Een rijk en vrij Land
Herinneringen aan 1880 en 1909
Canada, een land 300 maal zoo groot als Nederland
LANG vóór Columbus Amerika ontdekte, had
den de Noormannen reeds via Faroer,
IJsland en Groenland met Canada contact gehad.
Nog in 1368 haalden de Groenlandsche Noorman
nen er ladingen hout vandaan. Echter, de kennis
Een kijkje in Monteral, waar kantoor-
pleizen kerken in de schaduw stellen.
van deze noordelijke we g naar de Nieuwe Wereld
verdween langzamerhand.
Het duurde tot 1534, eer Cartier, in opdracht van
den Franschen koning Frans I, trachtte Canada
te koloniseeren. Doch strenge winter en scheur
buik deden de onderneming mislukken.
Pas in 1603 vestigde Champlain de Europeesche
macht in deze streek. De bedoeling hiermee was
vrijwel uitsluitend commercieel. Pelshandel lever
de gemakkelijker winsten dan landbouw!
Langdurig is Noord-Amerika een twistappel ge
weest tusschen Frankrijk en Engeland. In 1663
werd Canada een koninklijke Fransche provincie.
De Franschen drongen door in het gebied der
groote meren, ja in 1743 ontdekten koene pels
jagers het Rotsgebergte!
Frankrijk heeft van zijn Amerikaansche koloniën
niet veel plezier beleefd. De vrede van Parijs,
door welke de zevenjarige zee-oorlog tusschen
de oude rivalen Engeland en Frankrijk werd be
ëindigd, verdrong het Fransche gezag uit Noord-
Amerika: geheel Canada viel Engeland ten deel.
De Fransche invloed, met name in het gebied van
de Sint Laurens Rivier, heeft zich echter gehand
haafd tot den dag van heden
De oorspronkelijke bewoners
De oorspronkelijke bewoners van Canada waren
verschillende Indianen-stammen. Het aantal In
dianen schijnt echter in dit reusachtige land nooit
de 250.000 te hebben overschreden. De halfbloeden
inbegrepen, zijn er thans nog 112.000 over. Aan
de kust hielden de Indianen zich vooral bezig
met visscherij, verder het land in met de jacht.
Kudden van millioenen bisons graasden in de on
metelijke vlakten. De jacht was voor den inlander
moeilijk en gevaarlijk, omdat ze te voet moest
plaats vinden. Immers, vóór Columbus was het
paard in Amerika onbekend! De komst van den
conquistador deed het leven in Amerika geheel
veranderen: het paard en het geweer deden ook
de wildheid en oorlogszucht der Indianen toe
nemen. Hun rijen werden door onderlinge twisten
steeds meer gedund. Ook in de strijd met den
blanken man gingen velen te gronde. Daarbij wer
den de Indianen geteisterd door pokken en
typhus en de sterke drank.
Dr Van derSleen vertelt daarover merk
waardige bizonderheden. De Indianen leverden
aan de Franschen veel pelzen in ruil voor allerlei
Europeesche goederen. Maar vooral loerden de
Fransche handelaars op beverhuiden. De Indianen
echter doodden niet graag bevers. De bever was
hun zeer nuttig door het afdammen van rivieren
en was eigenlijk hun vriend:
„De bever werkte met overleg en vlijt, man
en vrouw werkten samen tot heil van het
kleine bevervolkje. En de Indiaan zond zijn
kinderen naar den bever om van hem voor
zichtigheid en overleg te leeren en noemde den
bever zijn kleinen broeder. En dien kleinen
broeder, dien goeden vriend dooden, om goe
deren te verkrijgen die je ook voor andere
huiden kon inruilen, dat stuitte den Indiaan,
die steeds natuurliefhebber en natuurbescher
mer was geweest, tegen de borst."
Te zwak voor sterke drank
Maar! Voor het „levenswater" bezweek hy!
Sterke drank deed de bevervellen toestroomen.
Gelukkig heeft Engeland, toen het de kolonie in
1763 overnam, aan deze schandelijke handel, die
bevers en Indianen gelijkelijk met algeheele
ondergang bedreigde, een einde gemaakt. Aparte
maatregelen zijn getroffen om te verhinderen,
dat zoowel de oorspronkelijke bevolking als de
oorspronkelijke dierenwereld zullen verdwijnen.
