Onderwijs en Waterstaat
Prot. Chr. Spoor- en Tramweg
personeel
De Jubilaris van vandaag vertelt
DONDERDAG 16 DECEMBER 1937
TWEEDE BLAD PAG. 5
Overzicht Tweede Kamer Officieele Berichten
Een tot diep in de nacht
gerekte vergadering
Vee spreek'ust bij de
verkeersbegroohng
In nachtelijke tiran heeft de Kamer de be-
grooung van waterstaat; en djo van
Staatsmijnen afgehandeld. Woensdagmorgen
0111 kwart voor 3 had minister v. Buuren
zijn eerste begrooting binnen.
Voor hem iets nieuws, maar voor andoren
een cla capo zonder veel verschil met voor
gaande jaren cn vol van veelvuldige herha
lingen uit het verleden.
Vooral deze laatste maken naar onze op
vatting -dat vergaderen tot diep in den nacht
zoo zinloos en alle belangstelling doodend.
Geen enkel onderwerp kan behoorlijk tot
zijn recht komen bij deze repetitie van Voor-
loopig Verslag en 'Memorie van Antwoord.
Na alles kan men ieder jaar weer zeggen:
de zaak wordt op den ouden voet voortgezet.
riet wil ons voorkomen, dat hier voor de
Tweede Kamer nog een terrein voor zelfver
betering ligt. Er kan daarop veel geueun
zonder eenig algemeen belang te schaden.
Ook uit sociaal oogpunt is op dit gebied
reformatie gewenscht,
Vermoedelijlk-zal de nacht, die als we
diu solt rij ven aanstaande is en waarin de
hegrooting van het Verkeersfonds behan
deld zal worden, ons daarvan nog dieper
overtuigen en niet minder de dan nog vol
gende derde nachtv ex-gade ring van deze
week. We zullen ons kunnen begrijpen, dat
minister v. Buuren. die vannacht zwaar
transpireerend de Kamer vei-liet, vex'schillen
met den Volksraad zal ontdekken en deze
begroot! ragsbehandeling nu niet bepaald als
.de meest aantrekkelijke en verheffende zijde
van het ministerschap zal ervaren.
Hooger Onderwijs
Minister Slotemaker de Bruine had zidh
sedert Dinsdagmiddag beaonnen op zijn ant
woord op de vragen bij het jaarlijkscth Hoo
ger Ondei-wijs-exaimen.
'n Keurig stapeltje papiertjes met aantee-
keningen lag voor hem.
Het meest penibele puntje werd het eerst
afgedaan: de subsidieei-ing van het bijzonder
Hooger Onderwijs.
Ik kan er geen persoonlijke uitspraak over
doen, vei-klaarde de minister; het geldt, een
kabinetszaak en het kabinet heeft er zich
niet over beraden.
De minister liet ook het debat over weten-
sohap en dogma en de „beginsellooze weten
schap'' ter zijde.
Was hier ook al glad ijs? Had hij, persoon
lijk, de verklaring niet kunnen afleggen, dat
het een volkomen verkeerde veronderstelling
is om te meenen, dat de wetenschap „voraus-
seteungslos" kan zijn?
Ook voen hij op dit punt uit de Kamer
.^enigszins geprikkeld werd, haastte de mi
nister zich om tot een ander onderwerp over
te gaan en vermeed zoo een contx-ast met
hen onder zijn geestverwanten, die aan de
Christelijke wetenschap in beginsel geen zelf
standige plaats willen toekennen.
Tal van detaalyragen had de miflister ove
rigens te. bearitwoorden..' Uit den schat van
de Memorie van Antwoord bracht hij ver
schillende oude dingen te voorschijn.
Inkorting van den tijd, waaï-voor college
gelden moeten worden betaald, zal aan de
financieele mogelijkheden woxden getoetst.
Veel hoop blijft er voorloopig niet over.
Evenmin als voor al datgene, waaromtrent
nadere overweging werd toegezegd.
