GEHUWDE VROUW MAG NIET MEER WERKEN .dsPl V-/1 Het 14 e Internationale Congres van „La Cause" DINSDAG 7 DECEMBER 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5 Arbeidsverbod bij Hooge Raad aanhangig gemaakt Een ingrijpend vooronkcerp van wet Bescherming van het gezin Hot door den minister van Sociale Zaken bU den Hoogen Raad van Ar beid aanhangig gemaakte voor-ont werp van wet inzake arbeid van ge huwde vrouwen, waarvan we gister reeds in het kort melding uatlten, is van ingrijpenden aard. Het behelst een algemeen verbod voor gehuwde vrou wen om werkzaamheden te verrichten in een onderneming. Een uitzondering is gemaakt voor vrouwen, die kost winster van het ge zin zijn. Ook dc vrouw van het hoofd of den bestuurder der onderneming en de vrouw, die zelf aan het hoofd eener onderneming staat, valt buiten het verbod. Naar natuurlijk bestel dient de man de kostwinner van het gezin te zijn en heeft de >Touw tot taak de verzorging van het gezin. In het feit, dat de vrouw door beroeps bezigheden verhinderd wordt, de gezinsbelan gen naar behooren te behartigen, ziet de mi nister een sociaal euvel van zoodanige betee- kenis, dat hij optreden daartegen van over heidswege volkomen op zijn plaats acht. Wei is het hem niet onbekend, dat het aantal vrouwen, dat loonarbeid verricht, be trekkelijk klein is. Hij zou daartegenover kunnen aanvoeren, dat bij het huidige nog steeds zeer hooge percentage van mannelijke werkloosheid het in elk geval de moeite waard is de gehuwde vrouw te beletten zich op de arbeidsmarkt mede een plaats te ver overen. Een gewichtiger rol speelt hier mis schien nog de osychologische factor. Maar de minister ziet dit vraagstuk vooral als een zaak van beginsel. Zijns inziens be hoort de overheid zich openlijk 'te schar aan de zijde van hen. die meenen, dat de gehuwde vrouw, door het enkele feit, dat ze gehuwde vrouw is, haar levenstaak heeft in haar gezin en dat het gezin beschermd ver dient te worden, zooveel mogelijk, tegen het .verrichten van beroepswerkzaamheden door de gehuwde vrouw, Een algemeen verbod De minister wil zich niet tot een verbod yan fabrieksarbeid beperken. Zijn uitgangs punt is niet het verbieden van bepaalden arbeid of arbeid in een bepaald milieu, maar een verbod van arbeid van de gehuwde rrouw als zoodanig ter wille van de bescher ming van het gezin. De eerste vraag, welke beantwoord moet worden, is deze: hoever moet op het onder- werpelijke gebied gegaan worden? Een prac- tisch bruikbaren maatstaf meent de minister gevonden te hebben door voorop te stellen een algemeen verbod voor gehuwde vrouwen om werkzaamheden in een onderneming te yerrichten. De regeling zal dus het terrein bestrijken, waarop in het algemeen de arbeidswetgeving geldt. Met een onderneming stelt het ont werp gelijk, hetgeen daarmede ingevolge art 1, derde lid, der arbeidswet 1919, is gelijkge steld. Op één punt gaat het ontwerp hierin nog wat verder De genoemde bepaling van 'de Arbeidswet beschouwt namelijk niet als arbeid in een onderneming de werkzaamhe den, die in een inrichting of een tak van dienst onder het beheer van de overheid in een kantoor verricht worden, de werktijden 'der ambtenaren worden terecht door een af zonderlijke wettelijke regeling beheerscht. Maar deze wijze van redigeeren van die be paling der Arbeidswet brengt tevens met zich mede, dat het personeel, dat in zulk een inrichting of bij zulk een tak van dienst be last is met het schoonhouden der kantoren, eveneens buiten de Arbeidswet valt. Aange zien er geenerlei redelijk motief aan te voe ren is, aldus de memorie van toelichting, om voor de gehuwde vrouwen, die dat werk doen, een