Binnen la ndsche Zaken
aangesneden
JECOVITOl
DONDERDAG 3 FEBRUARI 1938
DERDE BEAD PAG g
Eerste Kamer-c
De gemeentelijke autonomie
vindt veel verdedigers
Het Prinsenkind in den Senaat
Er zat iets plechtigs in de Eerste Ka
mer, toen de voorzitter van zijn zetel
verrees en melding maakte van het
schrijven van den voorzitter van den
Raad van Ministers, dat in 't Prinselijk
gezin een dochtertje geboren was.
Met beheerschte stem sprak de voorzitter
van de Kamer zijn iplechtige rede uit, daar
bij echter toonend, dat niet ten onrechte in
pns blad van gisteren gedoceerd werd, dat
de klemtoon in den naam Beatrix niet op
de eerste, doch op de tweede lettergreep
valt. We hopen gaarne, dat de krasse voor
zitter nog ruim gelegenheid heeft, in de
practijk van het parlementaire léven deze
lout te herstellen. Op zijn „leve Prinses
Beatrix", niet minder dan drie maal achter
een, volgde een, zij het ook niet eenstemmig
dan toch hartelijk „hoera"-geroep, waaraan
Dr Colijn met zwaaienden arm krachtig
deelnam.
Namens het kabinet sprak de Minister
hier dezelfde rede uit, die .hij even later aan
den overkant van den Hof, in de Tweede
Kamer zou uitspreken, en waarin hij de in
nige dankbaarheid van het kabinet voor de
bewezen weldaad onder woorden bracht.
Na een korte schorsing maakte dit belang
rijk geheel van momenten, waarvoor ook
ivan de zijde van het publiek veel interesse
bestond, plaats voor de gewone behande
ling van de begrooting van Binnenlandsche
Zaken. De ministertafel, waarachter zooeven
nog alle Dienaren der Kroon behalve Minis
ter Romme gezeten hadden, bleef nu leeg
achter, aangezien de eenige bewindsman,
die de senatoren niet verliet. Minister van
Boeyen was, welke thans immers zijn be
leid te verdedigen had.
Met dat verdedigen nu zal het wel los
loopen. De sprekers, die tot op dit oogenblik
het woord hebben gevoerd, hebben hem het
[vuur geenszins na aan de schenen gelegd,
en verschillende vraagstukken, die mis
schien eenige moeilijkheid konden opleve
ren, zooals de kwestie van de Zondagsrust,
Zijn nauwelijks aangeroerd.
Het grootste gedeelte van de discussie
handelde over de onderlinge verhouding
xljk en gemeenten
Meer dan een voerde hierover het
woord, waarbij elk spreker een warm
bewonderaar bleek te zjjn van de ge
meentelijke autonomie, zeker een lof
waardig standpunt, dat evenwel in de
praktijk d'es levens meer van proza dan,
van poëzie is gediend,
De heer F1 e s-
,kens (r.k.)
vroeg aandacht
I voor het feit, dat
het aantal ge-
j meenten, hetwelk
'geldelijk van de
regeering afhan-
1 keiijk is, telken
jare onrustbarend
grooter wordt.
Dit komt met
name door de
i werkloozenzorg.
die bij voortduurt
i enorme uitgaven
vordert. En aan
'den anderen kant
hebben de ge-
1 meenten dan nog
hij te dragen aan 'de instandhouding van
verschillende crisisbureaux. Onder dat alles
mag niet worden vergeten, dat misschien
wel enkele gemeenten een financieel beleid
[voeren, dat niet door den beugel kan, vele
andere de grootste zuinigheid aan den dag
leggen. Ook kan het gebeuren, dat de ©ene
gemeente over kan gaan tot verlaging van
belastingen, terwijl een zustergemeente in
de grootste zorg verkeert.
i A. N. flea
D E V E O
Buikgordels, soeper en gemakkelijk
vuiwnia»w*iiiwiiw**>Goed waschbaar
Alleén-verkoopr
Wester-ApotheeK
Deveo-Depót iT.'.'S
Fa. C. Roosen Zn.
