Reorganisatie-voorstellen Ned. Herv. Kerk
Er is een beslissing gevallen
Het Kerkelijk Jaar 1937
VRIJDAG T4 JANUARI 1938
Kerk en Zending
Vele sprekers voeren ter Algemeene Synode het woord
Advies Prof. Semmelink
Na opening met gebed door den voorzit
ter en lezing der notulen was in de zitting
\an gisteren allereerst aan het woord de
kerkelijke hoogleeraar te Groningen Prof.
Pr J. H. Semmelink. die een overzicht
Prof. Dr Semmelink
gaf van de voorgeschiedenis van he* reorg.-
ontwerp. Hij stemt in met de conclusie van
Ds. Boer: laat de Synode het ontwerp terug
sturen en rekening houden met de critiek
en de Synode van dezen zomer komen met
een als 't kan, bescheidener voorstel. Hij
ontraadt afstemmen zonder meer, ook on
gewijzigd aannemen. Het worde nog eens
grondig onderhanden genomen. Beter wat
later en goed, dan dadelijk deze „onrijpe
vrucht" met alle fouten. De cl. vergaderin
gen kunnen niet alles wijzigen.
Advies Prof. Berkelbach v. d. Sprenkel
Prof. Berkelbach van den Spren-
k 1 kri'ct 'I woord. Hij raadt aan om het
voorstel te onder
werpen aan het
oordeel der prov.
kerkbesturen en
der class, verga
deringen. 't Is te
ernstig en er is
door vele bekwa
me mannen van
allerlei richting
aan gearbeid. Hij
vindt er in de
roep van de oude
kerk. Wij zien er
in een poging
naar democratie.
In de tweede
plaats is er risico
Prof. Berkelbacti in het aannemen.
v. d. Sprenkel Wat is de bood
schap, die di
Kerk heeft te brengen? Er wordt een weg
gewezen, 't Ontwerp is ruim gesteld. Spr.
vreest voor verwatering der belijdenis. Zal
de belijdenfs van Vader, Zoon en H. Geest
niet een goede boodschap zijn?
De merites van dit ontwerp zijn groot. Er
blijven allerlei dubieuse punten. Die zullen
door discussie en eventueel strijd ten slotte
een oplossing kunnen vinden.
In de kerk zal de strijd gevoerd moe
ten worden. Spr. adviseert tot aan
nemen, niet uit beleefdheid, maar
omdat het niet aangaat zoo voort te
gaan. Het is niet verantwoord, het ont
werp onbehandeld te laten liggen.
Voorloopig aanvaard, zal de kerk van
haar odium verlost worden.
Ds Bokma spreekt
De vice-president der Synode, Ds P. B o k-
m a van Schiedam, opgevoed bij de gedachte
der noodzakelijk
heid van reorga
nisatie der kerk,
acht een beslis
sing moeilijk. God
verliet ootze Kerk
niet en werkte al
tijd met Zijn ze
gen. De kerk
leeft. Volgens Dr
Hoedemaker
moet zij van bin
nen uit genezen
worden. Wij moe
ten ons niet schul
dig maken aan
de fout van af
scheiding en do
leantie en
vroeg naar bet
ideaal grijpen. Hij is teleurgesteld door de
uitwendige verandering.
Uit het hart is hem gegrepen de
paragraaf over de zending: dat de
kerk weer haar boodschap zal bren
gen; dan neemt het leven toe, en
verdwijnen de verschillen.
De scheuring in de vorige eeuw is een
ernstige waarschuwing, het niet te ver
wachten van een uitwendige restauratie,
maar te wachten op de werking van den
Geest des Heeren. Hij is bevreesd: er is
raadselachtig gesproken over wat de belij
denis is. We hebben wat aan Jezus Chri6tuJ
en dien gekruisigd. Weest niet bevreesd
Hij adviseert, nog geen conclusie te
riemen en voelt er het meest voor, dit
■ntvverp terug te sturen en nog eens
degy-lijk te overleggen, om het bij ver
nieuwing bij de Synode in te dienen.
Vervolgens geeft de secretaris der Synode,,
Ds den Breems, algemeene opmebkingeD
Het ontwem dient in zijn geheel te
den aangenomen. Hij meent dat er over
eenstemming is bereikt. En dan wel zoo
spoedig. Na ernstig overleg hebben ze c
eeristeniming bereikt Er zal strijd zijn. Ze
zal toch strijdende kerk moeten blijven.
't Practische bezwaar is geld tijd-
roovend er niet tegen zijn.
Ds P. Bokma
Advies van Ds. Barbas
Ds J. Barbas (Hengelo) wijst op de
teruggang der kerk in de laatste halve
iw. Veel kansen zijn haar ontglipt Er i?
eel administratief werk. Zij geeft geep
antwoord op brandende vragen. Veel cri
tiek is er op 't ontwerp uitgesproken. Er
zal heel wat moeten gebeuren voor 't wet
en regel is. 't Rapport was teleurstellend,
't Is niet geestelijk maar z a k e 1 ij k.