ander standpunt in te nemen dan voor de in een onderneming werkende ge huwde vrouwen, wordt in art. 1, onder a. 2e, 'die schoonmaakarbeid onder de wet ge bracht In aansluiting bij het bepaalde in het le lid, onder c. van art. 1 der Arbeidswet, zal de vrouw van het hoofd of den bestuurder der onderneming en de vrouw, die zelf aan het hoofd eener onderneming staat, buiten het verbod komen te vallen. Voor zooveel noodig, wordt er op gewezen, 'dat de uitzonderingen op het begip .arbeid", welke de Arbeidswet in het le lid van art 1 noemt, niet zijn overgenomen, zoodat de ont worpen regeling ook omvat de gehuwde vrou wen, die in een onderneming van landbouw, e. d. werkzaam zijn. Werkzaamheden in huiselijke diensten blij ven, evenals bij de Arbeidswet, buiten de re geling Het betreft hier voornamelijk de groep der z-g- werksters. Uit een oogpunt van controle zou het moeilijk zijn. deze groep van vrouwen onder de wet te brengen. Princi pieel zou er geen bezwaar tegen bestaan. Art. 2 van het ontwerp behelst het alge- meenc verbod van arbeid van gehuwde vrou wen, voor zoover daarop bij de verdere arti kelen geen uitzondering wordt gemaakt. Uitzonderingen Onder de uitzonderingen op art. 2 valt in 'de eerste plaats te denken aan de vrouw, die de kostwinster van het gezin is. Er zullen dan echter de noodige waarbor gen aanwezig zijn, dat inderdaad sprake is van noodgevallen. Aangenomen mag worden, dat van noodzaak wel steeds sprake zal zajn, wanneer het gezin, om te komen tot een bedrag voor levensonderhoud,, dat niet hooger ligt dan een normaal ar beidersinkomen, voor een goed deel is aangewezen op de inkomsten uit den arbeid der vrouw. In zulk een geval kan de vrouw zonder meer als kostwinster beschouwd worden en geldt het verbod van art 2 voor haar niet. Maar in alle andere gevallen zal de vrouw, die meent als kostwinster aangemerkt te moeten worden, in het bezit moeten zijn van een desbetreffende geldige verklaring, door of namens den minister van Sociale Zaken afgegeven, nadat te zijnen genoegen is aan getoond, dat het gezin voor het levenson derhoud op den arbeid der vrouw, althans belangrijke mate is aangewezen. Degene bij wien een gehuwde vrouw werkt, anders dan ten behoeve van een huis houding, zal er zich telkens van dienen te vergewissen, of zij dien arbeid verrichten mag. ziin beoaalde soorten van .arbeid", welke al dan niet onder bepaalde voorwaar den. door gehuwde vrouwen verricht moe ten kunnen worden, zonder dat daartoe een speciale toestemming vereischt is. De minis ter denkt hier bv. aan den landbouw. Art. 4 van het ontwebp bepaalt, dat uit zonderingen, als hier bedoeld, bij algemee- nen maatregel van bestuur Jcunnen worden astgeeteld. Stelsel van vergunningen Het stelsel van vergunningen zal hier uiteraarj niet gemist kunnen worden. In verschillende gevallen kan het gewenscht zijn, dat een vrouw nog eenigen tijd na het in werking treden der wet haar gewonen arbeid kan blijven voortzetten. Maar ook af gescheiden daarvan kunnen zich allerlei om standigheden voordoen, welke het noodig maken, dat tijdelijk de verbodsbepaling, van art. 2, voor haar wordt uitgeschakeld. Die omstandigheden kunnen de vrouw zelf be treffen, maar, waar die bepaling niet geldt voor de kostwinster, zullen het veelal bepaal de omstandigheden in het bedrijfsleven zijn, welke aanleiding geven tot het verleenen een vergui\ning. Men denke bijv. aan tijden van seizoendrukte. Vergunningen, als in dit artikel bedoeld, worden op het voetspoor van de Arbeidswet •.d. in de eerste instantie door de districtshoof den der arbeidsinspectie verleend. Bij d< geling van het beroep art 5, 3e lid