De laatste zitting in het jaar
VROOLIJK
KERSTFEEST
(BAVER, VOORSPOEDIG
NIEUWJAAR!
Substituut-Officier van Justitie
staat terecht
VRIJDAG 24 DECEMBER 1937
DERDE BLAD PAG. 10
Overzicht Tweede Kamer
Bij de begrootingen zijn
514 redevoeringen
gehouden
Onderwijs Economische Zaken
Landbouwcrisisfonds
Turf op tafel
Vergadering van 23 December
Met 57 tegen 30 stemmen is de 'begrooting
van onderwijs goedgekeurd. Tegengestemd
hebben de soc.-dem., de comm., de N.S.B. en
natuurlijk de C.D.U., hel' kwartet, dat elikaar
meermalen vindt in de oppositie te-gen het
Kabinet.
Eerst nog enkele verklaringen
Voor de stemming zijn enkele verklaringen
afgelegd.
De heer AiHbarda betoogde weer eens, dat
de defensie eenzijdig behartigd wordi' met
achterstelling van andere volksbelangen.
Daarvoor is het geheele Kabinet aansprake
lijk. Nu alle tegemoetkomendheid achter
wege is gebleven, zal de ontstemming over
hei beleid van het kabinet blijiken uit het
stemmen tegen deze begrooting.
Het was een zeer sofistische redeneering
naast alle onjuistheid, welke in haar over
wegingen te vinden is.
Vrijz.-dem. en liberalen dachter er. on
danks hun bezwaren, dan ook anders over.
Het. caai- niet aan, aldus de heer Oud, om
alleen dezen minister te doen boeten voor
hetgeen een bezwaar is tegen Siet geheele
kabinet. Dr. Bierema redeneerde nog iets
anders Hij nam het anti-rev. standpunt in,
n.l. dat het niet oirtbaar is tegen een begroo
ting te stemmen om redenen buiten die be
grooting gelegen.
Dai was het slot van een te kwader
mede door de Katholieken, tegen den Minis
ter van Onderwijs ontketend relletje. Het
was een voor deze groep weinig eervol einde
van een streven om op de plaats der verant
woordelijke regeering te gaan zitten. Zoo iets
is tot mislukking gedoemd, indien het niev
gelijk in het verleden wel eens het geval
is geweest tot ongelukken leidt.
Anderzijds hopen we, dal de minister een
zoodanige ervaring rijker zal zijn gew
den, dat 'hij (begrepen zal hebben, dat een
bewindsman op tijd moet weten te handelen
en door kloek optreden zijn positie kan ver
beteren. Redeneeringen van: 't kan zus en 't
kan zoo en van: 't is mogelijk, maar niet
waarschijnlijk, vinden op den duur weinig
waardeering bij het parlement, dat boven
vaagheid en besluiteloosheid de voorkeur
geeft aan concreetheid en een beloon van te
weten wat men wiL
Terug naar Economische Zaken
We keeren thans tot Economische Zeiken
terug.
Minister Sleenberghc heid de algemeene
beschouwingen over de afdeeling Landbouw
te beantwoorden. Het ging vlot.
Met genoegen vernamen we. dat het land
bouwonderwijs zooveel mogelijk zal worden
gestimuleerd en de verdeeling der scholen
naar richting 's ministers bijzondere aan
dacht eal hebben ep, hij daarbij rekening zal
houden met het algemeene standpunt -van
iden heer v. d. Heuvel.
Zij, die zoo bijzonder op een natuurbe
schermingswet hadden aangedrongen, ver
namen, dat daarbij ook de financiën een rol
spelen. Immers zopder geld kunnen we niets
doen ven aanzien van de vele landgoederen,
waarvan bet beheer door de zware belastin
gen zoodanig gedrukt wordt, dat de eige
naars ze van de hand willen doen.
Dat de landbouwrnaatregelen nog niet
kunnen worden gemist, is in de Kamer vrij
wel de algemeen gedeelde opvatting. De
landbouw is er door voor ondergang behoed.
Op de rede van den heer Kersten kon de
minister geen antwoord geven. Voor dezen
staat de tijd stil. Zijn rede van nu was een
getrouwe copie van die, welke de minister
twee jaar geleden van hem hoorde. Het
antwoord voor nu is dan ook te vinden in
de ministerieele rede van twee jaar terug.
De heer Kersten kan eigenlijk net zoo goed
zwijgen, omdat zijn spreken in de Kamer,
dat aan realiteit en redelijkheid vrijwel
vreemd is. niet de minste beteekenis heeft.
Hetzelfde geldt voor volksgenoot Dieters.
