VIM
UIT OOST- EN WEST-INDIE
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
WOENSDAG 2 FEBRUARI 1938
EERSTE BLAD PAG. s
NVv.h. J. GILTAY ZN
BOEKBINDERIJ
RONDBLIK
OP DE LANGE BAAN
iVifET de hervorming van den volken-
bond wil het nog steeds niet bijster
vlotten. De zoogenaamde commissie van 28,
wier speciale taak het is, deze hervorming
voor te bereiden, heeft ook gisteren zich
weer met besprekingen beziggehouden,
welke zich voornamelijk concentreerden
rond het befaamde artikel 16, de zoo
genaamde sanctie-paragraaf Het zijn in
het bijzonder de neutrale mogendheden,
o.a. de Oslo-staten, die zich om dit artikel
bekommerd hebben, daar zij het als een
toekomstig struikelblok aanzagen, en zelfs
als een hinderpaal voor hun eigen veilig
heid en vrede. Deze staten hebben uit de
spannende dagen van het Italiaansch-
lAbessijnsche conflict een heugenis over
gehouden, welke niet spoedig zal verblee-
ken. De internationale hemel kondigde toen
storm aan. en zij die anders geen schade
zouden hebben beloopen, daar zij ver ver
wijderd waren van het tooneel van de
ramp, dreigden destijds daarin op indirecte
manier te worden betrokken, dank juist
deze sanotiemaatregelen. Men kan een
waardig lid van de Geneefsche gemeen
schap zijn, en zelfs een zeker optimisme
met zich meedragen aangaande de toe
komst der internationale bemiddeling, en
toch de oogen wijd open hebben voor de
risico's van onberaden, ongemotiveerd in
ternationalisme. Het sanctie-artikel, zoo is
dezer dagen te Genève terecht betoogd, is
nog nimmer integraal toegepast, omdat
steeds de wal het schip bleek te keeren.
Het kan daarom beter op non-actief wor
den gesteld, gelijk men de veiligheidspal
van een revolver overzet, om alle risico
.voor den drager daarvan te vermijden.
De Fransche woordvoerder Paul Boncour
heeft het tegenoverliggende standpunt niet
zonder succes weten te verdedigen. Hij on
derstreepte in zijn rede, dat niemand auto
matisch tot deelname aan sanctiehandelin
gen is gebonden, tenzij een volstrekt een
parig besluit in deze richting wordt geno
men. Deze eenparigheid, zoo liet Boncour
doorschemeren, is in de naaste toekomst
niet te verwachten. Waarom zich dan kop
schuw toonen en een artikel uit het hand
vest schrappen, dat als het internationale
leven verder is geëvolueerd, te eeniger tijd
nieuwe en betere diensten zou kunnen be
wijzen?
Er zijn dagen geweest, dat men over
deelneming aan sancties wat minder libe
raal dacht, toen men zulks eenvoudig een
moreele verplichting achtte, of althans een
noodzaak, die uit internationale belangen
en vriendschappen voortsproot. Zullen deze
dagen wellicht nog eens terugkeeren? De
commissie van 28 verkeert hieromtrent in
even groote onzekerheid als ieder ander.
iVandaar dat zij haar arbeid voorloopig zal
laten rusten, tot na September a.s., ten
einde eerst nieuwe instructies bij de vol
kenbondsvergadering op te doen.
„De wereld is krankzinnig
geworden"
De Amerikaansche Senaat verontrust
Bij de debatten in den Amerikaanschen
senaat over de buitenlandsche politiek der
.vereenigde Staten heeft Borah een waar
schuwing doen hooren tegen een herhaling
,van „de dingen, die den wereldoorlog ver
oorzaakt hebben".
„De wereld", aldus Borah, „is krankzin
nig geworden. Dat is ook te wijten aan het
feit, dat de indruk gevestigd wordt, dat
'Amerika en Engeland in gemeenschappelijk
overleg hun vlootbewapening versterken.
Hiram Johnson, democraat (Califor-
nië), vroeg van de regeering een ophelde
ring omtrent de buitenlandsche politiek,
opdat „de groote ongerustheid omtrent de
toekomst weggenomen worde".