heeft de minister de bedrijfsraden ingeschakeld als beroepsinstantie. Hiermede krijgen de bedrijfsraden dus een nieuwe taak. Volgens het 4e lid van art. 5 kan de minis ter de beslissing van den bedrijfsraad om redenen van algemeen belang vernietigen en alsdan zelf een nadere beslissing in beroep nemen. Bij het ontbreken van den bedrijfsraad is de minister de normale beroepsinstantie. Evenals de Arbeidswet kent ook de onder havige regeling groepsvergunningen. Vooral ook voor den landbouw in zijn verschillende takken kunnen deze van groote beteekenis zijn. Zij worden verleend door den minister. De minister zal, behalve in spoedeischende gevallen, het advies van; den bedrijfsraad moeten inwinnen, alvorens zulk een vergun ning te verleenen. Gaat 't om vergunningen, welke zich over ten minste een half jaar uit strekken, dan wordt bij ontstentenis van een bedrijfsraad en ditzelfde geldt voor het verleenen van vergunningen door den minis ter in beroep het advies ingewonnen van een door den voorzitter van den Hoogen Raad uit dit college samengestelde com missie. 1 7 ft t f" Ti.:'*! >2£-t i t •f-f- -'TT-/'* - ■-"9 —.a.— ,w- -f~ .z.#-. wu. - -Sr*- J&mIC fff" ;V Sïr v i -T"-— - v ROFFELRIJMEN LIEF VADERLAND vlucht te zoeken in. de Frani hoofdstad. Als we zeekre bladen lezen Wint het Sovjetparadijs In de wedren naar volmaking Onbetwist de eerste prijs. Nergens heeft het kind het beter, Nergens heerlijker de vrouw Nu een eerlijk eind gemaakt is Aan antieke huw'lijkstrouw. Nergens is het leven -rijker Voor den armen proletaar; Voor zijn zweet en zwoegen krijgt Wel bij uitstek puike waar: Bioscooptheaterbonnen Krijgt hij op z'n zwarte brood, Kunstrecensies bij z'n koolsoep, Want de godsdienst is er dood. Officieele opname van een vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Links de regeeringstafel met v.l.n.r de ministers Welter, Van Boeyen. Goseling, Patijn, Colijn, De Wilde, Van Dijk, Slotemaker de Bruine, Van Buuren en Romme. Rechts, op de voorzitterszetel Mr. J. R. H. van Schaik. president der Kamer. Op den achtergrond de rechterzijde, op den voor grond (met de rug naar de camera) de linkerzijde. Tusschen regeerings- en voorzitterstafel de stenografen der Kamer. Militaire colonnes En de vastgestelde verkeersregelingen Men kent de geschiedenis van het vrij sprekend vonnis van den luitenant der Ko loniale Re-serve te Nijmegen, die in conflict kwam met de Bloemendaalsohe politie bij de Jamboree marsch. De Chr. Politie ambtenaar kan blijkbaar dit vonnis niet begrijpen en zegt er o.m. van: Waar wij echter op willen wijzen, is, dat de Krijgsraad in zijn uitspraak min of meer sanctionnneert de toch wel tte- denkelijke opvatting, dat militaire colon nes, welke van de openbare weg gebruik maken, zich daarbij uitsluitend hebben te richten naar de bevelen hunner eigen auto riteiten en dus niet hebben in acht te ne men de maatregelen, welke krachtens ver ordening door den burgemeester als hoofd der politie voor het grondgebied zijner ge meente in het belang eener goede ver keersveiligheid zijn getroffen. Een onhoudbare consekwentie van deze opvatting zou immers zijn, dat militaire troepen, over de openbare weg marchee rend, op grond van een ambtelijk bevel van hun commandant zaoh van geen ver keersteekens of aanwijzingen van de poli tie ook maar het minst zouden hebben aan te trekken. Tot welke toestanden zulks zou leiden in deze tijd, waarin de politie in het belang van een goede verkeersrege ling en de veiligheid op de weg reeds alle krachten moet inspannen, behoeft wsi geen betoog. Zeer zeker zou dan sprake zijn van een ongeoorloofde beperking van de politie-bevoegdheid. Te