2V Uit de Christelijke Jeugdbeweging I DINSDAG S FEBRUARI 1938 EERSTE BLAD PAG. a VERZEKERING MaaUc&apfüt - Saeeh RONDBLIK PROCES-NIEMÖLLER H-oewel het niet onze gewoonte is, op deze plaats de aandacht te vestigen op de dingen, die het godsdienstig en meer in het bijzonder het kerkelijk leven in het buitenland betref fen, willen wij voor ditmaal eens hiervan afwijken. Gisteren is namelijk voor e?n spe ciale rechtbank te Berlijn-Moabit een proces begonneii, dat schoon van kerkelijken aard ook belangrijke politieke aspecten biedt. Pfar- rer Martin Niemöller werd, na zeven lange maanden van gevangenschap, voor het drietal rechters gevoerd, dat zijn zaak zal hebben te behandelen. Niemöllers zaak is die der be lijdende kerk, welker leider hij is, doch zij wordt tevens met meer dan gewone aandacht gevolgd door allen in de wereld, voor wie vrijheid van woord en van geweten kostbare erfgoederen zijn, waarvan zij nimmer hadden verwacht, dat zij nog .m onze eeuw aan een groot deel der menschheid opnieuw zouden -worden onthouden. De sympathie voor dezen oud-militair-rpredikant is des te algemeener, daar de Godsdienstige richting, welke hij re-, presenteert lang niet de eenige is, wie het zwijgen is opgelegd. Het gezelschap der genen, die in het Derde Rijk niet in tel zijn, is rijk gemêleerd; het bestaat inderdaad gelijk Vosmaer zou hebben gezegd, uit vogels diverse pluimage. Op het politieke erf loopt het front der verontrusten en ontevredenen vanaf uiterst links tot aan Roomsch-Katho- lieken en Christelijk-Nationalen. Men heeft hun organisaties gesloopt, doch de levensin zichten blijven. Op algemeen geestelijk gebied hebben Roomsch en orthodox-protes tant gelijkelijk moeten spitsroeden loopen, en bewegingen als die der vrijmetselaren, anthro- prosophen, Rotary zijn aan een gelijk oordeel niet ontgaan. Duitschland zet de klok achter uit, luidde eenigen tijd geleden de titel var een bekend strijdschrift. Hoezeer dit het geval is meet men het duidelijkst aan geval Niemöller. Een man staat voor zijn meening, die tevens zijn innigste Godsdien stige overtuiging is, en er mag in de zaal geen enkele buitenstaander aanwezig zijn, zelfs geen pers of geestverwant, om zijn plei dooi voor geloofs- en mensohenrechten met zijn aandacht te volgen, of met sympathieke belangstelling te ondersteunen. De weinige bloedverwanten en vrienden van den predi kant, die in de zaal toegang hadden kregen, moesten deze al weder aanstonds laten, zoodra de eerste formaliteiten w vervuld. Niemöller staat alleen, met zijn drie advocaten en zijn zeer omvangrijke verweer schrift, voor zijn rechters. De man heeft een heroiek verleden als duikbootkapitein; hij heeft zich ook in de meest donkere uren van Duitschlands geschiedenis een' toegewijd va derlander getoond. Maar zijn geest kon hij niet laten knechten. Zal men het wagen, hem na de marteling van een dagenlange proce dure, er zijn niet minder dan 42 getuigen gedagvaard, als een soort van landverra der te veroordeelen? Hooge officieren en andere prominente fi guren zullen, naar verluidt, voor hem in het krijt treden. Voor de Bearlijnsche rechters zal dit wellicht weinig gewicht in de schaal leggen, daar immers in het Derde Rijk niet de persoonlijkheid, maar de „massa" gewicht in de schaal legt. Kortelings heeft ook een aantal generaals den dienst nog moeten ver laten, omdat zij de zonde van het hebben eener eigen opinie hadden begaan. Beseft Duitschland in voldoende mate, dat de oogen der wereld thans op Berlijn gericht zijn? Zoo bezien bijt Martin Niemöller dezer dagen de spits af; de zaak der vrijheid en der kerk zal in zijn persoon worden berecht. PRINS NICOLAAS STERVENDE De toestand van Prins Nicolaas