Middelbaar Onderwijs
De behandeling van de afdeeling Middel
baar Onderwijs bracht een lange rij wen-
schen en verlangens openbaar. Er was geen
enkele nieuwe hij. De minister Icon niet veel
anders doen dan zijn reeds vroeger gegeven
antwoorden parafraseeren.
Ietwat vermakelijk was hij deze afdeeliing
de sti-ijd tueschen twee dames: Mevr. Bak
kerNort en Mevr. de Vri.es'Bruins, over
subsidieering van het Lorentz-lyceum te
Eindhoven. Eerstgenoemde pleitte voor steun
aan deze instelling. Laatstgenoemde vrees
de daarvan achteruitstel'ling van het gemeen
telijk lyceum.
Zoowel de heer Tilanus ale Mr. v. Dijken
herinnerden aan het hesman van het z.g.
Stopwetje, dat steun slechts in zeer bijzon
dere gevallen toelaat. Budgetair is die steun
thans niet mogelijk en bovendien merkte
de heer v. Dijken op zou het Lorentz-
lyceuim zeker niet de eerste inrichting zijn,
die als „bijzonder geval" eyentueel voor
subsidie in aanmerking zou komen.
Ook de Minister gaf Mevr. BakkerNort
weinig hoop. Wijselijk liet ze een motie,
waarmee ze had geschermd, maar achter
weg. Een eclatante nederlaag zou haar daar
mep beschoren zijn geweest.
Bovendien het was Mr. v. Dijken, die
deze ondeugende opmerking maakte heeft
de heer Oud verklaard, dat als er voor on
derwijsdoeleinden wat geld zou vrijvallen,
de leerlingenschaal het eerst in aanmerking
zou komexx om het er voor te besteden.
We hebben' bij deze gelegenheid het plei-
dooi van den heer Kei-sten weer vernomen
voor godsdienstonderwijs op de middelbare
S''holen. Een wonderlijke wensoh van die
zijde om in deze teedex-e aangelegenheid de
overheid te willen doen meespreken. We
vermoeden, dat geen enkele benoeming dien
heer Kersten zou bevredigen.
De minister zag op dit punt meer een VaaJk
voor de kerken weggelegd; dat is beter dan
de oveilheid te roepen tot een taak, waarin
zij onbevoegd is tot beslissen.
Uit 's ministers rede noteerden we voorts,
dat de kwestie van uniforme examenopga
ven in 'behandeling is. Staan bij sollicitaties
de kwaliteiten van een mannelijk en vrou
welijk candidaat gelijk, dian gaat de man
voor. al worden ook wel vrouwen benoemd.
Het probleem van de „werklooze aoten-
'dragers" is pijnliik en moeilijk. Klassensplit
sing, vermindering van lesuren en vervroeg
de pensionneering zijn geen gemakkelijke
en in ieder geval vrij kostbare remedies.
Het punt der bevoegdheid van ingenieurs
zal nog eens nader worden bekeken.
In het algemeen, vernamen we, is er veel
„in overweging".
Nijverheidsonderwijs
Het Nijverheidsonderwijs, dat hierna aan
de orde kwam. bracht wederom de voorstan
ders van de driejarige ambachtsschool in
het. vuur. Gepleit werd voor verbetering en
Uitbreiding van het hiuishoud-onderwijs. Een
warm pleidooi voor een Qhr. ambachtsschool
t'e Amsterdam hield de heer Roosjen in zijn
maidenspeech.
Wederom drong de heer Zijlstra aan op
'Oh r1 and b o uwhu ish ou d-on derwij s.
De heer Tilanus scheen het zich tot. taak
Ie hebben gesteld voor den minister den heer
Roosjen te bestrijden, voor zoover deze ook
ïn (het algemeen op steun voor het Chr. nij
verheidsonderwijs had aangedrongen. De
Qhr. Hist, afgevaardigde meende, dat wat
voor de groote steden geldt, nog met behoeft
te worden toegépasi' voor het platteland.
In dit geluid klinkt een noot, die-ons wei
nig sympathiek is.
Verkeersbegrooting
Voor de Verkeersbegrooting bleek veel
spre'eklust. te bcstatin.