Diens bloed- en bodem-theorie brengt hem
tot de uitspraak dat hij in het landbouw
beleid slechts nadeel voor den boer kan
ontdekken. Wie dat beweert loont óf gebrek
aan kennis óf een gemis aan begrip.
Over de teeltregelingen en de heffingen
bad de minister weinig nieuws te zeggen.
Verlaging van deze laatste zal met groove
voorzichtigheid geschieden en nimmer tot
Schade van den landbouw mogen zijn.
De priizen achtte de minister in het alge
meen redelijk. Ook de melkprijs, die heel
precies berekend wel iels boven den pro-
duetiepriU uitgaat.
AI dient de LandJbouwwet niet in de eerste
nlaats om tot betere belooning in den land
bouw te komen, toch is de minister bereid
in de richting van prijsverbetering te doen
Wat binnen zijn bereik ligl.
Een leelijke pijp kreeg de R.K. landbouw-
fepecialiteit Ruijter te rooken.
Deze had in tegenstelling met hetgeen
hij betrekkelijk kort geleden wenschve
een overdracht van de crisismaatregelen
aan belanghebbenden bepleit. De minister
nam hem dezen omzwaai naar het stand
punt: alles of niets, zeer kwalijk. Voorheen
wilde hij wel parvieele regelingen, nu wor
den allerlei excepties opgeworpen, die met
de zaak niets te maken hebben.
Met ordening heeft, wat hij nu wil, niets
(van doen. En de veranlwoordelijke Regee
ring zal bii pph nieuwe regeling toch ook
tot haar recht moeten komen. Want het
gaat hier om de besteding van een bedrag
van f 130 znillioen aan gemeenschapsgeld,
dat niet zoo maar zonder slag of stoot aan
de organisaties kan worden overgegeven
Zou «de landbouw" het standpunt van den
heer Ruijter deelen, dan ontbreekt alle
recht van spreken om den minister te ver
wijten dat hij de zaak niet in handen van
den kmdbouw gesteld heeft.
Voor een nieuwe, medewerkende taak zijn
vermoedelijk de organisaties nog niet heele-
tnaal geoutilleerd. Zal er ooit iets van ko
men, dan moet ook vaststaan, dat de zaak
viiet ingewikkelder en duurder zal worden
De controle der overheid moet natuurlijk
blijven.
Ten slotte kregen de kleine boeren en de
kleine tuinders een beurt.
Verandering in de kortelings in werking
petreden regeling voor de kleine boeren, die i
72 millioen zal kosten, wilde, de minister 1
thans niet bespreken. Er zijn hier 60.000
personen bij betrokken. Het beste is af te
wachten hoe het stelsel werkt. Daarna kun
pen we over veiheteringen spreken.
Gewaarschuwd werd togen het splitsen
IVan bedrijven met de hedopling om onder
kie kleine-boer_en-regeling te vallen.
Nog belangrijker was echter wat de minis
ter over de kleine tuinders meedeelde.
Zij krijgen hoe moeilijk liet ook is
een regeing analoog aan die voor de kleine
boeren.
Het ligt in de bedoeling plaatselijke orga
nen te vormen om ie trachten door bemid
deling te komen tot een vergelijk tusschen
tuinders-debiteuren en hun crediteuren. Ge
hoopt wordi op deze wijze iets te kunnen
doen voor de tuinders en ook de crediteu
ren te doen begrijpen, dat zij eveneens bij
een regeling belang hebben-
Mocht daardoor een financieele saneering
der bedrijven slagen, dan is de minister be
reid ook iets te doen voor materieele en
technische reorganisatie. Niet door geld bc
schikbaar te stellen, maar door tc helpen
in natura, meststoffen, gereedschappen, e.d.
Zouden crediteuren niet bereid zijn, dan
zal in hopelooze gevallen misschien de mo
gelijkheid vary executie worden verruimd.
In ieder geval zullen op onevenredig zware
vaste lasten nimpier steunmaatregelen kun
nen worden gebaseerd.
De betrokkenen zullen van 's ministers
voornemen stellig met belangstelling en in
stemming kennis nemen.
Z.h.s. ging de begrooting er aan het eind
der ochtendvergadering door.
Landbouwcrisisfonds
De middag was verder voor het Land
bouwcrisisfonds beschikbaar.
Bij ..Akkerbouw en Veehouderij" verna
men we, dat de teeltregeling blijft gehand
haafd, zulks in tegenstelling met de wen
schen van de heeren Bierema en v. Houten.
