DE „NIEUW-AMSTERDAM" IN ZEE abonnementsprijs: ^1% 4 J y Per kwartaal en plaatsen 4 li ilttttf «I J i jk rf* ^ft* aWKrttntltpnpttt: waar agenlschap is 235 J W ft' BT^ |7| K L« |1 jjiT ft ft |1|| fi BV Bft ft Van 1 tot 5 regels W7* W-W* A'* iU9UI» wiiilifU Voor het Buitenland bij wekelijkscbe r zending4.50 van 1-5 '^els2-30 "«dageii^^^..,^ Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Losse nummers 5 nt. mei Zondagsblad 7'/. el gureau; Breestraat 123 Te,efoon 2?10 (na g uur 31g6) postbox 2g postgir() 53335 woedt berekendOIO Gerechtigheid, die een volk verhoogt Het is wel merkwaardig en het brengt tot nadenken, dat, terwijl allerwege bij kans ter wereld een zuiver afwegen van gezag en vrijheid op den achtergrond ge raakt ten bate van de onderscheiding macht en recht, wij in ons land geroepen worden tot gedenken, hoe weldra door ons hoogste rechtscollege, den Hoogen Raad, honderd jaar lang zal zijn recht gesproken overeenkomstig wetten, welke tot stand zijn gekomen met medewerking yan de volksvertegenwoordiging en daarin van het volk zelf, naar we mogen aan nemen. Terwijl andere landen bezig zijn, grenzen op te heffen of te trekken en daar bij, in menschelijke ij delheid waarom Hij, Die in den hemel woont, lachen zal de stelling poneeren, dat de nieuwe toestand, door hen geschapen, de eeuwen zal trotseeren, daar maakt Nederland zich op, om in alle bescheidenheid het eeuw feest te vieren van zijn eigen rechterlijk college. Zulk een jubileum stemt, juist als het gezien wordt tegen den duisteren achter grond van machtsstaten, tot dankbaarheid en tot besef van den plicht, om ook hierin onszelf te zijn en te b 1 ij v e n. Het is hier niet de plaats uitvoerig te verhalen van de historie van onze rech terlijke macht en van den Hoogen Raad in het bijzonder. Reeds is in ons blad uit eengezet, dat het jubileum zal zijn op 1 Juni a.s. Dit jubileum valt samen met het eeuwfeest van de Nederlandsche wetge ving, die in 1838 de Napoleontische ver ving. Een Koninklijk Besluit van 10 April 1838 leidde tot instelling van een orgaan, hetwelk belast zou worden met het waken over de juiste toepassing van de wetten. Veeleer dan hieromtrent thans in den breede te verhalen, willen we naar aanlei ding van dit jubileum eens te meer aan dacht vragen voor het feit, dat we ter onzent nog steeds mogen leven in een rechtstaat. Als een rechtstaat plegen we een staat te beschouwen, waar het recht niet ten koste van de macht wordt ver donkerd. Niet alsof men in den machts- staat van het begrip recht geheel en al afstand zou hebben gedaan. Daar wordt het recht evenwel dienstbaar gemaakt aan een bepaalde groep van menschen of ook aan een geheel volk, en als recht wordt dan aangemerkt, zooals men zegt, datgene wat het volk dient. M.a.w. ten koste van de souvereiniteit van het recht wordt het volk op den voorgrond geschoven en als maatstaf gebezigd bij de beantwoording van de vraag, of iets al dan niet juist is. De gerechtigheid ten spijt wordt dan een volk verhoogd, zonder dat het de gerech tigheid zelve is, die verhoogt. Daarbij komt dan nog. dat het begrip volk in vele ge vallen wordt gebruikt, als men in werke lijkheid het oog heeft op de bovendrijvende groep van personen, die de lakens uitdee- len. Heel sterk valt zulks b.v. in Rusland op, waar de communistische partij, cul- mineerend in den dictator, den wil van het volk heet te vertolken. En in de fas cistische en nationaal-socialistische sta ten is het, als men in den vorigen zin slechts heel weinig verandert, niet anders gesteld. Juist omdat men in die landen en onder die systemen aan het recht een nieuwen inhoud geeft, welke sterk afhangt van eigen subjectief inzicht van de leiding, daarom krijgt ook het begrip wet een anderen zin. Onder