Elders wende men zich tot de fabrlkante:
Ta. D. VAN OORT-, te Baarn.
Misschien kan meer nivelleering van den
belastingdruk over de gemeenten uitredding
brengen. Bij dit alles is de mogelijkheid van
een ruimere intercommunale kapitaalsvor
ming eisch. De heer Fleskcns eindigde zijn
betoog met er bij den Minister op aan te
dringen, dat deze >.ich toch vooral niet blind
stare op het stelsel, waarin de verhouding
van Rijk en Gemeente is geregeld. Her
ziening ervan worde eventueel overwogen.
De heer V ij 1-
brief (s.d.)
drong aan op ver
betering van het
salaris van het
personeel in rijk
en gemeenten. In
vele gevallen
reeds bleek in het
,particulier bedrijf
verbetering var.
salarissen moge
lijk. Waarom zou
het rijk achter
blijven? I-Ietzclf
de geldt volgens
den heer Vijlbrief
het personeel van
de inrichtingen
van ziekenverple-
n verpleger en van
eenmaal geen smids-
li Vijlbrief
Tweede Kamer
DE GEBOORTE VAN
PRINSES BEATRIX
S.D.A.P. en N.S.B.
applaudisseeren niet
ging. Het werk van
een verpleegster is i
Het is stemmingswerk, en de stem
ming is uiteraard niet los van het uitge
keerde salaris. Als een smid kwaad is, dan
kan hij hard op het ijzer slaan, maar niet
alzoo een verpleger.
We zullen de vergelijking van den
heer Vijlbrief in zijn eigen belang maar
niet doortrekken. Zegt hij immers, dat
een behoorlijk salaris bij een verpleger
de hand, die verpleegt, verzacht, en dat
een laag salaris bij een smid de hand
verhardt, dan zou het er voor smids niet
ged uitzien, want hardslaan heliport nu
eenmaal tot de deugden eens smids. Zoo
ziet de heer Vijlbrief waartoe men komt,
als men de belangen van een bepaalde
gro©p met die van een andere groep ver.
gelijkt.
Ook de heer Kropman (r.k.) sprung op
de bres voor de gemeentelijke autonomie.
Hij waarschuwde tegen consolidatie van don
bestaanden toestand. Veeleer kome men tot
het instellen van een staatscommissie, die
onderzoeke, of het handhaven van de ge
meentelijke zelfstandigheid aan bepaalde
gemeenten niet te groote eischen stelt.
Onbillijk ook is het wanneer de zwaarste
van de tekorten slechts op de gemeenten
De heer Droog
leever For-
tuyn (lib.)
wachtte gaarne
nadere mededee-
lingen omtrent 't
standpunt van de
regeering inzake
de Zondagsrust
af. Hetgeen de
Minister tot nu
toe hierover g&,
zegd heeft, is
veelal slechts van
negatieven aard.
Enkele belang
riike opmerkin
gen maakte de
heer Droogleever
Fortuyn omtrent
de luchtbeschtrmlng
In de eerste (plaats drong hij aan op ver
hooging van, het bedrag, dat voor het bou
wen van sela uilkelders is uitgetrokken. In
het buitenland stelt men hiervoor bedragen
beschikbaar, die vele malen hooger zijn.
Daarnaast wees hij op de moeilijkheden,
welke de regeling van de luchtbescherming
aan kleinere gemeenten stelt. Deze gemeen
ten dienen immex-s eerst zelf een plan te
maken, en daarna onderzoekt de inspectie,
of het behoorlijk is. Veeleer echter worde
door de inspectie in dezen leiding gegeven.
