
Ik heb vroeger in deze kolommen al meer
malen betoogd, dat het voorwaar niet ge
makkelijk is een goeden dirigent te vinden,
maar ook. dat het een dreigend gevaar is,
indien geen krachtige leiding aan het hoofd
staat van een orkest als het Residentie
ensemble.
En dit is nu eens te meer bewezen; hoe
veel er ontbreekt indien met minder genoe
gen genomen wordt, dan Toscanini eischt
voorwaar, Toscanini is niet gemakkelijk
voor zijn mannen. Hij brengt zijn onverbid
delijkheid mede op de repetities, maar wat
daardoor dan ook bereikt wordt na zoo
luttele oefennings-tijd, is waarlijk grenzen
de aan het ongelooflijke. Zulk musiceeren
wijlen we hooren, dan zijn we dieip en
intens tevreden met deze mannen, die daar
met een hartstocht en muziek-zin gaan spe
len alsof ze elk voor zich alleen Zioh uit
zingen en toch als met een machtige toover-
ring aaneen geklonken, allen te zamei
hoorzamen aan de bewegingen van die
dirigeerstaf, van deze fijne gebogen handen,
deze wonderlijk „sprekende" vingers,
aan den machthebbenden blik van dit heer-
schersoog want dat is het, wat men in
Toscanini terstond ziet, in zijn verschijning
en in ziijn gebaar, de majesteitelijke zelfver
zekerdheid van dengene, die macht heeft.
Zoo is dit gala-concert voor mij overnieuw
een openbaring geweest van de geweldige
kracht en nobele muzikaliteit van Tosca
nini,
Het programma voor de pauze bevatte de
ouverture Anakreon van Chemjüni, waarbij
eenige spelers klaarblijkelijk eenige nervo
siteit hadden te overwinnen; daarna de
Symphonie 101 van Haydn, die om het be
kende tik-tak rhythme in de 2e Satz gaarne
„die Uhr" wordt genoemd.
Dirigenten van allerlei school, ook vroe
gere van ons Residentie-orkest, indien ge
wilt weten hoe Haydn moet worden ge
bracht ga dan hier te school en laat u
leeren, waarin uw tekortkoming schuilt!
Ik geloof, dat dit Toscanini's geweldige ver
dienste is, dat hij alle stemmingen uit het
muziekwerk waar ze door den componist
zoo z;jn bedoeld ter bestemder tijd doet
opkomen en waarlijk doet klinken temidden
van het meest felle fortissimo. (Finale
Haydns Synyphonie).
Ditzelfde viel mij ook op bij Strausz' Tod
und Verkl&rung, dat na de pauze als slot
nummer gegeven werd.
Onvergetelijk heeft de Italiaansohe sorcier
toovenaar) Paul Dukas' meesterwerk
„l'Apprenti sorcier" gegerven, en ook en
vooral Debussy's Prelude k l'après-midi d'un
faune is tot een subliem muziekfestijn ge
worden, waarbij de fluitist speciaal door
den generaal werd uitgenoodigd, te deelen
in het applaus.
X-
Zoo eindigt het sprookje en zoo
is ook Grootmoeder en Grootva
der'» levensavond: Gelukkig en
tevreden I Dankzij het verstandige
beleid van grootvader, die direct
bij zijn huwelijk met een levens
verzekering bij Amstleven den
grondslag neeft gelegd voor een
onbezorgden ouden aag.
Eersteen klein bedrag per maand,
dat hij later gaandeweg heeft ver
hoogd. De gemakkelijkste en ze
kerste manier om te sparen, die
hem bovendien steeds de heerlijke
geruststelling heeft gegeven, dat
de toekomst van vrouw en kin
deren bij Amstleven in veilige
handen zou zijn. Ook wanneer
hem iets mocht overkomen....