HU vindt t moet aan 'Voordeel der
kerk worden onderworpen. Hij hoopt
dat 't dan maar zal worden ingetrok
ken als 't straks zal worden afge
stemd door de Prov. Kerkbesturen. De
Kerk moet in de gelegenheid worden
gesteld om zioh uit te spreken.
Conclusie: de Kerk beoordeele het ont
werp.
Mocht er veel critiek komen, dan weer
een buitengewone vergadering door de Sy
Ds. Boer aan het woord
Ds L. Boer (Scheveningen) merkt op,
dat er wordt getrokken aan de banden der
Kerk. De belijdenis is er nog. Deze organi
satie is een oordeel Gods. Er was een breuk
tusschen God en de Kerk van Nederland.
Zij is door de gescheiden Kerken niet go-
zien. Nu willen wij ontkomen aan het ooi-
deel. 't Is een strijd tusschen limksch en
rechtsoh. Maar beide hebben gezondigd. Er
moet zijn 'n leven bij da belijdenis en t
Woord. Niet een pasklaar maken op de toe
standen. Hij zal tegen dit ontwerp stem
men. t Brengt andere bestuursorganen. De
goede Geref. roeping is verwaarloosd. Er
zijn ook materieele fouten. Er moet k°mcn
ie geesi der reformatie. Levend uit de be-
üH-onia rinn ook oen organisatie naar t
Andere leden aan het woord
Oudg. F. A. v. d. Bosch (Amsterdam)
vraagt: zal onze kerk weer haar plaats als
volkskerk kunnen innemen, waarvan
zij is verdrongen. Was hij tegen dit ontwerp
dan nog moest de kerk gelegenheid ont
vangen, haar oorde?i erover uit te sprekeu.
Nu hij er voor is, klemt dit voor hem nog
.des te sterker, bij de groote verantwoorde
lijkheid, die groote gevolgen voor de we
lkomst hebben kan.
Oudg. Hondius (Middelbung) acht het
ontwerp niet volmaakt, maar door het in
,de snippermand te werpen wordt de kerk
een kaakslag toegebracht en stellen wij ons
.aan de kaak als een oer conservatief m
stituut Het groote beginsel moeten we aan
vaarden en trachten, die uitvoerbaar te
maken. Wat spr. aantrekt, is. dat het amb<
van ouderling veel beter tot zijn recht komt.
il-n deize ernstige tijden moeten alle krachten
gemobiliseerd. De Jong Hervormden zien
op ons ouderen neer. Er moet jeugdig vuur
worden ingeblazen. Als oudste lid vraagt
ihij de wijsheid des H. Geestes den bloei
ider kerk te bevorderen, den blaam van onza
iSynode af te werpen en dit ontwerp nader
'te overwegen.
Ds P. do Bruin (Driebergen) is teleur
gesteld door het rapport der meerderheid
van de commissie en haar conclusie, die hij
„eigenaardig" noemt. Hoort men niet den
roep om reorganisatie van de voormannen
en de kerk zelf? In haar zendingshouding
ibleef de kerk schromelijk in gebreke. Hij
•is het eens met het minderheidsrapport. De
>nu zwijgende kerk moet belijdende kerk
.worden. De belijdenis is in een safe opge
legd. Tegen de dwalingen, verwarring en
onzekerheid doet de kerk niets. Ze spreekt
.het verlossende woord niet. De Geest is mat
weggenomen. Haar eerste taak is belijden,
getuigen van Christus, waarbij zij in gebre-
■ke is. Wie belijdende kerk zegt, zegt tucht.
Als bezwaar ziet hij, dat die afgevaardiging
'ter Synode niet geschiedt door de class, ver
gaderingen; ook is te groote macht gegeven
aan kerkvisitatoren. Vrees is een slechte
raadgeefster. Het gaat niet om ons, doch
om de kerk. Niet aanvaarden ware een slag
in het aangezicht der commissie. De kerk
is niet onmondig en de kerk niet voogdes.
Ouderling Ter Stal (Veenendaal) acht
reorganisatie urgent; hij voelt zioh één met
de mannen, die in het voorspoor van Dr
Hoedemaker en Prof. Gunning gaan. Ver
schillende vragen komen naar voren; mo
gelijkheden worden geopend: er komt pers
pectief. Hij is vol bewondering voor het
ontwerp en las met warme instemming het
rapport van het ééne lid der commissie. Er
blijven vragen ovet Laat eersrt de kerk
oordeelen.