Vervolgens voerde ook deze spreker het
pleit vöor de gemeentelijke autonomie. Deze
moeilijkheden zijn vooral van geldelijken
aard en komen b.v. tot uiting bij de conver
sies. Zoo heeft Rotterdam aan zegelgeld voor
de conversies niet minder dan 1% millioen
betaald, waardoor het geheele renteverschil
direct was opgeslokt Bij het nader onder
zoeken van de financieele moeilijkheden,
waarin de gemeenten verkeeren, diene men
ook dergelijke factoren onder bet oog te zien
Na de rede van den heer Droogleever For
tuyn heeft de voorzitter de vergadering tot
den volgenden dag verdaagd. Dan gaan we
verder met Binnenlandsche Zaken, zaken,
die tot nu voornamelijk van geldelijken en
socialen aard bleken te zijn.
Maandagmiddag het was even na
twaalf uur had de voorzitter van de
Tweede Kamer telegrafisch den oproep doen
uitgaan voor een openbare vergadering „in
verband met vanwege H.M. de Koningin in
gekomen kennisgeving geboorte Prinses
tegen a.s. Woensdag 2 Febru&ri half drie
In grooten getale waren de leden opgeko
men. Onder hen was ditmaal voor de
■ste maal na haar huwelijk Mevrouw
Mackay, voorheen Mej. Mr. Frida Katz.
Op de tribunes was geen plaatsje onbezet
.a in de loges hadden vele daartoe geroch
tigden een plaats gevonden. Achter de mi
nisterstafel had het heele kabinet plaats ge
nomen op de ministers Romme en v. Boeyen
na. Laatstgenoemde bevond zich in de Eer
ste Kamer ter verdediging van zijn begroo;
ting.
Als even na half 3 de president de verga
dering geopend heeft, leest de oudste com
mies griffier, Mr. Schepel, de vanwege den
minister van Algemeene Zaken ontvangen
missive voor, waarin kennis wordt gegeven
van de geboorte van Prinses Beatrix.
Mr. v. Schaik houdt daarna een korte rede
■aarin hij bijzonderen nadruk legt op de
groote staatkundige beteekenis van de blijde
L'r-boorte van een prinses in het gezin onzer
Erfprinses. De onaantastbare plaats van
Oranje in onze staats- en volksgemeenschap
is daardoor in de natuurlijke en historische
lijn verstevigd en kan naar menschelijke be
rekening tot in ver verschiet bestendigd
bliiven.
Dit jonge leven, zoo besloot de voorzitter,
moge de kracht van het Nederlandsche volk
vernieuwen ter versterking van de nationale
eenheid en vrede, de onmisbare voorwaar
den voor zijn geestelijken en stoffelijke!)
vooruitgang.
Met een lang en warm applaus betuigde
de Kamer, (die de rede staande had aange
hoord). baar instemming met deze woorden.
Alleen de soc.-dem. met de N.S.B.-ers ont
hielden zich kennelijk opzettelijk van elk
betoon van instemming met het gesprokene.
Ook in de Eerste Kamer waren de socia
listen in dit opzicht in gebreke gebleven.
De waardeering voor ons constitutioneel
Koningschap is blijkbaar bij de soc. dem.
nog minimaal. Zeker, woorden worden er
wel aan gewijd, maar telkens weer geneeren
de politieke vertegenwoordigers van de
partij zich er voor om door een daad de
mooie gesproken en gciohreven woorden te
bevestigen. Dat gaat hun, na de op het
jongste" congres geuite critiek op de wijze
waarop de omzwaai op het stuk der natio
nale gevoelens is gedemonstreerd blijkbaar"
nog te ver. Het republikeinsche bloed gaat,
na de verkiezingen, weer kruipen, waar hel
niet gaan kan. In dit verband is het ons ook
opgevallen, dat de Arbeiderspers slechts met
groote soberheid melding heeft gemaakt van
de groote nationale historische gebeurtenis
op 31 Januari en het daarmee samenhan
gen de feestbetoon.
