nmsTLEVEn
Defensiebegrooting aanvaard
Ruwe Handen, Ruwe Huid Purol
8 ZATERDAG xg FEBRUARI 1938
DERDE BEAD PAG. q
Eerste Kamer-camera
EEN KRACHTIG PLEIDOOI
VAN DEN MINISTER
„Er is schijn noch schaduw van een
geheim militair verdrag
DE Defensiebegrooting is gister door
de Eerste Kamer aanvaard met 37
•tegen 4 st.* Tegen stemden de socialisten,
de la Bella, Moltmaker en Ribbius Pele-
tier, benevens de vrijzinnig-democraat
Prof.'van Eriibdcn. Daarna is de wijzi
ging in de Dienstplichtwet aangenomen
met 28 vegen 13 sUaunca, waarbij de
socialisten en de vrijzinnig-democraten
tegenstemden.
Het feit. dat bij deze begrooting gestemd
moest worden, bewijst al, dat de gemoederen
over de deten&ie niet zoo eensgezind waren,
als zulks bij andere begrootingen het geval
was. Heeds maakten we melding van eenige
bTjanning, die in de debatten viel waar te
nemen en die voor een goed deel veroor
zaakt werd door de omstandigheid, dat een
group KamerL'den anders zou stemmen dan
men vroeger had mogen verwachten. We
noemen in dit verband met name de rede
van den heer Wiardi Beekman (s.d.). die
uiting gaf aan het gewijzigd inzicht der so
cialisten in het recht op een juiste lands
verdediging.
Onder de partijen van den linker
vleugel begint, om wat oorzaak dan ook,
het besef steeds meer door ie dringen,
dat ons land met eenzijdige ontwape
ning geenszins is gebaat.
I-Iet betoog van den heer Wiardi Beekman
was het aanhooren zeer waard. De socialis
tische partij bezit in haar fractie in de Eer
ste. zoowel als in de Tweede Kamer, enkele
figuren, jong van jaren, maar scherp van
inzicht en begaafd met groot sprekerstalent.
In verscheiden nu van deze jongeren komt
treffend tot uiring het complex van wijzi
gingen. dat zich in de socialistische doctrine,
b.v ten aanzien van de defensie, bezig is
te voltrekken. We geven gaarne toe. dar op
merkzaamheid geboden blijft en een ver
onachtzaming van het partijstreven uit het
verleden ware onvoorzichtig, maar we ach
ten het niet geheel juist. dat. zooals door
enkele sprekers is gedaan, deze jongeren
bil 'voortduur aan het verleden van hun
partij worden herinnerd. Hierin behoort,
dunki' ons. zieh christelijke politiek van
ONS FEUILLETON
Korte inhoud van het voorgaande
Het huwelijk van den schoolmeester Ver-
'duynen van 't dorp Woudewijk wordt eerst
na veel jaren met een dochtertje Willy ge
zegervd.
Hannes de bakker, een „ingeleide be
weert, dat hef kind niet afgebeden, doch
afgedwongen is. Zoo'n kindje kon wel voor
de hel geschapen zijn.
Deze woorden van den bakker, die alge
meen voor een geloovige wordt gehouden,
veroorzaken de vrouw van den meester veel
strijd, doch zij vindt tenslotte troost door te
beloven, dat zij haar kind voor Jezus zal
opvoeden. Dit brengt haar ertoe soms wei
.wat al te nauwgezet over Willy te waken.
Al spoedig sluit de kleine vriendschap
met Kobifrsie van Kobus-de-Koster, haar
buurjongetje. Als vrouw Kukelaar,
van de vrouwen van het dorp. eens
terloops opmerkt, dat zoo'n kindervrije
rijtje wel eens aanblijft, wil zij zoo
spoedig mogelijk aan die vriendschap
een eind maken.
Als de schooltijd ten einde loopt, besluit
Kobus de Koster zijn zoontje onderwijzer
te laten worden. De meester zal hem echter
de eerste twee jaar aan huis les geven. Willy
gaat naar het gymnasium in de stad en haar
moeder hoopt heimelijk, dat zij dan door
haar nieuwe kennissen haar oude vriend
schap wel zal vergeten. Deze wensch gaat
niet in vervulMng. Als Kobus na twee jaar
dagelijks met Willy naar de stad reist, neemt
het meisje zich voor hem altijd te helpen
als zijn boersche manieren en kleeding de
spot der stadsjongens opwekken. Het is voor
Kobus een moeilijke tijd en als Willy er niet
was geweest, had hij het wellicht niet vol
gehouden. De 15-jarige jongen neemt zich
voor haar altijd trouw te blijven.
