2V
Uit de Christelijke Jeugdbeweging
I
DINSDAG S FEBRUARI 1938
EERSTE BLAD PAG. a
VERZEKERING
MaaUc&apfüt - Saeeh
RONDBLIK
PROCES-NIEMÖLLER
H-oewel het niet onze gewoonte is, op deze
plaats de aandacht te vestigen op de dingen,
die het godsdienstig en meer in het bijzonder
het kerkelijk leven in het buitenland betref
fen, willen wij voor ditmaal eens hiervan
afwijken. Gisteren is namelijk voor e?n spe
ciale rechtbank te Berlijn-Moabit een proces
begonneii, dat schoon van kerkelijken aard
ook belangrijke politieke aspecten biedt. Pfar-
rer Martin Niemöller werd, na zeven lange
maanden van gevangenschap, voor het drietal
rechters gevoerd, dat zijn zaak zal hebben te
behandelen. Niemöllers zaak is die der be
lijdende kerk, welker leider hij is, doch zij
wordt tevens met meer dan gewone aandacht
gevolgd door allen in de wereld, voor wie
vrijheid van woord en van geweten kostbare
erfgoederen zijn, waarvan zij nimmer hadden
verwacht, dat zij nog .m onze eeuw aan een
groot deel der menschheid opnieuw zouden
-worden onthouden. De sympathie voor dezen
oud-militair-rpredikant is des te algemeener,
daar de Godsdienstige richting, welke hij re-,
presenteert lang niet de eenige is, wie het
zwijgen is opgelegd. Het gezelschap der
genen, die in het Derde Rijk niet in tel zijn,
is rijk gemêleerd; het bestaat inderdaad gelijk
Vosmaer zou hebben gezegd, uit vogels
diverse pluimage. Op het politieke erf loopt
het front der verontrusten en ontevredenen
vanaf uiterst links tot aan Roomsch-Katho-
lieken en Christelijk-Nationalen. Men heeft
hun organisaties gesloopt, doch de levensin
zichten blijven. Op algemeen geestelijk
gebied hebben Roomsch en orthodox-protes
tant gelijkelijk moeten spitsroeden loopen, en
bewegingen als die der vrijmetselaren, anthro-
prosophen, Rotary zijn aan een gelijk oordeel
niet ontgaan. Duitschland zet de klok achter
uit, luidde eenigen tijd geleden de titel var
een bekend strijdschrift. Hoezeer dit het
geval is meet men het duidelijkst aan
geval Niemöller. Een man staat voor zijn
meening, die tevens zijn innigste Godsdien
stige overtuiging is, en er mag in de zaal
geen enkele buitenstaander aanwezig zijn,
zelfs geen pers of geestverwant, om zijn plei
dooi voor geloofs- en mensohenrechten met
zijn aandacht te volgen, of met sympathieke
belangstelling te ondersteunen. De weinige
bloedverwanten en vrienden van den predi
kant, die in de zaal toegang hadden
kregen, moesten deze al weder aanstonds
laten, zoodra de eerste formaliteiten w
vervuld. Niemöller staat alleen, met zijn drie
advocaten en zijn zeer omvangrijke verweer
schrift, voor zijn rechters. De man heeft een
heroiek verleden als duikbootkapitein; hij
heeft zich ook in de meest donkere uren van
Duitschlands geschiedenis een' toegewijd va
derlander getoond. Maar zijn geest kon hij
niet laten knechten. Zal men het wagen, hem
na de marteling van een dagenlange proce
dure, er zijn niet minder dan 42 getuigen
gedagvaard, als een soort van landverra
der te veroordeelen?
