UIT OOST- EN WEST-INDIE B DINSDAG as JANUARI 1938 EERSTE BLAD PAG. s D RONDBLIK MATSOEI'S POLITIEKE MEENING Reeds meermalen is in de jongste Japan- sche geschiedenis tot uiting gekomen, dat er in het rijk van den mikado twee machten zijn. die gezamenlijk den koers bepalen van dit geweldig evolueerende eilandenrijk. Al lereerst, en officieel, is er de regeering, die naar* westersche leest is geschoeid, en haar exponenten heeft in parlement en ka binet. Doch daarnaast, als een macht in den staat, doch vooral ook daarbuiten, treft men hpt leger aan, dat op een belangrijke mate van zelfstandigheid mag bogen, en van zins is Japans toekomst te, bouwen met het zwaard, gelijk zijn economen en financiers dit op meer vreedzame manier met him op autarkie berekenende projecten probeeren te doen. Het westen is geneigd deze twee hoofdigheid van den Japanschen staat, die haar officieele bekroning vindt in den onschendbaren persoon van den keizer, steeds opnieuw over het hoofd te zien. Doch telkens weer worden wij daaraan op pijn lijke manier, verhinderd, omdat Japan niet alleen twee hoofden heeft, doch ook als ge volg daarvan met twee monden spreekt. Eenigen tijd geleden, toen er verschillen de incidenten in China plaats vonden, waar door met name de Ver. Staten en Groot- Brittannië zoo onaangenaam werden ver ontrust, haastte zich het ministerie van bui- tenlandsche zaken van Tokio, olie op de gol ven te gieten. Gril stak daarbij af de hou ding van den Japanschen veteraan Matsoei, de generaal die in Shanghai de lakens uit deelt. Hij verleende een interview aan het blad „Kaizo" en zeide daarin zeer onaange name dingen, die van een alles behalve vreedzame) gezindheid getuigden. Matsoei heeft dezer dagen opnieuw aan hetzelfde blad een onderhoud toegestaan. Men zal het in Tokio met een bezwaard ge moed vernomen hebben, want men was daar net zoo ongeveer met de vervelende taak gereed, de woorden van den opperbevel hebber zooveel mogelijk te verzachten. Dit maal heeft de generalissimus dan verklaard, wal zijn desiderata in China zijn. Shanghai moet geheel onder den invloed van het Ja pan sche militair bestuur worden gebracht. „Ik ben voornemens", zeide hij, „zelf de Chineesche souvereiniteit over de interna tionale concessies uit te oefenen. In begin sel erken ik niet de neutraliteit van deze concessies. Ik heb nooit orders aan mijn regeering gevraagd, en alles wat hier gebeurt speelt zich af onder mijn volkomen verant woording." De woorden zijn inderdaad boud, zoowel aan het adres van Tokio, als aan dat der westersche mogendheden. Matsoei geeft hier het voornemen te kennen, noch den één noch den ander te zullen ontzien. Hij is een man, zoo wil hij suggereeren, die een weg voor zich heeft uitgestippeld, en dien ook zal weten te volgen. Wat zich op dien weg tegen hem zou willen keeren, moet zelf de gevolgen daarvan voorzien. Met soepelheid en inschikkelijkheid zal de wes tersche diplomatie derhalve bij hem niet veel kunnen bereiken. En met het neerwer pen van den handschoen? Ook hierop heeft Matsoei het antwoord reeds klaar. „De vreemdelingen", (dat zijn dus de westerlin gen), „zullen gedwongen worden, het Japan- sclie gezag te erkennen". De uitspraak in haar soberheid is niet anders dan een geanticipeerde oorlogs verklaring! Kabinetsbesprekingen in Londen In den loop van de week zullen te Lon den verscheiden belangrijke kwesties, be trekking hebbende op de buitenlandsche politiek, onder de aandacht komen der mi nisters, die thans vrijwel allen te Londen zijn teruggekeerd. Verwacht wordt dat het kabinet o.m. zal behandelen de kwestie van het Verre Oos ten en aangelegenheden, betrekking heb bende op den oorlog in Spanje, op de sa menstelling der commissie, welke naar Palestina zal worden gezonden, op het ver slag van Van Zeeland over den econo