Als Willy in de hoogste klas van
gymnasium zit, verschijnt op de school E'la
van Rees. een meisje, dat zich op ergerlijke
wijze uitlaat over haar ouders, die geschei
den zijn.
Intusschen hoopt meester Verduynen, dat
Willy uit zichzelf over zijn liefste wensch,
verder studeeren, zal beginnen. Dat gebeurt
echter niet, totdat zij bij mevrouw Wayboer,
een vrouwelijke tandarts, haar gebit laat
behandelen.
(Zie vervolg hieronder)
andere te onderscheiden. Maar we voegen
er tei%tond aan toe, dat dan ook bij de so
cialisten \nn zelfingenomenheid geen spra
ke mag zijn eerder van eenige boetvaardig
heid. om hun zelfs wil.
In de zitting van gisver is de heer v d.
B i 1 t (s.d begonnen met het pleit te voe
ren voor de gepensionneerde -militairen en
de mobilisatiesldchtóffers.
Een vraagteeken weggevallen
Daarop komt, de heer Van Vessem
(n.s.b terug op de critiek. welke door den
heer de Savornip Lolunan was uitgeoefend
op'een artikel'in Volk en Vaderland, vólgens
hetwelk onze regeering een geheim militair
verdrag zou hebben aangegaan met Enge
land. De heer van Vessem zegt, van dit
artikel de schrijver niet te zijn en ook niet
zich verantwoordelijk te achten voor den in
Hij veronderstelt, dat achter den kop
van het artikel» „Een geheim militair
verdrag", een vraagteeken zou zijn weg
gevallen....
Deze naïeve uitlegging wordt terecht
onder luid gelach door dé Kamer ont
vangen.
Daarop betoogde de heer Van Vessem
tegenover den hoer Briët, dat er geen samen
preking zou zijn geweest tusschen dp N.S.B.
n Duitsche autoriteiten, inzake de buiten-
landsche politiek van ons land Hij critèseêr
de h"t verschijnen van Belgische officieren
een vergadering van Nederlandsche re-
rve-officieren.
De lieér Kranenburg (v.d.) zof vervol
gens uiteen, dat hij wel vóór de begrooting
maar tegen de-wijziging in de Dienstplicht
wet zou stemmen. Deze laatste achtte hij
ncieel niet gegarandeerd. Ook aclit hij
diensttijd" van èlf maanden niet bevor
derlijk voor den geest in het leger. De heer
de Savornin T.ohman heeon zijn betoog den
origeji dag met de mededeeling.'dat hij
zieh verheugde ovpt de bekeering va
socialisten ten aanzien van de landsverde
diging. maar veel heeft spr. van die vreugde
n het betoog niet gemerkt. Eerder heeft hij
felle critiek
geoefend Men mag zich afvragen, of met
deze critiek 's lands belang wordt gediend
Men diene toch te bedenken, of men wil ol
niet. dat een vierde van de opkomende jon-
n socialisten ziin. die ook desnoods hun
hlned moeten geven voor hun vaderland. De
kentering onder de socialisten wordt zon
doende onder een te engen gezichtshoek ge
zien. Er is geen reden tot uitsluiting van
bepnialde volksgroep. Snr. dj-ingt dan
ook aan op opheffing van de uitzonderings
bepalingen. Met instemming citeert de. heer
Kranenburg een uitlating van Oldonharne-
Idt, dat we geen oorlogszuchtig volk zijn.
Wel echter zijn we taai en moedig.
De Minister spreekt
Over hetgeen ingeval van
mobilisatie
gedaan zou moeten worden, wenscht de
minister zich niet uit te laten, maar
wel kan hij zeggen, dar de maatregelen,
die daartoe vereischt zijn, genomen zijn.
Tusschen het departement van Koloniën
n dat van Defensie worden besprekingen
evoerd over het prototype van
metalen bommenwerpers.