Hooge officieren en andere prominente fi
guren zullen, naar verluidt, voor hem in het
krijt treden. Voor de Bearlijnsche rechters zal
dit wellicht weinig gewicht in de schaal
leggen, daar immers in het Derde Rijk niet
de persoonlijkheid, maar de „massa" gewicht
in de schaal legt. Kortelings heeft ook een
aantal generaals den dienst nog moeten ver
laten, omdat zij de zonde van het hebben
eener eigen opinie hadden begaan. Beseft
Duitschland in voldoende mate, dat de oogen
der wereld thans op Berlijn gericht zijn? Zoo
bezien bijt Martin Niemöller dezer dagen de
spits af; de zaak der vrijheid en der kerk zal
in zijn persoon worden berecht.
PRINS NICOLAAS STERVENDE
De toestand van Prins Nicolaas van Grie
kenland is gisteravond plotseling ver
ergerd. Den Prine, die lijdende is aan hart
zwakte, is het laatste oliesel toegediend.
DE PIRATERIJ IN DE
MIDDELLANDSCHE ZEE
Scherpe verklaring van Eden
in het Lagerhuis
Iedere duikboot die onder water
vaart zal worden aangevallen
De Engelsche Minister van Buiten-
landsche Zaken Eden heeft gistermid
dag in het Engelsche Lagerhuis een
scherpe verklaring afgelegd met betrek
king tot het tot zinken brengen van de
Britsche stoomschepen Endymion en
Alcira. Hij deelde o.m. mede, dat de
Britsche Regeering zoowel Barcelona als
Salamanca er van in kennis heeft ge
steld, dat van nu af aan duikbooten, die
in het westelijk deel van de Middelland-
sche Zee, waar Britsche schepen varen,
onder water varende worden aangetrof
fen, geacht zullen worden, het voorne
men te hebben, koopvaardijschepen aan
te vallen. De Britsche Regeering zal niet
dulden, dat in dit gebied duikbooten
onder water varen, en bijgevolg zijn aan
de Britsche oorlogsschepen orders gege
ven voortaan de duikbooten, die dit toch
doen, aan te vallen.
De Fransche en de Btaliaansohe regeering,,
zoo voegde Eden hieraan toe, zijn van de
voorgenomen maatregelen in kennis gesteld,
en zij hebben erin toegestemd, in de aau
haar toegewezen zones soortgelijke maat
regelen te nemen. De overige partijen tot de
overeenkomst van Nyon zijn eveneens ver
wittigd, en ook de Vereen. Staten, Duitsch
land en Portugal.
Met beltrekking tot de Alcira zeide Eden,
dat er alle reden is, aan te nemen, dat dit
schip tot zinken is gebracht door vliegtuigen
die in dienst zijn van Franco. De Britsche
agent ite Salamanca heeft opdracht go
krr^en de regeering van Franco erop tc
wij en, diat de Britsche regecring dit inci
dent als zeer ernstig beschouwt.
De Britsche agent heeft eveneens instruc
tie gekregen den autoriteien te Sa 1 a ma n-
c a duidelijk te maken, dat de Britsche regee-
ri-ng (tot dusver ten aanzien van deze onge
rechtvaardigde aanvallen op Britsche sche
pen het grootste geduld heeft betracht, doch
dat haar geduld niet onuitputtelijk is. Zij
a.ciht thans den tijd g"komen voor etens en
voor altijd duidelijk te maken, dat zij mot
kan doorgaan met deze aanvallen alleen af
te doen met protesten en eischen tot scha
devergoeding (applaus).
Zij heeft daarom, zoo besloot Eden,
aan Franco laten weten, dat zij zich het
recht voorbehoudt, voortaan zonder voor
afgaande waarschuwing de noodigo re
presaillemaatregelen te nemen.
Naar aanleiding van de vraag van een der
afgevaardigden of die voorgestelde maatrege
len tegen de duikbooten wel voldoende ziin,
verklaarde Eden, dat de maatregelen, waar
toe 'de Britsche regeering heeft besloten, toe
reikend moeten ®ijn, doch indien zij zich
vergist heeft, zal de regeering eventueele
verdere maatregelen niet uitsluiten.