Roosevelts rede in Chicago aangaande
het in quarantaine plaatsen van aanvallen
de mogendheden verwierp hij evenals Pitt-
mans poging, om de buitenlandsche poli
tiek der regeering te rechtvaardigen als
een politiek van „non interventie". Vol
gens hem is het gevolg van de mislukking
der Brusselsche conferentie geweest, dat de
Vereenigde Staten geworden zijn „een be
dreigende natie, die haar bedreigingen niet
heeft ten uitvoer gebracht".
Volgens Borah dreigt de vloot-wedloop
tot een situatie te leiden even noodlottig
als die van vóór den wereldoorlog.
DE HERVORMING VAN
DEN VOLKENBOND
Het veel-omstreden
sanctie-artikel
Een rede van Paul Boncour
Gisteren heeft de commissie van 2S voor
de volkenbondshervorming een rede aan
gehoord van den Franschen staatsman
Paul B o n c o u r. Boncour betoogde o.a.,
dat het tragische van den tegenwoordigen
toestand is, dat juist enkele landen, die
vanaf het begin door hun volkenbondsgeest
hebben uitgemunt, thans ageeren tegen
het bekende sanctie-artikel, waarmee zij
de uit den bond getreden staten in het
gevlij komen.
Boncour erkende ten volle het falen van
artikel 16 in de practijk en was het geheel
eens met professor Rutgers, dat dit
falen nauw verband houdt met de misluk
king der ontwapeningspogingen. Hij ver
heugde er zich over, dat Unden en Rut
gers, in tegenstelling tot den Zwitser-
schen gedelegeerde, erkend hadden, dat
men moet blijven streven naar de ver
wezenlijking van het beginsel van de col
lectieve veiligheid.
Paul Boncour
Boncour zeide ook ten volle te begrijpen
de huivering der kleine staten voor hun
verplichting tot economische sancties, die
hen in een oorlog zou kunnen betrekken,
waarbij hun eigen belangen rechtstreeks
op het spel zouden staan. Boncour achtte
echter die vrees der kleine staten onge
grond, daar de regel van de eenstemmig
heid bestaat zoowel in den volkenbonds
raad, waar steeds een vertegenwoordiger
van de groepen der kleine staten zitting
heeft, als in de algemeene vergadering, dio
voor iedere kwestie van sancties pleegt te
worden bijeengeroepen.
Boncour herinnerde voorts er aan, dat in
het geval van de toepassing der sancties
tegen Italië de coördinatie-commissie aan
alle staten gelegenheid had geboden, mede
te deelen, hoever zij meenden met de toe
passing der sancties te kunnen gaan. "Don-
cour verzekerde aan de kleine staten, dat
deze practijk van 1935, die de individueele
vrijheid van beoordeelen der staten eerbie
digde, ook in de toekomst zal moeten wor
den nagevolgd. Hij hoopte, dat de kleine
staten door deze verklaring zouden zijn ge
rustgesteld en niet langer op schrapping,
of buiten toepassing stelling van artikel 16,
uit het volkenbondsverdrag zouden aan
dringen.
Boncour sprak als zijn overtuiging uit,
dat economische sancties op den duur van
beslissende beteekenis in den oorlog zullen
zijn daar, naar de meening van de mili
taire deskundigen, een moderne oorlog niet
meer door plotselinge verrassingen snel
zal kunnen gewonnen worden. Daarom
deed Boncour een beroep op allen, om in
de tegenwoordige ernstige omstandigheden
den wereldvrede te dienen door de hand
having van de bepalingen over de econo
mische sancties in het volkenbondsverdrag.
Daar de tijdsomstandigheden niet
gunstig zijn voor een beslissende be
spreking van het onderwerp, besloot de
commissie vervolgens zich te verdagen,
totdat de volkenbondsvergadering haar
nieuwe richtlijnen zal hebben verstrekt.
Dit zal in geen geval vóór de volken
bondsvergadering van September ge
schieden.
HET GETORPEDEERDE
BRITSCHE KOLENSCHIP
Engeland versterkt zijn
patrouillediensten
Het Britsohe kolenschip, dat vracht
voer voor de Spaansohe republikeinsche
regeering- en door een duikboot in den
grond is geboord, blijkt de „Endymion"
te heeten. In Londen is men over dit
gebeuren zeer verstoord en spreekt men
zelfs van zeerooverij, een gevolg echter
van het feit, dat de Britsche regeering
steeds heeft geweigerd Franco's kust-
blokkade te erkennen. Maatregelen zijn
reeds genomen om de Britsche patrouil
lediensten te versterken.
