Reorganisatie-voorstellen Ned. Herv. Kerk Er is een beslissing gevallen Het Kerkelijk Jaar 1937 VRIJDAG T4 JANUARI 1938 Kerk en Zending Vele sprekers voeren ter Algemeene Synode het woord Advies Prof. Semmelink Na opening met gebed door den voorzit ter en lezing der notulen was in de zitting \an gisteren allereerst aan het woord de kerkelijke hoogleeraar te Groningen Prof. Pr J. H. Semmelink. die een overzicht Prof. Dr Semmelink gaf van de voorgeschiedenis van he* reorg.- ontwerp. Hij stemt in met de conclusie van Ds. Boer: laat de Synode het ontwerp terug sturen en rekening houden met de critiek en de Synode van dezen zomer komen met een als 't kan, bescheidener voorstel. Hij ontraadt afstemmen zonder meer, ook on gewijzigd aannemen. Het worde nog eens grondig onderhanden genomen. Beter wat later en goed, dan dadelijk deze „onrijpe vrucht" met alle fouten. De cl. vergaderin gen kunnen niet alles wijzigen. Advies Prof. Berkelbach v. d. Sprenkel Prof. Berkelbach van den Spren- k 1 kri'ct 'I woord. Hij raadt aan om het voorstel te onder werpen aan het oordeel der prov. kerkbesturen en der class, verga deringen. 't Is te ernstig en er is door vele bekwa me mannen van allerlei richting aan gearbeid. Hij vindt er in de roep van de oude kerk. Wij zien er in een poging naar democratie. In de tweede plaats is er risico Prof. Berkelbacti in het aannemen. v. d. Sprenkel Wat is de bood schap, die di Kerk heeft te brengen? Er wordt een weg gewezen, 't Ontwerp is ruim gesteld. Spr. vreest voor verwatering der belijdenis. Zal de belijdenfs van Vader, Zoon en H. Geest niet een goede boodschap zijn? De merites van dit ontwerp zijn groot. Er blijven allerlei dubieuse punten. Die zullen door discussie en eventueel strijd ten slotte een oplossing kunnen vinden. In de kerk zal de strijd gevoerd moe ten worden. Spr. adviseert tot aan nemen, niet uit beleefdheid, maar omdat het niet aangaat zoo voort te gaan. Het is niet verantwoord, het ont werp onbehandeld te laten liggen. Voorloopig aanvaard, zal de kerk van haar odium verlost worden. Ds Bokma spreekt De vice-president der Synode, Ds P. B o k- m a van Schiedam, opgevoed bij de gedachte der noodzakelijk heid van reorga nisatie der kerk, acht een beslis sing moeilijk. God verliet ootze Kerk niet en werkte al tijd met Zijn ze gen. De kerk leeft. Volgens Dr Hoedemaker moet zij van bin nen uit genezen worden. Wij moe ten ons niet schul dig maken aan de fout van af scheiding en do leantie en vroeg naar bet ideaal grijpen. Hij is teleurgesteld door de uitwendige verandering. Uit het hart is hem gegrepen de paragraaf over de zending: dat de kerk weer haar boodschap zal bren gen; dan neemt het leven toe, en verdwijnen de verschillen. De scheuring in de vorige eeuw is een ernstige waarschuwing, het niet te ver wachten van een uitwendige restauratie, maar te wachten op de werking van den Geest des Heeren. Hij is bevreesd: er is raadselachtig gesproken over wat de belij denis is. We hebben wat aan Jezus Chri6tuJ en dien gekruisigd. Weest niet bevreesd Hij adviseert, nog geen conclusie te riemen en voelt er het meest voor, dit ■ntvverp terug te sturen en nog eens degy-lijk te overleggen, om het bij ver nieuwing bij de Synode in te dienen. Vervolgens geeft de secretaris der Synode,, Ds den Breems, algemeene opmebkingeD Het ontwem dient in zijn geheel te den aangenomen. Hij meent dat er over eenstemming is bereikt. En dan wel zoo spoedig. Na ernstig overleg hebben ze c eeristeniming bereikt Er zal strijd zijn. Ze zal toch strijdende kerk moeten blijven. 't Practische bezwaar is geld tijd- roovend er niet tegen zijn. Ds P. Bokma Advies van Ds. Barbas Ds J. Barbas (Hengelo) wijst op de teruggang der kerk in de laatste halve iw. Veel kansen zijn haar ontglipt Er i? eel administratief werk. Zij geeft geep antwoord op brandende vragen. Veel cri tiek is er op 't ontwerp uitgesproken. Er zal heel wat moeten gebeuren voor 't wet en regel is. 