Het incident met de Hnnter
Wat de Britsahe torpedojager „Hunter"
betreft, die, naar men weet, op een mijn is
geloopen, waarbij 8 personen werden gedood
en 24 gewond, zeide Eden, dat in het van
de autoriteiten te Salamanca ontvangen
antwoord onitkend werd, dat de betreffende
mijn door haar schepen was gelegd. De
regeering kon deze bewering echter niet
aanvaarden en daarom wórden onverwijld
verdere stappen gedaan.
Naar vernomen wordt beloopt de reke
ning die de Britsche Rogeering aan
Franco heeft gezonden voor de schade
aan den Britschen torpedojager „Hun
ter" aangebrachlt 134.500 (f 1.210.500).
Het drijvende poolstation
De ijsschots met de vier Russische Pool-
onderzoekers drijft voort langs de oostelijke
kusten van Groenland. De groep Papanin zet
de'wetensclivappeb'jtom\Vaarirem iogenl onotrdep
broken voort en zendt stipt draadloos op
bepaalde uren de resultaten der waarnemin
gen uit. Gister bevond de ijsschots zich op
73 graden 19 minuten noorderbreedte en 18
graden westerlengte.
DE JAPANSCHE VLOOTPLANNEN
Ook de Fransche Regeering heeft thans
te Tokio nadere inlichtingen gevraagd om
trent de vlootplannen van Japan. Tal van
Japansche politieke organisaties hebben in
middels een motie aangenomen, waarin de
regeering verzocht wordt, het verzoek van
Engeland, Frankrijk en Amerika om na
dere verklaringen omtrent den bouw van
oorlogsschepen, van de hand te wijzen.
Minister Eden
NIEUW OFFENSIEF
IN ARRAGON
Groote terreinwinst
voor Franco
Vele roode legercommandanten
gevangen genomen
Generaal Franco heeft jl. Zaterdag op
het Arragonfront ten Noorden van
Teruel een nieuw offensief ingezet,
dat tot dusver voor hem succesvol is
verloopen. De stellingen van de roode
troepen in de Sierra Palomera zijn ge
heel omsingeld en een groote oorlogsbuit
is Franco in handen gevallen.
Onder hen die benoorden Teruel door de
nationalisten gevangen genomen, behoo-
ren een brigadecommandant, elf bataljons
commandanten, verscheidene stafofficieren
van het roode hoofdkwartier, een aantel
politieke commissarissen en voorts nog hon
derd officieren.'
Het door de nationalisten buitgemaakte
materiaal is zóó omvangrijk, dat een klas
seering daarvan op het oogenblik onmoge
lijk is. Intusschen heeft men reeds geconsta
teerd, d>at. negen kanonnen van 12 cM., vijf
en veertig kanonnen van 10.5 cM., drie ka
nonnen van 7.5 cM., twee honderd mitrail
leurs, zes en veertig mortieren, vier honderd
geweren, drie pantserwagens, tal van vracht
auto's en groote hoeveelheden munitie in
handen van de nationalisten zijn gevallen.
Elf vliegtuigen van de rooden werden neer
gehaald.
De troepen van Franco zijn thans bezig de
veroverde zone, die zich uitstrekt over een
lengte van 50 K.M. en een breedte van 20
K.M. te zuiveren. Het geheele offensief heeft
ten doel de verbindingen tussohen Teruel en
Saragorra vrij te maken, een opzet, waarin
men reeds volledig is geslaagd.
HET FRONT TEN NOORDEN V. TERUEL
FRONT TEN NOORDEN VAN TERUEL.
Het kaartje geeft den toestand weer op 5
Februari, dus vlak vóór het tegenoffensief
Franco. Het nationalistisch front loopt
thans van Villalba naar het Noordenden
straatweg volgende tot aan Alfambra. Het
frontgedeelte der regeering gelegen tusschen
dezen straatweg en Palomera-gebied loopt
groote kans omsingeld te worden. Franco
voert deze manoeuvre uit, omdat twee weken
geleden de regeeringstroepen bij Singra
getracht hebben de verbinding Teruel
Calata-jud door te snijden, hetgeen voor de
witten een onherstelbaar verlies zou zijn
geweest.