Over te zware belasting van het motorver-
keer klaagde 'dé heer' ELiels, als naar ge
woonte. De heer S'weens bepleitte overne
ming door het Rijik van 'het Brabantsche
wegennet of een uitkeering aan die provin
cie. Dan komt aan dé onbillijkheid van de
dubbele wegenbelasting in die provincie een
eind. Ir. Vos, die énkele jaren op het Plan
van den Arbeid heeft zitten „vossen", tracht
te dit plan te doen herleven door de uitvoe
ring van groote we gen plan men in de lijn
van „het plan" aan te bevelen ter bestrij
ding va.n de werkloosheid.
Zijn partijgenoot van Lienden bleek even
eens voorstander van afschaffing der weg
geldbelasting voor wielrijders in Brabant.
De voorgenomen sluiting van vele stations
had de instemming van den heer Krijger,
mits tijdig de busdiensten in exploitatie zijn,
die de diensten van de spoorwegen moeten
overnemen.
De heer Woudenberg zag het Verkeers
fonds als een verkeerde vrucht van den
demoliberalen boom, die moet verdwijnen.
Filosofische beschouwingen over bet verkeer
gaf'de heer'van Braambeek ten beste; hij
wenseht één regeling voor het verkeer, zoo
wel te land als te water.
Over de beginselen, die aan de regeling
voor het verkeer ten grondslag liggen,
vroeg de heer van Dijken nadere inlichtin
gen. Zullen aan particulieren vergunningen
worden geweigerd, terwijl die aan de A.T.O.
en tramwegmaavsrhapioijen in puime mate
zullen worden verleend 7
Minister v. Buuren verklaarde den
particulieren ondernemers een goed
hart toe te dragen. De regeling voor de
vervoersprijzen zal eventueel zoowel
voor de spoorwegen als Voor het parti
culiere vervoer gelden. Een overgangs
termijn bii weigering van een vergun
ning zal de minister overwegen.
Voorloopig zal de binnenvaart in een afzon
derlijke wet worden geregeld; later kan zij
met bet landverkeer in één en dezelfde wet
worden ondergebracht.
In onderzoels
autoverkeer zv
ten van den wegenaanleg beclragen, Dit staat
allerminst vast.
Voor wegenaanleg is in 1935 12.3 mill, uit
gegeven, dat is meer dan de heer Vos aan
nam. Voor 1936 en 1937 zijn de cijfers resp.
14.1 mill, en (geraamd) 1S.5 mill. Voor 1938
is uitgetrokken 25.5 mill.
Bij opheffing van stations zullen de bus-
aansluitingen er zijn.
Od de een of andere wijze zal de minister
zoo spoedig mogelijk een eind maken aan
de onwettige busdiensten tusschen R'dam en
A'dam.
Aan de beschouwingen over de Brabant
sche wegenbelasting zal de minister alle aan
dacht schenken.
De afdeeling „Spoorwegen" begon met
twaalf sprekers. Daarna volgden nog „Tram
wegen"-en Waterwegen".
Tegen dien tijd, zoo was de verwachting,
zou het wel 2 i 3 uur zijn en dus tijd om er
een eind aan te maken.
We veroorloven ons: voor dit deel van de
vergadering naar het verslag te venvijzen.
Het werd 4.05 Donderdagmorgen! (Red.)
In verband met het besluit tot verplaatsing van de Haagsche markt op de Prinsengracht naar een terrein aan de Herman
Costerstraat is men overgegaan tot het gereedmaken van den grond, waarheen de markt verhuist.
Dr Ph. Idenburg houdt een rede
over „Bevolking en Welvaart"
Een resolutie inzake de korting
op de pensioenen
"TE Utrecht hield gisteren de Prot. Chr
Bond van Spoor en Tramwegpersoneel
Y rijn najaarsvergadering onder leiding van
de vraag of inderdaad het dcn heer Augusteijn, van Utrecht.
In z'jn openingswoord wees de voorzitter
op de oorzaak, dat de najaarsvergadering
zoo iaat gehouden wordt. Deze lag voor
namelijk in de gehouden gewestelijke ver
gaderingen, die zeer goed slaagden. De op
komst voor deze vergadering geeft ons
moed met kracht voort te werken.
