De laatste zitting in het jaar VROOLIJK KERSTFEEST (BAVER, VOORSPOEDIG NIEUWJAAR! Substituut-Officier van Justitie staat terecht VRIJDAG 24 DECEMBER 1937 DERDE BLAD PAG. 10 Overzicht Tweede Kamer Bij de begrootingen zijn 514 redevoeringen gehouden Onderwijs Economische Zaken Landbouwcrisisfonds Turf op tafel Vergadering van 23 December Met 57 tegen 30 stemmen is de 'begrooting van onderwijs goedgekeurd. Tegengestemd hebben de soc.-dem., de comm., de N.S.B. en natuurlijk de C.D.U., hel' kwartet, dat elikaar meermalen vindt in de oppositie te-gen het Kabinet. Eerst nog enkele verklaringen Voor de stemming zijn enkele verklaringen afgelegd. De heer AiHbarda betoogde weer eens, dat de defensie eenzijdig behartigd wordi' met achterstelling van andere volksbelangen. Daarvoor is het geheele Kabinet aansprake lijk. Nu alle tegemoetkomendheid achter wege is gebleven, zal de ontstemming over hei beleid van het kabinet blijiken uit het stemmen tegen deze begrooting. Het was een zeer sofistische redeneering naast alle onjuistheid, welke in haar over wegingen te vinden is. Vrijz.-dem. en liberalen dachter er. on danks hun bezwaren, dan ook anders over. Het. caai- niet aan, aldus de heer Oud, om alleen dezen minister te doen boeten voor hetgeen een bezwaar is tegen Siet geheele kabinet. Dr. Bierema redeneerde nog iets anders Hij nam het anti-rev. standpunt in, n.l. dat het niet oirtbaar is tegen een begroo ting te stemmen om redenen buiten die be grooting gelegen. Dai was het slot van een te kwader mede door de Katholieken, tegen den Minis ter van Onderwijs ontketend relletje. Het was een voor deze groep weinig eervol einde van een streven om op de plaats der verant woordelijke regeering te gaan zitten. Zoo iets is tot mislukking gedoemd, indien het niev gelijk in het verleden wel eens het geval is geweest tot ongelukken leidt. Anderzijds hopen we, dal de minister een zoodanige ervaring rijker zal zijn gew den, dat 'hij (begrepen zal hebben, dat een bewindsman op tijd moet weten te handelen en door kloek optreden zijn positie kan ver beteren. Redeneeringen van: 't kan zus en 't kan zoo en van: 't is mogelijk, maar niet waarschijnlijk, vinden op den duur weinig waardeering bij het parlement, dat boven vaagheid en besluiteloosheid de voorkeur geeft aan concreetheid en een beloon van te weten wat men wiL Terug naar Economische Zaken We keeren thans tot Economische Zeiken terug. Minister Sleenberghc heid de algemeene beschouwingen over de afdeeling Landbouw te beantwoorden. Het ging vlot. Met genoegen vernamen we. dat het land bouwonderwijs zooveel mogelijk zal worden gestimuleerd en de verdeeling der scholen naar richting 's ministers bijzondere aan dacht eal hebben ep, hij daarbij rekening zal houden met het algemeene standpunt -van iden heer v. d. Heuvel. Zij, die zoo bijzonder op een natuurbe schermingswet hadden aangedrongen, ver namen, dat daarbij ook de financiën een rol spelen. Immers zopder geld kunnen we niets doen ven aanzien van de vele landgoederen, waarvan bet beheer door de zware belastin gen zoodanig gedrukt wordt, dat de eige naars ze van de hand willen doen. Dat de landbouwrnaatregelen nog niet kunnen worden gemist, is in de Kamer vrij wel de algemeen gedeelde opvatting. De landbouw is er door voor ondergang behoed. Op de rede van den heer Kersten kon de minister geen antwoord geven. Voor dezen staat de tijd stil. Zijn rede van nu was een getrouwe copie van die, welke de minister twee jaar geleden van hem hoorde. Het antwoord voor nu is dan ook te vinden in de ministerieele rede van twee jaar terug. De heer Kersten kan eigenlijk net zoo goed zwijgen, omdat zijn spreken in de Kamer, dat aan realiteit en redelijkheid vrijwel vreemd is. niet de minste beteekenis heeft. Hetzelfde