Het vroegere Hofleven op
Paleis Soestdijk
N
DINSDAG 25 JANUARI 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
Toen Koningin Wilhelmina
en Prinses Juliana klein waren
Een oud-gediende vertelt...
IN deze dagen gaan de herinnerin
gen als vanzelf terug naar den
tijd, toen kindervoetjes in het witte
paleis te Soestdijk trippelden, toen
kinderstemmetjes de hooge zalen
vulden, en er vroolijk gelach klonk
in de vertrekken of, buiten, in de la
nen van het groote park. De oude
inwoners van Baarn en van Soest
halen zich voor den geest hoe het
vroeger geweest is, en als ze vertel
len van de jeugd van Koningin Wil
helmina, en van de jeugdjaren van
Prinses Juliana, dan gaat hun hart
open en merkt de luisteraar de diepe
liefde en vereering, welke er onder
de inwoners van de gemeenten,
waarin de hooge heerlijkheid gele
gen is, leeft voor het Huis van
Oranje
Een oud-gediende vertelt
We hebben een hunner opgezocht, iemand
die vroeger werkzaam was op ipaleis Soest
dijk en hjj heeft verteld van vroeger, uit zijn
eigen ervaring, en uit de verhalen, die zijn
vader hem vroeger placht te doen. En daar
in kwam veel voor over het hofleven zooals
dat vroeger geleid werd op Soestdijk, toen
de Koning nog leefde.
Ruim veertig jaar geleden had het Ko
ninklijk Park, gelegen achter het witte Pa
leis, lang niet in den omvang, waarin het
thans wordt gekend. Het park had afwisse
lend plantsoenaanleg en waterpartijen. In
den grooten vijver was een eiland in 't mid
den en achter den vijver bevond zich een
hooge berg, de Ravensberg genaamd, waar
onder zich de ijskelder bevond. Verder be
vatte het park twee oranjerieën en bloem-
kassen, een watermolen, welke het water,
benoodigd voor het geheele domein opvoer
de en twee watervallen, waarvan de een het
water in den vijver bracht en de andere dit
weer uit den vijver deed wegstroomen. Ver
der was er een menagerie, waarin zich pau
wen, goudfazanten en andere sierlijke vogels
bevonden en een boerderijtje.
Koningin Emma met prinsesje Wilhelmina
- DE WERKLOOSHEID
BEGIN JANUARI
Slechts weinig verschil
met een jaar geleden
Stijging van de reserves
der werkloozenkassen
De directeur van "den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe
middeling deelt mede, dat in de weeik van
3 tot en met 8 Januari 1938 bij gesubsi
dieerde vereenigingen met werkloozenkas
waren aangesloten 546.500 personen (waar
van 73.800 landarbeiders).
Voor de 472.700 verzekerden buiten de
landarbeiders was het werkloosheidspercen
tage 32.5 (in de vorige verslagweek, 20 tot
en met 25 December 1937. was dit percen
tage 29,9).
Voor de 546.500 verzekerden met inbegrip
van de landarbeiders was 't werkloosheids
percentage voor alle verzekerden in de laat
ste jaren a. v. (tussdhen haakjes zijn ver
meld de percentages indien de landarbei
ders buiten beschouwing worden gelaten):
1935 35.7 (34,7),
1936 38.0 (36,6),
1937 35.7 32,9),
1938 35.3 (32,5),
Uit de bij den Rijksdienst bekende
voorloepige cijfers kan worden uitge
maakt, dat in 1937 de werkloozenkassen
bij een gemiddeld aantal leden van
539.000 in totaal aan bijdragen van de
leden ontvingen 7.600.000 gld.
Ten laste van het Rijk en de gemeen
ten ontvingen de kassen in totaal aan
subsidie 11.700.000 gld.
Aan haar werklooze leden keerden de
kassen in totaal uit 14.000.000 gld.
De som der reserves der werkloozen
kassen, die op het einde van 1936
6.700.000 gld. bedroeg, steeg tot 12 mll-
lioen gld. op het einde van 1937.