In verband met het torpedeeren van het
Britsohe schip „Endymion" heeft de Spaan-
sche ambassade te Londen een verklaring in
de Britsche pers gepubliceerd, waarin wordt
gezegd, dat de Spaansche regeering ont
kent, dat de vloot van Franco over onder
zeeërs beschikt, aangezien bij het uitbreken
van den burgeroorlog alle onderzeeërs in
handen van de regeering zijn gebleven. Men
herinnert evenwel aan de verklaring van
Queiipo de Llano op 9 Sept 1937, dat de
rechtschen vier onderzeeërs hadden ge
In de verklaring wordt hieraan toege
voegd, dat het toch voor de geheele wereld
duidelijk is, dat de onderzeeërs, die derge
lijke daden van zeeroof begaan in de Mid-
dellandsohe Zee, Italiaansche schepen moe
ten zijn. De Spaansche regeering is ver
wonderd, dat de buitenlandsche inmenging
ten gunste van de rechtschen in dergelijke
mate wordt toegestaan, dat belangrijke
vlooteenheden ter beschikking worden ge
steld.
De Spaansche ambassadeur te Londen
heeft op het Foreign Office een nota over
handigd, waarin wordt geprotesteerd tegen
de hernieuwde hulp ter zee van de Italiaan
sche regeering aan Franco. „Hierdoor wor
den de internationale overeenkomsten ge
schonden. De Spaansche regeering beschul
digt Italië, de torpedojagers „Aquila" en
„Falco" aan Franco te hebben gegeven, de
schepen voeren thans den naam „Velasco
Ceuta" en „Velasco Melilla". Evenzoo zijn
de torpedojagers „Allessandro Powerio" en
„Guelielmo Pepe',, alsmede de Italiaansche
onderzeeërs „Mola" en „San Jurjo" aan
Franco gegeven. De beide onderzeeërs liggen
te Solier ^Majorca).
Geen Italiaansche duikbooten
Te Rome is van bevoegde zijde meege
deeld, dat de Italiaansche duikbooten de
Italiaansche territoriale wateren niet heb
ben verlaten. Zulks naar aanleiding van ge
ruchten, als zou de „Endymion" door een
Italiaansche duikboot zijn getorpedeerd.
LEVERDE BELGIE OORLOGS
MATERIAAL AAN SPANJE?
Minister Marck weerlegt beschuldigingen
De Belgische minister van P. T. T.,
Marck, heeft gisteren in de Belgische
Kamer geantwoord op de van Rexisti-
sche zijde gedane beschuldigingen tegen
den socialistischen minister Wauters
en den gewezen liberalen minister Jas-
par, volgens dewelke dezen zich des
tijds met de leverantie van vliegtuigen
en ander oorlogsmateriaal aan rood
Spanje zouden hebben bezig gehouden.
De heer Marck zeide o.a., dat op 12 Aug.
1936 de Belgische luchtvaartmaatschappij
Sabena van een Nederlander, Parel, eet
voorstel ontving voor het aan hem verkou-
pen van twee a drie gedeklasseerde Fokker
toestellen. Deze zouden volgens Parel voor
Zuid-Afrika bestemd zijn geweest.
Drie vliegtuigen werden aan den Neder
lander verkocht Op 19 Augustus 1936 werd
evenwel een koninklijk besluit afgekondigd,
volgens hetwelk de export van vliegtuigen
van een exportvergunning afhankelijk werd
gesteld. Deze vergunning werd niet aan den
Nederlander verleend. De vliegtuigen bevin
den zich thans nog in een loods op 't vlieg
veld van BrusselHaren.
Op 23 December 1936 werd door een ge-
rechterlijke actie, gevoerd op verzoek van den
Spanjaard Bolanos van de Sabena terugbe
taling geëischlt van 750.000 francs, de
koopsom van de drie vliegtuigen, welke voor
rekening van Bolanos waren gekocht Achter
af bleek, dat Parel eigenlijk maar 600.000
francs betaald heeft en 50.000 francs com
missie per vliegtuig had geëisóht.