Duizenden zegenen als hij den
dag, waarop zij hun eerste Am»t-
leven-polis hebben afgesloten*
Duizende jonge mannen en vrou
wen herdenken in dankbaarheid
de wijze voorzorg van hun ouders,
die bi| hun leven de toekomst hun
ner kinderen hebben veilig gesteld
door een verzekering bij Amstle
ven. Zorgt, dat U zich nooit zult
hoeven te verwijten: had ik dat
ook maar gedaan.
n.v. a'damsche mij. van levensverzekering amsterdam
rotterdam, coolsingel 89)
den haag, kneuterdijk 11.
bijkantoren:
F971
ZENDT DEZE COUPON INGEVULD AAN Y 6 A
AMSTLEVEN, N. SPIEGELSTR. 17, AMSTERDAM /J
Gelieve mij geheel vrijblijvend Uw tarievenUITGESTELDE M
LIJFRENTE en WEDUWE-PENSIOEN (6 en 8Y' toe f zenden. m
adres
Het lijdt geen jfel of voor ieder orkest
ook het onze moet het een voorrecht
zijn onder dezen geweldenaar te mogen mu
siceeren. Hij moge dan streng zijn, er is geen
waarachtig musicus, die onder hem speelde,
die niet diep in zijn ziel overtuigd is ge
worden niet alleen van de magie, die van
de gansche persoonlijkheid uitstraalt, maar
vooral van de oprechte bedoeling van den
dienaar der kunst die in laatste instantie
niet anders zijn wil dan dienaar. Daarom is
Toscanini voor ons ook groot in zijn gebaar
tegenover Salzburg en zelfs tegenover zijn
eigen land, omdat de dienaar der kunst dan
alleen zijn zending vervullen kan, wanneer
hij in vrijheid zich kan geven aan zijn hooge
roeping.
Toscanini's komst naar Nederland is an
dermaal een gebeurtenis waar we zeer
dankbaar voor moeten zijn.
Dat H.M. de Koningin dit concert met
Haar tegenwoordigheid vereerde, was mede
een hulde aan den grootsten dirigent van
alle tijden.
v. «L H.
De Doodehandsbelasting
Verzoekschrift van de
Herv. Geref. Staatspartij
Ter uitvoering van een motie, welke in
de jaarlijksche algemeene vergadering van
de Hervormde (Gereformeerde) Staatspartij
gehouden te Utrecht op 9 Maart j.l., is aan
genomen, heeft Ds C. A. L i n g b e e k, voor
zitter van deze partij, aan den Minister van
Financiën een verzoekschrift gericht, waar
in de Regeering wordt gevraagd, dat zij ten
aanzien van de doodehandsbelasting aan
haar oorspronkelijk voornemen alsnog ge
volg wil geven en deze belasting dus niet
doet voortduren.
Voorts wordt er bij de Regeering op aan
gedrongen, de salarieering der religieuzen
onderwijzers en -onderwijzeressen hier te
lande op zulk een voet te brengen, dat het
door genoemde personen gegeven onderwijs
niet langer wordt overbekostigd, maar
overeenkomstig de wet slechts wordt
„bekostigd", door welken te nemen maat
regel de schatkist voor het eventueele ver
lies van de gelden, nakomende uit de doo
dehandsbelasting, rijkelijk zou worden
schadeloos gesteld.
ROFFELR1JMEN
LENTE
Wie komt daar op de bolle wind
Met breede vleugelslagen
Gevlogen door de wijde lucht
Der open zonnedagen
Het is de Lente, blank en blij,
Met goud op elke veder.
Zij strijkt op de verjongde grond
Vam 't oude Holland neder!
De wei heeft gouden bloemen op
Haar groene kleed gestoken.
De blaadjes en de bloesempjes
Zijn uit de knop gebroken.
De klokhen klokt, het kippenkroost
Zwermt uit, op zoek naar eten
De lamren schijnen met hun jeugd
En vreugd geen raad te weten.
Het jonge, rijke leven is
In 't schepsel Gods gevaren.
