Onderwijs en Waterstaat Prot. Chr. Spoor- en Tramweg personeel De Jubilaris van vandaag vertelt DONDERDAG 16 DECEMBER 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5 Overzicht Tweede Kamer Officieele Berichten Een tot diep in de nacht gerekte vergadering Vee spreek'ust bij de verkeersbegroohng In nachtelijke tiran heeft de Kamer de be- grooung van waterstaat; en djo van Staatsmijnen afgehandeld. Woensdagmorgen 0111 kwart voor 3 had minister v. Buuren zijn eerste begrooting binnen. Voor hem iets nieuws, maar voor andoren een cla capo zonder veel verschil met voor gaande jaren cn vol van veelvuldige herha lingen uit het verleden. Vooral deze laatste maken naar onze op vatting -dat vergaderen tot diep in den nacht zoo zinloos en alle belangstelling doodend. Geen enkel onderwerp kan behoorlijk tot zijn recht komen bij deze repetitie van Voor- loopig Verslag en 'Memorie van Antwoord. Na alles kan men ieder jaar weer zeggen: de zaak wordt op den ouden voet voortgezet. riet wil ons voorkomen, dat hier voor de Tweede Kamer nog een terrein voor zelfver betering ligt. Er kan daarop veel geueun zonder eenig algemeen belang te schaden. Ook uit sociaal oogpunt is op dit gebied reformatie gewenscht, Vermoedelijlk-zal de nacht, die als we diu solt rij ven aanstaande is en waarin de hegrooting van het Verkeersfonds behan deld zal worden, ons daarvan nog dieper overtuigen en niet minder de dan nog vol gende derde nachtv ex-gade ring van deze week. We zullen ons kunnen begrijpen, dat minister v. Buuren. die vannacht zwaar transpireerend de Kamer vei-liet, vex'schillen met den Volksraad zal ontdekken en deze begroot! ragsbehandeling nu niet bepaald als .de meest aantrekkelijke en verheffende zijde van het ministerschap zal ervaren. Hooger Onderwijs Minister Slotemaker de Bruine had zidh sedert Dinsdagmiddag beaonnen op zijn ant woord op de vragen bij het jaarlijkscth Hoo ger Ondei-wijs-exaimen. 'n Keurig stapeltje papiertjes met aantee- keningen lag voor hem. Het meest penibele puntje werd het eerst afgedaan: de subsidieei-ing van het bijzonder Hooger Onderwijs. Ik kan er geen persoonlijke uitspraak over doen, vei-klaarde de minister; het geldt, een kabinetszaak en het kabinet heeft er zich niet over beraden. De minister liet ook het debat over weten- sohap en dogma en de „beginsellooze weten schap'' ter zijde. Was hier ook al glad ijs? Had hij, persoon lijk, de verklaring niet kunnen afleggen, dat het een volkomen verkeerde veronderstelling is om te meenen, dat de wetenschap „voraus- seteungslos" kan zijn? Ook voen hij op dit punt uit de Kamer .^enigszins geprikkeld werd, haastte de mi nister zich om tot een ander onderwerp over te gaan en vermeed zoo een contx-ast met hen onder zijn geestverwanten, die aan de Christelijke wetenschap in beginsel geen zelf standige plaats willen toekennen. Tal van detaalyragen had de miflister ove rigens te. bearitwoorden..' Uit den schat van de Memorie van Antwoord bracht hij ver schillende oude dingen te voorschijn. Inkorting van den tijd, waaï-voor college gelden moeten worden betaald, zal aan de financieele mogelijkheden woxden getoetst. Veel hoop blijft er voorloopig niet over. Evenmin als voor al datgene, waaromtrent nadere overweging werd toegezegd. Middelbaar Onderwijs De behandeling van de afdeeling Middel baar Onderwijs bracht een lange rij wen- schen en verlangens openbaar. Er was geen enkele nieuwe hij. De minister Icon niet veel anders doen dan zijn reeds vroeger gegeven antwoorden parafraseeren. Ietwat vermakelijk was hij deze afdeeliing de sti-ijd tueschen twee dames: Mevr. Bak kerNort en Mevr. de Vri.es'Bruins, over subsidieering van het Lorentz-lyceum te Eindhoven. Eerstgenoemde pleitte voor steun aan deze instelling. Laatstgenoemde vrees de daarvan achteruitstel'ling van het gemeen telijk lyceum. Zoowel de heer Tilanus ale Mr. v. Dijken herinnerden aan