Van Luchtballon tot Zeppelin REEDS eeuwenoud is het verlangen van den mensch om zich als een vogel in het lucht ruim te kunnen bewegen. Wie kent het oude verhaal van Daedalus en Icarus niet? Deze, vader en zoon, werden op het eiland Kreta gevangen gehouden. Daedalus vond even wel een middel om van het eiland te ontsnappen. Hij vervaardigde voor zich en zijn zoon vleugels van was, waarmee zij zouden kunnen vliegen. Daedalus waarschuwde Icarus niet te dicht bij de zon te vliegen, omdat anders de was smelten en hij naar beneden storten zou. Icarus, door jeugdige overmoed daartoe aangezet, vloug hooger en hooger, tot hij neerstortte in zee. Zijn wassen vleugels waren gesmolten. Ilcawel dit niet meer is dan een schoon verhaal uit de grijze oudheid, geeft zij toch het sterke ver langen van de menschen van die dagen weer. Als de eigenlijke uitvinders van de luchtballon moeten de gebroeders Montgolfier beschouwd worden. In 1783 construeerden Joseph Michel en Jacques E enne Montgolfier de naar hen genoemde „Montgolfière", een luchtballon, die door verwarm de lucht opsteeg. In 1784 vond Joseph ook nog de parachute uit. De meest succesvolle pionier na de Montgolfiers was Blanchard, die er in slaagde in Januari 1785 van Dover naar Calais over te steken. In het begin van de negentiende eeuw kreeg men een reeks van pogingen, waarvan sommigen meer, r-d-re minder slaagden. V i2 succesvol men ook met het „ballonvaren" in d jaren mocht zijn, practisch had zij weinig be tekenis, daar men volkomen aan de elementen Het besturen van den luchtballon was onmogelijk. De luchtschipper kon alleen door gas uit te laten dalen, door ballast uitwerpen stijgen. Tegen de wind invaren was dus volkomen on mogelijk. Ook het bereiken van een van te voren vastgesteld punt was met dezen onbestuurbaren ballon onmogelijk Vele uitvinders zochten naar een mogelijkheid om den ballon te besturen. Al spoedig bleek, dat men alleen door aan den ballon een eigen snelheid te geven ten opzichte van de omringende lucht, den ballon zou kunnen besturen. Eén van de ijverigste pioniers op het gebied van het bestuurbare luchtschip is wel Graaf Ferdinand von Zeppelin geweest, die den 8sten Juli 1838 ie Constantz werd geboren. De familie van Graf Zeppelin stamde oorspron kelijk uit Mecklenburg, waar reeds in het jaar 1246 een dorp Zeppelin bestond. Ferdinand Zeppelins vader, Graf Friedrich, was eerst oppermaarschalk in dienst van den vorst Hohenzollern-Sigmaringen. Daar dit leven hem niet beviel, vertrok hij naa- het „platteland", naar Grisberg, een plaatsje in d1 buurt van de stad Constanz. Hier groeide de jonge Fr-dinand in groote lan delijke vrijheid op. Hij ging op de H.B.S. en niet op het Gymnasium, waaruit blijkt dat reeds toen Graf Zeppelins ver langen meer uitging naar de exacte vakken, dan naar de oude talen. Hij studeerde aan de universiteit te Tübingen en werd daar bij het ingenieurscorps ingedeeld. Als piepjong luitenantje zat hem reeds de zucht naar avonturen in het bloed. Tijdens de Amerikaansche Successie-oorlog 1861- 1865 vroeg hij verlof om naar Amerika te gaan om zich aan de zijde van de Noordelijke Staten te voegen. Hier hield hij zich niet als een toeschouwer afzij dig, maar vocht daadwerkelijk mee en vele malen ontsnapte hij ternauwernood aan het vijandelijk lood. Tijdens zijn verblijf in de nieuwe wereld maak te Graf Zeppelin voor het eerst een opstijging met een „ballon captif", een vastgehouden ballon. Hier kon de Graaf het gebruik van „ballon captif" en „ballon perdu", de vrije ballon bestudeeren. Intusschen brak in 1866 de oorlog tusschen Pruisen en Oostenrijk uit. Ook toen liet Graf Zeppelin zich niet onbetuigd. In de Fransch-Duitsche ooi log van 1870 maakte Graf Zeppelin naam door een dappere patrouille rit. Door slechts acht man vergezeld stormde hij door de vesting Lauterburg en verwoestte de telegraaf verbinding