Een „caveant cives", burgers waakt, is
hier misschien njet te onpas.
Dat de nationaal socialisten principieel?
tegenstanders zijn van het constitutioneelc
Koningschap, dat de antipode van hun revo
lutionaire leiders-theorie is, is voldoende om
volkomen te begrijpen, waarom zij bij deze
gewichtige nationale aangelegenheid een
zoo gereserveerde en koele houding aan
namen.
De rede van den Kamerpresident werd
door den minister-president namens de Rc-
VERDWIJNENDE WIEKEN. Deze beide molens tusschen Gorkum en Schelluinen,
welke het landschap zoo aardig stoffeeren, zullen hoogstwaarschijnlijk verdwijnen ten
gevolgvan een kruising van twee rijksver keerswegen.
DE LAATSTE
LOOPGRAAF
Immer zeldzamer werden de plaat
sen, die door de radio met rust
werden gelaten. Langzaam maar
zeker werd het terrein door de mi
crofoon veroverd. En gisteren is
tenslotte ook de laatste burcht inge
nomen en golfden vanuit de gewijde
sferen van de Eerste Kamer de
aethergolven over den lande. De eer
van deze overwinning komt toe aan
ons jonge Prinsesje, aan Beatrix,
want de redevoeringen, aan haar
geboorte in den Senaat gewijd, waren
de eerste, die vanuit de Eerste Ka
mer door de radio op het moment
zelve wereldkundig werden gemaakt.
Toen de Kroon het teeken van toe
stemming gaf, was er voor het „bol
werk der Kroon", zooals de Eerste
Kamer zoo vaak is genoemd, geen
reden tot tegenstand meer. De garde
gaf zich over, maar stierf niet.
Een inzet van dezen strijd mogen
we misschien zien in de rede van den
heer de Bruijn, op 13 Januari in de
Eerste Kamer uitgesproken, toen hij
opmerkte, dat wat de heer de Zeeuw
den vorigen dag in dezelfde Kamer
gezegd had, hem deed „denken aan
de bekende oude vrouwtjes van de
radio, de dames Snip en Snap, die zoo
gezellig een uur en langer over an
deren praten." Het was te vreezen,
dat de radio de miskenning van twee
van haar favorieten niet zou dulden,
en de wraak was zoet
geerintr beantwoord op dezelfde wijze als
een uur te voren in den Senaat was ge
schied.
Ook op deze woorden volgde applaus, waar
-hij met de soc dem. en tie nationaal-socia-
listcn ook de laat komende heer Zandt hij
kwam tijdens hpt spreken van Dr. Colijn
binnen zich onthield.
De Kamer machtigde ten slotte den voor
zitter om namens haar schriftelijke geluk-
wenschen aan te bieden aan do Koningin en
Haar Huis.
VOLSTREKT NIET,
MET GEEN ANDER
WASMIDDELKRIJG
MIJN WAS ZO
Al c. MPT
Een Rinso was is geen gewone was. Want de nieuwe, overvette
Rinso is heel wat anders dan zeeppoeder. Rinso wordt speel
gefabriceerd om te voldoen aan al de bijzondere eisen, die
wasmachine stelt. Onmiddellijk lost Rinso in lauw water op
geeft een werkzaam, blijvend sop, dat met zeeppoeder noo
te krijgen is. En snel, dat het wassen met Rinso gaatl Binnei
anderhalf uur heeft U de hele gezinswas van 5 personen prachtig
schoon gewassen, en niet alleen in de wasmachine, maar
ook in elke tobbe! Met één pakje Rinso van 121/2cent!
OVERVETTE" rinso speciaal voor de wasmachine
Kou - gniep - pijn.
Onder alle goede middelen die er bestaan
om kou, griep en pijnen te ver-
d rij v en, blijken toch de „Mijnhardtjes" het
best te voldoen, daar zij niet alleen véél
gunsliger maar ook véél sneller werken.
