UIT OOST- EN WEST-INDIE B
DINSDAG as JANUARI 1938
EERSTE BLAD PAG. s D
RONDBLIK
MATSOEI'S POLITIEKE
MEENING
Reeds meermalen is in de jongste Japan-
sche geschiedenis tot uiting gekomen, dat er
in het rijk van den mikado twee machten
zijn. die gezamenlijk den koers bepalen van
dit geweldig evolueerende eilandenrijk. Al
lereerst, en officieel, is er de regeering,
die naar* westersche leest is geschoeid, en
haar exponenten heeft in parlement en ka
binet. Doch daarnaast, als een macht in den
staat, doch vooral ook daarbuiten, treft men
hpt leger aan, dat op een belangrijke mate
van zelfstandigheid mag bogen, en van zins
is Japans toekomst te, bouwen met het
zwaard, gelijk zijn economen en financiers
dit op meer vreedzame manier met him op
autarkie berekenende projecten probeeren
te doen. Het westen is geneigd deze twee
hoofdigheid van den Japanschen staat, die
haar officieele bekroning vindt in den
onschendbaren persoon van den keizer,
steeds opnieuw over het hoofd te zien. Doch
telkens weer worden wij daaraan op pijn
lijke manier, verhinderd, omdat Japan niet
alleen twee hoofden heeft, doch ook als ge
volg daarvan met twee monden spreekt.
Eenigen tijd geleden, toen er verschillen
de incidenten in China plaats vonden, waar
door met name de Ver. Staten en Groot-
Brittannië zoo onaangenaam werden ver
ontrust, haastte zich het ministerie van bui-
tenlandsche zaken van Tokio, olie op de gol
ven te gieten. Gril stak daarbij af de hou
ding van den Japanschen veteraan Matsoei,
de generaal die in Shanghai de lakens uit
deelt. Hij verleende een interview aan het
blad „Kaizo" en zeide daarin zeer onaange
name dingen, die van een alles behalve
vreedzame) gezindheid getuigden.
Matsoei heeft dezer dagen opnieuw aan
hetzelfde blad een onderhoud toegestaan.
Men zal het in Tokio met een bezwaard ge
moed vernomen hebben, want men was daar
net zoo ongeveer met de vervelende taak
gereed, de woorden van den opperbevel
hebber zooveel mogelijk te verzachten. Dit
maal heeft de generalissimus dan verklaard,
wal zijn desiderata in China zijn. Shanghai
moet geheel onder den invloed van het Ja
pan sche militair bestuur worden gebracht.
„Ik ben voornemens", zeide hij, „zelf de
Chineesche souvereiniteit over de interna
tionale concessies uit te oefenen. In begin
sel erken ik niet de neutraliteit van deze
concessies. Ik heb nooit orders aan mijn
regeering gevraagd, en alles wat hier gebeurt
speelt zich af onder mijn volkomen verant
woording."
De woorden zijn inderdaad boud, zoowel
aan het adres van Tokio, als aan dat der
westersche mogendheden. Matsoei geeft
hier het voornemen te kennen, noch den
één noch den ander te zullen ontzien. Hij
is een man, zoo wil hij suggereeren, die een
weg voor zich heeft uitgestippeld, en dien
ook zal weten te volgen. Wat zich op
dien weg tegen hem zou willen keeren,
moet zelf de gevolgen daarvan voorzien. Met
soepelheid en inschikkelijkheid zal de wes
tersche diplomatie derhalve bij hem niet
veel kunnen bereiken. En met het neerwer
pen van den handschoen? Ook hierop heeft
Matsoei het antwoord reeds klaar. „De
vreemdelingen", (dat zijn dus de westerlin
gen), „zullen gedwongen worden, het Japan-
sclie gezag te erkennen".
De uitspraak in haar soberheid is niet
anders dan een geanticipeerde oorlogs
verklaring!
Kabinetsbesprekingen in Londen
In den loop van de week zullen te Lon
den verscheiden belangrijke kwesties, be
trekking hebbende op de buitenlandsche
politiek, onder de aandacht komen der mi
nisters, die thans vrijwel allen te Londen
zijn teruggekeerd.
Verwacht wordt dat het kabinet o.m. zal
behandelen de kwestie van het Verre Oos
ten en aangelegenheden, betrekking heb
bende op den oorlog in Spanje, op de sa
menstelling der commissie, welke naar
Palestina zal worden gezonden, op het ver
slag van Van Zeeland over den econo
mischen toestand, dat Vrijdag a.s. zal wor
den gepubliceerd en op de Britsch-Ameri-
kaansche handelsbesprekingen, welke op
verscheiden punten voortgang hebben ge
maakt, sinds de ministers den laatsten keer
bijeen zijn geweest.
