Binnen la ndsche Zaken aangesneden JECOVITOl DONDERDAG 3 FEBRUARI 1938 DERDE BEAD PAG g Eerste Kamer-c De gemeentelijke autonomie vindt veel verdedigers Het Prinsenkind in den Senaat Er zat iets plechtigs in de Eerste Ka mer, toen de voorzitter van zijn zetel verrees en melding maakte van het schrijven van den voorzitter van den Raad van Ministers, dat in 't Prinselijk gezin een dochtertje geboren was. Met beheerschte stem sprak de voorzitter van de Kamer zijn iplechtige rede uit, daar bij echter toonend, dat niet ten onrechte in pns blad van gisteren gedoceerd werd, dat de klemtoon in den naam Beatrix niet op de eerste, doch op de tweede lettergreep valt. We hopen gaarne, dat de krasse voor zitter nog ruim gelegenheid heeft, in de practijk van het parlementaire léven deze lout te herstellen. Op zijn „leve Prinses Beatrix", niet minder dan drie maal achter een, volgde een, zij het ook niet eenstemmig dan toch hartelijk „hoera"-geroep, waaraan Dr Colijn met zwaaienden arm krachtig deelnam. Namens het kabinet sprak de Minister hier dezelfde rede uit, die .hij even later aan den overkant van den Hof, in de Tweede Kamer zou uitspreken, en waarin hij de in nige dankbaarheid van het kabinet voor de bewezen weldaad onder woorden bracht. Na een korte schorsing maakte dit belang rijk geheel van momenten, waarvoor ook ivan de zijde van het publiek veel interesse bestond, plaats voor de gewone behande ling van de begrooting van Binnenlandsche Zaken. De ministertafel, waarachter zooeven nog alle Dienaren der Kroon behalve Minis ter Romme gezeten hadden, bleef nu leeg achter, aangezien de eenige bewindsman, die de senatoren niet verliet. Minister van Boeyen was, welke thans immers zijn be leid te verdedigen had. Met dat verdedigen nu zal het wel los loopen. De sprekers, die tot op dit oogenblik het woord hebben gevoerd, hebben hem het [vuur geenszins na aan de schenen gelegd, en verschillende vraagstukken, die mis schien eenige moeilijkheid konden opleve ren, zooals de kwestie van de Zondagsrust, Zijn nauwelijks aangeroerd. Het grootste gedeelte van de discussie handelde over de onderlinge verhouding xljk en gemeenten Meer dan een voerde hierover het woord, waarbij elk spreker een warm bewonderaar bleek te zjjn van de ge meentelijke autonomie, zeker een lof waardig standpunt, dat evenwel in de praktijk d'es levens meer van proza dan, van poëzie is gediend, De heer F1 e s- ,kens (r.k.) vroeg aandacht I voor het feit, dat het aantal ge- j meenten, hetwelk 'geldelijk van de regeering afhan- 1 keiijk is, telken jare onrustbarend grooter wordt. Dit komt met name door de i werkloozenzorg. die bij voortduurt i enorme uitgaven vordert. En aan 'den anderen kant hebben de ge- 1 meenten dan nog hij te dragen aan 'de instandhouding van verschillende crisisbureaux. Onder dat alles mag niet worden vergeten, dat misschien wel enkele gemeenten een financieel beleid [voeren, dat niet door den beugel kan, vele andere de grootste zuinigheid aan den dag leggen. Ook kan het gebeuren, dat de ©ene gemeente over kan gaan tot verlaging van belastingen, terwijl een zustergemeente in de grootste zorg verkeert. i A. N. flea D E V E O Buikgordels, soeper en gemakkelijk vuiwnia»w*iiiwiiw**>Goed waschbaar Alleén-verkoopr Wester-ApotheeK Deveo-Depót iT.'