't Rapport was teleurstellend, 't Is niet geestelijk maar z a k e 1 ij k. HU vindt t moet aan 'Voordeel der kerk worden onderworpen. Hij hoopt dat 't dan maar zal worden ingetrok ken als 't straks zal worden afge stemd door de Prov. Kerkbesturen. De Kerk moet in de gelegenheid worden gesteld om zioh uit te spreken. Conclusie: de Kerk beoordeele het ont werp. Mocht er veel critiek komen, dan weer een buitengewone vergadering door de Sy Ds. Boer aan het woord Ds L. Boer (Scheveningen) merkt op, dat er wordt getrokken aan de banden der Kerk. De belijdenis is er nog. Deze organi satie is een oordeel Gods. Er was een breuk tusschen God en de Kerk van Nederland. Zij is door de gescheiden Kerken niet go- zien. Nu willen wij ontkomen aan het ooi- deel. 't Is een strijd tusschen limksch en rechtsoh. Maar beide hebben gezondigd. Er moet zijn 'n leven bij da belijdenis en t Woord. Niet een pasklaar maken op de toe standen. Hij zal tegen dit ontwerp stem men. t Brengt andere bestuursorganen. De goede Geref. roeping is verwaarloosd. Er zijn ook materieele fouten. Er moet k°mcn ie geesi der reformatie. Levend uit de be- üH-onia rinn ook oen organisatie naar t Andere leden aan het woord Oudg. F. A. v. d. Bosch (Amsterdam) vraagt: zal onze kerk weer haar plaats als volkskerk kunnen innemen, waarvan zij is verdrongen. Was hij tegen dit ontwerp dan nog moest de kerk gelegenheid ont vangen, haar oorde?i erover uit te sprekeu. Nu hij er voor is, klemt dit voor hem nog .des te sterker, bij de groote verantwoorde lijkheid, die groote gevolgen voor de we lkomst hebben kan. Oudg. Hondius (Middelbung) acht het ontwerp niet volmaakt, maar door het in ,de snippermand te werpen wordt de kerk een kaakslag toegebracht en stellen wij ons .aan de kaak als een oer conservatief m stituut Het groote beginsel moeten we aan vaarden en trachten, die uitvoerbaar te maken. Wat spr. aantrekt, is. dat het amb< van ouderling veel beter tot zijn recht komt. il-n deize ernstige tijden moeten alle krachten gemobiliseerd. De Jong Hervormden zien op ons ouderen neer. Er moet jeugdig vuur worden ingeblazen. Als oudste lid vraagt ihij de wijsheid des H. Geestes den bloei ider kerk te bevorderen, den blaam van onza iSynode af te werpen en dit ontwerp nader 'te overwegen. Ds P. do Bruin (Driebergen) is teleur gesteld door het rapport der meerderheid van de commissie en haar conclusie, die hij „eigenaardig" noemt. Hoort men niet den roep om reorganisatie van de voormannen en de kerk zelf? In haar zendingshouding ibleef de kerk schromelijk in gebreke. Hij •is het eens met het minderheidsrapport. De >nu zwijgende kerk moet belijdende kerk .worden. De belijdenis is in een safe opge legd. Tegen de dwalingen, verwarring en onzekerheid doet de kerk niets. Ze spreekt .het verlossende woord niet. De Geest is mat weggenomen. Haar eerste taak is belijden, getuigen van Christus, waarbij zij in gebre- ■ke is. Wie belijdende kerk zegt, zegt tucht. Als bezwaar ziet hij, dat die afgevaardiging 'ter Synode niet geschiedt door de class, ver gaderingen; ook is te groote macht gegeven aan kerkvisitatoren. Vrees is een slechte raadgeefster. Het gaat niet om ons, doch om de kerk. Niet aanvaarden ware een slag in het aangezicht der commissie. De kerk is niet onmondig en de kerk niet voogdes. Ouderling Ter Stal (Veenendaal) acht reorganisatie urgent; hij voelt zioh één met de mannen, die in het voorspoor van Dr Hoedemaker en Prof. Gunning gaan. Ver schillende vragen komen naar voren; mo gelijkheden worden geopend: er komt pers pectief. Hij is vol bewondering voor het ontwerp en las met warme instemming het rapport van het ééne lid der commissie. Er blijven vragen ovet Laat eersrt de kerk oordeelen. Ouderling J. Oosterhoff (Leeuwarden) spreekt over de financieele gevolgen van het ontwerp. Eén lid der commissie meent, dat liefde en offervaardigheid zullen toene men. Volgens spr. zal deze niet voldoende zijn; hij venvacht achteruitgang der finan ciën; bij verscherping der