nmsTLEVEn Defensiebegrooting aanvaard Ruwe Handen, Ruwe Huid Purol 8 ZATERDAG xg FEBRUARI 1938 DERDE BEAD PAG. q Eerste Kamer-camera EEN KRACHTIG PLEIDOOI VAN DEN MINISTER „Er is schijn noch schaduw van een geheim militair verdrag DE Defensiebegrooting is gister door de Eerste Kamer aanvaard met 37 •tegen 4 st.* Tegen stemden de socialisten, de la Bella, Moltmaker en Ribbius Pele- tier, benevens de vrijzinnig-democraat Prof.'van Eriibdcn. Daarna is de wijzi ging in de Dienstplichtwet aangenomen met 28 vegen 13 sUaunca, waarbij de socialisten en de vrijzinnig-democraten tegenstemden. Het feit. dat bij deze begrooting gestemd moest worden, bewijst al, dat de gemoederen over de deten&ie niet zoo eensgezind waren, als zulks bij andere begrootingen het geval was. Heeds maakten we melding van eenige bTjanning, die in de debatten viel waar te nemen en die voor een goed deel veroor zaakt werd door de omstandigheid, dat een group KamerL'den anders zou stemmen dan men vroeger had mogen verwachten. We noemen in dit verband met name de rede van den heer Wiardi Beekman (s.d.). die uiting gaf aan het gewijzigd inzicht der so cialisten in het recht op een juiste lands verdediging. Onder de partijen van den linker vleugel begint, om wat oorzaak dan ook, het besef steeds meer door ie dringen, dat ons land met eenzijdige ontwape ning geenszins is gebaat. I-Iet betoog van den heer Wiardi Beekman was het aanhooren zeer waard. De socialis tische partij bezit in haar fractie in de Eer ste. zoowel als in de Tweede Kamer, enkele figuren, jong van jaren, maar scherp van inzicht en begaafd met groot sprekerstalent. In verscheiden nu van deze jongeren komt treffend tot uiring het complex van wijzi gingen. dat zich in de socialistische doctrine, b.v ten aanzien van de defensie, bezig is te voltrekken. We geven gaarne toe. dar op merkzaamheid geboden blijft en een ver onachtzaming van het partijstreven uit het verleden ware onvoorzichtig, maar we ach ten het niet geheel juist. dat. zooals door enkele sprekers is gedaan, deze jongeren bil 'voortduur aan het verleden van hun partij worden herinnerd. Hierin behoort, dunki' ons. zieh christelijke politiek van ONS FEUILLETON Korte inhoud van het voorgaande Het huwelijk van den schoolmeester Ver- 'duynen van 't dorp Woudewijk wordt eerst na veel jaren met een dochtertje Willy ge zegervd. Hannes de bakker, een „ingeleide be weert, dat hef kind niet afgebeden, doch afgedwongen is. Zoo'n kindje kon wel voor de hel geschapen zijn. Deze woorden van den bakker, die alge meen voor een geloovige wordt gehouden, veroorzaken de vrouw van den meester veel strijd, doch zij vindt tenslotte troost door te beloven, dat zij haar kind voor Jezus zal opvoeden. Dit brengt haar ertoe soms wei .wat al te nauwgezet over Willy te waken. Al spoedig sluit de kleine vriendschap met Kobifrsie van Kobus-de-Koster, haar buurjongetje. Als vrouw Kukelaar, van de vrouwen van het dorp. eens terloops opmerkt, dat zoo'n kindervrije rijtje wel eens aanblijft, wil zij zoo spoedig mogelijk aan die vriendschap een eind maken. Als de schooltijd ten einde loopt, besluit Kobus de Koster zijn zoontje onderwijzer te laten worden. De meester zal hem echter de eerste twee jaar aan huis les geven. Willy gaat naar het gymnasium in de stad en haar moeder hoopt heimelijk, dat zij dan door haar nieuwe kennissen haar oude vriend schap wel zal vergeten. Deze wensch gaat niet in vervulMng. Als Kobus na twee jaar dagelijks met Willy naar de stad reist, neemt het meisje zich voor hem altijd te helpen als zijn boersche manieren en kleeding de spot der stadsjongens opwekken. Het is voor Kobus een moeilijke