Bij de organen der openbare arbeidsbe
middeling stonden op 8 Januari 1938 in to
taal 466^598 werkzoekenden ingeschreven,
onder wie 442.525 mannen. Van de werkzoe
kenden waren er 448.277 werkloos, onder
wie 429.965 mannen.
Aan het cultureel werk voor werkloozen
namen blijkens mededeeling van den direc
teur-generaal van, Werkverschaffing en
Na den dood van Koning Willem III, in
1890, werd het park vergroot, zoodat het
achter het Paleis gelegen eigendom bijna
geheel werd afgesloten, met rasterwerk ter
hoogte van ruim twee nieter, zoodat de her
ten binnen .het afgesloten gedeelte moesten
blijven. Hierdoor verviel de vrije wandeling
in het mooie bosoh.
Door deze uitbreiding werd ook in het
park opgenomen het jagershuis, dat voor
dien een uitspanning geweest was, die door
zeer vele vreemdelingen werd bezocht.
Historische namen
De lanen en twee kommen, of kleine vij
vertjes bevinden zich nog in denzelfden toe
stand als vroeger en zijn nog steeds als
vroeger naar overleden vorstelijke personen
genoemd, zooals de Koningin Anna Paulow
nakom, de Prinsessekom. de Hendrikslaan,
de Willemslaan enz.
Koningin Anna Paulowna, grootvorstin
van Rusland, dochter van Keizer Paul, wan
delde er veel. vergezeld van haar lievelin
gen, een zestal Russische honden. In 1865
overleed zij.
Daarna werd Soestdijk bewoond door
Prins Hendrik, den broeder van Koning
Willem III, als deze in Nederland vertoefde.
Prins Hendrik liet er een hertenkamp aan
leggen. waarin tachtig herten van verschil
lende soorten zich bevonden. Later is de
hertenkamp opgeheven, de nog overige her
ten werden naar het Loo overgebracht en
Koning Willem III deed inplaats van de
hertenkamp een plantsoen aanleggen, dat
hij Emmapark noemde.
Na den dood van Koning Willem III ver
viel ook de medagerie.
De Koning als jager
Koning Willem III was een hartstochtelijk
jager Hij had zeven jachtopzieners op Soest
dijk in zijn dienst, die waren aangesteld
voor het heerlijk jaohtrecht van Soestdijk,
strekkende over de gemeenten Eemmes,
Baarn, Soest, Amersfoort en Leusden. De
Koning achtte den arbeid, welken de jacht
opzieners moesten verrichten, zwaar en ge
vaarlijk en hij liet hun dienstjaren dan ook
als Indische jaren (dus dubbel) tellen.
Om beurten moesten de jachtopzienors de
wacht houden bij de inrij hekken.
De jachtopzieners moesten de Prinses
(thans Koningin Wilhelmina) helpen
bij het vissohen in den grooten vijver,
en de Koning zag dan van verre toe. De
gevangen visch moest dan naar het Pa
leis gebracht worden en word daar ge
bakken en opgediend.
De jachtopzieners waren gekleed in groene
uniform met korte broek slobkousen en
hooge laarzen. Als de Koning met zijn rij
tuig met vier paarden het hek kwam binnen
rijden, dan brachten de jachtopzieners geen
militairen doch den burgerlijken groet, door
den hoed af to nemen en de karabijn naast
zich te houden.
Koning Willem III hield ervan om met het
vierspan zeer snel te rijden.
Toen Koning Willem III in 1890 overleed,
bleef eerst alles op den ouden voet voort
gaan in Soestdijk doch later werden lang
zamerhand verschillende dingen gewijzigd.
De Watermolen
In het park bevindt zich thans nog de
watermolen, welke geen dienst meer doet.
Deze molen werd in werking gebracht door
een paard, dat rondom den welput liep, wel
ke zich in het midden van den molen be
vond. Het water werd daardoor in 't reser
voir boven in den molen gedreven en door
buisleidingen naar het Paleis gevoerd.