De bondssecretaris, de heer J. E ij k e 1
boom, die ongesteld is geweest en thans
nog op halve kracht arbeidt, werd hartelijk
welkom geheeten.
Jaarverslagen
De in het voorjaar verschenen jaarversla
gen werden besproken. Het ledental bedroeg
eind 1936: 45Q4 (1935 4590). De ontvangsten
bedroegen 56.864 92; het saldo 5.690.93
Bij de bespreking van de verslagen drong
men aan op actie voor het ongedaan maken
van de pensioenkorting. De voorzitter zeg
de activiteit op dit punt toe. Voor dén or
ganisatievorm van het Ato-personeel is een
paritaire studiecommissie gevormd onder
voorzitterschap van Pref. Mr. P. S. Ger-
brandy. De verslagen werden goedgekeurd.
De voorzitter richtte woorden van dank tot
den secretaris, den heer J. E ij k e 1 b o o m,
en den penningmeester, den heer W. B e 1-
g et, voor hun arbeid.
Een drukke discussie ontstond over het
vraagpunt: „Hoe staat het met de propa-
ganda-actie in de afdeelingen?" Het bestuur
UITBREIDINGSPLAN VAN HOUTEN
Bij K. IB. is goedkeuring verleend iaan het
door Ged. Staten van Utrecht vastgestelde
uitbreidingsplan der gemeente Houten.
zegde toe met vele gemaakte opmerkingen
rekening te houden. Voor alles is noodig
propaganda door de afdeelingen. Kan men
het werk niet af, of rijzen er moeilijkheden
dan zal het hoofdbestuur helpen.
Bevolking en welvaart
In de middagvergadering sprak Dr. P "n.
Idenburg, referendaris aan het Centraal
Bureau voor de Statistiek te Den Haag,
over 't onderwerp: „Bevolking en welvaart".
Spr. wees er op, dat kennis van de maat
schappelijke en economische krachten noo
dig is, om het maatschappelijk bestel voor
uit te brengen.
De bevolking werkt op de welvaart en
de welvaart anderzijds weer op de bevol
king. Een zekere welvaart is voorwaarde
voor het leven van een bevolking. Van 1850
tot heden is de bevolking van Europa ge
groeid van 266 tot 529 millioen. Een derge
lijke groei is niet mogelijk zonder vergroo
ting der welvaart.
De grondlegger van de statistiek is Snox-
milch, een veldprediker van Fred, de
Groote. Uit cijfermateriaal vond deze een
zekere Goddelijke ordening. Hij vond een
wetmatige stijging en een verband tusschen
Welvaart eni bevolking. Die wetmatigheid is
onjuist, daar geen rekening gehouden is
met menschelijke factoren, als geest en
Verstand.
Hoe gaat het thans niet de bevolking, nu
de welvaart inschrompelt. Inderdaad is er
invloed te bemerken. Het aantal huwelijken
was in 1930 zeer hoog, in '31 en '32 is het
belangrijk afgenomen (8 per 1000 tot 6 per
1000)). Nu loopt het weer iets op n.l. in
1936: 7i/2. Ook de huwelijksleeftijd loopt
sterk op; de geboortecijfers loopen sterk
terug. In 1930: 23.1 per 1000, 1936 20.1 per
1000. Uit dit alles blijkt n.l. de inwerking
van de welvaart op de bevolking.
De ontwikkeling van een volk heeft groo
te beteekenis voor het economisch leven.
Hoe groote.r bevolking, hoe grooter wel
vaart is een foutieve regel (zie China). De
achteruitgang van een bevolking is zeker
wel te merken in het economisch leven.
Spr. stond vervolgens stil bij den loop der
hevolking ten bedrijvigheid in Nederland.
Daarvoor wordt het indexcijfer van 100 ge
steld resp. voor de bevolking, geboorte,
sterfte, in- en uitvoer (bedrijvigheid) in de
jaren 1840 tot 1849. In de jaren 18901899
waren de resp. indexcijfers geworden: 145,
103, 80. 467; voor 1900-1909: 187, 93, 59, 867.