tijd en als Willy er niet was geweest, had hij het wellicht niet vol gehouden. De 15-jarige jongen neemt zich voor haar altijd trouw te blijven. Als Willy in de hoogste klas van gymnasium zit, verschijnt op de school E'la van Rees. een meisje, dat zich op ergerlijke wijze uitlaat over haar ouders, die geschei den zijn. Intusschen hoopt meester Verduynen, dat Willy uit zichzelf over zijn liefste wensch, verder studeeren, zal beginnen. Dat gebeurt echter niet, totdat zij bij mevrouw Wayboer, een vrouwelijke tandarts, haar gebit laat behandelen. (Zie vervolg hieronder) andere te onderscheiden. Maar we voegen er tei%tond aan toe, dat dan ook bij de so cialisten \nn zelfingenomenheid geen spra ke mag zijn eerder van eenige boetvaardig heid. om hun zelfs wil. In de zitting van gisver is de heer v d. B i 1 t (s.d begonnen met het pleit te voe ren voor de gepensionneerde -militairen en de mobilisatiesldchtóffers. Een vraagteeken weggevallen Daarop komt, de heer Van Vessem (n.s.b terug op de critiek. welke door den heer de Savornip Lolunan was uitgeoefend op'een artikel'in Volk en Vaderland, vólgens hetwelk onze regeering een geheim militair verdrag zou hebben aangegaan met Enge land. De heer van Vessem zegt, van dit artikel de schrijver niet te zijn en ook niet zich verantwoordelijk te achten voor den in Hij veronderstelt, dat achter den kop van het artikel» „Een geheim militair verdrag", een vraagteeken zou zijn weg gevallen.... Deze naïeve uitlegging wordt terecht onder luid gelach door dé Kamer ont vangen. Daarop betoogde de heer Van Vessem tegenover den hoer Briët, dat er geen samen preking zou zijn geweest tusschen dp N.S.B. n Duitsche autoriteiten, inzake de buiten- landsche politiek van ons land Hij critèseêr de h"t verschijnen van Belgische officieren een vergadering van Nederlandsche re- rve-officieren. De lieér Kranenburg (v.d.) zof vervol gens uiteen, dat hij wel vóór de begrooting maar tegen de-wijziging in de Dienstplicht wet zou stemmen. Deze laatste achtte hij ncieel niet gegarandeerd. Ook aclit hij diensttijd" van èlf maanden niet bevor derlijk voor den geest in het leger. De heer de Savornin T.ohman heeon zijn betoog den origeji dag met de mededeeling.'dat hij zieh verheugde ovpt de bekeering va socialisten ten aanzien van de landsverde diging. maar veel heeft spr. van die vreugde n het betoog niet gemerkt. Eerder heeft hij felle critiek geoefend Men mag zich afvragen, of met deze critiek 's lands belang wordt gediend Men diene toch te bedenken, of men wil ol niet. dat een vierde van de opkomende jon- n socialisten ziin. die ook desnoods hun hlned moeten geven voor hun vaderland. De kentering onder de socialisten wordt zon doende onder een te engen gezichtshoek ge zien. Er is geen reden tot uitsluiting van bepnialde volksgroep. Snr. dj-ingt dan ook aan op opheffing van de uitzonderings bepalingen. Met instemming citeert de. heer Kranenburg een uitlating van Oldonharne- Idt, dat we geen oorlogszuchtig volk zijn. Wel echter zijn we taai en moedig. De Minister spreekt Over hetgeen ingeval van mobilisatie gedaan zou moeten worden, wenscht de minister zich niet uit te laten, maar wel kan hij zeggen, dar de maatregelen, die daartoe vereischt zijn, genomen zijn. Tusschen het departement van Koloniën n dat van Defensie worden besprekingen evoerd over het prototype van metalen bommenwerpers. Het is evenwel nog de vraag, of de kosten het toestaan, dat aap het aanschaffen van tvpe belangrijke uitbreiding wordt ge schonken. Gaarne z.iot de minister, dat bij dp Nederlandsche industrie wordt besteld, iaar deze industrie zij dan ook redelijk in Voor verkenning blijven