minder kan de uitspraak van den Krijgsraad bevredigen, waar hier sprake was van een geheel onverplichte deelname aan een marschwedstrijd. Toen door don betreffenden detachements-oommandant deelname aan die marsch wed strijd werd overwogen, had hij allereerst de voor hem geldende ambtsbevelen, reglementen, enz. dienen te toetsen aan de voor deelname in het belang van de verkeersveiligheid gestelde voorwaarden. Zou dan een en an der niet met elkaar te vereenigen zijn ge bleken, dan had hij van medemarcheeren moeten afzien. Dat hij met volkomen ne gatie der gestelde voorwaarden toch heeft deelgenomen en thans nog door den Krijg» raad in bescherming wordt genomen, is wel zeer onbevredigend te noemen. „Arja" Wintertijd is werktijd. Dat geldt voor alle. 'Christelijke actie. Dat geldt ook voor de 'Arja-cluhs welker doel is de bestudeering Ider anti-revolutionaire beginselen t« bevor deren onder de jongeren. Om daarop eens extra de aandacht te vestigen verscheen thans een propaganda-nummer, dat in opzet en uitwerking iets afwijkt van de gewone maandbladen. 't Is met vrijheid en gelijkheid Daar in Rusland navenant. 't Is in Nederlandsche woorden Een gelukkig vaderland. Daarom doet mij het berichtje Ietivat onbetrouwbaar aan Dat een Rus-in-bonis weigert Naar dat oord terug te gaan. Ook al zegt hij ons de reden, Dan kan ik er nog niet bij: ,fM.en vernietigt er het kader Der partij", verkondigt hij. Alles rustig ovemvegend Zegt mij mijn beknopt verstand Dat hij graag z'n kop moest geven Voor dat lieve vaderland. (Nadruk verboden) LEO LEh Dit nummer geeft allereerst de gebruike lijke officieele mededeelingen, voert daarna enkele vooraanstaande personen sprekend in en vertelt dan iets van de werkwijze van de clubs. Daarop volgt een declamatoriuin, dat afwisseling kan brengen op de vergade ringen over „Kuyper-Colijn" en waaruit wij deze solozang over Kuypers dood lichten: Luidt, klokken luidt den dood uit. Galmt van uw transen rouwgezangen. Gods held, zoo groot, prooi van den dood. Wie zal den fieren held vervangen? Maar God is groot: hoog boven dood Zingt, klokken, van Zijn trouw uw zangen. Luidt, klokken, luidt ver langs de velden. Zingt mee haar lied, gij jonge helden: Trouw is Jehova, sterk Zijn hand. Hij blijft de God van Nederland. Uit dit nummer blijkt ook de gezegende samenwerking tusschen Anti-rev. propa- ganda-club en Arja: van de cursussen in het Kuyperhuis gegeven, kunnen beide ge bruik maken. Na eenige schetsen vindt men tenslotte een rubriekje „Politieke Humor" welke thans een „Spaansch Pepertje" bevat van de volgende inhoud: De vrijwilligers moeten uit Spanje! was eind'lijk de eisch van Brittanje. De Due' zei: Dat kan! Geen Italiaansch man ging immers „vrijwillig" naar Spanjel Gratis bi] koop van doos of pot Dom po deze Dampo-inhalator»t>n om bij een hevige verkoudheid Dampo-damper» in te ademen. JL-, Doo» 30 Po» 50et. Bi] Apoth. on Dreg. Wonderlijk zooalt Dampo helpt! Het Protestantisme in Frankrijk NIET ver van 't bekende „Quartier Latin" in Parijs, in een zaal, dié ongeveer 200 mensehen kon bevatten, werd einde Novem ber een congres gehouden. De wanden der zaal vertelden den bezoe ker in duidelijke taal waar het om ging. Spreuken als: „Wij zijn zeker van de zaak, die wij dienen" van Calvijn; „Indien gij met ons wilt gaan, weet, dat gij in eer. strenge krijgsschool treedt", van Farel, of: Jloe gaarne wilde ik mij afzijdig houden en mijn dagen rustig doorbrengen. Maar 't is Uwe zaak Heere, en niet de mijne", van Luther, toonden klaar, waar het om ging. „La Cause" „'t Is Uw zaak, Heere, niet de mijne", dat is ook het devies van „La Cause", la cause