de democratieën is de wet een staatstuk, hetwelk tot stand is ge- komen in gezamenlijken arbeid van regee ring en staten-generaal. Dank zij deze wis selwerking kan men zeggen, dat eener- 2ijds het rechtsbesef van het volk in de wetgeving voldoenden neerslag vindt, en anderzijds het gezagselement er ruim schoots in tot uitdrukking komt. D.e wet wordt, door dit alles, tot een element van zekerheid in den staat, tot iets waarop men kan bouwen en waarop men zich kan beroepen. De rechterlijke macht nu is aangewezen, deze wetgeving op de gevallen, die zich in het alledaagsche burgerleven voordoen, toe te passen. Zij moet nagaan, of een bepaalde daad door een bepaald wetsarti kei strafbaar is gesteld, en zoo dat het geval is, wordt de aanklacht door veroordeeling gevolgd. Zoo het niet het geval is, heeft de rechterlijke macht zich te onthouden. Nu is het een eeuw lang de taak ge weest van het college, dat weldra zal jub: leeren, om acht te geven, of door de lagere rechterlijke colleges de wetten goed werden toegepast. Weliswaar is hiermede de arbeid van den Hoogen Raad niet ten einde, maar het genoemde is buiten twij fel het meest belangrijke. Het ware onjuist, te veronderstellen, dat in dezen rechtsprekenden arbeid van de rechterlijke macht niet een element van nieuwe rechtsvorming zou zijn opgesloten. We zeiden, dat in de wetgeving een groote zekerheid ligt, doch zulks komt niet het minst, doordat wetswijzigingen eerst langzaam tot stand komen. Kon men b.v. dagelijks aan eenige wet iets veranderen, dan zou het volk dra niet meer weten, n het toe was. In die starheid kan evenwel ook een gevaar liggen, het gevaar namelijk, dat de wetgeving vervreemdt van het maatschappelijk leven, dat er een kloof ontstaat tusschen leven en recht, en dit alleen, omdat de omstandigheden van iederen dag uiteraard aan wisseling on derhevig zijn. Daarbij kan men de beteekenis van het uitleggen van de wetten door de rechter lijke macht niet hoog genoeg aanslaan. In de interpretatie van de wetgeving kan een vernieuwing van het rechtsleven tot stand komen, zonder dat aan de wetten zelf iets verandert. Zulks kan dergelijke vormen aannemen, dat men spreekt van een revo lutie in het rechtsleven. We denken hier aan de geheel nieuwe beteekenis, welke de Hooge Raad in 1919 gegeven heeft aan het begrip „onrechtmatige daad", welke nieuwe beteekenis een ware bibliotheek van rechtsgeleerde literatuur in het leven heeft geroepen. Zoo hebben wij het mede aan onze rechterlijke macht te danken, dat eener- zijds tegenover het machtsprincipe, zoo als het elders gehuldigd wordt, gesteld wordt de rechtszekerheid van het wett'en- recht, en dat anderzijds onze wetgeving ons temidden van het voortijlen van den tijd niet overlevert aan verstikkende ver starring. En bij het jubileum past ons dankbaarheid jegens Hem. Die de Be schikker is van alje recht, den Oppersten Rechter, voor wat ons ook in het staat kundig en maatschappelijk leven uit Zijn hand toekwam. VOLMAAKT MAAR MEE EENS, De wereld is vol van onrust en telkens gebeurt er iets, dat de onzekerheid eenige graden doet. stijgen. Alle volken zijn door een gevoel van onveiligheid bevangen en alle regeeringen kondigen maatregelen om de weermacht te versterken, ten einde op onverhoedsche aanvallen althans eenigermate voorbereid te zijn. De roode pers ergert er zich nu over, dat sommige bladen anderen, die meenen, dat men geweldenaars vroeg of laat met weid zal moeten keeren,voor „.oorlogshit sers" schelden^ Zij merkt zeer juist op, dat de aanvaller te allen tijde en terecht als de brandstichter is gekenmerkt en dat de verdediger, reeds krachtens het feit zelf van zijn verdediging, moet worden be schouwd als de brandweerman. Natuurlijk, zoo schrijft zij verder, hebben