grenzen, uittocht of uitdrijving meer. De dalende rentevoet dringt tot voorzichtigheid. Eer is bezuini ging geboden. Het ontwerp vraagt een nieuw Synode-gebouw. Hij raamt, dat de quota benevens de bijdragen der Diaconieën voor de alg. kas, thans f 67,845 bedragende, met 84 pet. moeten worden verhoogd. Mede hierom is hij tegen het ontwerp. Ds. S. Winkel (Heerenveen) vraagt zich af, of dit ontwerp het leven en den bloei der Kerk dient Hij ziet bezwaar in de overgangsbepalingen, bepalingen, die ovei*- gaan inzake het ordenen van de verschei denheid op den grondslag der belijdenis. De verscheidenheid is hier een zonde, op den duur niet toelaatbaar; er wordt hier een wettige en onwettige verscheidenheid onder scheiden: In art. 8 Alg. Regl. vindt hij de om schrijving van de belijdenis der Kerk. die een bron van onrust, verwarring en verdeeldheid zal worden; hij wenscht opnemen der gewenschte be ijdenis en der proponents-formule in het Alg. Regl. Wie zullen moeten oordeelen over ééc heid en verscheidenheid? Wie zullen in de Synode de rechters zijn? Zal een milde, breede beoordeeling worden toegepast, die historisch is toegelaten, of art. 8 Alg. Regl naar de letter worden gelezen en toegepast? Hij vreest geen tegemoetkoming bij predi kanten en ouderlingen; we', opwekken en versterken van ATees. Verder is geert' betee- kenis toegekend aan de huisgemeente. Er In de hedenmorgen gehouden zit ting der Synode is het Reorganisa- tieontwerp onveranderd voor loopig aangenomen. (Zie verder Laatste Nieuws). or.tbreekt vertrouwen daar, waar Christus beleden wordt. Uit liefde voor deze zijn Kerk kan hij zijn stem aan het ontwerp niet geven. Ds. L. S. van Z w e t (Almelo) vraagt wat de oorzaak is van de teruggang in vele op zichten in de Kerk? Zij spreekt niet 't woord dat noodig is om getroost en gesterkt tc worden. Zij, de Kerk, heeft nu een taak in allerlei commissies. Er kunnen als het noodig is verbeteringen worden aange bracht in het ontwerp. Een psychologische fout is het als wij 't verwerpen. Ouderl. Wolffe-nspergc r (Zwolle) is lid der meerderheid in de commissie van vier. Hij heeft echter als voorwaarde gesteld, dat verbeteringen in 't ontwerp worden aan gebracht. Hij wil schrappen: Hervorming en handhaving. Belijden en geen hervor mingen. Ds. H. H. Bucherus Cleveringa (Middelstum) zal tegenstemmen. Zijn be zwaren zijn, dat de commissie niet voldaan heeft aan de opdracht inzake de proponents formule, die te onzaliger ure is ingetrokken Dan is naast de levenstucht in deze kerk orde leertucht opgenomen. De Kerk mag niet afwijzen of uitbannen. Over de vraag naar de belijdenis der Kerk bestaat geen éénheid. Tegen hier inschakelen der class, vei gade ringen heeft hij overwegend bezwaar. Zijn onze ouderlingen in staat tot voldoende oor deel? Alle predikanten? Wij staan op den tweesprong. Wij willen kunnen ademhalen in de Kerk, die niet heerscheres, maar die nares is. Ouderl. J. Bolt (Groningen) bepaalt zich tot het maken van enkele opmerkingen van kerkrechtelijken aard. Hij licht uitvoerig toe dat de belijdenisvragen en de proponents formule in het ontwerp hadden moeten wor den opgenomen. Dat is een constitutioneels eisch. Met had niet moeten volstaan met hel noemen enkel van het woord combinatie De rechtszekerheid eischt. dat de rechtsge- olgen van combinatie van gemeenten had den moeten zijn aangewezen. Spr. is voor het behoud van het vetorecht. Een ernstige fout is, dat niet geregeld is de uitvaardi ging van kerkelijke reglementen en het r>e- n van het tijdtsip waarop een regio ment in werking treedt. Spr. wenscht het beheersorgaan als een orgaan van het Kerk genootschap in het ontwerp opgenomen ;e zien en verklaart zich tegen het ontwerp. Ds. J. W ..T. Addink (Heeze) is 't eens met 't eene lid der commissie. De heide ver een iging van K. H. en K. O. hebben van z»U elkaar gevonden. De Kerk heeft nu eqn een heid gevonden. Zii wordt daardoor weer een Kerk, die getuigt. Spr. heeft de voorbe