.'S Fa. C. Roosen Zn. Elders wende men zich tot de fabrlkante: Ta. D. VAN OORT-, te Baarn. Misschien kan meer nivelleering van den belastingdruk over de gemeenten uitredding brengen. Bij dit alles is de mogelijkheid van een ruimere intercommunale kapitaalsvor ming eisch. De heer Fleskcns eindigde zijn betoog met er bij den Minister op aan te dringen, dat deze >.ich toch vooral niet blind stare op het stelsel, waarin de verhouding van Rijk en Gemeente is geregeld. Her ziening ervan worde eventueel overwogen. De heer V ij 1- brief (s.d.) drong aan op ver betering van het salaris van het personeel in rijk en gemeenten. In vele gevallen reeds bleek in het ,particulier bedrijf verbetering var. salarissen moge lijk. Waarom zou het rijk achter blijven? I-Ietzclf de geldt volgens den heer Vijlbrief het personeel van de inrichtingen van ziekenverple- n verpleger en van eenmaal geen smids- li Vijlbrief Tweede Kamer DE GEBOORTE VAN PRINSES BEATRIX S.D.A.P. en N.S.B. applaudisseeren niet ging. Het werk van een verpleegster is i Het is stemmingswerk, en de stem ming is uiteraard niet los van het uitge keerde salaris. Als een smid kwaad is, dan kan hij hard op het ijzer slaan, maar niet alzoo een verpleger. We zullen de vergelijking van den heer Vijlbrief in zijn eigen belang maar niet doortrekken. Zegt hij immers, dat een behoorlijk salaris bij een verpleger de hand, die verpleegt, verzacht, en dat een laag salaris bij een smid de hand verhardt, dan zou het er voor smids niet ged uitzien, want hardslaan heliport nu eenmaal tot de deugden eens smids. Zoo ziet de heer Vijlbrief waartoe men komt, als men de belangen van een bepaalde gro©p met die van een andere groep ver. gelijkt. Ook de heer Kropman (r.k.) sprung op de bres voor de gemeentelijke autonomie. Hij waarschuwde tegen consolidatie van don bestaanden toestand. Veeleer kome men tot het instellen van een staatscommissie, die onderzoeke, of het handhaven van de ge meentelijke zelfstandigheid aan bepaalde gemeenten niet te groote eischen stelt. Onbillijk ook is het wanneer de zwaarste van de tekorten slechts op de gemeenten De heer Droog leever For- tuyn (lib.) wachtte gaarne nadere mededee- lingen omtrent 't standpunt van de regeering inzake de Zondagsrust af. Hetgeen de Minister tot nu toe hierover g&, zegd heeft, is veelal slechts van negatieven aard. Enkele belang riike opmerkin gen maakte de heer Droogleever Fortuyn omtrent de luchtbeschtrmlng In de eerste (plaats drong hij aan op ver hooging van, het bedrag, dat voor het bou wen van sela uilkelders is uitgetrokken. In het buitenland stelt men hiervoor bedragen beschikbaar, die vele malen hooger zijn. Daarnaast wees hij op de moeilijkheden, welke de regeling van de luchtbescherming aan kleinere gemeenten stelt. Deze gemeen ten dienen immex-s eerst zelf een plan te maken, en daarna onderzoekt de inspectie, of het behoorlijk is. Veeleer echter worde door de inspectie in dezen leiding gegeven. Vervolgens voerde ook deze spreker het pleit vöor de gemeentelijke autonomie. Deze moeilijkheden zijn vooral van geldelijken aard en komen b.v. tot uiting bij de conver sies. Zoo heeft Rotterdam aan zegelgeld voor de conversies niet minder dan 1% millioen betaald, waardoor het geheele renteverschil direct was opgeslokt Bij het nader onder zoeken van de financieele moeilijkheden, waarin de gemeenten verkeeren, diene men ook dergelijke factoren onder bet oog te zien Na de rede van den heer Droogleever For tuyn heeft de voorzitter de vergadering tot den volgenden dag verdaagd. Dan gaan we verder met Binnenlandsche Zaken, zaken, die tot nu voornamelijk van geldelijken en socialen aard bleken te zijn. Maandagmiddag het was even na twaalf uur had de voorzitter van de Tweede Kamer telegrafisch den oproep doen uitgaan voor een openbare vergadering „in verband met vanwege H.M. de Koningin in