Dr Van der Sleen, wiens Canada-boek niet alleen
geologische en aesthetische karakteristieken van
dit merkwaardige land geeft, doch daar tusschen
door ook beschrijvingen van persoonlijke reis
herinneringen en-impressies, vertelt daarvan in
den breede. Zoo krijgen we een kijkje in het
Waterval der Sunwapta in het
Jasper Nationaal Park
door de Canadeesche regeering gestichte Natuur
park: Canadian National Buffalo Park in Wain-
wright-Alberta, zoo groot als een halve Neder-
landsche provincie, waar een 6000 bisons leven.
Zoo maken wij mee de Indianenfeesten, die al
vele eeuwen lang door de Stoney Indianen eens
per jaar in Banf worden georganiseerd ter vie
ring van het zonnefeest.
Interessant is het ook te vernemen van den Grij
zen Uil, den Indiaanschen schrijver met Schotsch
bloed in de aderen. Zijn boeken Pilgrims of the
Wild, Men of the Last Frontier en The empty
Cabin worden bij tienduizenden gedrukt en uit
het Engelsch in het Fransch, Duitsch en Japansch
vertaald.
Canada is een wereld op zichzelf
Canada heeft een oppervlakte van 300-maal zoo
Dorschen midden
in het veld bij
Winnipeg.
Een der oudste opperhiofden der
Stoney Indianen
groot als Nederland, doch het aantal inwoners is
ongeveer hetzelfde! Het land vormt eigenlijk een
wereld op zichzelf, zes dagen heeft men noodig
om het van Oost naar West te doorsporen.
Geweldige akkers met graan strekken zich aller
wegen uit. Dorpen of menschen ziet men haast
nergens, wel enorme graan silo's. Alleen Manitoba
bezit 25 millioen hectare goede bouwgrond, waar
van reeds 15 millioen werd uitgegeven. Men doet
er vooral aan tarwebouw, omdat de bodem ryk
is aan stikstof. Ook gaat er jaarlijks een half
millioen stuks slachtvee naar de abattoirs.
Maar behalve op zijn rijkdom aan vruchtbare
gronden mag Canada zich beroemen op het bezit
van tal van belangrijke ertsen. Het Canadeesche
schilo het hart van het land is bizonder
rijk aan goud, zilver, lood, zink en nikkel, welke
voor een groot deel zoomaar aan de oppervlakte
liggen.
Van uitzonderlijke beteekenis voor de ontwikke
ling van zulk een uitgestrekt ryk is natuurlijk
het spoorwegverkeer geweest.
Canada's eerste spoorweg werd reeds in 1835
aangelegd, maar in 1850 was er nog slechts 10U
kilometer spoorlijn. Een geweldige prestatie uit
technisch oogpunt gezien, was de aanleg van de
interkoloniale lijn, die de kusten van Atlantische
en Groote Oceaan verbond, ruim 4000 kilometer
spoorweg, voor een groot deel door onbewoond
land, welk werk in 1885 tot stand kwam. „Van
dit reusachtige traject waren de 200 mijl door
het Rotsgebergte de allermoeilijkste en kost
baarste. Telkens weer moest de lijn er omhoog
slingeren door rivierdalen en bergkloven naar de
passen, die vaak op 2500 meter hoogte liggen, en
dan weer neerdalen langs bruisende bergstroomen,
door dichte wouden, langs met rotsblokken be
zaaide kettingen, enkel om daarna weer opnieuw
te stijgen, op zoek naar een overgang over den
volgenden bergrug."
De laatste mokerslagen, waarmee de directeur
van de Canadian Pacific in 1885 de laatste klink
nagel in de rails sloeg, luidden niet alleen voor
deze maatschappij doch voor heel Canada een
nieuwe bewonderenswaardige ontwikkeling in,
welke een zeer veelzijdig aspect vertoont: bebou
wing der prairie, ontginning van kolenmijnen en
petroleumbronnen, bloei van visscherij en in
dustrieën, toerisme.
Voor Nederlandsche ooren klinkt het als een
sprookje, de Nationale spoorwegen te hooren
vertellen, dat ontstaan en voorspoed der natie aan
Weerspiegeling in Emerald Lake
in het Rotsgebergte
hèn te danken zyn. Zij trekken door een gewel
dige reclame bij tien- en honderdduizenden de
toeristen. Aardig is het, dat ze de treinen op
bizonder mooie punten een minuut of vijf laten
stoppen
Agrarische en industrieele toestanden
Het spreekt vanzelf, dat een geografisch georiën
teerde reisbeschrijving als het werk van Dr van
der Sleen groote aandacht schenkt aan de agra
rische en industrieele toestanden en in verband
90
daarmee aan bevolkingsvraagstuk en arbeidstoe
standen. We gaan daarvan hier geen excerpt geven;
ieder, die interesse heeft voor aardrijkskundige
monografieën in 't algemeen of Canada in het
bizonder, bevelen wij dit boek, dat niet alleen
boeiende tekst, maar ook een schitterende ver
luchting door tal van fraaie opnamen heeft, van
harte aan.