Ook werd de steun aan de producten door
den minister voldoende geacht. Dat 45000
kalverschetsen meer zullen worden uitgege
ven. was reeds bekend
De boter-margarine-puzzle werd weer
eens gesteld bij de volgende afdeeling. Als
we de namen noemen van de heeren v. d.
Heuvel en Amelink hebben we ook het ver
schil in standpunt aangegeven, dat open
baar werd. De minister weet nog steeds
geen oplossing. Het geld van de heffing
kan hij helaas niet missen, hoe zeer hij ook
betreurt, dat zij ook door weinig kapitaal
krachtigen moet worden betaald.
Toen omstreeks half 5 de heer v. d. Heu
vel wat ging zeggen over „Groenten-, fruit
en sierteelt" ontwaakte, in de Kamer de
vacantiestemming. Maar hij sprak toch,
zeggende kort te zullen zijn. Deze mededce-
ling verschafte hem een open doekje en
maakte verscheidene Kamerleden verkon
den en aan het hoesten. Later begonnen
laden, vloeileggers en luide gesprekken
dienst te doen om duidelijk te maken, dat
de Kamer naar het einde verlangde.
Tijdens 's ministers antwoord besteeg
reeds de heer Duymaer v. Twist het spreek
gestoelte en plaatste zich in stelling om
zijn visscherijwenschen te bespreken.
,Ga maar naar de koffiekamer toe"L was
zijn repliek op een hoera'tje dat opklonk,
toen hij zijn rede zou beginnen. Rustig ont
wikkelde hij daarna zijn devies: eet meer
visch. Na de rede, die zeker 20 minuten
duurde, volgde een ironisch bedoeld ap
plausje.
Zoo ging het nog een uur voort
Sommige sprekers schenen hun opge
schreven betoog niet te kunnen bekorten.
Oud-minister v. Lidth de Jeude toonde ech-
Vandaag eens geen
woord over verkoud
heid en Aspirin I
Ik wensch U allen
een
ter, dat het zeer wel mogelijk is om in wei
nig \yoorden kort. en krachtig uit te spre
ken wat men op het hart heeft.
Bij de Turf kwam de Kamer den heer
Weitkamp te hulp door twee lange turven
op het spreekgestoelte te deponeeren. Den
spreker scheen deze ongevraagd geboden
steun niet geheel welkom. Met een martiaal
gebaar werden de beide objecten in de zaai
geworpen.
De „Kippen" trokken in stillen gai
voorbij: er werd niet gekakeld.
Z.h.s. werd de begrooting goedgekeurd.
De voorzitter had ten slotte nog een en
kel woord te zeggen.
Hij memoreerde, dat over de rijksbegroo-
ting 514 redevoeringen zijn gehouden en
kondigde een reces aan tot 15 Februari a.s.
Na een herinnering aan de blijde hoop.
die straalt in het Koninklijk gezin, werd
een gelukkig nieuwjaar gewenscht en ging
de Kamer, nadat vele handen waren ge
drukt, na gedancn ingespannen arbeid,
uiteen.
EEN INBREKER MET 33 VONNISSEN
Voor de AkneJoeclie rechtbank stand te
recht J. K. te Glanerbrug, wegens diefstal
aldaar en te Enschedé, van sigaren, geld
een radiotoestel enz.
Bij het verhoor herinnerde de president
er aan, dat bekfl. reeds 33 vonnissen,
van 2 en 3 jaar, te zijlnien laste had.
De officier van justitie achtte hean een
misdadig en gevaarlijk persoon en eischte
2 jaar gevangenisstraf.
REGISTRATIE EN DOMEINEN
Ingetrokken ls de benoeming van den Sm
merair der Registratie en Domeinen A. C M.
van der Kroft te 's-Gravenbage tot ontva;
ger te IJsselsteln.
Benoemd ls tot ontvanger der Registratie
c M. van
K-roft voornoemd. HU ls toegevoegd aan den
ontvanger der- -
Benoemd ls
M. van G u r
I>omelnen te Tilburg.
Rotterdi
te IJsselsteln. F. C
der Regli
Kind doodgereden in
Renswoude
Gerechtshof gelastte de
vervolging
(Van onzen Utrechtschen redacteur)
VOOR de Utrechtsche Rechtbank
heeft terecht gestaan Graaf O.
E. G, van L. S., substituut-Officier
bij de Arrondissementsrechtbank te
Arnhem, terzake van dood door
schuld. Het betrof hier een aanrij
ding onder de gemeente Rens
woude, waarbij verdachte een
meisje heeft aangereden, tengevolge
waarvan dit meisje is overleden. De
Officier van Justitie eischte tweehon
derd gulden boete subs, tien dagen
hechtenis.
