ambtshalve een nieuwe advocaat met het behar tigen van zijn belangen worden belast, hetgeen een schorsing van behandeling en nieuw uitstel be .eekent. Niemöller heeft vele vrienden en medestanders in invloedrijke kringen. De Belijdenisbeweging telt bijvoorbeeld in de sfeer van het oude leger heel wat aanhangers, die bereid zijn a décharge voor hem op te treden. Niet slechts in het Duit- sche Kijk, doch ook ver daarbuiten wordt voor dezen man, die een getuige is, oprecht gebeden. Een proces als dit, het we'k niet slechts onder Christenen van allerlei schakeering warme be langstelling trekt, doch eveneens in den veel wijder kring van allen, die vrijheid van woord en geweten voorstaan, schijnt voor het Hitier- regiem een averreclitsche propaganda te zullen worden In Spanje heeft de strijd op het Teruelfront voor de troepen van Franco een aanzienlijke terrein winst en veel oorlogsbuit gebracht. Zulks heeft opnieuw de kwestie der interventie zeer actueel gemaakt. Hetzelfde verschijnsel heeft men in het verloop van dezen oorlog meermalen kunnen waarnemen. Zoo gauw in Spanje het machts evenwicht wordt verbroken, ontstaat in buiten- landsche kringen een nieuwe impuls, zich met den strijd te gaan bemoeien. Engeland heeft in het naar den zeebodem zenden van twee Britsche handelsschepen, die op Barcelona voeren, aanlei ding gezien tot een actie, om de patrouillevaart in deze wateren aanzienlijk te verscherpen. Italië heeft zich daartegen niet officieel verzet, doch is een nieuwe pers-campagne begonnen, bij monde van het „Giomale d'Italia". Dit semi-officieele blad tracht met een overvloed van gegevens en van dé'-ails aan te toonen, op welke wijze Bar celona uit het buitenland bij den voortduur wa pens, munitie en vrijwilligers ontvangt, ondanks alle mogelijke controle-maatregelen. Men proeft uit deze campagne, dat Mussolini nog niet de minste neiging heeft zich in Spanje schaakmat te verklaren. De duce zal ongetwijfeld voortgaan het „bolsjewisme" van de Middellandsche Zee te weren, door bes'endiging van zijn hulp aan Franco. Als gevolg van een en ander wil het werk der Londensche non-interventie-commissie weer in het geheel niet vlotten.'De stemming is daar niet langer willig, om het eens in een beursterm uit te drukken, wat zeker niet ongepast is, zoo men voor oogen houdt, hoe in de sub-commissi- niet zoozeer recht en onzijdigheid, dan wel allerlei wederzijdsche belangen bij den voortduur opgeld doen Antwerpen heeft de ontstellende ontdekking ge daan, dat niet slechts Parijs een massa-moordenaar bezit. Het kan thans naast Weidmann den Waal Edouard Bru stellen, een luguber type, dat met diverse vrouwen obscure relaties aanknoopte, welke in den regel eindigden met hun geweld- dadigen dood. Reeds vier van zulke verschrikke lijke misdaden heeft de man bekend en men vreest dat de lijst ook thans nog niet compleet is. De justi'ie doet nog naarstig onderzoek naar nieuwe gevallen. Bru's echtgenoote schijnt ook niet ge heel vrij uit te gaan; zij moet van een en ander wel hebben af gewe'en. Hier opent zich een mis dadig verschiet, waarvan men zich met huivering moet afwenden. BINNENLAND WAT ons tot heden vrijwel steeds gelukt is. wil ditmaal niet. Bij de gebeurtenissen van de laatste week is er geen enkele, welke naar voren springt en relief aan het overzicht kan geven. Toch behooren enkele dingen bewaard te blijven en we zullen ze dus zonder