„Mijnhardtjes" zijn geen ronde, maar hart
vormige cachets en zijn verkrijgbaar bij
Apothekers en Drogisten. 12 stuks 50 cent.
Proefrloosje 2 stuks 10 cent.
BINNENLAND
Bezitters van plaatsjes
In groote moeilijkbeden
Het Tweede Kamerlid Hilgenga heeft
schriftelijk de Ministers van Sociale Zaken
en Financiën er op gewezen, dat in ver
scheiden streken van ons land tengevolge
van de door gedaald loonpeil, aanhoudende
werkloosheid en lage productenprijzen sterk
verminderde jaarinkomslen, zeer vele be
zitters van plaatsjes, verkregen krachtens
de landarbeiderswet, niet in staat zijn vol
ledig en regelmatig de jaarlijksche rente
der aangegane schulden en de verschuldig
de annuïteiten te voldoen en dat dienten
gevolge dikwijls grootp moeilijkheden, èn
voor de betrokken landarbeidersgezinnen
èn voor dé gemeenten, waarin zij woonach
tig zijn, niet uitblijven.
Gevraagd wordt of. nu de rentevoet van
staatsleeningen opnieuw een belangrijke
verlaging ondergaat, daarin geen aanlei
ding kan worden gevonden over te gaan
tot verlaging van de jaarlijksche rente van
uit 's rijks kas aan gemeenten verstrekte
en nog te verstrekken voorschotten voor de
uitvoering van de landarbeiderswet, ten
einde eenige verbetering te brengen in den
noodtoestand, waarin vele - bezitters van
laadarbeiders.plaats.jes verkeerem-
UIT DE N.S.B. GETREDEN
Naar wij vernemen heeft d« heer G. R.
B ou man te Oterdum, groepsleider,
tevens lid van den raad van discipline
en een der eerste strijders van de N.S.B.
iri het Noorden, als lid van de N.S.B.
bedankt.
De heer E. Mooi huysen te 's-Gra-
venhage deelt mede, dat hij, na zijn inder
tijd genomen ontslag als groepssecretaris
en organisator der N.S.B. thans ook be
dankt heeft voor de functie van vertegen
woordiger van den raad voor katholieken
en voor het lidmaatschap dier partij.
1 .*"1-1'TZ3
JAPANLAKKEN. STAND-
VERVEN. MOFFELLAKKEN.
EMULSIEVERVEN
SYNTHETISCHE AUTO. EN^
INDUSTRIE LAKKEN, KRAS-
VASTE MOFFELLAKKEN
KENT U
ol hygident
de nieuwe, zelfwerkende. KunsN
gebn-reinigerï Mookt ZONDER
BORSTELEN Uw ptoor en gebil
weer ols nieuw en verwijdert
olie vlekken. Prijs normale fla
con AS Cts., extro groote flocoi.
85 cts. Koop nog heden HY
GIDENT bij Uw Apoth. of Drog.
Spellingregeling
LAK-EN VERF FA.B R1 EK E N
ZWOLLE DEN HAAG' EINDHOVEN
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft een circulaire rondgezonden ten aan
zien van een eensluidende schrijf-!
wijze van do namen van Neder
landsche gemeenten. Zooals meni
weet worden er veel plaatsnamen op zeer
gevarieerde wijze gespeld. Beroemd is het
voorbeeld van Kuilenburg, waarvan men
omstreeks 20 schrijfwijzes aantrof. Ook
werden vele plaatsnamen op kwasi-geleerde
manier gespeld. In de Friesche gemeente
Hemelumer Oldephaert en Noordwolde is
„-phaert" niets anders dan „vaart"; de
spelling ,,-phaert" stond natuurlijk geleer
der. Zoo is de spelling tot een standsonder
scheiding geworden! In namen als Alfen
en Zutfen is de tweede lettergreep het
woord „ven", waarhij de oorspronkelijke
beginklank f tot v werd, maar in samen
stellingen een f bleef. Doch men ging spel
len Alphen enz. Deze laatste schrijfwijze
was al in 1883 officieel opgeheven, maar
men wilde nog maar altijd de „deftige"
spelling aanhouden. Zelfs schijnt er in
Zutfen eens een ambtenaar geweest te zijn,
die stukken waarop niet met „Zutphen"
was geadresseerd, terugzond met het bij-i
schrift „plaatsnaam onbekend".
