GEHUWDE VROUW
MAG NIET MEER WERKEN
.dsPl V-/1
Het 14 e Internationale Congres
van „La Cause"
DINSDAG 7 DECEMBER 1937
TWEEDE BLAD PAG. 5
Arbeidsverbod bij Hooge
Raad aanhangig gemaakt
Een ingrijpend vooronkcerp
van wet
Bescherming van het gezin
Hot door den minister van Sociale
Zaken bU den Hoogen Raad van Ar
beid aanhangig gemaakte voor-ont
werp van wet inzake arbeid van ge
huwde vrouwen, waarvan we gister
reeds in het kort melding uatlten, is
van ingrijpenden aard. Het behelst een
algemeen verbod voor gehuwde vrou
wen om werkzaamheden te verrichten
in een onderneming.
Een uitzondering is gemaakt voor
vrouwen, die kost winster van het ge
zin zijn. Ook dc vrouw van het hoofd
of den bestuurder der onderneming en
de vrouw, die zelf aan het hoofd eener
onderneming staat, valt buiten het
verbod.
Naar natuurlijk bestel dient de man de
kostwinner van het gezin te zijn en heeft de
>Touw tot taak de verzorging van het gezin.
In het feit, dat de vrouw door beroeps
bezigheden verhinderd wordt, de gezinsbelan
gen naar behooren te behartigen, ziet de mi
nister een sociaal euvel van zoodanige betee-
kenis, dat hij optreden daartegen van over
heidswege volkomen op zijn plaats acht.
Wei is het hem niet onbekend, dat het
aantal vrouwen, dat loonarbeid verricht, be
trekkelijk klein is. Hij zou daartegenover
kunnen aanvoeren, dat bij het huidige nog
steeds zeer hooge percentage van mannelijke
werkloosheid het in elk geval de moeite
waard is de gehuwde vrouw te beletten zich
op de arbeidsmarkt mede een plaats te ver
overen. Een gewichtiger rol speelt hier mis
schien nog de osychologische factor.
Maar de minister ziet dit vraagstuk vooral
als een zaak van beginsel. Zijns inziens be
hoort de overheid zich openlijk 'te schar
aan de zijde van hen. die meenen, dat de
gehuwde vrouw, door het enkele feit, dat ze
gehuwde vrouw is, haar levenstaak heeft in
haar gezin en dat het gezin beschermd ver
dient te worden, zooveel mogelijk, tegen het
.verrichten van beroepswerkzaamheden door
de gehuwde vrouw,
Een algemeen verbod
De minister wil zich niet tot een verbod
yan fabrieksarbeid beperken. Zijn uitgangs
punt is niet het verbieden van bepaalden
arbeid of arbeid in een bepaald milieu, maar
een verbod van arbeid van de gehuwde
rrouw als zoodanig ter wille van de bescher
ming van het gezin.
De eerste vraag, welke beantwoord moet
worden, is deze: hoever moet op het onder-
werpelijke gebied gegaan worden? Een prac-
tisch bruikbaren maatstaf meent de minister
gevonden te hebben door voorop te stellen
een algemeen verbod voor gehuwde vrouwen
om werkzaamheden in een onderneming te
yerrichten.
De regeling zal dus het terrein bestrijken,
waarop in het algemeen de arbeidswetgeving
geldt. Met een onderneming stelt het ont
werp gelijk, hetgeen daarmede ingevolge art
1, derde lid, der arbeidswet 1919, is gelijkge
steld. Op één punt gaat het ontwerp hierin
nog wat verder De genoemde bepaling van
'de Arbeidswet beschouwt namelijk niet als
arbeid in een onderneming de werkzaamhe
den, die in een inrichting of een tak van
dienst onder het beheer van de overheid in
een kantoor verricht worden, de werktijden
'der ambtenaren worden terecht door een af
zonderlijke wettelijke regeling beheerscht.