van Grie kenland is gisteravond plotseling ver ergerd. Den Prine, die lijdende is aan hart zwakte, is het laatste oliesel toegediend. DE PIRATERIJ IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE Scherpe verklaring van Eden in het Lagerhuis Iedere duikboot die onder water vaart zal worden aangevallen De Engelsche Minister van Buiten- landsche Zaken Eden heeft gistermid dag in het Engelsche Lagerhuis een scherpe verklaring afgelegd met betrek king tot het tot zinken brengen van de Britsche stoomschepen Endymion en Alcira. Hij deelde o.m. mede, dat de Britsche Regeering zoowel Barcelona als Salamanca er van in kennis heeft ge steld, dat van nu af aan duikbooten, die in het westelijk deel van de Middelland- sche Zee, waar Britsche schepen varen, onder water varende worden aangetrof fen, geacht zullen worden, het voorne men te hebben, koopvaardijschepen aan te vallen. De Britsche Regeering zal niet dulden, dat in dit gebied duikbooten onder water varen, en bijgevolg zijn aan de Britsche oorlogsschepen orders gege ven voortaan de duikbooten, die dit toch doen, aan te vallen. De Fransche en de Btaliaansohe regeering,, zoo voegde Eden hieraan toe, zijn van de voorgenomen maatregelen in kennis gesteld, en zij hebben erin toegestemd, in de aau haar toegewezen zones soortgelijke maat regelen te nemen. De overige partijen tot de overeenkomst van Nyon zijn eveneens ver wittigd, en ook de Vereen. Staten, Duitsch land en Portugal. Met beltrekking tot de Alcira zeide Eden, dat er alle reden is, aan te nemen, dat dit schip tot zinken is gebracht door vliegtuigen die in dienst zijn van Franco. De Britsche agent ite Salamanca heeft opdracht go krr^en de regeering van Franco erop tc wij en, diat de Britsche regecring dit inci dent als zeer ernstig beschouwt. De Britsche agent heeft eveneens instruc tie gekregen den autoriteien te Sa 1 a ma n- c a duidelijk te maken, dat de Britsche regee- ri-ng (tot dusver ten aanzien van deze onge rechtvaardigde aanvallen op Britsche sche pen het grootste geduld heeft betracht, doch dat haar geduld niet onuitputtelijk is. Zij a.ciht thans den tijd g"komen voor etens en voor altijd duidelijk te maken, dat zij mot kan doorgaan met deze aanvallen alleen af te doen met protesten en eischen tot scha devergoeding (applaus). Zij heeft daarom, zoo besloot Eden, aan Franco laten weten, dat zij zich het recht voorbehoudt, voortaan zonder voor afgaande waarschuwing de noodigo re presaillemaatregelen te nemen. Naar aanleiding van de vraag van een der afgevaardigden of die voorgestelde maatrege len tegen de duikbooten wel voldoende ziin, verklaarde Eden, dat de maatregelen, waar toe 'de Britsche regeering heeft besloten, toe reikend moeten ®ijn, doch indien zij zich vergist heeft, zal de regeering eventueele verdere maatregelen niet uitsluiten. Het incident met de Hnnter Wat de Britsahe torpedojager „Hunter" betreft, die, naar men weet, op een mijn is geloopen, waarbij 8 personen werden gedood en 24 gewond, zeide Eden, dat in het van de autoriteiten te Salamanca ontvangen antwoord onitkend werd, dat de betreffende mijn door haar schepen was gelegd. De regeering kon deze bewering echter niet aanvaarden en daarom wórden onverwijld verdere stappen gedaan. Naar vernomen wordt beloopt de reke ning die de Britsche Rogeering aan Franco heeft gezonden voor de schade aan den Britschen torpedojager „Hun ter" aangebrachlt 134.500 (f 1.210.500). Het drijvende poolstation De ijsschots met de vier Russische Pool- onderzoekers drijft voort langs de oostelijke kusten van Groenland. De groep Papanin zet de'wetensclivappeb'jtom\Vaarirem iogenl onotrdep broken voort en zendt stipt draadloos op bepaalde uren de