het hesman van het z.g. Stopwetje, dat steun slechts in zeer bijzon dere gevallen toelaat. Budgetair is die steun thans niet mogelijk en bovendien merkte de heer v. Dijken op zou het Lorentz- lyceuim zeker niet de eerste inrichting zijn, die als „bijzonder geval" eyentueel voor subsidie in aanmerking zou komen. Ook de Minister gaf Mevr. BakkerNort weinig hoop. Wijselijk liet ze een motie, waarmee ze had geschermd, maar achter weg. Een eclatante nederlaag zou haar daar mep beschoren zijn geweest. Bovendien het was Mr. v. Dijken, die deze ondeugende opmerking maakte heeft de heer Oud verklaard, dat als er voor on derwijsdoeleinden wat geld zou vrijvallen, de leerlingenschaal het eerst in aanmerking zou komexx om het er voor te besteden. We hebben' bij deze gelegenheid het plei- dooi van den heer Kei-sten weer vernomen voor godsdienstonderwijs op de middelbare S''holen. Een wonderlijke wensoh van die zijde om in deze teedex-e aangelegenheid de overheid te willen doen meespreken. We vermoeden, dat geen enkele benoeming dien heer Kersten zou bevredigen. De minister zag op dit punt meer een VaaJk voor de kerken weggelegd; dat is beter dan de oveilheid te roepen tot een taak, waarin zij onbevoegd is tot beslissen. Uit 's ministers rede noteerden we voorts, dat de kwestie van uniforme examenopga ven in 'behandeling is. Staan bij sollicitaties de kwaliteiten van een mannelijk en vrou welijk candidaat gelijk, dian gaat de man voor. al worden ook wel vrouwen benoemd. Het probleem van de „werklooze aoten- 'dragers" is pijnliik en moeilijk. Klassensplit sing, vermindering van lesuren en vervroeg de pensionneering zijn geen gemakkelijke en in ieder geval vrij kostbare remedies. Het punt der bevoegdheid van ingenieurs zal nog eens nader worden bekeken. In het algemeen, vernamen we, is er veel „in overweging". Nijverheidsonderwijs Het Nijverheidsonderwijs, dat hierna aan de orde kwam. bracht wederom de voorstan ders van de driejarige ambachtsschool in het. vuur. Gepleit werd voor verbetering en Uitbreiding van het hiuishoud-onderwijs. Een warm pleidooi voor een Qhr. ambachtsschool t'e Amsterdam hield de heer Roosjen in zijn maidenspeech. Wederom drong de heer Zijlstra aan op 'Oh r1 and b o uwhu ish ou d-on derwij s. De heer Tilanus scheen het zich tot. taak Ie hebben gesteld voor den minister den heer Roosjen te bestrijden, voor zoover deze ook ïn (het algemeen op steun voor het Chr. nij verheidsonderwijs had aangedrongen. De Qhr. Hist, afgevaardigde meende, dat wat voor de groote steden geldt, nog met behoeft te worden toegépasi' voor het platteland. In dit geluid klinkt een noot, die-ons wei nig sympathiek is. Verkeersbegrooting Voor de Verkeersbegrooting bleek veel spre'eklust. te bcstatin. Over te zware belasting van het motorver- keer klaagde 'dé heer' ELiels, als naar ge woonte. De heer S'weens bepleitte overne ming door het Rijik van 'het Brabantsche wegennet of een uitkeering aan die provin cie. Dan komt aan dé onbillijkheid van de dubbele wegenbelasting in die provincie een eind. Ir. Vos, die énkele jaren op het Plan van den Arbeid heeft zitten „vossen", tracht te dit plan te doen herleven door de uitvoe ring van groote we gen plan men in de lijn van „het plan" aan te bevelen ter bestrij ding va.n de werkloosheid. Zijn partijgenoot van Lienden bleek even eens voorstander van afschaffing der weg geldbelasting voor wielrijders in Brabant. De voorgenomen sluiting van vele stations had de instemming van den heer Krijger, mits tijdig de busdiensten in exploitatie zijn, die de diensten van de spoorwegen moeten overnemen. De heer Woudenberg zag het Verkeers fonds als een verkeerde vrucht van den demoliberalen boom, die moet verdwijnen. Filosofische beschouwingen over bet verkeer gaf'de heer'van Braambeek ten beste; hij wenseht één regeling voor het verkeer, zoo wel te land als te water. Over de