Maar deze wijze van redigeeren van die be
paling der Arbeidswet brengt tevens met
zich mede, dat het personeel, dat in zulk een
inrichting of bij zulk een tak van dienst be
last is met het schoonhouden der kantoren,
eveneens buiten de Arbeidswet valt. Aange
zien er geenerlei redelijk motief aan te voe
ren is, aldus de memorie van toelichting,
om voor de gehuwde vrouwen, die dat werk
doen, een ander standpunt in te nemen dan
voor de in een onderneming werkende ge
huwde vrouwen, wordt in art. 1, onder a. 2e,
'die schoonmaakarbeid onder de wet ge
bracht
In aansluiting bij het bepaalde in het le
lid, onder c. van art. 1 der Arbeidswet, zal
de vrouw van het hoofd of den bestuurder
der onderneming en de vrouw, die zelf aan
het hoofd eener onderneming staat, buiten
het verbod komen te vallen.
Voor zooveel noodig, wordt er op gewezen,
'dat de uitzonderingen op het begip .arbeid",
welke de Arbeidswet in het le lid van art 1
noemt, niet zijn overgenomen, zoodat de ont
worpen regeling ook omvat de gehuwde vrou
wen, die in een onderneming van landbouw,
e. d. werkzaam zijn.
Werkzaamheden in huiselijke diensten blij
ven, evenals bij de Arbeidswet, buiten de re
geling Het betreft hier voornamelijk de
groep der z-g- werksters. Uit een oogpunt van
controle zou het moeilijk zijn. deze groep van
vrouwen onder de wet te brengen. Princi
pieel zou er geen bezwaar tegen bestaan.
Art. 2 van het ontwerp behelst het alge-
meenc verbod van arbeid van gehuwde vrou
wen, voor zoover daarop bij de verdere arti
kelen geen uitzondering wordt gemaakt.
Uitzonderingen
Onder de uitzonderingen op art. 2 valt in
'de eerste plaats te denken aan de vrouw,
die de kostwinster van het gezin is.
Er zullen dan echter de noodige waarbor
gen aanwezig zijn, dat inderdaad sprake is
van noodgevallen.
Aangenomen mag worden, dat van
noodzaak wel steeds sprake zal zajn,
wanneer het gezin, om te komen tot
een bedrag voor levensonderhoud,, dat
niet hooger ligt dan een normaal ar
beidersinkomen, voor een goed deel is
aangewezen op de inkomsten uit den
arbeid der vrouw. In zulk
een geval kan de vrouw zonder meer
als kostwinster beschouwd worden en
geldt het verbod van art 2 voor haar
niet.
Maar in alle andere gevallen zal de vrouw,
die meent als kostwinster aangemerkt te
moeten worden, in het bezit moeten zijn van
een desbetreffende geldige verklaring, door
of namens den minister van Sociale Zaken
afgegeven, nadat te zijnen genoegen is aan
getoond, dat het gezin voor het levenson
derhoud op den arbeid der vrouw, althans
belangrijke mate is aangewezen.
Degene bij wien een gehuwde vrouw
werkt, anders dan ten behoeve van een huis
houding, zal er zich telkens van dienen te
vergewissen, of zij dien arbeid verrichten
mag.
ziin beoaalde soorten van .arbeid",
welke al dan niet onder bepaalde voorwaar
den. door gehuwde vrouwen verricht moe
ten kunnen worden, zonder dat daartoe een
speciale toestemming vereischt is. De minis
ter denkt hier bv. aan den landbouw.
Art. 4 van het ontwebp bepaalt, dat uit
zonderingen, als hier bedoeld, bij algemee-
nen maatregel van bestuur Jcunnen worden
astgeeteld.
Stelsel van vergunningen
Het stelsel van vergunningen zal hier
uiteraarj niet gemist kunnen worden. In
verschillende gevallen kan het gewenscht
zijn, dat een vrouw nog eenigen tijd na het
in werking treden der wet haar gewonen
arbeid kan blijven voortzetten. Maar ook af
gescheiden daarvan kunnen zich allerlei om
standigheden voordoen, welke het noodig
maken, dat tijdelijk de verbodsbepaling, van
art. 2, voor haar wordt uitgeschakeld. Die
omstandigheden kunnen de vrouw zelf be
treffen, maar, waar die bepaling niet geldt
voor de kostwinster, zullen het veelal bepaal
de omstandigheden in het bedrijfsleven zijn,
welke aanleiding geven tot het verleenen
een vergui\ning. Men denke bijv. aan
tijden van seizoendrukte.