Bij den watermolen is een hondenkerkhof.
Terrazzo-bedrijf onder controle
De Regeeringspersdienst deelt mede:
De wet van den 22sten April 1937 tot rege
ling van het zelfstandig uitoefenen van be
roepen en bedrijven voor vreemdelingen
(Stsbl. nr. 628) opent, gelijk bekend, de mo
gelijkheid om te bepalen, dat vreemdelingen
nader aan te wijzen beroepen en bedrijven
niet zelfstandig mogen uitoefenen, zonder
dat zij daartoe schriftelijk vergunning heb
ben verkregen.
Na onderzoek der verhoudingen in het
terrazzobedrijf is gebleken, dat er aanlei
ding bestaat dit bedrijf onder de werking
der wet van 22 April 1937 te brengen.
De Minister van Economische Zaken be
sloot derhalve de totstandkoming van een
K .B. te bevorderen, waarbij voor de zelf
standige uitoefening door vreemdelingen
van het terrazzobedrijf een vergunning ver-
plioht wordt gesteJd. Onder terrazzobedrijf
wordt verstaan het bedrijf, bestaande in 't
vervaardigen van kunstgraniet, terrazzo,
kunstzandsteen en andere soortgelijke, door
menging van steenslag (grof en gemalen)
al dan niet uitsluitend met cement, verkre
gen producten.
Het K. B. zal dezer dagen in de Staats
courant worden openbaar gemaakt. Voor
verdere bijzonderheden kan naar dit be
sluit en de in aansluiting daaraan ver
schijnende mededeelingen worden var-
wezen,
HET AARKANAAL
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben aan-
beiSteed het onderhouden van het Aarkanaal
tusschen Rijn en Drecht, met de daarbij be-
hoorende werken, gedurende de jaren 193S
en 1939.
Het laagst werd ingeschreven door C M.
van Deerenberg en Gebrs. A. en P. van Wijk
te Alphen a. d. Rijn voor f 65.000.
DE PARKBRUG TE GRONINGEN
Door het gemeentebestuur van Gronin
gen werd aanbesteed het bouwen van den
onderbouw voor de Parkbrug met bijkomen
de werken. Ingekomen 60 biljetten. Laagste
inschrijfister fa. Meijering te Stadskanaal
met f 23.873.
13.010 21.281
b. werkobjecten (gemiddeld) 1.369 1.467
c. centr. werkplaatsen 2.0S9 2.521
d. kampen x. jeugdige werkl. 1.717. 1.873
Elk van de hondengraven is met een zerk
gedekt, waarin de naam 'en sterfdatum zijn
gegrift.
De Prinselijke paviljoens
Om en nabij het paleis staan een drietal
zomerhuisjes, welke werden gebouwd voor
de Prinsen en Prinsessen. Een dier pavil
joens staat bij de twee wegen nabij hotel
Trier tegenover 't monument van Christof-
fel Pullman. Het is een wit huisie met rie
ten dak, dat ver oversteekt. De beide andere
staan in het gedeelte van het park, dat
vroeger Overboseh genoemd werd. De huis
jes zijn later jagerswoningen geworden.
De ijskelder onder den Ravensberg werd
in het najaar gebruikt o.m het wild, dat
door den Koning en zijn gasten werd ge
schoten, eenige dagen te bewaren en frisch
te houden. Als de groote vijver met een ijs
laag van acht tot tien centimeter dik was
bedekt, dan werd het ijs uitgehakt en in
den ijskelder geborgen. Het ijs werd dan
des zomers in het paleis gebruikt. Toen de
machinale ijsbereiding in zwang kwam,
werd dit afgeschaft,
Na des Konings dood bleven Konin
gin Emma en Prinses Wilhelmina des
zomers het Paleis bewonen en er
heerschte dan steeds een levendige
drukte. Er werden veel tuinfeesten ge
houden en een groot personeel, zoowel
binnen als buiten bet Paleis vond. door
deze drukte werk en brood.