resultaten der waarnemin gen uit. Gister bevond de ijsschots zich op 73 graden 19 minuten noorderbreedte en 18 graden westerlengte. DE JAPANSCHE VLOOTPLANNEN Ook de Fransche Regeering heeft thans te Tokio nadere inlichtingen gevraagd om trent de vlootplannen van Japan. Tal van Japansche politieke organisaties hebben in middels een motie aangenomen, waarin de regeering verzocht wordt, het verzoek van Engeland, Frankrijk en Amerika om na dere verklaringen omtrent den bouw van oorlogsschepen, van de hand te wijzen. Minister Eden NIEUW OFFENSIEF IN ARRAGON Groote terreinwinst voor Franco Vele roode legercommandanten gevangen genomen Generaal Franco heeft jl. Zaterdag op het Arragonfront ten Noorden van Teruel een nieuw offensief ingezet, dat tot dusver voor hem succesvol is verloopen. De stellingen van de roode troepen in de Sierra Palomera zijn ge heel omsingeld en een groote oorlogsbuit is Franco in handen gevallen. Onder hen die benoorden Teruel door de nationalisten gevangen genomen, behoo- ren een brigadecommandant, elf bataljons commandanten, verscheidene stafofficieren van het roode hoofdkwartier, een aantel politieke commissarissen en voorts nog hon derd officieren.' Het door de nationalisten buitgemaakte materiaal is zóó omvangrijk, dat een klas seering daarvan op het oogenblik onmoge lijk is. Intusschen heeft men reeds geconsta teerd, d>at. negen kanonnen van 12 cM., vijf en veertig kanonnen van 10.5 cM., drie ka nonnen van 7.5 cM., twee honderd mitrail leurs, zes en veertig mortieren, vier honderd geweren, drie pantserwagens, tal van vracht auto's en groote hoeveelheden munitie in handen van de nationalisten zijn gevallen. Elf vliegtuigen van de rooden werden neer gehaald. De troepen van Franco zijn thans bezig de veroverde zone, die zich uitstrekt over een lengte van 50 K.M. en een breedte van 20 K.M. te zuiveren. Het geheele offensief heeft ten doel de verbindingen tussohen Teruel en Saragorra vrij te maken, een opzet, waarin men reeds volledig is geslaagd. HET FRONT TEN NOORDEN V. TERUEL FRONT TEN NOORDEN VAN TERUEL. Het kaartje geeft den toestand weer op 5 Februari, dus vlak vóór het tegenoffensief Franco. Het nationalistisch front loopt thans van Villalba naar het Noordenden straatweg volgende tot aan Alfambra. Het frontgedeelte der regeering gelegen tusschen dezen straatweg en Palomera-gebied loopt groote kans omsingeld te worden. Franco voert deze manoeuvre uit, omdat twee weken geleden de regeeringstroepen bij Singra getracht hebben de verbinding Teruel Calata-jud door te snijden, hetgeen voor de witten een onherstelbaar verlies zou zijn geweest. DE LEGERORGANISATIE IN DUITSCHLAND Hooge officieren wilder: niet blijven Hitier trachtte vergeefs hen te overreden Naar de Un. Press uit zeer betrouwbare bron verneemt hebben eenigen der hooge officieren, die op 4 Februari afgetreden zijn zelf dit ontslag gevraagd uit solidariteit met von Fritsch. Men meent zelfs te weten dat Hitier zich groote moeitp zou hebben gegeven hen te bewegen te blijven. Het feit, dat zij dit geweigerd hebben, zou hem zeer onaangenaam hebben getroffen. Von Papen naar Salamanca? Men gelooft, dat thans definitief vastge steld is, dat von Papen diplomatiek ver tegenwoordiger te galaman ca wordt, dat Kriebel vroeger consul-generaal te Sjanhai, gezant te Weenen wordt en dat graaf Schulenberg tot ambassadeur te Tokio benoemd wordt. Von R i b b e n t r o p, die met von Pa pen het weekeinde te Berchtesgaden heeft doorgebracht, zal waarschijnlijk weldra zijn afscheidsbezoek aan Londen brengen en zijn functie aan het ministerie van bui tenlandsche zaken aan het einde dezer week aanvaarden. Publiek verzot op buitenlandsche bladen Gister zijn