R&D BEHANGSELS
rodtOD
Sociale Zaken aan de orde
VRIJDAG 4 MAART 1938
DRRDR BITAD PAG 0
Eerste Kamer-camera
Prof. Diepenhorst is dankbaar
voor het voorontwerp tegen
loonarbeid van de
gehuwde vrouw
Gisteren heeft de Eerste Kamer een aan
vang gemaakt met de behandeling van de
begrooting van Sociale Zaken. Reeds hebben
verschillende personen het woord gevoerd,
ïnaar het ziet er naar uit, dat het sprekers
lijstje nog niet is afgewerkt Er zijn partijen
die met een zekere voorliefde spreken over
het vraagstuk van de ordening. Welnu, laat
men althans bij de begrooting van Sociale
Zaken, de begrooting, waarbij de ordening
ter sprake komt. eenige ordening aanbren
gen in de behandeling van de onderwerpen,
liet is toch niet noodig, dat het ecne lid van
Cen bepaalde fractie na het andere opstaat,
om een bepaalde kwestie aan te snijden. Een
al te zeer gedetailleerde bespreking komt
trouwens niet overeen met het karakter van
de Eerste Kamer en hoort, zoo men wil. veel
eer thuis aan de overzijde van het Binnen
liof, in de Tweede Kamer.
De besprekingen werden ingezet door den
heer de la Bella (sd.). die o.m. betoogde
dat steun van de groote gezinnen het karak
ter van eenzijdigheid kan verkrijgen. Mij
meende, dat vele arbeiders in kleine gezin
hen het moeilijker hebben dan arbeiders in
groote gezinnen.
We kunnen dat toegeven. Uitzonderingen
Szijn er immer Maar dan zou men geen en
kele maatregel van eenigszins algemcencn
aard kunnen invoeren, zooals door de socia
listen toch ook maar al te vaak wordt voor
gestaan.
Ten aanzien van het
tegengaan van de werkloosheid
constateerde de heer de la B e 11 a hij den
Minister aarzeling. In 4 jaren is niets tot
stand gekomen tot ingrijpende vermindering
ervan. Juist hier was forsch ingrijpen ge
wenscht. Terwijl elders de werkloosheid
daalt aldus de heer de la Bella, neemt zij
ten onzent toe.
Naar aanleiding van deze opmerking wij
zen we erop, dat bij de begrooting van So
ciale Zaken slechts de maatregelen behoo-
ren, die strekken tot verzachting van de ge
volgen van de werkloosheid, terwijl de
bestrijding van de werkloosheid zelve thuis
hoort bij de begrooting van Economische
Zaken. Hierop werd terecht gewezen door
den heer van Voorst tot Voorst (r.k.)
die daarbij als een van de middelen om de
gevolgen van de werkloosheid te bestrijden
wees op de mogelijkheden, welke er liggen
emigratie
Te dien aanzien is de houding van de regee
ring, aldus deze spreker, steeds passief ge
weest. Maar thans is meer activiteit ge-
wenscht en aangestuurd moet worden op
alle middelen, die tot emigratie kunnen lei
den. Voor een dergelijke emigratie zijn ver-
eischt in de eerste plaats vestigingsgebie-
den. daarnaast pen juiste (propaganda, en
tenslotte het stichten van Nederlandsche
kolonies. De heer Van Voorst tot Voorst wees
daarbij op streken in Zuid-Amerika.
Het voeren van propaganda ligt volgens
dezen spreker niet op don weg van de re
geering. Dit worde overgelaten aan betre*
fende vprecnigingen. Gaat de regeering tjl
:ren van propaganda over. dan vallen de
menschep, die wi'den emigreeren en die in
hun plannen niet slaagden, terug op den
staat, hetgeen ongcwenschte verhoudingen
schept Bovendien staat vast, dat men meer
geeft om eigen organisaties, die tevens acht
kunnen geven op zielszorg en alles, wat
daarmee samenhangt
Nu is het voor emigratie noodzake
lijk, dat de vereenigingen grond koopen
voor hun leden, die willen emigreeren.