geldt voor volksgenoot Dieters. Diens bloed- en bodem-theorie brengt hem tot de uitspraak dat hij in het landbouw beleid slechts nadeel voor den boer kan ontdekken. Wie dat beweert loont óf gebrek aan kennis óf een gemis aan begrip. Over de teeltregelingen en de heffingen bad de minister weinig nieuws te zeggen. Verlaging van deze laatste zal met groove voorzichtigheid geschieden en nimmer tot Schade van den landbouw mogen zijn. De priizen achtte de minister in het alge meen redelijk. Ook de melkprijs, die heel precies berekend wel iels boven den pro- duetiepriU uitgaat. AI dient de LandJbouwwet niet in de eerste nlaats om tot betere belooning in den land bouw te komen, toch is de minister bereid in de richting van prijsverbetering te doen Wat binnen zijn bereik ligl. Een leelijke pijp kreeg de R.K. landbouw- fepecialiteit Ruijter te rooken. Deze had in tegenstelling met hetgeen hij betrekkelijk kort geleden wenschve een overdracht van de crisismaatregelen aan belanghebbenden bepleit. De minister nam hem dezen omzwaai naar het stand punt: alles of niets, zeer kwalijk. Voorheen wilde hij wel parvieele regelingen, nu wor den allerlei excepties opgeworpen, die met de zaak niets te maken hebben. Met ordening heeft, wat hij nu wil, niets (van doen. En de veranlwoordelijke Regee ring zal bii pph nieuwe regeling toch ook tot haar recht moeten komen. Want het gaat hier om de besteding van een bedrag van f 130 znillioen aan gemeenschapsgeld, dat niet zoo maar zonder slag of stoot aan de organisaties kan worden overgegeven Zou «de landbouw" het standpunt van den heer Ruijter deelen, dan ontbreekt alle recht van spreken om den minister te ver wijten dat hij de zaak niet in handen van den kmdbouw gesteld heeft. Voor een nieuwe, medewerkende taak zijn vermoedelijk de organisaties nog niet heele- tnaal geoutilleerd. Zal er ooit iets van ko men, dan moet ook vaststaan, dat de zaak viiet ingewikkelder en duurder zal worden De controle der overheid moet natuurlijk blijven. Ten slotte kregen de kleine boeren en de kleine tuinders een beurt. Verandering in de kortelings in werking petreden regeling voor de kleine boeren, die i 72 millioen zal kosten, wilde, de minister 1 thans niet bespreken. Er zijn hier 60.000 personen bij betrokken. Het beste is af te wachten hoe het stelsel werkt. Daarna kun pen we over veiheteringen spreken. Gewaarschuwd werd togen het splitsen IVan bedrijven met de hedopling om onder kie kleine-boer_en-regeling te vallen. Nog belangrijker was echter wat de minis ter over de kleine tuinders meedeelde. Zij krijgen hoe moeilijk liet ook is een regeing analoog aan die voor de kleine boeren. Het ligt in de bedoeling plaatselijke orga nen te vormen om ie trachten door bemid deling te komen tot een vergelijk tusschen tuinders-debiteuren en hun crediteuren. Ge hoopt wordi op deze wijze iets te kunnen doen voor de tuinders en ook de crediteu ren te doen begrijpen, dat zij eveneens bij een regeling belang hebben- Mocht daardoor een financieele saneering der bedrijven slagen, dan is de minister be reid ook iets te doen voor materieele en technische reorganisatie. Niet door geld bc schikbaar te stellen, maar door tc helpen in natura, meststoffen, gereedschappen, e.d. Zouden crediteuren niet bereid zijn, dan zal in hopelooze gevallen misschien de mo gelijkheid vary executie worden verruimd. In ieder geval zullen op onevenredig zware vaste lasten nimpier steunmaatregelen kun nen worden gebaseerd. De betrokkenen zullen van 's ministers voornemen stellig met belangstelling en in stemming kennis nemen. Z.h.s. ging de begrooting er aan het eind der ochtendvergadering door. Landbouwcrisisfonds De middag was verder voor het Land bouwcrisisfonds beschikbaar. Bij ..Akkerbouw en