Het is evenwel nog de vraag, of de kosten
het toestaan, dat aap het aanschaffen van
tvpe belangrijke uitbreiding wordt ge
schonken. Gaarne z.iot de minister, dat bij
dp Nederlandsche industrie wordt besteld,
iaar deze industrie zij dan ook redelijk in
Voor verkenning blijven paarden-eska-
rans gehandhaafd. Aangezien Nèderland
ihe paarden voor de cavalerie minder ge
schikt blijken te zijn. zal de regeering ook
'oor de toekomst tiaar toevlucht nemen tot
Iersche.
reus den heer van Voorst tot Voorst die
gepleit had voor een weerbelasting, omdat
daardoor aan de groote gezinnen zou worden
,#tlriaan! Ik ben er zeker van
dat Oom Kees bet zou weten
&c Wi&dïAtJAJkOiLajauuSÏ
De .minister, daar
op aan het woord
komend, getuigt
met erkentelijk
heid vbö de wijze,
waarop verschil
lende leden hem
zijn tegemoet ge
treden. En de an
dere leden is hij
erkentelijk voop
de wijze, waarop
zij hun hestrij
ding hebben inge
kleed. Hij hoopt
het in hem ge
stelde vertrouwen
niet te zullen beschamen.
Een woord van waarschuwing mag
volgens den minister niet achterwege
blijven. Men meene niet, dat we in kor
ten tijd een versterkte weermacht zullen
bezitten. De opbouw ervan zal enkele
jaren duren. Ook de levering van de ma
terialen eischt uiteraard een bepaalden
Ten aanzien van de gepensionneerden en
mobilisatieslachtoffers merkt de minister op,
dat onderzoek is ingesteld naar de bezwa
ren, maar hieraan kan moeilijk worden vol
daan. Wenschcn van de oud-merinewerklic
den zijn reeds ingewiligd. Indien mogelijk
wordt tegemoet gekomen aan het verlangen
van de officieren van gezondheid tot verlen
ging van hun diensttijd.
Tot den heer van Vessem zegt de heer van
Dijk. dat het bezoek van de Belgische officie
ren slechts gezien moet worden als een be
dfijjdLik
maa/r\
tegemoet gekomen, merkt de minister op;
dat bij de Dienstplichtwet de lasten niet uit
sluitend rusten op deze gezinnen.
De kwestie van het
openhouden van burgerlijke betrekkingen
van hen, die in militairen dienst worden
opgeroepen, heeft zeer de aandacht van den
minister. Misschien kan een oplossing wor
den gezocht, zooals deze in België bestaat,
waar de dienstverhouding slechts wordt ge
schorst. Een commissie zou dan desge-
wenscht bemiddelend kunnen optreden. Men
spanne de verwachtingen echter niet te
hoog, want het is de vraag, of de zaak naast
goede ook niet kwade kanten heeft'. Zoo
kan het gebeuren, dat een werkgever, al
hij aan ziet komen', dat zijn werknemer iri
dienst zal moeten, kort te voren dezen werk
nemer zoogenaamd om een geheel andere
zeden ontslaat.
Sprekende over het
algemeen regeeringsbeleid
merkt de minister op, dat de internationale
spanningen, tezamen met het terzijdcstellcii
van de zedelijke normen, voor ons land ge
varen in het leven hebben geroepen. Met de
oude middelen kon de regeering daarbij
haar taak niet vervullen. De voorstellen /.ijn
dan ook gericht op het inhalen van achter
stand en op het scheppen van een versterk
te weermacht
Daartoe is het cisch. dat het jaarlijksch
contingent wordt verhoogd en de oefening
verbeterd. Dit alle? staat onderling in ver
band. Dit verhand, dit systeem, is in het de
bat niet aangetast. Wanneer men critiek
oefende, dat was dat slechts op andere, b
geldelijke motieven. Wel bleek er verschil
gevoelen te beslaan over de lengte van
den eersten oefentijd: 11 maanden. Dienaan
gaande merkt dp min'sCr op. 'dat niet alge-
een is begrepen, waarom het hier gaat.
Voor dezen duur zijn echter drie gronden
aan te voeren: In de eerste plaats is de oefen
stol uitgebreid Terwijl de voorwaarden on
gunstiger zijn geworden, worden aan de ge
oefendheid hooger eischen gesteld. Daar
naast is de opleiding van reserve-officie
ren slechts wel mogelijk in een latere pe
riode van oefening van den troep. En in de
derde plaats moeten we eindigen met hei
systeem, waarbij er practisch geen geoefen
de troepen zijn in den loop van het jaar.
Er is betoogd, dat bij deze defensieplannen
andere volksbelangen in het gedrang komen.