met Straatsburg. Hij stormde door naar Tröschweiler waar hij zich door een cavallerie patrouille heensloeg. De nacht bracht hij door in het bosch om de volgende dag dadelijk voort te gaan naar Worth. Toen hij en zijn mannen daar de paarden voederden en drenkten zagen zij zich plotseling omgeven door twee esca- drons „chasseurs au cheval". Zeppelin was de eenige die door de omsingeling wist heen te breken en op een geroofd paard wist te ontkomen. Geen wonder dan ook dat hij een snelle carrière maakte. Na den oorlog van 1870 werd hij generaal en mili- Zeppelin boven Rotterdam 66 tair-gevolmachtigde te Berlijn en in 1890 vroeg hij ontslag uit den dienst. Toen eerst, op 52-jarigen leeftijd, ging Zeppelin zich aan zijn eigenlijk levenswerk wijden. Niet dat Zeppelins belangstelling pas toen uitging naar de luchtballon. Reeds tijdens de oorlog van 1870 had hij van de talrijke ballons gehoord, die uit de belegde stad Parijs opstegen, om contact te houden met Zuid-Frankrijk. Niet het minst was de taaie weerstand van de Zui delijke provincies aan dit contact te danken. Zeppelin zag het belang van de ballon voorname lijk voor oorlogsdoeleinden. In 1887 schreef hij dat „voor het werkelijk ten nutte maken van de vrije luchtscheepvaart voor mili taire doeleinden vereischt was, dat de schepen ook tegen sterkere luchtstroomingen in vooruit zouden kunnen komen, opdat zij eerst na langere tijd (minstens 24 uur) genoodzaakt zouden zijn te lan den." Zeppelin wilde dus luchtschepen bouwen, die groote verkenningen zouden kunnen maken, en een grooter aantal menschen, voorraden of spring stoffen zouden kunnen meevoeren. Daarvoor werden gróóte luchtschepen vereischt. Zeppelin zocht daarom naar een ballonvorm die geschikter zou zyn om de lucht te doorklieven, en naar een mogelijkheid om zonder ballast-ver- mindering te stijgen en zonder gasverlies te dalen. Aan deze richtlijnen heeft hij zich hardnekkig ge houden. Groot verzet rees tegen zijn plannen toen Zeppe lin deze publiceerde. Herhaaldelijk wezen vrienden en vaklieden Zep pelin op de reusachtige kosten die de bouw van zijn groote luchtschepen zou vergen. Typisch is dat hij reeds in het begin de hoofdken merken aangaf die ook nu nog de Zeppelins eigen zijn. De slanke-, tegenwoordig zou men zeggen „ge stroomlijnde"-vorm, het geraamte van aluminium, de indeeling van de gasruimte in een groot aantal cylinder-vormige cellen, de gondels en de verbin ding van de gondels met het geraamte. Juist ook het nieuwe aan zijn ontwerp, het stijve systeem stiet overal op geweldige tegenstand. Zeppelin verzocht daarop den keizer zijn ontwerp aan een commissie saamgesteld uit geleerden, voor te leggen. Deze commissie kwam in 1894 tot haar slotconclu sie dat de plannen onuitvoerbaar waren. Graf Zeppelin zei later: „Het geringe stijgvermo- gen noodzaakte mij dadelijk van het begin af tot bouwen in zoo geweldige grootte, dat ik voorzag dat men spoedig algemeen aan de gezondheid van mijn verstand zou twijfelen." Nu begon de lijdensweg van Graf Zeppelin. Nadat hij maandenlang alle officieele instanties vergeefs om hulp had verzocht, wendde hij zich ten einde raad tot het publiek. Maar niemand had vertrouwen in zijn plannen dan Zeppelin alleen. In 1896 kreeg hij onverwacht steun van de „Vereeniging van Duitsche ingenieurs". Met steun van deze Vereeniging werd een „Ge- scllschaft zur Förderung der Luftschifffahrt" op gericht met een kapitaal van 800.000 mark waarvan Zeppelin zelf 400.000 moest storten. Op het meer van Constanz werd in een drijvende hal in 1899 de eerste Zeppelin gebouwd en de 2de Juli 1900 vond de eerste opstijging plaats. Bij deze opstijging toonde het luchtschip groote nei ging tot kapseizen en de 17de October vond na vele veranderingen aan het luchtschip de tweede opstijging plaats. Weer mislukte deze opstijging doordat het achterstuk verward raakte met de