Ouderling J. Oosterhoff (Leeuwarden)
spreekt over de financieele gevolgen van
het ontwerp. Eén lid der commissie meent,
dat liefde en offervaardigheid zullen toene
men. Volgens spr. zal deze niet voldoende
zijn; hij venvacht achteruitgang der finan
ciën; bij verscherping der grenzen, uittocht
of uitdrijving meer. De dalende rentevoet
dringt tot voorzichtigheid. Eer is bezuini
ging geboden. Het ontwerp vraagt een nieuw
Synode-gebouw. Hij raamt, dat de quota
benevens de bijdragen der Diaconieën voor
de alg. kas, thans f 67,845 bedragende, met
84 pet. moeten worden verhoogd. Mede
hierom is hij tegen het ontwerp.
Ds. S. Winkel (Heerenveen) vraagt
zich af, of dit ontwerp het leven en den
bloei der Kerk dient Hij ziet bezwaar in de
overgangsbepalingen, bepalingen, die ovei*-
gaan inzake het ordenen van de verschei
denheid op den grondslag der belijdenis. De
verscheidenheid is hier een zonde, op den
duur niet toelaatbaar; er wordt hier een
wettige en onwettige verscheidenheid onder
scheiden:
In art. 8 Alg. Regl. vindt hij de om
schrijving van de belijdenis der Kerk.
die een bron van onrust, verwarring en
verdeeldheid zal worden; hij wenscht
opnemen der gewenschte be ijdenis en
der proponents-formule in het Alg. Regl.
Wie zullen moeten oordeelen over ééc
heid en verscheidenheid? Wie zullen in de
Synode de rechters zijn? Zal een milde,
breede beoordeeling worden toegepast, die
historisch is toegelaten, of art. 8 Alg. Regl
naar de letter worden gelezen en toegepast?
Hij vreest geen tegemoetkoming bij predi
kanten en ouderlingen; we', opwekken en
versterken van ATees. Verder is geert' betee-
kenis toegekend aan de huisgemeente. Er
In de hedenmorgen gehouden zit
ting der Synode is het Reorganisa-
tieontwerp onveranderd voor
loopig aangenomen.
(Zie verder Laatste Nieuws).
or.tbreekt vertrouwen daar, waar Christus
beleden wordt. Uit liefde voor deze zijn Kerk
kan hij zijn stem aan het ontwerp niet geven.
Ds. L. S. van Z w e t (Almelo) vraagt wat
de oorzaak is van de teruggang in vele op
zichten in de Kerk? Zij spreekt niet 't woord
dat noodig is om getroost en gesterkt tc
worden. Zij, de Kerk, heeft nu een taak
in allerlei commissies. Er kunnen als het
noodig is verbeteringen worden aange
bracht in het ontwerp. Een psychologische
fout is het als wij 't verwerpen.
Ouderl. Wolffe-nspergc r (Zwolle) is
lid der meerderheid in de commissie van
vier. Hij heeft echter als voorwaarde gesteld,
dat verbeteringen in 't ontwerp worden aan
gebracht. Hij wil schrappen: Hervorming
en handhaving. Belijden en geen hervor
mingen.
Ds. H. H. Bucherus Cleveringa
(Middelstum) zal tegenstemmen. Zijn be
zwaren zijn, dat de commissie niet voldaan
heeft aan de opdracht inzake de proponents
formule, die te onzaliger ure is ingetrokken
Dan is naast de levenstucht in deze kerk
orde leertucht opgenomen. De Kerk mag niet
afwijzen of uitbannen. Over de vraag naar
de belijdenis der Kerk bestaat geen éénheid.
Tegen hier inschakelen der class, vei gade
ringen heeft hij overwegend bezwaar. Zijn
onze ouderlingen in staat tot voldoende oor
deel? Alle predikanten? Wij staan op den
tweesprong. Wij willen kunnen ademhalen
in de Kerk, die niet heerscheres, maar die
nares is.
Ouderl. J. Bolt (Groningen) bepaalt zich
tot het maken van enkele opmerkingen van
kerkrechtelijken aard. Hij licht uitvoerig
toe dat de belijdenisvragen en de proponents
formule in het ontwerp hadden moeten wor
den opgenomen. Dat is een constitutioneels
eisch. Met had niet moeten volstaan met hel
noemen enkel van het woord combinatie
De rechtszekerheid eischt. dat de rechtsge-
olgen van combinatie van gemeenten had
den moeten zijn aangewezen. Spr. is voor
het behoud van het vetorecht. Een ernstige
fout is, dat niet geregeld is de uitvaardi
ging van kerkelijke reglementen en het r>e-
n van het tijdtsip waarop een regio
ment in werking treedt. Spr. wenscht het
beheersorgaan als een orgaan van het Kerk
genootschap in het ontwerp opgenomen ;e
zien en verklaart zich tegen het ontwerp.