Minister Eden zal niet aanwezig zijn in
den kabinetsraad van Woensdag a.s., aan
gezien hij en Lord Cranborne naar
Genève zullen vertrekken ter bijwoning
van de honderdste vergadering van den
volkenbondsraad.
Naar men verwacht, zal Eden te Parijs
voor een paar uur zijn reis onderbreken
om er eenige Fransche ministers te ont
moeten.
De Japansch'Chineesche oorlog
BOMBARDEMENTEN
IN ZUID-CHINA
Interpellatie over het
Kaizo-interview
Japansche vliegtuigen hebben Maan
dag in Zuid-China een van de grootste
bombardementen van heel den oorlog
uitgevoerd. Zij bestookten de stations
Icings den Kanton—Hankauspoorweg
en ook de Noord-Westelijke voorsteden
van Kanton. Hier werden een twintigtal
personen gedood.
De Japansche troepen hebben zich bij de
achtervolging der communisten in Sjansi
meester gemaakt van de basis der commu
nisten, welke op 30 km ten Zuiden van Ping
Ting is gelegen.
De verslagen communistische troepen be
hoorden tot de 129e divisie. Bij deze divisie
waren verscheiden in civiel gekleede solda
ten ingedeeld.
De Japansche strijdkrachten hebben ook
het gebied van Meng-Tsieng bezet. Het Ja
pansche leger bereidt zich thans voor op
een aanval op Oe-Tai-Tsjan, de laatste en
belangrijkste basis van de communisten in
Sjansi.
Chineesch generaal terecht gesteld
Generaal Han-Foe-Tsjoe is gisteravond
door een vuurpeleton terechtgesteld.
Hiermede is een einde gekomen aan alle
elkaar tegensprekende berichten betreffende
het lot van den gouverneur van Shantoeng.
Zooals bekend, was de voornaamste hem
ten laste gelegde beschuldiging het niet op
volgen van militaire bevelen, hetgeen China
op verlies van Sjantoeng was komen te
staan.
Eet interview met Soejetsoego
Kozaka heeft Maandagochtend in het Ja
pansche hoogerhuis een interpellatie gericht
tot de regeering over de vijandelijkheden in
China.
Na de regeering te hebben uitgenoodigd
te luisteren naar de stem der natie en een
nationale politiek te leiden, verklaarde
Kozaka, dat naar zijn meening, alle mi
nisters, behalve de minister-president en de
minister van Buitenlandsche Zaken, zich er
van moeten onthouden commentaar te leve
ren op zaken van diplomatieken aard.
Daar Kozaka een toespeling had ge
maakt op het interview van Soejetsoe-
goe, dat in het tijdschrift Kaizo is ver
schenen, gaf minister-president Konoye
de verzekering, dat de leden der Regee-
ring voortaan een voorzichtiger hou
ding zouden in acht nemen.
Soejetsoegoe nam vervolgens nog het
woord om te zeggen, dat een kwaadaar
dige uitlegging was gegeven aan zijn
Kaizo-interview en dat daarvan ook een
onjuiste vertaling was gegeven
Rusland in het Verre Oosten
Grooie marineschepen ln aanbouw
Het Japansche telegraafagentschap Do
mei meldt van betrouwbare zijde te hebben
vernomen, dat het Russische volkscommis
sariaat van marine besloten heeft een reus
achtige marinewerf te bouwen in Wladi-
wostok, waar slagschepen, kruisers en an
dere schepen zouden worden gebouwd.
Polen en het Joden-vraagstuk
Een beroep op Engeland
In de commissie voor financiën van den
Poolschen landdag heeft de rapporteur van
het budget van het ministerie van binnen-
landsche zaken, Wojtsjechofski, de
Joodsche kwestie behandeld
Hij deed een beroep op Frankrijk en En
geland, tot wie de Poolsche Joden herhaal
delijk klachten hebben gericht over hun
toestand.
In het bijzonder vroeg spreker aan Enge
land, welks menschlievende gevoelens be
kend zijn, een mogelijkheid te scheppen voor
Joodsche emigratie naar Palestina en andere
weinig bevolkte koloniën.
De koloniale mogendheden moeten mate
rieel en financieel helpen om het vraagstuk
der Joodsche emigratie op te lossen met hulp
m de Joden zelf.