reidende vergaderingen bijgewoond eh kar. zeggen: 't is niet geweest een handel orn tol elkaar te komen. Men vond elkaar waar lijk. Hij beveelt daarom de aanneming van de voorstellen aan. De zitting wordt hierna verdaagd. DR H. SCHOKKING Veertig jaren predikant Een merkwaardig begin. In de studeerkamer op den hoek van de Borneostraat, bij een suizende gas haard. Tegenover :nij zit de 63- larige jubilaris van 16 Januari. Hij heeft mij zoo mist bevestigd, wat hij telefo nisch al had In geleid: „Och nee. Ik houd er niet van. Bovendien is er met mij niets bij zonders gebeurd; ik ben nog nooit van een berg ge vallen, ik ben nog nooit bijna verdronken. Overigens ben ik een heele gewone dominee. maar wou u weten?" De lezer gevoelt, dat was nu juist niet een triomfale intocht Daar komt bij, Dr Schok king is geen man van complimenteuze om slag, kijkt je vrij grimmig aan (wat hij hoe- lemaal niet is), spreekt heel zacht en vrij snelnu ja. dan maar recht op den man af: „U zou dus liever „Och, dit jubileum zou een feest hebben kunnen zijn als mijn vrouw nog gelee)d had. Zij is mij 2jaar geleden ontnomen. Din zou het „de eer van moeder" zijn ge weest Zij had het zoo gehoopt: de 40 jaar vol, en dèn emeritaat. („Dan kom ik ook eens aan de beurt", zei ze). Zij was zulk een echte domineesvrouw en maar nu. och. ik wil nie-t de stad ontvluchten, maar géén receptie en géén gedachtenisrede. Zon dagmorgen heb ik gewoon mijn dienst in de Kloosterkerk en natuurlijk zal ik ar dan een paar woorden aan wijden". „En dat emeritaat, dominee?" „Volstrekt niet. Het werken is nu dubbel welkom. En ik voel mij nog goed". „Dat is u deze 40 jaren onafgebroken ge „Niet geheel. jSens ben Ik een half jaai eruit geweest, inzinking. Later nog eens korter Maar overigens mag ik dankbaar gedenken". Zoo onder het spreken door had ik wel bemerkt, dat geen spoor van verstoordheid, dooh alleen hooge ernst de gelaatstrekken van den nu 30 jaar Haagschen predikant beheeischt Zoo ziet het ieder, die hem kent of hoort of leest. Bedenkende, dat Den Haag hem n a 1908, maar weinig vóór 1908 kent, vroegen we naar de jeugdjaren van den in Amsterdam geboren predikant. „Niets bijzonders. Wij woonden op Witten- burg (echte „eilanders" dus) en mijn vader was aan de Rijkswerf. Hij heeft behoord tot de geschorste ouderlingen ten tijde der Doleantie". „Was er bij u al jong de begeerte om do minee te worden?" „Zeeman worden trok me eerst erg aan, U begrijpt, vlak bij het water wonen, altij 1 schepen zienMaar het kon niet: ik al jong slecht van gezicht. Bij de keuring bleek dat afdoende. „Keur hem maar af. dië wordt toch theoloog"." „U hebt in Amsterdam gestudeerd?' „Ja, aan de Gem. Universiteit. Maar te Utrecht moest ik 't kerkelijk examen doen I En ben daar ook gepromoveerd op een dis- I sertatie „De leertucht in de Geref. Kerk van Nederland tusschen 1570 en 1620" „Uw professoren waren vermoedelijk niet m uw denkrichting?" „Neen, het waren meest uitgesproken mo dernen. Maar als menschen denk ik met groote sympathtie aan de meesten terug: Matthes, Mulder, De Bussy ja, de laatste wilde maar liever, dat ik niet in Amsterdam promoveerde, „wij kunnen toch niet samen werken", zei hij. Ook mijn promotor, Prof Dr S. Cramer was een hartelijk man". „Het stempel o>p uw theologische vor Hing „Heeft Hoedemaker gezet" en mijn gastheer wees met kennelijke voorlietde diens pc.tret, staande tusöchcn een gansche rij Haagsche collega's. „Uw lievelingsvak, dominee?" „Dogmatiek en ethiek lagen mij wel het naast Op den duur vooral kerkgeschiedenis. Toen ik gereed was voor het ambt (22 jaar) moest ik volgens de kerkorde nog een jaar wachten. Toen eerst Wezep, daarna Vlaar dingen, en in 1908 naar Den Haag''. „Ambieerde u de overgang naar de groote „Den Haag i s geen stad. Rotterdam ook •niet. Er is maar één stad: Amsterdam. En de rest is „buiten". Aldus de rasechte Am sterdammer. Maar als u bedoelt, of de grootestadskerk mij ligt, ja. En nóg. Den Haag heeft