paarden-eska- rans gehandhaafd. Aangezien Nèderland ihe paarden voor de cavalerie minder ge schikt blijken te zijn. zal de regeering ook 'oor de toekomst tiaar toevlucht nemen tot Iersche. reus den heer van Voorst tot Voorst die gepleit had voor een weerbelasting, omdat daardoor aan de groote gezinnen zou worden ,#tlriaan! Ik ben er zeker van dat Oom Kees bet zou weten &c Wi&dïAtJAJkOiLajauuSÏ De .minister, daar op aan het woord komend, getuigt met erkentelijk heid vbö de wijze, waarop verschil lende leden hem zijn tegemoet ge treden. En de an dere leden is hij erkentelijk voop de wijze, waarop zij hun hestrij ding hebben inge kleed. Hij hoopt het in hem ge stelde vertrouwen niet te zullen beschamen. Een woord van waarschuwing mag volgens den minister niet achterwege blijven. Men meene niet, dat we in kor ten tijd een versterkte weermacht zullen bezitten. De opbouw ervan zal enkele jaren duren. Ook de levering van de ma terialen eischt uiteraard een bepaalden Ten aanzien van de gepensionneerden en mobilisatieslachtoffers merkt de minister op, dat onderzoek is ingesteld naar de bezwa ren, maar hieraan kan moeilijk worden vol daan. Wenschcn van de oud-merinewerklic den zijn reeds ingewiligd. Indien mogelijk wordt tegemoet gekomen aan het verlangen van de officieren van gezondheid tot verlen ging van hun diensttijd. Tot den heer van Vessem zegt de heer van Dijk. dat het bezoek van de Belgische officie ren slechts gezien moet worden als een be dfijjdLik maa/r\ tegemoet gekomen, merkt de minister op; dat bij de Dienstplichtwet de lasten niet uit sluitend rusten op deze gezinnen. De kwestie van het openhouden van burgerlijke betrekkingen van hen, die in militairen dienst worden opgeroepen, heeft zeer de aandacht van den minister. Misschien kan een oplossing wor den gezocht, zooals deze in België bestaat, waar de dienstverhouding slechts wordt ge schorst. Een commissie zou dan desge- wenscht bemiddelend kunnen optreden. Men spanne de verwachtingen echter niet te hoog, want het is de vraag, of de zaak naast goede ook niet kwade kanten heeft'. Zoo kan het gebeuren, dat een werkgever, al hij aan ziet komen', dat zijn werknemer iri dienst zal moeten, kort te voren dezen werk nemer zoogenaamd om een geheel andere zeden ontslaat. Sprekende over het algemeen regeeringsbeleid merkt de minister op, dat de internationale spanningen, tezamen met het terzijdcstellcii van de zedelijke normen, voor ons land ge varen in het leven hebben geroepen. Met de oude middelen kon de regeering daarbij haar taak niet vervullen. De voorstellen /.ijn dan ook gericht op het inhalen van achter stand en op het scheppen van een versterk te weermacht Daartoe is het cisch. dat het jaarlijksch contingent wordt verhoogd en de oefening verbeterd. Dit alle? staat onderling in ver band. Dit verhand, dit systeem, is in het de bat niet aangetast. Wanneer men critiek oefende, dat was dat slechts op andere, b geldelijke motieven. Wel bleek er verschil gevoelen te beslaan over de lengte van den eersten oefentijd: 11 maanden. Dienaan gaande merkt dp min'sCr op. 'dat niet alge- een is begrepen, waarom het hier gaat. Voor dezen duur zijn echter drie gronden aan te voeren: In de eerste plaats is de oefen stol uitgebreid Terwijl de voorwaarden on gunstiger zijn geworden, worden aan de ge oefendheid hooger eischen gesteld. Daar naast is de opleiding van reserve-officie ren slechts wel mogelijk in een latere pe riode van oefening van den troep. En in de derde plaats moeten we eindigen met hei systeem, waarbij er practisch geen geoefen de troepen zijn in den loop van het jaar. Er is betoogd, dat bij deze defensieplannen andere