gekomen kennisgeving geboorte Prinses tegen a.s. Woensdag 2 Febru&ri half drie In grooten getale waren de leden opgeko men. Onder hen was ditmaal voor de ■ste maal na haar huwelijk Mevrouw Mackay, voorheen Mej. Mr. Frida Katz. Op de tribunes was geen plaatsje onbezet .a in de loges hadden vele daartoe geroch tigden een plaats gevonden. Achter de mi nisterstafel had het heele kabinet plaats ge nomen op de ministers Romme en v. Boeyen na. Laatstgenoemde bevond zich in de Eer ste Kamer ter verdediging van zijn begroo; ting. Als even na half 3 de president de verga dering geopend heeft, leest de oudste com mies griffier, Mr. Schepel, de vanwege den minister van Algemeene Zaken ontvangen missive voor, waarin kennis wordt gegeven van de geboorte van Prinses Beatrix. Mr. v. Schaik houdt daarna een korte rede ■aarin hij bijzonderen nadruk legt op de groote staatkundige beteekenis van de blijde L'r-boorte van een prinses in het gezin onzer Erfprinses. De onaantastbare plaats van Oranje in onze staats- en volksgemeenschap is daardoor in de natuurlijke en historische lijn verstevigd en kan naar menschelijke be rekening tot in ver verschiet bestendigd bliiven. Dit jonge leven, zoo besloot de voorzitter, moge de kracht van het Nederlandsche volk vernieuwen ter versterking van de nationale eenheid en vrede, de onmisbare voorwaar den voor zijn geestelijken en stoffelijke!) vooruitgang. Met een lang en warm applaus betuigde de Kamer, (die de rede staande had aange hoord). baar instemming met deze woorden. Alleen de soc.-dem. met de N.S.B.-ers ont hielden zich kennelijk opzettelijk van elk betoon van instemming met het gesprokene. Ook in de Eerste Kamer waren de socia listen in dit opzicht in gebreke gebleven. De waardeering voor ons constitutioneel Koningschap is blijkbaar bij de soc. dem. nog minimaal. Zeker, woorden worden er wel aan gewijd, maar telkens weer geneeren de politieke vertegenwoordigers van de partij zich er voor om door een daad de mooie gesproken en gciohreven woorden te bevestigen. Dat gaat hun, na de op het jongste" congres geuite critiek op de wijze waarop de omzwaai op het stuk der natio nale gevoelens is gedemonstreerd blijkbaar" nog te ver. Het republikeinsche bloed gaat, na de verkiezingen, weer kruipen, waar hel niet gaan kan. In dit verband is het ons ook opgevallen, dat de Arbeiderspers slechts met groote soberheid melding heeft gemaakt van de groote nationale historische gebeurtenis op 31 Januari en het daarmee samenhan gen de feestbetoon. Een „caveant cives", burgers waakt, is hier misschien njet te onpas. Dat de nationaal socialisten principieel? tegenstanders zijn van het constitutioneelc Koningschap, dat de antipode van hun revo lutionaire leiders-theorie is, is voldoende om volkomen te begrijpen, waarom zij bij deze gewichtige nationale aangelegenheid een zoo gereserveerde en koele houding aan namen. De rede van den Kamerpresident werd door den minister-president namens de Rc- VERDWIJNENDE WIEKEN. Deze beide molens tusschen Gorkum en Schelluinen, welke het landschap zoo aardig stoffeeren, zullen hoogstwaarschijnlijk verdwijnen ten gevolgvan een kruising van twee rijksver keerswegen. DE LAATSTE LOOPGRAAF Immer zeldzamer werden de plaat sen, die door de radio met rust werden gelaten. Langzaam maar zeker werd het terrein door de mi crofoon veroverd. En gisteren is tenslotte ook de laatste burcht inge nomen en golfden vanuit de gewijde sferen van de Eerste Kamer de aethergolven over den lande. De eer van deze overwinning komt toe aan ons jonge Prinsesje, aan Beatrix, want