Het verzoek van Bolanos werd herhaalde
lijk van de hand gewezen.
De minister concludeerde, dat geen enkele
politieke personaliteit zich in deze kwestie
gecompromitteerd heeft
Hierna kwamen ook minister Wauters
en oud-minister Ja spar hun optreden in
deze zaak verdedigen.
Tenslotte verklaarde minister-president
Janson, dat de Rextèten een laakbare daad
hebben begaan met documenten te publi-
ceeren, welker herkomst zij niet willen be
kend maken.
GERUCHTEN ROND
VON BLOMBERG
Hij zou aftreden als
minister van oorlog
In sommige Berlijnsche kringen is men
van meening, dat generaal-veldmaarschalk
Von Blomberg, de Duitsche Rijks
minister van oorlog, die op het oogenblik
met verlof in Italië vertoeft binnenkort
zijn functies zou gaan neerleggen. Zulks
zou verband houden met het huwelijk dat
Von Blomberg heeft aangegaan, en
dat in bepaalde kringen misnoegen heeft
gewekt Van officieele zijde verklaart men
intusschen, dat alle deze geruchten voor
barig zijn. Wel verluidt, dat Adolf Hitler
den laatsten tijd herhaaldelijk geconfereerd
heeft mot de liooge leiders der rijksweer,
o.a, Fritsch, Raeder en met generaal Keitel,
Blombergs voornaamsten medewerker.
Vijftien jaar fascistische militie
Gisteren heeft Rome den vijftienden ver
jaardag herdacht van de fascistische mili
tie. Een aantal militie-bataljons en leger
de legaties defileerde in den nieuwen parade
pas langs M u s s ol i n i, dio vervolgens de
onderscheidingen uitreikte en in een korte
toespraak er zijn tevredenheid over betuigde,
dat de militie een gesloten massa vormt
„Gedurende de 15 jaar van haar bestaan",
aldus de duce, heeft zij in Libye, in Abessy-
nië en in Spanje haar bloed vergoten en
bladzijden van roem geschreven.
Sprekende over den nieuwen paradepas
zeide Mussolini: „De tegenstanders van
Italië beweren, dat deze pas de duidelijkste
uiting is van een zuiver militaristischen
geest. Dat doet Italië genoegen, want juist
daarom is de pas ingevoerd".
Tenslotte wendde de duce zich in zijn
door de radio verspreide toespraak recht
streeks tot de Italianen in Spanje met de
woorden:
„Het fascistische Italië is sterk. Het beert
veel wapenen en nog meer mannen, cxm die
wapenen te bedienen. Plet heeft één opper
bevel en een gestaalde wilskracht.
Italië eerbiedigt ieders belangen, doch het
is bereid zijn vrede en zijn toekomst tegen
ieder te verdedigen".
Een anti-Duitsche expositie
te Parijs
„Vijf jaar Hitler-regime"
De Duitsche pers houdt zicih uitvoerig
bezig met een anti-Duitsohe tentoonstelling,
welke gisteren te Parijs is geopend, en die
„Vijf jaar Hitler-regime" heet Zij protestee
ren scherp tegen deze zoogenaamde exposi-
tie, welke door het beruchte Thaelmann-
eomité is georganiseerd en met den steun
van verschillende groepen van 't volksfront
is tot stand gekomen.
„Deize nieuwe Hetz-campagne", aldus het
„Berl. Tageblatt", „wordit gefinancierd met
gelden van het volksfront, waarmede de
nieuwe regeering Chautemps zich solidair
heeft verklaard.
De Fransche regeering laat hier een hoogst
gevaarlijk spel met zich spelen, waarvan zij
zeer zéker te gelegener tijd rekenschap zal
moeten geven".
De „Berl. Lokal Aruzeiger" sdhrijft: „Dergc
lijke (tentoonstellingen zijn niet enkel een
onbeschaamde provocatie van het Duitsche
rijk, maar tensloitte een beleediging van
het Fransche volk, dat met het Duitsdhe m
vrede leven wil"...