Veehouderij" verna men we, dat de teeltregeling blijft gehand haafd, zulks in tegenstelling met de wen schen van de heeren Bierema en v. Houten. Ook werd de steun aan de producten door den minister voldoende geacht. Dat 45000 kalverschetsen meer zullen worden uitgege ven. was reeds bekend De boter-margarine-puzzle werd weer eens gesteld bij de volgende afdeeling. Als we de namen noemen van de heeren v. d. Heuvel en Amelink hebben we ook het ver schil in standpunt aangegeven, dat open baar werd. De minister weet nog steeds geen oplossing. Het geld van de heffing kan hij helaas niet missen, hoe zeer hij ook betreurt, dat zij ook door weinig kapitaal krachtigen moet worden betaald. Toen omstreeks half 5 de heer v. d. Heu vel wat ging zeggen over „Groenten-, fruit en sierteelt" ontwaakte, in de Kamer de vacantiestemming. Maar hij sprak toch, zeggende kort te zullen zijn. Deze mededce- ling verschafte hem een open doekje en maakte verscheidene Kamerleden verkon den en aan het hoesten. Later begonnen laden, vloeileggers en luide gesprekken dienst te doen om duidelijk te maken, dat de Kamer naar het einde verlangde. Tijdens 's ministers antwoord besteeg reeds de heer Duymaer v. Twist het spreek gestoelte en plaatste zich in stelling om zijn visscherijwenschen te bespreken. ,Ga maar naar de koffiekamer toe"L was zijn repliek op een hoera'tje dat opklonk, toen hij zijn rede zou beginnen. Rustig ont wikkelde hij daarna zijn devies: eet meer visch. Na de rede, die zeker 20 minuten duurde, volgde een ironisch bedoeld ap plausje. Zoo ging het nog een uur voort Sommige sprekers schenen hun opge schreven betoog niet te kunnen bekorten. Oud-minister v. Lidth de Jeude toonde ech- Vandaag eens geen woord over verkoud heid en Aspirin I Ik wensch U allen een ter, dat het zeer wel mogelijk is om in wei nig \yoorden kort. en krachtig uit te spre ken wat men op het hart heeft. Bij de Turf kwam de Kamer den heer Weitkamp te hulp door twee lange turven op het spreekgestoelte te deponeeren. Den spreker scheen deze ongevraagd geboden steun niet geheel welkom. Met een martiaal gebaar werden de beide objecten in de zaai geworpen. De „Kippen" trokken in stillen gai voorbij: er werd niet gekakeld. Z.h.s. werd de begrooting goedgekeurd. De voorzitter had ten slotte nog een en kel woord te zeggen. Hij memoreerde, dat over de rijksbegroo- ting 514 redevoeringen zijn gehouden en kondigde een reces aan tot 15 Februari a.s. Na een herinnering aan de blijde hoop. die straalt in het Koninklijk gezin, werd een gelukkig nieuwjaar gewenscht en ging de Kamer, nadat vele handen waren ge drukt, na gedancn ingespannen arbeid, uiteen. EEN INBREKER MET 33 VONNISSEN Voor de AkneJoeclie rechtbank stand te recht J. K. te Glanerbrug, wegens diefstal aldaar en te Enschedé, van sigaren, geld een radiotoestel enz. Bij het verhoor herinnerde de president er aan, dat bekfl. reeds 33 vonnissen, van 2 en 3 jaar, te zijlnien laste had. De officier van justitie achtte hean een misdadig en gevaarlijk persoon en eischte 2 jaar gevangenisstraf. REGISTRATIE EN DOMEINEN Ingetrokken ls de benoeming van den Sm merair der Registratie en Domeinen A. C M. van der Kroft te 's-Gravenbage tot ontva; ger te IJsselsteln. Benoemd ls tot ontvanger der Registratie c M. van K-roft voornoemd. HU ls toegevoegd aan den ontvanger der- - Benoemd ls M. van G u r I>omelnen te Tilburg. Rotterdi te IJsselsteln. F. C der Regli Kind doodgereden in Renswoude Gerechtshof gelastte de vervolging (Van onzen Utrechtschen redacteur) VOOR de Utrechtsche Rechtbank heeft terecht gestaan Graaf O. E. G, van L. S., substituut-Officier bij de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, terzake van dood door schuld. Het betrof hier een aanrij ding onder de gemeente