te Berlijn 29 buitenlandsche dagbladen, waarin berichten over de kabi netswijzigingen waren opgenomen, in bo- slag genomen. Van de Engelsche bladen ontkwamen slechts de „Times" en de „Dai ly Mail" aan inbeslagname. De meeste bladen werden al dadelijk bij aankomst op het vliegveld in beslag genomen, doch sommige bereikten den straatverkoop. Het publiek rukte ze de straatverkoopers uit de handen, waarop de geheime politie verscheen en de dagbladen in beslag nam. JAPAN IN DEN MAALSTROOM Vicieuze cirkel begint te draaien Alle goederenprijzen bewegen zich in stijgende lijn De oorlog doet zich gevoelen in. Japan! Terwijl zich in China bijna een millioen Japansche soldaten bevinden, stijgen in Ja pan zelf de goederenprijzen, en de indruk wordt gewekt dat Tsjang Kai Sjeks tac tiek het „incident" sleepende te houden reeds resultaten begint af te werpen. Een vergelijking tusschen de prijzen aan het einde van 1937 met die aan het- einde van 1936 geeft in sommige gevallen zelfs een sensationeele wijziging te zien. De prijzen voor kunstmest b.v. zijn met 26 pCt. geste gen, vloeibare brandstof met 31 pCt.„ graan me-t 12 pCt., chemische producten met 16 pCt., bouwmaterialen met 32 pCt. en meta len zelfs met 52 pCt. Het ernstig tekort op de handelsbalans te verminderen en de waarde van de yen te handhaven op 1 sh. /2 zijn de twee grootste problemen voor de regeering en het be drijfsleven. Medegedeeld wordt, dat de regeering zal ophouden mot goudverschepingen naar het buitenland, zooals zij sinds Maart heeft ge daan, teneinde de internationale betalin gen in evenwicht te brengen. In plaats daarvan zal een scherper con trole op den wisselhandel worden toege past. Het lcoopen van voor den uitvoer noo- dige grondstoffen zal gemakkelijk voor worden gemaakt, doch de invoer van grond stoffen voor binnenlandsch gebruik zal streng worden beperkt. Op alle manieren zal worden getracht overeenkomsten met andere landen te slui ten om de tegenwoordige belemmeringen van den wisselhandel weg te nemen en den vrijhandel te verzekeren. Men venvacht, dat dit jaar nieuwe han delsovereenkomsten zullen tot stand komen met Australië, Siam, Turkije. Egyp te en Columbië. Men hoopt vooral, dat Japan betere voor waarden zal verkrijgen voor den uitvoer naar Amerika en andere landen van waar het groote hoeveelheden oorlogsmateriaal betrekt. Een tcekenende verklaring De bezorgdheid der handelskringen is tot Padvinderij en Chr. Jeugd vorming Dit is een delicaat onderwerp, dat met de noodige omzichtigheid dient te worden aan geval. maar het wordt in de pers der Chr. Jeugdbeweging zoo veel besproken, dat wij er in deze ruibriek moeilijk aan kunnen voor bij gaan. In de eerste plaats nemen wij via ..Bou wen en Bewaren" uit her „Leiders- bind" een belangwekkende statistiek op. Merkwaardige cijfers Deze is afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek" en bevreft de vrije jeugd vorming 1937. Ik vind daarin de navolgende ledentallen, alle uitslui tend betrrkking hebbend op leden van 12 jaar en ouder. Nederlandsoh Jonge lings Veiixmd 35827, waarvan 14950 beneden de 15 jaar. Geref. Knapenvergad.; 12372, Geref. J. Vereen. 24580, samen 36952. Feneratle van Chr Ver. van en voor Vrouwen en Meisjes 2016S, waarvan 4923 beneden 15 jaar. Onder deze tellen mee 4039 driehoeksjneisje6. Geref. Melsjesvergad. 