0cReu*enbui is heel yoordel,g/
U krijgt het dubbele
en U betaalt minder
reinigt alles
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
ALG. BURGER-ZIEKENFONDS
Opgericht April 1902 - Telefoon 117970
's-Gravenhage, L. Copes v. Cattenbargb 80
Afd. Ziektekostenverzekering
Nieuwe wijze van verzekering tegen de
kosten van ziekte, ziekenhnisverpleglng
en operatie. Geheele particuliere behan
deling met vrije kenze van artsen,
apothekers, specialisten en ziekenhuizen.
PROSPECTUS OP AANVRAGE
Vertegenwoordigers(sters) gevraagd
DE TOESTAND IN PALESTINA
Een bloedig treffen nabij Jenin
Talrijke Arabieren gewond
of gedood
Uit Jeruzalem wordt gemeld, dat in het
Jenin-distriot hevige gevechten hebben
plaats gehad tusschen Engelsche troepen
en gewapende Arabische strijders. De strijd
begon 's avonds, vond den geheelen nacht
voortgang en was ook den volgenden dag
nog niet beslist. De Engelsche soldaten pro
beerden de Arabieren met hulp van tanks,
vliegmachines, schijnwerpers en raketten
te omsingelen, doch dezen weerden zich
met taaien heldenmoed. In hun rijken zouden
meer dan twintig dooden zijn gevallen en
een zeer groot aantal gewonden. De meeste
bendeleden zouden Arabieren van Syrische,
Transjordanische of Iraksche herkomst zijn
Men meent, dat de Arabische francs-
tireurs versterking hebben ontvangen van
de bevolking der dorpen, die zich onttrok
ken heeft aan de collectieve straffen, welke
aan die dorpen zijn opgelegd. In het Jenin-
district, waar alle telefoonverbindingen
verbroken zijn, zijn 300 Arabieren gearres
teerd,
De Britsche troepen omsingelden de drie
dorpen Arara, Ajoun en Yamoen, die van
bijzondere strategische beteekenis zijn.
Verplaatsbare radioposten zijn opgesteld,
waardoor de samenwerking der verschil*
lende eenheden verbeterd wordt.
Volgens de „Jerusalem Evening Press"
heeft de grenspolitie aan de Syrisch-Pales*
tijnsche grens eenige vrachtwagens met'
wapens in beslag genomen.
Ook in het district van Jericho is het tot
botsingen gekomen. Een Arabier en ver
scheiden inlandsche politie-agenten werden
gedood.
De Fransche C.S.A.R.-affaire
Twee luitenants-kolonel gearresteerd
De luitenants-kolonel van het Fransche
leger Benoit en Cachier, die beide tot
de reserve behooren, zijn gisteren gearres*
teerd, verdacht van medeplichtigheid aan
de C.S.A.R.-affaire.
In hun woningen zouden bijeenkomsten
gehouden zijn. Zij worden beschuldigd van!
medeplichtigheid aan het onrechtmatig in*
voeren van wapens en het ongeoorloofd be»
zitten van springstoffen.
Een hond maakt jacht op kindereiï
Tientallen kinderen gebeten
In de Duitsche grensplaats Gogh is Zater
dag een groote herdershond een meisjes-
scnool binnengedrongen. Het woedende dier
viel de kinderen aan en beet ze, waar hij
maar kon. Tien meisjes werden als het ware
met wonden overdekt. Zij moesten naar het
ziekenhuis worden vervoerd. Daags tevoren
had hetzelfde beest op straat drie andere
schoolkinderen aangevallen, die eveneens ter
verpleging moesten worden opgenomen.
Het merkwaardige van het geval is wel, dat
deze zelfde hond een week geleden te Hulm
in een schoollokaal is binnengedrongen en
daar meer dan twintig kinderen gebeten
heeft. Maar het meest verwonderd is wel,
dat dit gevaarlijke dier Zaterdag nog niet
doodgeschoten was.
De heer Philips in Indië
MEDAN, 31 Januari. (Aneïa). Een verte
genwoordiger van Aneta aan boord van de
„Christiaan Huygens" een onderhoud met
dr. A. F. Philips, directeur van de Phi
lips Fabrieken, die eenige dagen in Deli zal
vertoeven en een bezoek zal brengen aan
autoriteiten en sultans, terwijl hij ook ver
schillende ondernemingen zal bezichtigen.
Daarna zal hij naar Padang doorreizen,
waarna dr. Philips via Benkoelen en ver
moedelijk Palembang naar Java gaat, oim
zijn opwachting te maken bij den gouver
neur-generaal.
