Het vroegere Hofleven op Paleis Soestdijk N DINSDAG 25 JANUARI 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Toen Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana klein waren Een oud-gediende vertelt... IN deze dagen gaan de herinnerin gen als vanzelf terug naar den tijd, toen kindervoetjes in het witte paleis te Soestdijk trippelden, toen kinderstemmetjes de hooge zalen vulden, en er vroolijk gelach klonk in de vertrekken of, buiten, in de la nen van het groote park. De oude inwoners van Baarn en van Soest halen zich voor den geest hoe het vroeger geweest is, en als ze vertel len van de jeugd van Koningin Wil helmina, en van de jeugdjaren van Prinses Juliana, dan gaat hun hart open en merkt de luisteraar de diepe liefde en vereering, welke er onder de inwoners van de gemeenten, waarin de hooge heerlijkheid gele gen is, leeft voor het Huis van Oranje Een oud-gediende vertelt We hebben een hunner opgezocht, iemand die vroeger werkzaam was op ipaleis Soest dijk en hjj heeft verteld van vroeger, uit zijn eigen ervaring, en uit de verhalen, die zijn vader hem vroeger placht te doen. En daar in kwam veel voor over het hofleven zooals dat vroeger geleid werd op Soestdijk, toen de Koning nog leefde. Ruim veertig jaar geleden had het Ko ninklijk Park, gelegen achter het witte Pa leis, lang niet in den omvang, waarin het thans wordt gekend. Het park had afwisse lend plantsoenaanleg en waterpartijen. In den grooten vijver was een eiland in 't mid den en achter den vijver bevond zich een hooge berg, de Ravensberg genaamd, waar onder zich de ijskelder bevond. Verder be vatte het park twee oranjerieën en bloem- kassen, een watermolen, welke het water, benoodigd voor het geheele domein opvoer de en twee watervallen, waarvan de een het water in den vijver bracht en de andere dit weer uit den vijver deed wegstroomen. Ver der was er een menagerie, waarin zich pau wen, goudfazanten en andere sierlijke vogels bevonden en een boerderijtje. Koningin Emma met prinsesje Wilhelmina - DE WERKLOOSHEID BEGIN JANUARI Slechts weinig verschil met een jaar geleden Stijging van de reserves der werkloozenkassen De directeur van "den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling deelt mede, dat in de weeik van 3 tot en met 8 Januari 1938 bij gesubsi dieerde vereenigingen met werkloozenkas waren aangesloten 546.500 personen (waar van 73.800 landarbeiders). Voor de 472.700 verzekerden buiten de landarbeiders was het werkloosheidspercen tage 32.5 (in de vorige verslagweek, 20 tot en met 25 December 1937. was dit percen tage 29,9). Voor de 546.500 verzekerden met inbegrip van de landarbeiders was 't werkloosheids percentage voor alle verzekerden in de laat ste jaren a. v. (tussdhen haakjes zijn ver meld de percentages indien de landarbei ders buiten beschouwing worden gelaten): 1935 35.7 (34,7), 1936 38.0 (36,6), 1937 35.7 32,9), 1938 35.3 (32,5), Uit de bij den Rijksdienst bekende voorloepige cijfers kan worden uitge maakt, dat in 1937 de werkloozenkassen bij een gemiddeld aantal leden van 539.000 in totaal aan bijdragen van de leden ontvingen 7.600.000 gld. Ten laste van het Rijk en de gemeen ten ontvingen de kassen in totaal aan subsidie 11.700.000 gld. Aan haar werklooze leden keerden de kassen in totaal uit 14.000.000 gld. De som der reserves der werkloozen kassen, die op het einde van 1936 6.700.000 gld. bedroeg, steeg tot 12 mll- lioen gld. op het einde van 1937. Bij de organen der openbare arbeidsbe middeling stonden op 8 Januari 1938 in to taal 466^598 werkzoekenden ingeschreven, onder wie 442.525 mannen. Van de werkzoe kenden waren er 448.277 werkloos, onder wie 429.965 mannen. Aan het cultureel werk voor werkloozen namen blijkens mededeeling van den direc teur-generaal van, Werkverschaffing en Na den dood van Koning Willem III, in 1890, werd het park vergroot, zoodat het achter het Paleis gelegen eigendom bijna