De nood van de werkloozen besproken
Nieuwe richtlijnen vastgesteld
DONDERDAG 17 MAART ig38
TWEEDE BLAD PAG. s
Conferentie der Centra e voor
Werkloozenzorg
LIET gezin van een werklooze
Wie het niet van nabij kent.
weet niet de nood. die er heerscht,
het gebrek, dat steeds weer op den
loer ligt om den man, de vrouw en
de kinderen aan te grijnzen. De nood
van de honderdduizenden werkloozen
van hun vrouwen en van hun kinde
ren is Tiiet naar waarheid te peilen,
voor hen, die nog werk hebben.
De Christelijke liefde moet ertoe
dringen om te trachten iets van den
nood te lenigen. Het prachtige werk
van de Centrale voor werkloozenzorg
uitgaande van den Raad van Neder-
landsche Kerken voor practisch
Christendom is gisteren weer onder
de aandacht gebracht op de confe
rentie. die gehouden werd in Woud-
schoten het conferentie-oord te Zeist,
waarvan we U hieronder gaan ver
tellen.
De opening
De Voorzitter, de heer W. J. Hemmes
te Utrecht heette na de gebruikelijke ope
ning allen welkom en wees op de bedoe
ling van deze conferentie die het door de
commissie uitgebrachte rapport nader zal
bezien. Het doet de Centrale leed dat haar
arbeid nog niet kon gelikwideerd worden.
De minister van Sociale Zaken kon zijn
woord hier te komen helaas niet gestand
doen. Spr. verwelkomde enkele autoritei
ten en verleende hierna het woord aan den
eersten inleider, den heer A n t h. F o 1-
m e r, lid van den gemeenteraad van
's-Gravenhage en oud-directeur van den
dienst der Werkloosheidsverzekering en
Arbeidsbemiddeling.
Referaat Anth. Folmer
De heer Folmer gaf allereerst een
overzicht van den stand van het werk,
voortgekomen uit de overweging om weer
arbeid te verschaffen die het leven ver
heft en vreugde brengt. Na 5 jaar wil de
Centrale nader bezien wat is verricht en
wat verder moet gedaan. Vier motieven
hebben daarbij geleid. Ie. Is het werk der
Centrale crisiswerk. Ervaring kon men
eerst na enkele jaren opdoen en na enkele
jaren moet worden bekeken of het gelei
delijk opgetrokken gebouw voldoet. 2e.
Heeft de jeugdwerkloosheid v.n. naar ar
beid voor de jongeren doen omzien en de
jeugdwerkkampen en de dienstbode-oplei
ding in het leven doen roepen. Is het ac
cent daardoor niet wat verlegd? Ten derde
is er de vraag of de Centrale aan het groo-
te in haar gestelde vertromygn heeft be
antwoord. Daarmede hangt als vanzelf sa
men de vraag of een hernieuwd beroep op
de offervaardigheid is verantwoord, in
verband waarmede de stand van de jeugd
werkloosheid nader moet bezien.
Spr. bezag de economische positie hier
te lande aan de hand van den stand der
cijters toen de Centrale optrad en de jaren
van haar bestaan. Ondanks de stijgende
werkloosheid kon Nederland, mede dank
zij verschillende maatregelen een zekere
mate van welvaart openbaren, die de werk
loosheidsbestrijding mede ten goede kwam.
In de opleving in het begin van 1937 kwam
in het najaar weer stagnatie, al wil spr.
niet beweren dat de opleving is gestuit. In
de daling van de werkloosheid had de
jeugdwerkloosheid het grootste aandeel en
de cijfers leeren dat de jongeren een twee
maal zoo groote kans hebben om weer aan
den slag te kómen als de ouderen. Dat ls
voor de Centrale uiteraard van groot be
lang, want de blijvende werkloosheid der
ouderen raakt ook de vrouwen dier werk
loozen. Hier is ook sprake van moreele
zorg en nood. Spr. gaf nadere cijfers over
de werkloosheid onder ouderen en jonge
ren. De jeugdwerkloosheid is over '37 be
langrijk gedaald. Echter is voortzetting
van de kampen voor jeugdige werkloozen
nog zeer geboden, al melden lang niet al
len zich voor het kamp aan, die daarvoor
in aanmerking komen. De Centrale moet
hier stimuleerend werken. Ook moet de
arbeid der Centrale voor de vrouwen der
werkloozen worden uitgebreid. De Centrale
wil haar oorspronkelijk plan getrouw blij
ven en de lijn niet ombuigen.