Verschillende neringdoenden uit Baarn
en uit Soest hadden toen belangrijke leve
ranties aan het Hof te doen. Nad'at Prinses
Wilhelmina tot Koningin was gekroond en
was gehuwd, werd het op Soestdijk stiller.
Koningin Emma hield van een rustig
leven, vooral als zij op Soestdijk verbleef.
lederen morgen maakte Zij bij goed weer
een wandeling door het Park, vergezeld
van een hofdame. Tegen het najaar nam
Zij het park goed in oogcnschouw en gaf
dan aaji welke boomen geveld moesten wor
den en welke takken van ander geboomte
moesten worden gekapt, of waar een
bloemperk moest worden aangelegd, of de
oarkaanleg moest worden gewijrigd.
Koningin Emma was een bijzondere lief
hebster van boomen, planten en bloemen.
De bloemkassen werden vaak door Haar
bezocht. Zij kende de meeste soorten en be
hoefde slechts zelden aan den tuinbaas of
aan een der tuinlieden, die in de kassen
werkten, naar een naam te vragen. Zij kon
als Zij gezelschap bij zich had altijd met
groote liefde en veel kennis de bloemen en
planten wijzen. De bloemkassen en de plan
ten moesten er dan ook altijd goed verzorgd
uitzien.
Van de planten kwamen er ook altijd een
groot aantal in het Paleis te staan; vooral
palmen en Kaapsche planten voor groepen,
verder bloeiende, planten en manden, die
regelmatig werden ververscht. Als Konin
gin Emma Haar verblijf op Soestdijk <yi
brak in het najaar en weer naar Den Haag
vertrok, dan werden de. planten weer naai
de kassen gebracht om* daar bewaard te
worden.
Uit de jeugd van Koningin
en Prinses
Een aardige herinnering uit de jeugd
zoowel van de Koningin als van de
Prinses werd ons nog medegedeeld, in 't
volgende:
Nabij de groote bloemenkas heeft destijds
Prins Hendrik, de broeder des konings, die
toen het Paleis bewoonde, een vijvertje ia-
ten aanleggen, bekleed met wanden van
lavasteen, een een waranda er omheen met
fijn latwerk, aangekocht van de wereldten
toonstelling te Brussel. Deze waranda was
geheel door klimplanten begroeid.
In het vijvertje waren altijd des zomers
goudvischjes en ook thans is de visschen-
kom nog in denzelfden toestand aanwezig.
Zoowel de Koningin als klein meisje, als
ook Prinses Juliana toen Zij klein was,
schepten er altijd veel vreugde in om in
dit vijvertje te mogen visschen. Zij deden
dat met een hengel, waaraan een draad
was bevestigd, zonder een haak eraan. Aan
den draad werd wat deeg gedaan en als
dan een goudvischje toehapte en werd op
gehaald, dan had het kleine Prinsesje groot
plezier, waarin de Koningin en de hofhou
ding deelde. Daarna werd het goudvischje
weer te water gelaten. Het had dan niets
geleden omdat er geen haak aan den hen-
In hotel Trier was het altijd zeer druk in
de zomermaanden. Men wilde Koningin
Emma, en Prinses Wilhelmina zien, en la
ter kwam het publiek om Prinses Juliana
toe te juichen, als deze bij Haar Grootmoe
der op bezoek kwam.
Nu is het weer levendig in en om het Pa
leis. De oude personeelleden die genension-
neerd zijn en die hun verdere leven nu
kunnen genieten van een buitengewoon
goed pensioen, gedenken nog met liefde en
groote dankbaarheid aa.n Koningin Emma.
En zij hopen, dat aan Prinses Juliana ge
schonken moge worden de rijke Moeder
vreugde, zoodat er weer kindervoetjes in
het Paleis zullen gaan, en kinderstemmen
de hooge zalen zullen vullen.
Koningin Emma met prinsesje Juliana
SERGEANT SCHOOT
MEISJE DOOD
Was er opzet in het spel?