mischen toestand, dat Vrijdag a.s. zal wor den gepubliceerd en op de Britsch-Ameri- kaansche handelsbesprekingen, welke op verscheiden punten voortgang hebben ge maakt, sinds de ministers den laatsten keer bijeen zijn geweest. Minister Eden zal niet aanwezig zijn in den kabinetsraad van Woensdag a.s., aan gezien hij en Lord Cranborne naar Genève zullen vertrekken ter bijwoning van de honderdste vergadering van den volkenbondsraad. Naar men verwacht, zal Eden te Parijs voor een paar uur zijn reis onderbreken om er eenige Fransche ministers te ont moeten. De Japansch'Chineesche oorlog BOMBARDEMENTEN IN ZUID-CHINA Interpellatie over het Kaizo-interview Japansche vliegtuigen hebben Maan dag in Zuid-China een van de grootste bombardementen van heel den oorlog uitgevoerd. Zij bestookten de stations Icings den Kanton—Hankauspoorweg en ook de Noord-Westelijke voorsteden van Kanton. Hier werden een twintigtal personen gedood. De Japansche troepen hebben zich bij de achtervolging der communisten in Sjansi meester gemaakt van de basis der commu nisten, welke op 30 km ten Zuiden van Ping Ting is gelegen. De verslagen communistische troepen be hoorden tot de 129e divisie. Bij deze divisie waren verscheiden in civiel gekleede solda ten ingedeeld. De Japansche strijdkrachten hebben ook het gebied van Meng-Tsieng bezet. Het Ja pansche leger bereidt zich thans voor op een aanval op Oe-Tai-Tsjan, de laatste en belangrijkste basis van de communisten in Sjansi. Chineesch generaal terecht gesteld Generaal Han-Foe-Tsjoe is gisteravond door een vuurpeleton terechtgesteld. Hiermede is een einde gekomen aan alle elkaar tegensprekende berichten betreffende het lot van den gouverneur van Shantoeng. Zooals bekend, was de voornaamste hem ten laste gelegde beschuldiging het niet op volgen van militaire bevelen, hetgeen China op verlies van Sjantoeng was komen te staan. Eet interview met Soejetsoego Kozaka heeft Maandagochtend in het Ja pansche hoogerhuis een interpellatie gericht tot de regeering over de vijandelijkheden in China. Na de regeering te hebben uitgenoodigd te luisteren naar de stem der natie en een nationale politiek te leiden, verklaarde Kozaka, dat naar zijn meening, alle mi nisters, behalve de minister-president en de minister van Buitenlandsche Zaken, zich er van moeten onthouden commentaar te leve ren op zaken van diplomatieken aard. Daar Kozaka een toespeling had ge maakt op het interview van Soejetsoe- goe, dat in het tijdschrift Kaizo is ver schenen, gaf minister-president Konoye de verzekering, dat de leden der Regee- ring voortaan een voorzichtiger hou ding zouden in acht nemen. Soejetsoegoe nam vervolgens nog het woord om te zeggen, dat een kwaadaar dige uitlegging was gegeven aan zijn Kaizo-interview en dat daarvan ook een onjuiste vertaling was gegeven Rusland in het Verre Oosten Grooie marineschepen ln aanbouw Het Japansche telegraafagentschap Do mei meldt van betrouwbare zijde te hebben vernomen, dat het Russische volkscommis sariaat van marine besloten heeft een reus achtige marinewerf te bouwen in Wladi- wostok, waar slagschepen, kruisers en an dere schepen zouden worden gebouwd. Polen en het Joden-vraagstuk Een beroep op Engeland In de commissie voor financiën van den Poolschen landdag heeft de rapporteur van het budget van het ministerie van binnen- landsche zaken, Wojtsjechofski, de Joodsche kwestie behandeld Hij deed een beroep op Frankrijk en En geland, tot wie de Poolsche Joden herhaal delijk klachten hebben gericht over hun toestand. In het bijzonder vroeg spreker aan Enge land, welks menschlievende gevoelens be kend zijn, een mogelijkheid te scheppen voor Joodsche emigratie naar Palestina en andere weinig bevolkte koloniën. De koloniale mogendheden moeten mate rieel en financieel helpen om het vraagstuk der Joodsche