geheel werd afgesloten, met rasterwerk ter hoogte van ruim twee nieter, zoodat de her ten binnen .het afgesloten gedeelte moesten blijven. Hierdoor verviel de vrije wandeling in het mooie bosoh. Door deze uitbreiding werd ook in het park opgenomen het jagershuis, dat voor dien een uitspanning geweest was, die door zeer vele vreemdelingen werd bezocht. Historische namen De lanen en twee kommen, of kleine vij vertjes bevinden zich nog in denzelfden toe stand als vroeger en zijn nog steeds als vroeger naar overleden vorstelijke personen genoemd, zooals de Koningin Anna Paulow nakom, de Prinsessekom. de Hendrikslaan, de Willemslaan enz. Koningin Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland, dochter van Keizer Paul, wan delde er veel. vergezeld van haar lievelin gen, een zestal Russische honden. In 1865 overleed zij. Daarna werd Soestdijk bewoond door Prins Hendrik, den broeder van Koning Willem III, als deze in Nederland vertoefde. Prins Hendrik liet er een hertenkamp aan leggen. waarin tachtig herten van verschil lende soorten zich bevonden. Later is de hertenkamp opgeheven, de nog overige her ten werden naar het Loo overgebracht en Koning Willem III deed inplaats van de hertenkamp een plantsoen aanleggen, dat hij Emmapark noemde. Na den dood van Koning Willem III ver viel ook de medagerie. De Koning als jager Koning Willem III was een hartstochtelijk jager Hij had zeven jachtopzieners op Soest dijk in zijn dienst, die waren aangesteld voor het heerlijk jaohtrecht van Soestdijk, strekkende over de gemeenten Eemmes, Baarn, Soest, Amersfoort en Leusden. De Koning achtte den arbeid, welken de jacht opzieners moesten verrichten, zwaar en ge vaarlijk en hij liet hun dienstjaren dan ook als Indische jaren (dus dubbel) tellen. Om beurten moesten de jachtopzienors de wacht houden bij de inrij hekken. De jachtopzieners moesten de Prinses (thans Koningin Wilhelmina) helpen bij het vissohen in den grooten vijver, en de Koning zag dan van verre toe. De gevangen visch moest dan naar het Pa leis gebracht worden en word daar ge bakken en opgediend. De jachtopzieners waren gekleed in groene uniform met korte broek slobkousen en hooge laarzen. Als de Koning met zijn rij tuig met vier paarden het hek kwam binnen rijden, dan brachten de jachtopzieners geen militairen doch den burgerlijken groet, door den hoed af to nemen en de karabijn naast zich te houden. Koning Willem III hield ervan om met het vierspan zeer snel te rijden. Toen Koning Willem III in 1890 overleed, bleef eerst alles op den ouden voet voort gaan in Soestdijk doch later werden lang zamerhand verschillende dingen gewijzigd. De Watermolen In het park bevindt zich thans nog de watermolen, welke geen dienst meer doet. Deze molen werd in werking gebracht door een paard, dat rondom den welput liep, wel ke zich in het midden van den molen be vond. Het water werd daardoor in 't reser voir boven in den molen gedreven en door buisleidingen naar het Paleis gevoerd. Bij den watermolen is een hondenkerkhof. Terrazzo-bedrijf onder controle De Regeeringspersdienst deelt mede: De wet van den 22sten April 1937 tot rege ling van het zelfstandig uitoefenen van be roepen en bedrijven voor vreemdelingen (Stsbl. nr. 628) opent, gelijk bekend, de mo gelijkheid om te bepalen, dat vreemdelingen nader aan te wijzen beroepen en bedrijven niet zelfstandig mogen uitoefenen, zonder dat zij daartoe schriftelijk vergunning heb ben verkregen. Na onderzoek der verhoudingen in het terrazzobedrijf is gebleken, dat er aanlei ding bestaat dit bedrijf onder de werking der wet van 22 April 1937 te brengen. De Minister van Economische Zaken be sloot derhalve de totstandkoming van een K .B. te bevorderen, waarbij voor de zelf standige uitoefening door vreemdelingen van het terrazzobedrijf een vergunning ver- plioht wordt gesteJd. Onder terrazzobedrijf wordt verstaan het bedrijf, bestaande in 