Ds. J. W ..T. Addink (Heeze) is 't eens
met 't eene lid der commissie. De heide ver
een iging van K. H. en K. O. hebben van z»U
elkaar gevonden. De Kerk heeft nu eqn een
heid gevonden. Zii wordt daardoor weer
een Kerk, die getuigt. Spr. heeft de voorbe
reidende vergaderingen bijgewoond eh kar.
zeggen: 't is niet geweest een handel orn
tol elkaar te komen. Men vond elkaar waar
lijk. Hij beveelt daarom de aanneming van
de voorstellen aan.
De zitting wordt hierna verdaagd.
DR H. SCHOKKING
Veertig jaren predikant
Een merkwaardig begin.
In de studeerkamer op den hoek van de
Borneostraat, bij
een suizende gas
haard. Tegenover
:nij zit de 63-
larige jubilaris
van 16 Januari.
Hij heeft mij zoo
mist bevestigd,
wat hij telefo
nisch al had In
geleid:
„Och nee. Ik
houd er niet van.
Bovendien is er
met mij niets bij
zonders gebeurd;
ik ben nog nooit
van een berg ge
vallen, ik ben
nog nooit bijna verdronken. Overigens ben
ik een heele gewone dominee. maar
wou u weten?"
De lezer gevoelt, dat was nu juist niet een
triomfale intocht Daar komt bij, Dr Schok
king is geen man van complimenteuze om
slag, kijkt je vrij grimmig aan (wat hij hoe-
lemaal niet is), spreekt heel zacht en vrij
snelnu ja. dan maar recht op den
man af:
„U zou dus liever
„Och, dit jubileum zou een feest hebben
kunnen zijn als mijn vrouw nog gelee)d
had. Zij is mij 2jaar geleden ontnomen.
Din zou het „de eer van moeder" zijn ge
weest Zij had het zoo gehoopt: de 40 jaar
vol, en dèn emeritaat. („Dan kom ik ook
eens aan de beurt", zei ze). Zij was zulk
een echte domineesvrouw en maar nu.
och. ik wil nie-t de stad ontvluchten, maar
géén receptie en géén gedachtenisrede. Zon
dagmorgen heb ik gewoon mijn dienst in de
Kloosterkerk en natuurlijk zal ik ar dan
een paar woorden aan wijden".
„En dat emeritaat, dominee?"
„Volstrekt niet. Het werken is nu dubbel
welkom. En ik voel mij nog goed".
„Dat is u deze 40 jaren onafgebroken ge
„Niet geheel. jSens ben Ik een half jaai
eruit geweest, inzinking. Later nog eens
korter Maar overigens mag ik dankbaar
gedenken".
Zoo onder het spreken door had ik wel
bemerkt, dat geen spoor van verstoordheid,
dooh alleen hooge ernst de gelaatstrekken
van den nu 30 jaar Haagschen predikant
beheeischt Zoo ziet het ieder, die hem
kent of hoort of leest.
Bedenkende, dat Den Haag hem n a 1908,
maar weinig vóór 1908 kent, vroegen we
naar de jeugdjaren van den in Amsterdam
geboren predikant.
„Niets bijzonders. Wij woonden op Witten-
burg (echte „eilanders" dus) en mijn vader
was aan de Rijkswerf. Hij heeft behoord tot
de geschorste ouderlingen ten tijde der
Doleantie".
„Was er bij u al jong de begeerte om do
minee te worden?"
„Zeeman worden trok me eerst erg aan,
U begrijpt, vlak bij het water wonen, altij 1
schepen zienMaar het kon niet: ik
al jong slecht van gezicht. Bij de keuring
bleek dat afdoende. „Keur hem maar af. dië
wordt toch theoloog"."
„U hebt in Amsterdam gestudeerd?'
„Ja, aan de Gem. Universiteit. Maar te
Utrecht moest ik 't kerkelijk examen doen
I En ben daar ook gepromoveerd op een dis-
I sertatie „De leertucht in de Geref. Kerk
van Nederland tusschen 1570 en 1620"
„Uw professoren waren vermoedelijk niet
m uw denkrichting?"
„Neen, het waren meest uitgesproken mo
dernen. Maar als menschen denk ik met
groote sympathtie aan de meesten terug:
Matthes, Mulder, De Bussy ja, de laatste
wilde maar liever, dat ik niet in Amsterdam
promoveerde, „wij kunnen toch niet samen
werken", zei hij. Ook mijn promotor, Prof
Dr S. Cramer was een hartelijk man".
„Het stempel o>p uw theologische vor
Hing
„Heeft Hoedemaker gezet" en mijn
gastheer wees met kennelijke voorlietde
diens pc.tret, staande tusöchcn een
gansche rij Haagsche collega's.
„Uw lievelingsvak, dominee?"
„Dogmatiek en ethiek lagen mij wel het
naast Op den duur vooral kerkgeschiedenis.