Maar nu is er een verstandige maatregel
getroffen, die hoop geeft dat ook de spel
ling van de Nederlandsche taal nu defini
tief op een goede basis zal worden vast
gelegd.
Bij de lezing van de door den minister
bedoelde lijst blijkt, dat wat de namen der
provincies betreft, voortaan zal worden ge
schreven Noordbrabant (en niet meet!
Noord Brabant), Zuidholland (niet Zuid-
Holland) en Noordholland (niet Noord-
Holland).
Wat de plaatsnamen betreft, wij willen
hier ehkele noemen, die tot nu toe op ver
schillende wijze werden geschreven: Alfen
aan den Rijn, Ammersooien, Averreest*
Batmen, Berlikum, Beuzekom, Blarikum,
Boksmeer, Bokstel, Borkeloo, Borsele, Brun-
snm, Deutekom, Dingsperloo, Dodewaard,
Eigelshoven, Elkersee, F.llewoudsdijk, Filin-
pine, Sint-Filipsland, Friezenveen, Giesen-
dam, Gorkum, Gorsel, Hardingsveld. Haren-
karspel. I-Ieerhugowaard, Heze, Htllsen
(Geld.), IJselmonde, IJselmuiden, Kadzand,
Kallensoog, Kokkengen, Kolijnsplaat, Kort-
gene, Kuilenburg, Kuinder, I.eksmond,
Li tooien, Luiksgestel, Loopik, Maarseveen,
Maassluis, Meersen, Nedenveerd, Nibbiks-
woud, Nieuw-Beierland, Nijmegen. Nut,
Obbricht, Oeffeit, Ohee, Ooien, Ooltjens-
plaats, Ooststellingwerf, Os, Oud Beierland,
Ouwerschie, Sint-Pankras, Peursum, Poe
derooien. Poortugaal, Prinsenhage, Raven»
stein, Reden, Reewijk, Renen, Reuzel,
.Rijnsburg, Rijnzaterwoude. Rilland. Rit
ten),- Roden, Rokkanje, Roon, Rozendaal,
Rukferi, Schaaik, Sevenum, Slooten, Soe-
burg, Spanbeek, Stamprooi, Standdaarbui-
ten, Stevensweerd, Tcnboer, Terheide, Tes-
sel, Tolen, Uithuizermeden, Ulestraten,
Vechel, Velzen, Venendaal, Venraai, Vere,
Waddingsveen, Wadenooien, Wanrooi,
Warfum, Westkapelle, Wiechen, Wijnands-
rade, Winsum, Woudrichem, ZaUbommel,
Zierikzee. Zomeren, Zonnemere, Zuidbeier
land, Zuiddorpe, Zuidsrharwoude, Zuilen,
Zuilichem, Zutfen, Zwalmen, Zweeloo,
Zwollerkerspel.
Het zal in het eerst in de practijk nog
wel moeilijkheden geven voordat het pu
bliek zich aan de nieuwe schrijfwijze heeft
aangepast. Nu echter door alle officieele
instanties deze schrijfwijze zal worden toe
gepast, zal men straks gemakkelijker vol
gen.
Nu is er reeds iemand geweest, die be
weert, dat Doetinchem zou moeten heeten
Deutenkom. Men kan echter vragen of he.t
dan niet Deutnkom moest zijn in overeen
stemming met de Oost-Nederlandscha uit
spraak. Zoo drijft men het te ver.