't vervaardigen van kunstgraniet, terrazzo, kunstzandsteen en andere soortgelijke, door menging van steenslag (grof en gemalen) al dan niet uitsluitend met cement, verkre gen producten. Het K. B. zal dezer dagen in de Staats courant worden openbaar gemaakt. Voor verdere bijzonderheden kan naar dit be sluit en de in aansluiting daaraan ver schijnende mededeelingen worden var- wezen, HET AARKANAAL Ged. Staten van Zuid-Holland hebben aan- beiSteed het onderhouden van het Aarkanaal tusschen Rijn en Drecht, met de daarbij be- hoorende werken, gedurende de jaren 193S en 1939. Het laagst werd ingeschreven door C M. van Deerenberg en Gebrs. A. en P. van Wijk te Alphen a. d. Rijn voor f 65.000. DE PARKBRUG TE GRONINGEN Door het gemeentebestuur van Gronin gen werd aanbesteed het bouwen van den onderbouw voor de Parkbrug met bijkomen de werken. Ingekomen 60 biljetten. Laagste inschrijfister fa. Meijering te Stadskanaal met f 23.873. 13.010 21.281 b. werkobjecten (gemiddeld) 1.369 1.467 c. centr. werkplaatsen 2.0S9 2.521 d. kampen x. jeugdige werkl. 1.717. 1.873 Elk van de hondengraven is met een zerk gedekt, waarin de naam 'en sterfdatum zijn gegrift. De Prinselijke paviljoens Om en nabij het paleis staan een drietal zomerhuisjes, welke werden gebouwd voor de Prinsen en Prinsessen. Een dier pavil joens staat bij de twee wegen nabij hotel Trier tegenover 't monument van Christof- fel Pullman. Het is een wit huisie met rie ten dak, dat ver oversteekt. De beide andere staan in het gedeelte van het park, dat vroeger Overboseh genoemd werd. De huis jes zijn later jagerswoningen geworden. De ijskelder onder den Ravensberg werd in het najaar gebruikt o.m het wild, dat door den Koning en zijn gasten werd ge schoten, eenige dagen te bewaren en frisch te houden. Als de groote vijver met een ijs laag van acht tot tien centimeter dik was bedekt, dan werd het ijs uitgehakt en in den ijskelder geborgen. Het ijs werd dan des zomers in het paleis gebruikt. Toen de machinale ijsbereiding in zwang kwam, werd dit afgeschaft, Na des Konings dood bleven Konin gin Emma en Prinses Wilhelmina des zomers het Paleis bewonen en er heerschte dan steeds een levendige drukte. Er werden veel tuinfeesten ge houden en een groot personeel, zoowel binnen als buiten bet Paleis vond. door deze drukte werk en brood. Verschillende neringdoenden uit Baarn en uit Soest hadden toen belangrijke leve ranties aan het Hof te doen. Nad'at Prinses Wilhelmina tot Koningin was gekroond en was gehuwd, werd het op Soestdijk stiller. Koningin Emma hield van een rustig leven, vooral als zij op Soestdijk verbleef. lederen morgen maakte Zij bij goed weer een wandeling door het Park, vergezeld van een hofdame. Tegen het najaar nam Zij het park goed in oogcnschouw en gaf dan aaji welke boomen geveld moesten wor den en welke takken van ander geboomte moesten worden gekapt, of waar een bloemperk moest worden aangelegd, of de oarkaanleg moest worden gewijrigd. Koningin Emma was een bijzondere lief hebster van boomen, planten en bloemen. De bloemkassen werden vaak door Haar bezocht. Zij kende de meeste soorten en be hoefde slechts zelden aan den tuinbaas of aan een der tuinlieden, die in de kassen werkten, naar een naam te vragen. Zij kon als Zij gezelschap bij zich had altijd met groote liefde en veel kennis de bloemen en planten wijzen. De bloemkassen en de plan ten moesten er dan ook altijd goed verzorgd uitzien. Van de planten kwamen er ook altijd een groot aantal in het Paleis te staan; vooral palmen en Kaapsche planten voor groepen, verder bloeiende, planten en manden, die regelmatig werden ververscht. Als Konin gin Emma Haar verblijf op Soestdijk <yi brak in het najaar en weer naar Den Haag vertrok, dan werden de. planten weer naai de kassen gebracht om* daar bewaard te worden. Uit de jeugd van Koningin en Prinses Een aardige herinnering uit de jeugd zoowel van de Koningin