volksbelangen in het gedrang komen. Hiertegenover moet worden staande gehou den, dat de regeering wel degelijk oog heeft voor andere belangen. Maar het gaat thans om het onvermijdelijke, om in de eerste plaats de defensiebelangcn te behartigen. Eu onder de groote volksbelangen draagt de landsverdediging een bijzonder karakter. De minister acht het niet onmogelijk, dat belastingverhooging met kan uit blijven, maar hierin dient dan te wor den berust. Uitvoerig zet de neer van Dijk uiteen, dat de niarinebclangen niet bij de andere mili taire ten achter staan Er is gedaan wat mo gelijk was en zoo de vlootplannen zijn tan uitvoer gelegd zal deze vloot aan haar taak kunnen beantwoorden In de defensieplan non wordt Indië allerminst onbillijk behan deld. Een 7no groot mogelijk deel van de vloot verblijft aldaar. Maar Nederland kan niet van materiaal worden ontbloot. Het i: eenmaal zoo. dat waar het gevaar urgent alle krachten zooveel mógelijk zullen moeten worden geconcentreerd. Het veldleger wordt gevormd uit de Ven jongste lichtingen. Deze voorziening doet na de reorganisatie aan te stellen eischen. De grpnsbpveilieintr bestaat in vre destiid uit 10 000 man 7oo de toestand gr spannen wordt, worden deze troenenmarl nmerkelijk versterkt door de nieuw bewapeningen. Geen geheim verdrag Naar aanleiding van de geruchten, dat er een geheim militair verdrag zou bestaan met Engeland merkt de minis ter op, dat van een dergelijk verdrag schijn noen schaduw bestaat Een paniekstemming? Komende tot de critiek van den heer va,. Emhflen zegt de Minister, dat volgens dezen spreker de regeering uitgaat van een paniek stemming. In plaats oaarvan wil de heer an Em 1x1 en een collectieve veiligheid ver dertigen. De gedachte van de collectieve vei ligheid, aldus de Minister, is door de regee ring bevorderd, maar de werkelijkheid is dat deze gedachte niet wero verwezenlijkt. Thans is het zoo gesteld, dat in een krach tige defensie een krachtige preventie moet worden gezien. En bezwaarlijk kan volgi dpn Minister worden aangenomen, dat we hij het voeren van een dergelijke politiek al leen zouden staan, wanneer gevaren dreige Deze gevaren ziet de regeering wel degelij maar dat is geheel iets anders dan het han delen in paniekstemming. Het nieuwe standpunt van de socialisten is door den Minister gaarne aanvaard. Zeer verheugt hij zich. dat zij zich niet lang blind staren op de eenzijdige ontwapening. Het is niet waar, dat de heer van Dijk zich eertijds zou hébben schuldig gemaakt aan afbraak van de weermacht, zooals door den heer Wiardi Beekman werd betoogd. Hij hoopt, dat ieder voor zijn consciëntie hierin zoo vrij zal staan als de Minister kan doen. Het afschuwelijke van den oorlog verliest de regeering geenszins uit het oog. Maar niet moet worden vergeten, dat de vader- landsche belangen beter dan tot nu toe kun nen worden beschermd. In de weermacht moet elke destructieve geest worden geweerd, zij het dan wellicht op an&ere wijze dan door de defensiever boden. Tot den heer Wiardi Beekman, die den Minister ten aanzien van bepaalde punten van onridderlijkheid had beschuldigd, merkt de heer van Dijk op. dat hij zijn standpunt steeds met ridderlijkheid en fatsoenlijkheid heeft verdedigd. Trouwens, de positie van verdediging past geheel in het kader van de defensiepolitiek. Alvorens zich te uiten op de wijze als hij deed, had dc hoer Wiarcri Beekman zich moeten inleven in den ge- dachtengang van vorige jaren, waarin de socialisten zich inzake de defensie voortdu rend te buiten gingen aan spot en hoon. Tenslotte spreekt de heer van Dijk de bede uit, dat hetgeen wordt gedaan tot verbetering van de defensie