Het komt ons bij vernieuwing weet
Gods glorie openbaren.
't Is alles even teer en schoon,
't Is alles ongeschonden:
Geschapen om Gods heerlijkheid
En gratie te verkonden*
(Nadruk verboden)
LEO LENS
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U zult 's morgéns „kiplekker"
uit bed springen.
in1™!1?1a daer "?oet ^Uw Iever minstens een liter ral
itronm v/n Ifinden £?en ?troomen- Wanneer dm
stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedaai
^rstont K'kU vo«u u opgeblazen. U^ïïkt
verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bant
humeurig, voelt U ellendig en liet alles somber in
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapnUddelen"
moet CARTER S LEVERPILLCTJES n™men S
een liter gal vrij te doen stroomen enü zultwIS
"SnJo fcPtatjMl*!«UEE
Wiirht g 1 doen stroomen.
totfSLfïïï ■PoU.tf.OT
(51
HOOFDSTUK XXVII
Zijn meisje. Maar dat was ze nog niet Dat kon ze niet
Worden, zei ze hem, toen hij haar vroeg.
Midden Januari was het. De colleges waren al een week
aan den gang. Hans had niets van zich laten hooren en nu
ineens dit.
„Hou je dan niet van me, Willy, ik dacht ik hoopte..."
„Jongen, om één te worden, moeten twee menschen één
Zijn in het hoogste, anders gaat het niet".
„Dus de Godsdienst, Willy, enkel de Godsdienst? Heeft
die al niet genoeg ellende in mijn leven gebracht?"
„Godsdienst brengt in niemands leven ellende. De Gods
dienstige menschen kunnen het doen, maar de dienst van
God niet".
Willy is het alleen dat? Hou je van me? Toe, geef me
daar eens antwoord op. Willeke, ik heb je zoo lief. Ik weet
niet. hoe ik verder moet zonder jou. Kindje, antwoord me".
Bei haar handen had hij gegrepen, fel boorden zijn oogen
In de hare.
„Ik hou van je. Hans, maar néé, néé!" Ze trachtte zijn
onstuimig omhelzen te keeren. doch 't was haar onmogelijk.
Even liet ze zich gaan, even onderging ze zijn liefde als een
weldaad. Nu wist ze, waarop ze gewacht had al weken
lang, o dit dit moest kunnen duren dit altijd in
zijn armen kunnen vergeten al wat scheiding bracht
Vergeten? Neen! Vergeten was hier verloochenen.
Ze rukte zich los. Nee, 't mag niet. Ik bén niet van je.
ik kan niet van je zijn. Ik ik wil Christus toebehooren".
„Dat kan. Ik zal je niets in den weg leggen, 'k Zal des
noods meegaan naar de kerk. Toe" en weer grepen haar
zijn armen.
„Nee Hans".
Zóó vastberaden was haar stem, zoo afwerend was haar
houding, dat hij haar los liet, als geslagen terugviel in zijn
stoel.
„Het zit 'm niet in meegaan naar de kerk, Hans, het helpt
ook niet, of je me niets in den weg legt. Als je je levenshuis
samen wilt bouwen, moet het rusten op één fundament.
Voor mij is dat Christus, Wien ik over enkele maanden
hoop te belijden en wien ik trouw wil zijn. Gerust jongen,
het kan niet op de manier, die jij je voorstelt".
„Waarom niet. Als ik nou Roomsch was, of tot weet ik
welke kerk behoorde!"
„Dan was het voor mij precies hetzelfde. Eén in geloof,
dat is noodig om gelukkig te zijn".
„O ja? Eén in geloof, dat waren mijn ouders. En die
waren toch niet gelukkig. Ik heb je zoo nu en dan al eens
dingen verteld, die ik ondervond en waaruit je begrijpen
kon, hoe Ik over al die kerkloopers dacht, maar nou mag je
ook dat andere hooren, dat waarover ik zelden spreek. Mijn
vader en moeder, ja, die waren één in geloof, maar al voor
ik geboren werd, hield mijn vader van een ander. Dat is mij
verteld, toen ik nog niet veel meer was dan een kind".