Toen ik gereed was voor het ambt (22 jaar)
moest ik volgens de kerkorde nog een jaar
wachten. Toen eerst Wezep, daarna Vlaar
dingen, en in 1908 naar Den Haag''.
„Ambieerde u de overgang naar de groote
„Den Haag i s geen stad. Rotterdam ook
•niet. Er is maar één stad: Amsterdam. En
de rest is „buiten". Aldus de rasechte Am
sterdammer. Maar als u bedoelt, of de
grootestadskerk mij ligt, ja. En nóg. Den
Haag heeft trouwens een groot contingent
trouw kerksch volk. Er moet hier hard ge-
erkt worden. Maar er is hier ook veel
moois to bereiken".
„U hebt vermoedelijk een groote wijk?"
„Ik denk zoo'n 10 a 12.000 zielen. Maar
>k een merkwaardige wijk. Hier in de In
dische buurt zijn wel 40 standen. Dat vraagt
ael splitsing bij het jeugdwerk. Maar geeft
o >k veel voldoening, want hoemeer persoon
lijk contact, hoe liever".
„Er komt dus weinig van gewoon huis
bezoek?"
„Maar zeker well Ik ga zelfs wel van huis
tot huis in bepaalde straten, om contact met
leden der kerk te krijgen".
"w kerkbezoek zal wellicht, in verband
uw uitgesproken Gereformeerde denk
richting, uit een bepaalde soort hoorders
bestaan?"
„Toch niet Dat is juist, wat mij hier zco
verblijdend opvalt Er zijn velen, die mij
desondanks niet mijden de Hagenaar
blijft graag in zijn kerk kerken".
Dominee, nog één vraag: wat is u het
lefste in uw ambtswerk?"
„Als ik aan den gang ben, vind ik het
allemaal even heerlijk. Maar ja, wij heeten
predikant en preeken doe ik graag".
Zoo waren wij dan van het „och nee" tot
het „nu ja" gevorderd en het heeft ons ver
heugd. dat Dr Schokking, die -niet alleen in
de Residentie maar ook ver daarbuiten ge
eerd wordt om zijn onwrikbare trouw aan
de Gereformeerde belijdenis en om zijn ar
beid in de Confessioncele Vereeniging, ons
in de gelegenheid gesteld heeft, iets mee.
van hem te vertellen, dan een levensbericht
in telegramstijl geven kan. Wij weten, da'
in de 30 jaren van zijn Haagschen tijd e^n
sterke band van saamhoorigheid tusschen
hem en de Haagsche gemeente gevlochten
is, en dat in het 40-jarig ambtsjubileum
door zeer velen met dan.k in het hart wordt
meegeleefd. Bij onze welgemeende geluk-
wenschen voegen ook wij den wensch, dat
het heim gegeven zij, nog menig jaar in
Den Haag te bouwen en te bewaren het hem
toebetrouwde pand; de zware schaduw, aie
over zijn levensweg viel. make al meer
plaa(6 voor het doorbrekend licht van
's Heeren gunst over den getrouwen dienst
knecht, die geleerd heeft te leven
polen van zijn ambtelijk leven.
Weerhetoude liedje 1
Laat het niet zoovet
komen, maar neem
bij een opkomende
kou onmiddellijk
ASP. RIN.
is eQP »8oy«%* - product.
Oranjtbanden»floy«*«-krui$
waarborgen de werkzaam
heid en onschadelijkheid
Zending en Evangelisatie
In de „Heraut" schrijft Prof Grosheide
in een artikel met het opschrift „Zending
•*n Evangelisatie?" dat bij sommigen in de
Geref. Kerken de vraag leeft, of de Zendings-;
hoogleeraar (die door de Gen. Synode van
1939 wel benoemd zal woeden) ook geen on-j
derwijs in de Evangelisatie zou kunnen
geven en ook voor de Evangelisatie werk
zaam zou kunnen zijn. Hij meent, dat deze
gedachte wanne aanbeveling verdient, voor!
minst zeer ernstige overweging.
„Het aantal ambtelijke vakken is grootj
En onze gewone hoogleeraren in die vakken,!
die al heel veel werk hebben met de practi-
sche oefeningen der tudentcn, kunnen niet]
veel tijd geven aan Zending en Evangelisa
tie Bovendien vakken, die andere eischen!
stellen .dan de gewone ambtelijke. Prof-
Hoekstra, die wel college gaf over de Zen
ding, was toch een warm voorstander vad
de benoeming van een Zendingghoogleeraar,;
Zou bij diens vakken ook de Evangelisatie,
niet kunnen worden opgenomen? We mee-
nen van wel. Over de Evangelisatie zal ook
niet steeds college behoeven te worden ge
geven. Zoo nu en dan. En er zou al veel
bereikt zijn indien de Synode of de Zen-
dingsdeputa'ten aan den hoogleeraar vergun
ning gaven om de Evangelisatie binnen hetj
bereik van zijn arbeid te nemen.