de redevoeringen, aan haar geboorte in den Senaat gewijd, waren de eerste, die vanuit de Eerste Ka mer door de radio op het moment zelve wereldkundig werden gemaakt. Toen de Kroon het teeken van toe stemming gaf, was er voor het „bol werk der Kroon", zooals de Eerste Kamer zoo vaak is genoemd, geen reden tot tegenstand meer. De garde gaf zich over, maar stierf niet. Een inzet van dezen strijd mogen we misschien zien in de rede van den heer de Bruijn, op 13 Januari in de Eerste Kamer uitgesproken, toen hij opmerkte, dat wat de heer de Zeeuw den vorigen dag in dezelfde Kamer gezegd had, hem deed „denken aan de bekende oude vrouwtjes van de radio, de dames Snip en Snap, die zoo gezellig een uur en langer over an deren praten." Het was te vreezen, dat de radio de miskenning van twee van haar favorieten niet zou dulden, en de wraak was zoet geerintr beantwoord op dezelfde wijze als een uur te voren in den Senaat was ge schied. Ook op deze woorden volgde applaus, waar -hij met de soc dem. en tie nationaal-socia- listcn ook de laat komende heer Zandt hij kwam tijdens hpt spreken van Dr. Colijn binnen zich onthield. De Kamer machtigde ten slotte den voor zitter om namens haar schriftelijke geluk- wenschen aan te bieden aan do Koningin en Haar Huis. VOLSTREKT NIET, MET GEEN ANDER WASMIDDELKRIJG MIJN WAS ZO Al c. MPT Een Rinso was is geen gewone was. Want de nieuwe, overvette Rinso is heel wat anders dan zeeppoeder. Rinso wordt speel gefabriceerd om te voldoen aan al de bijzondere eisen, die wasmachine stelt. Onmiddellijk lost Rinso in lauw water op geeft een werkzaam, blijvend sop, dat met zeeppoeder noo te krijgen is. En snel, dat het wassen met Rinso gaatl Binnei anderhalf uur heeft U de hele gezinswas van 5 personen prachtig schoon gewassen, en niet alleen in de wasmachine, maar ook in elke tobbe! Met één pakje Rinso van 121/2cent! OVERVETTE" rinso speciaal voor de wasmachine Kou - gniep - pijn. Onder alle goede middelen die er bestaan om kou, griep en pijnen te ver- d rij v en, blijken toch de „Mijnhardtjes" het best te voldoen, daar zij niet alleen véél gunsliger maar ook véél sneller werken. „Mijnhardtjes" zijn geen ronde, maar hart vormige cachets en zijn verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten. 12 stuks 50 cent. Proefrloosje 2 stuks 10 cent. BINNENLAND Bezitters van plaatsjes In groote moeilijkbeden Het Tweede Kamerlid Hilgenga heeft schriftelijk de Ministers van Sociale Zaken en Financiën er op gewezen, dat in ver scheiden streken van ons land tengevolge van de door gedaald loonpeil, aanhoudende werkloosheid en lage productenprijzen sterk verminderde jaarinkomslen, zeer vele be zitters van plaatsjes, verkregen krachtens de landarbeiderswet, niet in staat zijn vol ledig en regelmatig de jaarlijksche rente der aangegane schulden en de verschuldig de annuïteiten te voldoen en dat dienten gevolge dikwijls grootp moeilijkheden, èn voor de betrokken landarbeidersgezinnen èn voor dé gemeenten, waarin zij woonach tig zijn, niet uitblijven. Gevraagd wordt of. nu de rentevoet van staatsleeningen opnieuw een belangrijke verlaging ondergaat, daarin geen aanlei ding kan worden gevonden over te gaan tot verlaging van de jaarlijksche rente van uit 's rijks kas aan gemeenten verstrekte en nog te verstrekken voorschotten voor de uitvoering van de landarbeiderswet, ten einde eenige verbetering te brengen in den noodtoestand, waarin vele - bezitters van laadarbeiders.plaats.jes verkeerem- UIT DE N.S.B. GETREDEN Naar wij vernemen heeft d« heer G. R. B ou man te Oterdum, groepsleider, tevens lid van den raad van discipline en een der eerste strijders van de N.S.B. iri het Noorden, als lid van de N.S.B. bedankt. De heer E. Mooi huysen te 's-Gra- venhage deelt mede, dat hij, na zijn inder tijd genomen ontslag als groepssecretaris en organisator der N.S.B. thans ook be dankt heeft voor de functie van vertegen woordiger van den raad voor katholieken en voor het lidmaatschap dier partij. 