Wel wijden we tenslotte nog een enkel woord
aan een kwestie, voor Nederlanders van belang,
nl. de emigratiemogelijkheden naar Canada in deze
tyd.
Kolonisatiemogelijkheden
Is kolonisatie gewenscht? Zou ze niet gewenscht
zijn in een zoo vruchtbaar land, met maar één
bewoner per vierkante kilometer? „Het land
wacht op immigranten", zegt de schrijver: „Die
heeft Canada broodnoodig om het te helpen in
groeien in het groote pak kleeren".
Is kolonisatie mogelijk? Alleen voor werkelijke
landbouwers, die als de overtocht betaald is, nog
minstens 2000 gulden over hebben. Ook voor dezen
is het echter noodzakelijk, willen ze later werke-
Z. M. Koning Willem III en H. M. Koningin Emma
NU heel ons volk leeft in blij verwachten, nu
aller aandacht in spanning is gericht op het
prinselijk paleis te Soestdijk nu gaan onze ge
dachten onwillekeurig terug naar het verleden.
En de ouderen onder ons vinden een dankbaar
gehoor als ze vertellen hoe het Nederlandsche
volk reageerde op het bericht van de geboorte van
Prinses Wilhelmina en Prinses Juliana.
31 Augustus 1880
Toen op Dinsdag 31 Augustus 1880 onze Koningin
in het paleis aan het Noordeinde werd geboren,
verscheen in de z.g. „extra bladen" het volgende
bericht:
,,'s-G raven h age, den 31 Augustus.
„Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin
is hedenavond om 6 uur voorspoedig be
vallen van een welgeschapen
PRINSES.
De toestand van de Doorluchtige Moeder,
zoowel als die van de vorstelijke Prinses, is
uitmuntend".
Terstond nadat dit bericht bekend werd, zag men
overal uit.de huizen het rood-wit-blauw met den
Oranjewimpel uitsteken. Een juichende menigte
trok door de straten der residentie en verzamelde
zich, evenals in onze dagen bij feestelijke ge
beurtenissen in ons Oranje-huis, tegenover het
paleis aan het Noordeinde. Het Stadhuis en vele
particuliere woningen prijkten met gas-illumina-
tie. Dat was toen de nieuwste wijze van illuminee-
ren, inmiddels al weer vervangen door de elec-
trische illuminatie, welke zulke fantastische
mogelijkheden biedt.
Doch ondanks alles blijft de ouderwetsche wijze
,\an illuminatie met vetpotten toch haar groote
lijk slagen, eerst in loondienst bij een ander te
treden om het vak in het vreemde land te leeren.
De eerste twee jaar is er nog geen kans dat
boerenknechts zonder kapitaal in Canada zullen
worden toegelaten. Maar reeds nu is er af en
toe gebrek aan vakkundige werkkrachten in de
landbouw en daarom is het steeds mogelijk, dat
het land, waar reeds 150.000 stamgenooten wo
nen, onverwachts aan nog meerdere plaats wil
bieden.
Ieder, die contact met Canada zoekt of er over
denkt naar „dit vrije, rijke land" te trekken, kan
zich wenden tot:
Canadian National Railways p/a. HollandAmeri-
kalyn, Rotterdam,
of: Canadian Pacific Railways, Coolsingel 91,
Rotterdam,
of: Handelsdelegatie Canadeesche Regeering,
Coolsingel 111b, Rotterdam.
M. J. L.
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van
het werk van Dr W. G. N. van der Sleen, „Ca
nada"; uitgave van het Nederlandsche Boekhuis
te Tilburg.
charme behouden, hetgeen weer eens duidèlijk tot
uiting kwam bij het huwelijk van onze Prinses,
toen enkele fraaie oude gebouwen weer omlijst
waren door een reeks van goudgele vetpot-lichtjes,
wier onrustige flonkering een prachtig effect op
leverde.