Eenige wetmatigheid is in de cijfers niet
te vinden. De geestelijke krachten brengen
steeds ongedachte wijzigingen. De 19e eeuw
vroeg naar het nut, het was een tijd van
kapitalistisch-rationalistisch streven. Die
geest is zeer goed merkbaar. Dezelfde geest
leidde tot verkleining van de gezinsgrootte.
Hierbij sprak het nuttig-wenschélijke; be
ïnvloedde de sterfte (hygiëne, watervoorzie
ning afname zuigelingensterfte).
De toename van de bevolking gaf gele
genheid tot massaproductie en massa-afzet.
Toeneming der bevolking en verhooging der
koopkracht zijn zeer gunstige factoren, voor
meerdere welvaart.
De toekomst
Spr. wees vervolgens op de toekomst De
theorie van de bevolking leert, dat de aan
was steeds geringer zal worden en dan tot
stilstand zal komen. De hoogere leeftijds
groepen zullen nog lang een belangrijk
accres veitoonen. Prof. Methorst heeft een
voorspelling gedaan over het bevolkings
verloop tot 1975. Spr. wees daarbij op de
netto-vervangingsfactor. Voor 1000 vrouwen
van 15 tot 49 jaar, die zich volledig repro
duceeren wordt genoemde factor op 1 ge
steld. Thans is dit cijfer 1.10; in 1945: 1:
1955: 0.95; 1965: 0.90 en 1975: 0.85. Dat ei
daling is, wordt wel bewezen door de netto-
vervangingsfactor van 1930 n.l. 1.25. In de
ons omringende landen is de afbraak der
bevolking al boven ons cijfer van 1975. De
vervangingsfactor beneden 1 heeft niet di
rect invloed op afname van de bevolking,
op den duur echter wel. Zoo is het aantal
inwoners in 1935 8.4 millioen, schatting voor
1955 9.8 mill., voor 1975: 10.4 mill. De aan
was zal waarschijnlijk dan tot staan zijn
gekomen. In de leeftijdsgroepen komt pro-
centsgewijze groote verandering. Leeftijds
groep 04 jaar neemt af; 514 jaar even
eens; 1519 jaar blijft ongeveer gelijk; 20
54 jaar neemt toe; 5564 sterke groei;
Professor en Politicus
Een leven gevuld met arbeid
Docent en man van de
practijk
Het is vandaag vijf en twintig
jaar geleden, dat Prof. Jhr. Dr.
B. C. de Savornin Lohman,
hoogleeraar aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht, zijn ambt aan
vaardde met een inaugurale
rede. De hooggeleerde jubilaris
stond aan een onzer redacteu
ren op diens verzoek een onder
houd toe, waarover hier verteld
wordt
IN de ruime studeerkamer, met boeken
aan alle kanten, stapels paperassen op
verschillende tafels en op het groote
bureau, met aan de wanden, voorzoover
ze niet door boekenkasten zijn in be
slag genomen, persoonlijke herinnering
gen, waardoor het groote vertrek den
persoonlijken stempel van zijn bewoner
draagt daar ontvangt ons de jubilaris
yan vandaag: Prof. Dr R C. de Savör
nin Lohman, die vijf ein twintig jaar
geleden zijn inaugurale rede hield als
hoogleeraar aan de Utrechtsche Uni ver
telt*
Het gesprek is weldra tn volle gangf fiet
zal een babbeltje zijn, zondermeer, zoo wordt
wederzijds vastgesteld, en de interviewer-zal
dan wel eruit opdiepen, wat voor de lezers
interessant zal zijn.
Vooral geen artikel met loftuitingen, want
de. Professor jubileert niet, hij is eigenlijk
officieel niet thuis, en imoet niets hebben
van huldebetuigingen, maar omdat hij sym
pathie heeft voor de bladen van onze onder
neming, wil hij wel eens wat vertellen, op
ons verzoek.
