KLEUTERS
I i i
Ï£1 O III il
TWEE ZUSJES UIT LOGEREN
door B. v. d. PLAATS
6)
IET was bleek van schrik. Ze keek met grote
ogen naar 't natte zusje. Het water liep uit
haar vlechten, en uit haar natte jurk. Het liep
met straaltjes op de grond. En als Rietje zich
bewoog, spatte ze hen beiden ook nat.
„Wat moeten we beginnen", schreide Jet,
„als tante dat hoort, moeten we vast terug
naar huis, en 't is pas de eerste dag
Riet stond er zo stil in haar natte kleren. Ze
huilde niet. Ze was er nog beduusd van, en
begreep maar niet, hoè ze toch zo opeens in het
water was gevallen, en hoe ze er zo gauw weer
uitgekomen was.
't Was helemaal niet erg, maar haar kleren
waren zoo akelig nat. Ze plakten aan alle
kanten. „Ik ga naar tantezei ze, „en dan
vraag ik droge kleren
Jet keek bang. „Maarmaar dan wéét tante
meteen wat er gebeurd isdat je bijna ver
dronken bentWas het érg naar?"
„Nee" schudde Rietje. Het water spatte uit
haar vlechten.
„Och. je bent een strik kwijt!" schrok Jet,
„zeker in het water gevallen
„Ik zal vader roepen" zei Grietje, „dan brengt
die ons aan de kant."
„Nee. niét doen!" zei Jet, „want dan hoort
tante het ook! Weet je, wat we moesten doen?
Zélf aan de kant gaan, en de kleren drogen in
de zon. Want als tante het hoort, mogen we
vast niet langer blijven! Maar opschieten dan,
voor dat tante het ziet!"
Het duurde lang. voor ze het bootje eindelijk
aan de kant kregen bij het vlondertje. Jet stapte
er het eerst uit, en hielp toen het natte Rietje.
Grietje legde de beide spanen in de boot, sprong
er uit, en wond de ketting om het paaltje.
„Nu zoeken we een plekje in de zon, waar je
vader ons niet zien kan. Kom maar Riet".
Ze trapten het hoge gras een beetje plat, en
gingen alle drie op de grond zitten.
„Trek je jurk maar uit, en je kousen."
Rietje trok het natte ding over haar hoofd. Jet
pakte hem beet, en wrong er al het water uit.
Hij was niet erg vuil geworden. Ze streek hem
netjes glad, en spreidde hem uit over het gras.
Ze haalde het boekje. Toen ging ze naast Riet
in het gras liggen, ook op haar buik. De zon
scheen lekker warm op een natte en een droge
rug.
Grietje legde het boekje wat ver weg. anders
werd het nat van Rietjes vlechten. Ze wrong
ze een beetje uit, en maakte ze los, dan kon
den ze beter drogen.
En toen gingen ze zó ijverig lezen dat ze alle
bei het vreselijke vergaten
Jet liep voorzichtig het smalle laantje door. Ze
bleef telkens staan om te kijken en te luisteren.
Als tante haar nu maar niet zagIn een
hand op haar rug droeg ze. in een prop, de
natte onderjurk van Rietje.
Ze ging door de deur van de schuur naar bin
nen. Gelukkig, er was niemand. Ze gooide de
natte onderjurk in een hoek achter de wasketel
De vier verborgen
kinderen
In 't plaatje hier naast
zijn vier kinderkopjes
verborgen. Je moet nu
proberen deze te vinden.
Als je ze ontdekt hebt
trek ze dan met ge
sleurd potlood over.
„Nou je onderjurk, toe maar."
„En vérder?"
„Nee dat andere houd je maar aan. je gaat in
de zon liggen eerst op je buik. en dan op je
rug, dan droog je vanzelf."
Jet en Grietje pakten elk een eind van de onder
jurk beet, en draaiden ieder een kant uit. Het
water droop er uit.
„Wat een dikke" zei Jet, „die droogt niet
gauw. Weet je wat we doen? Ik haal een schone
uit de koffer, dan hoeven we daar niet op te
wachten."
„Ja, gauw maar."
Grietje bleef oppassen. Ze keek maar naar het
natte Rietje, dat plat op haar buik in het natte
gras lag.
„Heb je altijd zo weinig ondergoed an?"
„Ja, 't is nu toch zomer?"
„En ik heb een flanel en een wit hemd, en een
borstrok. Ik ben ook wel es in het water ge
vallen, dat is al een jaar geleden. Toen hadden
we broertje nog niet. Hebben jullie ook een
broertje?"
„Ja, die is bijna twee jaar."
„Kan die al lopen?"
„O ja, al lang."
„Komt die nooit op 't Huis?"
„Misschien wel es met moeder
„Ik moet ook nog lezen" zei Grietje opeens.
en liep de keuken in. Marie was er aan 't werk.
„O, ben je daar? Ik wilde net eens naar jullie
gaan kijken. Moet je naar binnen?"
jet schrok.