Vergunningen, als in dit artikel bedoeld,
worden op het voetspoor van de Arbeidswet
•.d. in de eerste instantie door de districtshoof
den der arbeidsinspectie verleend. Bij d<
geling van het beroep art 5, 3e lid heeft
de minister de bedrijfsraden ingeschakeld
als beroepsinstantie. Hiermede krijgen de
bedrijfsraden dus een nieuwe taak.
Volgens het 4e lid van art. 5 kan de minis
ter de beslissing van den bedrijfsraad om
redenen van algemeen belang vernietigen en
alsdan zelf een nadere beslissing in beroep
nemen.
Bij het ontbreken van den bedrijfsraad is
de minister de normale beroepsinstantie.
Evenals de Arbeidswet kent ook de onder
havige regeling groepsvergunningen. Vooral
ook voor den landbouw in zijn verschillende
takken kunnen deze van groote beteekenis
zijn. Zij worden verleend door den minister.
De minister zal, behalve in spoedeischende
gevallen, het advies van; den bedrijfsraad
moeten inwinnen, alvorens zulk een vergun
ning te verleenen. Gaat 't om vergunningen,
welke zich over ten minste een half jaar uit
strekken, dan wordt bij ontstentenis van een
bedrijfsraad en ditzelfde geldt voor het
verleenen van vergunningen door den minis
ter in beroep het advies ingewonnen van
een door den voorzitter van den Hoogen
Raad uit dit college samengestelde com
missie.
1 7
ft t
f" Ti.:'*! >2£-t i t
•f-f- -'TT-/'* -
■-"9 —.a.—
,w- -f~ .z.#-. wu. -
-Sr*- J&mIC
fff" ;V
Sïr v i -T"-—
- v
ROFFELRIJMEN
LIEF VADERLAND
vlucht te zoeken in. de Frani
hoofdstad.
Als we zeekre bladen lezen
Wint het Sovjetparadijs
In de wedren naar volmaking
Onbetwist de eerste prijs.
Nergens heeft het kind het beter,
Nergens heerlijker de vrouw
Nu een eerlijk eind gemaakt is
Aan antieke huw'lijkstrouw.
Nergens is het leven -rijker
Voor den armen proletaar;
Voor zijn zweet en zwoegen krijgt
Wel bij uitstek puike waar:
Bioscooptheaterbonnen
Krijgt hij op z'n zwarte brood,
Kunstrecensies bij z'n koolsoep,
Want de godsdienst is er dood.
Officieele opname van een vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Links de regeeringstafel met v.l.n.r de
ministers Welter, Van Boeyen. Goseling, Patijn, Colijn, De Wilde, Van Dijk, Slotemaker de Bruine, Van Buuren en Romme.
Rechts, op de voorzitterszetel Mr. J. R. H. van Schaik. president der Kamer. Op den achtergrond de rechterzijde, op den voor
grond (met de rug naar de camera) de linkerzijde. Tusschen regeerings- en voorzitterstafel de stenografen der Kamer.
Militaire colonnes
En de vastgestelde verkeersregelingen
Men kent de geschiedenis van het vrij
sprekend vonnis van den luitenant der Ko
loniale Re-serve te Nijmegen, die in conflict
kwam met de Bloemendaalsohe politie bij
de Jamboree marsch. De Chr. Politie
ambtenaar kan blijkbaar dit vonnis
niet begrijpen en zegt er o.m. van:
Waar wij echter op willen wijzen, is,
dat de Krijgsraad in zijn uitspraak min
of meer sanctionnneert de toch wel tte-
denkelijke opvatting, dat militaire colon
nes, welke van de openbare weg gebruik
maken, zich daarbij uitsluitend hebben te
richten naar de bevelen hunner eigen auto
riteiten en dus niet hebben in acht te ne
men de maatregelen, welke krachtens ver
ordening door den burgemeester als hoofd
der politie voor het grondgebied zijner ge
meente in het belang eener goede ver
keersveiligheid zijn getroffen.