Rens woude, waarbij verdachte een meisje heeft aangereden, tengevolge waarvan dit meisje is overleden. De Officier van Justitie eischte tweehon derd gulden boete subs, tien dagen hechtenis. Deze rechtszaak is niet bijgewoond door een verslaggever van een der kranten; de 'be handeling daarvan was ook niet bekend aan de bladen. Toen de vader van het meisje, dat was doodgereden, de land-bouwer J. van V. te Renswoude, dan ook op ons bureau kwam met de vraag, hoe 'het kwam, dat deze zaak niet in het openbaar bêhandeld' was, en daar in een bevoorrechting van den verdachte in verband met diens positie meende te moeten zien, hebben wij ons om inlichtingen gewend tot den Officier van Justitie bij de Arrondis sementsrechtbank te Utrecht Mr. A. N. F a- bius. De Officier was bereid om ons volledige in lichtingen te geven .„Wij hébben hier niets te verbergen", zoo zeide hij. Op onze vraag hoe het kwam, dat Graaf ran L. S. niet terecht gestaan heeft in de gewone openbare terechtzitting deelde de heer Fabius ons het volgende mede: De aanrijding vond plaats in Januari van dit jaar. Toen de gegevens omtrent de aan rijding bij het Parket waren binnengekomen werd de zaak in handen gesteld van den Rechter Commissaris. Daarna werd de dag vaarding uitgebracht en zou de zaak behan deld zijn in een gewone terechtzitting in het voorjaar van dit jaar. Er werd echter verzet aan-geteekend tegen de dagvaarding, en dit werd in raadkamer behandeld. De President was toen Mr. Kaars Sypestein. De Rechtbank in raadkamer stelde den ver dachte buiten vervolging, en hoewel ik ook van oordeel was, dat deze aanrijdingszaak zeer twijfelachtig was wat de schuld van der. verdachte aanging, heb ik toch tegen die be slissing appèl aangeteekend bij het Gerechts hof in Amsterdam. Het Gerechtshof te Amsterdam besliste, dat de zaak toch vervolgd zou moeten worden. Inmiddels was het reeds Juli geworden. Na mijn vacantie heb ik de zaak opnieuw aan gebracht en de verdachte zou toen hebben moeten terecht staan in September, ma' daar hij toen ziek werd, moest de behande, ling opnieuw worden uitgesteld. Deze heeft nu plaatsgevonden op 16 December. Juist omdat het een substituut Officier van Justitie betrof is de zaak doorgezet en vervolgd. En juist daarom ls er een meervoudige Kamer gevormd, welke ge- presideerd werd door den President dar Utrechtsche Rechtbank Mr. M. E. Hi ve! aar, zelf, en waarin ikzelf optrad als vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie. Dat deze zaak niet op een Dinsdag behan deld is, dus op den gewonen dag der straf zitting, vindt ook hierin zijn oorzaak, zoo deelde Mr. Fabius ons verder mee. Want deze Dinsdagen zijn altijd volop bezet met strafzittingen van meervoudige Kamers van de gewone samenstelling. Bovendien moesten de bijzittende rechters ook anderen zijn dan die in de meervoudige raadkamer zitting ge had hadden, welke in raadkamer den ver dachte vroeger buiten vervolging gesteld had. Als bijzittende rechters traden op Mr. Loeff en Mr. Plugge, en die zijn Dinsdags ook bezet. Al is dé zitting op een Donderdag gehou den, dan beteekende dit bovendien nog niet, dat zij niet openbaar was. Ik heb wel vijf en twintig menschen in de zaal gezien, aldus Mr. Fabius, daar waren de getuigen, de veld wachters, maar op de publieke tribune zat ook een zestal menschen. Er is niets gebeurd', dat de gedachte ook maar eenigszjns zou wet tigen, dat hier iets zou zijn geschied, dat af week van den gewonen gang der dingen in dergelijke zaken. Conclusie Wij hebben gemeend het bovenstaande uit voerig te moeten weergeven omdat het een belang van de hoogste orde is in een rechts staat, dat de rechtspleging volkomen objec tief zij. En waar twijfel zou kunnen bestaan daaraan, alleen op grond van vermoedens