du Seigneur, de zaak des Hecren De zaak des Heeren heeft groote schade geleden en lijdt nog groote schade in Frankrijk. Aan „La Cause" komt de eer toe, dat m met dit congres de bazuin geblazen, de alarmklok geluid heeft Wat is „La Cause"? Uitgaande van de gedachte, dat het de taak der Protestanten in Frankrijk is, zich ten opzichte van hun land en hun mede burgers verantwoordelijk te weten, brengen zij het Evangelie en trachten ze de door werking daarvan in het maatschappelijke en politieke leven te bevorderen. Daarom zoekt de Directie van deze vereeniging (waarvan mr Freddy Durrleman het hoofd is) en met haar de velen, <Jie haar ten dienste staan, allereerst de Protestanten tot een levend geloof op te wekken. Het Protestantisme in Frankrijk is geen eenheid. Uiterlijk op het oogenblik wel. want verschillende kerken hebben zich ver- eenigd tot een Federatie „la Fédération des Eglises Protestantes de France". Maar dat is grootendeels een administra tieve eenheid. De Protestantsche kerken staan mis schien niet zoo ver van elkaar af Maar de Protestanten zelf zijn in wezen hope loos verdeeld. Wat voor kracht kan er uitgaan van een koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is? „La Cause" roept de afgedwaalde Chris tenen, verstrooid in alle oorden van het groote Frankrijk, terug tot de eenheid in Christus. Zij doet haar stem uitgaan door de radio, verspreidt den Bijbel en voorts alle Christelijke lectuur, die tot opbouwing dienen kan, en zij vormt evangelisten door een schriftelijke opleidingscursus. Klein onder de duizenden Er zijn ongeveer 40 millioen Franschen, en daaronder 1 millioen Protestanten en daarvan maar een klein percentage waar achtige Christenen! Wat kunnen zij eigenlijk uitrichten! Wel zij vragen niet, wat kunnen wij doen, maar wat is onze taak. onze plicht Zoo gaat ook „La Cause" uit. en predikt het Evangelie aan de landgenooten en aan alle Fransch-sprekenden, door Bijbel colportage en radio-toespra ken, door evangelisatie-samenkomsten met volwassenen, eenvoudigen en intel- lectueelen, onder zeer verschillende vorm; ook door apologetiek en zoo noo dig polemiek; door congressen tegen 't en In het algemeen door in woord en ge schrift te waarschuwen tegen al wat zich openlijk of bedekt verzet tegen het Evan gelie. Ook op sociaal terrein werkt ,4a Cause" maar einddoel is toch altijd: het Woord Gods uitdragen, en oproepen tot bekeering. Daarom is het te verstaan, dat „la Cause" in Parijs een congres organiseerde. Zij doet dit ieder jaar. Maar dit jaai was het thema bijzonder belangwekkend: Op dit congres is de waarheid onder oogen gezien, zoo zelfs, dat men zich als vreemdeling geneerde de fouten en nooden van het Fransche volk zoo te zien uitge stald. Niet voor niets zei Abel Bonnard, lid van de Académie Franqaise (en zelf R.K.): „Het kost groote inspanning de noo den te onderkennen. Daarvoor moet men in de diepte graven. En dan is de weg voor de Christenen deze: terug tot den Bijbel". Terug tot den Bijbel Dat heeft „La Cause" terecht begrepen, lederen morgen werd aan de hand van de H. Schrift nagegaan, wat zij ons leert over gezag en vrijheid, geloof en moraal, arbeid en bezit, en ware Chr vruchtbaarheid. Kortom, wat zegt Gods Woord ons over de grondslagen der maatschappij. Terug tot de geschiedenis burgerlijke en politieke plichten der Chris tenen gedacht? Hoe stonden de vromen van vóór de Reformatie, de Reformatoren zelf, er voor? Dit laatste'onderwerp werd ingeleid door den ons bekenden professor Lecerf, Luther zocht tegen de macht van den Paus steun bij de Overheid. De Staat kreeg op die manier zeggenschap over de Kerk. En de Kerk in