DE LEGERORGANISATIE
IN DUITSCHLAND
Hooge officieren wilder:
niet blijven
Hitier trachtte vergeefs
hen te overreden
Naar de Un. Press uit zeer betrouwbare
bron verneemt hebben eenigen der hooge
officieren, die op 4 Februari afgetreden zijn
zelf dit ontslag gevraagd uit solidariteit
met von Fritsch. Men meent zelfs te
weten dat Hitier zich groote moeitp zou
hebben gegeven hen te bewegen te blijven.
Het feit, dat zij dit geweigerd hebben, zou
hem zeer onaangenaam hebben getroffen.
Von Papen naar Salamanca?
Men gelooft, dat thans definitief vastge
steld is, dat von Papen diplomatiek ver
tegenwoordiger te galaman ca wordt, dat
Kriebel vroeger consul-generaal te
Sjanhai, gezant te Weenen wordt en dat
graaf Schulenberg tot ambassadeur
te Tokio benoemd wordt.
Von R i b b e n t r o p, die met von Pa
pen het weekeinde te Berchtesgaden heeft
doorgebracht, zal waarschijnlijk weldra
zijn afscheidsbezoek aan Londen brengen
en zijn functie aan het ministerie van bui
tenlandsche zaken aan het einde dezer
week aanvaarden.
Publiek verzot op buitenlandsche bladen
Gister zijn te Berlijn 29 buitenlandsche
dagbladen, waarin berichten over de kabi
netswijzigingen waren opgenomen, in bo-
slag genomen. Van de Engelsche bladen
ontkwamen slechts de „Times" en de „Dai
ly Mail" aan inbeslagname.
De meeste bladen werden al dadelijk
bij aankomst op het vliegveld in beslag
genomen, doch sommige bereikten den
straatverkoop. Het publiek rukte ze
de straatverkoopers uit de handen,
waarop de geheime politie verscheen
en de dagbladen in beslag nam.
JAPAN IN DEN
MAALSTROOM
Vicieuze cirkel begint
te draaien
Alle goederenprijzen bewegen
zich in stijgende lijn
De oorlog doet zich gevoelen in. Japan!
Terwijl zich in China bijna een millioen
Japansche soldaten bevinden, stijgen in Ja
pan zelf de goederenprijzen, en de indruk
wordt gewekt dat Tsjang Kai Sjeks tac
tiek het „incident" sleepende te houden
reeds resultaten begint af te werpen. Een
vergelijking tusschen de prijzen aan het
einde van 1937 met die aan het- einde van
1936 geeft in sommige gevallen zelfs een
sensationeele wijziging te zien. De prijzen
voor kunstmest b.v. zijn met 26 pCt. geste
gen, vloeibare brandstof met 31 pCt.„ graan
me-t 12 pCt., chemische producten met 16
pCt., bouwmaterialen met 32 pCt. en meta
len zelfs met 52 pCt.
Het ernstig tekort op de handelsbalans te
verminderen en de waarde van de yen te
handhaven op 1 sh. /2 zijn de twee grootste
problemen voor de regeering en het be
drijfsleven.
Medegedeeld wordt, dat de regeering zal
ophouden mot goudverschepingen naar het
buitenland, zooals zij sinds Maart heeft ge
daan, teneinde de internationale betalin
gen in evenwicht te brengen.
In plaats daarvan zal een scherper con
trole op den wisselhandel worden toege
past. Het lcoopen van voor den uitvoer noo-
dige grondstoffen zal gemakkelijk voor
worden gemaakt, doch de invoer van grond
stoffen voor binnenlandsch gebruik zal
streng worden beperkt.