Het geld daarvoor ontbreekt evenwel, en
daarom zou de heer van Voorst tot
Voorst gaarne zien, dat de regeering
overwoog, of aan de emigratievereeni-
gineen onder bepaalde voorwaarden
geld ter beschikking kan worden ge
steld. opdat zij bij wijze van proef ko
loniën kunnen stichten.
I-Iet hedrae. daarvoor vereischt zou ve-
deelteiiik ontleend kunnen worden aan het
Landbouwcisisfonds en aan de fondsen ter
bestrijding van rle werk loosheid.
Vol belangstelling zien wij het antwoord
in den Minister op deze suggestie tege
moet. al vergeten we niet. dat op deze wijz-e.
naar de heer van d e B i 11 (s.d.) even
later oomerkte. alle moeilijkheden niet zijn
op te lossen. Het emigreeren zelf kost im
mers eveneens geld. De verwachtingen
spanne men niet al te hoog.
De heer de la Bella heeft eveneens aan
gedrongen op ruimer invoering van de he-
drijfsraden, in welke instituten deze spre-
en middel zag. om de arheiders niet lan
ger als onmondigen te beschouwen. Ook de
lieer de Bruvn fr.k heeft zirh in deze
richting geuit, daarbij het individualisme
eroordeclend, hetwelk in onze samenleving
ook op maatschappelijk terrein, nog zoo dik
wijls tot uiting komt. I-Iij wees er daarbij on,
dat kort geleden nog honderden werklieden
op straat werden gezet, alleen omdat de fa
briek voor den werkgever niet voldoende
endeerer.d meer werkte
In Zweden
I-Iet aangaan van collectieve overeenkom
sten moet volgens den heer de la Bella
door de regeering worden bevorderd, terwijl
hij de werking van het Werkfonds teleur
stellend noemde. Niet meer dan van de
werkloozen wordt daardoor aan arbeid ge
holpen. Als gewoonlijk wees de heer de la
Bella daarbij op Zweden, waar de toestan
den veel beter zouden zijn. Als steeds bleef
de heer de la Bella in gebreke we nemen
aan. dat het zonder onzet geschiedde te
wijzen op het verschil in bevolkingsdicht
beid, in ons land en in ZwedenDoor
dezen spreker werd geëindigd met de ietwat
pathetische verklaring, dat we niet slechts
moeten letten on bepaalde beginselen, maar
ook op wat aan deze beginselen ten offer
wordt gebracht. Een dergelijke stelling ii
meer verward dan gefundeerd. Bewijs bleef
achterwege,
Kleine boeren In het gedrang
De heer van V oorst tot Voorst heeft
nog gehandeld over de steunregeling voor
de kleine boeren, en wel met name, over cite
groep, welke beschikt over 2 a 2l/> H.A.
grond, d.w.z. een oppervlakte, die enkele
guldens te weinig opbrengt, om den bezit
ter voldoende od te brengen. Deze menschen
zouden naar de werkverschaffing moeten,
hetgeen de heer van Voorst tot Voorst sterk
zou betreuren. Gevraagd werd om een rege-
HET RINSO SOP IS VETTER.WE&KZAME» EN LANGER}
SBLIJVCND.DANIKTOT NU TOE OOIT WET j
^ZEEPPOEDER BEREIKT HEB}
1 pak Rinso
voldoende voor
een was van
vijf personen
1 /EN ZOOVEEL SOP MET
(EEN PAKJE.OVERVETTE*
MS* XlWVRINSO DAT IS GEWELDIG/
N\ viuiNIO/-—
Rinso wordt speciaal gefabriceerd om In alle typen van wasmachines
gebruikt te worden. Daarom geeft Rinso dan ook zulke prachtige
resultaten In elke wasmachine. Rlnso lost bijna onmiddellijk in lauw
water op. Speciale nieuwe bestanddelen verwijderen al het vuil
Uw goed In ongekend korte tijd. Tenslotte kan het uiterst werk
zame Rinso sop verscheiden malen achtereen worden gebruikt Door
de bijzondere samenstelling van Rinso is het mogelijk, om met één
pakje Rinso de volledige gezinswas van 5 personen in 14 uu
volmaakt schoon te wassen. En heeft U geen wasmachine,
dan werkt de „overvette" Rinso even doelmatig in «Ike tobbe.