beginselen, die aan de regeling voor het verkeer ten grondslag liggen, vroeg de heer van Dijken nadere inlichtin gen. Zullen aan particulieren vergunningen worden geweigerd, terwijl die aan de A.T.O. en tramwegmaavsrhapioijen in puime mate zullen worden verleend 7 Minister v. Buuren verklaarde den particulieren ondernemers een goed hart toe te dragen. De regeling voor de vervoersprijzen zal eventueel zoowel voor de spoorwegen als Voor het parti culiere vervoer gelden. Een overgangs termijn bii weigering van een vergun ning zal de minister overwegen. Voorloopig zal de binnenvaart in een afzon derlijke wet worden geregeld; later kan zij met bet landverkeer in één en dezelfde wet worden ondergebracht. In onderzoels autoverkeer zv ten van den wegenaanleg beclragen, Dit staat allerminst vast. Voor wegenaanleg is in 1935 12.3 mill, uit gegeven, dat is meer dan de heer Vos aan nam. Voor 1936 en 1937 zijn de cijfers resp. 14.1 mill, en (geraamd) 1S.5 mill. Voor 1938 is uitgetrokken 25.5 mill. Bij opheffing van stations zullen de bus- aansluitingen er zijn. Od de een of andere wijze zal de minister zoo spoedig mogelijk een eind maken aan de onwettige busdiensten tusschen R'dam en A'dam. Aan de beschouwingen over de Brabant sche wegenbelasting zal de minister alle aan dacht schenken. De afdeeling „Spoorwegen" begon met twaalf sprekers. Daarna volgden nog „Tram wegen"-en Waterwegen". Tegen dien tijd, zoo was de verwachting, zou het wel 2 i 3 uur zijn en dus tijd om er een eind aan te maken. We veroorloven ons: voor dit deel van de vergadering naar het verslag te venvijzen. Het werd 4.05 Donderdagmorgen! (Red.) In verband met het besluit tot verplaatsing van de Haagsche markt op de Prinsengracht naar een terrein aan de Herman Costerstraat is men overgegaan tot het gereedmaken van den grond, waarheen de markt verhuist. Dr Ph. Idenburg houdt een rede over „Bevolking en Welvaart" Een resolutie inzake de korting op de pensioenen "TE Utrecht hield gisteren de Prot. Chr Bond van Spoor en Tramwegpersoneel Y rijn najaarsvergadering onder leiding van de vraag of inderdaad het dcn heer Augusteijn, van Utrecht. In z'jn openingswoord wees de voorzitter op de oorzaak, dat de najaarsvergadering zoo iaat gehouden wordt. Deze lag voor namelijk in de gehouden gewestelijke ver gaderingen, die zeer goed slaagden. De op komst voor deze vergadering geeft ons moed met kracht voort te werken. De bondssecretaris, de heer J. E ij k e 1 boom, die ongesteld is geweest en thans nog op halve kracht arbeidt, werd hartelijk welkom geheeten. Jaarverslagen De in het voorjaar verschenen jaarversla gen werden besproken. Het ledental bedroeg eind 1936: 45Q4 (1935 4590). De ontvangsten bedroegen 56.864 92; het saldo 5.690.93 Bij de bespreking van de verslagen drong men aan op actie voor het ongedaan maken van de pensioenkorting. De voorzitter zeg de activiteit op dit punt toe. Voor dén or ganisatievorm van het Ato-personeel is een paritaire studiecommissie gevormd onder voorzitterschap van Pref. Mr. P. S. Ger- brandy. De verslagen werden goedgekeurd. De voorzitter richtte woorden van dank tot den secretaris, den heer J. E ij k e 1 b o o m, en den penningmeester, den heer W. B e 1- g et, voor hun arbeid. Een drukke discussie ontstond over het vraagpunt: „Hoe staat het met de propa- ganda-actie in de afdeelingen?" Het bestuur UITBREIDINGSPLAN VAN HOUTEN Bij K. IB. is goedkeuring verleend iaan het door Ged. Staten van Utrecht vastgestelde uitbreidingsplan der gemeente Houten. zegde toe met vele gemaakte opmerkingen rekening te houden. Voor alles is noodig propaganda door de afdeelingen. Kan men het werk niet af, of rijzen er moeilijkheden dan zal het hoofdbestuur helpen. Bevolking en welvaart In de middagvergadering sprak Dr. P "n. Idenburg, referendaris aan het Centraal Bureau voor de Statistiek te Den Haag, over 't onderwerp: „Bevolking en