Hiertegenover moet worden staande gehou
den, dat de regeering wel degelijk oog heeft
voor andere belangen. Maar het gaat thans
om het onvermijdelijke, om in de eerste
plaats de defensiebelangcn te behartigen. Eu
onder de groote volksbelangen draagt de
landsverdediging een bijzonder karakter.
De minister acht het niet onmogelijk,
dat belastingverhooging met kan uit
blijven, maar hierin dient dan te wor
den berust.
Uitvoerig zet de neer van Dijk uiteen, dat
de niarinebclangen niet bij de andere mili
taire ten achter staan Er is gedaan wat mo
gelijk was en zoo de vlootplannen zijn tan
uitvoer gelegd zal deze vloot aan haar taak
kunnen beantwoorden In de defensieplan
non wordt Indië allerminst onbillijk behan
deld. Een 7no groot mogelijk deel van de
vloot verblijft aldaar. Maar Nederland kan
niet van materiaal worden ontbloot. Het i:
eenmaal zoo. dat waar het gevaar urgent
alle krachten zooveel mógelijk zullen
moeten worden geconcentreerd.
Het veldleger wordt gevormd uit de
Ven jongste lichtingen. Deze voorziening
doet na de reorganisatie aan te stellen
eischen. De grpnsbpveilieintr bestaat in vre
destiid uit 10 000 man 7oo de toestand gr
spannen wordt, worden deze troenenmarl
nmerkelijk versterkt door de nieuw
bewapeningen.
Geen geheim verdrag
Naar aanleiding van de geruchten,
dat er een geheim militair verdrag zou
bestaan met Engeland merkt de minis
ter op, dat van een dergelijk verdrag
schijn noen schaduw bestaat
Een paniekstemming?
Komende tot de critiek van den heer va,.
Emhflen zegt de Minister, dat volgens dezen
spreker de regeering uitgaat van een paniek
stemming. In plaats oaarvan wil de heer
an Em 1x1 en een collectieve veiligheid ver
dertigen. De gedachte van de collectieve vei
ligheid, aldus de Minister, is door de regee
ring bevorderd, maar de werkelijkheid is
dat deze gedachte niet wero verwezenlijkt.
Thans is het zoo gesteld, dat in een krach
tige defensie een krachtige preventie moet
worden gezien. En bezwaarlijk kan volgi
dpn Minister worden aangenomen, dat we
hij het voeren van een dergelijke politiek al
leen zouden staan, wanneer gevaren dreige
Deze gevaren ziet de regeering wel degelij
maar dat is geheel iets anders dan het han
delen in paniekstemming.
Het nieuwe standpunt van de socialisten
is door den Minister gaarne aanvaard. Zeer
verheugt hij zich. dat zij zich niet lang
blind staren op de eenzijdige ontwapening.
Het is niet waar, dat de heer van
Dijk zich eertijds zou hébben schuldig
gemaakt aan afbraak van de weermacht,
zooals door den heer Wiardi Beekman
werd betoogd. Hij hoopt, dat ieder voor
zijn consciëntie hierin zoo vrij zal staan
als de Minister kan doen.
Het afschuwelijke van den oorlog verliest
de regeering geenszins uit het oog. Maar
niet moet worden vergeten, dat de vader-
landsche belangen beter dan tot nu toe kun
nen worden beschermd.
In de weermacht moet elke destructieve
geest worden geweerd, zij het dan wellicht
op an&ere wijze dan door de defensiever
boden.
Tot den heer Wiardi Beekman, die den
Minister ten aanzien van bepaalde punten
van onridderlijkheid had beschuldigd, merkt
de heer van Dijk op. dat hij zijn standpunt
steeds met ridderlijkheid en fatsoenlijkheid
heeft verdedigd. Trouwens, de positie van
verdediging past geheel in het kader van
de defensiepolitiek. Alvorens zich te uiten
op de wijze als hij deed, had dc hoer Wiarcri
Beekman zich moeten inleven in den ge-
dachtengang van vorige jaren, waarin de
socialisten zich inzake de defensie voortdu
rend te buiten gingen aan spot en hoon.
Tenslotte spreekt de heer van Dijk de
bede uit, dat hetgeen wordt gedaan tot
verbetering van de defensie een middel
in Gods hand moge zijn om Nederland
buiten den oorlog te houden en om an
ders, zoo dat niet mocht gelukken, de
gevolgen van den oorlog zooveel moge
lijk te beperken.