De prijs is slechts 124 ct en bovendien een bon voor geschenken.
Prof. Diepenhorst
„OVERVETTE" Rjnso speciaal voor de
rssx
WASMACHINE
ling waarbij dez.e menschen op hun grond
kunnen b'ijven wonen. Dit zou volgens den
hoer Hien.stra (s.d.) evenwel op ingrij
pende moeilijkheden stuiten.
De hoPi van de Bilt (s.d.) heeft h«1
pleit gevoerd voor de invoering van de 40-
urice vverkwepk Geschiedde dit, aldus deze
spreker dan zouden vele werkloozen weer
aan der arbeid kunnen gaan. Als overgangs
maatregel om te komen tot dezen arbe:ds-
duur zou men kunnen overgaan tot de 44 h
45-urige werkweek. Voorts drong de heer van
de Bilt aan op een wettelijke regeling, waar
bij varantie wordt toegestaan met behoud
van loon In vele landen bestaan dienaan
gaande reeds voorschriften. Ook achtte hij
verbod van overwerken gcwenscht, zooals
in Denemarken bestaat. In dit verband
willen we eraan toevoegen, dat de heer
Hiemstra nog aangedrongen heeft op
verbetering van de sociale wetgeving en op
verhooging van de loonen in werkver
schaffing.
In een met gloed voorgedragen rede
heeft aan het begin van de middagver
gadering Prof. Diepenhorst (a.r.)
over een drietal punten gehandeld, te
weten de 40-urige werkweek, de ver
plichte vacantieregeling en de beperking
van beroepsarbeid door de gehuwde
vrouw.
Inzake de 40-urige werkweek en 't streven
om die te bereiken merkte Prof. Diepen
horst op, dat we hiermee staan voor een
nieuwe phase in den strijd voor
verkorting van den arbeidsduur
Eerst is de 40-
urige werkweek
verdedigd als een
middel tot bestrij
ding van de werk
loosheid. Zoo
schiedde in Janu
ari 1933 te Genèvt
Later heeft men
wijziging in de
doelstelling aan
gebracht. Toen
streefde v mer
naar verwezenlij
king. teneinde
den arbeider te
doen deelen i
voordeelen
do vooruitgang op
technisch gebied. Het doel van de bestrijding
van de werkloosheid raakte steeds meer op
den achtergrond.
Tegen de 40-urige werkweek nu zijn vol
gens Prol. Diepenhorst drie bezwaren in te
brengen In de eerste plaats zijn de bereikte-
resultaten weinig bemoedigend. Dit wordt
ook toegegeven in sorialistischen kring, b.v
dor de heeren Suurhof en Van der Waarden
Ook de toestand in Frankrijk, waar men tot
n aering overging op verschillend terrein,
is niet bepaald aanlokkelijk.
Ten tweede kan de 40-urige werkweek
niet worden ingevoerd zonder internationale
landing. Eri als mén dan in aanmerking
neemt op wslk een ontoereikende wijze de
48-urige werkweekconventies zijn door,
voerd. Is er niet veel hoop over voor een
betere uitvoering van de conventies, die de
40-urige werkweek zouden behelzen.