of geruchten, daar leek hét ons goed, om de fei ten te geven zooals deze ons werden meege deeld door den Utrechtschen Officier Justitie en waaruit onze lezers in Renswoude en elders kunnen zien, dat, juist omdait het een verdachte betrof zoozeer in aanzien in de rechterlijke macht als in dit geval, men alles heeft gedaan om de zaak zoo objectief en correct mogelijk te behandelen. Waarschijn lijk hadden zij niet anders verwacht. En zoo is dat ook weer tot onze voldoening gebleken. De uitspraak Hedenmorgen heeft de Utrechtsche rechtbank in deze zaak uitspraak gedaan en verdachte veroordeeld tot f 300 boete subs. 14 dagen hechtenis. WETSONTWERP ELECTRICITEITSVOORZIENING De belangen der stroomverbruikers In parlementaire kringen is men van mee ning, dat het wetsontwerp inzaike Electri- citeitsvoorziening in het voorjaar van 1938 aan de orde zal komen. Dat duurt dus nog wel even, maar het gevaar bestaat, dat ve len het als een bij uitstek technische aangelegenheid zullen beschouwen, welke door deskundigen uitgemaakt moet worden, zoodat men er te weinig aandacht aan schenkt. Om dat gevaar voorzoover onze invloed reikt af te wenden, vestigden wij er onlangs in twee artikelen de aandacht op. Enkele bedenkingen tegen onze opvat tingen publiceerden wij, al of niet met een bijschriftje onzerzijds. Op één der gemaak te opmerkingen gaan we hier nader in. Het ls een verwijzing naar de Memorie van Ant woord, waarin de Minister zegt: „het zijn de belangen van de stroomverbruikers dat zijn welhaast alle ingezetenen van het Rijk en n i e t in de eerste plaats de belangen van de overheidskassen, die moeten worden ibevorderd." Indien wijlen Minister Van der Vegte deze Memorie had geschreven zou men on willekeurig zeggen: .in dit argument proeft men een scheutje ironie waarmee de hu mor van dezen minister de dorre staats stukken kon opvroolijken. Want, let er wel op: hier zegt de Regeering: het gaat niet om de belangen van de overheids kassen, maar van die der ingezetenen. Men kan die zorg waardeeren, maar toch te gelijkertijd vragen: wat beteekent dit nu eigenlijk? Wanneer „welhaast alle ingezetenen stroomverbruikers zijn", dan zijn de belan gen der overheidskassen identiek aan die der verbruikers; dan kan er alleen onderscheid van belangen zijn tusschen de produceerende en de distribueerende gemeenten of tus schen oe provinciale bedrijven en de afne mers. Zetten we de laatste om de zaak eenvoudig te 6t ellen even buiten de dis cussie. dan komt de Regeering dus op voor de ingezetenen van de gemeenten, die een distributie-bedrijf hebben en dus door andere gemeenten geplukt kunnen wor den omdat deze de stroomprijs ten bate van de eigen kas en de dus de eigen bur gerij te hoog houdt. Bestaat dit gevaar inderdaad? Het is misschien niet geheel denkbeeldig, maar het feit, dat distribueerende gemeenten bij diverse productie-bedrijven stroom kunnen koopen, roept een concurrentie- factor in het leven welke van groote beteekenis is. Vele kleine gemeenten we ten daarvan een „kaufmannisch" ge bruik te maken. Ook gebeurt het meer dan eens, dat „produceerende gemeen ten" de stroom aan anderen leveren te gen gereduceerde prijzen maar op conditie, dat dan ook de detailprijs verlaagd wordt. Waarom geschiedt dit? Omdat jui6t deze bedrijven rendabel te maken zijn door stijgende omzetten. Maar hoe komt het dan, dat de stroomprij- zen nog vaak zoo hoog, te hoog zijn? Het eenvoudige antwoord luidt: omdat de ge meenten deze winst onmogelijk kunnen ont beren voor een sluitende begrooting. Het is dan niet de produceerende, maar de distri bueerende gemeente, welke te groote winst maakt. Dit geschiedt echter noodgedwongen en op hoog bevel. Want de gemeenteraden streven steeds naar verlaging; naar tarieven welke rekening