Op den morgen van den eersten September 1880
om 7 uur werd het reeds den vorigen avond ver
spreide bericht van de geboorte bevestigd door het
lossen van 51 kanonschoten in alle garnizoens
plaatsen, waar tevens den daaropvolgenden dag
groote parades werden gehouden, zoowel door het
garnizoen als door de dienstdoende schutterij.
Geregeld verschenen er bulletins over den toe
stand van Hare Majesteit en de jongeboren
Prinses, onderteekend door de geneesheeren Vink-
huizen en Hoek. De bladen, hoewel niet zoo uit
gebreid en van een dergelijke actualiteit als heden
ten dage, wijdden vanzelfsprekend groote aan
dacht aan de blijde gebeurtenis en enkele ver
schenen zelfs geheel op oranje-papier. Reeds lang
tevoren was men ervan vervuld. Zoo vonden we
in het „Utrechtsch Dagblad" van 30 Maart 1880
het navolgende gedichtje van Nicolaas Beets:
Nu spreidt de Hoop haar schoonste stralc
En doet een zachten rosegloed
Op een lief kinderhoofdje dalen
Dat ze in 't verschiet aanschouwen doet.
Het bericht van de bevalling werd per telegraaf
aan de naaste familieleden van het koninklijk
gezin en aan de verschillende hoven gezonden. De
grootmeesteres van het Huis van den Koning en
de Koningin hield gedurende negen dagen ten
paleize receptie voor de dames, die naar den wel
stand van Hare Majesteit en de jonggeboren
Prinses kwamen informeeren.
Een bijzondere gebeurtenis vormde de geboorte
van Koningin Wilhelmina ook daarom, omdat het
de eerste maal was, dat aan een K o n i n g en een
Koningin der Nederlanden een dochter werd
geboren. H.K.H. Prinses Marianne werd namelijk
geboren in den tijd der ballingschap en verdruk
king, terwijl H.K.H. Prinses Sophie het kind van
den Prins en Prinses van Oranje was.
30 April 1909
Reeds meer dan veertig uren waren de journalisten
thans 85-jarige weduwe v. d. Zande-Schouten,
de oudste voedster van H. M. de Koningin
in het speciaal voor hen ingerichte vertrek ten
paleize Noordeinde bijeen, toen eindelijk in den
vroegen ochtend van den 30sten April 1909 de
particuliere secretaris van H.M. de Koningin, Jhr.
van Geen, binnentrad en met ontroerde stem
onder diepe stilte mededeelde, dat H.M. omstreeks
7 uur van een dochter was bevallen en zich naar
omstandigheden in goeden welstand bevond. Na
hun gelukwenschen te hebben aangeboden, renden
de persmenschen de straat op naar het telegraaf
kantoor.
Om 9 uur voormiddags naderden een aantal artil
leristen in vliegenden galop het Malieveld in de
Residentie. Een officier met getrokken sabel reed
voorop en bij de kanonnen gekomen, liet hij de
troep halt houden; zwaaiend met hun kolbakken
riepen de artilleristen uit: „Leve de Prinses,
Hoezee!", waarop tot het lossen van de 51 saluut
schoten werd overgegaan.
Er verscheen een buitengewoon nummer van de
Nederlandsche Staatscourant, dat de beide vol
gende berichten bevatte:
's-G ravenhage, 30 April 1909.
Hare Majesteit de Koningin is hedenmorgen
door Gods goedheid voorspoedig bevallen
van eene PRINSES.
Hare Majesteit de Koningin, die hedenmor
gen om 6 uur 50 minuten van een dochter
beviel, is naar omstandigheden zeer goed.
Ook de jonggeboren Prinses is welvarend.
Prof. Dr. B. J. KOUWER.
Dr. ROESSINGF
Reeds weinige uren na het bericht van de ge
boorte van Prinses Juliana kwam de Tweede
Kamer bijeen, waarbij de Minister van Binnen-
landsche Zaken, de heer Heemskerk, mededeeling
van de blijde gebeurtenis deed en een rede uit
sprak, die staande door de leden werd aangehoord
en met gejuich werd begroet. Eenige dagen later
kwam men wederom bijeen, teneinde een adres
van gelukwensch aan H.M. de Koningin op te
stellen. Deze zelfde ceremonie vond ook in de
}t AUGUSTUS i««o.
Zinnebeeldige plaat bij de geboorte van Prinses Wilhelmina op ae Augustus 1880
Veel verschil maar ook groote overeenkomst met onzen tijd
i