De heer Philips zal besprekingen voeren
met diverse autoriteiten waarna hij via
China, Japan en Galifornië over New-York
naar Nederland terugkeert, waar hij in Juni
weer hoopt te arriveeren.
De heer Philips verklaarde onder meer,
dat veel aandacht zal besteed worden aan
radiokwesties in Indië, waarbij vooral ook
de radio-ontvangst in Noord-Sumatra, wel
ke volgens bekomen adviezen verbeteringen
behoeft, de aandacht' heeft. Ook zal gelet
worden op den inheemschen omroep in het
algemeen, waarvoor contact zal worden ge
zocht met de inlandsche radiofederatie, ter
beoordeeling in hoeverre plannen tot verbe
tering van de Phoho-ontvangst door opstel
ling van een nieuwen sterken, gerichten
kortegolf-zender te Eindhoven te verwezen
lijken is. Hiervoor zullen directe uitgaven
van circa f 250.000 noodig zijn.
De heer Philips, over den algemeenen
economischen toestand sprekende, meende
dat optimisme gerechtvaardigd was. Hij
achtte de huidige inzinking slechts van zeer
tij de lijken aard.
Ontploffing aan boord
van de „Reael"
Twee stokers het slachtoffer
Zondagmorgen heeft aan boord van het
s.s. „Reael" van de K.P.M. een zeer ernstig
ongeluk plaats gehad, dat reeds één men-
schenleven heeft gekost, terwijl voor het le
ven van een tweede slachtoffer gevreesd
wordt, lezen wij in het B. N.
De „Reael" lag toen het nog donker was
reeds voor Priok en wachtte het daglicht'
af om de haven binnen te loopen.
De stoom voor de machine der „Reael"
wordt opgeleverd door twee waterpijpketels,
waarin een druk van 14 atmosfeer. Twee
Inlandsche stokers bevonden zich bij een
der ketels, toen juist de pijp zich met een
knal begaf. Met een geweldige kracht spoot
de stoom uit het lek; de ketel liep leeg en
de twee ongelukkige stokers kregen een
goed deel van de stoom, welke een tempera
tuur van 350 gr. C. had, over zich. Het toe
gesnelde macihinekamerpersoneel vond de
tfwee zwaar verminkte stokers, die naar eeii
veiliger plaats werden gedragen.
Voor een der slachtoffers heeft de hulp
der doktoren niet meer mogen baten: hij is
denzelfden dag in het K.P.M.-ziekenhui3
overleden.
Ook het andere slachtoffer is deerlijk mef
brandwonden overdekt; voor zijn leven werd
gevreesd.
Een ontsnapte moordenaar
weer gevat
Naar de Deli Crt vernam heeft de Veld*
Politie te Siantar een Javaainsche koelie ge*
arresteerd, die een-en-twintig jaar geleden!
nabij Tandjong Balei een moordaanslag
pleegde op een Europeeschen assistent, ten
gevolge waarvan deze overleed.
De koelie werd toen veroordeeld tot een
langdurige gevangenisstraf, doch wist na
vijf jaren te ontvluchten en was sedert dien
spoorloos verdwenen.
In 1917 werd op de kebon Poelahan (Tand
jong-Balei) de assistent, de heer de Vries,
door een Javaanschen koelie Taib doodelijk
gewond. De koelie was ontevreden over de
hem toebedeelde, portie rijst en ging zijn be
klag indienen bij den heer de Vries.
Er ontstond een twist, waarbij de koelie
zijn pisau blati nam en den assistent doode
lijk verwondde.
De landraad van Tandjong Balei veroor
deelde Taib destijds tot vijftien jaar gevan
genisstraf en men zond dén man als dwang
arbeider naar Maes (Makassar), waar hij in
902 ontvluchtte. Gedurende vele jaren hoor
de men niets meer van Taib totdat de veld
politie te Siantar dezer dagen het een en
ander over hem vernam, dat een verder on
derzoek rechtvaardigde.