Spr. besloot met het uitspreken van den
wensch dat de Centrale gedrongen door de
liefde van Christus en gesteund door Prot.
Chr. Nederland haar arbeid met vrucht
voortzetten moge. (Applaus.)
DE MIDDAGVERGADERING
In de middagsamenkomst werden twee
referaten gehouden. Allereerst sprak de
heer J. A. J. Jansen Manenschijn,
de burgemeester van Zwijndrecht, die re-
Referaat Jansen Manenschijn
Het tweede deel van het rapport van de
commissie-Folmer behandelt het vraagstuk
van de verplichte of de vrijwillige arbeids
dienst en komt de volgende conclusies:
I. verplichte algemeene arbeidsdienst
voor de geheele jeugd wordt afgewezen;
II. verplichte arbeidsdienst voor de werk
looze jeugd wordt minder gewenscht en
vooralsnog niet noodzakelijk geacht;
III. vrijwillige arbeidsdienst zooals die
nu bestaat, kan grooter resultaat hebben:
a. door aan de deelname zekere voordeelen
te verbinden; b. door op de steuntrekken
de ouders van werklooze jongeren een ze
keren drang toe te passen, zoodat zij hun
jongens aan den vrijwilligen arbeidsdiens*
doen deelnemen.
Deze drie conclusies van het rapport wer
den door spreker nader toegelicht.
Aangetrokken door bui-tenlandsche voor
beelden gaan ook in ons land stemmen op
om arbeidsplicht voor alle jeugdige perso
nen, werkloos of niet, in te voeren. Bewust
of onbewust is het de invloed van het na-
tionaal-socialisme, dat zich hier laat gel
den. Men wil de op\oeding in één richting
en deze opvoeding doen geschieden door
den staat. Deze mechanische eenheid wil
len wij niet. Wij hebben principieele be
zwaren tegen de nat. soc. levensbeschou
wing, maar wij blijven ook staan op het
standpunt, dat het niet behoort tot de roe
ping der overheid om zich te belasten met
de volksopvoeding, hetzij van de jeugd,
hetzij van de volwassenen, zelfs al zou dit
kunnen geschieden met Inachtneming van
beginselen, waartegen wij geen bezwaren
hebben.
In het buitenland was armoede van het
land vaak een der voornaamste drijfveeren
tot het instellen van den gedwongen ar
beidsplicht. Maar de toestanden in het
buitenland zijn niet te vergelijken met die
in ons land.
Hierna behandelde spr. de vraag of
verplichte arbeidsdienst voor
de jeugd alleen wenschelijk
geacht moet worden, en dan met
een beperkt doel
Men zou kunnen stellen, dat arbeids
plicht voor de jeugd werd ingevoerd om
een militair belang van den staat of het
sociaal doel na te streven. Ref. stelde voor
op, dat we ons niet bij voorbaat
in beginsel steeds tegen zulk
een soort arbeidsdienstplicht
zullen stellen. Zou men op grond
van militaire overwegingen en in verband
met de internationale verhoudingen kun
nen betoogen, dat aan den militairen
dienstplicht zou moeten worden vastge
knoopt een zekere vooropleiding tot licha
melijke en geestelijke vorming en zoo de
noodzakelijkheid zou kunnen bewijzen, dan
zouden wij niet zonder meer een afwijzen
de houding mogen aannemen.
In zekere mate zou dit standpunt ook
kunnen gelden voor een arbeidsdienst met
sociaal doel. Het argument, dat daarvoor
gebruikt wordt is, dat de arbeidsplicht
noodzakelijk is ter bestrijding van den le
diggang en vooral ook van de misdaad on
der de jeugd.
Men moet hier evenwel niet overschat
ten en de werkloosheid van alles de schuld
geven. Tal van andere factoren werken
hier mede.
Invoering van den algemeencn arbeids
dienstplicht voor de werklooze jeugd zal
zeer groote eischen stellen aan 's lands
schatkist.
