NATIONAAL VREUGDEBETOON De Nationale Feestdag ter eere van de geboorte van Prinses Beatrix Groote dankbaarheid en geweldig enthousiasme WOENSDAG 2 FEBRUARI 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Rotterdam, 3 Februari Wat een feest, wat een feest! Waarlijk, Rotterdam kende gisteren zichzelf niet meer. De geheele bevolking was uit het evenwicht gebracht. Waar men ook kwam, overal blijde, opgeruimde, met Oranje getooide menschen, die haast niet wisten, hoe ze hun vreugde zouden uiten. Maar juist omdat ze dat niet wisten, was het zoo geweldig, zoo spontaan en zoo eerlijk, dit feest van de bewoners der Maasstad. Na zóó lange spanning zóó n heuglijke tijding, een tijding, die men sinds 1909 niet meer gehoord had, daarop móest wel een geweldige reactie volgen. Die reactie ze was haast even stormachtig als de windvlagen, die de deugdelijkheid der versieringen schenen te beproeven. In de binnen stad was het om half drie al vol van feestvierende menschen, vooral jonge menschen, die getrokken werden door het Volkszanguur in de Beurs, dat weer van een ongekende spontaneïteit was, door het Concert op den Coolsingel, door de muziek van rondtrekkende corpsen, of alleen maar door de behoefte om in heel grooten getale bij elkaar te zijn, als het ware om z'n vreugde te uiten. Want bij gelegenheden als deze, dan trekt het meerendeel van de Rotterdammers naar de binnenstad. 's Avonds, toen alom een vreugdevolle verlichting straalde, was het al spoedig zoo, dat men zich bijna niet meer bewegen kon, vooral op den Coolsingel, waar een grootsch déflié van tal van vereenigingen en corporaties werd gehouden, een schouwspel, dat nooit aan kleur en fleur zal verliezen en ook nu weer buitengewoon aantrekkelijk was. En daarna heeft een duizendkoppige menigte met elkaar gezongen onder leiding van de populaire mevr. Grimberg—Hugser, zooals er maar zelden, misschien nog nooit in Rotterdam gezongen is. De feestvieringen in Rotterdam hebben een eigen cachet en eigenlijk lijken ze altijd weer op elkaar. Maar toch is het altijd weer nieuw en altijd weer mooi! Het Zanguur in de Beurs Waarmee zouden we een opsomming van Tde gebeurtenissen van gisteren anders be ginnen dan mie.t .het Zanguur in de Beurs, georganiseerd door de Nederlandsche Ver- eeniging voor den Volkszang, af deeling Rot terdam? Indien ergens, dan is daar immer sprake |van enthousiasme en vaderlandsliefde! Natuurlijk had mevr. Grimberg- Hu y s e r weer de leiding en zorgde de Rot- terdamsche Harmonie, directeur A. H aan- stra, voor het instrumentale gedeelten. Even natuurlijk was er weer zoo veel be langstelling, dat een uur vóór den aanvang reeds een lange file van wachtenden zich had verzameld voor de deuren. Omstreeks drie uur reikte de rij dan ook al tot aan de Groote Markt, zoodat niet allen toegelaten konden worden. Wie het eerst komt...... In het Beursgebouw was het ook, lang yoor het officieele begin om half vier, al feest Er wrerd braaf gezongen en geyelld, gedanst en gejubeld, waarbij vooral het „Slaap kindje, slaap" zeer in den smaak bleek te vallen Doch als de populaire, altijd vriendelijke dirigente het met groen omlijste podium be stijgt en hartelijke ovaties in ontvangst heeft genomen, dan is ook ieder vol aan daoht en plechtstatig wordt het aloude Wil helmus ingezet, jubelend en blij. Dankend klinkt het schoone „Lof zij den Heer" door de groote ruimte. Lovend het „Wilt heden nu treden". En als wat later wordt aangeheven: „Al is ons Prinsesje nog jzoo klein", het toepasselijkste lied dat men zioh maar denken kan, dan kent de geestdrift geen grenzen meer en dansend en zwaaiend wordt het aardige liedje tot drie maal toe herhaald. Een eindeloos gejuich barst aan het einde los. Danhet Stedelied ,,'k Heb u lief, Rot terdam". Den eersten keer ging het wel wat aarzelend, maar den tweeden keer, toen plots de muziek ophield, werd er geen oogen blik meer geaarzeld en werd lustig doorge zongen. Juichend en vol overtuiging kwam nog Nogmaals werd herhaald: „Al is ons Prin sesje nog zoo klein". En daarop werd het programma weer voortgezet met de overige nummers, tot tenslotte kwam