Tn het bovenstaande lijstje staat Venlo
niet Men spelt dat thans vrijwel algemeen
met één o, terwijl vóór ongeveer 30 jaar
twee o's nog heel veel voorkwam. Thans
ziet men dat Dwingeloo enz. weer twee o's
krijgen.
J«covltol Levertraan, met ge-
Ijkt vitamlnengehalte, vergroot
het weerstandsvermogen. On
ontbeerlijk voor Iedereen I In
Apotheken en Drogisterijen
k f. 0.75 per flesch.
„Heere, ik dank Je, o, ik dank Je zoo voor me kind", kwam
liet hem halfluid van de lippen.
Nooit nog had Kobus met iemand gesproken over de plan
nen, die hij koesterde voor zijn jongste. Als de kleine Kobus
vertelde van zijn mooie cijfers, als zijn rapporten bewonde
ring wekten, als de broers en zusters den Benjamin „meneer
de perfester" noemden, had Kobus Sr. maar eens gelachen. Hij
kon zwijgen, als het moest.
In dit geval moest het inderdaad, had hij voor zichzelf uit
gemaakt. Je kon toch zoon jongetje niet blij maken met een
j,,dooie musch"? Je moest toch eerst zelf zekerheid hebben?
Die zekerheid had hij nu. „Heere", zoo had Kobus gezegd,
„Heere as het Uw wil is da me jonge leere gaat, och Heere,
geef me dan een teeken. Laat et dan zoo moge -zain, da de
spoortrein gaat raie eer het kind zoover is
't Laatste jaar had hij daaraan leeren toevoegen: „Heere la
yve kenne beruste as het Je wil nie is
Schoolmeester zou Kobusje worden. Schoolmeester worden
aan een Christelijke school, dat is geen kleinigheid had vader
Kobus gedacht. Al heeft een jongen er het verstand voor en
al kan zijn vader het betalen, dan is daarmee nog maar niet
alles in orde, Je wist immers niet of je jongen door den Heere
was verkoren, om later de kinderen te onderwijzen uit Zijn
Woord? Hoe dat bij andere vaders ging wist Kobus niet,
maar hem was het al jaren een zaak des gebeds geweest.
Niemand krijgt een hoorbaar antwoord op zijn bidden en
zoo was Kobus op de gedachte gekomen „den Heere een
teeken te vragen". Daaraan deed je geen kwaad, natuurlijk
piet. Hoe vaak las je er niet van in den Bijbel?
Op zichzelf zou het voor een gezonden sterken jongen, als
zijn Kobus was, niet zoo erg zijn, of die trein een paar jaar
later kwam. Het trammetje bracht je ook in de stad en die
tien kilometer loopen per dag zou den jongen geen kwaad
doen. Neen, maar aan het al of niet openen van den spoorweg
zou hij Gods wil verstaan en daarnaar handelen.
En nu och, 't werd hem haast te veel.
Morgen zou hij er met den meester over gaan spreken. Er
thuis nog maar niets van zeggen. Eerst moest dat bezoek
achter den rug zijn. Och, wat zouden ze allemaal opkijken;
z'n vrouw, de jongens, de meisjes en niet in het minst de
kleine baas zelf. Die liep het laatste jaar al voortdurend toe
komstplannen te maken. Moest je hem hooren! Klompen
maker, nee, dat wou hij niet. Boereknecht, ja, maar daarmee
was het kosterschap zoo moeilijk te vereenigen en dat koster-
schap leek Kobusje voor de toekomst erg begeerlijk. De laatste
maanden dacht hij over het vak van kleermaker. Dan was je
toch ook je eigen baas, zoo redeneefde hij. Wat een oogen
zou het jong opzetten, als hij hoorde, dat hij leeren mocht. De
volgende dag vertelde koster Kobus vóór twaalven al aan zijn
vrouw, dat ze tegen den avond zijn opknappak moest klaar
leggen.