Ten slotte het derde punt bespre
kende wees spreker er op, dat het werk,
dat door de Centrale in de werkkampen
wordt verricht, staat op den grondslag der
vrijwilligheid. Als deze vrijwilligheid ge
handhaafd kan blijven heeft dit voor het
kampwerk het voordeel, dat er een zekere
natuurlijke schifting plaats heeft en er
jongens komen, die zelf min of meer voe
len de noodzakelijkheid van den arbeid en
die de werkloosheid dan ook beschouwen
als een ramp. De geest in het kamp wordt
daardoor beheerscht en er is bezieling
voor het werk.
De heer Folmer heeft reeds gewezen op
de op krachtiger wijze te voeren propa
ganda, teneinde de bekendheid met het
kampwerk grooter te maken.
Voorts moet de deelname worden aange
moedigd, door medewerking van de ar
beidsbemiddeling, die bij aanvragen van
werkgevers attent kan maken op jongens
die aan het kampwerk deelnamen of in de
centrale werkplaats werkten. Wenschelijk
zou zijn, dat de extra bijslag op den steun
voor inwonende kinderen, die zekeren tijd
gewerkt hebben tegen een zeker loon, zou
worden uitgebreid tot die kinderen, die
gedurende een zekeren tijd een werkkamp
hebben bezocht of in een centrale werk
plaats hebben gewerkt.
Er zou drang cp de ouders kunnen wor
den uitgeoefend in gezinnen, waar jongens
zijn. die voor plaatsing in centrale werk
plaats of werkkamp in aanmerking ko
men, als dit gezin gesteund wordt, door een
ze' re korting toe te passen op de steun
be "gen, b.v. door inhouding van den
gewonen kinderbijslag voor die jongens
Een enkele circulaire van den Minister is
voldoende om dezen maatregel in te voe
Het aantal werkkampen van de Centraio
zal dan zeker moeten worden uitgebreid
Dit zal financieele lasten meebrengen,
welke voor het grootste deel floor de Re
geeiig gedragen moeten worden.
De commissie is van gevoelen, dat
eerst de vrijwillige arbeidsdienst, zoo
als wij die kennen moet worden ver
stevigd en doeltreffender gemaakt,
voordat overgegaan wordt tot het in
voeren van andere, veel dieper in het
volksleven ingrijpende maatregelen.
De tweede spreker des middags was de
heer J A. K n e t s c h, hoofdcommies van
het departement van Sociale Zaken, die re
fereerde over het onderwerp: „Werkge
legenheid voor jonge menschen
buiten onze grenze n".
Referaat J. A. Knetsch
Emigratie naar overzeesche gewesten le
vert groote moeilijkheden op en vordert in
elk geval veel geld Spreker ging na welke
maatregelen de verschillende landen in
Europa genomen hebben te dien opzichte,
en bezag daarna de arbeidskansen voor
gewone loonarbeiders in die landen.
In Frankrijk bestaat in verschillende
streken gebrek aan goede landarbeiders.
Ook bestaat hier en daar wel gebrek aan
mijnwerkers, bouwvakarbeiders en ande
ren. De ervaring van hot laatste jaar met
betrekking tot de vraag of de Fransche
regeering geneigd is buitenlandsche arbei
ders toe te laten, is niet gunstig geweest.
Met België is een vestigings- en arbeids-
verdrag gesloten, dat geheel op wederkee-
righeid berust: De loonen zijn in België
lager dan in Nederland. Niettemin hebben
de laatste jaren talrijke mijnwerkers en
bouwvakarbeiders daar werk gevonden. In
Luxemburg bestaat gelegenheid om werk
te vinden voor landarbeiders, die ongeveer
20,— per maand boven kost en inwoning
kunnen verdienen.
In Duitschland is vooral vraag naar land
arbeiders. Dit zijn zoowel vaste krachten als
seizoenarbeiders. Na te hebben uiteengezet
welke loonen daar kunnen worden bereikt,
wees spreker erop, dat bet zijn nut kan heb
ben, dat van de zijde van de Centrale voor
Werkloozenzorg de jonge werklooze land
arbeiders op de werkgelegenheid, welke in
Duitschland aanwezig is, gewezen worden.
Dit vooral om veel misverstand en vooroor
deel ten aanzien van Duitschland weg te
nemen. Verder zal de Centrale wellicht iets
kunnen doen door jongelieden, van het plat
teland, die onvoldoende opgefeid zijn, eeni-
ge verdere opleiding te geven. Het opleiden
van stadsarbeiders in den landbouw acht
spr. vrijwel nutteloos. Omvorming van vak
lieden acht spr. niet gewenscht.