De pijp blijft aan tijdens het gesprek; als
de eene is leeggerookt, dan wordt de andere
gestopt en gaat de brand erin en zoo le
vendig en beweeglijk vertelt de hooglee
raar van zijn leven,
Een gedeeld leven....
Dat is een gedeeld' leven: de eene helft is
gevuld met het Professoraat, de andere met
de politiek. Maar de Hooggeleerde wil geen
van beide missen. „Ik doceer graag" zoo zegt
hij, „en ik hoop mijn colleges wat te kun
nen verlevendigen doordat ik midden in
het leven sta door de politiek. Soms ver
lang je er wel eens naar om wat meer tijd'
voor studie te hebben. Ik studeer natuurlijk
nog geregeld1, maar Je moest er wat meer
tijd voor kunnen vrijmaken om te schrijven.
Maar ik zou de politiek niet willen missen
en ik wil ook mijn Professoraat niet graag
kwijt. Ik houd van beide
Deze Professor is dan ook wel heel jong
hooggeleerde geworden. In 1SS3 is hij ge
boren in Groningen; hij studeerde aan het
Christelijk Gymnasiüm te Utrecht, dat toen
pas een jaar bestond en hij was de eerste
leerling van dat gymnasium, ede naar de
Universiteit ging. Na de promotie bij Prof.
Siccama over een historisch-juridisch onder
werp, dat Utrecht raakte, kwam de vestiging
als advocaat in Den Haag. De dissertatie
had tot titel: „De bestuursinrichting van
gewest, stad en platteland van Utrecht, ge
durende de Bataafsche Republiek".
De advocatenpractijk in Den Haag had na
tuurlijk nog niet veel om het lijf. De oom
van den jubilaris, Jhr. A. F. de Savornin
Lohman, haalde hem in de Nederlander
redactie; de bedoeling was wellicht om hem
later de hoofdredactie van dit blad op te
dragen. Daarvan is echter niets gekomen.
Negen ?n twintig jaar oud werd de jonge
advocaat Professor. De inaugureele rede had
tot titel; „Over het begrip Grondwet".
De politieke inslag
Deze titel wees al op den politieken
slag, evenals bijvoorbeeld zijn prae-advies
voor de Ned. Juristen Vereeniging over het
Referendum, dat hij in latere jaren uit
bracht. Oom de Savornin Lohman hati' zijn
neef gewaarschuwd, dat hij de politiek niet
moest zooken. Dat is tijd genoeg als de po
litiek op je weg gebracht wordt, zoo had hij
gezegd. Maar de ambitie van den jubilaris
ging toch in die richting: het bloed kruipt
waar het. niet gaan kan, en zoo réfctkte hij
in de politiek en in 1926 werd hij lid van
de Eerste Kamer, later voorzitter van de
Chr. Hist. Eerste Kamerfractie. Verder waren
er nog tal van andere functies, die zijn tijd
opeischten: eerst lid van den Onderwijsraad
en plaatsvervangend rechter, later lid van
de Legercommissie en niet-militair lid van
den Raad van Defensie enz.
In de Eerste Kamer heeft de« algemeene
politiek, het. buitenlandsoh beleid, de Defen
sie en het Koloniale vraagstuk de speciale
aandacht van den Professor.
En zoo zitten we spoedig in het Indische
probleem, waarbij ook de Indologische Fa
culteit ter sprake komt, aan ne stichting
waarvan de jubilaris krachtig meegewerkt
heeft. Die Faculteit heeft nog steeds zijn
groote sympathie. Twee jaar geleden, bij de
herdenking van het tienjarig "bestaan, hield
hij de feestrede en schreef bij in het gedenk
boek.
In de Belgische Kanalenkwèstie heeft onze
gastheer zich niet onbetuigd gelaten; het i§
duidelijk genoeg gebleken. In 1928 onder
nam hij een stuaiereis naar Indië; te kort
natuurlijk om als deskundige over Indische
vraagstukken te worden aangemerkt, maar
lang genoeg om zich een indruk over het
geweldige rijk te vormen. Hij bracht verschil
lende bezoeken; sprak met tal van hooge
ambtenaren, met menschen van de Zending
en -van de cultures.