Op alle manieren zal worden getracht
overeenkomsten met andere landen te slui
ten om de tegenwoordige belemmeringen
van den wisselhandel weg te nemen en
den vrijhandel te verzekeren.
Men venvacht, dat dit jaar nieuwe han
delsovereenkomsten zullen tot stand
komen met Australië, Siam, Turkije. Egyp
te en Columbië.
Men hoopt vooral, dat Japan betere voor
waarden zal verkrijgen voor den uitvoer
naar Amerika en andere landen van waar
het groote hoeveelheden oorlogsmateriaal
betrekt.
Een tcekenende verklaring
De bezorgdheid der handelskringen is tot
Padvinderij
en Chr. Jeugd vorming
Dit is een delicaat onderwerp, dat met de
noodige omzichtigheid dient te worden aan
geval. maar het wordt in de pers der Chr.
Jeugdbeweging zoo veel besproken, dat wij
er in deze ruibriek moeilijk aan kunnen voor
bij gaan.
In de eerste plaats nemen wij via ..Bou
wen en Bewaren" uit her „Leiders-
bind" een belangwekkende statistiek op.
Merkwaardige cijfers
Deze is afkomstig van het Centraal
Bureau voor de Statistiek" en bevreft de
vrije jeugd vorming 1937. Ik vind daarin
de navolgende ledentallen, alle uitslui
tend betrrkking hebbend op leden van 12
jaar en ouder.
Nederlandsoh Jonge lings Veiixmd
35827, waarvan 14950 beneden de 15 jaar.
Geref. Knapenvergad.; 12372, Geref. J.
Vereen. 24580, samen 36952.
Feneratle van Chr Ver. van en voor
Vrouwen en Meisjes 2016S, waarvan 4923
beneden 15 jaar. Onder deze tellen mee
4039 driehoeksjneisje6.
Geref. Melsjesvergad. 9047 en Geref. M.
V. 23259, samon 32306.
Daarnaast siaan dan de cijfers van het
Ned. Padvindstersgilde, van 1214 jaar:
1731, van 1518 jaar 1241. van 19 laar en
ouder 297, totaal 3269. en van de man
nelijke padvinders: 10233 leden van 12—
17 jaar, en 2194 oudere leden, waarin be
grepen de vele leiders, totaal 12427.
Is dit getal reeds opvallend klein, nog
meer opmerkelijk is het, dat van deze
12427 padvinders er S104 R.K. georgani
seerd zijn en 1707 Christelijk. Blijven dus
over 2616 „algemeene" padvinders.
TTet blad voegt hieraan toe:
Deze getallen zn van voor de wereldjam
boree. Deze was in bijzondere mate in
drukwekkend opgezet. Ze gaf. mede door
de opening door H. M. de Koningin en
het zeer groove regeeringssubsidie, den
indruk van voort te komen uit een groot-
sche Nederlandsche jeugdbeweging. Met
deze getallen voor oogen wordt deze op
zet merkwaardig. De wereldjamboree was
blijkbaar de machtige bevooging eener
wereldbeweging, doch die in Nederland
slechts bescheiden weerklank vond. Even
wel is er juist van die massale betooging
onmiskenbare werfkracht uitgegaan op
ons volk.
Het is dan ook geen wonder, dat men zich
gesterkt en Uw
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Gfazen Buisje 75 et Bij Apoth. en Drogisten
uitdrukking gebracht door baron Seino-
sulce Goh, den president der Japansche eco
nomische federatie.'
In een onlangs gehouden redevoering
zeide baron Goh, dat Japan geplaatst la
voor de ernstigste crisis, die het ooit heeft
gekend. Het is moeilijk eenige voorspel
ling te doen over de toekomstige positie
van Japan op internationaal politiek of
financieel gebied.