wij allen een afschuw van de oorlog, maar wij moeten met' de werkelijkheid rekening Technische proeftocht aangevangen Fantastisch - later majestueus schouwspel schoorsteenen flapïe uit, succesievelijk wer den ook de lichten op de promenade-dekken gedoofd, zoodat veel van het machtige ef fect, dat hei «chip in vólle verlichting maakte, verloren ging. De „Nieuw-Amsterdam" in het droogdok van Wilton Fijenoord te Schiedamwaar het roer en de schroeven werden aangeb racht Rotterdam, 21 Maart OTATIG en sierlijk, terwijl de machines bromden van ingehou den kracht, gleed vanmorgen tegen half zeven de „Nieuw-Amsterdam" voorbij de semaphore te Hoek van Holland. Vijf minuten later maakte Neerlands vlaggeschip voor het eerst kennis met de zee, waarover het met eere Hollands vlag zal voe ren. De technische proeftocht was aan gevangen. De lichtende reus In de stilte van den nacht, een heldere maannacht, werden de laatste toebereidselen voor het vertrek genomen. Reeds in den vooravond waren zij, die den technischen proeftocht zouden meemaken, een gezelschap van ongeveer 300 personen, aan boord ge komen, waar de bemanning reeds op post was en velen zullen vroeg te kooi zijn ge kropen om in den prillen morgen het eerste vertrek uit Hoek van Holland te kunnen aanschouwen. Anderen waren echter volop in touw en alle lichten van het schip bleven op, terwijl de forsche schoorsteenen van het schip door schijnwerpers waren verlicht. Ook in den nacht maakte het schip, zooals het daar nog aan de bouwwerf gemeerd lag. als een lichtende reus, een grootschen in druk. De lichtbundels verspreidden zich over de volle breedte van den Waterweg, die, nauwe lijks rimpelend, den vloed zag opkomen. Te half twee was het voor Rotterdam laag water, daarna kwam langzaam de vloed doorzetten en op dit opkomend tij werd gewacht. Bii vloed zou men nl. het schip makkelij- 2r „slaags" kunnen krijgen, in den Water weg kon het dan ook beter sturen en mocht men al onverhoopt wat buiten den vaargeul komen, dan zou het achterschip toch altijd nog vrij blijven en bij rijzend water de tocht naar zee kunnen worden voortgezet. Als nietige dwergen lagen hij den boeg van het schip de vier Dockyard-bootjes te wachten; ook achteruit zag men de drie witte lichten van de sleepbootjes twinkelen, terwijl het hooge toplicht een der politie- bootjes aanduidde. Nauwelijks drong eenig geluid van den overkant van het breede water tot ons door terwijl we aan de overzijde de wacht be trokken. Om drie uur lag de „Nieuw-Amsterdam" nog rustig gemeerd Het lichtschijnsel van het schip wierp glanzen op een der machineloodsen van de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij en de sierlijke boeglijn teekende zich markant daarop af. In de donkerte van den romp prikten de rijen verlichte patrijspoorten gaatjes. Hel verlicht waren de promenade dekken daar boven terwijl de booglampen van het sloependek de lijnen van de „Nieuw. Amsterdam" scherp deden uitkomen togen den blauwigpn nacht-hemel. of er kwam beweging aan boord. Eerst schoof het scherpe licht' van een der loop kranen voorbij de schoorsteenen, dan duidde eenig rumoer aan, dat de loopbrug werd weggereden. Precies 3.10 zag men het groene stuur- boordlicht aanflappen en direct daarop ook de beide toplichten, het sissend geluid op de sleepbooten bewees, dat men zich ook daar gereed maakte voor het vertrek. Nóg lag echter de lichtende reus onbe weeglijk aan de werftotdat te 3.20 een witte rookpluim uit de voorste schoorsteen opsteeg en direct daarop de sonore stem van hetschiphet vertrek- s e i n gaf. De bedrijvige sleepbootjes antwoord den met driftige gil-toontjes, bootsman fluitjes snerpten van de brug en plot seling was het een en al leven rondom. los en voer vodfuit