trouwens een groot contingent trouw kerksch volk. Er moet hier hard ge- erkt worden. Maar er is hier ook veel moois to bereiken". „U hebt vermoedelijk een groote wijk?" „Ik denk zoo'n 10 a 12.000 zielen. Maar >k een merkwaardige wijk. Hier in de In dische buurt zijn wel 40 standen. Dat vraagt ael splitsing bij het jeugdwerk. Maar geeft o >k veel voldoening, want hoemeer persoon lijk contact, hoe liever". „Er komt dus weinig van gewoon huis bezoek?" „Maar zeker well Ik ga zelfs wel van huis tot huis in bepaalde straten, om contact met leden der kerk te krijgen". "w kerkbezoek zal wellicht, in verband uw uitgesproken Gereformeerde denk richting, uit een bepaalde soort hoorders bestaan?" „Toch niet Dat is juist, wat mij hier zco verblijdend opvalt Er zijn velen, die mij desondanks niet mijden de Hagenaar blijft graag in zijn kerk kerken". Dominee, nog één vraag: wat is u het lefste in uw ambtswerk?" „Als ik aan den gang ben, vind ik het allemaal even heerlijk. Maar ja, wij heeten predikant en preeken doe ik graag". Zoo waren wij dan van het „och nee" tot het „nu ja" gevorderd en het heeft ons ver heugd. dat Dr Schokking, die -niet alleen in de Residentie maar ook ver daarbuiten ge eerd wordt om zijn onwrikbare trouw aan de Gereformeerde belijdenis en om zijn ar beid in de Confessioncele Vereeniging, ons in de gelegenheid gesteld heeft, iets mee. van hem te vertellen, dan een levensbericht in telegramstijl geven kan. Wij weten, da' in de 30 jaren van zijn Haagschen tijd e^n sterke band van saamhoorigheid tusschen hem en de Haagsche gemeente gevlochten is, en dat in het 40-jarig ambtsjubileum door zeer velen met dan.k in het hart wordt meegeleefd. Bij onze welgemeende geluk- wenschen voegen ook wij den wensch, dat het heim gegeven zij, nog menig jaar in Den Haag te bouwen en te bewaren het hem toebetrouwde pand; de zware schaduw, aie over zijn levensweg viel. make al meer plaa(6 voor het doorbrekend licht van 's Heeren gunst over den getrouwen dienst knecht, die geleerd heeft te leven polen van zijn ambtelijk leven. Weerhetoude liedje 1 Laat het niet zoovet komen, maar neem bij een opkomende kou onmiddellijk ASP. RIN. is eQP »8oy«%* - product. Oranjtbanden»floy«*«-krui$ waarborgen de werkzaam heid en onschadelijkheid Zending en Evangelisatie In de „Heraut" schrijft Prof Grosheide in een artikel met het opschrift „Zending •*n Evangelisatie?" dat bij sommigen in de Geref. Kerken de vraag leeft, of de Zendings-; hoogleeraar (die door de Gen. Synode van 1939 wel benoemd zal woeden) ook geen on-j derwijs in de Evangelisatie zou kunnen geven en ook voor de Evangelisatie werk zaam zou kunnen zijn. Hij meent, dat deze gedachte wanne aanbeveling verdient, voor! minst zeer ernstige overweging. „Het aantal ambtelijke vakken is grootj En onze gewone hoogleeraren in die vakken,! die al heel veel werk hebben met de practi- sche oefeningen der tudentcn, kunnen niet] veel tijd geven aan Zending en Evangelisa tie Bovendien vakken, die andere eischen! stellen .dan de gewone ambtelijke. Prof- Hoekstra, die wel college gaf over de Zen ding, was toch een warm voorstander vad de benoeming van een Zendingghoogleeraar,; Zou bij diens vakken ook de Evangelisatie, niet kunnen worden opgenomen? We mee- nen van wel. Over de Evangelisatie zal ook niet steeds college behoeven te worden ge geven. Zoo nu en dan. En er zou al veel bereikt zijn indien de Synode of de Zen- dingsdeputa'ten aan den hoogleeraar vergun ning gaven om de Evangelisatie binnen hetj bereik van zijn arbeid te nemen. „We zien dan verdere perspectieven. Vine-' ger hebben we in „De Heraut" en in „Witte Velden" de gedachte bepleit, dat in een van onze groote steden een Evangelisatiecentrum zou komen. Een huis, waar samenkomsten, gewoon Evangelisatiewerk een plaats zou kunnen vinden, waar dakloozen onderdak zouden kunnen vinden en waar cursussen' over Evangelisatie zouden worden gehouden En dat in dien zin, dat broeders en zustera er eens 'n