welvaart". Spr. wees er op, dat kennis van de maat schappelijke en economische krachten noo dig is, om het maatschappelijk bestel voor uit te brengen. De bevolking werkt op de welvaart en de welvaart anderzijds weer op de bevol king. Een zekere welvaart is voorwaarde voor het leven van een bevolking. Van 1850 tot heden is de bevolking van Europa ge groeid van 266 tot 529 millioen. Een derge lijke groei is niet mogelijk zonder vergroo ting der welvaart. De grondlegger van de statistiek is Snox- milch, een veldprediker van Fred, de Groote. Uit cijfermateriaal vond deze een zekere Goddelijke ordening. Hij vond een wetmatige stijging en een verband tusschen Welvaart eni bevolking. Die wetmatigheid is onjuist, daar geen rekening gehouden is met menschelijke factoren, als geest en Verstand. Hoe gaat het thans niet de bevolking, nu de welvaart inschrompelt. Inderdaad is er invloed te bemerken. Het aantal huwelijken was in 1930 zeer hoog, in '31 en '32 is het belangrijk afgenomen (8 per 1000 tot 6 per 1000)). Nu loopt het weer iets op n.l. in 1936: 7i/2. Ook de huwelijksleeftijd loopt sterk op; de geboortecijfers loopen sterk terug. In 1930: 23.1 per 1000, 1936 20.1 per 1000. Uit dit alles blijkt n.l. de inwerking van de welvaart op de bevolking. De ontwikkeling van een volk heeft groo te beteekenis voor het economisch leven. Hoe groote.r bevolking, hoe grooter wel vaart is een foutieve regel (zie China). De achteruitgang van een bevolking is zeker wel te merken in het economisch leven. Spr. stond vervolgens stil bij den loop der hevolking ten bedrijvigheid in Nederland. Daarvoor wordt het indexcijfer van 100 ge steld resp. voor de bevolking, geboorte, sterfte, in- en uitvoer (bedrijvigheid) in de jaren 1840 tot 1849. In de jaren 18901899 waren de resp. indexcijfers geworden: 145, 103, 80. 467; voor 1900-1909: 187, 93, 59, 867. Eenige wetmatigheid is in de cijfers niet te vinden. De geestelijke krachten brengen steeds ongedachte wijzigingen. De 19e eeuw vroeg naar het nut, het was een tijd van kapitalistisch-rationalistisch streven. Die geest is zeer goed merkbaar. Dezelfde geest leidde tot verkleining van de gezinsgrootte. Hierbij sprak het nuttig-wenschélijke; be ïnvloedde de sterfte (hygiëne, watervoorzie ning afname zuigelingensterfte). De toename van de bevolking gaf gele genheid tot massaproductie en massa-afzet. Toeneming der bevolking en verhooging der koopkracht zijn zeer gunstige factoren, voor meerdere welvaart. De toekomst Spr. wees vervolgens op de toekomst De theorie van de bevolking leert, dat de aan was steeds geringer zal worden en dan tot stilstand zal komen. De hoogere leeftijds groepen zullen nog lang een belangrijk accres veitoonen. Prof. Methorst heeft een voorspelling gedaan over het bevolkings verloop tot 1975. Spr. wees daarbij op de netto-vervangingsfactor. Voor 1000 vrouwen van 15 tot 49 jaar, die zich volledig repro duceeren wordt genoemde factor op 1 ge steld. Thans is dit cijfer 1.10; in 1945: 1: 1955: 0.95; 1965: 0.90 en 1975: 0.85. Dat ei daling is, wordt wel bewezen door de netto- vervangingsfactor van 1930 n.l. 1.25. In de ons omringende landen is de afbraak der bevolking al boven ons cijfer van 1975. De vervangingsfactor beneden 1 heeft niet di rect invloed op afname van de bevolking, op den duur echter wel. Zoo is het aantal inwoners in 1935 8.4 millioen, schatting voor 1955 9.8 mill., voor 1975: 10.4 mill. De aan was zal waarschijnlijk dan tot staan zijn gekomen. In de leeftijdsgroepen komt pro- centsgewijze groote verandering. Leeftijds groep 04 jaar neemt af; 514 jaar even eens; 1519 jaar blijft ongeveer gelijk; 20 54 jaar neemt toe; 5564 sterke groei; Professor en Politicus Een leven gevuld met arbeid Docent en man van de practijk Het is vandaag vijf en twintig jaar geleden, dat Prof. Jhr. Dr. B. C. de Savornin Lohman, hoogleeraar aan de Rijksuniver siteit te