Verdachte voor den Krijgsraad
te 's Hertogenbosch
Voor den Krijgsraad te 's-Herto-
genbosch werd gister behandeld de
zaak tegen den 21-jarigen J. L. van O.,
geboren te Den Haag, vrijwillig dienst
plichtig sergeant titulair bij de eerste
s oh ooibatterij van het regiment motor-
artillerie te Naarden, thans gedeti
neerd in het Huis van Bewaring te
Den Bosch. Van O. heeft op 25 Septem
ber van het vorig jaar, in het wacht
lokaal van de Promers-kazerne te Naar
den het meisje H. ten Elzen met een
pistool dood gesahoten.
Aan v. O. was primair doodslag ten laste
gelegd en subsidiair dat het aan zijn schuld
te wijten is dat het meisje werd gedood.
Van O. beweerde, dat hij, op verzoek v
het meisje, dat hem in het wachtlokaal
was komen opzoeken, het wapen gedemon
streerd heeft. Hij dacht, dat het pistool on
geladen was en dat de veiligheidspal „goed"
zat. Toen het meisje zeide: „Je durft toch
niet te schieten", heeft hij het wapen afge
trokken. De sergeant ontkende de bedoeling
tot dooden te hebben gehad. Op den middag
van dien dag heeft de sergeant, zoo beweer
de hij, aan den korporaal Wessels de wer
king van de veiligheidspal gedemonstreerd.
Het wapen was geladen. Hij heeft nog tegen
den korporaal gezegd: „Laat ik niet ver
geten de veiligheidspal „goed" te zetten".
Hij heeft daarna het wapen in zijn zak ge
stoken. Misschien is. bij het nemen van 't
wapen uit zijn zak, de pal versohoven.
Als getuigen werden gehoord de soldaten
Ch. Nomes en P. Coolen, die in de kamer
kwamen toen het meisje was gedood. De
sergeant was toen zeer opgewonden en zei
tegen hen: „Wat doet dat meisje ook aan
den revolver".
De auditeur militair Mr J. S. L. A g.h i n a
requisitoir nemend, vroeg zich af of de be
klaagde niet de bedoeling heeft gehad het
meisje opzettelijk dood te schieten. Het
leven van den beklaagde wijst daarop en
ik kan. zoo zeide de auditeur-militair, mij
niet vrij maken van de gedachte, dat de
beklaagde zich van het meisje heeft willen
ontdoen. Ik kan hem dat echter niet bewij
zen en zal mij dus houden aan de kwalifi
catie van dood door schuld.
De psychiater, die een onderzoek heeft In
gesteld naar de geestvermogens van den be
klaagde, is tot de conclusie gekomen, dat
deze verminderd toerekeningsvatbaar is en
daarom niet ten volle aansprakelijk voor
zijn daad.
Hiermede kan de auditeur-militair zich
niet vereenigen, daar beklaagde in het Huis
van Bewaring meermalen blijk heeft ge
geven ten volle toerekeningsvatbaar te zijn.
Hij zal dus ten volle moeten dragen de ge
volgen van het zeer ernstige feit waarvoor
hij terecht staat en z.i. komt den beklaagde
de maximum-straf toe, welke voor dood
door schuld kan worden opgelegd.
Hij eischte negen maanden gevangenis
straf, met ontslag uit den dienst.
Do. verdediging werd gevoerd door Mr L.
Baudoin uit 's-Hertogenbosoh, die naar
voren bracht, dat voor doodslag geen piau
sibele reden bestond en die bij den krijgs
raad aandrong den sergeant van doodslag
Baldadigheid van de jeugd
Een gunstige uitzondering
Het Onderwijsverslag klaagt over
de tuchteloosheid der jeugd in ver
schillende deelen van het land; in
Amsterdam drukken de straatbengels
de brandmelders af en in Den Haag
worden onbewoonbaar-verklaarde wo
ningen vernield.