Het grootste bezwaar is, naar Prof,
Diepenhorst zeide. echter, dat de 40 urige
werkweek noch economisch noch ethisch
gefundeerd mag worden genoemd. Dit
komt reeds uit als men uttspraken beziet
van hen, die naar verwezenlijking ervan
streefden. Zoo beschouwde Wibaut deza
werkweek als epn machtsmiddel voor da
arbeidende klasse En het streven ernaar
door de socialistische vakbeweging
wordt evenmin door ethische motieven
gedragen.
Gaat men de geschiedenis van de werktij
den na, dan blijkt, dat in 1922 de werkweek
werd vastgesteld od 45 uur. Omdat dit ver
keerde resultaten opleverde, maakte men ei
in 1925 48 uur van. Later vroeg men de 40-
urige terwijl elders zelfs gevraagd wordt
om een 36- of een 30-unge. werkweek.
Door al dit streven dreigt gevaar, dat bij
de groote massa de gedachte wordt gewekt
als ware de arbeid een gif, een lastig toe
voegsel. Daartegenover hehben we den zegen
van den arbeid hoog te houden. Prof. Die
•pen,horst hoopte dan ook, dat de Minister
geen gehoor zou geven aan de suggestie, om
over te gaan tot het doen invoeren van de
40-, of als overgangsmaatregel, van de 45
urige werkweek. Eerder streve men ernaar,
dat zooveel mogelijk de 48-urige werkw
worde ingevoerd.
Sprekende over
de vacantieregeling
merkte Prof. Diepenhorst op, dat vacantie
een kostelijk goed is. Al bestaat geen wette
lijke regeling van de vacantie, in werkelijk
heid bestaat de vacantie zelf veelal wel. In
de collectieve arbeidsovereenkomsten neemt
de vacantieregeling een beduidende plaats
in. Dank zij deze overeenkomsten genieten
thans 150.000 arbeiders van onderbreki
van den arbeid. Weliswaar kunnen wette
lijke bepalingen niet geheel worden gemist
zij mogen niet de normale regeling worden.
jDat heerlijke gevoel
van bevrijding!
De wieken uit te slaan - hoe heerlijk voor een vogel,
maar hoe goed ook voor den menschelijken geest.
Maak U thans los van al het oude, verbreek de ban
den van de wandensleur en schep U thuis een
gloednieuw interieur met R&DMet nieuw behang
van R&D wordt alles, illes anders: 't is of ge
,mee-herademt met de zich verjongende Natuur!
Zie de R&D Collectie 1938: Series 16-47-48-49-50-
51-52. Weer hebben kunstenaars verrassend-fijne
wandversieringen voor U uitgedacht, verrukkelijke
scheppingen van lijn en tint, die voor U vastgelegd
zijn in de fraaie, degelijke „Fixa-Color"-kleuren
van R&D. Vraag Uw behanger de R&D Staalboeken
met de doeltreffende Wenken' voor het kiezen.
Laat hij U voorrekenen, hoe wonderweinig de ver
wezenlijking van wélken wanden-wensch ook kost!
N.V. BEHANGSELPAPIERFABRIEK VAN
RATH DOODEHEEFVER
Toonzalen in 19 steden des lands.
Dit merk staat op de Staalboeken.
Zij worden veeleer gebezigd als een aanvul
ling van de bepalingen in de collectieve
overeenkomsten.
Al geven we gaarne toe, dat de bepalingen
in de collectieve overeenkomsten de voor
keur verdienen toch willen we erop wijzen,
dat men van het aantal arbeiders, hetwelk
onder collectieve overeenkomsten valt. geen
al te hooge dunk moet hebben. Het blijft
nog steeds vrii gering De overeenkomsten
zelf winnen aan interne waarde. Maar zoo
lang niet een honger percentage arbeiders
in derg°lijke overeenkomsten is onderge
bracht, zijn wettelijke regelingen in-ake de
vacantip allerminst zonder betcekenis.