als van de Prinses werd ons nog medegedeeld, in 't volgende: Nabij de groote bloemenkas heeft destijds Prins Hendrik, de broeder des konings, die toen het Paleis bewoonde, een vijvertje ia- ten aanleggen, bekleed met wanden van lavasteen, een een waranda er omheen met fijn latwerk, aangekocht van de wereldten toonstelling te Brussel. Deze waranda was geheel door klimplanten begroeid. In het vijvertje waren altijd des zomers goudvischjes en ook thans is de visschen- kom nog in denzelfden toestand aanwezig. Zoowel de Koningin als klein meisje, als ook Prinses Juliana toen Zij klein was, schepten er altijd veel vreugde in om in dit vijvertje te mogen visschen. Zij deden dat met een hengel, waaraan een draad was bevestigd, zonder een haak eraan. Aan den draad werd wat deeg gedaan en als dan een goudvischje toehapte en werd op gehaald, dan had het kleine Prinsesje groot plezier, waarin de Koningin en de hofhou ding deelde. Daarna werd het goudvischje weer te water gelaten. Het had dan niets geleden omdat er geen haak aan den hen- In hotel Trier was het altijd zeer druk in de zomermaanden. Men wilde Koningin Emma, en Prinses Wilhelmina zien, en la ter kwam het publiek om Prinses Juliana toe te juichen, als deze bij Haar Grootmoe der op bezoek kwam. Nu is het weer levendig in en om het Pa leis. De oude personeelleden die genension- neerd zijn en die hun verdere leven nu kunnen genieten van een buitengewoon goed pensioen, gedenken nog met liefde en groote dankbaarheid aa.n Koningin Emma. En zij hopen, dat aan Prinses Juliana ge schonken moge worden de rijke Moeder vreugde, zoodat er weer kindervoetjes in het Paleis zullen gaan, en kinderstemmen de hooge zalen zullen vullen. Koningin Emma met prinsesje Juliana SERGEANT SCHOOT MEISJE DOOD Was er opzet in het spel? Verdachte voor den Krijgsraad te 's Hertogenbosch Voor den Krijgsraad te 's-Herto- genbosch werd gister behandeld de zaak tegen den 21-jarigen J. L. van O., geboren te Den Haag, vrijwillig dienst plichtig sergeant titulair bij de eerste s oh ooibatterij van het regiment motor- artillerie te Naarden, thans gedeti neerd in het Huis van Bewaring te Den Bosch. Van O. heeft op 25 Septem ber van het vorig jaar, in het wacht lokaal van de Promers-kazerne te Naar den het meisje H. ten Elzen met een pistool dood gesahoten. Aan v. O. was primair doodslag ten laste gelegd en subsidiair dat het aan zijn schuld te wijten is dat het meisje werd gedood. Van O. beweerde, dat hij, op verzoek v het meisje, dat hem in het wachtlokaal was komen opzoeken, het wapen gedemon streerd heeft. Hij dacht, dat het pistool on geladen was en dat de veiligheidspal „goed" zat. Toen het meisje zeide: „Je durft toch niet te schieten", heeft hij het wapen afge trokken. De sergeant ontkende de bedoeling tot dooden te hebben gehad. Op den middag van dien dag heeft de sergeant, zoo beweer de hij, aan den korporaal Wessels de wer king van de veiligheidspal gedemonstreerd. Het wapen was geladen. Hij heeft nog tegen den korporaal gezegd: „Laat ik niet ver geten de veiligheidspal „goed" te zetten". Hij heeft daarna het wapen in zijn zak ge stoken. Misschien is. bij het nemen van 't wapen uit zijn zak, de pal versohoven. Als getuigen werden gehoord de soldaten Ch. Nomes en P. Coolen, die in de kamer kwamen toen het meisje was gedood. De sergeant was toen zeer opgewonden en zei tegen hen: „Wat doet dat meisje ook aan den revolver". De auditeur militair Mr J. S. L. A g.h i n a requisitoir nemend, vroeg zich af of de be klaagde niet de bedoeling heeft gehad het meisje opzettelijk dood te schieten. Het leven van den beklaagde wijst daarop en ik kan. zoo zeide de auditeur-militair, mij niet vrij maken van de gedachte, dat de beklaagde zich van het meisje heeft willen ontdoen. Ik kan hem dat echter niet bewij zen en zal mij dus houden aan de kwalifi catie van dood door schuld. De psychiater, die een onderzoek