onderling ver band, alsof het een jaartallenkroniek is, moeten releveeren. Voorop ga dan een stille hulde aan de nage dachtenis van Jan Cupido, oud-schipper van de reddingsboot Brandaris op Terstelling, die, bijna 70 jaar oud, overleed. Hij nam deel aan 20 red dingen en 51 pogingen tot redding, waarbij in totaal 261 schipbreukelingen aan de zee ontrukt werden. Hij bezat o.a. een gouden medaille, die hem werd verleend voor een poging om de op varenden te redden van het Amerikaansche schip „Liberty g.l.o.", dat in December 1919 in een mijnenveld kwam en finaal doormidden brak. Dit schip was onderweg van New York naar een der Duitsche Oostzeehavens en had een lading kerstgeschenken in voor het arme Duitsche volk. De Burgemeester van Terschelling had het onge looflijk druk met de berging van wat aanspoelde en vele Tcrschellingers wisten er ook van mee te praten. Het „guussen" zooals men het daar met een vakterm noemt werd druk beoefend en menigeen sleepte wat naar binnen. De helft van de Liberty is later naar Rotterdam gesleept en daar is er een nieuwe helft aangebouwd; op een zonderlinge manier, zoodat de nieuwe helft een geheel andere constructie kreeg dan de oude had. Treurt men in het Noorden over het heengaan van Cupido, te Vlissingen is men niet vergeten, wat wijlen Prins Hendrik voor de scheepvaart deed. In koopvaardijkringen aldaar heeft zich een comité gevormd, dat zich ten doel stelt zijn na gedachtenis te ccrcn. Daartoe zal een gedenk- G2 teeken als huldeblijk der Nederlandsche koop vaardij vervaardigd worden. Nu het in de koopvaardij wat beter gaat is in de annexe metaalindustrie eenige loonsverhooging tot stand gekomen. Deze be teekent voor de Rot- terdamsche scheepswerven 7y2 a 10 benevens een week vacantie. In Amsterdam daarentegen zijn in een tweetal vergaderingen van „modern" georganiseerde metaalbewerkers één voor per soneel van de Nederlandsche Droogdok Maat schappij en Verschure de tegenvoorstellen van den Metaalbond met groote meerderheid van stemmen verworpen. Ongeacht wie gelijk heeft, vallen strubbelingen op de arbeidsmarkt thans wel zeer te betreuren. Dit geldt ook van de kwestie van nachtarbeid op de „Arnoud", de kalkzandsteenfabriek te Hillegom. Veertien dagen geleden heeft de rechter den di recteur dezer fabriek veroordeeld wegens voort durende overtreding der Arbeidswet; maar daar mee is de zaak niet uit. Een boete van 2 of 3 keer 6.beteekent voor zoo iets niets. Als het alleen daarom gaat, kan het nog maanden duren. Met de scheepsbouw gaat het nog steeds vrij goed. De firma Wm. H. Müller en Co. N.V. te Rotterdam heeft aan de N.V. Industrieele Maat schappij „De Noord" te Alblasserdam, opdracht verstrekt tot het bouwen van een nieuw passa- siers- en vrachtschip voor haar RotterdamLon- den-dienst (Batavierlijn) Werk is ook in het verschiet, wanneer men over gaat tot het afdammen van de Brielsche Maas en ook in Brabant en Limburg is eenig werk in zicht, want het bestuur van de stichting „Binnenkolo- nisatie", gevestigd te Maastricht, heeft bericht ontvangen, dat de Minister van Sociale Zaken bereid is, 100 pet. overheidssubsidie te verleenen ten behoeve van de ontginning in werkverschaf fing van een gedeelte der Sevenumsche Peel. In Delft is een nieuwe industrie in opkomst. Men gaat daar „Vegisol" maken; d.w.z. zijde uit glas. Vreemd? Och, als men wol uit ondermelk kan fabriceeren, waarom dan geen zijde