Baron Goh zeide nog, dat het onmogelijk
is te zeggen, hoeveel de oorlog in China
zou kosten. Hij drong er op aan de oorlogs-
leeningen der regeering op ruime wijze to
steunen. Hij zeide, dat dat onontbeerlijk ls
voor het in evenwichtbrengen der interna
tionale betalingen, daar, wanneer 't even
wicht is verbroken de nat. ineenstorting
moet volgen. De waarde van de yen moet
tot iederen prijs worden gehandhaafd
Baron Goh critiseerde hevig de regee-
rings-controle op het zakenleven, welke in
het verleden niet verstandig is toegepast.
in de Chr. Jeugdbeweging intensief met deza
dingen bezig houdt.
Het blijkt, schrijft G(rashoff) in het Lei
dersblad van Januari, dat er altijd nog
zijn, die met cloze zaak „zittcai".
Zij zeggen, we zijn wel georganiseerd,
omdat we nu ecmnaal niet op onszelf
kunnen staan, doch in onze Christelijke
groep behoeft het geschrijf van chief-
scout noch van iemand anders gelezen
te worden. Met het door U gesignaleerde
humanisme komen onze jongens in de
Chr. groepen niet in aanraking. VVe bren
gen hen in eigen sfeer. Wat is daar nu
voor bezwaar tegen? „Op zichzelf' is er
toch geen kwaad in om met de jongens
een clublokaal te hebben, waar zij aller-1
lei knutselwerk doen, om mot hen naari
buiten te trekken en het „spel van ver-
kennen" te beoefenen.
En de jongens voelen er zich toe aan-
getrokken. Daar ligt juist de allergrootste
moeilijkheid. Onze jongens knutselen
veel liever, geven er verre de voorkeur
aan om naar buiten te trekken en het'
spoor te zoeken. Ze volgen liever de
„aandacht" in de tent dan den dienst in
üe Kerk. Wat interesseeren zij zich voor
Schrift en Belijdenis, voor Vaderland-
sche- en Kerkgeschiedenis!
Die vragen komen heusoh niet van de
minsten onder de broederen. Zelfs een
niet onvermaard doctor in de theologie,
predikant eener Gereformeerde Kerk,
sprak in particulier gezelschap zich uit
vóór de Chr. padvinderij, als zoo'n aar
dige beweging voor de jongeren.' Bezwa
ren zei hij, bezwaren? och die komen
van die lui uit den Gereformeerden kna-
pembond, dioe zijn bang hun leden te
verliezen.
De heer Grashof f zet dan uiteen,, dat z.i*
ook de Christelijke Regecring en de Chr*
pers bij het aanleggen van him waardce-
ringsmaatstaven voor de gehouden Jambo
ree de juiste verhoudingen wel wat uit het'
oog hebben verloren.
Daarna antwoordt hii op de vraag: koers
houden of wijzigen? ook anno 193S nog het
zelfde als gedurende al die iaren die ver
gleden: koers houden.
Hij stelt tegenover elkander een uit
spraak van Dr A. Kuyper Sr. op een bonds
dag der Geref. J.V. en van Ds. Kalkman op '11
bijeenkomst der Chr. padvinders. „Gij zijt,
zegt Dr Kuyper, de aanstaande deputaten-
vergadering, in U begroet ik de ambtsdra
gers der Kerk van Christus in de toe
komst". En naar aanleiding van de toe
spraak van Ds K. zegt de heer G. o.a.:
De levensvernieuwing, de „nieuwe ge
hoorzaamheid" waarvan ons doopsfor-
mulier spreekt, wordt hier gevonden in!
het padvinder-zijn; dót is de levensver-
nieuwiende kracht. Jezus niet de Borg
en Middelaar, die onze zonden op Zich
nam en voor onze ongerechtigheden be
taalde door Zijn zoendood, doch de
„hoogste padwijzer", „de groote leider"*
Wie zou, staande voor de verzameling
van „leiders, leidsters, voortrekkers,
verkenners en welpen" cle woorden van!
Dr A. Kuyper durven herhalen?
Wie durft dóar getuigen, dat deze
jongelui de hope zijn der Kerk des Hee-
ren in de toekomst, dat deze jonge
schouders, volwassen geworden, de
Christelijke Regeering zullen dragen?