Deze rechtszaak is niet bijgewoond door
een verslaggever van een der kranten; de 'be
handeling daarvan was ook niet bekend aan
de bladen.
Toen de vader van het meisje, dat was
doodgereden, de land-bouwer J. van V. te
Renswoude, dan ook op ons bureau kwam
met de vraag, hoe 'het kwam, dat deze zaak
niet in het openbaar bêhandeld' was, en daar
in een bevoorrechting van den verdachte in
verband met diens positie meende te moeten
zien, hebben wij ons om inlichtingen gewend
tot den Officier van Justitie bij de Arrondis
sementsrechtbank te Utrecht Mr. A. N. F a-
bius.
De Officier was bereid om ons volledige in
lichtingen te geven .„Wij hébben hier niets te
verbergen", zoo zeide hij.
Op onze vraag hoe het kwam, dat Graaf
ran L. S. niet terecht gestaan heeft in de
gewone openbare terechtzitting deelde de
heer Fabius ons het volgende mede:
De aanrijding vond plaats in Januari van
dit jaar. Toen de gegevens omtrent de aan
rijding bij het Parket waren binnengekomen
werd de zaak in handen gesteld van den
Rechter Commissaris. Daarna werd de dag
vaarding uitgebracht en zou de zaak behan
deld zijn in een gewone terechtzitting in het
voorjaar van dit jaar.
Er werd echter verzet aan-geteekend tegen
de dagvaarding, en dit werd in raadkamer
behandeld.
De President was toen Mr. Kaars Sypestein.
De Rechtbank in raadkamer stelde den ver
dachte buiten vervolging, en hoewel ik ook
van oordeel was, dat deze aanrijdingszaak
zeer twijfelachtig was wat de schuld van der.
verdachte aanging, heb ik toch tegen die be
slissing appèl aangeteekend bij het Gerechts
hof in Amsterdam.
Het Gerechtshof te Amsterdam besliste, dat
de zaak toch vervolgd zou moeten worden.
Inmiddels was het reeds Juli geworden. Na
mijn vacantie heb ik de zaak opnieuw aan
gebracht en de verdachte zou toen hebben
moeten terecht staan in September, ma'
daar hij toen ziek werd, moest de behande,
ling opnieuw worden uitgesteld. Deze heeft
nu plaatsgevonden op 16 December.
Juist omdat het een substituut Officier
van Justitie betrof is de zaak doorgezet
en vervolgd. En juist daarom ls er een
meervoudige Kamer gevormd, welke ge-
presideerd werd door den President dar
Utrechtsche Rechtbank Mr. M. E. Hi
ve! aar, zelf, en waarin ikzelf optrad als
vertegenwoordiger van het Openbaar
Ministerie.
Dat deze zaak niet op een Dinsdag behan
deld is, dus op den gewonen dag der straf
zitting, vindt ook hierin zijn oorzaak, zoo
deelde Mr. Fabius ons verder mee. Want
deze Dinsdagen zijn altijd volop bezet met
strafzittingen van meervoudige Kamers van
de gewone samenstelling. Bovendien moesten
de bijzittende rechters ook anderen zijn dan
die in de meervoudige raadkamer zitting ge
had hadden, welke in raadkamer den ver
dachte vroeger buiten vervolging gesteld
had. Als bijzittende rechters traden op Mr.
Loeff en Mr. Plugge, en die zijn Dinsdags
ook bezet.
Al is dé zitting op een Donderdag gehou
den, dan beteekende dit bovendien nog niet,
dat zij niet openbaar was. Ik heb wel vijf en
twintig menschen in de zaal gezien, aldus Mr.
Fabius, daar waren de getuigen, de veld
wachters, maar op de publieke tribune zat
ook een zestal menschen. Er is niets gebeurd',
dat de gedachte ook maar eenigszjns zou wet
tigen, dat hier iets zou zijn geschied, dat af
week van den gewonen gang der dingen in
dergelijke zaken.
Conclusie
Wij hebben gemeend het bovenstaande uit
voerig te moeten weergeven omdat het een
belang van de hoogste orde is in een rechts
staat, dat de rechtspleging volkomen objec
tief zij. En waar twijfel zou kunnen bestaan
daaraan, alleen op grond van vermoedens of
geruchten, daar leek hét ons goed, om de fei
ten te geven zooals deze ons werden meege
deeld door den Utrechtschen Officier
Justitie en waaruit onze lezers in Renswoude
en elders kunnen zien, dat, juist omdait het
een verdachte betrof zoozeer in aanzien in de
rechterlijke macht als in dit geval, men alles
heeft gedaan om de zaak zoo objectief en
correct mogelijk te behandelen. Waarschijn
lijk hadden zij niet anders verwacht. En zoo
is dat ook weer tot onze voldoening gebleken.