„Waarvoor"? vroeg ze.
„Dat zei ik je vertelle, as ik terugkom", beloofde hij.
,,0, ga je uit"l
„Doch jai dan dè k in me goeie goed jou gezelschap bleef
houwe"?
„Bè nee! Ik doch soms da we de burregemeester op bezoek
krege".
„Denk wa je wil, daarmee hè je nog nie wè je wil".
Vrouw Zwaanswijk kende haar man al meer dan dertig
jaar, dus ergerde ze zich niet meer aan zijn „achterbakserig-
heid". Een mensch went aan alles.
Kobus genoot van de algemeene nieuwsgierigheid, toen hij
zich dien avond in den huiselijken kring klaar maakte voor het
groote gebeuren. Het verheugde hem, dat de dag zoover
verstreken was. 't Zwijgen begon hem niet bepaald zwaar te
vallen, maar hij kon zijn vreugde in zijn eentje bijna niet meer
op. Vanmiddag, toen hij meester in de tuin zag, had hij wel
op den man af willen stormen, 't Stond natuurlijk niet een zóó
gewichtig gesprek terloops eventjes in de tuin te voeren en hij
had zich beheerscht, maar gemakkelijk was het niet geweest.
„Mot et wit niet voor, vader"? vroeg Piet.
„Een schoon boezeroen, zei toch zeker wel fain genogt zijn",
dacht Antje.
„Wi je main nieuwe das soms om"? plaagde Jan. Die kleurt
prachtig bai je boezeroen".
„Stil nou", zei moeder, „je vader hait et net zo druk mè z'n
kuif".
„Kletsen jullie maar", dacht Kobus. „Strakkies prate jullie
wel anders".
Zoo, hij was klaar. Nou eerst nog even een klein omwegje
ze keken hem natuurlijk na en dan naar meester.
't Omwegje bestond uit een pas of wat in de richting van
het nieuwe dorp. Weinige minuten later stond Kobus al bij
meester voor de deur.
Meester keek verwonderd. Wat nu? Koster Kobus in groot
pontificaal aan de voordeur? Dat beloofde wat.
„Ja meester zoo begon Kobus, zoodra hij voorzien was
van een kop kaffie en een sigaar, „nou kom ik je een rare
vraag doen.
Om meesters nieuwsgierigheid op hooger peil te brengen,
wachtte hij na deze mededeeling een minuut of wat. Lang
zaam dronk hij zijn koffie, keek peinzend naar de asch van
zijn sigaar, dan, met een ruk aan zijn stoel en zich zoover
voorover buigend, dat zijn neus bijna meesters pijp raakte
kwam het: „Heb ie welderis over dat jongetje van main
gedocht
„Dè s ook een vraag, ik zie hem immers iedere dag vóór
"Tja, da s recht Maar heb ie d'r wel 's over gedocht wat
je zou motte worre? Niet? Dan zei ik et je zegge. Ons Ko-
bussie wordt schoolmeester"l
„Hè-è-è"?
't Was niet de meester, het was de Juffrouw die deze kreet
slaakte. Meester hulde zich in wolken van tabaksrook. Da"
hielp als je hersens met dubbele kracht moesten werken. Noq
een fiksche trek, nóg een
„Meester schaint wel met stomhaid gzslage, hl Juffrouw?
if3' M9t UWe! d'r van? En onzc klaine maid"?
Willy, door deze vraag ontheven van het verbod te
spreken, als groote menschen aan het woord waren zei op
verontwaardigde toon: „daar heeft die knul mij nou nog
heeiemaal niks van gezegd",
„En jai was wel de eerste, die et wete mos, wat jou? Maar
me lieve schaap, de jonge weet et zellef nog nie eens".
„Wat blief? Weet Kobus het niet"? hervond meester de
spraak. „Maar man, hoe weet jij dan, of hij er zin in heeft"?
XWordt vervolgd)