„We zien dan verdere perspectieven. Vine-'
ger hebben we in „De Heraut" en in „Witte
Velden" de gedachte bepleit, dat in een van
onze groote steden een Evangelisatiecentrum
zou komen. Een huis, waar samenkomsten,
gewoon Evangelisatiewerk een plaats zou
kunnen vinden, waar dakloozen onderdak
zouden kunnen vinden en waar cursussen'
over Evangelisatie zouden worden gehouden
En dat in dien zin, dat broeders en zustera
er eens 'n vacantie van 1 2 weken zouden
doorbrengen om practisch en theoretisch'
met het Evangelisatiewerk kennis te;
maken. We vragen nu: zouden in een
k i 4 dergelijk huis ook niet de Zendingscursusserij
Deinen, te bidden en te danken in het volle j worden gegeven? Zou de Zendingshoog-
bewustzijn van wet en genade als de tweelleeraar niet van het geheel de opperste
leiding kunnen hebben?"
VII Slot
Van het Kerkelijk leven in andere landen
bleef, ook in 1937 dat van Duitschland
de meeste aandacht trekken. Wij zullen,
omdat het geheele jaar door gemiddeld elke
week, meestal uitvoerig, over dezen Kerk
strijd geschreven moest worden, in de jaar
kroniek kort zijn. Echter moeten we de
hoofdlijn b 1 ij v e n volgen, wijl wat zich
in Duitschland nu al sedert 1933 afspeelt,
zooveel aanrakingspunten heeft met den
Kerkstrijd in vroegere eeuwen en andere
landen. En ook, omdat Prot. en R.K. hier in
dpzelfde engte gedreven worden.
Bij den ingang van 1937 was het gezag
van de Rijkskerkcommissie, bedoeld als red
middel tot herstel van den vrede, al zoo
danig ondermijnd (door den Staat zelf ten
gerieve der D. Christenen), dat de Evang.
Beobachter terecht schreef: „Zal er ooit een
uitweg gevonden worden, dan moet de Kerk
tot sterk positief Christendom komen". De
Evangelische week werd verboden, maar
Dr. Meiser preekte in Beieren toch voor
stampvolle kerken. Ook Rome was paraat;
drie kardinalen en twee bisschoppen gingen
naar den Paus om te overleggen, hoe men
zich zou gedragen t.o.v. de opvoeding der
jeugd, waarop het nat. soc. régime uiter
aard als het volk van morgen allereerst be
slag legt. Eind Januari werd de sluiting
der Theol. School te Elberfeld een feit,
waarmee de Belijdeniskerk opnieuw een
slag toegebracht, want in de opleiding van
a.s. predikanten getroffen werd.
In Februari werd een (mislukte) poging
gedaan, om onderhandelingen tusschen de
Rijkskerkcommissie en de groep-Niemöller
te openen. De laatste wees om begrijpelijke:
dogmatische redenen samenwerking af. En
de eerste beweerde, dat de Evang. Kerk
„geen canonische waarheid en geen onfeil
bare instantie tot beslissing over leerkwes-
ties had". Deze poging was tevens ongeveer
de zwanenzang der Rijkskerkcommissie,
want half Februari trad zij af en de naam
Zoellner moest bijgezet worden bij die van
vorige gestranden als Milller en Jager.
Op de vraag „wat nu?" bleef het ant
woord niet lang uit; een paar dagen later
was al bekend, dat Hitier nu wenschte een
constitueerende generale synode, samenge
steld op de uitkomsten van kerkelijke ver
kiezingen, „een vernieuwing der kerk door
zichzelf van binnenuit", zooals het mooi ge
zegd werd. Maar onze lezers weten, dat ook
die verkiezingen alweer op de lange baan
zijn geschoven, vooral, omdat men aan de
zijde der belijdeniskerken slechts medewer
ken wilde op voorwaarden, welke de Rijks
leiding nooit zou accepteeren.
Intusschen had het voornemen van Hitler
den rechter- en linkervleugel der belijdenis
beweging weer wat nauwer verbonden, ge
tuige hun verklaring op 15 Maart, waarin
zij gemeenschappelijke behandeling v.m be
langrijke zaken in uitzicht stelden.
Daar kwam op 21 Maart onverwacht, door
een Pauselijke encycliek, in niet malsche
bewoordingen vervat, ook van R.K. zijde
openbaar, dat men positie wilde kiezen. Er
werd ronduit gezegd, „dat door verantwoor
delijke kringen ernaar gestreefd wordt, een
actie tegen de kerk en het geloof te voeren,
die tot geen ander doel leiden kan dan tot
de vernietiging van het kerkelijk leven".