vacantie van 1 2 weken zouden doorbrengen om practisch en theoretisch' met het Evangelisatiewerk kennis te; maken. We vragen nu: zouden in een k i 4 dergelijk huis ook niet de Zendingscursusserij Deinen, te bidden en te danken in het volle j worden gegeven? Zou de Zendingshoog- bewustzijn van wet en genade als de tweelleeraar niet van het geheel de opperste leiding kunnen hebben?" VII Slot Van het Kerkelijk leven in andere landen bleef, ook in 1937 dat van Duitschland de meeste aandacht trekken. Wij zullen, omdat het geheele jaar door gemiddeld elke week, meestal uitvoerig, over dezen Kerk strijd geschreven moest worden, in de jaar kroniek kort zijn. Echter moeten we de hoofdlijn b 1 ij v e n volgen, wijl wat zich in Duitschland nu al sedert 1933 afspeelt, zooveel aanrakingspunten heeft met den Kerkstrijd in vroegere eeuwen en andere landen. En ook, omdat Prot. en R.K. hier in dpzelfde engte gedreven worden. Bij den ingang van 1937 was het gezag van de Rijkskerkcommissie, bedoeld als red middel tot herstel van den vrede, al zoo danig ondermijnd (door den Staat zelf ten gerieve der D. Christenen), dat de Evang. Beobachter terecht schreef: „Zal er ooit een uitweg gevonden worden, dan moet de Kerk tot sterk positief Christendom komen". De Evangelische week werd verboden, maar Dr. Meiser preekte in Beieren toch voor stampvolle kerken. Ook Rome was paraat; drie kardinalen en twee bisschoppen gingen naar den Paus om te overleggen, hoe men zich zou gedragen t.o.v. de opvoeding der jeugd, waarop het nat. soc. régime uiter aard als het volk van morgen allereerst be slag legt. Eind Januari werd de sluiting der Theol. School te Elberfeld een feit, waarmee de Belijdeniskerk opnieuw een slag toegebracht, want in de opleiding van a.s. predikanten getroffen werd. In Februari werd een (mislukte) poging gedaan, om onderhandelingen tusschen de Rijkskerkcommissie en de groep-Niemöller te openen. De laatste wees om begrijpelijke: dogmatische redenen samenwerking af. En de eerste beweerde, dat de Evang. Kerk „geen canonische waarheid en geen onfeil bare instantie tot beslissing over leerkwes- ties had". Deze poging was tevens ongeveer de zwanenzang der Rijkskerkcommissie, want half Februari trad zij af en de naam Zoellner moest bijgezet worden bij die van vorige gestranden als Milller en Jager. Op de vraag „wat nu?" bleef het ant woord niet lang uit; een paar dagen later was al bekend, dat Hitier nu wenschte een constitueerende generale synode, samenge steld op de uitkomsten van kerkelijke ver kiezingen, „een vernieuwing der kerk door zichzelf van binnenuit", zooals het mooi ge zegd werd. Maar onze lezers weten, dat ook die verkiezingen alweer op de lange baan zijn geschoven, vooral, omdat men aan de zijde der belijdeniskerken slechts medewer ken wilde op voorwaarden, welke de Rijks leiding nooit zou accepteeren. Intusschen had het voornemen van Hitler den rechter- en linkervleugel der belijdenis beweging weer wat nauwer verbonden, ge tuige hun verklaring op 15 Maart, waarin zij gemeenschappelijke behandeling v.m be langrijke zaken in uitzicht stelden. Daar kwam op 21 Maart onverwacht, door een Pauselijke encycliek, in niet malsche bewoordingen vervat, ook van R.K. zijde openbaar, dat men positie wilde kiezen. Er werd ronduit gezegd, „dat door verantwoor delijke kringen ernaar gestreefd wordt, een actie tegen de kerk en het geloof te voeren, die tot geen ander doel leiden kan dan tot de vernietiging van het kerkelijk leven". Toch: „als het kan vrede", maar: „als het moet: strijd". Deze Encycliek kwam blijk baar nogal hard aan, want de Duitsche re geering aarzelde even en... men las den dag na de afkondiging, dat de verkiezingen voor de z.g. Gen. Synode waren uitgesteld, Er volgde nu een periode van betrekke lijke rust, waarin alleen het incident-Mun- delein (de New-Yorksche kardinaal die Hit- Ier beleedigd had) even het watervlak rim pelde. Tot 20 Juni duurde dat tijdperk. Toen kondigde een