uit glas; on brandbare, sterk isoleerende zijde, welke men al gebruikt om sneeuw na te bootsen in etalages, waarvoor brandbare watten minder geschikt zijn. „Vegisol", wait beteekent Vereenigde Glasfabrieken Isolatie, heeft toekomst. Hetzelfde kan gezegd worden vafi de kleermakerij voor Defensie, want een commissie gaat na, op welke wijze o.m. verbeteringen in het model van de veldjas zouden kunnen worden aangebracht, waardoor het uiterlijk aanzien zou worden ver beterd en de bezwaren, welke de staande kraag heeft, zouden worden ondervangen. Het is alles nog wel op voorwaardelijk toekomen de wijze gezegd, maar het is de natuurlijke loop der dingen: eerst een commissie, dan een wet en dan Lc. een veldjas. Het blijkt niet altijd waar, dat brutalen de halve wereld of tegenwoordig de halve ether hebben, want de géheime zender in Twente is opgespoord. „De Nachtegaal" is gevangen; eigenaar van het apparaat was iemand in Hengelo (O.). Voorts werd tegen iemand in Amsterdam die on rechtmatig radio-koersen opving en doorgaf twee weken hechtenis gevraagd. De politie van Heerlen heeft ook een goede vangst gedaan. Zij heeft niet minder dan zeven personen gearresteerd, die zich de laatste weken hadden schuldig gemaakt aan acht inbraken. En de rechterlijke macht liet zich ook niet onbe tuigd. De oud-burgemeester van Ouddorp had zich in hooger beroep te verantwoorden en werd wederom veroordeeld. Tegen den oud-wethouder van Vlaardinger-Ambacht, die in zijn dienstbe trekking valsche handteekeningen zette, is twee jaar gevangenisstraf geëischt. Hopelijk zal de rechter consideratie gebruiken met den werklooze, die in Rotterdam zijn vrouw mis handelde. Want hij, die eerst werd aangezien voor een bruut, schijnt een slachtoffer te zijn van de spilzucht zijner vrouw. Alsof het voor een man nog niet vreeselijk genoeg is werkloos te zijn, beschimpte zijn vrouw hem voortdurend, omdat zij geen geld kon krijgen voor „uitgangetjes". Voorwaar, zoo'n terging zou wel een wijze dol maken. Verstaan wij dat? HOE DE „GROOTE LUI" IN JAPAN WONEN WIE een blik werpt in een Japansche woning, ziet terstond, dat zij niet veel meer is dan een luchtig in elkaar gezet kaartenhuis. Er zijn geen vensterruiten en geen vaste deuren, behalve de huisdeur, die, als bij ons, op scharnieren of pennen draait. Men gaat op kousevoeten de nauwe, rechthoekige gangen door, loopt over smalle „bruggetjes" en slankgebouwde galerijen en als men een kamer wil binnengaan opent zich een der wanden, alsof het zoo vanzelf sprak. Want bijna alle muren van het interieur van de woning zijn beweegbaar, althans gedeeltelijk. Het zijn schuif- muren, die, nauwkeurig afgewerkt, onhoorbaar loopen op opzichtbare wielen. Verhuiswagens heeft men in Japan niet noodig. Wel zijn de Japanners in het bezit van huisraad, maar „meubelen" in de beteekenis, die wij aan dat woord hechten, hebben zij niet. Stoelen, ban ken en divans zijn overbodige weelde, want men zit op kussens op den vloer. Bedden zijn overbodig, DE JODEN Eens groeiden zij in tal, spijt Faro's geeselslagen. Geduldig zwoegden zij tot God sprak: 't is genoeg. Door sterken arm geleid, die Zijn beloften droeg, Bracht Hij Zijn uitverkoornen uit het land der plagen. En als een gouden draad loopt door èl hun geslachten Ten lichtend teeken van Go3s eeuwgen zondaarsmin Een jubelende reeks beloften, die hen in Der tijden volheid den Messias brachten! Helaas! zy wachtten niet aanbiddend naar die stonde I Het Kind in Bethlems stal hebben zij niet herkend, Maar hebben zich in haat, vol afschuw afgewend. Draagt nü hun nageslacht de boete van dié zonde?. In vele landen worden zij maar nauw verdragen, In anderen wordt hun geen woon gegund, Bereikt vervolging, kwelling, hoogtepunt. „Leer, Jezus, door dit al, naar U hen vragen l" P.