Niet wat religieus sentiment, niet de
goede daad van eiken dag, niet 't knut
selen of het beoefenen van het buiten
spel vormen den „mensch Gods tot alle
goed werk volmaaktelijk toegerust" (2
Timotheus 3 17).
Maar het kennen der schrift die „nut
tig (is) tot leering, tot wederlegging,
tot verbetering, tot onderwijzing die in
de rechtvaardigheid is" (2 Tim. 3 16).
Het' is een interessante kwestie, die al
reeds dadelijk deze vrucht afwerpt, dat
men zich in allerlei jeugd-aiheid weer op
nieuw soberp op eigen doelstelling gaat
bezinnen.
Generaal Franco, de leider van het nationale Spanje, temidden van de leden
het door hem gevormde kabinet tijdens de jongste kabinetszitting te Burgos
(17
XI
„Ik mag schoolmeester worden"? juichte den volgenden
morgen Kobus Zwaanswijk.
De speelplaats daverde van zijn vreugd. Ieder moest het
hooren, ieder moest het weten. Ze groepten om hem heen, die
jongens, ze keken hem benijdend aan, die meisjes. Hun blik
ken golden ook Willy, die met haar vriendje mee triomfeerde.
„Ik wist het nog eerder dan hijzelf", zei ze. Ze zei het zóó,
dat Kobus het niet hooren kon. Ze wou zijn stemming niet
bederven, nee natuurlijk niet. Maar die anderen, zie je, die
meisjes vooral, die mochten dat wel weten. Er waren er bij,
die haar soms leelijk plaagden, omdat Kobus haar vriendje
was, er waren er, die zeiden, dat zij geen boerejongen kon
krijgen en daarom Kobus maar nam. 't Mócht wat, zij zou
die boerejongens niet eens willen. Kobus was heel wat meer
waard. Kobus kon veel beter leeren en hij was veel aardiger
en nu werd hij onderwijzer. O, ze was zoo blijl
Toen ze een paar dagen later hoorde, wat over haar be
sloten was, was ze niet zoo gelukkig. Zou zij naar een school
ïn de stad moeten?. En ze zou móéder gaan helpen. Hoe vond
moeder dat?
Moeder glimlachte. Als je lacht, heb je geen verdriet, nee
natuurlijk niet. En toch Willy had er zoo'n idee van, dat
moeder er even weinig over te spreken was, als zijzelf.
„Wat moet ik dan op die school, vader? Word ik dan
onderwijzeres?"
„Je gaat veel leeren op die school, héél veel. Die school
heel gymnasium. Je leert er Fransch en Duitsch en Engelsch.
Ja en ook Latijn en Grieksch en
„O vader, is dat niet vreeslijk moeilijk?"
„Voor ons meiske niet. Ons meiske is toch niet dom?"
„Maar wat moet ik dan worden?"
„Wordenwordenvader wist daar zoo gauw
geen antwoord op.
„Je wordt er eigenlijk niets, je leert er alleen maar veel",
vertelde moeder.
„Maar ik wou voor u werken".
„Ja, dat komt later wel, als je groot bent. Je moet eerst
zes jaar naar die school".
„Zes jaar?" Willy schrok. Vader schrok minstens zoo erg.
Wat was het ook voor doen, dat ineens' te zeggen? Elk kind
gaat graag van school af en als het dan zoo rauw op het lijf
gevallen wordt met nog zes schooljaren
„Je zult eens zien, hoe fijn het er is", troostte hij. „Elke
dag mag je dan met de nieuwe trein mee en op die school
krijg je stellig leuke vriendinnetjes. Ja zeg, en weet je van
wien je daar les krijgt? Van meneer Herberts. Wie weet of
je bij meneer thuis je boterham niet eten moogt".