Een onhoudbare consekwentie van deze
opvatting zou immers zijn, dat militaire
troepen, over de openbare weg marchee
rend, op grond van een ambtelijk bevel
van hun commandant zaoh van geen ver
keersteekens of aanwijzingen van de poli
tie ook maar het minst zouden hebben aan
te trekken. Tot welke toestanden zulks
zou leiden in deze tijd, waarin de politie
in het belang van een goede verkeersrege
ling en de veiligheid op de weg reeds alle
krachten moet inspannen, behoeft wsi
geen betoog. Zeer zeker zou dan sprake
zijn van een ongeoorloofde beperking van
de politie-bevoegdheid.
Te minder kan de uitspraak van den
Krijgsraad bevredigen, waar hier sprake
was van een geheel onverplichte deelname
aan een marschwedstrijd. Toen door don
betreffenden detachements-oommandant
deelname aan die marsch wed strijd werd
overwogen, had hij allereerst de voor hem
geldende ambtsbevelen, reglementen, enz.
dienen te toetsen aan de voor deelname
in het belang van de verkeersveiligheid
gestelde voorwaarden. Zou dan een en an
der niet met elkaar te vereenigen zijn ge
bleken, dan had hij van medemarcheeren
moeten afzien. Dat hij met volkomen ne
gatie der gestelde voorwaarden toch heeft
deelgenomen en thans nog door den Krijg»
raad in bescherming wordt genomen, is
wel zeer onbevredigend te noemen.
„Arja"
Wintertijd is werktijd. Dat geldt voor alle.
'Christelijke actie. Dat geldt ook voor de
'Arja-cluhs welker doel is de bestudeering
Ider anti-revolutionaire beginselen t« bevor
deren onder de jongeren. Om daarop eens
extra de aandacht te vestigen verscheen
thans een propaganda-nummer, dat in opzet
en uitwerking iets afwijkt van de gewone
maandbladen.
't Is met vrijheid en gelijkheid
Daar in Rusland navenant.
't Is in Nederlandsche woorden
Een gelukkig vaderland.
Daarom doet mij het berichtje
Ietivat onbetrouwbaar aan
Dat een Rus-in-bonis weigert
Naar dat oord terug te gaan.
Ook al zegt hij ons de reden,
Dan kan ik er nog niet bij:
,fM.en vernietigt er het kader
Der partij", verkondigt hij.
Alles rustig ovemvegend
Zegt mij mijn beknopt verstand
Dat hij graag z'n kop moest geven
Voor dat lieve vaderland.
(Nadruk verboden) LEO LEh
Dit nummer geeft allereerst de gebruike
lijke officieele mededeelingen, voert daarna
enkele vooraanstaande personen sprekend in
en vertelt dan iets van de werkwijze van
de clubs. Daarop volgt een declamatoriuin,
dat afwisseling kan brengen op de vergade
ringen over „Kuyper-Colijn" en waaruit wij
deze solozang over Kuypers dood lichten:
Luidt, klokken luidt den dood uit.
Galmt van uw transen rouwgezangen.
Gods held, zoo groot, prooi van den dood.
Wie zal den fieren held vervangen?
Maar God is groot: hoog boven dood
Zingt, klokken, van Zijn trouw uw zangen.
Luidt, klokken, luidt ver langs de velden.
Zingt mee haar lied, gij jonge helden:
Trouw is Jehova, sterk Zijn hand.
Hij blijft de God van Nederland.
Uit dit nummer blijkt ook de gezegende
samenwerking tusschen Anti-rev. propa-
ganda-club en Arja: van de cursussen in
het Kuyperhuis gegeven, kunnen beide ge
bruik maken.
Na eenige schetsen vindt men tenslotte
een rubriekje „Politieke Humor" welke
thans een „Spaansch Pepertje" bevat van
de volgende inhoud:
De vrijwilligers moeten uit Spanje!
was eind'lijk de eisch van Brittanje.
De Due' zei: Dat kan!
Geen Italiaansch man
ging immers „vrijwillig" naar Spanjel
Gratis
bi] koop van doos of pot Dom po
deze Dampo-inhalator»t>n
om bij een hevige verkoudheid
Dampo-damper» in te ademen. JL-,
Doo» 30 Po» 50et. Bi] Apoth. on Dreg.
Wonderlijk zooalt Dampo helpt!