emigratie op te lossen met hulp m de Joden zelf. Spreker verklaarde vervolgens, dat Polen na den oorlog een schuilplaats heeft aange boden aan eenige honderduizenden Joden, die uit Rusland waren gevlucht. Hierdoor is het Joodsche vraagstuk in Polen moeilijker geworden. Tenslotte zeide spreker, dat de Poolsche regeering zich met alle ten dienste staande middelen zal verzetten tegen een strijd met messen en gummiknuppels en hij verzekerde Engeland, dat op het oogenblik, dat Polen verlost zal zijn van het overschot van zijn Joodsche bevolking, de reacties van het wanhopige Poolsche volk een einde zullen nemen. DE SPAANSCHE BURGEROORLOG Een Fransche torpedo-boot gebombardeerd Terwijl de Fransche torpedojager „La Poursuivante" op een K.M. uit de kust in de Fransche wateren kruiste, ver schenen op een zeker oogenblik vier nationalistische oorlogsschepen, die zich in de richting der Spaansche kust bewogen. Kort daarop vloog een vliegtuig over de schepen, en liet boven de „La Pour suivante", die het ongetwijfeld voor een oorlogsbodem hield, twee bommen val len, die evenwel geen doel troffen. De. oorlogsschepen van Franco verwijder den zich met volle kracht onder dok king van oen rookgordijn, vurend op drie vliegtuigen, die over het smaldeel vlogen. De torpedoboot opende onmiddellijk daarop het vuur daarbij gesteund door de Fransche kustbatterijen, en slaagde erin de vliegtuigen op de vlucht te drijven. Aangezien vliegtuigen van de luchtmacht van Franco, die Puigcerda gebombardeerd hadden, over Fransch gebied zijn gevlogen, zijn de opdrachten aan de afweerbatterijen langs de Fransche grens hernieuwd en ver scherpt In het vervolg zullen de Fransche luchtdoelbatterijen onmiddellijk zonder waarschuwingsschot het vuur openen op ieder vliegtuig, dat poogt over Fvansrh ge bied te vliegen. De toestand bij Terne! Een communiqué van het hoofdkwartier der rechtsche troepen te Salamanca meldt, dat deze aan het front van Teruel een nieuwe vijandelijke stelling bezet hebben. 30 dooden en een groote hoeveelheid wa pens en munitie werdqn op het slagveld gevonden. Zeven vliegtuigen der republi keinen werden neergeschoten. Nieuwe luchtbombardementen Zestien vliegtuigen der Spaansche opstan delingen hebben Enlaudete in de provincie Cuenca gebombardeerd, waarbij zeven hui zen werden vernield en verscheidene slacht offers onder de burgerbevolking werden ge maakt De stad Reus is tweemaal gebom bardeerd. Hier werden 22 menschen gedood en 30 gewond. De bommen op Frankrijk De Fransche regeering neemt maatregelen Door de Fransche militaire overheid is thans order gegeven aan de afweer-balt te- rijen om onmiddellijk zonder waarschuwing het vuur op ieder Spaansch vliegtuig, dat over Fransch gebied vliegt, te openen. De Fransche regeering heeft besloten een protest te richten tot de rechtsche autoritei ten te Salamanca, in verband met het feit. dat de rechtsche vliegtuigen, die Puigcerda bombardeerden, tien bommen op Fransch grondgebied hebben -neergeworpen. De verovering van Abessinië Steeds meer neiging tot erkenning Het te Antwerpen verschijnende blad „La Métropole" bespreekt naar aanleiding van de komende zitting van den volkenbonds raad de Abessijnsche kwestie en wijst er in dit verband op, dat de kleine staten in steeds grooter getale geneigd zijn, de ver overing van Abessinië door Italië de facto te erkennen zonder tot erkenning de jure te willen1 gaan. Men weet. aldus de „Métropole", dat N e- derlan-d vast besloten is, dien kant uit te gaan. Roemenië is niet minder vastbe sloten. Joego-Slavië geeft in zijn geloofsbrie ven aan den koning van Italië den titel van keizer. Van zijn kant is Zweden eveneens geneigd, den feiteljjken toestand, die door oe bezetting van het Abessijnsche grondge bied geschapen is te erkennen. Wat België betreft, maken redenen