het „Naar huis". Dit moest niet al te letterlijk opgevat worden, want dat lang niet ieder onmiddel lijk uit de Beurs naar huis gegaan is, dat staat vast. Is de napret van het Zanguur soms niet even aardig als het zingen zelf? Nee. eerst nog eens jubelend en springend een eind door de stad wandelen en dén pas „naar huis!" Carillonspel, concert en verlichting Gm twee uur gingen de klokken van het carillon w,eer hun schoone klanken over de feeststad strooien, de menschen naar den Coolsingel roepend. Toen er heel wat men schen waren, kwamen er ookvele poli- tie-agenten. Niet alleen om de orde te hand haven er gebeurde niets wanordelijks maar om ook een concert te geven. „Her mandad" kwam op het bordes van het Raad huis nationale en populaire liederen spelen en was het ook wat friscih en winderig, de Oranjeliefde verwarmde de harten waren er heel veel belangstellenden om te luisteren en mee te zingen. Ook op andere plaatsen in de stad was 't zeer vol van Oranje-wandelaars. Op de Hoogstraat bijvoorbeeld kon men zoo nu en dan slechts voetje voor voetje vooruit komen. Hetgeen echter heel niet deerde, want iedereen had immers de tijd! Om half zes werd het nog v 0|p dat tijdstip werd immers de verlichting ontstoken. Hoewel we hierover gisteren reeds schreven, wordt de verleiding om ze nog eens te beschrijven ons bijna te sterk. Het was feëriek. In dit enkele woord willen we alles samenvatten. De vuurwerken, die omstreeks deze tijd werden afgestoken, wel, daar zouden we hetzelfde van willen zeggen. Zoowel bij het Museumpark als aan het Afrikaanderplein hebben zeer velen genoten van het schouw spel van licht, dat daar geboden werd Ten slotte, de fakkelboomen, die om acht uur ontstoken werden waren wonderlijk schoon! Taptoe en défilé voor het Raadhuis Het hoogtepunt van de feestviering werd, als altijd, in de avonduren bereikt. De voor bereidingen daarvoor begonnen al vroeg. Omstreeks 7 uur gingen de Linker Maas- ■-bewoners. die aan het défilé zouden deel nemen, zich aan het Afrikaanderplein verzamelen. De overigen' kwamen tegen 8 uur bijeen in de Boompjes en omgeving. De duizenden, die naar dit alles wilden kijken en luisteren, hebben zich al vroeg een plaatsje gezocht op den Coolsingel, waar een groote poütie-macht de afzetting moest handhaven. Wat aardig al die politie- paarden met Oranje strikken aan het hoofd stel! Het werd hier in het centrum als-maar voller en omstreeks half negen kon men over het algemeen maar het beste blijven staan waar men eenmaal stond. En wie niet te dicht in de buurt van een hoek stond, had ook stellig geen last meer van den kou den wind! De taptoe Even na half negen werden de halzen ge rekt en hier en daar werd tot stilte ge maand. Op het balcon van het Raadhuis waren inmiddels het college van B. en W. de raadsleden en wat genoodigden versche nen, in afwachting van de dingen, die ko- zouden. En zie. daar waren de keurige tamboers en pijpers van de Mariniers, die ip de hun zoo eigen boeiende wijze een tap toe kwamen ten gehoore brengen. Dat is altijd iets zeer bijzonders en zoo was het ook nu. Jubelend en smeekend klonken de fluiten, zwaar roffelden de trom mels en in gespannen aandacht luisterde 'i duizendkoppig publiek. Een klaterend ap plaus was -het loon van de wakkere muzi kanten, die welhaast onmisbaar geworden zijn op een feestdag in de Maasstad. En dan.het défilé En dan begint het défilé. In eindelooze stoet komen ze daar aan, de duizenden, die in verenigingsverband hun hulde komen betuigen. Vlaggen, vaandels en muziek, gejuich en gezang kondigenhun komst aan. Een eindelooze rij is het, die voorbij het Raadhuis komt trekken, even er voorbij omzwenkt en opgesteld wordt voor het bordes en in de omgeving daarvan. Want zoovele duizenden kan men niet enkele vierkante meters grond bij elkaar en Postkantoor op den Coolsingel te Rotterdam in floodlight Er woei een gure wind over den breeden Coolsingel en natuurlijk juist het hevigst op de open ruimte voor het Raadhuis. Gevolg daarvan was, dat de vaandel en vlaggen dragers het wel heel zwaar te verduren kre gen, want ze moesten er juist pal tegenin