Utrecht, zijn ambt aan vaardde met een inaugurale rede. De hooggeleerde jubilaris stond aan een onzer redacteu ren op diens verzoek een onder houd toe, waarover hier verteld wordt IN de ruime studeerkamer, met boeken aan alle kanten, stapels paperassen op verschillende tafels en op het groote bureau, met aan de wanden, voorzoover ze niet door boekenkasten zijn in be slag genomen, persoonlijke herinnering gen, waardoor het groote vertrek den persoonlijken stempel van zijn bewoner draagt daar ontvangt ons de jubilaris yan vandaag: Prof. Dr R C. de Savör nin Lohman, die vijf ein twintig jaar geleden zijn inaugurale rede hield als hoogleeraar aan de Utrechtsche Uni ver telt* Het gesprek is weldra tn volle gangf fiet zal een babbeltje zijn, zondermeer, zoo wordt wederzijds vastgesteld, en de interviewer-zal dan wel eruit opdiepen, wat voor de lezers interessant zal zijn. Vooral geen artikel met loftuitingen, want de. Professor jubileert niet, hij is eigenlijk officieel niet thuis, en imoet niets hebben van huldebetuigingen, maar omdat hij sym pathie heeft voor de bladen van onze onder neming, wil hij wel eens wat vertellen, op ons verzoek. De pijp blijft aan tijdens het gesprek; als de eene is leeggerookt, dan wordt de andere gestopt en gaat de brand erin en zoo le vendig en beweeglijk vertelt de hooglee raar van zijn leven, Een gedeeld leven.... Dat is een gedeeld' leven: de eene helft is gevuld met het Professoraat, de andere met de politiek. Maar de Hooggeleerde wil geen van beide missen. „Ik doceer graag" zoo zegt hij, „en ik hoop mijn colleges wat te kun nen verlevendigen doordat ik midden in het leven sta door de politiek. Soms ver lang je er wel eens naar om wat meer tijd' voor studie te hebben. Ik studeer natuurlijk nog geregeld1, maar Je moest er wat meer tijd voor kunnen vrijmaken om te schrijven. Maar ik zou de politiek niet willen missen en ik wil ook mijn Professoraat niet graag kwijt. Ik houd van beide Deze Professor is dan ook wel heel jong hooggeleerde geworden. In 1SS3 is hij ge boren in Groningen; hij studeerde aan het Christelijk Gymnasiüm te Utrecht, dat toen pas een jaar bestond en hij was de eerste leerling van dat gymnasium, ede naar de Universiteit ging. Na de promotie bij Prof. Siccama over een historisch-juridisch onder werp, dat Utrecht raakte, kwam de vestiging als advocaat in Den Haag. De dissertatie had tot titel: „De bestuursinrichting van gewest, stad en platteland van Utrecht, ge durende de Bataafsche Republiek". De advocatenpractijk in Den Haag had na tuurlijk nog niet veel om het lijf. De oom van den jubilaris, Jhr. A. F. de Savornin Lohman, haalde hem in de Nederlander redactie; de bedoeling was wellicht om hem later de hoofdredactie van dit blad op te dragen. Daarvan is echter niets gekomen. Negen ?n twintig jaar oud werd de jonge advocaat Professor. De inaugureele rede had tot titel; „Over het begrip Grondwet". De politieke inslag Deze titel wees al op den politieken slag, evenals bijvoorbeeld zijn prae-advies voor de Ned. Juristen Vereeniging over het Referendum, dat hij in latere jaren uit bracht. Oom de Savornin Lohman hati' zijn neef gewaarschuwd, dat hij de politiek niet moest zooken. Dat is tijd genoeg als de po litiek op je weg gebracht wordt, zoo had hij gezegd. Maar de ambitie van den jubilaris ging toch in die richting: het bloed kruipt waar het. niet gaan kan, en zoo réfctkte hij in de politiek en in 1926 werd hij lid van de Eerste Kamer, later voorzitter van de Chr. Hist. Eerste Kamerfractie. Verder waren er nog tal van andere functies, die zijn tijd opeischten: eerst lid van den Onderwijsraad en plaatsvervangend rechter, later lid van de Legercommissie en niet-militair lid van den Raad van Defensie enz. In de Eerste Kamer heeft de« algemeene politiek, het. buitenlandsoh beleid, de Defen sie en het Koloniale vraagstuk de speciale aandacht van den