van politieken, evenals van economischen aard, het eveneens noodzakelijk, niet langer het maken van een zuiver beleefdheidsgobaar te weigeren, door erin te volharden, den ko ning van Italië een titel te onthouden, die de grondwet vqn dit land hem toekent. De regeeringen te Londen en Parijs mo gen haar adhesie afhankelijk willen maken van de regeling al harer moeilijkheden met Italië, wij hebben niet dezelfde redenen om in een afwachtende houding te blijven vol harden. De Abessijnsche kwestie is een afgewik kelde zaak en de openbare meening in Bel gië wenscht hoe langer hoe meer, dat niet langer blijk gegeven wordt van een forma lisme, dat even nutteloos is als sohadelijk voor onze levensbelangen. BULGAARSCHE KABINETSCRISIS Uit Sofia wordt gemeld, dat drie mi nisters uit het Bulgaarsche kabinet hun ontslag hebben ingediend, n.l. de mi nisters van Binnenlandsche Zaken, van Oorlog en van Handel. Waarschijnlijk zullen nog andere minis ters volgen, o.a. wordlt die van Justitie ge noemd. De premier, Kusseiwanof, heeft een audi ëntie bij koning Boris gehad en daarna me degedeeld dafrde ministers van Binnenland sche Zaken en van Oorlog waren afgetreden en reeds vervangen waren door Nikolajef, den huidigen minister van Onderwijs, en door generaal Daskalof. De oudrector magni ficus van de universiteit te Sofia, professor Manef, was intusschen reeds benoemd tot minister van Onderwijs. Het aftreden van generaal Lukof als mi nister van oorlog heeft groot opzien geb~rd en kort daarop liet ook de minister van Handel weten, dat hij zijn portefeuille ter beschikking stelde. Verscheidene andere ministers zijn het met het aftreden van den minister niet eens en de toestand is op het oogenblik zoodanig dat een kabinetscrisis niet is uitgesloten. De premier zal in den loop van den avond een verklaring afleg gen, waarin hij den binnenlandschen poli tieken toestand uiteen zal zetten. Doze kabinetscrisis is een gevolg van meeningsverschillen tussdhen de ministers onder elkaar. en gesterkt en Uw slaap wordt weer rustig door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten G!azen Buisje 75 ct Bij Apoth. en Drogisten Italiaansche formatie-vlucht naar Zuid-Amerika Het escadrille der „Groene Muizen" Eon Italiaansch vliegtuig-escadrille, ge naamd de „Groene Muizen" is Maandagmor gen van Guidonia (Italië) gestart voor een formatie-vlucht naar Rio de Janeiro. Het heelt de eerste etappe, naar Dakar, in Afri ka, een afstand van 4300 K.M., afgelegd met een gemiddelde snelheid van 400 K.M. per De bemanning, waaronder ook Bruno M u s- s o 1 i n i, de zoon van den Duce, maakt het uitstekend. Het Romeins che blad „II Messagero" meldt over deze interessante vlucht nog de volgende bijzonderheden. De drie machines, welke werden uitgeko zen voor de vlucht Guidonia—Dakar—Natal Rio de Janeiro, die zich voornamelijk moet kenmerken door geweldige snelheid en door het gebruik maken van de bstaande lucht- bases met algeheele uitsluiting van extra hulp. zijn drie Savoia-Marchettivliegtuigen van het type S 79, waaronder ook het toe stel, dat zich als eerste klasseerdie op de lange afstandsmarsch IstresDamascus. In totaal zal een afstand van omstreeks 10.000 K.M. moeten worden afgelegd. VERZEKERING Maattckappif - Sneeh De Fransche arbeidscode Gistermiddag zijn de ministers Fros- sard en Ramadier met de hooge func tionarissen van het minister-presidium en 't ministerie van Arbeid bijeen gekomen om de nieuwe arbeidswetten te bespreken. De besprekingen zullen Woensdag worden voortgezet. Ondertussehen zullen Frossard en Ramadier de vertegenwoordigers van C.G.T. en van den algemeenen bond van Fransche werkgevers ontvangen. Waarschijnlijk zullen Woensdagavond de definitieve teksten van de wetten worden opgesteld. Kabinetsverandering te Praag? Het blad „Venkov" het