Als het mogelijk éou zijn jongelieden van
het platteland in een bepaald kamp te laten
wonen en ze van daar uit regelmatig bij de
boeren te laten melken, dan zou een oplos
sing gevonden kunen worden van practisch
en theoretisch onderricht. Spr. denkt hier
aan het kamp te Ommen. Hier zijn mogelijk
boeren te vinden, die de jongens, misschien
zelfs itegen eenige vergoeding, als melker in
dienst willen nemen, terwijl bijv. leeraren
van de landbouwschool te Heemse bereid
-gevonden kunnen worden les te geven.
Jongelieden die geen melken geleerd heb
ben. doch wel in akkerbouw hebben ge
werkt en vooral zij die met paarden hebben
omgegaan en ploegen, eggen enz. hebben ge
leerd. doch door werkloosheid hun vaardig
heid hebben ingdboet, zouden eveneens weer
op gang geholpen kunnen worden door een
half jaar als leerling te werken.
Waar in het algemeen de kansen voor
landarbeiders het best zijn en er onder deze
categorie waarschijnlijk een vrij groot aan
tal onvoldoend geschoolde jeugdige werk
loozen voorkomt, zou 't aanbeveling verdie
nen in deze richting een proef te nemen.
De discussie
We geven hieronder eenige opmerkin
gen uit de discussie over alle drie de
referaten. Daar de inleidingen alle be
trekking hadden op het rapport, dat was
uitgebracht, kunnen wij deze samenvat
ting geven. De discussie was belang
wekkend en uit alle opmerkingen sprak
de begeerte om het goede te zoeken
voor de wericloozen.
De heer Meyer de Vries, de vertegen
woordiger van den Minister van Sociale Za
ken nam deel aan de discussie over de refe
raten van de heeren Folmer en Jansen Ma
nenschijn. Hij wees erop, dat in ons land
altijd per jaar de bevolking met tachtig- él
honderdduizend zielen toeneemt.
Er komen daardoor per jaar veertig
duizend nieuwe arbeidskrachten aan de
markt. In dit lidht beschouwd mag men
de afname van het aantal werkloozen
percentsgewijze hooger stellen.
i de dames en heerendie aan de conferentie deelnamen, zoo welwillend even voor onzen fotogtadf
Maar het aantal werkloozen geeft een ang*
stige stabiliteit te zien. Bij een onderzoek
bleken elf procent van de oudere werkloo
zen te zijn „uitgerangeerd", zij zouden wel
niet meer aan den slag komen. Voor de
jongere werkloozen was dit percentage vier
procent. De Centrale heeft een belangrijke
taak voor de gezinszorg. Dit werk is veel
moeilijker dan het kampwerk. Maar het is
veel en veel noodiger nog. Want alle lasten
in een vverkloozengezin, waar de vader mop
perend rondloopt omdat hij geen werk
heeft, waar de kinderen ongedurig worden,
komen op moeder neer. die maar moet
zien rond te komen. Verder is een voornaam
belang de dienstboden opleiding. Laat de
Centrale daaraan toch veel en veel meer
aandacht besteden De verplichte arbeids
dienst kan in ons land alleen maar ellende
en narigheid brengen, zoo vond de heer
Meyer de Vries.
Verder stippen wij uit de discussie het
volgende aan:
Is het wel goed de werkloozen uit den ge
wonen kring te halen en voor hen aparte
voorstellingen, uitvoeringen enz. te houden?
Veel beter is het om hen in den gewonen
kring te laten en hen lid te laten blijven
van dezelfde vereeniging, waarvan iedereen
lid is. en desnoods de contributie voor hen
te betalen. Maar het apart bijeenbrengen,
maakt, dat zij zich gaan gevoelen als twee
de rangs burgers. Dat moet voorkomen
worden.
Het is wenschelijk om een boerderij te
stichten, waar jongens een opleiding kun
nen ontvangen als landhouwersknecht ook
die jongens die uit de groote stad komen,
maar van wie men de zekerheid heeft, dat
ze willen en alles in zullen spannen om te
slagen.