Taib werd gearresteerd en bekende ten
slotte de ontvluchte dwangarbeider te zijn-
én U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Eiken dag moet uw lever een liter gal ln de In
gewanden doen vloeien. Wanneer de galafachelding
onvoldoende is. wordt Uw voedsel niet verteerd, het
bederft. Er vormen zich gassen in Uw lichaam. U
raakt verstopt. Uw organisme wordt vergiftigd en
U wordt humeurig en loom. U ziet alles zwart.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmid
delen: een geforceerde stoelgang neemt de oor
geheel herstelt. Een plantaardig, zacht, i
troffen middel om de gal te doen vloeien.
Elscht Carter's Leverpilletjes, verkrijgbaar bU
apothekers en drogisten ln flacons van 0.76.
Meester begreep: ditmaal waren het niet Kobus' hersenen,
'die bevrediging zochten; ditmaal vroeg zijn hart.
„Je weet even goed als ik, Kobus, dat de Bijbel ons van
geen vagevuur spreekt. Het is den mensch gezet eenmaal te
sterven en daarna het oordeel".
„Ja, ja, ik wéét et, maar benne dan al die Roomsche gek,
'die d'r in geloove? God is toch barmhartig"?
„Vind jij het barmhartig, Kobus, iemand, die hier de strijd
gestreden heeft daarna opnieuw in ellende te brengen? Me
dunkt het moet een ontzettende gedachte zijn, het lichaam
van een van je dierbaren te zien in de rust des doods en dan
te gelooven dat de ziel op hetzelfde oogenblik door helsche
smarten wordt gepijnigd. Denk eens aan je vader, die"
„Meester et gaat om hém, om hem die hier in dut graf zei
legge. Meester, wat motte me nou van hém geloove"?
„Oordeelt niet, laat de dooden rusten".
„Ja, maar meester, zie je, ik hoop dat ik d'r geen zunden
an doen, maar ik kom d'r nie over uitgeprakkezeerd. De man
heb van z'n jonge jare of gezaid, dat ie bekeerd was en hai
kon toch zo getuige, meester, hai was zo thuis in de Schrift."
„Hij wist die anders ook wel eens heel onschriftuurlijk te
.verklaren", kon meester niet laten te zeggen.
wLa da zo zain, maar meester, hai hait anders de weg na de
hemel geweze. Me aige vader, o meester, daar mos ie bai ge
weest zain. De man had et 'zo benauwd met z'n aige en wat
de domnee ök zee et gaf allegaar niks. Toe kwam Hannes.
Die heb met 'm gepraat en gebeje, meester je wier d'r koud
van, zo mooi as de vent prate kon. En wat een vraimoedegait.
Hai was nog jong, amperan dertig en me vader was de
zeuventig gepasseerd, maar meester zoo zeker as ik weet,
dat de Heere me vader hait opgenome, zoo zeker weet ik, dat
Hannes em de weg geweze hait. En as ie dan denk an al da
geknoei met die broje en as ie dan hoort hoe die gezope hait,
meester dan wor je d'r beroerd van. Je weet misschien wel,
hoe die main een keer hait offebekt. Ze zegge hier wel, dat
ik toe ben offedrope, omdat ik niks kon terugzegge, nee
meester da was et 'm nie. Ik zee: „Hannes, zee ik, jai hoort
nie in dé kroeg. Jai mos toch wete, da geen dronkaard et
Koninkraik der Hemelen ken beërreve. Ik meenden et goed,
meester, ik doch om me vader en ik doch: Kobus. ök een
kind Gods ken ofdwale, jai mot em waarschouwe. En toen,
meester, toe zee die: man. zee die, durf jai je vuile vingers
uitsteke na main? As jai Gods volk anraak, dan raak ie Gods
oogappel an, denk daar maar om. Och meester, hai zee nog
veul meer, van de toorn Gods, die op me zou neerdale, nou
ja, je weet wel. Toe ben ik vort gegaan, want ik doch; as ik
nog meer zeg, zait hai ök nog meer en dan bezundigt ie z'n
aige nog erreger. Kaik, meester, en nou ken me dat ök nog
weer spaite".
„Je bedoelt, dat je hem niet genoeg gewaarschuwd hebt?
Hannis is vaker gewaarschuwd dan enkel die keer door jou,
dat weet ik".
„Och ja, dat ken wel en da doet er ök aigeluk niet toe.