worstelen. Werkelijk, worstelen. Drie sterke mannen waren soms niet in staat den strijd tegen den wind vol te houden. En wat zul len al de leden van die vereenigingen, die defileerden in een linnen of katoenen blouse het koud gehad hebben. Maar wat deert dat, als het hart warm is van Oranjeliefde. Het schouwspel, dat dit voorbijtrek ken opleverde, was weer fantastisch. Een bonte zee van vlaggen en vaandels, een schittering van koperen en nikkelen muziekinstrumenten, dat alles gevat in de omlijsting van een Coolsingel, die één en al Oranje leek, waarlijk, het was iets, dat men niet licht vergeten zal. Voeg daarbij nog de vroolijke drukte, de toejuichingen en de zich steeds weer met elkaar mengende tonen van de verschil lende muziekcorpsen en het zal begrijpe lijk zijn, dat we niet overdrijven als we zeggen, dat het volle uur, dat het défilé duurde, spoedig voorbij was. Een leuk gezicht was ook het telkens hoog opvlammende, aanhoudende blitz-licht der filmoperateurs en fotografen, die een plaats je gevonden hadden op het gestoelte, waar op mevr. GrimbergHuyser straks de diri- geerstaf zou zwaaien over een ongekend groot koor. Rede van den Burgemeester Terwijl de laatstvoorbijgetrokken vereeni gingen zich nog opstelden, begaf de burge meester, Mr. P. Droogleever Fortuyn zich van het bordes naar de Burgerzaal, waar de microfoons van de N.R.C.V. en de P.H.O.H.I. al gereed stonden, tot het houden van een toespraak, die door middel van ge luidversterkers, buiten overal te hooren was. Zijn rede aanvangende, zeide de burge meester, dat h,ij met groote voldoening ge constateerd had, in hoe grooten getale de Rotterdammers opgekomen waren om met elkaar den nationalen feestdag te viei Duidelijk hebben zij getoond hun meele- met de blijde gebeurtenis, zij hebben wel diep de nationale vreugde gevoeld. Spr. herinnerde zioh hoe den vorigen dag de eerste tonen van de kerkklokken weer klonken, hoe de voorbijgangers elkaar aar zelend aankeken, om vervolgens naar den toren te zien, of daar haast een vlag ge- heschen werd. Doch toen ook de booten in de haven hun geluid deden hooren, begre pen zij en drukten elkaar de hand. Weldra kwamen velen, vooral jongeren, naar het stadhuis, om daar spontaan uiting te geven aan de groote vreugde, die ni eens gekomen was. Nu zijn we aan den avond van den nationalen feestdag gekomen en allen voelen mee wat dit blijde gebeuren Feestdrukte op den Coolsingel te Rotterdam .voor Nederland beteekent. Wij verheugen ons lr: de geboorte van dit nieuwe Prinsesje en onze bede is, dat het gezegend en ge spaard mag blijven, om opgevoed te worden volgens de oude tradities van het Huis van Oranje. Spr. besloot met de bede, dat God het Ne derlandsche volk moge zegenen en stelde volgens voor om onze nationale hymne aan te heffen. En daar klonk in den laten avond uit zoo vele kelen het „Wilhelmus'' en het „Mijn schilt ende betrouwen", plechtig en indruk wekkend, als een belofte van trouw. Toespraak Mr A. van der Hoeven De voorzitter van het Rotterdamsch Co mité tot Behartiging van Nationale Belan gen, Mr. Abm. van der Hoeven, kreeg vervolgens het woord. Hij zeide met ver heuging. dat onze Prinses nu moeder is, zoodat de Oranjeboom voortbloeit. En Ne derland is daar gelukkig mee. Nederland liefhebben is Oranje liefhebben, zoo vervolg de Spr. En daarom vragen we eerbiedig den Gever van alle goede dingen: Zegen ons vorstelijk gezin. Ziin geluk zal strekken tot heil van ons volk, tot in lengte van eeuwen. Het was treffend in de Burgerzaal als antwoord op de woorden van den grijzen Mr v. d. Hoeven het gejuich der tjenduiziendem op den Coolsingel te hooren. De korte toespraak van, den voorzitter van Rotterdams Comité kon woord voor woord worden verstaan, dank zij de geluidsverster king. Jammer genoeg is echter van de rede van den burgemeester niets naar buiten door gedrongen; te voren was er reeds storing geweest doordat genoodigden op het balcon op de draden der geluidsinstallatie trapten, Gezang en vreugdedansen Met groot gejuich werd de komst van mevr. GrimbergHuyzer op haar hoogen „troon" begroet Onvervaard heeft zij ook nu weer in de