een middel in Gods hand moge zijn om Nederland buiten den oorlog te houden en om an ders, zoo dat niet mocht gelukken, de gevolgen van den oorlog zooveel moge lijk te beperken. Replieken Verloofd... de eerste stap! Gehuwd... de tweede! En de dèrde: Een levens verzekering bij AmstlevenDaardoor zult U immers Uw vrouw voor nood en zorg behoeden, wanneer zij onverhoopt Uw steun zou moeten missen. En al zou dat, naar wij U toewenschen, nimmer het geval zijn.... dan nóg is Uw voorzorg een daad van wijs beleid. Want behalve de noodzakelijke voorzorgsmaatregel is Uw Amstleven-polis een gemakkelijk en feilloos spaarsysteem voor een rustigen, ouden dag, zonder financieele zorgen. gelijkheden: GEMENGDE VERZEKERING MET VERMINDERDE PEEMIE OEDU- EE1STE 5 JAAR. Gei ontvangt Fl. 6.0 hebt betaald. BOVENDIEN heb natuurlijk de prei v 65e jaar (of bij eerder overlijden) De eente r Fl. 139.20 per jaar. In totaal betaalt U dus a - of wel 1359 gulden (d.i ruim 29 méér, d e Fl. 4641- en U N-V AMSTERDAMSCHE MAATSCHAPPIJ V BIJKANTOREN: 4 LEVENSVERZEKERING ZENDT DEZE COUPON^NGEVULD AAN /k AMSTLEVEN, N. SPIEGELSTR. 17, AMSTERDAM /J Gelieve mij geheel vrijblijvend Uw tarief: „GEMENGDE M VERZEKERINGA toe te zenden. NAAM ADRESJflH (s.d.) zich achter het spreekgestoelte, om te verklaren, dat zijn woorden, waarin hij den Minister gemis aaii ridderlijkheid verweet, in staat, waren misverstand te wekken en dat hij ze onjuist gekozen acht. Dit ruiterlijk terugtrekken van deze woor den door den heer Wiardi Beekman is een schoon moment op aeze middagvergadering, die overigens vrij vol is van passioneeie oogenblikken. Voorts is. naar de heer Wiardi Beek man verklaart, de socialistische partij niet bereid tot zelfkastijding. Zij wenscht het verleden niet te verloochenen, maar wil wel verklaren, dat haar verwachtingen in zake het beginsel van de collectieve veilig heid en deszelfs verwezenlijking niet zijn bevredigd, en dat zij daarom van standpunt is gewijzigd. De heer Van Rajjpard (lib.) heeft nog betoogd, dat de liberalen in 1923 bij het ver werpen van de Vlootwet geen afbraak-poli tiek pleegden. Hij raadt den heer Van Ves sem, die het tegendeel had betoogd, aan. de handelingen van voor twee jaar te lezen, waarin de heer Rappard c.e vroegere politiek van de liberalen heeft verdedigd. Even later verschijnt de heer Van Ves sem (n.s.b.) onder groote vroolijkheid van de Kamer met 'n dik stel handelingen achter het spreekgestoelte Het blijken echter de handelingen van 1923 te zijn. Hij betoogt, dat hij zieh reeds in 1923 had verklaard te gen het verwerpen van de Vlootwet, even als de huidige voorzitter van de Kamer dat toen had gedaan. Hij sluit zich fh dez.cn gaarne bij den voorzitter aan. (Groote vroo lijkheid). Hooghartige socialisten De heer Briët (a.r.) heeft nog uiteenge zet. dat de heer Wiardi Beekman zich hoog hartig hooft gekeerd tegen hen. die jaren lang de defensiepolitiek van de regeering hebben verdedigd. Hij is bereid mét de socia listen samen te werken inzake de landsver dediging. maar dan moeten zij niet de hou ding aannemen, alsof zij en zij alleen goed hebben gezien. De heer Kranenburg beriep zich op Ol denbarneveldt. Maar we moeten niet ver* geten, dat de partij van Oldenbarneveldt' niets heeft gedaan ten bate van de defensie. En ook later hebben zij, die beschouwd mo gen worden als navolgers van de politiek' van Oldenbarneveldt, de landsverdediging verwaarloosd. Spr. houdt vol. dat door de socialisten de jeugd in een verkeerde rich ting is opgevoed. Hij eindigt zijn rede met een krachtig pleidooi voor een juist afwegen; van gezag en vrijheid, zooals dat door de Calvinisten steeds is