De uitspraak
Hedenmorgen heeft de Utrechtsche
rechtbank in deze zaak uitspraak gedaan
en verdachte veroordeeld tot f 300 boete
subs. 14 dagen hechtenis.
WETSONTWERP
ELECTRICITEITSVOORZIENING
De belangen
der stroomverbruikers
In parlementaire kringen is men van mee
ning, dat het wetsontwerp inzaike Electri-
citeitsvoorziening in het voorjaar van 1938
aan de orde zal komen. Dat duurt dus nog
wel even, maar het gevaar bestaat, dat ve
len het als een bij uitstek technische
aangelegenheid zullen beschouwen, welke
door deskundigen uitgemaakt moet worden,
zoodat men er te weinig aandacht aan
schenkt. Om dat gevaar voorzoover onze
invloed reikt af te wenden, vestigden wij
er onlangs in twee artikelen de aandacht
op. Enkele bedenkingen tegen onze opvat
tingen publiceerden wij, al of niet met een
bijschriftje onzerzijds. Op één der gemaak
te opmerkingen gaan we hier nader in. Het
ls een verwijzing naar de Memorie van Ant
woord, waarin de Minister zegt: „het zijn de
belangen van de stroomverbruikers dat
zijn welhaast alle ingezetenen van het Rijk
en n i e t in de eerste plaats de belangen
van de overheidskassen, die moeten worden
ibevorderd."
Indien wijlen Minister Van der Vegte
deze Memorie had geschreven zou men on
willekeurig zeggen: .in dit argument proeft
men een scheutje ironie waarmee de hu
mor van dezen minister de dorre staats
stukken kon opvroolijken. Want, let er wel
op: hier zegt de Regeering: het gaat
niet om de belangen van de overheids
kassen, maar van die der ingezetenen.
Men kan die zorg waardeeren, maar toch te
gelijkertijd vragen: wat beteekent dit nu
eigenlijk?
Wanneer „welhaast alle ingezetenen
stroomverbruikers zijn", dan zijn de belan
gen der overheidskassen identiek aan die der
verbruikers; dan kan er alleen onderscheid
van belangen zijn tusschen de produceerende
en de distribueerende gemeenten of tus
schen oe provinciale bedrijven en de afne
mers. Zetten we de laatste om de zaak
eenvoudig te 6t ellen even buiten de dis
cussie. dan komt de Regeering dus op voor
de ingezetenen van de gemeenten, die een
distributie-bedrijf hebben en dus
door andere gemeenten geplukt kunnen wor
den omdat deze de stroomprijs ten bate
van de eigen kas en de dus de eigen bur
gerij te hoog houdt.
Bestaat dit gevaar inderdaad? Het is
misschien niet geheel denkbeeldig, maar
het feit, dat distribueerende gemeenten
bij diverse productie-bedrijven stroom
kunnen koopen, roept een concurrentie-
factor in het leven welke van groote
beteekenis is. Vele kleine gemeenten we
ten daarvan een „kaufmannisch" ge
bruik te maken. Ook gebeurt het meer
dan eens, dat „produceerende gemeen
ten" de stroom aan anderen leveren te
gen gereduceerde prijzen maar op
conditie, dat dan ook de detailprijs
verlaagd wordt. Waarom geschiedt dit?
Omdat jui6t deze bedrijven rendabel te
maken zijn door stijgende omzetten.
Maar hoe komt het dan, dat de stroomprij-
zen nog vaak zoo hoog, te hoog zijn? Het
eenvoudige antwoord luidt: omdat de ge
meenten deze winst onmogelijk kunnen ont
beren voor een sluitende begrooting. Het is
dan niet de produceerende, maar de distri
bueerende gemeente, welke te groote winst
maakt. Dit geschiedt echter noodgedwongen
en op hoog bevel. Want de gemeenteraden
streven steeds naar verlaging; naar tarieven
welke rekening houden met sociale en ge-
zins-omstandigheden, ook al omdat elke
prijsverlaging in 't algemeen tot grooter af
name leidt.
Maar dit streven wordt dan b.v. weer be
moeilijkt door een eisch van Ged. Staten
om aflossingen en afschrijvingen op den ka-
pitaaldienst gelijk te maken.