voornaamste or gaan van de Tsjecho Slowaaksche agrari sche partij, schrijft, dait minister-president Hodza reeds de vorige week in een beperk ten ministerraad het plan tot een belangrij ke kabinetsherziening ter tafel heeft ge bracht Dit plan zal in de eerstvolgende zitting van het comité der politieke minis ters besproken worden. Het blad is van meening. dat hervorming van het kabinet noodzakelijk is, zoowel met .het oog op de «politiek als met het oog op de personen. Daarom neemt de agrarische partij een volstrekt positief standpunt in ten gunste van het plan van {len premier Het parlement komt 27 Januari bijeen. Het zal dan 'eerst de financieele aangelegen heden van 1936 bespreken, welke gelegen heid zullen geven tot een behandeling van den economischen toestand. In Februari zal dan een reek wetsontwerpen, die reeds in gediend zijn, behandeld worden. MiLLIONAIR VERDWEEN SPOORLOOS Twee maanden „na zijn dood" verzond hij een telegram Een geheimzinnige geschiedenis In November van het vorige jaar brachten de Amerikaansche bladen met de gebruikelijke „headlines" het bericht, dat een welbekende mil- lkwiair, Vernon Tenaey, op raad selachtige en spoorlooze wijze ver dwenen was van een mailschip ergens in'de Clümeeeohe Zee, schrijft de cor respondent van de „Ind. Crt" te Bali aan zijn blad. Niemamd had hem intusschen over boord zien vallen of springen of ge duwd worden. In officieele kringen werd echter op deze ietwat losse gron den aangenomen, dat Vernon Tenney den dood iln de golven gevonden had en dienovereenkomstig werden door de beheerders van het fabelachtig vermogen van den verdwenene de ge bruikelijke stappen en maatregelen genomen. Thans i6 onverwacht de even pijnlijke a's dramatische vraag opgeworpen, of het wel werkelijk vast staat, dat deze millionnair om het leven is gekomen. De zaak zit zoo. Eenige maanden voor zijn vermoeden dood, vertoefde de hear Teivitey op Bali. Zijn verblijf op dit eiland strekte zich zelfs uit en bij zijn vertrek gaf hij als zijn vaste voornemen te kennen, weer terug te zullen komen en dan waar schijnlijk gedurende veel langeren tijd op Bali te zuilen blijven. Na zijn vertrek bleef hij voortdurend in relatie met een Ehgelsche dame, die even eens op Bali woont, en met wie hij corres pondeerde over het aanschaffen van mate rialen enz. voor het bouwen van e>en wo ning, welken den heer Tenoey als verblijf plaats zou moeten dienen bij zijn voorge nomen terugkeer op Bali. De dame in kwestie, had op zich genomen hem bij de uitvoering van zijn plannen de behulpzame hand te bieden. In November kwam het nieuwsbericht, dat de heer Tenney spoorloos verdwenen was, vermoedelijk door een ongelukkig toe val over boord gevallen, in ieder geval hoogstwaarschijnlijk in de golven van d«a oceaan omgokomen. De executeurs stelden zich o.a. in verbinding met de op Bali wo nende dame, teneinde van haar te verne men of zij wellicht gegevens verstrekken kon, welke voor de nalatenschap van be lang konden zijn. Wie schetst echter de verbazing van de dame op Bali, toen zij met Kerst mis een gelukvvensoh-telegram uit het eiland Suva kreeg, onderteekend door niemand anders dan Vernon? Leefde de heer Tenney Inderdaad nog en verzond hij inderdaad dit telegram? De mogelijkheid, dat dit draadberioht lang van te voren door den heer Tenney op Suva was aangeboden, met de opdracht het tegen Kerstmis pas te verzenden, moet worden los gelaten, omdat de betrokkene na zijn verblijf op Bali niet op Suva kan zijn ge weest, althans niet voor zijn veronderstel den dood, terwijl bij een bezoek aan Suva, dat eventueel zou hebben plaats gehad al- De hervorming van den volkenbond Is er geen haast bij? De Geneefsche correspondent van de Man chester Guardian meent te weten, dat de Fransche en lïngelsche diplomatieke ver tegenwoordigers te Bern