Professor. En zoo zitten we spoedig in het Indische probleem, waarbij ook de Indologische Fa culteit ter sprake komt, aan ne stichting waarvan de jubilaris krachtig meegewerkt heeft. Die Faculteit heeft nog steeds zijn groote sympathie. Twee jaar geleden, bij de herdenking van het tienjarig "bestaan, hield hij de feestrede en schreef bij in het gedenk boek. In de Belgische Kanalenkwèstie heeft onze gastheer zich niet onbetuigd gelaten; het i§ duidelijk genoeg gebleken. In 1928 onder nam hij een stuaiereis naar Indië; te kort natuurlijk om als deskundige over Indische vraagstukken te worden aangemerkt, maar lang genoeg om zich een indruk over het geweldige rijk te vormen. Hij bracht verschil lende bezoeken; sprak met tal van hooge ambtenaren, met menschen van de Zending en -van de cultures. Uit deze opsomming blijkt wel, dat dit le vert gevuld is met veel arbeid. Het hoogleeraarschap Het collegebezoek is veel grooter dan vroeger, bij de juridische faculteit. Dat komt. omdat het aantal studenten toenam, maar ook omdat er meer college geloopen wordt clan vroeger; de belangstelling van de stu dente nis grooter. Dat is een verheugend verschijnsel .waarover de Professor met vol doening spreekt-: In 1931 was Prof. de Savornin Lohman rector.magnificus. Hij hield toen een recto rale rede over het eigen recht der Overheid. P. legen is veel verzet gekomen van prin- cipieel-democratischen kant. „Dat kwam" zoo zegt de Professor laco niek, „omdat ze toen nog niet zoo ver w als thans; het was nog vóór de Zeven Pro vinciën, en de rede liep dus eigenlijk den tijd vooruit; tegenwoordig denken bepaalde groepen heel anders over het eigen recht der Overheid, dan vóór de muiterij in Indië en vóór alles, wat er nu in het buitenland te zien gegeven wordt." De Chr. Hist, en de Anti Rev. Partij Dan stellen we de vraag hoe de Professor denkt over een fusie tusschen de Christelijk Historische Partij en de Anti Revolutionaire Partij. Zijn antwoord' is positief: Daar zou ik niet voor zijn, op practische gronden. Als gefu sioneerd zou worden, dan zou dat beteeke- nen, dat de saamgesmolten partij minder zetels kreeg, dan nu de beide afzonderlijke partijen hebben. Wel ben ik een warm voor stander van innige samenwerking, en daar van heb ik ook steeas blijk gegeven. In de zen tijd, nu let buitenland ons zooveel te leeren geeft, nu bijv. de invloed van het communisme veel grooter is dan wij denken, is het noodzakelijk, dat positief Christelijk Nederland zoo dicht mogelijk aaneengesloten staat, maar dit wil niet zeggen, dat beide partijen zouaen moeten samensaielten; dat zou nadeel opleveren inplaats van voordeel. Maar waar we kunnen moeten we samen werken, ondanks de nuances, welke er zijn in de politieke opvattingen en stroomingen in beide partijen. Dat komt ten goede aan ons Christenvolk en daardoor aan heel Ne derland, Een mooie eenheid Wanneer de politicus zoo doceert, dan wordt het duidelijk voor den luisteraar, dat dit gedeelde leven, zooals de Professor 't zelf eenige malen noemde, toch een mooie eenheid laat zien. Hier is geen dorre kamer geleerde, die niet anders kan dan tlieoreti- seeren en droge formules opstellen, maar een hooggeleerde, die de practijk van het leven kent, en aanvoelt. En omdat ons volk juist in d'ezen tijd groote behoefte heeft aan zulke mannen, daarom wenschen we den jubilaris-in-stilté toe dat hij nog vele jaren gespaard zal mo gen blijven om zijn colleges te kunnen ver rijken door wat hij in de practijk ervaart en de practijk van ons staatsleven te beïn vloeden met de resultaten van zijn weten schappelijke studiën. Een markante en militante figuur, "die we niet genrne zenden willen missen-. jaar en hooger verdubbeling. Spr. ziet de achteruitgang met zorg tege moet. Het feit van een groeiende bevolking leidt tot grootere economische activiteit De afnemfng van de gezinsgrootte is geen ideaal. Spr. is