Toch: „als het kan vrede", maar: „als het
moet: strijd". Deze Encycliek kwam blijk
baar nogal hard aan, want de Duitsche re
geering aarzelde even en... men las den
dag na de afkondiging, dat de verkiezingen
voor de z.g. Gen. Synode waren uitgesteld,
Er volgde nu een periode van betrekke
lijke rust, waarin alleen het incident-Mun-
delein (de New-Yorksche kardinaal die Hit-
Ier beleedigd had) even het watervlak rim
pelde. Tot 20 Juni duurde dat tijdperk. Toen
kondigde een volgende phase zich aan.
doordat Niemöller van den kansel (gevolgd
door meerdere collega's! de regeering open
lijk aanviel en duidelijke taal sprak: „Wil
men de kerk invlechten in een politiek
systeem, dan is er maar één antwoord mo
gelijk: neen". De gevolgen bleven niet uit:
er werden acht predikanten voor den rech
ter gedaagd, en precies toen het eerste half.
jaar voorbij was, werd Niemöller zelf ge
arresteerd. Deze gevangenschap ruim
maanden nu berustte op de aanklacht
van opruiing en verzet tegen de wet, en zou
dus reeds lang berecht kunnen zijn. Maar
men houdt dezen voorvechter nog wat vast,
ondanks felle protesten en de afkeuring van
het buitenland. De belijdende kerken heb
ben zich door de arrestatie van Ds. Niemöl
Ier niet laten ontmoedigen en op 11 Jul;
lieten zij van de kansels nog een helder
non possumus hooren.
De vrijspraak van Dr. Dibelius, begin
Augustus, welke overigens de kern van den
Kerkstrijd niet gold; meerdere arrestaties
van predikanten (tot 120); een herhaald
manifest der belijdeniskerken vlak vóór den
partijdag te Neurenberg, vulden een tweede
tijdperk van betrekkelijke rust. Half Octo
ber werd dit afgesloten met de opzienbaren
de aankondiging van een Rijkskerkwet, die
bestemd was „om een einde te maken aan
den Kerkstrijd". Men kon. gelijk al spoedig
bleek, ook deze vondst weer rus-tig ter zijde
leggen; zij droeg trouwens de mislukking
in zich. Alleen maar: zij liet de eerste om
trekken doorschemeren van wat in een
rede van Minister Kerrl begin December al
iets duidelijker te zien kwam; hij sprak
n.l. over langzame vermindering der staats
subsidie aan de kérken". Om andere rede
nen kwam reeds 3 dagen later ock de R.K
Kerk in het harnas tegen deze rede en we.es
in een krachtig herderlijk schrijven alle
staatsbevoogding af.
De eerste en felle ontlading van het nu
dreigend onweer kwam 7 December in het
opzienbarend artikel van „Das Schwarze
Korps", waarin met breed gebaar de vijand
het Confessioneele onderwijs en voorts te
gen de groote geloofswaarheden zich open-
haarde. De reactie was niet evenredig aan
de felheid van dit artikel, want in zekeren
zin was het alleen maar de afwerping van
dusver gebezigde remmen. Maar het los
maken van de zilveren koorde liei' zich al
duidelijker voorspellen.
In dezen stand van zaken hebben de be
lijdeniskerken 1937 verlaten. Nog een paaT
maanden, en de Duitsche kerkstrijd heeft
zijn eerste lustrum vol. En het moge met
ootmoedigen dank aan den Koning der
Kerk erkend worden: zij is nog geen duim
breed geweken, al moesten eenige tienvallen
voorgangers het offer van hun vrijheid
brengen. Maar Christus zelf immers houdt
Zijn Kerk in stand!
Dit geldt zelfs van Rusland. Want niet
tegenstaande de verwoesting van kerk
gehouwen en het uitroeien van den
clerus voortgang heeft tot de bittere vol
tooiing van het Goddelooze programma be
reikt is. moesv in Maart in een Russisch
blad met verontwaardiging geconstateerd
worden, dat verslapping in den strijd tegen
den Godsdienst was ingetreden en dat de
Bond van Goddeloozen zijn ledental van 6
od 2 millioen had zien dalen. Al mag men
op deze gegevens niev volledig staat maken,
zii wijzen op wat alle eeuwen door ie ge
schied: de drukking der melk brengt boter
voort. In December werd bekend, dat de
laatste Evang. predikanten, vader en zoon
Reichart, waren gearresteerd. De 1.750.000
Protestanten hebben nu niet één herder
meer. Maar ook dit kan nog niet dooden
het werk des Geestes dat eigen wegen kiest.
Beef Satan, eens zal de Vorst des levens u
de vaan doen strijken.
Het Kerkelijk leven in de Vereen. Sfa-
t e n, voor zoover daar de klemtoon nog op
leven mag vallen, heeft zich in 1937 o..m.
gekenmerkt door het zoeken naar eenheid
van geestverwante groepen tegenover het
breed om zich heen grijpend modernisme.