We hebben uit ,.De Telegraaf' ver
nomen, dat de onderwijzers de eigen
lijke schuldigen zijn, aldus „Het
Schoolblad". Maar als tegenhanger
van deze beschuldiging wijst dit blad
op een missive, door B. en W. van
Kuilenburg gericht tot „de dames on
derwijzeressen en heeren onderwij
zers aan de openbare en bijzondere
scholen" in die gemeente, waarin
letterlijk staat:
„Het doet ons genoegen, uit eigen
ervaring en uit ambtelijke rapporten
te kunnen vaststellen, dat vernieling
van plantsoenen, van boomen en van
gemeente-eigendommen in het alge
meen, door de schooljeugd, in veel
mindere mate voorkomt dan in vroe
ger jaren het geval was. Wij zien
hierin een bewijs van de waardeering
van onze schooljeugd voor de ver
fraaiingen, die, speciaal door het
aanleggen van plantsoenen, in de
laatste jaren tot stand zijn gebracht.
Zelfs is ons meer dan eens geble
ken, dat jongens en meisjes uit de
hoogere klassen de kleineren ver
manen en bestraffen, als dezen bal
dadigheden plegen.
Het is ons een behoefte, daarvoor
onze schooljeugd te prijzen. De oudere
leerlingen doen inderdaad een goed
werk, wanneer zij het gemeentebe
stuur en de politie steunen bij hun
arbeid; zij geven aan de kleineren
op die wijze een goed voorbeeld.
Maar zij geven eveneens een goed
voorbeeld aan de volwassenen
Verder wordt ook dank gebracht
aan het onderwijzend personeel
„voor hun leiding, die ongetwijfeld
dit goede resultaat mede bewerkt
heeft".
vrij te spreken.
Wat don dood door schuld betreft vroeg
de verdediger den krijgsraad den beklaagde
tot een zeer clemente straf te veroordeelen,
waarbij de vier maanden preventieve hech
tenis in mindering worden gebracht.
De Krijgsraad uitspraak doende heeft
y. O. veroordeeld wegens het veroor
zaken van dood door schuld tot negen
maanden gevangenisstraf met aftrek
van vier maanden preventief en ontslag
uit den dienst.
Door gloeiend nikkel verbrand
Twee arbeiders ernstig gewond
Gisteravond zijn twee arbeiders, resp. 18
en 55 jaar oud, tijdens den arbeid in het be
drijf van de N.V. Nederlandsohe Nikkelfa-
briek aan den Distelweg te Amsterdam,
ernstig gewond.
Tijdens het smelten van nikkel, terwijl
deze arbeiders voor den vuurhaard stonden,
kwam er een ontploffing in den oven, ten
gevolge waarvan beiden een gedeelte van de
gloeiende massa over het lichaam kregen en
ernstige brandwonden opliepen aan hoofd
en borst, waarbij ook hun kleederen ver
brandden.
De G. D. heeft beide slachtoffers naar
het Binnengasthuis overgebracht.
VOORJAARSWEELDE
Donderdag j.l. is bij dien heer G. Versteeg
te Dalem bij Gorinohem een lammetje
geboren. Een der eerste voorteekenen vao
de lente.
ROFFELRIJMEN
'T IS ERG
Juffrouw Jansen weet het zeker:
't Heeft betrekking op de maan.
Als het strakjes nieuwe maan is
Doen dan manr oranje aan!
Juffrouw Dirksen weet nóg vaster
(Had ze 't niet bij iederkind?
Net als bij gewone menschen
Komt het bij' een hooge wind!
Juffrouw Snep let op de leeftijd:
Naar zij zeker weten kan
Wordt het Zaterdag, niet eerder;
Heusch, je kan der van op an!
Driessen houdt het met de sterren:
Jupiter in samenstand
Met de zon, op neeg'nentwintig
Zondag is het feest in 't land!
Harisen is niet bijgeloovig,
Werkt alleen op z'n gevoel:
Dat het Vrijdag moet gebeuren
Is zoo zeker als die stoel!
Gerritsen (al twaalf keer opa)
Maakt er niet zoo'n omslag bij:
't Wordt de tweede Februari,
Absoluut, geloof hem vrij!