1 .*"1-1'TZ3 JAPANLAKKEN. STAND- VERVEN. MOFFELLAKKEN. EMULSIEVERVEN SYNTHETISCHE AUTO. EN^ INDUSTRIE LAKKEN, KRAS- VASTE MOFFELLAKKEN KENT U ol hygident de nieuwe, zelfwerkende. KunsN gebn-reinigerï Mookt ZONDER BORSTELEN Uw ptoor en gebil weer ols nieuw en verwijdert olie vlekken. Prijs normale fla con AS Cts., extro groote flocoi. 85 cts. Koop nog heden HY GIDENT bij Uw Apoth. of Drog. Spellingregeling LAK-EN VERF FA.B R1 EK E N ZWOLLE DEN HAAG' EINDHOVEN De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een circulaire rondgezonden ten aan zien van een eensluidende schrijf-! wijze van do namen van Neder landsche gemeenten. Zooals meni weet worden er veel plaatsnamen op zeer gevarieerde wijze gespeld. Beroemd is het voorbeeld van Kuilenburg, waarvan men omstreeks 20 schrijfwijzes aantrof. Ook werden vele plaatsnamen op kwasi-geleerde manier gespeld. In de Friesche gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde is „-phaert" niets anders dan „vaart"; de spelling ,,-phaert" stond natuurlijk geleer der. Zoo is de spelling tot een standsonder scheiding geworden! In namen als Alfen en Zutfen is de tweede lettergreep het woord „ven", waarhij de oorspronkelijke beginklank f tot v werd, maar in samen stellingen een f bleef. Doch men ging spel len Alphen enz. Deze laatste schrijfwijze was al in 1883 officieel opgeheven, maar men wilde nog maar altijd de „deftige" spelling aanhouden. Zelfs schijnt er in Zutfen eens een ambtenaar geweest te zijn, die stukken waarop niet met „Zutphen" was geadresseerd, terugzond met het bij-i schrift „plaatsnaam onbekend". Maar nu is er een verstandige maatregel getroffen, die hoop geeft dat ook de spel ling van de Nederlandsche taal nu defini tief op een goede basis zal worden vast gelegd. Bij de lezing van de door den minister bedoelde lijst blijkt, dat wat de namen der provincies betreft, voortaan zal worden ge schreven Noordbrabant (en niet meet! Noord Brabant), Zuidholland (niet Zuid- Holland) en Noordholland (niet Noord- Holland). Wat de plaatsnamen betreft, wij willen hier ehkele noemen, die tot nu toe op ver schillende wijze werden geschreven: Alfen aan den Rijn, Ammersooien, Averreest* Batmen, Berlikum, Beuzekom, Blarikum, Boksmeer, Bokstel, Borkeloo, Borsele, Brun- snm, Deutekom, Dingsperloo, Dodewaard, Eigelshoven, Elkersee, F.llewoudsdijk, Filin- pine, Sint-Filipsland, Friezenveen, Giesen- dam, Gorkum, Gorsel, Hardingsveld. Haren- karspel. I-Ieerhugowaard, Heze, Htllsen (Geld.), IJselmonde, IJselmuiden, Kadzand, Kallensoog, Kokkengen, Kolijnsplaat, Kort- gene, Kuilenburg, Kuinder, I.eksmond, Li tooien, Luiksgestel, Loopik, Maarseveen, Maassluis, Meersen, Nedenveerd, Nibbiks- woud, Nieuw-Beierland, Nijmegen. Nut, Obbricht, Oeffeit, Ohee, Ooien, Ooltjens- plaats, Ooststellingwerf, Os, Oud Beierland, Ouwerschie, Sint-Pankras, Peursum, Poe derooien. Poortugaal, Prinsenhage, Raven» stein, Reden, Reewijk, Renen, Reuzel, .Rijnsburg, Rijnzaterwoude. Rilland. Rit