Is het wel wenschelijk om Nederlandsche
arbeidskrachten naar Duitschland te laten
vertrekken? Want het geherk aan arbeids
krachten in dat land is alleen veroorzaakt
door het feit, dat de militaire maatregelen
zooveel menschen opvorderen. Doen we nu
eigenlijk niet daaraan mee, wanneer we Ne
derlanders de plaatsen in het Duitsche land
bouwbedrijf laten bezetten?
Er is gelegenheid om te emigreeren naar
Zuid-Afrika; in de meeste gevallen verschaf
fen de gemeenten de waarborgsom welke ge
vorderd wordt.
De vragen en opmerkingen van de deba
ters werden door de inleiders beantwoord.
In zijn samenvatting aan het einde der
conferentie wees de heer Hemmes erop,
dat na de conferentie het werk begint voor
het bestuur, dat de gegeven aanwijzingen zal
hebben te overwegen en tot uitvoerine zal
móeten zien te brengen.
Slotwoord van Prof. Wagenaar
Prof. Dr. C. G. Wagenaar te Leeuw
arden sprak het slotwoord. Hij wees erop,
dat het treffende van deze conferentie was,
dat geen overgeestelijke debatten hebben
plaats gevonden, maar dit belangrijke onder
werp zóó werd behandeld, dat het bezien
werd in het licht der eeuwigheid.
De Centrale voor Werkloozenzorg zal
binnenkort weer haar collecte organisee-
ren. Er is zeer veel noodig. 't Werk vraagt
groote offers, en vooral voor de werk
kampen, de dienstbodenopleiding en de
zorg voor de vrouwen zijn duizenden
guldens noodig. Twee ton zou geen over
bodige luxe beteekenen. Laat ons hopen,
dat Christelijk Nederland zijn roeping
zal verstaan.
Jaarvergadering Ned. Chr.
Vrouwenbond
30 Juni en 1 Juli In Den Haag
Dr Colijn spreekt
Naar wij vernemen zal de Ned. Chr.
Vrouwenbond dit jaar zijn jaarverga
dering in Den Haag houden en wel op
30 Juni met de afgevaardigden en op
1 Juli met alle leden van den Bond, die
ter jaarvergadering zullen optrekken.
De minister-president Dr H. C o Hj n
heeft zich bereid verklaard als spreker
op te treden.
Er wordt een druk bezoek verwacht.
De Haagsche afdeeling bereidt er zich
op voor om voor niet minder dan 250
afgevaardigden gastvrijheid te verkrij
gen.
De Rijksweg 's Gravenhage
Rotterdam
Gezamenlijk adres van de verkeersbonden
De Rijksweg 's-G ravenhag e—R o t-
t e r d a m is wel een van de drukste wegen
van ons land en de verkeersintensiteit zoo
wel van motorrijtuigen als van rijwielen
blijft ook na zonsondergang zoo groot", dat
zich feitelijk bijna nimmer een geval voor
doet dat men, met een auto of motorfiets
op den weg rijdende, niet wettelijk ver
plicht is te dimmen.
De afstand, waarover de weg in dat geval
wordt verlicht, is slechts klein, zoodat bij
inachtneming van de eischen, welke de vei
ligheid stelt, op dezen drukken verkeers
weg bij donker slechts zoo langzaam kan
worden gereden, dat de weg dan niet aan
zijn economische bestemming voldoet.
Op gTond van een en ander hebben de
verkeersbonden den minister van Water
staat verzocht zoowel met het oog op de
veiligheid als op de economie van het ver
keer ten aanzien van den Rijksweg 's-Gra-
venhageRotterdam maatregelen te willen
overwegen, welke zoo spoedig mogelijk tot
een doelmatige verlichting van dit voor het
verkeer over den weg in ons land zoo
uiterst belangrijke traject zou leiden.
DE HEER PIPPEL ONDERSCHEIDEN
Btf K.B. van 7 Maart 1338 Ia benoemd tot
Commandeur ln de Orde van Oranje-Nassau, de
heer J. G. Ptppel. directeur van de Griffie van
SANATORIUM TE VELDWIJK
De bouw van het Sanatorium voor de
stichting „Veldwijk" te ErmedoVeldwijk is
thans opgedragen aan de firma C. van
Drenth te Dieren, voor f 323.7000.
BURGEMEESTERS
Opnieuw zUn benoemd -tot burgemeester: van
O se, J. F. Ploegmakers; van Willemstad. H v.