Spreker verklaarde vervolgens, dat Polen
na den oorlog een schuilplaats heeft aange
boden aan eenige honderduizenden Joden,
die uit Rusland waren gevlucht. Hierdoor is
het Joodsche vraagstuk in Polen moeilijker
geworden.
Tenslotte zeide spreker, dat de Poolsche
regeering zich met alle ten dienste staande
middelen zal verzetten tegen een strijd met
messen en gummiknuppels en hij verzekerde
Engeland, dat op het oogenblik, dat Polen
verlost zal zijn van het overschot van zijn
Joodsche bevolking, de reacties van het
wanhopige Poolsche volk een einde zullen
nemen.
DE SPAANSCHE
BURGEROORLOG
Een Fransche torpedo-boot
gebombardeerd
Terwijl de Fransche torpedojager „La
Poursuivante" op een K.M. uit de kust
in de Fransche wateren kruiste, ver
schenen op een zeker oogenblik vier
nationalistische oorlogsschepen, die
zich in de richting der Spaansche kust
bewogen.
Kort daarop vloog een vliegtuig over
de schepen, en liet boven de „La Pour
suivante", die het ongetwijfeld voor een
oorlogsbodem hield, twee bommen val
len, die evenwel geen doel troffen. De.
oorlogsschepen van Franco verwijder
den zich met volle kracht onder dok
king van oen rookgordijn, vurend op
drie vliegtuigen, die over het smaldeel
vlogen.
De torpedoboot opende onmiddellijk
daarop het vuur daarbij gesteund door
de Fransche kustbatterijen, en slaagde
erin de vliegtuigen op de vlucht te
drijven.
Aangezien vliegtuigen van de luchtmacht
van Franco, die Puigcerda gebombardeerd
hadden, over Fransch gebied zijn gevlogen,
zijn de opdrachten aan de afweerbatterijen
langs de Fransche grens hernieuwd en ver
scherpt In het vervolg zullen de Fransche
luchtdoelbatterijen onmiddellijk zonder
waarschuwingsschot het vuur openen op
ieder vliegtuig, dat poogt over Fvansrh ge
bied te vliegen.
De toestand bij Terne!
Een communiqué van het hoofdkwartier
der rechtsche troepen te Salamanca meldt,
dat deze aan het front van Teruel een
nieuwe vijandelijke stelling bezet hebben.
30 dooden en een groote hoeveelheid wa
pens en munitie werdqn op het slagveld
gevonden. Zeven vliegtuigen der republi
keinen werden neergeschoten.
Nieuwe luchtbombardementen
Zestien vliegtuigen der Spaansche opstan
delingen hebben Enlaudete in de provincie
Cuenca gebombardeerd, waarbij zeven hui
zen werden vernield en verscheidene slacht
offers onder de burgerbevolking werden ge
maakt De stad Reus is tweemaal gebom
bardeerd. Hier werden 22 menschen gedood
en 30 gewond.
De bommen op Frankrijk
De Fransche regeering neemt maatregelen
Door de Fransche militaire overheid is
thans order gegeven aan de afweer-balt te-
rijen om onmiddellijk zonder waarschuwing
het vuur op ieder Spaansch vliegtuig, dat
over Fransch gebied vliegt, te openen.
De Fransche regeering heeft besloten een
protest te richten tot de rechtsche autoritei
ten te Salamanca, in verband met het feit.
dat de rechtsche vliegtuigen, die Puigcerda
bombardeerden, tien bommen op Fransch
grondgebied hebben -neergeworpen.
De verovering van Abessinië
Steeds meer neiging tot erkenning
Het te Antwerpen verschijnende blad „La
Métropole" bespreekt naar aanleiding van
de komende zitting van den volkenbonds
raad de Abessijnsche kwestie en wijst er in
dit verband op, dat de kleine staten in
steeds grooter getale geneigd zijn, de ver
overing van Abessinië door Italië de facto te
erkennen zonder tot erkenning de jure te
willen1 gaan.
Men weet. aldus de „Métropole", dat N e-
derlan-d vast besloten is, dien kant uit
te gaan. Roemenië is niet minder vastbe
sloten. Joego-Slavië geeft in zijn geloofsbrie
ven aan den koning van Italië den titel van
keizer. Van zijn kant is Zweden eveneens
geneigd, den feiteljjken toestand, die door
oe bezetting van het Abessijnsche grondge
bied geschapen is te erkennen.