Replieken
Verloofd... de eerste stap! Gehuwd...
de tweede! En de dèrde: Een levens
verzekering bij AmstlevenDaardoor zult U immers Uw
vrouw voor nood en zorg behoeden, wanneer zij onverhoopt
Uw steun zou moeten missen.
En al zou dat, naar wij U toewenschen, nimmer het geval
zijn.... dan nóg is Uw voorzorg een daad van wijs beleid.
Want behalve de noodzakelijke voorzorgsmaatregel is Uw
Amstleven-polis een gemakkelijk en feilloos spaarsysteem
voor een rustigen, ouden dag, zonder financieele zorgen.
gelijkheden: GEMENGDE VERZEKERING MET VERMINDERDE PEEMIE OEDU-
EE1STE 5 JAAR. Gei
ontvangt Fl. 6.0
hebt betaald.
BOVENDIEN heb
natuurlijk de prei
v 65e jaar (of bij eerder overlijden) De eente
r Fl. 139.20 per jaar. In totaal betaalt U dus a
- of wel 1359 gulden (d.i ruim 29 méér, d
e Fl. 4641- en U
N-V AMSTERDAMSCHE MAATSCHAPPIJ V
BIJKANTOREN:
4 LEVENSVERZEKERING
ZENDT DEZE COUPON^NGEVULD AAN /k
AMSTLEVEN, N. SPIEGELSTR. 17, AMSTERDAM /J
Gelieve mij geheel vrijblijvend Uw tarief: „GEMENGDE M
VERZEKERINGA toe te zenden.
NAAM
ADRESJflH
(s.d.) zich achter het spreekgestoelte, om te
verklaren, dat zijn woorden, waarin hij den
Minister gemis aaii ridderlijkheid verweet,
in staat, waren misverstand te wekken en
dat hij ze onjuist gekozen acht.
Dit ruiterlijk terugtrekken van deze woor
den door den heer Wiardi Beekman is een
schoon moment op aeze middagvergadering,
die overigens vrij vol is van passioneeie
oogenblikken.
Voorts is. naar de heer Wiardi Beek
man verklaart, de socialistische partij niet
bereid tot zelfkastijding. Zij wenscht het
verleden niet te verloochenen, maar wil
wel verklaren, dat haar verwachtingen in
zake het beginsel van de collectieve veilig
heid en deszelfs verwezenlijking niet zijn
bevredigd, en dat zij daarom van standpunt
is gewijzigd.
De heer Van Rajjpard (lib.) heeft nog
betoogd, dat de liberalen in 1923 bij het ver
werpen van de Vlootwet geen afbraak-poli
tiek pleegden. Hij raadt den heer Van Ves
sem, die het tegendeel had betoogd, aan. de
handelingen van voor twee jaar te lezen,
waarin de heer Rappard c.e vroegere politiek
van de liberalen heeft verdedigd.
Even later verschijnt de heer Van Ves
sem (n.s.b.) onder groote vroolijkheid van
de Kamer met 'n dik stel handelingen achter
het spreekgestoelte Het blijken echter de
handelingen van 1923 te zijn. Hij betoogt,
dat hij zieh reeds in 1923 had verklaard te
gen het verwerpen van de Vlootwet, even
als de huidige voorzitter van de Kamer dat
toen had gedaan. Hij sluit zich fh dez.cn
gaarne bij den voorzitter aan. (Groote vroo
lijkheid).
Hooghartige socialisten
De heer Briët (a.r.) heeft nog uiteenge
zet. dat de heer Wiardi Beekman zich hoog
hartig hooft gekeerd tegen hen. die jaren
lang de defensiepolitiek van de regeering
hebben verdedigd. Hij is bereid mét de socia
listen samen te werken inzake de landsver
dediging. maar dan moeten zij niet de hou
ding aannemen, alsof zij en zij alleen goed
hebben gezien.
De heer Kranenburg beriep zich op Ol
denbarneveldt. Maar we moeten niet ver*
geten, dat de partij van Oldenbarneveldt'
niets heeft gedaan ten bate van de defensie.
En ook later hebben zij, die beschouwd mo
gen worden als navolgers van de politiek'
van Oldenbarneveldt, de landsverdediging
verwaarloosd. Spr. houdt vol. dat door de
socialisten de jeugd in een verkeerde rich
ting is opgevoed. Hij eindigt zijn rede met
een krachtig pleidooi voor een juist afwegen;
van gezag en vrijheid, zooals dat door de
Calvinisten steeds is geleerd.