Ja, zoo zou ik vier kolommen
Rustig verder kunnen gaan,
Maar ik denk dat we elkander
Met wat minder ook verstaan.
Als er ooit brutaal gejokt is
En gegokt met gulle hand,
Is het wel in deze dagen,
In ons pooplend vaderland.
(Nadruk verboden) LEO LENS
De sluisdeuren in Vreeswijk
Vandaag op weg naar Wijk bij Duurstede
De beide groote sluisdeuren de grootste
van Europa bestemd voor de sluiswerken
te Wijk bij Duurstede, zijn gigteren
in den loop van den dag in Vreeswijk
aangekomen. De tocht van Utrecht door de
nieuwe zijtak van het vanaal naar de nieu
we sluizen heeft geen moeilijkheden opge
leverd. Ook het schutten ging hier vlot. Lag
het aanvankelijk in de bedoeling om aan
stonds verder te trekken, böj nadere over
weging werd het beter geoordeeld te wach
ten tot Dinsdagmorgen 3 uur om een proef
ten nemen met een van de deuren. Voor het
transport over de Lek zijn in verband met
den sterken stroom vo r iedere deur vier
sleepbooten noodig. Aangezien op dat vroege
uur weinig verkeer in de rivier te verwach
ten is, zal men gemakkelijker met de diep-
liggende groote deuren kunnen manoeuvree
ren. Slaagt de proef met de eerste deur, dan
zal men aanstonds ook met de tweede deur
op weg gaan. Tegen den avond hoopt men
met het transport te Wijk bij Duurstede aan
te komen. Het ligt niet in de bedoeling nog
denzelfden dag de beide deuren in de slui
zen op te hangen. Wanneer dit zal geschie
den is thans nog niet bekend.
Rijwielhandel uitgebrand
Vuur met twee stralen gebluscht
Gisteravond te ruim zes uur is brand uit
gebroken in een rijwielhandel, gevestigd
in het perceel Haarlemmerweg 25, hoek van
Hogendorpstraat te Amsterdam. De rij
wielhandelaar, de heer H. Noort, bevond
zich op dat oogenblik aan het werk in den
winkel, die de geheele benedenverdieping
beslaat, doordat een muur, die vroeger do
achter den winkel gelegen keuken van de
winkelruimte scheidde is weggebroken. De
heer Noort verklaarde eensklaps voor zich
een vlam te hebben gezien, die zoo snel om
zich heen greep, dat hij de winkel niet
meer door de deur aan den Haarlemmerweg
kon verlaten, zoodat hij naar achteren snel
de en door een der ramen aan de Van Ho
gendorpstraat naar buiten moest klimmen,,
Eenige aanwijzing omtrent de oorzaak van
het vuur kon hij niet geven.
De brandweer van de hulppost Haarlem
merplein en de hoofdwacht Prinsengracht
was spoedig aanwezig en had weinie moei
te om den brand met twee stralen te blus-
schen. De winkelruimte was toen echter
vrijwel uitgebrand en eenige in de etalage
staande rijwielen alsmede een voorraad rij-
wielonderdeelen en banden waren óf door
het vuur vernield óf door water en vuur be
schadigd. Een rijwielstalling bevond zich
niet in het ipand.
Het onderzoek van de brandweer naar de
oorzaak leverde geen resultaat op.
TRAP VAN EEN PAARD GEKREGEN
De 45-jarige paardenkoopman L. Luyen-
dijk kreeg gistermiddag bij het vervoeren
van ©en paard vain Rozenburg naar het
abattoir te Rotterdam, een trap van het
dier met het gevolg, dat de man zeer ern
stig werd gewond. Hij is naar het zieken
huis te Rotterdam vervoerd.
Onze Zuiderburen zullen van de feestelijkheden in ons land bij de a.s. blijde gebeurtenis via de radio getuige kunnen zijn.
Een reportagewagen van den Belgischen omroep is hiertoe in Den Haag aangekomen.