Tenslotte heeft Prof. Diepenhorst ge
handeld over het voorontwerp tot het
tegengaan van
loonarbeid door de gehuwde vrouw
Het geleek wel, zoo zeide hij, of de Mi
nister met dit voor-ontwerp een knuppel
in het hoenderhok heeft geworpen, ge
hoord het verzet, in aanmerking ge
nomen ook, dat de Minister met één
postbestelling van meer dan 2000 vrou
wen een briefkaart van protest ontving.
De bestrijding van het voorontwerp zei?
berust op onjuiste argumenten. Allereerst
vergde men niet, dat het hier een vooront
werp geldt. Er kan nos van alles in worden
gewijzigd. En daarnaast gaat de oppositie
hierin fout. dat ze het ontwerp ziet als een
specifiek R.K. uiting. Andere groepen dei:
ken er gelijkelijk over, en reeds zijn door
anderen plannen tot beteugeling van dezen
arbeid ingediend. Het 2e Chr. Soc. Congres
aanvaardde een resolutie tegen vrouwenar
beid. en de Prot Chr vakorganisaties nemoi
eenzelfde standpunt in. Het verkiezingsma
nifest van de A R. partij van 1937 beschouw:
het tegengaan van den arbeid der gehuwd'
I. 1873 en 413-5 M. VARA-Ultmen-
10.20 v.m. en 7.308.00 VPRO.
muziek. 10.00 Morgenwijding. 10.r'
Voor Arbeiders ln de Continubedrijven. 12.00
Gram.muziek. 1.00—1.15 VARA-Orkest. 2
Causerie: „Vrouwen van Hollaud. ontwaak
2.15 Gram.muziek. 2.15 Amateursultzendli
vrouw als een versterking van het gezins
leven. Onjuist is het ook. te meenen dat door
het ontwerp het zelfbeschikkingsrecht van
de vrouw zou worden aangetast.
Een incident in het verleden
Prof Diepenhorst eindigde met een herin
nering aan den -parlementairen strijd uit
1889. Op 3 Mei van dat jaar werd in de Eer
ste Kamer een voorstel tot wijziging van de
Arbeidswet behandeld. Ook toen was beper
king van de vrouwenarbeid in het geding.
Hiertegen kwam oppositie, omdat men toen
eveneens vreesde dat het zelfbeslissings-
recht van de vrouw zou worden aangetast.
Het merkwaardige was echter, dat bij de
^temming ook de heer van Blijdenstein voor
stemde, terwijl hij kort te voren hevig had
Geopponeerd. Het bleek, dat deze afgevaar
digde bij vergissing had voorgestemd
Dit incident nu. aldus Prof. Diepenhorst,
mogen we beschouwen als een symbolische
aanduiding van de verwarring, welke in
deze materie de geesten beheerscht. Hij be
sloot zijn betoog met dank te brengen aan
Minister Romme. dat hij dit voorontwerp
heeft ingediend.
4.50 Vervolg concert (gr.opr..). F?0 Literaire
causerie. 6.00 Orgelspel en zang. 6.30 ,De
Wielewaal" en toespraak. 7.00 Filmland. 7.30
Causerie „Bübelvertelllngen". 8.00 Herhaling
SOS-Berlchten. 8.03 Berichten ANP. VARA-
Varia. 8.15 Cor Steyn's accordeon-orkest, „De
Krekeltje" en „The Four Blue Stars". 9.1S
Rn miOké! 10.30 Berichten ANP. 10.3S
11.15 Berichten. 11.20—12.0®
Souvenir-Orkest.
ILVERSUM 11. 301.5 M. KK O-Uitrei
5.00 HIRO. 8.00—9.15 en 10.00 Grt
11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00
en solist
KRO-Nachtet
serie „Dlei
4.30 HIRO-Post 4.35 Gr&m.muzlek. 4.40 Cau-
„Onze Taak". 6.50 De KRO-Melodlstea
"30 Esperantonleuws. 5.45 Da
■eitjes. 6.15 Gram muziek. 6.20
journalistiek weekoverzicht 6.45 Gram.muï,
7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Dwaling om
trent de rechtvaardige prijs". 7.35 Actueel*
aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededee-
ltngen. 8.35 Overpeinzing met muzikale om
lijsting. 8.35 Bont programma. 10.30 Berich
ten ANP. 10 40 Internationale Sportrevuew
10.66—12.00 Gram.muziek.