aan Motta heb ben te kennen gegeven, dat hun regeerin gen het oogenblik ongewenscht zouden ach ten, dat Zwitserland thans voor den Vol kenbondsraad de opheffing van art. 16 ter sprake brengt. De Noorsohe minister van Buitenlandsche Zaken. K o h t. heeft in een interview ver klaard, dat Noorwegen eenigen tijd geleden zekere voorstellen aan het Volkenbonds- secretariaat heeft doen toekomen betreffen de herziening van het handvest. Noorwegen is van oordeel, dat eenstemmigheid niet vereischt is. wanneer het gaat om een ge wone bemiddeling. Verder stelt Noorwegen voor onder de ansiiciën van den Volken bond oeconomische conferenties te houden* met name betreffende de muntstabilisatie. Noorwegen zal de noodzakelijkheid onder strepen van een versterking der universali teit van den bond; de Assemblee zal zich spoedig tot een bestudeering hebben te zet ten van maatregelen, die kunnen leiden tot een zoodanige universaliteit. vorens hij naar Bali kwam, hij de dame in kwestie nog niet ontmoet had of kende. De veronderstelling, dat hier een spot vogel de hand in het spel gehad zou heb- ben, zou allereerst meebrengen, dat deze iemand een wel zeer misplaatste en een zeer kostbare „grap" zou hebben uitgehaa'd Er komt bovendien, voor zoover de betrok ken dame weet, nöemand ook maar net minst in aanmerking die bij mogelijkheid een dergelijke streek zou kunnen hebben uitgehaald. Rest de eenige mogelijkheid: Vernon Tem ney leeft nog, leefde althans nog bij het verzenden van dit telegram, ruim twee maanden »a zijn veronderstelden dood 'n de golven. Is deze mogelijkheid in overeenstemming met de feiten, dan kan het zijin, dat de heer Tenney om onverklaarbare redenen tijdelijk „uit de wereld wenschte te verdwijnen", zonder daarbij ook direct te sterven; dat hij als verstekeling Suva wist te bereiken, om daar tegen Kerstmis zijn telegram t6 verzenden. Het behoeft nauwelijks gezegd, dat de betrokken dame onverwijld de Amerikaan* sche autoriteiten var> de onWangst van dit telegram heeft in kennis ^weld, naar aan leiding waarvan thans oificieele naspeurin* gen verricht worden. De Indische salarisvoorstellen Memorie van Antwoord van de Regeering Herziening der pensioenen in overweging I BATAVIA, 24 Jan. (Aneta). In de memorio van antwoord iinizake de salarisvoorstellen ju spreekt de regeering uitdrukkelijk de be- wering tegen, als zou zij een salarispolit'-'k Ij' volgen, welke te nauw verband legt met de he landsinkomsten. Voor de vaststelling van loon-minima wordt de noodzaak niet aan wezig geacht. De vooruitgang voor de vier groepen ambtenaren, welke in dienst zij'T, n.l. lagere, la ge re-middelbare, zuiver-middel bare en hoogere, bedraagt op het nominaal salaris 10.39, 5.02, 6.4 en 5.97 procent. De regeering weerspreekt ook, dat zij de be* teekenis van middelbare krachten zou mis* kennen en zegt, dat het accent, dat tha-os gelegd is op de practische geschiktheid en de karakter-eigenschappen, zonder meer gegrond is op de ervaring tijdens de jong* ste crisis. De mogelijkheid van een herziening J van pensioenen is in overweging, doch hangende de uitvoerige en w nauwkeurige berekeningen van de 9 financieele consequenties daarvan ia kan de regeering nog geenerlei poel* tieve mededeeling doen. Dat ook de sociale consequenties van het vraagstuk de noodige aandacht hadden, blijkt uit de overgangsbepaling. Dc regee ring verdedigt zeer uitvoerig het voorge* stelde salarispeil en kan geen aanleiding vinden tot verhooging daarvan, noch inte graal, noch gedifferentieerd. Voor van kracht-wording met inganig van 1 Oct 1937 bestaat evenmin aanleiding, mede in ver* band met de daaraan verbonden kost.cn, welke ƒ3 millioen zouden bedragen. Er zal gestreefd worden naar zeer spoedige herzie- j ning van de loonschalen van maamdlooners en vaste werklieden. 