-v. d. S. omdat de Japanner op matten slaapt, die eveneens op den grond liggen. Ook kasten, buffetten en commodes bezit hij niet, want, verborgen achter de beweegbare wanden, zijn muurkasten en plan ken aangebracht. Een tafel gebruikt men byna niet in Japan. Voor de maaltijden wordt een klein, nauwelijks anderhalve voet hoog, tafeltje van lakwerk (eigenlijk een tablet op pooten) bij geschoven, dat terstond na het eten weer wordt weggenomen. Wie met penseel en verf of met Oost-Indischen inkt een brief wil schilderen, doet dit in geknielde houding en gebruikt een theeblad als sousmain. Geen enkele kamer, behalve keuken en badkamer, is praktisch ingericht; elk vertrek is in de eerste plaats ontvangsalon en wordt verder voor de meest uiteenloopende doeleinden gebruikt Als de nacht aanbreekt wordt een lampion op gehangen, een kleine, bonte, papieren lamp, ver sierd met raadselachtige teekeningen. Dan worden de slaapkussens te voorschijn gehaald, ieder neemt zijn dekens en de slaapkamer is in orde. Overdag krijgt men in de kamer, waar de familie verblijf houdt, een zacht kussen om op te zitten en een kleine, bronzen kolen- en rookurn, die men naast zich op den grond zet Dan is de woonkamer klaar. Als in een sprookje opent zich een der wanden, een kunstig gekapte „fee" met amandelvormige oogen, gekleed als een bloem, verschijnt en brengt alles, wat men noodig heeft. Met Europeesche oogen bekeken, is een Japan sche kamer niet veel meer dan een leege ruimte. Toch is zoo'n vertrek niet te vergelijken met een van onze kamers, die „uitgehaald" is. Het Japan sche vertrek is alleen „leeg" omdat er geen meu belen in staan, maar het maakt een harraonischen en levendigen indruk door zijn mooie, rhythmische lijnen, het spreekt tot ons door zijn lijsten en lambrizceringen van ingelegd hout. De plafonds zijn door zware balken in vakken verdeeld, de vloer is bedekt met gladde rieten matten in één kleur, omzoomd met donkere randen. En alles is regelmatig, rechthoekig van vorm. Ter versiering is zeer weinig aangebracht, maar wat er is, is gedistingeerd en smaakvol. In geen enkele kamer ontbreken bloemen. Op een zacht- gekleurde richel aan een der muren staat een vaas, waarin twee, drie bloeiende takken of een prach- tig-gekleurde bloem, soms ook een pot met een bloeiende plant maar altijd zóó geschikt, dat de vormen van bloem en plant decoratief doen. Het is nooit meer dan een kleinigheid en altijd iets, dat met bijzondere zorg werd gekweekt; een kost baarheid uit eigen tuin. Er hangt een sfeer van warmte en zon in een Ja pansche kamer, er heerschen rust en stille vrede, men voelt er zich intiem-gezellig. Door alle tijden heen hebben de verschillende volken veel van elkander overgenomen. Zoo heeft Europa zijn stempel gedrukt op de Japansche woningtoestanden. De Japanners hebben bescha ving en techniek aan ons te danken en ook is er veel, heel veel zelfs van onze praktische levens opvattingen naar hen overgewaaid. In Japan werkt sinds lang de metselaar, die er vroeger onbekend was; de