ten),- Roden, Rokkanje, Roon, Rozendaal, Rukferi, Schaaik, Sevenum, Slooten, Soe- burg, Spanbeek, Stamprooi, Standdaarbui- ten, Stevensweerd, Tcnboer, Terheide, Tes- sel, Tolen, Uithuizermeden, Ulestraten, Vechel, Velzen, Venendaal, Venraai, Vere, Waddingsveen, Wadenooien, Wanrooi, Warfum, Westkapelle, Wiechen, Wijnands- rade, Winsum, Woudrichem, ZaUbommel, Zierikzee. Zomeren, Zonnemere, Zuidbeier land, Zuiddorpe, Zuidsrharwoude, Zuilen, Zuilichem, Zutfen, Zwalmen, Zweeloo, Zwollerkerspel. Het zal in het eerst in de practijk nog wel moeilijkheden geven voordat het pu bliek zich aan de nieuwe schrijfwijze heeft aangepast. Nu echter door alle officieele instanties deze schrijfwijze zal worden toe gepast, zal men straks gemakkelijker vol gen. Nu is er reeds iemand geweest, die be weert, dat Doetinchem zou moeten heeten Deutenkom. Men kan echter vragen of he.t dan niet Deutnkom moest zijn in overeen stemming met de Oost-Nederlandscha uit spraak. Zoo drijft men het te ver. Tn het bovenstaande lijstje staat Venlo niet Men spelt dat thans vrijwel algemeen met één o, terwijl vóór ongeveer 30 jaar twee o's nog heel veel voorkwam. Thans ziet men dat Dwingeloo enz. weer twee o's krijgen. J«covltol Levertraan, met ge- Ijkt vitamlnengehalte, vergroot het weerstandsvermogen. On ontbeerlijk voor Iedereen I In Apotheken en Drogisterijen k f. 0.75 per flesch. „Heere, ik dank Je, o, ik dank Je zoo voor me kind", kwam liet hem halfluid van de lippen. Nooit nog had Kobus met iemand gesproken over de plan nen, die hij koesterde voor zijn jongste. Als de kleine Kobus vertelde van zijn mooie cijfers, als zijn rapporten bewonde ring wekten, als de broers en zusters den Benjamin „meneer de perfester" noemden, had Kobus Sr. maar eens gelachen. Hij kon zwijgen, als het moest. In dit geval moest het inderdaad, had hij voor zichzelf uit gemaakt. Je kon toch zoon jongetje niet blij maken met een j,,dooie musch"? Je moest toch eerst zelf zekerheid hebben? Die zekerheid had hij nu. „Heere", zoo had Kobus gezegd, „Heere as het Uw wil is da me jonge leere gaat, och Heere, geef me dan een teeken. Laat et dan zoo moge -zain, da de spoortrein gaat raie eer het kind zoover is 't Laatste jaar had hij daaraan leeren toevoegen: „Heere la yve kenne beruste as het Je wil nie is Schoolmeester zou Kobusje worden. Schoolmeester worden aan een Christelijke school, dat is geen kleinigheid had vader Kobus gedacht. Al heeft een jongen er het verstand voor en al kan zijn vader het betalen, dan is daarmee nog maar niet alles in orde, Je wist immers niet of je jongen door den Heere was verkoren, om later de kinderen te onderwijzen uit Zijn Woord? Hoe dat bij andere vaders ging wist Kobus niet, maar hem was het al jaren een zaak des gebeds geweest. Niemand krijgt een hoorbaar antwoord op zijn bidden en zoo was Kobus op de gedachte gekomen „den Heere een teeken te vragen". Daaraan deed je geen kwaad, natuurlijk piet. Hoe vaak las je er niet van in den Bijbel? Op zichzelf zou het voor een gezonden sterken jongen, als zijn Kobus was, niet zoo erg zijn, of die trein een paar jaar later kwam. Het trammetje bracht je ook in de stad en die tien kilometer loopen per dag zou den jongen geen kwaad doen. Neen, maar aan het al of niet openen van den spoorweg zou hij Gods wil verstaan en daarnaar handelen. En nu och, 't werd hem haast te veel. Morgen zou hij er met den meester over gaan spreken. Er thuis nog maar niets van zeggen. Eerst moest dat bezoek achter den rug zijn. Och, wat zouden ze allemaal opkijken; z'n vrouw, de jongens, de meisjes en niet in het minst de kleine baas zelf. Die liep het laatste jaar al voortdurend toe komstplannen te maken. Moest je hem hooren! Klompen maker, nee, dat wou hij niet. Boereknecht, ja, maar daarmee