DROITWICH 1500 M. 12.06 Trio. 2.20 Bas en
looi. 3.05 Orgel. 5.00 Declamatie. 5.20 Band.
1. 8.20 Variété.
7.80 Orkest 9.50 Orkest.
BRUSSEL 32
Orkest 2.20 Kamer
Zang. 4.05 Piano. 4
Gitaarsoli. 8.20 Ork.
30 Orkest S 20 M;
8.20 Concert 7.2®
(36
HOOFDSTUK XXI
De studie beantwoordde aan Willy's verwachtingen, maar
het kamerleven beviel haar niet. Behalve het feit, dat haar
afkeer van mevrouw Berendse met den dag toenam, was er
de eenzaamheid, die ze niet verdragen kon.
Alleen aan het ontbijt, aan de koffietafel, aan den maal
tijdNiemand, die je verwelkomde, als je van college
kwamNiemand, die belangstelde in je studie, die zoo
eens vroeg: wat heb je vanmorgen gehad
Mevrouw Berendse vroeg en vertelde een heele boel, dat
moest toegegeven worden, maar zelfs de stem van deze dame
werd Willy een kwelling.
Onder haar mede-studenten wist ze zich niet zóó te bewe
gen. als gewenscht was. Ze kon er niet toe komen op alle
uren van den dag bij die en gene op te loopen, ontving hen,
die haar bezochten, hartelijk, maar niet zoo, als ze het ver
langden. Ze was dan te veel gastvrouw, het ontbrak haar
aan de onbezorgde nonchalance, die een eerste vereischte was
voor een gedwongen omgang. Had Willy hier ook maar deel
kunnen uumake.. van een klas, dan was het haar gegaan als
pp het gym, had ze zich weer omringd gezien van 'n vrienden
schaar. doch ondanks de zes voorbije jaren, was ze te veel
dorpelinge gebleven, miste de losheid van beweging, die hier
noodzaak bleek te zijn.
Toch was ex niemand, die haar niet mocht. Voor het nog
zoo heel jonge, blonde meisje, dat enkel scheen gekomen om
te werken, had ieder een vriendelijk woord en maar dit
was Wily.verre van aangenaam een welgezind glimlachje.'
„Een stukje landelijke poëzie", had een der anderen haar
genoemd en, zonder dit te weten, voelde ze het aan, als iets,
wat ze duchten moest.
„Een stukje huiselijke poëzie", dacht Hilda Brinkman, toen
die de eerste keer Willy bezocht en haar bezig vond aan een
ingewikkeld borduurwerk.
„Mooi wordt het, hè?" vroeg ze, toen ze zag hoe Hilda het
met bewonderende blikken bekeek.
„Prachtig", antwoordde die uit den grond van haar hart,
„maar kind, hoe heb je daar tijd voor?"
„Tijd? Och, ik weet niet. Ik kan mijn dagen niet heelemaal
vullen met de studie. Jij?"
„Nee, ik ook niet. Mijn dagen er heelemaal mee vullen
bewaar me, daar zou ik voor passen".
„Ik had gedacht veel harder te moeten werken, 't Viel me
geweldig mee. Wat ik al afgelezen hebMeer boeken
dan anders in een jaar. En nu ben ik dit begonnen, een Sin
terklaascadeautje voor mijn moeder".
„Ik moest mijn moeder toch ook eens met een handwerkje
verrassen. Sinds ik op de lagere school was, heb ik dat niet
meer gedaan. Weet je, daar kom je gewoon niet toe".