Duitschland plukt er heden ten dage nog de wrange vruchten van. Zwingli had schoone idealen over 3e éénheid van KeTk en Staat Maar. doorzijn vroegtijdige dood en de beperktheid van zijn invloed, zijn die idealen nooit ver wezenlijkt Calvijn heeft ons een weg gewezen, die zelfs in onzen tijd. door de zegeningen, die wij ervan ondervinden, gerechtvaardigd wordt. Aan den Staat het recht te oordeelen over het profane, aan de Kerk over het geestelijke. Geen onderwerping als Kerk aan César, wel als geloovige, elk in 't bijzonder; tenzij de macht van den Staat zoover gaat dat zij onze consciën tie raakt De Christenen en 'de politiek van heden Op dit congres werd niet alleen nagegaan wat in vroeger eeuw door de geloovigen over dit onderwerp gedacht is, maar ook, hoe hun houding in dezen tijd is en moet „Moet", zoo legde mr Durrleman on- de vraag voor, „moet een Christen zich mengen in de politiek, of zich afzijdig hou den, zooals tot nu toe bijna steeds het ge val is" Hijzelf gaf er het antwoord op en met klem trachtte hij zijn toehoorders te overtuigen, dat het voor den Franschen pro testant meer dan ooit tijd wordt zijn in vloed in het politieke leven te doen gelden. Een andere vraag ia deze: moet een pre dikant vooraan staan in de gelederen op politiek terrein, of moet hij zich beperken tot het wijzen op de taak, die de Christe nen in dezen te doen hebben? Doze, en andere problemen, meende mr Durrleman, moesten eigenlijk in kleine groepen bestudeerd en besproken worden. De Christenen en de moraal van heden De zedelijke gevaren, die het Christen dom in Frankrijk bedreigen, zijn vele. „Moraal", zoo zei een Luth. predikant van Parijs, „bestaat, hier zoo goed als niet. Zij is een wisselende grootheid geworden en heeft geen vaste normen meer. Het is dc vrucht van een Rousseau, die riep: „Terug tot de natuur". Men luistert niet meer naar den Bitheidie zonde zonde noemt". Met de opvoeding is het slecht gesteld Wanneer is de moeder er zijn onnoeme lijk veel werkende moeders in Frankrijk - wanneer zijn ze thuis? Eti als er geen werk buitenshuis is, dan drijft nog eigen genot haar weg uit haar gezien. Wat moet er van de Chr. oipvoeding Voorste rij geheel rechts Mr. Fr. Durrleman. directeur van „La Cause". terecht komen, als de kinderen, sinds er geen Chr. scholen meer zijn, thuis niet een tegenwicht krijgen tegen al wat hun aan atheïstisch en communis tisch onderwijs ingegoten wordt? Al dergelijke gevaren werden besproken op dit congres. Doch er werden ook aan toegevoegd de gevaren, die van het buiten land dreigen. Het is niet alleen de politieke, maar vooral ook de moreele invloed van het socialisme, het fascisme, het nationaal socialisme en het communisme, die zich doet gelden. Ze hooren niet thuis bij het Fransche volk. Ze zijn grootendeels Duit sche import „De massa begrijpt het niet", zei generaal Clément Grandcourt. „Men ziet niet, dat de groote waarden van het Fransche volk teloor gaan. Het eens zoo machtige Fransche rijk toont een droevigen staat van ven-al". „Wij zijn", om nog eenmaal citaat uit de prachtige rede van Bonn». te nemen, „wij zijn ons onzen doodsnood niet bewust. Ons volk ondergaat het. zon der het te weten. De veer moet weldra breken!" De Christen en de toekomst „Hoe zien wij dan de toekomst tegemoet', zoo besloot Benjamin Valloton, de bekende Zwitsersche schrijver, de serie van 20 lezingen. „Is er plaats voor optimisme, of moeten wij in pessimisme alle hoop laten varen?" Zijn antwoord luidde: „Optimisme bestaat er alleen voor degenen, die waarachtig pes simisme kennen. Alleen de Christen, die zijn Bijbel verstaat, begrijpt dik Zalig zijn de bedrukten, de vervolgden om Mijns Naams wil. Zijt kinderen des lichts. De hemel en de aarde zullen voorbij gaan. maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan". (Matth. 