„Misschien gelogen".
„Nee, k heb er mijn oom, Hilda's vader naar gevraagd
en die heeft het erkend. Hij poogde me er mee te troosten,
dat moeder het niet geweten had en dat er geen sprake was
geweest van absolute ontrouw, nou. dat doet er ook niet toe.
Het geluk was in ieder geval verdwenen. Tante Anna.
vaders vrome zuster, haatte ik, maar vader stond van toen
af ook niet hoog meer bij me aangeschreven en, toen ik
ouder werd, toen ik meer van hem begon te begrijpen, wel,
toen heb ik een tijd lang hem veracht. Maar iederen Zondag
stapte hij tweemaal naar de kerk. als hij althans niet in het
buitenland was, hij bad aan tafel, las de Bijbel. Kort voor
zijn dood, ik was toen twintig, hebben we als man tegen
man over deze dingen gepraat. Hij had diep berouw, hoopte
op Gods genade om Christus wil, nou ja, die termen zijn je
bekend. Ik heb toen één vraag gedaan. Willy je bent de
eerste en waarschijnlijk ook de laatste, die ik er van vertel.
Ik heb hem gevraagd: maar vader, kon u dan in de kracht
Gods uzelf niet overwinnen? Hij antwoordde: neen. Hij had
gebeden en gestreden maar viel toch telkens weer. Mijn
vader is, wat jullie noemt, goed heengegaan en, als
er een hemel is, gun ik hem die van harte, want zijn
leven is moeilijker geweest dan van iemand die niet gelooft.
Ik kom alleen hierop neer: wat heb je aan een geloof, dat
je niet voor struikelen behoedt, wat heb je aan een God, Die
je bidden niet hoort, Die je laat strijden en laat vallen! Het
slot van vaders leven was wroeging; was een ziekbed vol
helleangst. Al weer een gevolg van dat geloof. Als man van
de wereld had hij rustig kunnen he.ngaan, want, na moedere
dood,^ heeft hij tenslotte niemand bedrogen. Nu was er dc
angst".
„Waarvoor hij tot in alle eeuwigheid God zal danken.
Hans! Die angst deed hem bidden om vergeving en de zon*
den zijn hem vergeven, anders was hij niet rustig heengegaan.
Ze zag zich als kind op Woudewijks kerkhof. Ze hoorde
weer, wat Kobus-de-koster zei en wat haar vader ant*
woordde.
„Je vader heeft op dat ziekbed zijn vagevuur doorleefd.
God Zelf bracht hem in de benauwdheid, om hem tot Zich
te trekken. Eerst als de mensch om zijn zonden geleden en
die beleden heeft, kan God vergeving schenken. Waar
geen schuldgevoel is.^is geen berouw en, waar geen berouw:
is, is geen vergeving".
„Alles erg mooi, Willy, maar absoluut oncontroleerbaar.
Vader kwam tot rust, ja, maar wie garandeert je, dat die
rust van God kwam?
En tante Anna, nou dat weet je. Een dievegge, die door
geen enkelen rechter te straffen is."
„Behalve door den hemelschen."
„Daar is ze niks bang voor, hoor! Ze leeft en sterft iit
vrede. Met haar geweten gooit ze het wel op een accoordjc.
Misschien maakt ze mij tot universeel erfgenaam en verbeeldt
zich dan nog een levende spaarpot voor me te zijn geweest.
Misschien ook vermaakt ze alles aan de Kerk en denkt ze
zich op die manier een eerste-rangs-plaats in den hemel te
koopen. Die koopt ze dan feitelijk van mijn geld. Zoon
goddelooze kerel als ik ben. krijgt toch geen kans. er haar
af te duwen."
„Hè, HanslXWordt vervolgd), t