9047 en Geref. M. V. 23259, samon 32306. Daarnaast siaan dan de cijfers van het Ned. Padvindstersgilde, van 1214 jaar: 1731, van 1518 jaar 1241. van 19 laar en ouder 297, totaal 3269. en van de man nelijke padvinders: 10233 leden van 12— 17 jaar, en 2194 oudere leden, waarin be grepen de vele leiders, totaal 12427. Is dit getal reeds opvallend klein, nog meer opmerkelijk is het, dat van deze 12427 padvinders er S104 R.K. georgani seerd zijn en 1707 Christelijk. Blijven dus over 2616 „algemeene" padvinders. TTet blad voegt hieraan toe: Deze getallen zn van voor de wereldjam boree. Deze was in bijzondere mate in drukwekkend opgezet. Ze gaf. mede door de opening door H. M. de Koningin en het zeer groove regeeringssubsidie, den indruk van voort te komen uit een groot- sche Nederlandsche jeugdbeweging. Met deze getallen voor oogen wordt deze op zet merkwaardig. De wereldjamboree was blijkbaar de machtige bevooging eener wereldbeweging, doch die in Nederland slechts bescheiden weerklank vond. Even wel is er juist van die massale betooging onmiskenbare werfkracht uitgegaan op ons volk. Het is dan ook geen wonder, dat men zich gesterkt en Uw slaap wordt weer rustig door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Gfazen Buisje 75 et Bij Apoth. en Drogisten uitdrukking gebracht door baron Seino- sulce Goh, den president der Japansche eco nomische federatie.' In een onlangs gehouden redevoering zeide baron Goh, dat Japan geplaatst la voor de ernstigste crisis, die het ooit heeft gekend. Het is moeilijk eenige voorspel ling te doen over de toekomstige positie van Japan op internationaal politiek of financieel gebied. Baron Goh zeide nog, dat het onmogelijk is te zeggen, hoeveel de oorlog in China zou kosten. Hij drong er op aan de oorlogs- leeningen der regeering op ruime wijze to steunen. Hij zeide, dat dat onontbeerlijk ls voor het in evenwichtbrengen der interna tionale betalingen, daar, wanneer 't even wicht is verbroken de nat. ineenstorting moet volgen. De waarde van de yen moet tot iederen prijs worden gehandhaafd Baron Goh critiseerde hevig de regee- rings-controle op het zakenleven, welke in het verleden niet verstandig is toegepast. in de Chr. Jeugdbeweging intensief met deza dingen bezig houdt. Het blijkt, schrijft G(rashoff) in het Lei dersblad van Januari, dat er altijd nog zijn, die met cloze zaak „zittcai". Zij zeggen, we zijn wel georganiseerd, omdat we nu ecmnaal niet op onszelf kunnen staan, doch in onze Christelijke groep behoeft het geschrijf van chief- scout noch van iemand anders gelezen te worden. Met het door U gesignaleerde humanisme komen onze jongens in de Chr. groepen niet in aanraking. VVe bren gen hen in eigen sfeer. Wat is daar nu voor bezwaar tegen? „Op zichzelf' is er toch geen kwaad in om met de jongens een clublokaal te hebben, waar zij aller-1 lei knutselwerk doen, om mot hen naari buiten te trekken en het „spel van ver- kennen" te beoefenen. En de jongens voelen er zich toe aan- getrokken. Daar ligt juist de allergrootste moeilijkheid. Onze jongens knutselen veel liever, geven er verre de voorkeur aan om naar buiten te trekken en het' spoor te zoeken. Ze volgen liever de „aandacht" in de tent dan den dienst in üe Kerk. Wat interesseeren zij zich voor Schrift en Belijdenis, voor Vaderland- sche- en Kerkgeschiedenis! Die vragen komen heusoh niet van de minsten onder de broederen. Zelfs een niet onvermaard doctor in de theologie, predikant eener Gereformeerde Kerk, sprak in particulier gezelschap zich uit vóór de Chr. padvinderij, als zoo'n aar dige beweging voor de jongeren.' Bezwa ren zei hij, bezwaren? och die komen van die lui uit den Gereformeerden kna- pembond, dioe zijn bang hun leden te verliezen. De heer Grashof f zet dan uiteen,, dat z.i* ook de Christelijke Regecring en de Chr* pers bij het aanleggen van him waardce- ringsmaatstaven voor de gehouden Jambo ree de juiste verhoudingen wel wat uit het' oog hebben verloren. Daarna antwoordt hii op de vraag: koers houden of wijzigen? ook anno 193S nog het zelfde als gedurende