Berkenwoude, M. Gautlei
J. W«'J-'
naland, C. M. p] W*. Ha!
Ellemeet, A. J. de Bruyn; van Go
Slula; van Coevorden, A. Gautler;
Jhr. H. E. M. van Nispen tot Pani
Nederweert, J, h. M, van Uden,
Het moderne middel
Tegeji Rijnèn
is Instantine. In Instantine zijn Instdlltine
voortreffelijke werking en
absolute onschadelijkheid op
ideale wijze vereenigd
-i'" Onthoudt daarom i
In stout ine
stilt en voorkomt pijnen!
Doosies a 12 tabletten 70 ct.. zakjes a 2 tabletten 15 ct.
Groote Lederfabriek
afgebrand
Brandweer van Waalwijk
stond machteloos
V er zekering dekt de schade
Een brand van zeer gxooten omvang
heeft in den vroegen morgen in korten
tyd een der grootste lederfabrieken te
Waalwijk geheel vernield. Door dezen
brar.d zijn houderizestig arbeiders werk
loos geworden.
Te omstreeks half vijf vanmorgen zag een
nachtwakei van de particuliere nachtveilig
heids-dienst, die zijn ronde maakte, rook op
stijgen uit het gedeelte van de N.V. Chroom-
lederfabriek „De Amstel", v.h. firma L. S
Gompen dat z-- de zuidzijde van het ge
bouwencomplex is gelegen.
Onmiddellijk wekte hij den looimeester, die
aan de voorzijde van de fabriek woont. Deze
alarmeerde aanstonds de fabrieksbrandweer,
die echter tegen de groote vuurzee niet veel
kon beginnen. Ook de brandweer van Waal
wijk was spoedig ter plaatse en tastte den
grootcn en zich steeds uitbreidenden brand
met vijf stralen aan. Dat de brandweer hier
voor een moeilijke taak was geplaatst was
duidelijk. De gebouwen beslaan een opper
vlakte van 100 .bij 15 meter en zijn voor een
deel twee en voor een deel drie verdiepingen
hoog. Fel woedde het vuur in de groote voor
raden leder, die extra groot waren omdat men
druk arbeidde aan een groote order voor het
buitenland.
Vanmorgen tegen negen uur was de brand
nog steeds niet gebluscht. Alleen de machine
kamer en het nathuis, welke afzonderlijk
staan, zullen kunnen worden behouden. Ook
bestaat geen gevaar voor de omliggende ge
bouwen. De fabriek is verder geheel verloren.
De schade is op het oogenblik nog niet te
ramen. De directie van de N.V. Chroomleder-
fabriek „De Amstel", v.h. firma S. Gompen,
is in Amsterdam gevestigd en van daaruit
wordt steeds alles betreffende de fabriek ge
regeld. Men kon ons mededeelen dat de
fabriek tegen brand- en bedrijfsschade
De nieuwe burgemeester
van Wageningen
Ir M. J. IJzerman benoemd
Bij K. B. is met ingang van 1 April
benoemd tot burgemeester van Wage
ningen Ir M. J. IJ z e r ni a n te Almelo,
thans tijdelijk woonachtig te Enschedé.
Ir IJzerman, die van C.H. beginselen is,
werd 18 Januari 1883 te Leiden geboren. Hij
genoot zijn opleiding aan de H.B.S. te Haar
lem en aan de Technische Hoogeschool te
Delft.
Van 1910 tot 1919 was de nieuwe Wage-
ningsche burgemeester in N. O.-I. werkzaam
als adspirant-ingenieur bij den Waterstaat
's Lands Burgerlijke Werken. Na zijn verlof
keerde hij in 1919 om gezondheidsredenen
niet naar Insulinde terug, doch werd
werkzaam als voorzitter van het Waterschap
„De Regge" te Almelo met het oog op groote
ontwateringswerken in Twente. De plannen,
die onder zijn leiding in dit 115.090 H.A.
groote Waterschap (een der grootste in
Nederland) zijn ontworpen, werden bijna ge
heel ten uitvoer gelegd. Sinds 1927 is de heer
IJzerman lid van de Overijselsche Staten.
Steun aan de kleine tuinders
De ministers van Economische en van
Sociale Zaken hebben voor de kleine
tuinders een zelfde regeling getroffen
als voor de kleine boeren.