Wat België betreft, maken redenen van
politieken, evenals van economischen aard,
het eveneens noodzakelijk, niet langer het
maken van een zuiver beleefdheidsgobaar te
weigeren, door erin te volharden, den ko
ning van Italië een titel te onthouden, die
de grondwet vqn dit land hem toekent.
De regeeringen te Londen en Parijs mo
gen haar adhesie afhankelijk willen maken
van de regeling al harer moeilijkheden met
Italië, wij hebben niet dezelfde redenen om
in een afwachtende houding te blijven vol
harden.
De Abessijnsche kwestie is een afgewik
kelde zaak en de openbare meening in Bel
gië wenscht hoe langer hoe meer, dat niet
langer blijk gegeven wordt van een forma
lisme, dat even nutteloos is als sohadelijk
voor onze levensbelangen.
BULGAARSCHE
KABINETSCRISIS
Uit Sofia wordt gemeld, dat drie mi
nisters uit het Bulgaarsche kabinet hun
ontslag hebben ingediend, n.l. de mi
nisters van Binnenlandsche Zaken, van
Oorlog en van Handel.
Waarschijnlijk zullen nog andere minis
ters volgen, o.a. wordlt die van Justitie ge
noemd.
De premier, Kusseiwanof, heeft een audi
ëntie bij koning Boris gehad en daarna me
degedeeld dafrde ministers van Binnenland
sche Zaken en van Oorlog waren afgetreden
en reeds vervangen waren door Nikolajef,
den huidigen minister van Onderwijs, en
door generaal Daskalof. De oudrector magni
ficus van de universiteit te Sofia, professor
Manef, was intusschen reeds benoemd tot
minister van Onderwijs.
Het aftreden van generaal Lukof als mi
nister van oorlog heeft groot opzien geb~rd
en kort daarop liet ook de minister van
Handel weten, dat hij zijn portefeuille ter
beschikking stelde. Verscheidene andere
ministers zijn het met het aftreden van den
minister niet eens en de toestand is op het
oogenblik zoodanig dat een kabinetscrisis
niet is uitgesloten. De premier zal in den
loop van den avond een verklaring afleg
gen, waarin hij den binnenlandschen poli
tieken toestand uiteen zal zetten.
Doze kabinetscrisis is een gevolg van
meeningsverschillen tussdhen de ministers
onder elkaar.
en gesterkt en Uw
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
G!azen Buisje 75 ct Bij Apoth. en Drogisten
Italiaansche formatie-vlucht
naar Zuid-Amerika
Het escadrille der „Groene Muizen"
Eon Italiaansch vliegtuig-escadrille, ge
naamd de „Groene Muizen" is Maandagmor
gen van Guidonia (Italië) gestart voor een
formatie-vlucht naar Rio de Janeiro. Het
heelt de eerste etappe, naar Dakar, in Afri
ka, een afstand van 4300 K.M., afgelegd met
een gemiddelde snelheid van 400 K.M. per
De bemanning, waaronder ook Bruno M u s-
s o 1 i n i, de zoon van den Duce, maakt het
uitstekend.
Het Romeins che blad „II Messagero"
meldt over deze interessante vlucht nog de
volgende bijzonderheden.
De drie machines, welke werden uitgeko
zen voor de vlucht Guidonia—Dakar—Natal
Rio de Janeiro, die zich voornamelijk moet
kenmerken door geweldige snelheid en door
het gebruik maken van de bstaande lucht-
bases met algeheele uitsluiting van extra
hulp. zijn drie Savoia-Marchettivliegtuigen
van het type S 79, waaronder ook het toe
stel, dat zich als eerste klasseerdie op de
lange afstandsmarsch IstresDamascus.
In totaal zal een afstand van omstreeks
10.000 K.M. moeten worden afgelegd.
VERZEKERING
Maattckappif - Sneeh
De Fransche arbeidscode
Gistermiddag zijn de ministers Fros-
sard en Ramadier met de hooge func
tionarissen van het minister-presidium en 't
ministerie van Arbeid bijeen gekomen om
de nieuwe arbeidswetten te bespreken. De
besprekingen zullen Woensdag worden
voortgezet. Ondertussehen zullen Frossard
en Ramadier de vertegenwoordigers van
C.G.T. en van den algemeenen bond van
Fransche werkgevers ontvangen.
Waarschijnlijk zullen Woensdagavond de
definitieve teksten van de wetten worden
opgesteld.
Kabinetsverandering te Praag?