glazenmaker zet spiegelruiten in de ven steropeningen, die vroeger met papier beplakt waren, electrisch licht overal, schrijftafels en tele foontoestellen, theetafels, schoorsteenmantels, kachels. Toch hebben al die nieuwigheden aan de meeste woningen niets kunnen veranderen. Het beweeg lijke der inrichting, de stijve symetrie, de voor beeldige orde zijn gebleven, en al staat er sinds lang ook een tafel in den salon, gemeubeld zijn de kamers niet, althans niet in dien zin, dat de meubels, die er staan, bepalen, voor welk doel het vertrek gebruikt behoort te worden. Het Ja pansche huisraad heeft nog altijd niet, als bij ons, zijn vaste plaats in huis; het vult de kamers ook niet, als in de Europeesche woningen. Alles wat werd neergezet, kan verwijderd worden, zoodra het juiste oogenblik daartoe is gekomen. ónze Keizer, wy hebben hém öp de troon ge bracht!" In de veldslag bij Eylau (1807), waar de Pruisische en Russische legers een nederlaag van grote om vang leden, legde de „bekwaamste aanvoerder der wereld" een bewonderenswaardige koelbloedigheid aan de dag. In die tijden werd er nog man tegen man gevochten en nu gebeurde het, dat de keizer met zijn hoofdofficieren, allen te voet, van de rest der Fransen min of meer werden afgesneden, 'n Hachelijke toestand! De prins van Neufchatel zag het grote gevaar, dat nog méér begon te nijpen, toen enige duizenden Russen op dit uitgelezen troepje kwamen afzetten. Hij wilde paarden laten komen, maar de keizer wees hem met de hand terug. „Laat de garde aanrukken!" beval hy. De garde was echter tamelijk ver van den vorst ver wijderd, en de Russen drongen meer en meer op. Napoleon bleef onbeweeglijk staan. De gehele om geving des keizers sidderde en beefde voor zijn lot; hijzelf toonde zich onverschrokken. Op het uiterste nippertje kwam de garde ter plaatse, met haar befaamde grenadiers. Daar had de vijand niet van terug. Hy staakte zijn marsch en koos tenslotte het hazenpad! Nog groter was het levensgevaar, dat „den kleinen korporaal" bedreigde aan de vooravond van de slag bij Jena in 1806, waar de Pruisen een geweldig pak slaag opliepen. In gezelschap van slechts weinige officieren sloop Napoleon naar de legerplaats des vijands, waarschijnlijk, omdat men beducht was voor nachtelijke aanvallen. Deze beduchtheid bleek voor deze keer ongegrond. Het kleine groepje krijgslieden keerde terug en.... werd opgemerkt door Franse schildwachten. Deze begonnen onmid dellijk het vuur te openen in de veronderstelling met Duitsers te doen te hebben! Had de keizer zich niet plat ter aarde geworpen in 'n kuil, dan ware hier wellicht een tamelijk roemloos einde aan een veelbewogen leven gekomen! Nog vijftien jaar heeft Napoleon hierna geleefd. Hij stierf als een eenzame balling, van vrouw en kind verlaten, op het eiland St. Helena. Jaren later heeft men zyn stoffelijk overschot overgebracht naar Parijs. En zo werd Napoleons wens vervuld, dat hij zou rusten temidden van het Franse volk, dat hij zo vurig bemind had. Een handigheid WIE een aardig kunstje wil vertoonen, moet zich eens met het volgende oefenen. Men neemt een briefkaart en legt die op de punt van de wijsvinger van de linkerhand. Daarna wordt er een gulden op de kaart gelegd, maar zó, dat die gulden precies op de top van de vinger ligt. Tot zover betekent het niet vgel. Maar nu komt de moeilijkheid. Met de middel vinger van de rechterhand knip