,.'t Blaift voor main maar de vraag: wat mö je van zoo'n man
denke. Zie je, voor zoo'n man hoop ik op een vagevuur".
t.En ik hoop, dat hem zijn zonden vergeven zijn. Hannes"!
„O, wat dattan betreft, netureluk meester! Maar die worre
je toch enkelt maar vergeve as ie berouw toont. Zoowat hebbe
me van Hannes nie gehoord. Die is zoo rustig gesturreve, as
tie geleefd hait en as z'n vrouw nie zo van de kook was
geraakt, dan had enkelt de dokter kenne zegge, wat ie ge-
mekeerd hait. Meester, as ie bekeerd ben, dan mö je d'r maar
nie zoo op los leve. Wie de weg des Heeren geweten hait, hè,
die kreigt dubbelde slage. Vergeving hebbe we noodig, ne
tureluk, maar me motte ök goed make, wa we misdeje. As die
tollenaar zait, dat ie et gestolene vierdubbelt zei teruggeve,
wordt em toch ök nie gezaid, dat ie et wel houwe mag. Teuge
andere zou ik et nie graag zegge, meester, maar jai ben geen
prater en et mot me van me gemoed: Hannes was een dief en
dronkaard en hai gong wel zonder berouw. Ik ken nie geloove,
da zoo eentje maar regelrecht na de hemel gaat en ik ken ök
nie geloove, dat ie in de hel is."
,,'t Doet er ook niet toe, wat wij van hem gelooven, Kobus.
„Al weten wij niet van Hannes' berouw, toch kan er dat wel
geweest zijn. Als zijn laatste gedachte een gebed om vergeving
was zal geen mensch dat ooit weten, maar dan is het door
God gehoord. Ook voor de zonden van Hannes heeft Christus
geleden. En nogmaals, Hannes, laat de dooden rusten, laat
het oordeel aan God. Wat weten wij van onzen medemensch?
Alleen dat, wat we zien. We weten niet, hoe zwaar de strijd
was, die Hannes te strijden had; we weten wel, hoe vaak
hij viel en niet hoe vaak hij de verzoeking weerstond. Dat weet
God alleen en Hij meet met andere maat dan wij.
Wat het vagevuur betreft, man, ook ik geloof aan een
vagevuur, maar dan een vagevuur aan deze kant van het graf.
In dat vagevuur zijn we, als we onze zonden zien. niet maar
zoo in het algemeen, doch als onze verkeerde woorden, daden
en gedachten een voor een herleven voor ons geestesoog.
Laten we hopen, Kobus, dat de Heere ons dat vagevuur niet
onthoudt. Maar nou moet ik gaan, heuscb, ik kwam om Willy,
Mijn vrouw wacht op haar."
Meester had nog veel meer willen zeggen, maar èn de tijd
èn de aanwezigheid der kinderen drong hem tot gaan. Net
als Kobus, had hij ze enkele oogenblikken vergeten, had niet
gemerkt, dat ze onder het gesprek dicht genoeg bij ge
komen waren, om te kunnen luisteren. Wat zouden ze gehoord
hebben, wat begrepen? Willy's gedachten maar zien af te
leiden, over iets beginnen, dat haar interesseerde, dan vergat
ze het wel.
IX.
„'t Spoor zei dut jaar nog gaan raie", vertelde op een
Januari-avond Piet Zwaanswijk van achter zijn krant.
„Is 't echt".
Die uitroep van vader verwonderde het gezin meer dan het
nieuws, dat Piet vertelde.
„Vader schaint er danig mee in z'n schik te zain", lachte
Piet. „Pas maar op moeder, strakkies wordt ie nog wereld
reiziger".
„Hai neemt een abberement", veronderstelde Jan.
Vader Kobus was er meè in zijn schik. Dat het nou toch
gebeuren zou, juist zooals hij het gevraagd had, juist op tijd
voor zijn jongen.
De oorlog was niet bevorderlijk geweest voor de werkzaam
heden aan de spoorweg. Algemeen had men gemeend, dat er
nog wel een jaartje zou voorbijgaan, eer de trein liep en nu
uiterlijk Augustus zou de lijn geopend worden. Kobus kotf
het in de benauwd warme kamer niet uithouden, hij moest
naar buiten. Hij moest alleen zijn met zijn gedachten en
met God. j
XWordt vervolgd)] J