Wij hebben geen enkel bezwaar dat de
centrale overheid bevoegdheid krijgt bij de
prijsbepaling; vooral ten aanzien van mono
polistische provinciale bedrijven is dat zeer
gewenscht, maar daarvoor is onnoodig, zelfs
schadelijk, een ingrijpen van den Haag, wel
ke feitelijk aan niets gebonden is. Dit zal
er juist toe leiden dat er straks niemand is,
die toezicht uitoefent, omdat dan mis
schien alle overheidskassen er bij betrok
ken zijn.
Men mag dit een ..sombere voorspelling'
noemen, wanneer men eenmaal begint te een
traliseeren, staat de overheidsbemoeiing
voor niets. Het is beter bij voorbaat tegen
dit streven stelling te nemen, aan een con
tact aan te brengen, waarbij het gevaar
voor kortsluiting verre van denkbeeldig is.
Oud-1 esiameniische Advent
„Grazige weiden"
Een zeer scherpe veroordeeling
De film welke volgens sommigen bijzon
der vroom en stichtelijk is, draait nog
steeds in verschillende plaatsen. Daaron.
citeeren wij nog eens het scherpe vonnis
dat Ds. Hoorweg in „Haarlemsch Kerk
blad" velde:
Wij kunnen niet anders zeggen dan-
het is een godslasterlijke, het is een
satanische film.
God wordt er in afgebeeld als een
oude negerdominee met een gekleede
jas, een vriendelijke oude heer, die
sigaren van een kwartje rookt De
engelen zitten te hengelen in een hemel-
schen vischvijver, want „hengelen is
hun liefste bezigheid." In den loop van
het gebakken-visch-feest verricht de Heer
een wonder: hij gaat een wereld schep
pen. Van de rescliiedenis der Godsopen
baring worclt een schandelijke, profa-
neerende caricatuur gemaakt
Ik houd op 1
Ik gruw, ik huiver er van.
Ik begrijp niet, dat zoo iets in Christe
lijk Nederland mag diraaien.
En elk Christen, elke jongen, elk
meisje- die daarnaar gaat zien, moet een
dolksteek van Satan in zijn hart mee-
dragen, misschien zijn heele verdere
leven door.
Ik waiarschuw!
Voor e 1 k bioscoopbezoekwant men
laat e<r zijn ziel zoetjes-aan dooT ver
moorden!
Maar vooral tegen dit „vrome" product
uit ae hel. Dat aan Psalm 23 zijn „ge-i
Drie vrouwen qaan het eenzaam pad
X Door Moabs hcete, vlakke velden.
v Naomi keert weer naar haar stad,
X Zij, nameloos door 't leed gekwelde.
X Rijk is zij eens dit pad gegaan,
Leeg leeert ze weer, oud en gebogen.
X O bitterheid haar aangedaan;
S* 't Leed had zijn voren diep gelogen.
yS Een heimwee heeft haar verontrust,
Y Ze werd naar Kanaün gedreven,
X Zich in haar eenzaamheid bewust
Y Een schuld die haar voor God doet beven.
Y Zij had haar man er toe gebracht
X Naar 't heidensch Moab op te breken.
Y Gods broodhuishadden ze veracht,
Brood zoekende in vreemde streken.
X Het brak hun bij de handen af,
Y Al. wat zij om den broode wrochten,
x Vertwijfeld stond ze bij zijn graf:
v De dood zij tevergeefs bevochten.
f Haar zonen braken met de Wet
A Van Isrels God en namen vrouwen
Y Vreemd aan de vroomheid, aan 't gebed
X Van wie op Isrels God vertrouwen.
X En Hij ging met Zijn oordeel door.
>4 Bethlehem werd aan haar aewroken,
X Haar beide zonen ze verloor.
X Toen wist ze zich voor goed gebroken.
Tien jaren had ze daar verkeerd,
X Toen had God alles haar ontnomen,
X Totdat ze boog en heeft begeerd:
X Laat mij naar Kancuin ontkomen
X
X Drie graven zij ginds achterliet:
yt> De dooden gingen haar aanklagen;
X Ruth, die haar diepst verlangen ried,
Drong er op aan de tocht te wagen.
X Als haar de droefheid overmant,
Y Laait er een donk're gloed in d' oogen
X Van d' oude trots, van feil' opstand:
Y Is er bij Hein geen mededoogen?
Orpa ziet naar haar triest figuur:
„Waarom in Moab niet gebleven
Kandn is ver dit avontuur
Kost haar, verkommerde, nog 't leven."
I De hitte stijgt naar t middaguur.
Naomi spreekt nog niet van scheiden.
I Orpa benauwt het op den duur,
- Dit troostloos-trieste uitgeleide
- Naomi ziet haar dochters nauw,
Zoo is z' in 't eigen leed verzonken.