striemende koude het zang- lievend Rotterdam aangevoerd en aange vuurd. Eerst: het Wilhelmus, meegezongen door allen, het altijd weer treffende oogenbiik wanneer al wat geüniformeerd is ir houding vliegt en de burgerij het hoofd ontbloot. Koralen, feestliederen, ze volgden elkaar voorgespeeld door de Rotterdamsche Har monie en door andere corpsen in onafg; brok/en rij en de jubel scheen geen einde te kunnen nemen toen „Al is ons Prinsesje nog zoo klein'' gezongen werd. Het défilé ging daarna onder schetterende tonen der muziek uiteen, maar het Aubade koor bleef met Rotte's Mannenkoor; zij zon gen nog schoone liederen en langzamer hand steeg de feestvreugde ten top, toen allerlei populaire wijsjes werden aangehe ven en men dansend en jubelend alls e«n deinende menigte rondom den dirigeersloel kringen ging maken. Dat was het sein voor algemeene ronde dansen, die werden voortgezet toen de af zetting werd opgeheven en heel Rotterdam in lange slierten over den Coolsingel host- Hoe lang dat duurde?.... tot heel vroeg in den morgen! „FEESTROES" IN DE RESIDENTIE Eindeloos geslenter door de binnenstad Café's en Trams in een moeilijk parket 's-GRAVENHAGE, 2 Febr. Doordat de ballonvlucht in duigen viel en de stervlucht met sportvliegtuigen naar Ypenburg even min doorgang kon vinden had de Residen tie haar bewoners eigenlijk niets aan te bieden op den Nat. Feestdag. Zeker, er was een zangmiddag in K. en W., doch die duurde slechts een uur en strekte zich tot niet meer dan 1500 Oranjeklanten uit en dan hadden we ook nog een betooging van Haagsche jongeren op het Binnenhof, even eens van een uur. Maar daarmee' was het feestprogramma dan ook totaal uitgeput. Er bleef, dus niets anders over dan dat de Hagenaars elkander maar zoo'n beetje gingen vermaken. Ondanks het feit, dat er een scherpe wind stond waren duizenden weer naar de binnenstad getrokken omdat men toch moeilijk achter de kachel kon blijven zit ten. Eenmaal in de binnenstad aangekomen bleef er echter weinig anders over dan wat rondslenteren tot men niet meer kon, waarna dan in de café's wat verpoozing werd gezocht. Gouden dag voor café's en tram Deze hebben hierdoor een dag meege maakt die voor hen wellicht eenig in de historie zal blijven. Het was overal zóó vol, zóó afgeladen, dat het publiek herhaalde lijk er genoegen mee moest nemen zijn consumptie in den ingang te gebruiken. Wie ook een gouden dag beleefde dat was de veel gesmade tram. die herhaaldelijk haar wagens van het begin tot het eind punt (de city dan wel te verstaan) linea recta door liet rijden omdat men onderweg wel gaarne wat passagiers had gespuid doch er in geen geval aan denken kon nieuwe klanten bij te laden. En intusschen wandelde men buiten maar lustig rond, alsmaar rond, van de Groote Marktstraat naar het Spui, van het Spui naar den Hofweg of door de Spui- en Vlamingstraat, of door de Passage en de Veenestraat, om dan via den Kneuterdijk een bezoek te brengen aan den Vijverberg, het Voorhout, het Plein en de Heeren gracht. Daar er overdag uiteraard geen verlichting te genieten viel en groenversie- ringen te gering in aantal waren om de aandacht te boeien, bleef het bij gezellig babbelen, oude kennissen ontmoeten en... ja en verder eigenlijk niets meer. Want Den Haag kan wel enthousiast voor den dag komen, maar feestvieren in den eigen lijken zin van het woord moet men nog leeren. De kunst van feestvieren Wanneer we hierboven dan ook gewagen van een Feestroes in de Residentie, dan moet men die roes ook met een korreltje zout nemen. Van een ware feestroes viel maar weinig te bekennen. Of men moest er de vroolijkheid onder verstaan die de clubjes scholieren maakten toen de avond eenmaal gevallen was en daarmee de moed om zich eens wat te geven eindelijk kwam opdagen. Want toen de illuminatie een maal ontstoken was kreeg de deftige Hof stad wel een ander karakter. Men kwam wat los, durfde, als den vorigen avond gelukkigl de voeten weer eens van den grond te laten gaan en bracht zoodoende toch nog wat afwisseling in het eentonige gekuier, dat we nu zoo vele uren hadden aanschouwd. Hoe later het werd, hoe beter de