Uit deze opsomming blijkt wel, dat dit le
vert gevuld is met veel arbeid.
Het hoogleeraarschap
Het collegebezoek is veel grooter dan
vroeger, bij de juridische faculteit. Dat komt.
omdat het aantal studenten toenam, maar
ook omdat er meer college geloopen wordt
clan vroeger; de belangstelling van de stu
dente nis grooter. Dat is een verheugend
verschijnsel .waarover de Professor met vol
doening spreekt-:
In 1931 was Prof. de Savornin Lohman
rector.magnificus. Hij hield toen een recto
rale rede over het eigen recht der Overheid.
P. legen is veel verzet gekomen van prin-
cipieel-democratischen kant.
„Dat kwam" zoo zegt de Professor laco
niek, „omdat ze toen nog niet zoo ver w
als thans; het was nog vóór de Zeven Pro
vinciën, en de rede liep dus eigenlijk den
tijd vooruit; tegenwoordig denken bepaalde
groepen heel anders over het eigen recht
der Overheid, dan vóór de muiterij in Indië
en vóór alles, wat er nu in het buitenland
te zien gegeven wordt."
De Chr. Hist, en de
Anti Rev. Partij
Dan stellen we de vraag hoe de Professor
denkt over een fusie tusschen de Christelijk
Historische Partij en de Anti Revolutionaire
Partij.
Zijn antwoord' is positief: Daar zou ik niet
voor zijn, op practische gronden. Als gefu
sioneerd zou worden, dan zou dat beteeke-
nen, dat de saamgesmolten partij minder
zetels kreeg, dan nu de beide afzonderlijke
partijen hebben. Wel ben ik een warm voor
stander van innige samenwerking, en daar
van heb ik ook steeas blijk gegeven. In de
zen tijd, nu let buitenland ons zooveel te
leeren geeft, nu bijv. de invloed van het
communisme veel grooter is dan wij denken,
is het noodzakelijk, dat positief Christelijk
Nederland zoo dicht mogelijk aaneengesloten
staat, maar dit wil niet zeggen, dat beide
partijen zouaen moeten samensaielten; dat
zou nadeel opleveren inplaats van voordeel.
Maar waar we kunnen moeten we samen
werken, ondanks de nuances, welke er zijn
in de politieke opvattingen en stroomingen
in beide partijen. Dat komt ten goede aan
ons Christenvolk en daardoor aan heel Ne
derland,
Een mooie eenheid
Wanneer de politicus zoo doceert,
dan wordt het duidelijk voor den luisteraar,
dat dit gedeelde leven, zooals de Professor 't
zelf eenige malen noemde, toch een mooie
eenheid laat zien. Hier is geen dorre kamer
geleerde, die niet anders kan dan tlieoreti-
seeren en droge formules opstellen, maar
een hooggeleerde, die de practijk van het
leven kent, en aanvoelt.
En omdat ons volk juist in d'ezen tijd
groote behoefte heeft aan zulke mannen,
daarom wenschen we den jubilaris-in-stilté
toe dat hij nog vele jaren gespaard zal mo
gen blijven om zijn colleges te kunnen ver
rijken door wat hij in de practijk ervaart
en de practijk van ons staatsleven te beïn
vloeden met de resultaten van zijn weten
schappelijke studiën.
Een markante en militante figuur, "die we
niet genrne zenden willen missen-.
jaar en hooger verdubbeling.
Spr. ziet de achteruitgang met zorg tege
moet. Het feit van een groeiende bevolking
leidt tot grootere economische activiteit De
afnemfng van de gezinsgrootte is geen
ideaal. Spr. is dankbaar dat er in ons land
een Chr. Vakbeweging is, die zich richt
naar het économische en sociale leven en
daarbij steunt op een geestelijken onder
grond.