„Nou. kijk maar niet zo beteuterd" lachte
Marie. „Maar als je naar binnen wilt, moet :e
eerst je handen wassi er is visite".
„O, nee, ik ga niet naar binnen
„Spelen jullie fijn? Is Rietje er ook bij? Je past
toch goed op haar?"
„Ja, en Grietje is er ook bij" zei Jet haastig, en
liep door.
Jet sloop op haar tenen de gang door. Ze keek
met angstige ogen naar de zware eiken deur.
Daar achter hoorde ze tante Heieen praten...
Ze zaten in de voorkamer.
Als en poes klom ze de trap op, hun kamer in.
Voorzichtig trok ze de koffer onder het ledikant
uit. Hier... hier moest hun ondergoed in liggen.
Met grote ogen bleef ze kijken. Hoe... hoe kon
dat nou... De koffer was leeg... Waar was al
hun goed dan? Had tante dat opgeborgen? Ze
stond even te denken, trok toen het deurtje van
de waskast open. In keurige stapeltjes lag alles
op de bovenste plank: twee van haar en twee
van Riet.
(Volgende week verder
EEN PRINSESJE VAN
TWEE DAGEN
*t Is nog maar een heel klein pn
heel teer kindje.
Toen deze foto gemaakt werd was
't prinsesje pas twee dagen oud.
Ze wist er niets van, dat haar
Vader deze foto van haar maakte.
Ze weet er ook niets van, dat vele
duizenden mensen zo erg blij zijn
over de geboorte van onze jong
ste Oranjeprinses.
Vandaag is ons prinsesje dertien
dagen oud.
De dokters zeggen, dat 't een heel
gezond kindje is.
We hopen allemaal, dat prinsesje
Beatrix voorspoedig zal mogen
opgroeien.
Tot blijdschap van haar Ouders,
van haar koninklijke Grootmoe
der en van heel het Nederlandse
En dus ook van alle jongens en
meisjes.
JAARGANG 19^8
De Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant
Nieuwe Utrechtsche Courant, Nieuwe Leidsche
Courant en Dordtsch Dagblad
BUITENLAND
Donderdagavond
dagen de buitenlandsche couranten met bij
zondere spanning tegemoet gezien, en bijna aan
de verkoopers uit handen gerukt, reden waarom
ze weer bij tientallen verboden zijn. Want de
Duitsche overheid is nog immer op deze nieuws
gierigheid naar buitenlandsche dagbladen heel
weinig gesteld, een belangstelling welke zich
steeds in extra mate voordoet, wanneer er in het
Derde Rijk het een of ander van importantie is
voorgevallen, hetwelk de Duitsche lezer niet op
voldoende wijze in eigen gelijkgeschakelde pers
weerspiegeld vindt. Merkwaardig overigens, dit
zij in het voorbijgaan opgemerkt, hoe gemak
kelijk onze oosterburen zich in zulke leesverboden
schikken, als waren zij in massa van hun eigen
politieke onmondigheid overtuigd!
Het feit van de week ,dat een zoo opvallende
interesse gaande maakte, was natuurlijk de per
soneelswisseling in militaire en ambassadeurs-
kringen. Men was erop voorbereid Von Blomberg
als minister van oorlog te zien heengaan, of
anders Von Fritsch voor dezen generaal-ve'd-
maarschalk als opperbevelhebber der Duitsche
landmacht het veld te zien ruimen. Doch de op-
pensioen-stellingen en mutaties hebben in veel
wijder kring om zich heengegrepen, zelfs dermate
dat men achter dit alles een paleis-revolutie heeft
vermoed.
Dat het tusschen Von Fritsch en zijn oppersten
chef Von Blomberg allerminst boterde, was reeds
bekend. Von Blomberg was een volbloed natio-
naal-socialist, Von Fritsch een echte „Freiherr"
en vertegenwoordiger van den ouden Pruisischen
officierengeest. Von Blomberg zag in het Derde
Rijk den weg naar een groote Duitsche toekomst,
via de driehoekspolitiek met Japan en Italië; Von
Fritsch beschouwde in zijn hart het nazidom
slechts als een wegbereider naar het vernieuwde
keizerrijk en stond een politiek voor van vriend
schap met Groot-Brittannië. Zoo waren er vele,
min of meer latente verschillen; Von Fritsch was
daarin ook niet geheel alleen. Aanleiding tot een
„Auseinandersetzung" werd tenslotte het huwe
lijk, door Von Blomberg onlangs met een dame
uit anderen levenskring gesloten, hetwelk uit een
oogpunt van stand bekeken, niet geheel en al
door den beugel kon. Von Fritsch en de gene
raals, die zich achter hem schaarden, vormden
daarop een deputatie om deze zaak te bespreken
en op Von Blombergs demissie aan te dringen.
Naar verluidt was Hitier door deze wending van
zaken zeer verrast. Er moest zeer snel worden
raad geschaft. De omzetting van een aantal stuk
ken op het Duitsche schaakbord is daarvan het
gevolg geweest.