Het blad „Venkov" het voornaamste or
gaan van de Tsjecho Slowaaksche agrari
sche partij, schrijft, dait minister-president
Hodza reeds de vorige week in een beperk
ten ministerraad het plan tot een belangrij
ke kabinetsherziening ter tafel heeft ge
bracht Dit plan zal in de eerstvolgende
zitting van het comité der politieke minis
ters besproken worden.
Het blad is van meening. dat hervorming
van het kabinet noodzakelijk is, zoowel met
.het oog op de «politiek als met het oog op
de personen. Daarom neemt de agrarische
partij een volstrekt positief standpunt in
ten gunste van het plan van {len premier
Het parlement komt 27 Januari bijeen. Het
zal dan 'eerst de financieele aangelegen
heden van 1936 bespreken, welke gelegen
heid zullen geven tot een behandeling van
den economischen toestand. In Februari zal
dan een reek wetsontwerpen, die reeds in
gediend zijn, behandeld worden.
MiLLIONAIR VERDWEEN
SPOORLOOS
Twee maanden „na zijn dood"
verzond hij een telegram
Een geheimzinnige geschiedenis
In November van het vorige jaar
brachten de Amerikaansche bladen
met de gebruikelijke „headlines" het
bericht, dat een welbekende mil-
lkwiair, Vernon Tenaey, op raad
selachtige en spoorlooze wijze ver
dwenen was van een mailschip ergens
in'de Clümeeeohe Zee, schrijft de cor
respondent van de „Ind. Crt" te Bali
aan zijn blad.
Niemamd had hem intusschen over
boord zien vallen of springen of ge
duwd worden. In officieele kringen
werd echter op deze ietwat losse gron
den aangenomen, dat Vernon Tenney
den dood iln de golven gevonden had
en dienovereenkomstig werden door
de beheerders van het fabelachtig
vermogen van den verdwenene de ge
bruikelijke stappen en maatregelen
genomen.
Thans i6 onverwacht de even pijnlijke a's
dramatische vraag opgeworpen, of het wel
werkelijk vast staat, dat deze millionnair
om het leven is gekomen.
De zaak zit zoo. Eenige maanden voor
zijn vermoeden dood, vertoefde de hear
Teivitey op Bali. Zijn verblijf op dit eiland
strekte zich zelfs uit en bij zijn vertrek gaf
hij als zijn vaste voornemen te kennen,
weer terug te zullen komen en dan waar
schijnlijk gedurende veel langeren tijd op
Bali te zuilen blijven.
Na zijn vertrek bleef hij voortdurend in
relatie met een Ehgelsche dame, die even
eens op Bali woont, en met wie hij corres
pondeerde over het aanschaffen van mate
rialen enz. voor het bouwen van e>en wo
ning, welken den heer Tenoey als verblijf
plaats zou moeten dienen bij zijn voorge
nomen terugkeer op Bali.
De dame in kwestie, had op zich genomen
hem bij de uitvoering van zijn plannen de
behulpzame hand te bieden.
In November kwam het nieuwsbericht,
dat de heer Tenney spoorloos verdwenen
was, vermoedelijk door een ongelukkig toe
val over boord gevallen, in ieder geval
hoogstwaarschijnlijk in de golven van d«a
oceaan omgokomen. De executeurs stelden
zich o.a. in verbinding met de op Bali wo
nende dame, teneinde van haar te verne
men of zij wellicht gegevens verstrekken
kon, welke voor de nalatenschap van be
lang konden zijn.
Wie schetst echter de verbazing van
de dame op Bali, toen zij met Kerst
mis een gelukvvensoh-telegram uit het
eiland Suva kreeg, onderteekend door
niemand anders dan Vernon?
Leefde de heer Tenney Inderdaad nog en
verzond hij inderdaad dit telegram? De
mogelijkheid, dat dit draadberioht lang van
te voren door den heer Tenney op Suva was
aangeboden, met de opdracht het tegen
Kerstmis pas te verzenden, moet worden
los gelaten, omdat de betrokkene na zijn
verblijf op Bali niet op Suva kan zijn ge
weest, althans niet voor zijn veronderstel
den dood, terwijl bij een bezoek aan Suva,
dat eventueel zou hebben plaats gehad al-
De hervorming van den
volkenbond
Is er geen haast bij?
De Geneefsche correspondent van de Man
chester Guardian meent te weten, dat de
Fransche en lïngelsche diplomatieke ver
tegenwoordigers te Bern aan Motta heb
ben te kennen gegeven, dat hun regeerin
gen het oogenblik ongewenscht zouden ach
ten, dat Zwitserland thans voor den Vol
kenbondsraad de opheffing van art. 16 ter
sprake brengt.