„O, dat zou leuk zijn. Bennie is zoo eenig jochie en kleine
Rietje is zoo'n schat
,,'t Is nog niet zeker, dat ze het goed vinden", temperde
moeder.
„Mevrouw Is altijd zoo aardig, 't mag best"t zei Willy. Ze
was meteen verzoend met de nieuwe school. Elke middag met
die leuke kindertjes spelen, dat was je zoo wat. En dan in
September al iedere dag met de nieuwe trein mee
„Vertel het nog maar niet direct op school", ried moeder.
„Maar Kobus mag het toch wel weten moes?"
„Och, waarom?"
„Omdat ik het van hem ook zoo gauw wist".
„Nou, vertel het dan aan Kobus. Laat het heele dorp het
hooren. Wat geeft het ook?"
Nee, moeder was toch niet erg blij, begreep Willy. Maar
zij wel. En Kobus zou ook blij zijnl
Kobus vond het een rare geschiedenis. Zes jaar naar een
school gaan en toch niets wordenHij hoefde maar vier
jaar en dan was hij al schoolmeester.
„Maar je moet eerst nog twee jaar van mijn vader leeren".
„O ja, twee jaar bij je vader, dan vier jaar in de stad,
da's ook zes".
„Dan zijn we gelijk klaar, jö!"
„Klaar? Waar ben jai dan met klaar? Je zee zelf da je
toch niks wier!"
„Nou ja, maar dan hoef ik toch niet meer naar die school.
Dan ga ik me moeder helpen".
„Mó je daar Latain voor leere? Latain, da's net as in de
Roomsche kerk. Wor je dan misschien pastoor?"
Daar lachten ze om, tot ze niet meer konden. Ze lachten
zoo hard, dat vader Kobus, die in zijn werkplaats was, het
hoorde en er op af kwam.
„Wat is hier an de hand? Wat hoor ik daar over een
Roomsche kerk en een pastoor?"
Vader was streng op zulke dingen. Hij zei al gauw, dat je
spotte. Kobus had zijn gezicht dan ook dadelijk in de plooi,
maar Willy proestte nog na.
„Hij zegt, dat ik pastoor word".
„Nee maar en Kobus Jr. moest toch ook weer lachen,
„nee maar, zai zee, da ze zes jaar na een school in de stad
gong om Latain te leere en toe vroeg ik, of ze dan pastoor
mos worre. De pastoor preekt toch Latain?"
„De domenee kent et ók", verklaarde Kobus Sr. „Dan ké
je net zo goed vrage, of ze domenee wordt".
„Maar 't is echt, hoor", vertelde Willy, die begreep, dat I
vader Kobus het wonder niet geloofde. Ik ga heusch naar I
een school in de stad daar leer ik heusch. Latijn. En die school
die heet gymnasium".
„Gymnasium? Daar zelle ze eerder gymmelestiek leere",
meende Kobus Sr. „Je denk toch zeker niet, datte me al één
April hebbe?"
„Als je me niet gelooven wilt, dan moet je het maar aan J
mijn vader vragen", antwoordde Willy en huppelde weg, 3
gevolgd door haar vriend. Toen deze jonge man 's avonds 1
nog eens weer zei, dat het heusch geen grapje was, meende
Kobus Sr. er den meester eens over te moeten onderhouden, j 1
Was die man gek? Moest dat kind zes jaar lang naar een
„gymmelestiekschool"? Ze was lenig genoeg zonder dien on- j
zin en kromme beenen of een bochel had ze ook niet. j
Kobus liet er geen gras over groeien. Den volgenden dag al 1
klampte hij er den meester over aan. Daar hoorde hij tot
zijn ontzetting, hoe het meisje, dat hem lief was als een eigen
kind, werkelijk het gymnasium zou gaan bezoeken, niet om I
daar gymnastiekles te krijgen, maar om er „van alles en nog
wat" te gaan leeren. j i
„Meester, meester, wa valt me da teuge va je", zei de j
koster openhartig. j j
IWordt vervolgd)