Het Protestantisme
in Frankrijk
NIET ver van 't bekende „Quartier Latin"
in Parijs, in een zaal, dié ongeveer 200
mensehen kon bevatten, werd einde Novem
ber een congres gehouden.
De wanden der zaal vertelden den bezoe
ker in duidelijke taal waar het om ging.
Spreuken als: „Wij zijn zeker van de
zaak, die wij dienen" van Calvijn; „Indien
gij met ons wilt gaan, weet, dat gij in eer.
strenge krijgsschool treedt", van Farel, of:
Jloe gaarne wilde ik mij afzijdig houden
en mijn dagen rustig doorbrengen. Maar 't
is Uwe zaak Heere, en niet de mijne", van
Luther, toonden klaar, waar het om ging.
„La Cause"
„'t Is Uw zaak, Heere, niet de mijne",
dat is ook het devies van „La Cause", la
cause du Seigneur, de zaak des Hecren
De zaak des Heeren heeft groote schade
geleden en lijdt nog groote schade in
Frankrijk.
Aan „La Cause" komt de eer toe, dat m
met dit congres de bazuin geblazen, de
alarmklok geluid heeft
Wat is „La Cause"?
Uitgaande van de gedachte, dat het de
taak der Protestanten in Frankrijk is, zich
ten opzichte van hun land en hun mede
burgers verantwoordelijk te weten, brengen
zij het Evangelie en trachten ze de door
werking daarvan in het maatschappelijke
en politieke leven te bevorderen. Daarom
zoekt de Directie van deze vereeniging
(waarvan mr Freddy Durrleman het
hoofd is) en met haar de velen, <Jie haar
ten dienste staan, allereerst de Protestanten
tot een levend geloof op te wekken.
Het Protestantisme in Frankrijk is geen
eenheid. Uiterlijk op het oogenblik wel.
want verschillende kerken hebben zich ver-
eenigd tot een Federatie „la Fédération des
Eglises Protestantes de France".
Maar dat is grootendeels een administra
tieve eenheid.
De Protestantsche kerken staan mis
schien niet zoo ver van elkaar af Maar
de Protestanten zelf zijn in wezen hope
loos verdeeld.
Wat voor kracht kan er uitgaan van een
koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is?
„La Cause" roept de afgedwaalde Chris
tenen, verstrooid in alle oorden van het
groote Frankrijk, terug tot de eenheid in
Christus. Zij doet haar stem uitgaan door
de radio, verspreidt den Bijbel en voorts
alle Christelijke lectuur, die tot opbouwing
dienen kan, en zij vormt evangelisten door
een schriftelijke opleidingscursus.
Klein onder de duizenden
Er zijn ongeveer 40 millioen Franschen,
en daaronder 1 millioen Protestanten en
daarvan maar een klein percentage waar
achtige Christenen!
Wat kunnen zij eigenlijk uitrichten! Wel
zij vragen niet, wat kunnen wij doen,
maar wat is onze taak. onze plicht
Zoo gaat ook „La Cause" uit. en predikt
het Evangelie aan de landgenooten en aan
alle Fransch-sprekenden,
door Bijbel colportage en radio-toespra
ken, door evangelisatie-samenkomsten
met volwassenen, eenvoudigen en intel-
lectueelen, onder zeer verschillende
vorm; ook door apologetiek en zoo noo
dig polemiek; door congressen tegen 't
en In het algemeen door in woord en ge
schrift te waarschuwen tegen al wat zich
openlijk of bedekt verzet tegen het Evan
gelie.
Ook op sociaal terrein werkt ,4a Cause"
maar einddoel is toch altijd: het Woord
Gods uitdragen, en oproepen tot bekeering.
Daarom is het te verstaan, dat „la Cause"
in Parijs een congres organiseerde.
Zij doet dit ieder jaar. Maar dit jaai
was het thema bijzonder belangwekkend:
Op dit congres is de waarheid onder
oogen gezien, zoo zelfs, dat men zich als
vreemdeling geneerde de fouten en nooden
van het Fransche volk zoo te zien uitge
stald. Niet voor niets zei Abel Bonnard,
lid van de Académie Franqaise (en zelf
R.K.): „Het kost groote inspanning de noo
den te onderkennen. Daarvoor moet men
in de diepte graven. En dan is de weg voor
de Christenen deze: terug tot den Bijbel".