Als gevolg van de hierboven aangeduide crisis in
legerkringen heeft de Führer aan de beide tegen
spelers eervol ontslag doen toekomen, een tac
tische manoeuvre, waardoor als het ware de
kwestie werd onthoofd, zonder bij een van de
beide kampen een gevoel van triomf en bij het
andere dat van rancune te wekken. Hitier heeft
vervolgens, als aanduiding van de verdere machts
concentratie der N.S.D.A.P., het opperbevelheb-
berschap over de geheele Duitsche weermacht, te
land, te water en in de lucht, aan zichzelf getrok
ken; aan Goering de vrijgekomen eere-functie
van generaal-veldmaarschalk verschaft, „Her
mann" draagt zeer gaarne een gevarieerd uni
form, en aan twee generaals, nl. Keitel en Von
Brauschitsch, de vervulling van de functies van
chef van den generalen staf en opperbevelhebber
van het landleger opgedragen. De vraag, in hoe
verre daarmee de rust in militaire kringen is
weergekeerd is moeilijk te beantwoorden. Onge
twijfeld heeft de partij haar greep op het defensie
apparaat verder verstevigd, er werden en pas
sant tevens een veertien generaals op pensioen
gesteld, doch het zal nog wel geruimen tijd
duren, eer ook in de hoogere rangen, door gelei
delijke opschuiving, de posten door niet anders
dan volbloed nationaal-socialisten zullen zijn
bezet. Dit is natuurlijk het einddoel, waarnaar
moet worden gestreefd.
De personeelswijziging heeft tevens op het ge
bied der Duitsche vertegenwoordiging in het bui
tenland haar stempel gedrukt. Wat reeds lang
hangende was, namelijk de terugroeping van Joa
chim von Ribbentrop als ambassadeur te Londen
heeft nu zijn beslag gekregen. Von Ribbentrop, die
in Berlijn al sinds jaar en dag een bureau voor de
buitenlandsche politiek beheerde, wordt thans
officieel minister van buitenlandsche zaken, in de
plaats van Von Neurath, die nog een diplomaat
was van de oude school. De gezanten te Weenen,
Tokio en Rome zullen eveneens worden terug
geroepen, hetgeen op een verdere vernieuwing
wijst. Tenslotte heeft Hitier een geheimen kabi
netsraad ingesteld, bestaande uit een kleinen
kring van getrouwen, die den Führer bij het
nemen van gewichtige beslissingen met raad en
daad zullen moeten bijstaan. Dit is niet anders
dan een officieele erkenning van een instituut,
hetwelk officieus steeds bestond.
De reactie in de breede volksmassa is op dit alles
heel gemoedelijk. Men is niet zonder voldoening
erover, dat „unser Adolf" sommige officieren op hun
plaats heeft gezet; zooiets gaat er best in. Hoe
het leger zelf zal reageeren, of het zich wellicht
wat onzeker zal gaan voelen en een gevoel van
..Unlust" krijgen, zal eerst later duidelijk kunnen
blijken.
Er is uit het Derde Rijk ook nog ander belangrijk
nieuws. Voor een speciale rechtbank te Berlyn-
Moabit is eindelijk het proces begonnen tegen
dominee Martin Niemöller, den gewezen duikboot
predikant, die als leider der Belijdenis Beweging
kan worden beschouwd. Deze oud-zee-officicr
heeft op den kansel de rondborstigheid van den
zeeman niet verleerd, en heeft Zondag aan Zon
dag onomwonden getuigd tegen het nieuwe Duit
sche heidendom, dat in ras, bloed en bodem het
heil der natie ziet. Niemöller is een warm vader
lander, niemand zal hem dezen eeretitel met recht
kunnen onthouden, doch tevens een man, die het
betere vaderland zoekt, waarover de Schrift
spreekt. Zoo was het conflict, hoe lang men hem
om zijn antecedenten ook wilde omzien, op den
duur onvermijdelijk. Toen men hem eenmaal had
gevangen gezet heeft men allerminst haast ermee
gemaakt ,hem voor zijn rechters te brengen.
Zeven maanden van voorarrest is een verbazend
lange tijd, wellicht lang genoeg om in menigen
geest den weerstand te breken. Deze militair-
predikant, die een militant Christusbelijder is, was
echter te sterk gefundeerd om f'auwhartig te
worden. Toen hij einde'ijk op de plaats werd
gebracht, waar hij zich verantwoorden kon, heeft
hij met vrijmoedigheid gesproken en tevens ge-
eischt, dat men zijn zaak in het openbaar zou
behandelen. Men heeft dezen eisch afgewezen, het
geen hem in conflict met zijn drie verdedigers
heefit gebracht. Thans zal door de rechtbank
Een groep kinderen uit Hulst werd Woensdagmiddag op Paleis Soest dijk ontvangen om het Prinselijk
Paar namens heel Zeeuwsch-Vlaaaderen een bloemenhulde te brengen. De deputatie arriveert aan het
•1