Hierna waren de stemmingen aan de orde.
Van deze stemmingen gaven we den uitslag
reeds in den aanvang van het overzicht
weer. Er blijkt uit, dat er onder de socia
listen een kentering moge zijn, die verande
ring is nog niet doorgewerkt. Moge de ge
daanteverwisseling zich ook verder in goede
orde voltrekken en moge de socialistische
partij in het vervolg het nabije verleden;
niet al te spoedig vergeten, opdat de snoe
vende toon, zij het voor immer, achterwege
blijve! Men denke niet te lichtvaardig ovec
het geheugen van het Nederlandsche volk!
Boter naar België
Een tweede extra- contingent
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat dé
Belgische regeering voor invoer gedurende
deze maand voor de tweede maal een extra
contingent van intotaal 100.000 kg. heeft vast
gesteld. Het aandeel van Nederland hierin
bedraagt 27,/a°3 de betreffende hoeveelheid
moet eveneons uiterlijk Od 28 dezer in Belgiii
worden ingevoerd.
HOOFDSTUK XVI
De weken, die op deze mooie middag volgden, werden
voor Willy weken van strijd. Wat moest ze? Ze wist het
niet. Soms speet het haar, dat ze toch maar niet direct moe
der van haar verlangen had gesproken, want hoe meer ze
.er over nadacht, hoe zwaarder het haar scheen, er over te
beginnen. Menigmaal nam ze zich voor: vandaag gebeurt
het en vaker misschien nog besloot ze. de vurige wensch
maar diep in haar hart te begraven. Ze somde zichzelf dan
alle bezwaren op. Ze zou van huis moeten, ze zou nog zoo
lang en zooveel geld kosten, het was toch allicht niet zoo
mooi als het scheen, om daar dag aan dag je aandacht aan
alle mogelijke monden te wijden
Ja, als ze dat laatste nu maar had mogen gelooven, maar
het tegenovergestelde was het geval. Toen ze de tweede
keer bij mevrouw Wayboer moest zijn. had ze het gewaagd
er deze naar te vragen. Viel het wel zoo hard mee? De
meisjes uit haar klas voelden geen van alle voor deze studie.
Zij wel. Wat zon mevrouw haar raden?
Blakend van enthousiasme was mevrouw gaan vertellen,
hoe mooi en interessant ze de studie had gevonden en hoe ze
hield van haar werk. Eén uitdrukking had Willy in het bij
zonder getroffen: „Wij tandartsen komen zelden of nooit
voor een hopeloos geval te staan, we kunnen altijd helpen.
Dat hebben we op een gewonen dokter vóór".
Bij het volgende, dat tevens het laatste bezoek was, had
mevrouw haar begroet met een: „zoo collega". Willy had toen
ietwat aarzelend gezegd, dat ze er eigenlijk nog nooit met
haar ouders over gesproken had en niet wist, of deze het wel
zouden goedkeuren.
„Nou", had mevrouw geantwoord, „waarom zouden ze
niet? Ze hebben je toch niet voor niets op het gym gedaan?
Of prefereeren ze een andere studie?"
„Nee, dat niet", en vlug was Willy over iets anders be
gonnen. Voor niets ter wereld had ze willen bekennen, voor
de huishouding bestemd te zijn. Ze begon dit den laatsten
tijd als een schande te beschouwen.
„Ze hebben je niet voor niets op het gym gedaan". Slechts
een variatie op „waarvoor moest je eigenlijk naar het gym",
wat ze al zoo vaak had gehoord, als ze verplicht was over
haar toekomst te spreken.
Waarom! Het „daarom" werd haar steeds duidelijker en
dat juist maakte de zaak zoo moeilijk.
't Was ellendig het alleen te moeten uitvechten, niemand
om raad te kunnen vragen. Nee niemand kon ze mengen in
deze zaak. Haar schoolvriendinnen zouden het heel gewoon
vinden, dat ze haar weg langs andere dan de afgebakende
weg zou gaan. Mevrouw Herberts, met wie ze in den loop
der jaren heel vertrouwelijk was geworden, zou teveel be
grijpen, zou misschien onaardig over moeder gaan denken.