al die iaren die ver gleden: koers houden. Hij stelt tegenover elkander een uit spraak van Dr A. Kuyper Sr. op een bonds dag der Geref. J.V. en van Ds. Kalkman op '11 bijeenkomst der Chr. padvinders. „Gij zijt, zegt Dr Kuyper, de aanstaande deputaten- vergadering, in U begroet ik de ambtsdra gers der Kerk van Christus in de toe komst". En naar aanleiding van de toe spraak van Ds K. zegt de heer G. o.a.: De levensvernieuwing, de „nieuwe ge hoorzaamheid" waarvan ons doopsfor- mulier spreekt, wordt hier gevonden in! het padvinder-zijn; dót is de levensver- nieuwiende kracht. Jezus niet de Borg en Middelaar, die onze zonden op Zich nam en voor onze ongerechtigheden be taalde door Zijn zoendood, doch de „hoogste padwijzer", „de groote leider"* Wie zou, staande voor de verzameling van „leiders, leidsters, voortrekkers, verkenners en welpen" cle woorden van! Dr A. Kuyper durven herhalen? Wie durft dóar getuigen, dat deze jongelui de hope zijn der Kerk des Hee- ren in de toekomst, dat deze jonge schouders, volwassen geworden, de Christelijke Regeering zullen dragen? Niet wat religieus sentiment, niet de goede daad van eiken dag, niet 't knut selen of het beoefenen van het buiten spel vormen den „mensch Gods tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust" (2 Timotheus 3 17). Maar het kennen der schrift die „nut tig (is) tot leering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is" (2 Tim. 3 16). Het' is een interessante kwestie, die al reeds dadelijk deze vrucht afwerpt, dat men zich in allerlei jeugd-aiheid weer op nieuw soberp op eigen doelstelling gaat bezinnen. Generaal Franco, de leider van het nationale Spanje, temidden van de leden het door hem gevormde kabinet tijdens de jongste kabinetszitting te Burgos (17 XI „Ik mag schoolmeester worden"? juichte den volgenden morgen Kobus Zwaanswijk. De speelplaats daverde van zijn vreugd. Ieder moest het hooren, ieder moest het weten. Ze groepten om hem heen, die jongens, ze keken hem benijdend aan, die meisjes. Hun blik ken golden ook Willy, die met haar vriendje mee triomfeerde. „Ik wist het nog eerder dan hijzelf", zei ze. Ze zei het zóó, dat Kobus het niet hooren kon. Ze wou zijn stemming niet bederven, nee natuurlijk niet. Maar die anderen, zie je, die meisjes vooral, die mochten dat wel weten. Er waren er bij, die haar soms leelijk plaagden, omdat Kobus haar vriendje was, er waren er, die zeiden, dat zij geen boerejongen kon krijgen en daarom Kobus maar nam. 't Mócht wat, zij zou die boerejongens niet eens willen. Kobus was heel wat meer waard. Kobus kon veel beter leeren en hij was veel aardiger en nu werd hij onderwijzer. O, ze was zoo blijl Toen ze een paar dagen later hoorde, wat over haar be sloten was, was ze niet zoo gelukkig. Zou zij naar een school ïn de stad moeten?. En ze zou móéder gaan helpen. Hoe vond moeder dat? Moeder glimlachte. Als je lacht, heb je geen verdriet, nee natuurlijk niet. En toch Willy had er zoo'n idee van, dat moeder er even weinig over te spreken was, als zijzelf. „Wat moet ik dan op die school, vader? Word ik dan onderwijzeres?" „Je gaat veel leeren op die school, héél veel. Die school heel gymnasium. Je leert er Fransch en Duitsch en Engelsch. Ja en ook Latijn en Grieksch en „O vader, is dat niet vreeslijk moeilijk?" „Voor ons meiske niet. Ons meiske is toch niet dom?" „Maar wat moet ik dan worden?" „Wordenwordenvader wist daar zoo gauw geen antwoord op. „Je wordt er eigenlijk niets, je leert er alleen maar veel", vertelde moeder. „Maar ik wou voor u werken". „Ja, dat komt later wel, als je groot bent. Je moet eerst zes jaar naar die school". „Zes jaar?" Willy schrok. Vader schrok minstens zoo erg. Wat was het ook