De Prot. Espicopaalsche kerk wil zooiets be
proeven door samen ve gaan met de Pres-
byteriaansohe, de Methodistische en de
Luthersche kerken. Wij behoeven echter
alleen maar te herinneren aan den twee
spalt in de Presbyteriaansche kerk (in ver
band waarmee met weemoed herdacht wordt
de in Januari 1937 overleden Prof. Machen,
een der trouwste verdedigers van het posi
tieve geloof) om te doen vreezen. dat er van
deze pogingen weinig terecht komt. Te min
der, sedert in Juli ook de uitgetreden groep
(de orthodoxen) zich weer gesplitst heeft.
Van 5—17 Juli vergaderde de Synode der
Chr. Geref. Kerk, die met de Geref. Kerken
in ons land de geestelijke verzorging in Ar
gentinië voortaan deelen zal.
De zaak-Wegeman (een predikant die van
evolutionistische en naturalistische ketterij
en beschuldigd was) kwam tot een goed
einde door het zich gewonnen geven van
den betrokkene.
VI stond in ons blad van 13 Januari. I schap tegen Christus en Zijn Kerk, tegen Ghr. kerk zoodanig veld won, dat de Nat.
Christenraad van Japan 50 gemeenten ixitl
Korea kon inschrijven. Ten deele was dit;
ook gevolg van de hernieuwde actie van
Kagawa in Japan, waar overigens de ont
wikkeling van het kerkelijk leven geremd
wordt door den inval in China. Het on
gelukkige „hemelsche" rijk ondergaat thans
helsche verwoestingen, maar het zijn niet,
alleen deze, die het Zendingswerk remmen
of schaden; de levenshouding van vele Zen
delingen in China en ook hun lage graad
van wetenschappelijkheid schijnt' belemme
rend te werken op den loop des Evangelies.
Hoewel de weinige Prot. Kerken in het R.
K. Spanje van den burgeroorlog niet iri
zoodanige mate te lijden hebben als de R.
K. is ook hun positie door den rampzaligen1
burgeroorlog ver van benijdenswaardig.
i In Polen was het uiteenvallen van den
Raad van Evang. Kerken een betreurens
waardig gevolg van de totstandkoming der
wet, regelende de verhouding tusschen!
Staat en Kerk en te danken aan het door
drijven van den superintendent Dr. Bnr9ohe,|
die met deze wet het' leven der Evang.!
Kerken (het Duitsche element in Polen)'
bedreigde.
De Oostenrijksche Protestantenwet
heeft haar voorgangster van 1860 afgelost en
daarmee is wel met groote voldoening een
voor de Evang. Kerk in Oostenrijk verbe
terde positie te zien. Formeel staat zij er|
nu in dezelfde rechten als de R. K. Kerk.
In de praktijk we herinneren 6lechts
aan de langdurige strijll om erkenning door
den volhardenden pleitbezorger DrHeinszel-
mann zal echter nog wel eens herinnerd
moeten worden aan de theorie.
Op 20 Juni herdacht de Belgische Zen
dingskerk haar 100-jarig bestaan te Brus
sel; uit tal van landen waren vertegen
woordigers aanwezig, om mee te gedenken,
in welk een moeilijk milieu deze kerk een
eeuw lang heeft kunnen standhouden.
De overgangen van 2 millioen Ezhara'ëj
(in Britse h-Indië) van het Hindoeïsme,
tot het Christendom, in April gemeld, staat
niet los van soortgelijke massale bewe
gingen in het verre Oosten. Ofschoon der
gelijke gebeurtenissen op hun bestendigheid
getoetst moeten worden, is het toch opmer
kelijk, dat in het Oosven zulke gistingen!
werkzaam zijn; zij verdienen in elk geval,
de grootste aandacht.
In Turkije is door wijziging van de
Grondwet de Islam niet meer als Staats
godsdienst erkend; de Turksche Staat is
nu „neutraal" en subsidieert ook geen en
kele kerkelijke gemeenschap meer.
In de Sahara is de bouw der eerste
Chr. Kerk, pl.m. 1000 K.M. van Algiers be
gonnen. Zij komt bij het graf van Charlesj
de Foucauld. den apostel der Sahara.
Ten slotte zij gewezen op de verheugende
fusie der vier Protest, kerkgroepen iri
F r a n k r ij k. welke in dit jaar haar beslag
zal krijgen. De uiteraard zeer kleine groep
der Protestanten in dit land zal op deze:
wijze althans iets meer invloed kunnen
oefenen, en door aaneensluiting misschien
ook als kerk haar taak beter knnnen ver
vullen, misehien. want er zijn nosal groote
afstanden overhrugd.
Met grooten weemoed gedenkt het Geref.
Protestantisme in Frankrijk den in Februari
gestorven Prof Doumergue, die als
Calvijnikenner en geloovige aller eerbied en
hoogachting genoot,