om de scheepvaart te waarschuwen, stoom- en rookwolkjes puften uit de schoorsteenen der Dockyards en heel langzaam zag men de scherpe boeg van de „Nieuw-Amsterdam" verschüiven, terwijl het schip van den kant werd gevrokken. Nu werden ook de boordlichten van de achter trekkende sleepbooten zichtbaar; het waren er vier, zoodat in totaal achï sleep booten het reuzenschip den Waterweg op trokken. Te 3.28 gaf de Nieuw-Amsterdam weer een stoot op de fluit en wat' sneller zwaaide het schip nu om tot het „slaags" was, den kop naar de zee had gericht waar heen het statig en majestueus koers zette. Tijdens de manoeuvre van het rond-trek- ken kwam er nog; even wat agitatie, omdat juist een haasje-over boot binnen kwam tur ven. Als straatjongens, die elkaar uitschel den, gingen de stoomfluiten tegen elkaar te keer, maar de kleine zeeboot kon nog net op tijd voorbij slippen en toen had de „Nieuw-Amsterdam" vrij baan. Naar zeel Precies half vier zette het schip koers naar Hoek van Holland; de verlichting der door den reus voer, toen de turbines begonnen te werken en de schroeven, eerst met een enkele slag, daarin in langzaam opgevoerd tempo met de sleepbooten begonnen mee te draaien. Het moment van spanning was aange broken, de machines werkten, voor het eerst kwam de „Nieuw-Amsterdam" tot eigen leven en met nauwelijks bedwon gen kracht stoomde het schip de zee tegemoet. Al spoedig werden enkele der sleepboo ten losgegooid, maar enkele trokken nog mee tot het schip de bocht van Schiedam was gepasseerd. SchiedamVlaardingenMaassluis Precies vier uur passeerde de sleep de dochterwerf van de R.D.M^ de „Nieuwe Waterweg". Een tegenligger, die in flink tempo van Vlaardingen kwam opgestoomd zag de ongewone verschijning, die de „Nieuw-Amsterdam" nu nog in het vaar water was, door de bocht komen en haastte zich den Zuidwal te kiezen, om het vaar water vrij te laten voor het groote schip, dat met z'n drie roode lichten in den voor mast (ten teeken dat het meer dan 80 d.M. stak) recht kon doen gelden op den vaar geul. Nauwelijks waren de beide schepen elkaar gepasseerd, of de „Nieuw-Amster dam" gaf een seintje aan de sleepbooten, dat alles los kon maken, omdat men nu verder wel op eigen kracht naar den Hoek zou komen Rustig gloed de reus aan ons voorhij. Twintig minuten later passeerde het schip reeds Vlaardingen. Hier stonden toch nog enkele tientt Hen menschen de „Nieuw Amsterdam" op het hoofd af te wachten. Men trof het, want het schip hield wat stuurboord aan, zoodat men het heel dicht aan zich voorbij zag glijden. Over en weer werd er druk met zaklan taarns geseind. Ook te Maassluis was er eenige belang stelling. De „Nieuw Amsterdam" had al wat meer snelheid gekregen en passeerde te 5.15 De dageraad gloorde en het was een schitterend schouwspel het nog half ver lichte schip tusschen maan- en zonlicht in over den Waterweg te zien glijden. Het geruisch van de turbines was aan den wal duidelijk hoorbaar. In zijn element De uitkijkpost van Dirkzwager was op zijn post en nog vóór dat de „proefstoo- mer" het rapporteerbureau was voorbijge varen werden verschillende bewoners van Rotterdam, die dat hadden verzocht, uit hun bed gebeld, zoodat ze nog snel naar Hoek van Holland konden vertrekken. Enkele van hen zijn echter stellig te laat gekomen, want de „Nieuw-Amster dam" zette er, toen zij Maassluis was ge passeerd en voldoende water kreeg, flink de spat in. Binnen het uur had het schip Hoek van Holland reeds bereikt Gouden zonneglansen speelden over de ruiten-rijen van de promenade-dekken, toen het schip de „Vienna",, de pas aange komen Harwich-boot passeerde Vroolijk wapperden nu de vlaggen in de mast: alleen nog maar de nationaliteits- vlag en de blauw-witte vlag van de Rot terdamsche