'n Eindbezoldiging van ƒ900 voor majoors acht de regeerimg redelijk en juist Het salaris van luitenant-kolonel is nader in studie genomen, mede in verband met de opmerkingen, gemaakt in het afdeelings* verslag. De regelingen voor niet-Europeesohe en" mindere militairen ondergingen reeds ver* beteringen. MALANG, 24 Januari. (Atoeta). Zaterdag* naoht veegde een bandjir van de desa Toen- bakredjo in Zuid-Malang eenige huizen' weg en inundeerde een belangrijke opper vlakte maïs-aainiplant Een man, twee vrou wen en een kind zijn verdronken. WAAR WERK TE VINDEN IS AANBESTEDINGEN TE AMSTERDAM B. en W. van Amsterdam hebben aan* besteed het ophoogen van terreinen en het graven van kanaalgedeelten ten westen van den Admiraal de Ruyterweg, nabij de Zeven Provinciënstraat. aldaar, met bijbehoorende werken. De laagste inschrijfster was de N.V. Bag- ger-Mij Bos en Kalis te Sliedrecht met f 203.000. Vervolgens hebben B. en W. aanbesteed het maken van een groentenpakhuis crp het terrein van de Centrale Markt aan de Jan van Galenstraat. Bij deze aanbesteding waren 61 biljetten ingekomen. De laagste inschrijfster was de N.V. Aanneming-Mij voorh. A. S. Hoefte te Amsterdam met f 19.744. De juffrouw staakte inderdaad haar vragen. Mogelijk had het kereltje zijn groote zusjes hooren zeggen, dat Wlliy een engeltje was. Ieder was nu eenmaal dol op het kind. Nee, de juffrouw wou Kobusje niet opnieuw verlegen maken. Hij kwam nu net zoo leuk los. Wat zoon kind kon meevallen! Kobus had zóó de juffrouw voor zich gewonnen, dat ze het niet kon laten met de vinger tegen de lippen moeder Zwaanswijk even binnen te nooden, toen die tegen twaalven haar zoontje kwam halen. „Moet je eens kijken, maar stil hoor, dat ze niets merken", fluisterde ze. „Kom maar, hier kun je ze zien". De twee kleuters kropen over de vloer. Kobus had den beer onder den arm. Willy hield het konijntje tegen zich aange drukt. Ze speelden, dat de beer het konijntje pakken wou. Kobus liet den beer langs een grooten omweg katachtig op he' konijntje aansluipen, stiet daarbij kreten uit, zoo afgrij selijk, als geen enkele beer het hem zou kunnen nadoen. Wil- leke bedierf het spel wel een beetje, door op het moment, dat elk rechtgeaard konijn zou gebruiken voor de vlucht, haar beestje tegen den berenkop <te drukken, maar het genoegen werd daar in het minst niet door bedorven. „Zukke kienders toch", fluisterde vrouw Zwaanswijk, juist hard genoeg, om door de persoontjes in kwestie gehoord te worden. Uit was de pret. Nu ja, 't was toch „Kobussie zain taid". „Als het geen weer is om buiten te zijn, moet Kobus maar vaak hier bij Willy komen" zei de juffrouw. „Nou, as't nie te astrant is", antwoordde vrouw Zwaans wijk. „En as de juffrouw de hande derus vrai wil ebbe, brengt ze de klaine maid maar eens bai main". De juffrouw legde op dit punt nog geen belofte af, maar met de vriendschap der kleuters had ze van nu af vrede. Wat kónden ze het samen vinden, die twee. Bij Willy thuis, daar was het leuke speelgoed, daar arri veerde al gauw een hobbelpaard, daar was soms de meester, die mooie verhalen vertelde, daar was de juffrouw, die aardige versjes met ze zong. Bij Kobus thuis, daar was een hond en een poes en een geit en een varken. Kobus bezat bovendien knikkers en een mondorgel en een bromtol. En samen vader Kobus te helpen in tuinen of kerk, nou, dat was ook niet te versmaden. Vader Kobus zei vaak, dat hij nooit klaar zou komen, als hij er „de maid en de knecht" niet bij had. Toen alzoo een jaar voorbij was gegaan, toen Willeke begon te begrijpen, dat kleine Kobus een echte goedzak was en toen Kobus geen vleugeltjes meer bij haar verwachtte, aangezien ze toch maar „een gewoon maissie" was, werd hun wereldje wijder, ja meer dan eens tè wijd. Dat was gewoonlijk Willy's schuld. Daarvoor kreeg ge woonlijk Kobus