geleerd. Hierna waren de stemmingen aan de orde. Van deze stemmingen gaven we den uitslag reeds in den aanvang van het overzicht weer. Er blijkt uit, dat er onder de socia listen een kentering moge zijn, die verande ring is nog niet doorgewerkt. Moge de ge daanteverwisseling zich ook verder in goede orde voltrekken en moge de socialistische partij in het vervolg het nabije verleden; niet al te spoedig vergeten, opdat de snoe vende toon, zij het voor immer, achterwege blijve! Men denke niet te lichtvaardig ovec het geheugen van het Nederlandsche volk! Boter naar België Een tweede extra- contingent Wij vernemen van bevoegde zijde, dat dé Belgische regeering voor invoer gedurende deze maand voor de tweede maal een extra contingent van intotaal 100.000 kg. heeft vast gesteld. Het aandeel van Nederland hierin bedraagt 27,/a°3 de betreffende hoeveelheid moet eveneons uiterlijk Od 28 dezer in Belgiii worden ingevoerd. HOOFDSTUK XVI De weken, die op deze mooie middag volgden, werden voor Willy weken van strijd. Wat moest ze? Ze wist het niet. Soms speet het haar, dat ze toch maar niet direct moe der van haar verlangen had gesproken, want hoe meer ze .er over nadacht, hoe zwaarder het haar scheen, er over te beginnen. Menigmaal nam ze zich voor: vandaag gebeurt het en vaker misschien nog besloot ze. de vurige wensch maar diep in haar hart te begraven. Ze somde zichzelf dan alle bezwaren op. Ze zou van huis moeten, ze zou nog zoo lang en zooveel geld kosten, het was toch allicht niet zoo mooi als het scheen, om daar dag aan dag je aandacht aan alle mogelijke monden te wijden Ja, als ze dat laatste nu maar had mogen gelooven, maar het tegenovergestelde was het geval. Toen ze de tweede keer bij mevrouw Wayboer moest zijn. had ze het gewaagd er deze naar te vragen. Viel het wel zoo hard mee? De meisjes uit haar klas voelden geen van alle voor deze studie. Zij wel. Wat zon mevrouw haar raden? Blakend van enthousiasme was mevrouw gaan vertellen, hoe mooi en interessant ze de studie had gevonden en hoe ze hield van haar werk. Eén uitdrukking had Willy in het bij zonder getroffen: „Wij tandartsen komen zelden of nooit voor een hopeloos geval te staan, we kunnen altijd helpen. Dat hebben we op een gewonen dokter vóór". Bij het volgende, dat tevens het laatste bezoek was, had mevrouw haar begroet met een: „zoo collega". Willy had toen ietwat aarzelend gezegd, dat ze er eigenlijk nog nooit met haar ouders over gesproken had en niet wist, of deze het wel zouden goedkeuren. „Nou", had mevrouw geantwoord, „waarom zouden ze niet? Ze hebben je toch niet voor niets op het gym gedaan? Of prefereeren ze een andere studie?" „Nee, dat niet", en vlug was Willy over iets anders be gonnen. Voor niets ter wereld had ze willen bekennen, voor de huishouding bestemd te zijn. Ze begon dit den laatsten tijd als een schande te beschouwen. „Ze hebben je niet voor niets op het gym gedaan". Slechts een variatie op „waarvoor moest je eigenlijk naar het gym", wat ze al zoo vaak had gehoord, als ze verplicht was over haar toekomst te spreken. Waarom! Het „daarom" werd haar steeds duidelijker en dat juist maakte de zaak zoo moeilijk. 