heeft In gesteld naar de geestvermogens van den be klaagde, is tot de conclusie gekomen, dat deze verminderd toerekeningsvatbaar is en daarom niet ten volle aansprakelijk voor zijn daad. Hiermede kan de auditeur-militair zich niet vereenigen, daar beklaagde in het Huis van Bewaring meermalen blijk heeft ge geven ten volle toerekeningsvatbaar te zijn. Hij zal dus ten volle moeten dragen de ge volgen van het zeer ernstige feit waarvoor hij terecht staat en z.i. komt den beklaagde de maximum-straf toe, welke voor dood door schuld kan worden opgelegd. Hij eischte negen maanden gevangenis straf, met ontslag uit den dienst. Do. verdediging werd gevoerd door Mr L. Baudoin uit 's-Hertogenbosoh, die naar voren bracht, dat voor doodslag geen piau sibele reden bestond en die bij den krijgs raad aandrong den sergeant van doodslag Baldadigheid van de jeugd Een gunstige uitzondering Het Onderwijsverslag klaagt over de tuchteloosheid der jeugd in ver schillende deelen van het land; in Amsterdam drukken de straatbengels de brandmelders af en in Den Haag worden onbewoonbaar-verklaarde wo ningen vernield. We hebben uit ,.De Telegraaf' ver nomen, dat de onderwijzers de eigen lijke schuldigen zijn, aldus „Het Schoolblad". Maar als tegenhanger van deze beschuldiging wijst dit blad op een missive, door B. en W. van Kuilenburg gericht tot „de dames on derwijzeressen en heeren onderwij zers aan de openbare en bijzondere scholen" in die gemeente, waarin letterlijk staat: „Het doet ons genoegen, uit eigen ervaring en uit ambtelijke rapporten te kunnen vaststellen, dat vernieling van plantsoenen, van boomen en van gemeente-eigendommen in het alge meen, door de schooljeugd, in veel mindere mate voorkomt dan in vroe ger jaren het geval was. Wij zien hierin een bewijs van de waardeering van onze schooljeugd voor de ver fraaiingen, die, speciaal door het aanleggen van plantsoenen, in de laatste jaren tot stand zijn gebracht. Zelfs is ons meer dan eens geble ken, dat jongens en meisjes uit de hoogere klassen de kleineren ver manen en bestraffen, als dezen bal dadigheden plegen. Het is ons een behoefte, daarvoor onze schooljeugd te prijzen. De oudere leerlingen doen inderdaad een goed werk, wanneer zij het gemeentebe stuur en de politie steunen bij hun arbeid; zij geven aan de kleineren op die wijze een goed voorbeeld. Maar zij geven eveneens een goed voorbeeld aan de volwassenen Verder wordt ook dank gebracht aan het onderwijzend personeel „voor hun leiding, die ongetwijfeld dit goede resultaat mede bewerkt heeft". vrij te spreken. Wat don dood door schuld betreft vroeg de verdediger den krijgsraad den beklaagde tot een zeer clemente straf te veroordeelen, waarbij de vier maanden preventieve hech tenis in mindering worden gebracht. De Krijgsraad uitspraak doende heeft y. O. veroordeeld wegens het veroor zaken van dood door schuld tot negen maanden gevangenisstraf met aftrek van vier maanden preventief en ontslag uit den dienst. Door gloeiend nikkel verbrand Twee arbeiders ernstig gewond Gisteravond zijn twee arbeiders, resp. 18 en 55 jaar oud, tijdens den arbeid in het be drijf van de N.V. Nederlandsohe Nikkelfa- briek aan den Distelweg te Amsterdam, ernstig gewond. Tijdens het smelten van nikkel, terwijl deze arbeiders voor den vuurhaard stonden, kwam er een ontploffing in den oven, ten gevolge waarvan beiden een gedeelte van de gloeiende massa over het lichaam kregen en ernstige brandwonden opliepen aan hoofd en borst, waarbij ook hun kleederen ver brandden. De G. D. heeft beide slachtoffers naar het Binnengasthuis overgebracht. VOORJAARSWEELDE Donderdag j.l. is bij dien heer G. Versteeg te Dalem bij Gorinohem een lammetje geboren. Een der eerste voorteekenen vao de lente. ROFFELRIJMEN 'T IS ERG Juffrouw Jansen weet het zeker: 't Heeft betrekking op de maan. Als het strakjes nieuwe maan is Doen dan manr oranje aan! Juffrouw Dirksen