Terug tot den Bijbel
Dat heeft „La Cause" terecht begrepen,
lederen morgen werd aan de hand van de
H. Schrift nagegaan, wat zij ons leert over
gezag en vrijheid, geloof en moraal, arbeid
en bezit, en ware Chr vruchtbaarheid.
Kortom, wat zegt Gods Woord ons over de
grondslagen der maatschappij.
Terug tot de geschiedenis
burgerlijke en politieke plichten der Chris
tenen gedacht? Hoe stonden de vromen
van vóór de Reformatie, de Reformatoren
zelf, er voor?
Dit laatste'onderwerp werd ingeleid door
den ons bekenden professor Lecerf,
Luther zocht tegen de macht van den
Paus steun bij de Overheid. De Staat kreeg
op die manier zeggenschap over de Kerk.
En de Kerk in Duitschland plukt er heden
ten dage nog de wrange vruchten van.
Zwingli had schoone idealen over 3e
éénheid van KeTk en Staat Maar. doorzijn
vroegtijdige dood en de beperktheid van
zijn invloed, zijn die idealen nooit ver
wezenlijkt
Calvijn heeft ons een weg gewezen, die
zelfs in onzen tijd. door de zegeningen, die
wij ervan ondervinden, gerechtvaardigd
wordt.
Aan den Staat het recht te oordeelen
over het profane, aan de Kerk over het
geestelijke. Geen onderwerping als Kerk
aan César, wel als geloovige, elk in 't
bijzonder; tenzij de macht van den
Staat zoover gaat dat zij onze consciën
tie raakt
De Christenen en 'de politiek van heden
Op dit congres werd niet alleen nagegaan
wat in vroeger eeuw door de geloovigen
over dit onderwerp gedacht is, maar ook,
hoe hun houding in dezen tijd is en moet
„Moet", zoo legde mr Durrleman on-
de vraag voor, „moet een Christen zich
mengen in de politiek, of zich afzijdig hou
den, zooals tot nu toe bijna steeds het ge
val is" Hijzelf gaf er het antwoord op en
met klem trachtte hij zijn toehoorders te
overtuigen, dat het voor den Franschen pro
testant meer dan ooit tijd wordt zijn in
vloed in het politieke leven te doen gelden.
Een andere vraag ia deze: moet een pre
dikant vooraan staan in de gelederen op
politiek terrein, of moet hij zich beperken
tot het wijzen op de taak, die de Christe
nen in dezen te doen hebben?
Doze, en andere problemen, meende mr
Durrleman, moesten eigenlijk in kleine
groepen bestudeerd en besproken worden.
De Christenen en de moraal van heden
De zedelijke gevaren, die het Christen
dom in Frankrijk bedreigen, zijn vele.
„Moraal", zoo zei een Luth. predikant van
Parijs, „bestaat, hier zoo goed als niet. Zij
is een wisselende grootheid geworden en
heeft geen vaste normen meer. Het is dc
vrucht van een Rousseau, die riep: „Terug
tot de natuur". Men luistert niet meer naar
den Bitheidie zonde zonde noemt".
Met de opvoeding is het slecht gesteld
Wanneer is de moeder er zijn onnoeme
lijk veel werkende moeders in Frankrijk -
wanneer zijn ze thuis? Eti als er geen werk
buitenshuis is, dan drijft nog eigen genot
haar weg uit haar gezien.
Wat moet er van de Chr. oipvoeding
Voorste rij geheel rechts Mr. Fr. Durrleman.
directeur van „La Cause".
terecht komen, als de kinderen, sinds
er geen Chr. scholen meer zijn, thuis
niet een tegenwicht krijgen tegen al
wat hun aan atheïstisch en communis
tisch onderwijs ingegoten wordt?