De Noorsohe minister van Buitenlandsche
Zaken. K o h t. heeft in een interview ver
klaard, dat Noorwegen eenigen tijd geleden
zekere voorstellen aan het Volkenbonds-
secretariaat heeft doen toekomen betreffen
de herziening van het handvest. Noorwegen
is van oordeel, dat eenstemmigheid niet
vereischt is. wanneer het gaat om een ge
wone bemiddeling. Verder stelt Noorwegen
voor onder de ansiiciën van den Volken
bond oeconomische conferenties te houden*
met name betreffende de muntstabilisatie.
Noorwegen zal de noodzakelijkheid onder
strepen van een versterking der universali
teit van den bond; de Assemblee zal zich
spoedig tot een bestudeering hebben te zet
ten van maatregelen, die kunnen leiden tot
een zoodanige universaliteit.
vorens hij naar Bali kwam, hij de dame in
kwestie nog niet ontmoet had of kende.
De veronderstelling, dat hier een spot
vogel de hand in het spel gehad zou heb-
ben, zou allereerst meebrengen, dat deze
iemand een wel zeer misplaatste en een
zeer kostbare „grap" zou hebben uitgehaa'd
Er komt bovendien, voor zoover de betrok
ken dame weet, nöemand ook maar net
minst in aanmerking die bij mogelijkheid
een dergelijke streek zou kunnen hebben
uitgehaald.
Rest de eenige mogelijkheid: Vernon Tem
ney leeft nog, leefde althans nog bij het
verzenden van dit telegram, ruim twee
maanden »a zijn veronderstelden dood 'n
de golven.
Is deze mogelijkheid in overeenstemming
met de feiten, dan kan het zijin, dat de heer
Tenney om onverklaarbare redenen tijdelijk
„uit de wereld wenschte te verdwijnen",
zonder daarbij ook direct te sterven; dat
hij als verstekeling Suva wist te bereiken,
om daar tegen Kerstmis zijn telegram t6
verzenden.
Het behoeft nauwelijks gezegd, dat de
betrokken dame onverwijld de Amerikaan*
sche autoriteiten var> de onWangst van dit
telegram heeft in kennis ^weld, naar aan
leiding waarvan thans oificieele naspeurin*
gen verricht worden.
De Indische salarisvoorstellen
Memorie van Antwoord van de
Regeering
Herziening der pensioenen in overweging I
BATAVIA, 24 Jan. (Aneta). In de memorio
van antwoord iinizake de salarisvoorstellen ju
spreekt de regeering uitdrukkelijk de be-
wering tegen, als zou zij een salarispolit'-'k Ij'
volgen, welke te nauw verband legt met de he
landsinkomsten. Voor de vaststelling van
loon-minima wordt de noodzaak niet aan
wezig geacht. De vooruitgang voor de vier
groepen ambtenaren, welke in dienst zij'T,
n.l. lagere, la ge re-middelbare, zuiver-middel
bare en hoogere, bedraagt op het nominaal
salaris 10.39, 5.02, 6.4 en 5.97 procent. De
regeering weerspreekt ook, dat zij de be*
teekenis van middelbare krachten zou mis*
kennen en zegt, dat het accent, dat tha-os
gelegd is op de practische geschiktheid en
de karakter-eigenschappen, zonder meer
gegrond is op de ervaring tijdens de jong*
ste crisis.
De mogelijkheid van een herziening J
van pensioenen is in overweging,
doch hangende de uitvoerige en w
nauwkeurige berekeningen van de 9
financieele consequenties daarvan ia
kan de regeering nog geenerlei poel*
tieve mededeeling doen.
Dat ook de sociale consequenties van het
vraagstuk de noodige aandacht hadden,
blijkt uit de overgangsbepaling. Dc regee
ring verdedigt zeer uitvoerig het voorge*
stelde salarispeil en kan geen aanleiding
vinden tot verhooging daarvan, noch inte
graal, noch gedifferentieerd. Voor van
kracht-wording met inganig van 1 Oct 1937
bestaat evenmin aanleiding, mede in ver*
band met de daaraan verbonden kost.cn,
welke ƒ3 millioen zouden bedragen. Er zal
gestreefd worden naar zeer spoedige herzie- j
ning van de loonschalen van maamdlooners
en vaste werklieden.
'n Eindbezoldiging van ƒ900 voor majoors
acht de regeerimg redelijk en juist Het
salaris van luitenant-kolonel is nader in
studie genomen, mede in verband met de
opmerkingen, gemaakt in het afdeelings*
verslag.