houden met sociale en ge- zins-omstandigheden, ook al omdat elke prijsverlaging in 't algemeen tot grooter af name leidt. Maar dit streven wordt dan b.v. weer be moeilijkt door een eisch van Ged. Staten om aflossingen en afschrijvingen op den ka- pitaaldienst gelijk te maken. Wij hebben geen enkel bezwaar dat de centrale overheid bevoegdheid krijgt bij de prijsbepaling; vooral ten aanzien van mono polistische provinciale bedrijven is dat zeer gewenscht, maar daarvoor is onnoodig, zelfs schadelijk, een ingrijpen van den Haag, wel ke feitelijk aan niets gebonden is. Dit zal er juist toe leiden dat er straks niemand is, die toezicht uitoefent, omdat dan mis schien alle overheidskassen er bij betrok ken zijn. Men mag dit een ..sombere voorspelling' noemen, wanneer men eenmaal begint te een traliseeren, staat de overheidsbemoeiing voor niets. Het is beter bij voorbaat tegen dit streven stelling te nemen, aan een con tact aan te brengen, waarbij het gevaar voor kortsluiting verre van denkbeeldig is. Oud-1 esiameniische Advent „Grazige weiden" Een zeer scherpe veroordeeling De film welke volgens sommigen bijzon der vroom en stichtelijk is, draait nog steeds in verschillende plaatsen. Daaron. citeeren wij nog eens het scherpe vonnis dat Ds. Hoorweg in „Haarlemsch Kerk blad" velde: Wij kunnen niet anders zeggen dan- het is een godslasterlijke, het is een satanische film. God wordt er in afgebeeld als een oude negerdominee met een gekleede jas, een vriendelijke oude heer, die sigaren van een kwartje rookt De engelen zitten te hengelen in een hemel- schen vischvijver, want „hengelen is hun liefste bezigheid." In den loop van het gebakken-visch-feest verricht de Heer een wonder: hij gaat een wereld schep pen. Van de rescliiedenis der Godsopen baring worclt een schandelijke, profa- neerende caricatuur gemaakt Ik houd op 1 Ik gruw, ik huiver er van. Ik begrijp niet, dat zoo iets in Christe lijk Nederland mag diraaien. En elk Christen, elke jongen, elk meisje- die daarnaar gaat zien, moet een dolksteek van Satan in zijn hart mee- dragen, misschien zijn heele verdere leven door. Ik waiarschuw! Voor e 1 k bioscoopbezoekwant men laat e<r zijn ziel zoetjes-aan dooT ver moorden! Maar vooral tegen dit „vrome" product uit ae hel. Dat aan Psalm 23 zijn „ge-i Drie vrouwen qaan het eenzaam pad X Door Moabs hcete, vlakke velden. v Naomi keert weer naar haar stad, X Zij, nameloos door 't leed gekwelde. X Rijk is zij eens dit pad gegaan, Leeg leeert ze weer, oud en gebogen. X O bitterheid haar aangedaan; S* 't Leed had zijn voren diep gelogen. yS Een heimwee heeft haar verontrust, Y Ze werd naar Kanaün gedreven, X Zich in haar eenzaamheid bewust Y Een schuld die haar voor God doet beven. Y Zij had haar man er toe gebracht X Naar 't heidensch Moab op te breken. Y Gods broodhuishadden ze veracht, Brood zoekende in vreemde streken. X Het brak hun bij de handen af, Y Al. wat zij om den broode wrochten, x Vertwijfeld stond ze bij zijn graf: v De dood zij tevergeefs bevochten. f Haar zonen braken met de Wet A Van Isrels God en namen vrouwen Y Vreemd aan de vroomheid, aan 't gebed X Van wie op Isrels God vertrouwen. X En Hij ging met Zijn oordeel door. >4 Bethlehem werd aan haar aewroken, X Haar beide zonen ze verloor. X Toen wist ze zich voor goed gebroken. Tien jaren had ze daar verkeerd, X Toen had God alles haar ontnomen, X Totdat ze boog en heeft begeerd: X Laat mij naar Kancuin ontkomen X X Drie graven zij ginds achterliet: yt> De dooden gingen haar aanklagen; X Ruth, die haar diepst verlangen ried, Drong er op aan de tocht te wagen. X Als haar de droefheid overmant, Y Laait er een donk're gloed in d' oogen X Van d' oude trots, van feil' opstand: Y Is er bij Hein geen mededoogen? Orpa ziet naar