ballonbekleeding. Ook een derde opstijging had weinig succes. Daarmee was het geld op en de „Gesellschaft" be sloot tot ontbinding over te gaan. Bij de Duitsche ingenieurs vond Zeppelin geen steun meer daar dezen groot verschil van meening hadden over wat beter was, het slappe of het stijve type. De keizer verleende in 1901 Graf Zeppelin de orde van de Roode Adelaar le klasse. Hoewel de keizer hem de medewerking van de „luchtschipafdeeling" toezegde vond Zeppelin daar weinig steun, omdat de commandant tegenstander was van het stijve systeem. Daarop probeerde de Graaf weer hulp te krijgen van het Duitsche volk, maar de oproep bracht slechts 8000 mark op, niet meer dan een druppel in de emmer. Nu moest de zwaarbeproefde zijn luchtschip ver nietigen, zijn hal van de hand doen en het ma terieel verkoopen. Nergens vond Graaf Zeppelin gehoor; de bladen stonden vol van „geestige" spotprenten op zijn plannen. Tenslotte verloor hij de moed. Aan een vriend schreef hij „Mij is het hart gebroken." Maar weer vatte hij met zijn onverwoestbare na tuur moed en hij wendde zich tot zijn koning om verlof voor een loterij te vragen. Nagenoeg alle Duitsche Bondsstaten Pruisen uitgezonderd gaven toestemming, en werkelijk bracht deze loterij een groot bedrag op. Dr Hugo Eckener, gezagvoerder van de Zeppelin, naar een geestige teekening Eenige firma's stelden aluminium-stof voor ballon bekleeding en motoren voorloopig kosteloos ter beschikking. Maar nog was het vereischte bedrag niet bijeen. Eerst toen de uitvinder zelf met een groote som bijsprong, kon men in 1904 met den bouw beginnen. Ook het in 1905 gereed gekomen luchtschip was zeer ongelukkig. Twee pogingen tot opstijging mislukten door een ongelukkig toeval, bij de derde opstijging werd het schip door storm zwaar beschadigd. Weer moest hij bij gebrek aan geld tot verdere exploitatie zijn schip vernietigen. De tegenstanders juichten, daar zij vol trots er op konden wijzen dat zij wel voorspeld hadden, dat een luchtschip naar het systeem van den „gekken graaf" geen bevredigende resultaten kon opleveren. Toch kwam het Rijk den graaf in zooverre te hulp, dat het medewerking beloofde als hij met een luchtschip een ononderbroken tocht van 24 uur had gemaakt, waarin hij een vooraf bepaald doel moest hebben bereikt, en weer op de plaats van vertrek moest zijn teruggekeerd. Deze voorwaarden lijken nu misschien zeer billijk. Neemt men echter de stand van de toenmalige luchtscheepvaart in aanmerking, dan waren het zware eischen, die het Rijk stelde. Toen Graf Zeppelin eind 1907 een gunstige vlucht van acht uren maakte, was de Rijksregeering eindelijk tot grootere concessies bereid. Eerst het jaar 1908 bracht den 70-jarige de moge lijkheden, waarvoor hij sinds 1890 gestreden had. 1 Juli 1908, op een helderen ochtend steeg de Zep pelin IV op, en bereikte in 20 minuten Constanz, voer door het Rijndal naar Schaffhausen, over het dal van Reuss, over het Viewaldtstatter- en Ziiri- chermeer en keerde via Winterthur en Frauenfeld naar het meer van Constanz terug. De vlucht had twaalf uur geduurd, en de Zeppe lin was veilig in haar hal teruggekeerd. Het luchtschip was over rivierdalen met haar snel wisselende winden en luchtstroomingen gevlogen, had bergen, waartegen het had kunnen te pletter vliegen, veilig gepasseerd, had kortom gewillig aan de hand van de bestuurders gehoorzaamd. Zwitserland juichte, Duitschland jubelde. Dat had een Duitscher gepresteerd; het buitenland stond verstomd en verslagen. Op 4 Aug. 1908 steeg Zeppelin opnieuw op om de vereischte 24-uur vlucht te maken. De Zeppelin IV vloog over Duitschland, de Rijn af naar Straatsburg. Klokken luidden, kanonnen bulderden, het volk juichte. Münster werd bereikt. Worms gelukkig gepasseerd. Plotseling weigerde één der motoren, en een noodlanding moest wor den gemaakt. Na eenige uren oponthoud vloog de Zepp. IV ver der en