weet nóg vaster (Had ze 't niet bij iederkind? Net als bij gewone menschen Komt het bij' een hooge wind! Juffrouw Snep let op de leeftijd: Naar zij zeker weten kan Wordt het Zaterdag, niet eerder; Heusch, je kan der van op an! Driessen houdt het met de sterren: Jupiter in samenstand Met de zon, op neeg'nentwintig Zondag is het feest in 't land! Harisen is niet bijgeloovig, Werkt alleen op z'n gevoel: Dat het Vrijdag moet gebeuren Is zoo zeker als die stoel! Gerritsen (al twaalf keer opa) Maakt er niet zoo'n omslag bij: 't Wordt de tweede Februari, Absoluut, geloof hem vrij! Ja, zoo zou ik vier kolommen Rustig verder kunnen gaan, Maar ik denk dat we elkander Met wat minder ook verstaan. Als er ooit brutaal gejokt is En gegokt met gulle hand, Is het wel in deze dagen, In ons pooplend vaderland. (Nadruk verboden) LEO LENS De sluisdeuren in Vreeswijk Vandaag op weg naar Wijk bij Duurstede De beide groote sluisdeuren de grootste van Europa bestemd voor de sluiswerken te Wijk bij Duurstede, zijn gigteren in den loop van den dag in Vreeswijk aangekomen. De tocht van Utrecht door de nieuwe zijtak van het vanaal naar de nieu we sluizen heeft geen moeilijkheden opge leverd. Ook het schutten ging hier vlot. Lag het aanvankelijk in de bedoeling om aan stonds verder te trekken, böj nadere over weging werd het beter geoordeeld te wach ten tot Dinsdagmorgen 3 uur om een proef ten nemen met een van de deuren. Voor het transport over de Lek zijn in verband met den sterken stroom vo r iedere deur vier sleepbooten noodig. Aangezien op dat vroege uur weinig verkeer in de rivier te verwach ten is, zal men gemakkelijker met de diep- liggende groote deuren kunnen manoeuvree ren. Slaagt de proef met de eerste deur, dan zal men aanstonds ook met de tweede deur op weg gaan. Tegen den avond hoopt men met het transport te Wijk bij Duurstede aan te komen. Het ligt niet in de bedoeling nog denzelfden dag de beide deuren in de slui zen op te hangen. Wanneer dit zal geschie den is thans nog niet bekend. Rijwielhandel uitgebrand Vuur met twee stralen gebluscht Gisteravond te ruim zes uur is brand uit gebroken in een rijwielhandel, gevestigd in het perceel Haarlemmerweg 25, hoek van Hogendorpstraat te Amsterdam. De rij wielhandelaar, de heer H. Noort, bevond zich op dat oogenblik aan het werk in den winkel, die de geheele benedenverdieping beslaat, doordat een muur, die vroeger do achter den winkel gelegen keuken van de winkelruimte scheidde is weggebroken. De heer Noort verklaarde eensklaps voor zich een vlam te hebben gezien, die zoo snel om zich heen greep, dat hij de winkel niet meer door de deur aan den Haarlemmerweg kon verlaten, zoodat hij naar achteren snel de en door een der ramen aan de Van Ho gendorpstraat naar buiten moest klimmen,, Eenige aanwijzing omtrent de oorzaak van het vuur kon hij niet geven. De brandweer van de hulppost Haarlem merplein en de hoofdwacht Prinsengracht was spoedig aanwezig en had weinie moei te om den brand met twee stralen te blus- schen. De winkelruimte was toen echter vrijwel uitgebrand en eenige in de etalage staande rijwielen alsmede een voorraad rij- wielonderdeelen en banden waren óf door het vuur vernield óf door water en vuur be schadigd. Een rijwielstalling bevond zich niet in het ipand. Het onderzoek van de brandweer naar de oorzaak leverde geen resultaat op. TRAP VAN EEN PAARD GEKREGEN De 45-jarige paardenkoopman L. Luyen- dijk kreeg gistermiddag bij het vervoeren van ©en paard vain Rozenburg naar het abattoir te Rotterdam, een trap van het dier met het gevolg, dat de man zeer ern stig werd gewond. Hij is naar het zieken huis te Rotterdam vervoerd. Onze Zuiderburen zullen van de feestelijkheden in ons land bij de a.s. blijde gebeurtenis via de radio getuige kunnen zijn. Een reportagewagen van den Belgischen omroep is hiertoe in Den Haag aangekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5