je nu tegen de kaart Als clat goed gedaan wordt, zul je zien, dat de kaart wegvliegt, maar de gulden blyft liggen. Prinses Beatrix éen dag oud Je moet er op letten, dat de stoot met de vinger van de andere hand met kracht aankomt en dat de kaart in horizontale richting wegvliegt, anders mislukt het kunststukje. Wie het aan anderen vertoonen wil, moet zich eerst maar eens oefenen. Want als 't mislukt wordt je natuurlijk uitge lachen. HIJ HAD RAAD NODIG Heer (tot bedelaar, wien hij één cent heeft gege ven): En wat doe je nu met dat muntstuk? Bedelaar: 'k Ben 't nog niet met mezelf eens of ik zal gaan rentenieren of niet. Wat raadt u my? I. Letterraadsel Mijn geheel bestaat uit 16 letters en wordt door geheel het Nederlandse volk geliefd. 13, 12, 16, 3 is een bekend voertuig. 1, 15, 14, 12, 13, 6, 4 zijn op zee zeer gevreesd. 10, 9, 7, 5, 11, 4 is een heerlijk en gezond eten. 2, 12, 4, 8, 12 is een frisse zomerdrank. 11. Wat zou dat zijn Ik ben een been en toch geen been Heel vaak van hout of ijzer Hoewel ik zelf niet lezen mag Doorvlieg ik boeken dag aan dag En ik raak de bladen een voor een Al maakt het mij niet wijzer. III. Een water in Zuidholland Mijn geheel bestaat uit 10 letters en is een water in Zuidholland. 3, 4, 5, 6 is een bekend schaakspeler. 2, 1 is niet uit het huis. 9, 10 een deel van een voertuig. 7, 8 andere naam voor moeder. EEN AVONTUUR VAN BLAFFIE, DE HOND 6) XVTL Hoe Jan schrok ROODHAARTJE Vos had in zyn leven al menig angstig ogenblikje doorgemaakt, maar hij had zich nog nooit zo angstig gevoeld als nu, terwijl hij wachtte op het ogenblik, dat Jan het kippenhok zou openen en de kip pen en kuikens hun ochtendvoer brengen. Vanaf het moment, dat de grote haan zijn „Kukeleku-u-u" had doen horen, zat hij op hete kolen. Hij kroop in het donkerste hoekje en durfde bijna niet ademhalen. Hij wilde niet graag door de kippen ontdekt worden. Als ze hem zagen zouden ze zo'n herrie maken, dat Jan in minder dan geen tijd hard zou komen aanlopen om te zien wat er aan de hand was. Rood- haartje wist het uit ervaring. En dat was nu juist wat hij niet wilde. Zijn enige kans om te ontsnappen was, dat hy Jan zou verrassen. De tijd scheen voorbij te kruipen, zo lang duurde het, dacht Roodhaartje Al de kippen waren nu wakker en ze vlogen van hun stokken af. Soms gin gen ze zó rakelings langs Roodhaartje, dat hij ze zomaar had kunnen pakken. Maar geen van hen zag hem, gelukkig! Hij deed dan ook zijn uiterste best om niet te bewegen. Hij zat maar doodstil te luisteren of hij de voetstappen van Jan nog niet hoorde. Het scheen hem uren te duren voor hij geluiden hoor de, die er op wezen dat de mensen op de boerderij wakker waren. Een deur sloeg dicht. Een vrolijk gefluit klonk op en kwam al dichter by dichter bij. Roodhaartje hield -zijn adem in. Hij hoorde het hekje van het kippen- erf opengaan en toen het klep-klep- klep van Jans klompen op de kra kende sneeuw. Daar ging de deur van het kippenhok open en Jan stapte binnen. In z'n ene hand hield hij een pan vol graan, het ontbijt voor de kippen. Plotseling hoorde hij iets bewegen in het donker ste hoekje van het kippenhok. Jan draaide zich om, wat was dat daar? Maar voor hij zich goed en wel had omgedraaid, zag hij iets donkers en ruigs vlak langs zijn benen schieten. Hij schrok zo, dat hij de hele pan met graan liet vallen. „Lieve deugd," riep hij uit. „Wat was dat nu?" en hij