Zij heeft geen oogen voor de trouw,
De liefde die haar werd geschonken.
I Haar moede voeten pijnen haar;
De hitte stijgt; en traag gaan d' uren,
Tot plots met een verschrikt gebaar
Terzij ze ziet naar haar gebxiren.
En stil staat: „Keer weer naar uw stad;
God zij met u en moog' u geven
Nog eens 't geluk, dat gij eens hadt;
Ik zelf verwacht niets meer van 't leven.1"
Z' omhelsde beiden, moeder-teer,
Buth schreide: „Wij qaan mei u mede";
Maar d' ander, snikkend, zag te zeer
In d' oude vrouw een dood verleden.
Naomi, rust'ger nu: „Keer weer,
Ik. arme, heb u niets te geven,
'Nooit meer t heden neemt geen keer,
Gods hand is tegen mij geheven."
(Het bloed verloochend)
Ruth 1 16b en 17
Vreemd-angstig ziet Orpa haar aan:
Haar vrijheid wordt haar weergegeven;
Een kus aarzlend is zij gegaan;
Naar Moabs grenzen voortgedreven.
Zij heeft Naomd nooit verstaan;
Maar wist, dat Ruth haar trouw zou
blijven;
Bedroefd ging z' op haar huis weer aan:
Wat macht zou Ruth naar Isrcl drijven?
Orpa is wijslijk weergekeerd,
Want wat voorbij is, moet vergeten.
Ruth op Naomi's armoe teert;
Elk. die het hoort, zal 't dwaasheid
heeten.
't ls of Naomi 't niet vertrouwt.
„Keer met haar naar uw volk en goden."
Ruth deed de keus 'die nooit berouwt:
Haar God is niet een God der dooden.
Zij werd haar rijkdom zich bewust
En heeft haar liefde toen beleden:
Wil rusten, moeder, waar gij rust;
Waarheen g' ook gaat, 'li ga met u mede.
Uw volk is mijn volk en uw God
Mijn God; moog' Hij ons begeleiden:
'k Sterf, waar gij sterft; één zij ons lot.
De dood aileen zal ons eens scheiden
Naomi wankelt, diep-ontroerd
Van vreugde, bijna niet te dragen;
't Is of een hand haar zacht beroert.
Dezelfde hand, die heeft geslagen...
Ruth heeft haar bij den arm gevat,
Naomi kan geen woorden vinden;
En blijde gaan zij 't eenzaam pad
Naar Bethlehem als Gods beminden m
Ruth zei vaarwel haar stad en land,
Brak met haar bloed zij kon vergeten,
Wijl in haar ziel de liefde brandt
Die sterker dan de dood mag heeten.
Ei t doode wereld zij verlaat,
Een graf, waarbij ze niet kon leven;
Het leed. dat beider leven slaat
Heeft beider zielen saamgeweven.
Zij had den zoon zoo liefgehad;
Zij ziet hem in de moeder leven;
Die bindt haar aan zijn volk, zijn stad
Die doet haar aan zijn God zich geven.
De stille Buth is meegegaan,
Toen Orpa schreiend wederkeerde.
Die dit geheim niet kon verstaan:
Ruth op Naomi's rijkdom teerde.
Orpa nam afscheid en voorgoed.
Wat kon haar d' arme vrouw nog geven?
Maar Ruth verloochende haar bloed
Om blindlings uit 't geloof te leven.
Ruth door t geloof versmaadt haar
bloed,
Koos <f armoe en ging ongeweten
Een rijke toekomst tegemoet:
Moeder in Isrel zal z' eens heeten.
Haar trouw, symbool van 'f hoogste
goed,
Van liefde, die slechts weet van geven.
Blonk 't schoonst in 't Kind, mede uit
haar bloed;
%t Deeldonze dood, en schonk ons
't Leven.
rA. WAPENAAR.
Bethlehem Broodhuis.
EENDENEIEREN
ALS ZIEKTEVERWEKKERS
Niet de versch gebruikte,
doch de geconserveerde
Bacteriën dringen door de schaal
Meerdere malen zijn ziekteverschijn
selen. darmcatarrhe, soms van vrij ern
stige aard. opgetreden na het gebruik
van eendeneieren, welke veroorzaakt
werden door bepaalde bacteriën, de z.g.
Breslau-bacteriën, die de ziekte veraor-
zaken.
Ook in Duitschland diedien zich meer
malen ziektegevallen voor na het ge
bruik van uit ons land afkomstige een
deneieren. Zoowel dóar, als in ons land
is men aan het onderzoeken gegaan.