volgende phase zich aan. doordat Niemöller van den kansel (gevolgd door meerdere collega's! de regeering open lijk aanviel en duidelijke taal sprak: „Wil men de kerk invlechten in een politiek systeem, dan is er maar één antwoord mo gelijk: neen". De gevolgen bleven niet uit: er werden acht predikanten voor den rech ter gedaagd, en precies toen het eerste half. jaar voorbij was, werd Niemöller zelf ge arresteerd. Deze gevangenschap ruim maanden nu berustte op de aanklacht van opruiing en verzet tegen de wet, en zou dus reeds lang berecht kunnen zijn. Maar men houdt dezen voorvechter nog wat vast, ondanks felle protesten en de afkeuring van het buitenland. De belijdende kerken heb ben zich door de arrestatie van Ds. Niemöl Ier niet laten ontmoedigen en op 11 Jul; lieten zij van de kansels nog een helder non possumus hooren. De vrijspraak van Dr. Dibelius, begin Augustus, welke overigens de kern van den Kerkstrijd niet gold; meerdere arrestaties van predikanten (tot 120); een herhaald manifest der belijdeniskerken vlak vóór den partijdag te Neurenberg, vulden een tweede tijdperk van betrekkelijke rust. Half Octo ber werd dit afgesloten met de opzienbaren de aankondiging van een Rijkskerkwet, die bestemd was „om een einde te maken aan den Kerkstrijd". Men kon. gelijk al spoedig bleek, ook deze vondst weer rus-tig ter zijde leggen; zij droeg trouwens de mislukking in zich. Alleen maar: zij liet de eerste om trekken doorschemeren van wat in een rede van Minister Kerrl begin December al iets duidelijker te zien kwam; hij sprak n.l. over langzame vermindering der staats subsidie aan de kérken". Om andere rede nen kwam reeds 3 dagen later ock de R.K Kerk in het harnas tegen deze rede en we.es in een krachtig herderlijk schrijven alle staatsbevoogding af. De eerste en felle ontlading van het nu dreigend onweer kwam 7 December in het opzienbarend artikel van „Das Schwarze Korps", waarin met breed gebaar de vijand het Confessioneele onderwijs en voorts te gen de groote geloofswaarheden zich open- haarde. De reactie was niet evenredig aan de felheid van dit artikel, want in zekeren zin was het alleen maar de afwerping van dusver gebezigde remmen. Maar het los maken van de zilveren koorde liei' zich al duidelijker voorspellen. In dezen stand van zaken hebben de be lijdeniskerken 1937 verlaten. Nog een paaT maanden, en de Duitsche kerkstrijd heeft zijn eerste lustrum vol. En het moge met ootmoedigen dank aan den Koning der Kerk erkend worden: zij is nog geen duim breed geweken, al moesten eenige tienvallen voorgangers het offer van hun vrijheid brengen. Maar Christus zelf immers houdt Zijn Kerk in stand! Dit geldt zelfs van Rusland. Want niet tegenstaande de verwoesting van kerk gehouwen en het uitroeien van den clerus voortgang heeft tot de bittere vol tooiing van het Goddelooze programma be reikt is. moesv in Maart in een Russisch blad met verontwaardiging geconstateerd worden, dat verslapping in den strijd tegen den Godsdienst was ingetreden en dat de Bond van Goddeloozen zijn ledental van 6 od 2 millioen had zien dalen. Al mag men op deze gegevens niev volledig staat maken, zii wijzen op wat alle eeuwen door ie ge schied: de drukking der melk brengt boter voort. In December werd bekend, dat de laatste Evang. predikanten, vader en zoon Reichart, waren gearresteerd. De 1.750.000 Protestanten hebben nu niet één herder meer. Maar ook dit kan nog niet dooden het werk des Geestes dat eigen wegen kiest. Beef Satan, eens zal de Vorst des levens u de vaan doen strijken. Het Kerkelijk leven in de Vereen. Sfa- t e n, voor zoover daar de klemtoon nog op leven mag vallen, heeft zich in 1937 o..m. gekenmerkt door het zoeken naar eenheid van geestverwante groepen tegenover het breed om zich heen grijpend modernisme. De Prot. Espicopaalsche kerk wil zooiets be proeven door samen ve gaan met de Pres- byteriaansohe, de Methodistische en de Luthersche kerken. Wij behoeven echter alleen maar te herinneren