De regelingen voor niet-Europeesohe en"
mindere militairen ondergingen reeds ver*
beteringen.
MALANG, 24 Januari. (Atoeta). Zaterdag*
naoht veegde een bandjir van de desa Toen-
bakredjo in Zuid-Malang eenige huizen'
weg en inundeerde een belangrijke opper
vlakte maïs-aainiplant Een man, twee vrou
wen en een kind zijn verdronken.
WAAR WERK TE VINDEN IS
AANBESTEDINGEN TE AMSTERDAM
B. en W. van Amsterdam hebben aan*
besteed het ophoogen van terreinen en het
graven van kanaalgedeelten ten westen van
den Admiraal de Ruyterweg, nabij de Zeven
Provinciënstraat. aldaar, met bijbehoorende
werken.
De laagste inschrijfster was de N.V. Bag-
ger-Mij Bos en Kalis te Sliedrecht met
f 203.000.
Vervolgens hebben B. en W. aanbesteed
het maken van een groentenpakhuis crp het
terrein van de Centrale Markt aan de Jan
van Galenstraat.
Bij deze aanbesteding waren 61 biljetten
ingekomen. De laagste inschrijfster was de
N.V. Aanneming-Mij voorh. A. S. Hoefte te
Amsterdam met f 19.744.
De juffrouw staakte inderdaad haar vragen. Mogelijk had
het kereltje zijn groote zusjes hooren zeggen, dat Wlliy een
engeltje was. Ieder was nu eenmaal dol op het kind. Nee, de
juffrouw wou Kobusje niet opnieuw verlegen maken. Hij
kwam nu net zoo leuk los. Wat zoon kind kon meevallen!
Kobus had zóó de juffrouw voor zich gewonnen, dat ze
het niet kon laten met de vinger tegen de lippen moeder
Zwaanswijk even binnen te nooden, toen die tegen twaalven
haar zoontje kwam halen.
„Moet je eens kijken, maar stil hoor, dat ze niets merken",
fluisterde ze. „Kom maar, hier kun je ze zien".
De twee kleuters kropen over de vloer. Kobus had den beer
onder den arm. Willy hield het konijntje tegen zich aange
drukt. Ze speelden, dat de beer het konijntje pakken wou.
Kobus liet den beer langs een grooten omweg katachtig op
he' konijntje aansluipen, stiet daarbij kreten uit, zoo afgrij
selijk, als geen enkele beer het hem zou kunnen nadoen. Wil-
leke bedierf het spel wel een beetje, door op het moment, dat
elk rechtgeaard konijn zou gebruiken voor de vlucht, haar
beestje tegen den berenkop <te drukken, maar het genoegen
werd daar in het minst niet door bedorven.
„Zukke kienders toch", fluisterde vrouw Zwaanswijk, juist
hard genoeg, om door de persoontjes in kwestie gehoord te
worden. Uit was de pret. Nu ja, 't was toch „Kobussie zain
taid".
„Als het geen weer is om buiten te zijn, moet Kobus maar
vaak hier bij Willy komen" zei de juffrouw.
„Nou, as't nie te astrant is", antwoordde vrouw Zwaans
wijk. „En as de juffrouw de hande derus vrai wil ebbe,
brengt ze de klaine maid maar eens bai main".
De juffrouw legde op dit punt nog geen belofte af, maar
met de vriendschap der kleuters had ze van nu af vrede.
Wat kónden ze het samen vinden, die twee.
Bij Willy thuis, daar was het leuke speelgoed, daar arri
veerde al gauw een hobbelpaard, daar was soms de meester,
die mooie verhalen vertelde, daar was de juffrouw, die
aardige versjes met ze zong.
Bij Kobus thuis, daar was een hond en een poes en een
geit en een varken. Kobus bezat bovendien knikkers en een
mondorgel en een bromtol. En samen vader Kobus te helpen
in tuinen of kerk, nou, dat was ook niet te versmaden. Vader
Kobus zei vaak, dat hij nooit klaar zou komen, als hij er „de
maid en de knecht" niet bij had.
Toen alzoo een jaar voorbij was gegaan, toen Willeke
begon te begrijpen, dat kleine Kobus een echte goedzak was
en toen Kobus geen vleugeltjes meer bij haar verwachtte,
aangezien ze toch maar „een gewoon maissie" was, werd
hun wereldje wijder, ja meer dan eens tè wijd.
Dat was gewoonlijk Willy's schuld. Daarvoor kreeg ge
woonlijk Kobus straf.