straf. Kobus immers was de oudste? Kobus wist, dat ze niet mochten rollebollen in het gras achter de kerk, omdat het dan moeilijker te maaien viel; Kobus wist, da* de pastorietuin zonder vader verboden terrein "ias; Kobus wist, dat ze vol strekt niet door dat poortje mochten, dat poortje, waarmee je op het kerkhof kwam. Och ja, al deze dingen wist Kobus heel goed, maar als Willy's verlangens in verkeerde richting voerden, miste hij de kracht, haar te weerstaan. Vader Kobus begreep wel, waar de schoen wrong, wist wel dat zijn Kobusje op die manier wel eens een onverdiende straf opliep, maar zijn standpunt was: „da klaine kind is nie waizer en die jonge van main mot z'n aige dan maar nie door zoo'n maissie op z'n kop late zitte". Ja, dat was vader Kobus een raadsel. Hij begreep maar niet, hoe dat Kobusje van hem zich zoo kon laten ringelooren door dat kleine nest. Thuis was het jong niet voor de poes. Een parmantzak, zooals geen van de anderen was geweest. Tegen de zooveel oudere broers en zusters (hij volgde op Antje, met wie hij zeven jaar scheelde) kon hij een mond opzetten van wat ben je me. En voor Willy was hij zoo gedwee als een lam. „Kaik jai maar na je aige" kreeg hij van zijn vrouw te hooren, toen hij met die dat probleem wou bespreken. „Bai jou ken die klaine maid ok geen kwaad doen". Kobus vond het onbetamelijk, als een vrouw het laatste woord had, dus antwoordde hij: „mensch la na je kaike", maar in zijn hart wist hij, dat zijn vrouw gelijk had. Ja. maar 't was toch ook zoo'n „merakels lief ding". En handig nou niet zoo'n klein beetje. Daar groeide een goed huis houdstertje uit. Zoo klein als ze was, wou ze altijd al wer ken. Moesten de twee bij hem zijn, als hij in de kerk bezig was. Kobusje zat dan graag met een oud psalmboekje in de ouderlingenbank, ja, 't kon vaders hart goed doen, als hij het ventje daar zoo zag zitten, maar Willy was altijd aan 't schoonmaken. Hij gaf haar tegenwoordig maar gauw de een of andere lap, want ze had vroeger haar schortje of zak doekje wel eens gebruikt, om de banken te reinigen, wat natuurlijk haar moeder niet best aanstond. Nou en als je dan zag, hoe handig ze liep te wrijven en te poetsenEn ze wou altijd maar, dat het zand van den vloer werd opgeveegd. „Dat was vies zei ze. Kobus had het al lang opgegeven, haar aan het verstand te brengen, dat het juist schoon was, zand te strooien op een kerkvloer, vanwege de moddervoeten. Nee, dat begreep ze niet en op zoo iets kon ze dan wel eens erg doorzeuren. Wat dat betrof, was Kobusje anders. Als je tegen dien zei: „dat hoort zoo", dan was hij tevreden. Ja, Kobusje was snuggerder, dat leed geen twijfel. Natuurlijk, hij was een jaar ouder en een jóngen. Meisjes hoefden niet zoo wijs te zijn. Van geleerde vrouwen had Kobus een hartgrondige afkeer. Hij kende er wel heel weinig, maar hij vond het ongeoorloofd, dat een vrouw mannenwerk deed. En studeeren wès mannenwerk. Kobus hoefde trouwens maar vergelijkingen te maken tusschen de beide domineesvrouwen, met wie hij in de laatste jaren had kennis gemaakt en de meestersjuffrouwen. De vorige domineesvrouw had hij al heel weinig gemoogd. Dat mensch had ook maar eventjes voor dokter gestudeerd, 't Was ongehoord, dat een dominee er met zoo eentje af ging, zoo een» die daar als meisje zijnde, student was geweest. De tegenwoordige domineesvrouw was onderwijzeres ge weest. Dat was wel minder erg. want een onderwijzeres aan een Christelijke school kon toch nooit zoo midden in de we reld geleefd hebben als een student, maar 't rechte was het ook niet. Niks voor 't huishouden, 's Morgens om tien uur zat ze al met een boek in de tuin. 't Mocht een goed boek wezen, daar bleef Kobus af, maar een vrouw had 's morgens toch wel wat anders te doen. (Woedt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2