aan den twee spalt in de Presbyteriaansche kerk (in ver band waarmee met weemoed herdacht wordt de in Januari 1937 overleden Prof. Machen, een der trouwste verdedigers van het posi tieve geloof) om te doen vreezen. dat er van deze pogingen weinig terecht komt. Te min der, sedert in Juli ook de uitgetreden groep (de orthodoxen) zich weer gesplitst heeft. Van 5—17 Juli vergaderde de Synode der Chr. Geref. Kerk, die met de Geref. Kerken in ons land de geestelijke verzorging in Ar gentinië voortaan deelen zal. De zaak-Wegeman (een predikant die van evolutionistische en naturalistische ketterij en beschuldigd was) kwam tot een goed einde door het zich gewonnen geven van den betrokkene. VI stond in ons blad van 13 Januari. I schap tegen Christus en Zijn Kerk, tegen Ghr. kerk zoodanig veld won, dat de Nat. Christenraad van Japan 50 gemeenten ixitl Korea kon inschrijven. Ten deele was dit; ook gevolg van de hernieuwde actie van Kagawa in Japan, waar overigens de ont wikkeling van het kerkelijk leven geremd wordt door den inval in China. Het on gelukkige „hemelsche" rijk ondergaat thans helsche verwoestingen, maar het zijn niet, alleen deze, die het Zendingswerk remmen of schaden; de levenshouding van vele Zen delingen in China en ook hun lage graad van wetenschappelijkheid schijnt' belemme rend te werken op den loop des Evangelies. Hoewel de weinige Prot. Kerken in het R. K. Spanje van den burgeroorlog niet iri zoodanige mate te lijden hebben als de R. K. is ook hun positie door den rampzaligen1 burgeroorlog ver van benijdenswaardig. i In Polen was het uiteenvallen van den Raad van Evang. Kerken een betreurens waardig gevolg van de totstandkoming der wet, regelende de verhouding tusschen! Staat en Kerk en te danken aan het door drijven van den superintendent Dr. Bnr9ohe,| die met deze wet het' leven der Evang.! Kerken (het Duitsche element in Polen)' bedreigde. De Oostenrijksche Protestantenwet heeft haar voorgangster van 1860 afgelost en daarmee is wel met groote voldoening een voor de Evang. Kerk in Oostenrijk verbe terde positie te zien. Formeel staat zij er| nu in dezelfde rechten als de R. K. Kerk. In de praktijk we herinneren 6lechts aan de langdurige strijll om erkenning door den volhardenden pleitbezorger DrHeinszel- mann zal echter nog wel eens herinnerd moeten worden aan de theorie. Op 20 Juni herdacht de Belgische Zen dingskerk haar 100-jarig bestaan te Brus sel; uit tal van landen waren vertegen woordigers aanwezig, om mee te gedenken, in welk een moeilijk milieu deze kerk een eeuw lang heeft kunnen standhouden. De overgangen van 2 millioen Ezhara'ëj (in Britse h-Indië) van het Hindoeïsme, tot het Christendom, in April gemeld, staat niet los van soortgelijke massale bewe gingen in het verre Oosten. Ofschoon der gelijke gebeurtenissen op hun bestendigheid getoetst moeten worden, is het toch opmer kelijk, dat in het Oosven zulke gistingen! werkzaam zijn; zij verdienen in elk geval, de grootste aandacht. In Turkije is door wijziging van de Grondwet de Islam niet meer als Staats godsdienst erkend; de Turksche Staat is nu „neutraal" en subsidieert ook geen en kele kerkelijke gemeenschap meer. In de Sahara is de bouw der eerste Chr. Kerk, pl.m. 1000 K.M. van Algiers be gonnen. Zij komt bij het graf van Charlesj de Foucauld. den apostel der Sahara. Ten slotte zij gewezen op de verheugende fusie der vier Protest, kerkgroepen iri F r a n k r ij k. welke in dit jaar haar beslag zal krijgen. De uiteraard zeer kleine groep der Protestanten in dit land zal op deze: wijze althans iets meer invloed kunnen oefenen, en door aaneensluiting misschien ook als kerk haar taak beter knnnen ver vullen, misehien. want er zijn nosal groote afstanden overhrugd. Met grooten weemoed gedenkt het Geref. Protestantisme in Frankrijk den in Februari gestorven Prof Doumergue, die als Calvijnikenner en geloovige aller eerbied en hoogachting genoot,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8