haar triest figuur: „Waarom in Moab niet gebleven Kandn is ver dit avontuur Kost haar, verkommerde, nog 't leven." I De hitte stijgt naar t middaguur. Naomi spreekt nog niet van scheiden. I Orpa benauwt het op den duur, - Dit troostloos-trieste uitgeleide - Naomi ziet haar dochters nauw, Zoo is z' in 't eigen leed verzonken. Zij heeft geen oogen voor de trouw, De liefde die haar werd geschonken. I Haar moede voeten pijnen haar; De hitte stijgt; en traag gaan d' uren, Tot plots met een verschrikt gebaar Terzij ze ziet naar haar gebxiren. En stil staat: „Keer weer naar uw stad; God zij met u en moog' u geven Nog eens 't geluk, dat gij eens hadt; Ik zelf verwacht niets meer van 't leven.1" Z' omhelsde beiden, moeder-teer, Buth schreide: „Wij qaan mei u mede"; Maar d' ander, snikkend, zag te zeer In d' oude vrouw een dood verleden. Naomi, rust'ger nu: „Keer weer, Ik. arme, heb u niets te geven, 'Nooit meer t heden neemt geen keer, Gods hand is tegen mij geheven." (Het bloed verloochend) Ruth 1 16b en 17 Vreemd-angstig ziet Orpa haar aan: Haar vrijheid wordt haar weergegeven; Een kus aarzlend is zij gegaan; Naar Moabs grenzen voortgedreven. Zij heeft Naomd nooit verstaan; Maar wist, dat Ruth haar trouw zou blijven; Bedroefd ging z' op haar huis weer aan: Wat macht zou Ruth naar Isrcl drijven? Orpa is wijslijk weergekeerd, Want wat voorbij is, moet vergeten. Ruth op Naomi's armoe teert; Elk. die het hoort, zal 't dwaasheid heeten. 't ls of Naomi 't niet vertrouwt. „Keer met haar naar uw volk en goden." Ruth deed de keus 'die nooit berouwt: Haar God is niet een God der dooden. Zij werd haar rijkdom zich bewust En heeft haar liefde toen beleden: Wil rusten, moeder, waar gij rust; Waarheen g' ook gaat, 'li ga met u mede. Uw volk is mijn volk en uw God Mijn God; moog' Hij ons begeleiden: 'k Sterf, waar gij sterft; één zij ons lot. De dood aileen zal ons eens scheiden Naomi wankelt, diep-ontroerd Van vreugde, bijna niet te dragen; 't Is of een hand haar zacht beroert. Dezelfde hand, die heeft geslagen... Ruth heeft haar bij den arm gevat, Naomi kan geen woorden vinden; En blijde gaan zij 't eenzaam pad Naar Bethlehem als Gods beminden m Ruth zei vaarwel haar stad en land, Brak met haar bloed zij kon vergeten, Wijl in haar ziel de liefde brandt Die sterker dan de dood mag heeten. Ei t doode wereld zij verlaat, Een graf, waarbij ze niet kon leven; Het leed. dat beider leven slaat Heeft beider zielen saamgeweven. Zij had den zoon zoo liefgehad; Zij ziet hem in de moeder leven; Die bindt haar aan zijn volk, zijn stad Die doet haar aan zijn God zich geven. De stille Buth is meegegaan, Toen Orpa schreiend wederkeerde. Die dit geheim niet kon verstaan: Ruth op Naomi's rijkdom teerde. Orpa nam afscheid en voorgoed. Wat kon haar d' arme vrouw nog geven? Maar Ruth verloochende haar bloed Om blindlings uit 't geloof te leven. Ruth door t geloof versmaadt haar bloed, Koos <f armoe en ging ongeweten Een rijke toekomst tegemoet: Moeder in Isrel zal z' eens heeten. Haar trouw, symbool van 'f hoogste goed, Van liefde, die slechts weet van geven. Blonk 't schoonst in 't Kind, mede uit haar bloed; %t Deeldonze dood, en schonk ons 't Leven. rA. WAPENAAR. Bethlehem Broodhuis. EENDENEIEREN ALS ZIEKTEVERWEKKERS Niet de versch gebruikte, doch de geconserveerde Bacteriën dringen door de schaal Meerdere malen zijn ziekteverschijn selen. darmcatarrhe, soms van vrij ern stige aard. opgetreden na het gebruik van eendeneieren, welke veroorzaakt werden door bepaalde bacteriën, de z.g. Breslau-bacteriën, die de ziekte veraor- zaken. Ook in Duitschland diedien zich meer malen ziektegevallen voor na het ge bruik van uit ons land afkomstige een deneieren. Zoowel dóar, als in ons land is men aan het onderzoeken