bereikte, zooals voorgeschreven was, Mainz. Bij Stuttgart weigerde opnieuw één der motoren en zoo moest de Graaf na een lange worsteling 's morgens acht uur bij Echterdungen dalen. Het landen verliep vlot. Zeven uur later was de Zepp. IV een puinhoop. Een rukwind had het luchtschip van de ankers losgeslagen en door een daarop volgende botsing tegen een boom was het schip in brand geraakt. Zoo had de Graaf weer niet aan de voorwaarden, door het Rijk gesteld, kunnen voldoen en kon hij dus geen aanspraak maken op de door het Rijk beloofde sommen. Maar het Duitsche volk was in enthousiasme ge raakt en zoo was in.weinige weken een som van 6 millioen mark bijeengebracht. Met dat geld riep Graf Zeppelin een stichting in het leven, die beide aan het Rijk te leveren lucht schepen zou bouwen en die de verplichtingen, die de Graaf vroeger was aangegaan, alsnog nakwam. Maar nog was succes niet verzekerd. Want de vol gende jaren hadden nog tal van ongelukken plaats. De Zepp. V liep op een rots te pletter, de Zepp. VI verbrandde in de hal, de „Duitschland veronge lukte in het Teutoburgerwoud, de Duitschland II liep op haar hal te pletter. Eerst de Schwaben in 1911 gebouwd, had groot succes. Zonder eenig ongeval maakte dit lucht- n. BRAKEL komt met deze vraag: Of de eigene daad des geloofs bestaat in toestemming aan de Goddelijke, Evangelische waarheden en belof ten, dan of ze bestaat in het vertrouwen des harten op Christus, om door Hem gerechtvaardigd, ge heiligd en tot de zaligheid geleid te worden? Nu verstaat hij door het vertrouwen niet de ver zekering, want zij is een vrucht des geloofs. Hy vat het vertrouwen op als een uitgaande daad des harten, waardoor men zich overgevende aan Christus en Hem aannemende, ziel en lichaam Hem toevertrouwt,opdat Hy ze zalig make. Gelijk een crediteur zijn geld aan iémand overgevend»', het hem toevertrouwt. De Schrift, aldus Brakel, schrijft gelooven aan het hart toe. 't Hart^ de wil is werkzaam in: zich Hem toe te -vertrouwen, en in Hem te gelooven. Het gelooven beteekent een daad van den wil. 't Zaligmakende geloof gelooft in God, in Christus; het gaat door het Woord tot den Persoon Christus en vertrouwt in Hem. Niet het toestemmen, maar het vertrouwen is het zaligmakend geloof. Het blijkt dan klaar, dat de eigenlijke daad des geloofs niet bestaat in het toestemmen van de Evangeli sche waarheden en beloften, maar in het ver trouwen op Jezus, in zich Hem toe te vertrouwen. Ook op dit punt verschilde Comrie met Brakel. Volgens Dr a Comrie behooren tot het geloof deze drie zaken: kennis, toestemming en vertrouwen. Mede onder invloed van Brakel meenden de vro-. men, dat het wezen des geloofs niet bestond in een toevlucht nemen tot Christus. De bekende Utrechtsche professor Fr. A. Lampe koos echter de zijde van Brakel. Onder de vromen in die dagen leidde dit alles tot heftige disputen. Th. van der Groe leerde weer, dat de verzekerd heid des geloofs tot zijn wezen behoorde, ook al wordt ze niet altoos dadelijk (met de daad) ge oefend. Brakel en de kinderen der bondgenooten Van de. kinderen der bondgenooten zegt Ds a Brakel, die bij ons Gereformeerden zeker niet schip 130 reizen, en de „Victoria Luise" maakte in 1912 225 vaarten. De resultaten van deze luchtschepen overtuigden de legerautoriteiten dat de Zeppelins met haar groote actie-radius van niet te overschatten waar de voor het leger zouden kunnen zijn. De oorlog heeft wel bewezen dat zij daarin gelijk hadden. Het aantal Zeppelins in de jaren '14 tot '18 ge bouwd is zeer groot geweest, het juiste getal is nog altijd geheim gehouden. Z?ker is dat tientallen luchtschepen in den we reldoorlog zijn vernietigd. Toch is geen land zoo bekwaam geweest in het bouwen van luchtschepen als Duitschland. Enge land heeft na vele groote ongelukken met lucht schepen denk aan de R 101 en R 102 blijk baar den moed opgegeven, en ook