Zij was zoo anders. Haar ideaal was. dat de kinderen iets
zouden bereiken, de meisjes, er waren er nu twee. even goed
als Ben. Neen, van moeder moesten ze afblijven. Dat had
Gerda Wouters ondervonden, toen ze een keer. in betrek
king Willy's toekomst van „ouderegoïsme" sprak. Willy
had zich omgekeerd en in geen dagen tegen Gerda gesproken.
Het was geen egoïsme, dat wist ze heel zeker. Moeder
wou het goede, het beste voor haar, had alleen wat afwijken
de begrippen daarover. Och, maar moeder was oud, zestig
al. In Woudewijk liepen verscheidene zeventienjarigen
rond, wier grootmoeders niet ouder waren.
Moeders leven was feitelijk een tragedie geweest, vond
Willy. Nooit haar vader gekend, eenzijdig opgevoed door een
overbezorgde moeder, toen in Woudewijk gekomen en daar
gebleven, 't Moest heel wat zijn voor iemand uit de groote
stad. hier te kunnen wennen. En daarna dat lange wachten
op een kindWilly wist hoe sterk er naar haar ver
langd was en wat aan haar geboorte voorafging. Moeder
zelf had het haar verteld. Het had haar diep geroerd en haar
lielde voor moeder verinnigd.
Moeder beschouwde haar leven heelemaal niet als een
tragedie. Moeder vond. dat haar niets had ontbroken en dat
ze in dankbaarheid feitelijk nog te kort schoot. Ze had de
stad graag verlaten, omdat ze met vader ging, ze had het in
Woudewijk kunnen schikken, omdat ze er met vader was.
Vader! Hij had voor moeder alles vertegenwoordigd, wat
het leven goed maakte. En als hij nu eens tegen moeder
partij zou kiezen na het vernemen van zijn dochters wensch?
Dat zou voor moeder vreeselijk zijn, ondraaglijk gewoon.
Nee. dat kón ze moeder niet aandoen. Ze zou het trouwens
zelf ook niet kunnen dragen, als er oneenigheid kwam.
Veel en lang bad ze in die weken. O. als God haar maar
wou toonen. wat ze doen moest. Haar ouders gehoorzamen,
ja. maar het was toch geen ongehoorzaamheid, als ze vroeg,
of ze mocht studeeren? 't Kon toch ook zijn, dat God zelf
haar dat verlangen in het hart had gelegd. Ja. dat had Hij
gedaan, geloofde ze. Zoomin er een muschje op aarde viel
zonder Zijn wil, zoomin was zij zonder Zijn wil met mevrouw
Wayboer in aanraking gekomen. Nu kon zoo'n wensch je
natuurlijk ook worden gegeven als een soort van beproeving,
als iets wat je bestrijden moest, 't Was misschien wel ge
beurd om haar zelfverloochening te leeren, wie weet. Wie
weet! Dat was het juist.
Als ze moeder eens op andere gedachten kon brengen*
Als moeder zelf eens ging inzien, dat het ook voor een
meisje, noodig was. zich een positie te veroveren. Dat zou
het mooist zijn. als moeder inzag, dat haar meening niet de
beste was. Tandarts te worden had bovendien nog dit
voordeel, dat je het blijven kon. ook al zou je er toe komen,
te trouwen. Van in 't water gegooid geld zou geen sprake
zijn. Dat kon je eerder zeggen, als je niet ging studeeren*
Het gym met wat er bij kwam, had een lieve cent gekost en
aan zoo'n diploma had je tenslotte een bitter schijntje, als je
niet verder ging. 't Zou leuk zijn, wanneer ze zich op een
mooie plaats als tandarts vestigde en ze er dan met z'iï
drieën woonden. Vader was tegen dien tijd gepensionneerd,
dus zou het best kunnen. En dan had ze tenminste een
bestaan, later, als haar ouders er niet meer waren. Ze moest
er toch maar over spreken, was haar eindbesluit en dan
eerst met moeder alleen. Dat gaf wel de minste kans van
slagen, maar was het veiligst. Sprak ze er over alleen met
vader, dan had ze naturlijk zóó de toestemming, maar zou
het voor moeder een zweepslag in 't gezicht zijn. Sprak ze
er over met beide haar ouders tegelijk, dan liep ze kans
getuige te zijn van een conflict en dat moest tot elke prijs
worden vermeden.
(Wordt vervolgd^ g