gegaan. Tot we'ke gevolgtrekkingen men geko men is blijkt thans in een artikel van den heer de Graaf in het Tijdschrift van vee artsenijkunde. Daarin lezen we, dat de Breslau-bactcrie voorkomen kan zoowel op de eierschaal, als in het eiwit en de dooier. Voor het ontstaan van een levensmiddc- lenvergiftiging is een vrij groote hoeveelheid bacteriën noodig. Kleine hoeveelheden var oorzaken slechts een latente infectie met een voorbijgaande bacteriënuitscheiding faeces en urine. De door het ovarium in den dooier ingeslo ten enteritus-bacteriën zijn eerst in een ga ring aantal aanwezig. Deze bacteriën ver meerderen zich echter onder i nvloed van een geschikte temperatuur bij het bewaren in eieren zeer sneL De in het eiwit aanwezige bacteriën heb ben niet het vermogen zich bij kamertempe ratuur binnen 9 dagen te vermeerderen als het ei versch is, daar het eiwit bacterieïde- eigenschappen bezit, welke eerst na, 4 k 6 weken verdwijnen, zoodat dón de Breslau- bacteriën bij goede temperatuur reeds in 3 k 5 dagen in een groot aantal aanwezig kunnen zijn. Bij eieren, die bij kamertemperatuur be waard worden, dringen de op de schaal aan wezige bacteriën echter pas na 4 weken wijden" titel ontleent: „Grazige weiden". En dat aawgoprezen wordt met risten Bijbelteksten. Ergerlijker beladheljjk-making van het Christelijk geloof laat zich nauwelijks denken. En de godioozen-beweging in Rusland kan laoh"»n Maar weest gij o .iw hoede! Wacht u wei vuji u\v zieden.I Accountantskantoor R. KROL Eaanplein 2, Telefoon 393826, 's-GRAVENHAGE Dorpsstraat 55, Telefoon 77, ZOETERMEER INRICHTEN naar binnen bij koel bewaarde eieren ge beurde dit zelfs daarna nog niet. Maar bij eieren, die in kalkwater bewaard worden, komt dit binnendringen wèl 7oor. Het conserveeren van eendeneieren is dus steeds een gevaarlijke onderneming, wan neer niet een volledige garantie bestaat, dat do eieren vrij zijn van enteritisinfectie. Dat kalkeendeneieren gevaarlijk zijn, leeren de waargenomen vergiftigingen door Nederlandsche eendeneieren. Uitwendig besmette eieren werden in een kalkoplossing gelegd en na 4 maanden kool bewaren waren in 64 pet. der eieren de bacteriën ook in het binnenste der eieren aan te toonen en wel het meest in het eiwit en den dooier. Op de 6chaal van 322 Ber- lijnsohe handelseendeneieren werden 16 maal Breslau-bacteriën gevonden, wel een bewijs, dat het gevaar van het conserveeren van eendeneieren in kalkwater niet moet worden onderschat. Desinfectie van de eischaal ls mogelijk door ze 10 minuten te leggen in een 5 pet. handwarme soda-oplossing of, nog beter, ze één seconde onder te dompelen in een 5 pcL kokende soda-oplossing. Als eendeneieren versch worden gebruikt, is de infectiemogelijkheid voor den mensch gering te achten. Eerst door een vochtig- warme bewaring neemt het aantal bacte riën toe. Daarom moet men ook voorzichtig zijn met puddingen; daarin kunnen ze zich goed vermeerderen, maar dan moeten ze reeds in het binnenste der eieren aanwezig zijn. Stukjes eischaal, die in de pudding vallen, zijn van geen belang, daar er 48 uren noodig zijn om de spijzen met de bac teriën te doorwoekeren en zoolang'worden dergelijke spijzen met het oog op het be derven en zuur worden niet licht bewaaru. In mayonnaise vermeerderen de Breslau- bacteriën zich niet. Ook toevoeging van meel of melk hieraan is van geen belang. Zou mayonnaise aanleiding geven tot voedsel vergiftiging, dan moeten de voor do mayon naisc gebruikte eieren reeds in den dooier groote hoeveelheden Breslau-bacteriën heb ben bevat. Men zal dus in het algemeen goed doen eendeneiren versch te gebruiken en voor het bewaren in kalkwater of anderszins uitsluitend hoendereiereA te gebruikeü.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 10