voor doen, dat ineens' te zeggen? Elk kind gaat graag van school af en als het dan zoo rauw op het lijf gevallen wordt met nog zes schooljaren „Je zult eens zien, hoe fijn het er is", troostte hij. „Elke dag mag je dan met de nieuwe trein mee en op die school krijg je stellig leuke vriendinnetjes. Ja zeg, en weet je van wien je daar les krijgt? Van meneer Herberts. Wie weet of je bij meneer thuis je boterham niet eten moogt". „O, dat zou leuk zijn. Bennie is zoo eenig jochie en kleine Rietje is zoo'n schat ,,'t Is nog niet zeker, dat ze het goed vinden", temperde moeder. „Mevrouw Is altijd zoo aardig, 't mag best"t zei Willy. Ze was meteen verzoend met de nieuwe school. Elke middag met die leuke kindertjes spelen, dat was je zoo wat. En dan in September al iedere dag met de nieuwe trein mee „Vertel het nog maar niet direct op school", ried moeder. „Maar Kobus mag het toch wel weten moes?" „Och, waarom?" „Omdat ik het van hem ook zoo gauw wist". „Nou, vertel het dan aan Kobus. Laat het heele dorp het hooren. Wat geeft het ook?" Nee, moeder was toch niet erg blij, begreep Willy. Maar zij wel. En Kobus zou ook blij zijnl Kobus vond het een rare geschiedenis. Zes jaar naar een school gaan en toch niets wordenHij hoefde maar vier jaar en dan was hij al schoolmeester. „Maar je moet eerst nog twee jaar van mijn vader leeren". „O ja, twee jaar bij je vader, dan vier jaar in de stad, da's ook zes". „Dan zijn we gelijk klaar, jö!" „Klaar? Waar ben jai dan met klaar? Je zee zelf da je toch niks wier!" „Nou ja, maar dan hoef ik toch niet meer naar die school. Dan ga ik me moeder helpen". „Mó je daar Latain voor leere? Latain, da's net as in de Roomsche kerk. Wor je dan misschien pastoor?" Daar lachten ze om, tot ze niet meer konden. Ze lachten zoo hard, dat vader Kobus, die in zijn werkplaats was, het hoorde en er op af kwam. „Wat is hier an de hand? Wat hoor ik daar over een Roomsche kerk en een pastoor?" Vader was streng op zulke dingen. Hij zei al gauw, dat je spotte. Kobus had zijn gezicht dan ook dadelijk in de plooi, maar Willy proestte nog na. „Hij zegt, dat ik pastoor word". „Nee maar en Kobus Jr. moest toch ook weer lachen, „nee maar, zai zee, da ze zes jaar na een school in de stad gong om Latain te leere en toe vroeg ik, of ze dan pastoor mos worre. De pastoor preekt toch Latain?" „De domenee kent et ók", verklaarde Kobus Sr. „Dan ké je net zo goed vrage, of ze domenee wordt". „Maar 't is echt, hoor", vertelde Willy, die begreep, dat I vader Kobus het wonder niet geloofde. Ik ga heusch naar I een school in de stad daar leer ik heusch. Latijn. En die school die heet gymnasium". „Gymnasium? Daar zelle ze eerder gymmelestiek leere", meende Kobus Sr. „Je denk toch zeker niet, datte me al één April hebbe?" „Als je me niet gelooven wilt, dan moet je het maar aan J mijn vader vragen", antwoordde Willy en huppelde weg, 3 gevolgd door haar vriend. Toen deze jonge man 's avonds 1 nog eens weer zei, dat het heusch geen grapje was, meende Kobus Sr. er den meester eens over te moeten onderhouden, j 1 Was die man gek? Moest dat kind zes jaar lang naar een „gymmelestiekschool"? Ze was lenig genoeg zonder dien on- j zin en kromme beenen of een bochel had ze ook niet. j Kobus liet er geen gras over groeien. Den volgenden dag al 1 klampte hij er den meester over aan. Daar hoorde hij tot zijn ontzetting, hoe het meisje, dat hem lief was als een eigen kind, werkelijk het gymnasium zou gaan bezoeken, niet om I daar gymnastiekles te krijgen, maar om er „van alles en nog wat" te gaan leeren. j i „Meester, meester, wa valt me da teuge va je", zei de j koster openhartig. j j IWordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2