rende naar de deur. Hij kwam juist op tijd om een ruige, rode staart om het hoekje van de schuur te zien verdwijnen. Toen wist h'i genoeg. XVIII. Jan begrijpt er niets van. Met een angstig hart was Roodhaartje Vos het kippenhok uitgerend. Want stel je voor, dat het hek van het kip- penerf niet open was! Stel je voor dat Jan het achter zich had gesloten' Dan was hij nog gevangen en zou er zeker geen hoop meer voor hem zijn. Met een zucht van verlichting zag hij het open hek. Opeens was al zijn angst weg en de hele wereld scheen hem weer toe te lachen. Hij was ge lukkig vrij vrij! Geen jongen kon ooit meer verbaasd zijn dan Jan, toen hij Roodhaartje zag verdwijnen. „Roodhaartje Vos!" riep hij uit. „Hoe is die schavuit hier binnen gekomen"" Een grote bezorgdheid over z'n kui kens greep hem aan. Hy draaide zich haastig om en verwachtte minstens de beenderen en veren van twee of drip kippen te vinden, als overblijfselen van Roodhaartje's maaltijd. Maar neen hoor, geen veertje en geen beentje was er te vinden en hy miste ook geer enkele kip, voor zover hij dat kon na gaan. Hij telde en telde nog eens over, maar ze waren er allemaal. Hij begreep er niets van. Hij had toch heus wel goed geteld? Voor de vierde maal telde hij en toen moest hij het wel geloven, hij miste niet één kip. Roodhaartje had gezucht van verlich ting, toen hij het hek open zag, Jan zuchtte van verlichting toen hij zag. dat Roodhaartje geen enkele kip had opgepeuzeld. Roodhaartje wist er alles van; hij wist precies wat er die nacht was gebeurd. Jan kón het niet raden. Hij liep het hele kippenhok rond om te zien waar Roodhaartje toch wel binnen geko men kon zijn. Hij vond natuurlijk het kleine deurtje, waar de kuikens over dag door in en uit gaan, helemaal kapot en open. Maar dat verklaarde nog niet alles. Toen hij vanmorgen kwam, was het hek op slot. Hoe was Roodhaartje nu binnengekomen? Jan begreep er niets van, helemaal niets. Maar hij wist ook niets van een on deugend windvlaagje! XIX. Wat is er verder met Blaffie gebeurd? Waar was Blaffie toch? Dat vroeg iedereen, die Blaffie kende: Boer de Bruin, en Boerin de Bruin, en Jan, neen, toch niet iedereen, want twee waren er, die er iets van wisten waar Blaffie was. De een was naturlijlc Vriend Coyote, die Blaffie had la .en verdwalen. De ander was Zwartveertje, de Kraai,' die Blaffie had geholpen. Vriend Coyote wist niet precies, waar Blaffie was, en hij stelde er ook niet genoeg belang in, om er veel over te denken. Hij hoopte alleen maar dat Blaffie zó ver weg was, dat hy voor lopig niet zou terugkomen. Zwartveertje, de Kraai, wist precies waar Blaffie was, maar hij vertelde het aan niemand. Zwartveertje hield er van geheimen te hebben. En hij kon ook heel goed een geheim bewa- Roodhaartje Vos was één van degenen, die erg graag zouden willen weten wat er van Blaffie was geworden. Toen Blaffie maar steeds niet ver scheen, begon hy te geloven, dat Blaffie nooit meer zou terug komen, „ïk kan me niet indenken, wat Vriend Coyote met Blaffie heeft gedaan", dacht Roodhaartje. „Hij zal Blaffie wel niet in een gevecht gedood hebben, want die oude schavuit durfde vast niet met Blaffie te vechten. Maar dat hij schuld heeft aan Blaffie's verdwij ning, dat is zeker. In ieder geval is het voor Grootje Vos en mij wel ge makkelijk, dat hy er niet is." (Wordt vervolgd) 71

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 12