24). FRANCTEN M. BÜR6 VRIJHEID IN HET BOLLENBEDRIJF Antisaneerders vergaderen De vereeniging tot het behoud van hei bloembollenvak in Nederland „Ainti-sanee- ring" heeft gistermiddag te Haarlem haar eerste algemeene vergadering gehouden. De vergadering was heel druk bezet, In ziju openingswoord zeide de voorzitter, de heer M. Murk, dat het ledental sinds de op richtingsvergadering on 8 Februari j.l. ge» stegen is tot 2300, waardoor de vereenigmg thans de tweede plaats op de ranglijst der bloembollen-organisaties inneemt. Spr. zeide voorts, dat de Minister het stel- '1 van de teeltregeling met binnen- en bui» tenlandsche minimumprijzen heeft laten val len en er een teeltregeling met basisprijzen voor in de plaats gesteld. De tegenwoordige Minister heeft dus geen gehoor gegeven aan de stem van het vak en de [belofte niet geh de teeltregeling te behouden, wordt de cultuur in het buitenland gesteund, want bij dit stelsel mag men in Nederland geen enkele roe uitplanten, terwijl het buitenland volop gelegenheid heeft zijn teelt ongelimiteerd te vergrooten. Ook schijnt de Minister niet overwogen te hebben, aldus spr., dat hij door zijn be slissing den immoreel en handel in teelt- bewij®en steunt. De heer Murk betoogde voorts, dat door de saneering van de 9000 H.A. bloembollen, welke er in 1932 in Nederland waren, thans nog slechts ruim 4500 H.A. over zijn. Ruim 3000 kweekers zijn weggesaneerd en voor jonge kweekers is nog slechts in het bui tenland plaats. Een deel van de producten, wordt vernietigd en bovendien is een be denkelijk soort parasieten in het vak ge kweekt, dat leeft van den verhuur van teelt- bewijzen. Tenslotte hoopte spreker, dat de Vereeni ging er alsnog in zal slagen den Minister te overtuigen, dat opheffing van alle sanee- rings-maatregelen het bloembollen vak voor tn ramp zal behoeden. Nadat de verschillende jaarverslagen wa ren goedgekeurd en de heeren P. Bakker- Mzn. en P. M. Rooien van D a a 1 en als bestuursleden waren herkozen kwamen de reorganisatieplannen der Algemeene Veree niging voor Bloembollencultuur ter sprake. De voorzitter verklaarde, dat het vak irt een dwangbuis zal worden gestoken, indien deze plannen worden aangenomen, terwijl bovendien het hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging wederom voor onateienbaren tijd zal bestaan uit voorstanders der sanee ring, hoewel het overgroote deel der leden daar tegen is. Hij dirong er daarom bij alle anti-saneerders op aan, tegen de reorgani satieplannen te stemmen. Op den drang, de regeeringsmaat- regelen niet na te komen, wensch- te het bestuur niet in te gaan. Slechts langs organisatorischen weg moeten te anti-saneerders hun hooge doel trachten te bereiken. Graan uit Egyptisch graf gezaaid De auteur Joseph de Persquidoux te Parijs heeft dezer dagen het graan der Pharao's gezaaid. Dit graan is den vorigen winter ontdekt tijdens het onderzoek van een graftombe van een Egyptische konin gin, die daar ongeveer vijfduizend jaar ge leden werd begraven. De graankorrels be vinden zich nog in uitstekenden staat. Iemand, die reeds een proef heeft genomen met het zaaien van deze korrels, beweerde, dat de stengels een hoogte van meer dan twee meter bereiken. PRIJSVRAAG RAADHUIS AMSTERDAM Naar ons ter oore komt, kan het rapport van de jury, belast met het beoordeelen van de ingezonden ontwerpen voor den bouw van het nieuwe Raadhuis, binnenkort wor den verwacht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5