Amerika is niet erg gelukkig. Nederland heeft zich tot nu toe nog niet aan de bouw van luchtschepen gewaagd. Niettemin blijft het vraagstuk actueel of Neder land op den duur voor passagiersvervoer beter een Zeppelin- of vliegtuigverbinding met Neder- landsch-Indië kan hebben. Telkens en telkens heeft men van onderhande lingen kunnen lezen tuschen de Mij. Nederland en Dr. Hugo Eckener. Rekent men dat Eckener in Sept. '29 in 20 dagen met de „Graf Zeppelin" via Tokio, Los Angeles en Lakehurst een reis om de wereld maakte, dan M'jkt wel dat de Zeppelin nog groote mogelijk- .den in zich bergt G. L. A. MULDER. door Dr H. KAAJAN '"ïrdacht is van kettersche leeringen: ^Alle kin deren der bondgenooten, 't zij vóór of na het ont vangen van den doop, in hunne jonkheid sterven de, moeten gehouden worden zalig te zijn uit kracht van het verbond Gods, in 't welk zij ge boren zijn en alzoo te zijn kinderen des verbonds; zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het verbond, dat is op hunne rekening, de zoon zal niet dragen de misdaad des vaders; zoo heeft men -ze ook voor ware bondgenooten en kinderen te houden, als ze opwassen, totdat ze met «der daad vertoonen, dat ze trouweloos in het verbond zyn, en aan de belofte geen deel hebben. Zij vallen niet uit de genade en de verzegeling wordt niet vernietigd; maar 't is een bewijs, dat de doop hun geen zegel was en dat ze nooit waarlijk in het verbond zijn geweest. De doop verzegelt alleen uit verkorenen. Ook over een ander belangrijk punt spreekt Bra kel. Het formulier van den doop vraagt den ouders en den getuigen: Of ze niet bekennen, dat hunne kinderen in Christus geheiligd zijn? Hierop antwoordt Brakel onder meer: „Geheiligd te zijn, is niet in een uitwendig verbond opgenomen te zijn, want daar is geen uitwendig verbond. De zaligheid des kinds, en niet iets uitwendigs, wordt van de ouders beoogd. De sacramenten zijn geen zegelen van een uitwendig verbond, maar alleen van het genadeverbond, en teekenen en zegelen van de rechtvaardigheid des geloofs; en ook net kind wordt bekend (beleden) in Christus gehei ligd te zijn, 't geen van geen uitwendig verbond gezegd kan worden. Ook wordt bekend, dat het kind vóór den doop geheiligd is, en daarom ge doopt moet worden; zoo wordt het dan niet een bondgenoot door den doop, maar het was het al te voren en te voren was er geen verbond, dan het verbond der genade. De Heilige Schrift weet dan ook van zulk een tweeërlei genadeverbond niets. Toch heeft, volgens Dr. G. Oorthuys, de theologie van Gomarus l\et gewonnen. De leer van een inwending en uitwen dig verbond is er bij velen ingegaan. Volgens Dr G. Oorthuys is echter het Gomarisme het Laba- disme in bruikbaren vorm. Een uiterlijke Kerk, met een uiterlijken doop en met orthodoxe Christenen, die ook netjes leven zonder weder geboorte (aldus Dr Oorthuys) zulk een Kerk kent en wil Christus niet en mogen wij niet bedoelen. Brakel en Comrie over het zaligmakend en rechtvaardigend geloof Wilhelmus a Brakel zegt: „Het zaligmakend ge loof, 't welk anders genoemd wordt het recht- vaardigmakend geloof, beide ten opzichte van het einde, 't welk door dit geloof beoogd en verkregen Hieruit blijkt, dat Brakel het zaligmakend cn rechtvaardigmakend geloof identificeert. Comrie daarentegen zegt: „Gij moet altoos tusschen het zaligmakende en rechtvaardigmakende geloof onderscheid maken. Het eene is meer generaal, het andere meer bepaaldWij hopen, dat gij zien zult, hoe het zaligmakende en het recht vaardigmakende geloof, ofschoon deze beide één zijn in wezen, nochtans als meer onbepaald en meer bepaald, onderscheiden zijn in de voorwer pen en werkzame daden omtrent die voorwerpen. Zoo gij hier op let, zal Gods Woord u klaar zijn; Het stoom-luchtschip van 1852 Brakel en Comrie over de hebbelijkheid des Geloofs •7

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 16