„Ze vindt het raar, een studeerend meisje, dat handwerkt",
overlegde Willy en zocht vergeefs naar antwoord.
„Ja", ging Hilda voort, „het lijkt me toch wel aardig voor
een moeder, als haar dochter zelf iets maakt. Jij bent stellig
een genie op dit gebied. Help me eens wat prakkizeeren. Maar
niet zoo moeilijk, als dit, hoor!"
„O, ik heb massa's patroontjes thuis, 'k Zal er Maandag
wat meebrengen. Dan kun je uitzoeken".
„Leuk, zeg! En vind je dan goed, dat ik er hier bij jou aan
werk? Thuis mogen ze het niet merken".
„Natuurlijk, dat vind ik best! Dus jij woont bij je ouders?"
„Ja, maar 't is niet vervelend, hoor! 'k Heb een flinke kamer
en kan vragen, wie ik wil. Je zegt misschien: waarom hand
werk je dan daar niet, maar ik heb drie jongere zusjes en twee
broers. Nou die vallen wel eens binnen, hè? En vijf van die
babbelbekjes te snoeren, dat gaat mijn krachten te boven".
,,'t Zou mij heerlijk lijken, als mijn ouders hier woonden",
zei Willy peinzend. Dat „maar 't is niet vervelend" had haar
wat rauw in de ooren geklonken. Sinds ze zelf haar ouderlijk
huis had verlaten, benijdde ze ieder, voor wie deze noodzaak
niet bestond.
„In mijn geval is het zeker heerlijk. Kamerhuur schiet er
niet gemakkelijk over voor een meisje, dat de oudste is van
een half dozijn".
„Daarvoor moet je eenig kindje zijn, zooals ik", ant
woordde Willy.
„Ben jij het eenige ooilam? Ook geen pretje, wel? En waar
staat je drie-persoons-nestje?"
Willy vertelde. Ze was blij eindelijk eens gewoon te kun
nen praten met een meisje van haar eigen slag. een meisje,
dat ook studeerde en toch gezellig over de dagelijksche din
gen wist te babbelen. Vorige bezoekers zoowel als bezoek
sters wilden óf boomen over zwaarwichtige onderwerpen, óf
ze sloegen onzin uit, die Willy even weinig begreep als
waardeerde.
Al pratend vloog de tijd om en stopd mevrouw Berendse in
de kamer om te dekken, eer Willy er aan dacht, dat het
etenstijd was.
„Valt die altijd binnen zonder kloppen?" vroeg Hilda na
haar vertrek.
„Nee, ze klopt anders. Misschien heeft ze dat nu ook wel
gedaan, maar hebben we het niet gehoord".
„Op ja wachten doet ze dus niet"?
„Meestal wel".
„Ik zou zoo'n mensch beter dresseeren".
„Jij bent nooit in het bezit van een hospita geweest".
„Neen, maar als ik er een noodig had. zou ik stellig deze
niet kiezen. Waarmee heeft ze je bekoord? Met de statigheid
harer gang of de schoonheid harer vormen"?
Willy lachte.
„Nee. zonder gekheid, vind jij het ook geen miserabel
schepsel? Of heb je vanwege de gastronomie je hart aan haar
verloren"?
Als antwoord lichtte Willy de deksels van de schalen.
„Aanschouw en proef", zei ze.
„Van het aanschouwen alleen heb ik mijn buikje al vol.
Wat zou dat grauwgroene goedje zijn"?
„Ik weet niet. Andijvie denk ik. Alles smaakt ongeveer
eender, 't Vleesch is gewoonlijk keihard"
,,'t Lijkt veel op een oude gummispons".
„Of vermolmd eikenhout".
„Als je de soep nog even laat staan, is het pudding".
„Ja kind. wat doe je er aan"?
„Weggaan".
„Zou mijn moeder niet goed vinden"!
„Dweept die met die"?
'(Wordt vetvoiqa.)