dankbaar dat er in ons land een Chr. Vakbeweging is, die zich richt naar het économische en sociale leven en daarbij steunt op een geestelijken onder grond. Resolutie Na deze rede deelde de voorzitter mede, dat gehoord de besprekingen in de morgen- vergadering over de korting op de pen sioenen, de volgende resolutie ter alge meene kennis zal worden gebracht: MDe P.C.B. enz. spreekt nogmaals zijn leedwezen uit, dat een korting op de pensioenen van het Spoorwegpersoneel per 1 April 1936 is ingevoerd, gelet op het feit, dat een voor het Rijkspersoneel dreigende verslechtering der pensioenen is vervallen, betreurt, dat de minister voorstelt om de korting voor het Spoor wegpersoneel te handhaven, dringt er op aan, dat ook voor het Spoorwegper soneel de pensioenen op het oude peil worden gebracht" De resolutie is telegrafisch aan den voor-, zitter der Tweede Kamer gezonden, daar de pensioenkwestie waarschijnlijk gisteravond in de Kamer aan de orde zou komen. Bespreking van het referaat Een groot aantal vragen werden tiaar aanleiding van het referaat gesteld. De in leider wees er daarbij o.m. op, dat de po gingen om het geboortecijfer te verhoogen in Italië niet gelukt rijn, in Duitschland stijgt het cijfer mede door de bemoeiingen van de regeering. De psychische factor spreekt in Duitschland echter sterk mee. Zijn die pogingen juist? Een groot gezin kan een ideaal zijn, doch niet elk groot ge zin kan zedelijk gewaardeerd worden. Be vordering moet gepaard gaan met verant woordelijkheidsbesef, met vrijwillig op zich nemen van lasten. Dwang en belang moeten hier uitgesloten zijn. De pensioenfondsen zullen nadeelige ge volgen ondervinden van de toename van de groep van 65 jaar en ouder. Ons nageslacht zal daarvan de wrange vruchten plukken. De voorzitter sprak een warmgestemd slotwoord, waarin hij Dr. Idenburg dank bracht voor zijn interessant betoog. Dr. Idenburg sloot de vergadering met dank gebed. GEMENGD NIEUWS Spookverschijning Een patient bang voor operatie Te Boxtelis in den avond van Dinsdag groote beroering ontstaan, omdat een geest verschijning zooals men meende aoor de straten rondwaarde. Maar de moedigsten die een nader onder zoek naar het wezen van het astrale lichaam wilden instellen kwamen tot de ontdekking dat dit lichaam zuiver aardsch was en niets astraals had. Het bleek een patient van het ziekenhuis te zijn die tiaar opgenomen was om een operatie te ondergaan en daar steeds tegen op zag, zóó erg zelfs, dat hij besloot te vluchten. Hij ontkwam door een openstaand raam en gehuld in nachtkleeren, waaromheen hij een laken had gedaan bracht hij groote con sternatie bij het straatpubliek. De politie bemoeide er zich mee, en na 3 noodige kleeren gekregen te hebben werd hij, niet naar het ziekenhuis, maar naar huis vervoerd. Oneerlijk Postambtenaar Een Jaar gevangenisstraf geëischt Een lange lijst disciplinaire straffen, w.o. inhouding van loon en voorwaardelijk ont slag prijkte op het rapport, uitgebracht door zijn superieuren over een 33-jarigen besteller bij P.T.T. die zich gister voor de rechtbank te Amsterdam te verantwoorden had wegens diefstal van een pakje, dat ter ver zending aan tie posterijen was toevertrouwd. De officier van justitie, mr. H. A. Wassen- bergh, achtte, na het getuigenverhoor, de ten laste legging bewezen. Verdachte heeft het pakje opzij gelegd, bedekt met een pa pier en later werd ^ïet in de gang terugge vonden. Spr. requireerde, gezien de ernst van het feit, een gevangenisstraf van een jaar, we gens diefstal als postambtenaar gepleegd. Uitspraak 29 December a.s. OUDE HEER OVERREDEN Gistermiddag is de S4-jarige heer G. Smil Ezn. te Heerenveen bij het oversteken den weg, toen hij weifelde, door een vrachtauto aangereden en onmiddellijk ge dood. De politie stelt een onderzoek in. Den chauffeur treft geen schuld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 3