was het kosterschap zoo moeilijk te vereenigen en dat koster- schap leek Kobusje voor de toekomst erg begeerlijk. De laatste maanden dacht hij over het vak van kleermaker. Dan was je toch ook je eigen baas, zoo redeneefde hij. Wat een oogen zou het jong opzetten, als hij hoorde, dat hij leeren mocht. De volgende dag vertelde koster Kobus vóór twaalven al aan zijn vrouw, dat ze tegen den avond zijn opknappak moest klaar leggen. „Waarvoor"? vroeg ze. „Dat zei ik je vertelle, as ik terugkom", beloofde hij. ,,0, ga je uit"l „Doch jai dan dè k in me goeie goed jou gezelschap bleef houwe"? „Bè nee! Ik doch soms da we de burregemeester op bezoek krege". „Denk wa je wil, daarmee hè je nog nie wè je wil". Vrouw Zwaanswijk kende haar man al meer dan dertig jaar, dus ergerde ze zich niet meer aan zijn „achterbakserig- heid". Een mensch went aan alles. Kobus genoot van de algemeene nieuwsgierigheid, toen hij zich dien avond in den huiselijken kring klaar maakte voor het groote gebeuren. Het verheugde hem, dat de dag zoover verstreken was. 't Zwijgen begon hem niet bepaald zwaar te vallen, maar hij kon zijn vreugde in zijn eentje bijna niet meer op. Vanmiddag, toen hij meester in de tuin zag, had hij wel op den man af willen stormen, 't Stond natuurlijk niet een zóó gewichtig gesprek terloops eventjes in de tuin te voeren en hij had zich beheerscht, maar gemakkelijk was het niet geweest. „Mot et wit niet voor, vader"? vroeg Piet. „Een schoon boezeroen, zei toch zeker wel fain genogt zijn", dacht Antje. „Wi je main nieuwe das soms om"? plaagde Jan. Die kleurt prachtig bai je boezeroen". „Stil nou", zei moeder, „je vader hait et net zo druk mè z'n kuif". „Kletsen jullie maar", dacht Kobus. „Strakkies prate jullie wel anders". Zoo, hij was klaar. Nou eerst nog even een klein omwegje ze keken hem natuurlijk na en dan naar meester. 't Omwegje bestond uit een pas of wat in de richting van het nieuwe dorp. Weinige minuten later stond Kobus al bij meester voor de deur. Meester keek verwonderd. Wat nu? Koster Kobus in groot pontificaal aan de voordeur? Dat beloofde wat. „Ja meester zoo begon Kobus, zoodra hij voorzien was van een kop kaffie en een sigaar, „nou kom ik je een rare vraag doen. Om meesters nieuwsgierigheid op hooger peil te brengen, wachtte hij na deze mededeeling een minuut of wat. Lang zaam dronk hij zijn koffie, keek peinzend naar de asch van zijn sigaar, dan, met een ruk aan zijn stoel en zich zoover voorover buigend, dat zijn neus bijna meesters pijp raakte kwam het: „Heb ie welderis over dat jongetje van main gedocht „Dè s ook een vraag, ik zie hem immers iedere dag vóór "Tja, da s recht Maar heb ie d'r wel 's over gedocht wat je zou motte worre? Niet? Dan zei ik et je zegge. Ons Ko- bussie wordt schoolmeester"l „Hè-è-è"? 't Was niet de meester, het was de Juffrouw die deze kreet slaakte. Meester hulde zich in wolken van tabaksrook. Da" hielp als je hersens met dubbele kracht moesten werken. Noq een fiksche trek, nóg een „Meester schaint wel met stomhaid gzslage, hl Juffrouw? if3' M9t UWe! d'r van? En onzc klaine maid"? Willy, door deze vraag ontheven van het verbod te spreken, als groote menschen aan het woord waren zei op verontwaardigde toon: „daar heeft die knul mij nou nog heeiemaal niks van gezegd", „En jai was wel de eerste, die et wete mos, wat jou? Maar me lieve schaap, de jonge weet et zellef nog nie eens". „Wat blief? Weet Kobus het niet"? hervond meester de spraak. „Maar man, hoe weet jij dan, of hij er zin in heeft"? XWordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9