Resolutie
Na deze rede deelde de voorzitter mede,
dat gehoord de besprekingen in de morgen-
vergadering over de korting op de pen
sioenen, de volgende resolutie ter alge
meene kennis zal worden gebracht:
MDe P.C.B. enz. spreekt nogmaals zijn
leedwezen uit, dat een korting op de
pensioenen van het Spoorwegpersoneel
per 1 April 1936 is ingevoerd, gelet op
het feit, dat een voor het Rijkspersoneel
dreigende verslechtering der pensioenen
is vervallen, betreurt, dat de minister
voorstelt om de korting voor het Spoor
wegpersoneel te handhaven, dringt er
op aan, dat ook voor het Spoorwegper
soneel de pensioenen op het oude peil
worden gebracht"
De resolutie is telegrafisch aan den voor-,
zitter der Tweede Kamer gezonden, daar de
pensioenkwestie waarschijnlijk gisteravond
in de Kamer aan de orde zou komen.
Bespreking van het referaat
Een groot aantal vragen werden tiaar
aanleiding van het referaat gesteld. De in
leider wees er daarbij o.m. op, dat de po
gingen om het geboortecijfer te verhoogen
in Italië niet gelukt rijn, in Duitschland
stijgt het cijfer mede door de bemoeiingen
van de regeering. De psychische factor
spreekt in Duitschland echter sterk mee.
Zijn die pogingen juist? Een groot gezin
kan een ideaal zijn, doch niet elk groot ge
zin kan zedelijk gewaardeerd worden. Be
vordering moet gepaard gaan met verant
woordelijkheidsbesef, met vrijwillig op zich
nemen van lasten. Dwang en belang moeten
hier uitgesloten zijn.
De pensioenfondsen zullen nadeelige ge
volgen ondervinden van de toename van de
groep van 65 jaar en ouder. Ons nageslacht
zal daarvan de wrange vruchten plukken.
De voorzitter sprak een warmgestemd
slotwoord, waarin hij Dr. Idenburg dank
bracht voor zijn interessant betoog. Dr.
Idenburg sloot de vergadering met dank
gebed.
GEMENGD NIEUWS
Spookverschijning
Een patient bang voor operatie
Te Boxtelis in den avond van Dinsdag
groote beroering ontstaan, omdat een geest
verschijning zooals men meende aoor de
straten rondwaarde.
Maar de moedigsten die een nader onder
zoek naar het wezen van het astrale lichaam
wilden instellen kwamen tot de ontdekking
dat dit lichaam zuiver aardsch was en niets
astraals had.
Het bleek een patient van het ziekenhuis
te zijn die tiaar opgenomen was om een
operatie te ondergaan en daar steeds tegen
op zag, zóó erg zelfs, dat hij besloot te
vluchten.
Hij ontkwam door een openstaand raam
en gehuld in nachtkleeren, waaromheen hij
een laken had gedaan bracht hij groote con
sternatie bij het straatpubliek.
De politie bemoeide er zich mee, en na
3 noodige kleeren gekregen te hebben
werd hij, niet naar het ziekenhuis, maar
naar huis vervoerd.
Oneerlijk Postambtenaar
Een Jaar gevangenisstraf geëischt
Een lange lijst disciplinaire straffen, w.o.
inhouding van loon en voorwaardelijk ont
slag prijkte op het rapport, uitgebracht door
zijn superieuren over een 33-jarigen besteller
bij P.T.T. die zich gister voor de rechtbank
te Amsterdam te verantwoorden had
wegens diefstal van een pakje, dat ter ver
zending aan tie posterijen was toevertrouwd.
De officier van justitie, mr. H. A. Wassen-
bergh, achtte, na het getuigenverhoor, de
ten laste legging bewezen. Verdachte heeft
het pakje opzij gelegd, bedekt met een pa
pier en later werd ^ïet in de gang terugge
vonden.
Spr. requireerde, gezien de ernst van het
feit, een gevangenisstraf van een jaar, we
gens diefstal als postambtenaar gepleegd.
Uitspraak 29 December a.s.
OUDE HEER OVERREDEN
Gistermiddag is de S4-jarige heer G. Smil
Ezn. te Heerenveen bij het oversteken
den weg, toen hij weifelde, door een
vrachtauto aangereden en onmiddellijk ge
dood. De politie stelt een onderzoek in. Den
chauffeur treft geen schuld.