Droogdokmaatschappij, die eigenaresse van het schip is zoolang de groen-witte wimpel van de Holland— Amerika-lijn niet plechtig is geheschen. Te Hoek van Holland waren heel wat belangstellenden, hetzij naar de Harwich- kade, hetzij naar de Berghaven of naar de Semaphore gekomen om dit eerste vertrek HOLLANDS* 4 n CENTS BESTE IU SIGAAR Dit Nummer bestaat uit DRIE bladert Vanmorgen is de Nieuw Amsterdam uitgevaren voor de technische proeftocht Verschenen is de Memorie van Ant* woord aan de Eerste Kamer over de be* grooting van het Landbouwcrisisfonds. Verschenen is de Memorie van Ant* woord aan de Eerste Kamer over de be* grooting van Economische Zaken. Overeenstemming is bereikt over eenl nieuw verdrag inzake het goederenverkeer tusschen Nederland en Duitschland ter* wijl het betalingscontingent van het 2e kwartaal van 1938 is vastgesteld. Een felle brand heeft gewoed in eeni der afdeelingen van Fongers rijwielfa* brieken te Groningen. Bij een brand te Venlo is een jongetje van drie jaar omgekomen. De Britsche en Fransche regeeringen" hebben te Salamanca geprotesteerd tegeü de luchtbombardementen op Barcelona. Mexico onteigent de Amerikaansche petroleum-belangen. In Polen en Litauen treedt ontspanning in; de normale betrekkingen worden her* Pijp Tabak Taconl» Leeuwarden van het vlaggeschip der Nederlandscha vloot gade te slaan. Onder hen ging een zucht van bewonde ring op toen men het sierlijke en toch for sche schip aan zich voorbij zag varen. Nog was het geruisch van de turbines hoor baar, doch het werd minder naar dat de snelheid toenam. Kwart over zes passeerde de Nieuw- Amsterdam het station, kort daarna de semaphore. Veel van de opvarenden waren aan dek gekomen om op dezen prachtigen lente- morgen te zien, hoe het schip voor 't eersf zee koos. Twee Dockyard-bootjes waren tot Hoek van Holland toe meegevaren en ze bleven dapper meestoomen toen de „Nieuw-Am sterdam"' tusschen de hoofden door zee waarts stoomde. Geen vreugdegeloei weerklonk, roer loos vergleed de Hollandsche oceaan reus in den lichten morgen-nevel. Pre cies half zeven had het schip zee ge kozen. Drie vier dagen zal deze technische proeftocht duren. Doel van de reis is Whight en Boulogne. Eerst zal men echter langs de Engelsche kust in diep water op volle snelheid varen en aller lei proefnemingen doen. Het zijn voor de technici aan boord nog dagen van misschien ingespannen werken. Moge het resultaat in elk op zicht bevredigen, zoodat het schip met vol vertrouwen zijn eersten tocht over den oceaan kan aanvaarden4 N°. 6348 MAANDAG 21 MAART 1938 18e Jaargang Er komt beweging Nauwelijks was de klok van drie koud, Een zitting van den Hoogen Raad der Nederlanden. Staande de griffier Mr H I Kist Verder van rechts naar links: Mr P. v. Regteren Altena. Mr Dr Donner. MrL. M. Meckmann, Mr R. W. L. de Menthon Bake. Mr G. Kirberger. Mr l Koster (vice-president) en de president van den Hoogen Raad Jhr Mr Rh. F.eith houden „en middelen beramen om uitbrei ding van het brandgevaar te voorkomen" en zij vermaant ,.om de discussie over wat gedaan moet worden, toch zakelijk, zonder scheldwoorden te voeren". Wij zijn het daar volmaakt mèe eens. Maar als wie zich verdedigen wil zonder meer, te allen tijde als de brandweer man beschouwd moet worden; dan kun nen wij er maar niet over uit, dat die zelfde roode pers tot voor enkele jaren een keur van scheldwoorden, waarbij „oorlogs hitser" op een bescheiden plaats stond, op haar journalistiek repertoir had staan om daarmee politieke tegenstanders te kwet sen; en dat nog nimmer een woord van leedwezen is gestameld. En dan toch roor zedemeester spelen! De oNieuw Amsterdam tijdens haar technische proef vaart op hedenmorgen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1