vrees om vooral toch niet dwaas te doen, over wonnen werd. Op het laatst zagen we ze weer hossen en springen, maardank zij de jongelui, die van standing en zoo nog niet afweten althans dit begrip voor deze gelegenheid in den wind sloegen...... WAARDIGE VIERING TE UTRECHT De vierde stad des Rijks is niet achterge bleven in het feestbetoon ter viering van de blijde geboorte der Prinses. Onmiddellijk het bekend worden van de blijmare wa- i de straten vol menschen, die zingend door de stad trokken. Des middags vond er een jeugdoptocht plaats, om half acht een buitengewone raadsvergadering, waar de Burgemeester sprak en besloten werd om telegrammen te verzenden aan het Prin selijk Paar en aan de Koningin. Des avonds werd een lichtstoet gehouden, waaraan tientallen vereenigingen met duizenden leden deelnamen. Het bleef nog zeer laat druk de stad. De nationale feestdag verliep veel kalmer. Des morgens was er een dankdienst in de Domkerk. Daarna trok de Genie door de stad. 's Middags heeft de Postfanfare eeu marsch door de stad gemaakt. In de zittin gen van de Rechtbank, het Kantongerecht en den Centralen Raad van Beroep werd het blijde feit herdacht. Des middags was het zeer druk op de Stadhuisbrug waar mu ziek weerklonk uit de groote luidsprekers. Des avonds vond een dankdienst plaats in de (Geref.) Oosterkerk. Het stadhuis was fraai versierd. Des avonds was het verlicht evenals de Dom toren, en het Postkantoor en verschillende particuliere gebouwen. Om negen uur werd een vreugdevuur ontstoken op het Leidsche Veerterrein door den Rector Senatus Vete- ranorum van het Utrechtsche Studenten corps. Het bleef ook gisteravond nog lang zeer druk in de straten van zingende en feesten de groepen. EEN DAG VAN BLIJDSCHAP TE ARNHEM ie te Arnhem ditmaal hoog opgelaaid, veel sterker dan we het bij vorige gelegenheden hebben gezien. Nu de spanning eenmaal gebroken was, heeft men los en vroolijk zijn vreugde gevierd. Het heeft zich geuit in Oranjclol, waarvan de klanken uit de restaurants en café's luid ruchtig de straten vulden en ook in de toe getakelde jongelui, getooid met allerlei dwaze, zoo niet afgrijselijke, versierselen, die hossend en schreeuwend „echt lol" had den. Maar er is ook op andere wijze feestge vierd met den diepen ondergrond van dank aan God, Die de band met Nederland en Oranje weer had verlengd. We hoorden dat in de dankdiensten, die in onderscheidene kerken gehouden werden of ook wel in de officieele herdenkingen. Vol muziek De stad is zoo ongeveer heel den dag vol muziek geweest In de morgenuren werd een marsch van de 8e en 19e Regimenten Infanterie gehouden, die heel wat volk op de been bracht. 's Middags om drie uur hebben alle Arn- hemsche muziekcorpsen muzikale wandelin gen gemaakt door verschillende deelen der stad en elk corps had achter zich een flink getal jeugdige hossende menschen, die de straten vervulden van hun juichkreten. Officieele herdenkingen van de geboorte van ons Vorstenkind wer den in den morgen allereerst gehouden in 't Paleis van Justitie, alwaar de Rechtbank in het Gerechtshof in speciale zittingen bijeenkwam Verschillende officieele perso> nen werden daarbij opgemerkt uit burger lijke en militaire kringen. De rechtbank werd gepresideerd door den vice-president mr J. H o u w i n k, die in een korte rede de gevoelens van de rechterlijke macht vertolkte, ter-wijl mr J. W. T. Do' n a t h zich namens de balie bij deze rede voering aansloot. Voor het Gerechtshof sprak de president der civiele kamer mr G. v d Flier, terwijl de deken van de Orde van Advocaten, mr B. H. Everts, namens de balie sprak. De ontvangst ten gemeentehuize in dea avond van gister heeft zeer velen naar net Duivelshuis gevoerd om aan het gemeente bestuur de gelukwensclien aan tè bieden en de felicitatieregisters te teekenen. Het vol ledig college van B. en W. ontving hier talrijke personen en afgevaardigden van cor poraties. Men defileerde voor het college en de stroom werd via de raadszaal naar de trouwzaal geleid, waar verversohingen wer den aangeboden. De feestverlichting te Den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5