Tot we'ke gevolgtrekkingen men geko
men is blijkt thans in een artikel van den
heer de Graaf in het Tijdschrift van vee
artsenijkunde.
Daarin lezen we, dat de Breslau-bactcrie
voorkomen kan zoowel op de eierschaal, als
in het eiwit en de dooier.
Voor het ontstaan van een levensmiddc-
lenvergiftiging is een vrij groote hoeveelheid
bacteriën noodig. Kleine hoeveelheden var
oorzaken slechts een latente infectie met een
voorbijgaande bacteriënuitscheiding
faeces en urine.
De door het ovarium in den dooier ingeslo
ten enteritus-bacteriën zijn eerst in een ga
ring aantal aanwezig. Deze bacteriën ver
meerderen zich echter onder i nvloed van
een geschikte temperatuur bij het bewaren
in eieren zeer sneL
De in het eiwit aanwezige bacteriën heb
ben niet het vermogen zich bij kamertempe
ratuur binnen 9 dagen te vermeerderen als
het ei versch is, daar het eiwit bacterieïde-
eigenschappen bezit, welke eerst na, 4 k 6
weken verdwijnen, zoodat dón de Breslau-
bacteriën bij goede temperatuur reeds in 3
k 5 dagen in een groot aantal aanwezig
kunnen zijn.
Bij eieren, die bij kamertemperatuur be
waard worden, dringen de op de schaal aan
wezige bacteriën echter pas na 4 weken
wijden" titel ontleent: „Grazige weiden".
En dat aawgoprezen wordt met risten
Bijbelteksten.
Ergerlijker beladheljjk-making van het
Christelijk geloof laat zich nauwelijks
denken. En de godioozen-beweging in
Rusland kan laoh"»n
Maar weest gij o .iw hoede!
Wacht u wei vuji u\v zieden.I
Accountantskantoor
R. KROL
Eaanplein 2, Telefoon 393826,
's-GRAVENHAGE
Dorpsstraat 55, Telefoon 77,
ZOETERMEER
INRICHTEN
naar binnen bij koel bewaarde eieren ge
beurde dit zelfs daarna nog niet.
Maar bij eieren, die in kalkwater bewaard
worden, komt dit binnendringen wèl 7oor.
Het conserveeren van eendeneieren is dus
steeds een gevaarlijke onderneming, wan
neer niet een volledige garantie bestaat, dat
do eieren vrij zijn van enteritisinfectie. Dat
kalkeendeneieren gevaarlijk
zijn, leeren de waargenomen vergiftigingen
door Nederlandsche eendeneieren.
Uitwendig besmette eieren werden in een
kalkoplossing gelegd en na 4 maanden kool
bewaren waren in 64 pet. der eieren de
bacteriën ook in het binnenste der eieren
aan te toonen en wel het meest in het eiwit
en den dooier. Op de 6chaal van 322 Ber-
lijnsohe handelseendeneieren werden 16
maal Breslau-bacteriën gevonden, wel een
bewijs, dat het gevaar van het conserveeren
van eendeneieren in kalkwater niet moet
worden onderschat.
Desinfectie van de eischaal ls mogelijk
door ze 10 minuten te leggen in een 5 pet.
handwarme soda-oplossing of, nog beter, ze
één seconde onder te dompelen in een 5 pcL
kokende soda-oplossing.
Als eendeneieren versch worden gebruikt,
is de infectiemogelijkheid voor den mensch
gering te achten. Eerst door een vochtig-
warme bewaring neemt het aantal bacte
riën toe. Daarom moet men ook voorzichtig
zijn met puddingen; daarin kunnen ze zich
goed vermeerderen, maar dan moeten ze
reeds in het binnenste der eieren aanwezig
zijn. Stukjes eischaal, die in de pudding
vallen, zijn van geen belang, daar er 48
uren noodig zijn om de spijzen met de bac
teriën te doorwoekeren en zoolang'worden
dergelijke spijzen met het oog op het be
derven en zuur worden niet licht bewaaru.
In mayonnaise vermeerderen de Breslau-
bacteriën zich niet. Ook toevoeging van meel
of melk hieraan is van geen belang. Zou
mayonnaise aanleiding geven tot voedsel
vergiftiging, dan moeten de voor do mayon
naisc gebruikte eieren reeds in den dooier
groote hoeveelheden Breslau-bacteriën heb
ben bevat.
Men zal dus in het algemeen goed
doen eendeneiren versch te
gebruiken en voor het bewaren in
kalkwater of anderszins uitsluitend
hoendereiereA te gebruikeü.