Kobus immers was de oudste? Kobus wist, dat ze niet
mochten rollebollen in het gras achter de kerk, omdat het dan
moeilijker te maaien viel; Kobus wist, da* de pastorietuin
zonder vader verboden terrein "ias; Kobus wist, dat ze vol
strekt niet door dat poortje mochten, dat poortje, waarmee
je op het kerkhof kwam. Och ja, al deze dingen wist Kobus
heel goed, maar als Willy's verlangens in verkeerde richting
voerden, miste hij de kracht, haar te weerstaan.
Vader Kobus begreep wel, waar de schoen wrong, wist
wel dat zijn Kobusje op die manier wel eens een onverdiende
straf opliep, maar zijn standpunt was: „da klaine kind is
nie waizer en die jonge van main mot z'n aige dan maar nie
door zoo'n maissie op z'n kop late zitte".
Ja, dat was vader Kobus een raadsel. Hij begreep maar
niet, hoe dat Kobusje van hem zich zoo kon laten ringelooren
door dat kleine nest. Thuis was het jong niet voor de poes.
Een parmantzak, zooals geen van de anderen was geweest.
Tegen de zooveel oudere broers en zusters (hij volgde op
Antje, met wie hij zeven jaar scheelde) kon hij een mond
opzetten van wat ben je me. En voor Willy was hij zoo
gedwee als een lam.
„Kaik jai maar na je aige" kreeg hij van zijn vrouw te
hooren, toen hij met die dat probleem wou bespreken. „Bai
jou ken die klaine maid ok geen kwaad doen".
Kobus vond het onbetamelijk, als een vrouw het laatste
woord had, dus antwoordde hij: „mensch la na je kaike",
maar in zijn hart wist hij, dat zijn vrouw gelijk had. Ja. maar
't was toch ook zoo'n „merakels lief ding". En handig
nou niet zoo'n klein beetje. Daar groeide een goed huis
houdstertje uit. Zoo klein als ze was, wou ze altijd al wer
ken. Moesten de twee bij hem zijn, als hij in de kerk bezig
was. Kobusje zat dan graag met een oud psalmboekje in de
ouderlingenbank, ja, 't kon vaders hart goed doen, als hij
het ventje daar zoo zag zitten, maar Willy was altijd aan
't schoonmaken. Hij gaf haar tegenwoordig maar gauw de
een of andere lap, want ze had vroeger haar schortje of zak
doekje wel eens gebruikt, om de banken te reinigen, wat
natuurlijk haar moeder niet best aanstond. Nou en als je dan
zag, hoe handig ze liep te wrijven en te poetsenEn ze
wou altijd maar, dat het zand van den vloer werd opgeveegd.
„Dat was vies zei ze. Kobus had het al lang opgegeven,
haar aan het verstand te brengen, dat het juist schoon was,
zand te strooien op een kerkvloer, vanwege de moddervoeten.
Nee, dat begreep ze niet en op zoo iets kon ze dan wel eens
erg doorzeuren. Wat dat betrof, was Kobusje anders. Als
je tegen dien zei: „dat hoort zoo", dan was hij tevreden. Ja,
Kobusje was snuggerder, dat leed geen twijfel. Natuurlijk,
hij was een jaar ouder en een jóngen. Meisjes hoefden
niet zoo wijs te zijn. Van geleerde vrouwen had Kobus een
hartgrondige afkeer. Hij kende er wel heel weinig, maar hij
vond het ongeoorloofd, dat een vrouw mannenwerk deed.
En studeeren wès mannenwerk. Kobus hoefde trouwens maar
vergelijkingen te maken tusschen de beide domineesvrouwen,
met wie hij in de laatste jaren had kennis gemaakt en de
meestersjuffrouwen. De vorige domineesvrouw had hij al heel
weinig gemoogd. Dat mensch had ook maar eventjes voor
dokter gestudeerd, 't Was ongehoord, dat een dominee er
met zoo eentje af ging, zoo een» die daar als meisje zijnde,
student was geweest.
De tegenwoordige domineesvrouw was onderwijzeres ge
weest. Dat was wel minder erg. want een onderwijzeres aan
een Christelijke school kon toch nooit zoo midden in de we
reld geleefd hebben als een student, maar 't rechte was het
ook niet. Niks voor 't huishouden, 's Morgens om tien uur
zat ze al met een boek in de tuin. 't Mocht een goed boek
wezen, daar bleef Kobus af, maar een vrouw had 's morgens
toch wel wat anders te doen.
(Woedt vervolgd