't Was ellendig het alleen te moeten uitvechten, niemand om raad te kunnen vragen. Nee niemand kon ze mengen in deze zaak. Haar schoolvriendinnen zouden het heel gewoon vinden, dat ze haar weg langs andere dan de afgebakende weg zou gaan. Mevrouw Herberts, met wie ze in den loop der jaren heel vertrouwelijk was geworden, zou teveel be grijpen, zou misschien onaardig over moeder gaan denken. Zij was zoo anders. Haar ideaal was. dat de kinderen iets zouden bereiken, de meisjes, er waren er nu twee. even goed als Ben. Neen, van moeder moesten ze afblijven. Dat had Gerda Wouters ondervonden, toen ze een keer. in betrek king Willy's toekomst van „ouderegoïsme" sprak. Willy had zich omgekeerd en in geen dagen tegen Gerda gesproken. Het was geen egoïsme, dat wist ze heel zeker. Moeder wou het goede, het beste voor haar, had alleen wat afwijken de begrippen daarover. Och, maar moeder was oud, zestig al. In Woudewijk liepen verscheidene zeventienjarigen rond, wier grootmoeders niet ouder waren. Moeders leven was feitelijk een tragedie geweest, vond Willy. Nooit haar vader gekend, eenzijdig opgevoed door een overbezorgde moeder, toen in Woudewijk gekomen en daar gebleven, 't Moest heel wat zijn voor iemand uit de groote stad. hier te kunnen wennen. En daarna dat lange wachten op een kindWilly wist hoe sterk er naar haar ver langd was en wat aan haar geboorte voorafging. Moeder zelf had het haar verteld. Het had haar diep geroerd en haar lielde voor moeder verinnigd. Moeder beschouwde haar leven heelemaal niet als een tragedie. Moeder vond. dat haar niets had ontbroken en dat ze in dankbaarheid feitelijk nog te kort schoot. Ze had de stad graag verlaten, omdat ze met vader ging, ze had het in Woudewijk kunnen schikken, omdat ze er met vader was. Vader! Hij had voor moeder alles vertegenwoordigd, wat het leven goed maakte. En als hij nu eens tegen moeder partij zou kiezen na het vernemen van zijn dochters wensch? Dat zou voor moeder vreeselijk zijn, ondraaglijk gewoon. Nee. dat kón ze moeder niet aandoen. Ze zou het trouwens zelf ook niet kunnen dragen, als er oneenigheid kwam. Veel en lang bad ze in die weken. O. als God haar maar wou toonen. wat ze doen moest. Haar ouders gehoorzamen, ja. maar het was toch geen ongehoorzaamheid, als ze vroeg, of ze mocht studeeren? 't Kon toch ook zijn, dat God zelf haar dat verlangen in het hart had gelegd. Ja. dat had Hij gedaan, geloofde ze. Zoomin er een muschje op aarde viel zonder Zijn wil, zoomin was zij zonder Zijn wil met mevrouw Wayboer in aanraking gekomen. Nu kon zoo'n wensch je natuurlijk ook worden gegeven als een soort van beproeving, als iets wat je bestrijden moest, 't Was misschien wel ge beurd om haar zelfverloochening te leeren, wie weet. Wie weet! Dat was het juist. Als ze moeder eens op andere gedachten kon brengen* Als moeder zelf eens ging inzien, dat het ook voor een meisje, noodig was. zich een positie te veroveren. Dat zou het mooist zijn. als moeder inzag, dat haar meening niet de beste was. Tandarts te worden had bovendien nog dit voordeel, dat je het blijven kon. ook al zou je er toe komen, te trouwen. Van in 't water gegooid geld zou geen sprake zijn. Dat kon je eerder zeggen, als je niet ging studeeren* Het gym met wat er bij kwam, had een lieve cent gekost en aan zoo'n diploma had je tenslotte een bitter schijntje, als je niet verder ging. 't Zou leuk zijn, wanneer ze zich op een mooie plaats als tandarts vestigde en ze er dan met z'iï drieën woonden. Vader was tegen dien tijd gepensionneerd, dus zou het best kunnen. En dan had ze tenminste een bestaan, later, als haar ouders er niet meer waren. Ze moest er toch maar over spreken, was haar eindbesluit en dan eerst met moeder alleen. Dat gaf wel de minste kans van slagen, maar was het veiligst. Sprak ze er over alleen met vader, dan had ze naturlijk zóó de toestemming, maar zou het voor moeder een zweepslag in 't gezicht zijn. Sprak ze er over met beide haar ouders tegelijk, dan liep ze kans getuige te zijn van een conflict en dat moest tot elke prijs worden vermeden. (Wordt vervolgd^ g

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9