In bijzondere gevallen kunnen op voorstel
der plaatselijke commissie, gelet op den
hoogeren levensstandaard in sommige cen
tra van den intensieven tuinbouw, de gren
zen der klassen onderling van de B.- en C.-
categorieën van f7 en van f 9 verhoogd
worden tot een maximum van resp. f 9.2S
en f 11.25.
De leiding van de steunverleenlng aan
de kleine tuinders zal worden gelegd in
handen van den inspecteur van den tuin
bouw en het tuinbouwonderwijs, die bij
dezen arbeic! zal worden bijgestaan door een
commissie van advies, waarin de vertegen
woordigers der organisaties, zullen worden
opgenomen en waarvan de directeur-gene
raal van den landbouw ambtshalve het'
voorzitterschap zal bekleeden.
Beemdbrand te Helmond
Schuur brandde af
Te Helmond heeft een felle beemd-
brand gewoed in de lage velden achter dd
had- en zweminrichting De oorzaak moet
waarschijnlijk hierin gezocht worden, dat
jongens of ouderen een vuurtje wilden
stoken en de gevolgen van hun daad niet
hebben overzien. In korten tijd stond een
groote oppervlakte riet en ruigte, tenge
volge van de lentezon kurkdroog, in brancL
Het vuur tastte 'n langs den rand der
beemd gelegen oude schuur en stalling aan
en vond in hooi. stroo en vodden, welke
daarin waren opgeslagen, eveneens gretig
voedsel De schuur met inhoud brandde
totaal af Een trekselmachine en eenig an-i
der gereedschap werd mede een prooi de£
vlammen De gealarmeerde brandweer steli
de zich nabij het zwembad en twee be
dreigde woonhuizen op en wist uitbreiding
te voorkomen De afgebrande schuren wa
ren in gebruik bij den heer Overmans en
behoorden toe aan den heer A. W. v. Thiel*
Drie dieven ingerekend
Onbewoonde villa's binnengedrongen
Bij de politie te Arnhem heeft een be*
ivoner van het landelijk deel dezer gemeenu
te, vorige week aangifte gedaan, dat er in
zijn woning onbevoegde personen waren
geweest, die kaas en eieren hadden ont*
vreemd en uit het hok een aantal kippen
nad-den gestolen.
Een persoon, die den vorigen dag in dd
omgeving was gesignaleerd, werd door d«
politie gearresteerd en aan een scherp ver-
hoor onderworpen. Er werd veel bewijs
materiaal tegen hem aangevoerd, waardoor;
hij tot een volledige bekentenis gedwongen
werd. hoewel hij aanvankelijk hardnekkig
ontkende.
Daarbij bleek, dat hij bij den kip
pendiefetal was geassisteerd door twee
andere, bij de politie ongunstig be
kend staande personen, die eveneens
werden opgespoord en in arrest ge
steld. Ze bekenden ook enkele andere
kleine diefstallen op hun geweten te
hebben.
Het drietal is ter beschikking vaa
de Justitie gesteld.
Reichsbank is niet tot betaling verplicht
Het Arnhemsche Gereqhtshof heeft eer*
uitspraak gedaan in een proces dat de heer
B. S. had ingesteld tegen de Duitsche Rijks
bank, die hij sommeerde een bedrag van
9.437.715 Mark aan voor-oorlogsche Duit
sche marken in goud uit te betalen.
Het gerechtshof bevestigde het vonnis van
de rechtbank van 12 Nov. 1936, waartgen
B. S. in beroep was gekomen en waarin de
vordering werd afgewezen. Appellant werd
ook veroordeeld tot betaling der proces
kosten.
Het Hof was van oordeel, dat de Recht
bank appellants vordering terecht niet-ont-
va.nkelijk heeft verklaard, daar het enkel®
feit, dat hij bezitter is van Duitsche bank
biljetten, niet bewijst, dat hij aan de Reichs
bank goud in bewaring heeft gegeven en'
dus tegen die Bank uit een overeenkomst
van bewaargeving zou kunnen ageeren, zoo
als hij doet.
Bü beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T.is aangewezen als beheerder van het
böpost-, telegraaf- en telefoonkantoor te Den
Haag. Laan van Meerdervoort. de commies der
De houw van
het Leidsche
Stadhuis vordert
adig. Deze
foto laat de gevel
de Bree-
straat zien