Al dergelijke gevaren werden besproken
op dit congres. Doch er werden ook aan
toegevoegd de gevaren, die van het buiten
land dreigen. Het is niet alleen de politieke,
maar vooral ook de moreele invloed van
het socialisme, het fascisme, het nationaal
socialisme en het communisme, die zich
doet gelden. Ze hooren niet thuis bij het
Fransche volk. Ze zijn grootendeels Duit
sche import
„De massa begrijpt het niet", zei generaal
Clément Grandcourt. „Men ziet niet,
dat de groote waarden van het Fransche
volk teloor gaan. Het eens zoo machtige
Fransche rijk toont een droevigen staat van
ven-al". „Wij zijn", om nog eenmaal
citaat uit de prachtige rede van Bonn».
te nemen, „wij zijn ons onzen doodsnood
niet bewust. Ons volk ondergaat het. zon
der het te weten. De veer moet weldra
breken!"
De Christen en de toekomst
„Hoe zien wij dan de toekomst tegemoet',
zoo besloot Benjamin Valloton, de
bekende Zwitsersche schrijver, de serie van
20 lezingen. „Is er plaats voor optimisme,
of moeten wij in pessimisme alle hoop laten
varen?"
Zijn antwoord luidde: „Optimisme bestaat
er alleen voor degenen, die waarachtig pes
simisme kennen. Alleen de Christen, die
zijn Bijbel verstaat, begrijpt dik
Zalig zijn de bedrukten, de vervolgden
om Mijns Naams wil. Zijt kinderen des
lichts. De hemel en de aarde zullen voorbij
gaan. maar Mijn woorden zullen geenszins
voorbijgaan". (Matth. 24).
FRANCTEN M. BÜR6
VRIJHEID IN HET
BOLLENBEDRIJF
Antisaneerders vergaderen
De vereeniging tot het behoud van hei
bloembollenvak in Nederland „Ainti-sanee-
ring" heeft gistermiddag te Haarlem haar
eerste algemeene vergadering gehouden. De
vergadering was heel druk bezet, In ziju
openingswoord zeide de voorzitter, de heer
M. Murk, dat het ledental sinds de op
richtingsvergadering on 8 Februari j.l. ge»
stegen is tot 2300, waardoor de vereenigmg
thans de tweede plaats op de ranglijst der
bloembollen-organisaties inneemt.
Spr. zeide voorts, dat de Minister het stel-
'1 van de teeltregeling met binnen- en bui»
tenlandsche minimumprijzen heeft laten val
len en er een teeltregeling met basisprijzen
voor in de plaats gesteld.
De tegenwoordige Minister
heeft dus geen gehoor gegeven
aan de stem van het vak en de
[belofte
niet geh
de teeltregeling te behouden, wordt de
cultuur in het buitenland gesteund, want
bij dit stelsel mag men in Nederland
geen enkele roe uitplanten, terwijl het
buitenland volop gelegenheid heeft zijn
teelt ongelimiteerd te vergrooten. Ook
schijnt de Minister niet overwogen te
hebben, aldus spr., dat hij door zijn be
slissing den immoreel en handel in teelt-
bewij®en steunt.
De heer Murk betoogde voorts, dat door
de saneering van de 9000 H.A. bloembollen,
welke er in 1932 in Nederland waren, thans
nog slechts ruim 4500 H.A. over zijn. Ruim
3000 kweekers zijn weggesaneerd en voor
jonge kweekers is nog slechts in het bui
tenland plaats. Een deel van de producten,
wordt vernietigd en bovendien is een be
denkelijk soort parasieten in het vak ge
kweekt, dat leeft van den verhuur van teelt-
bewijzen.
Tenslotte hoopte spreker, dat de Vereeni
ging er alsnog in zal slagen den Minister
te overtuigen, dat opheffing van alle sanee-
rings-maatregelen het bloembollen vak voor
tn ramp zal behoeden.
Nadat de verschillende jaarverslagen wa
ren goedgekeurd en de heeren P. Bakker-
Mzn. en P. M. Rooien van D a a 1 en als
bestuursleden waren herkozen kwamen de
reorganisatieplannen der Algemeene Veree
niging voor Bloembollencultuur ter sprake.
De voorzitter verklaarde, dat het vak irt
een dwangbuis zal worden gestoken, indien
deze plannen worden aangenomen, terwijl
bovendien het hoofdbestuur der Algemeene
Vereeniging wederom voor onateienbaren
tijd zal bestaan uit voorstanders der sanee
ring, hoewel het overgroote deel der leden
daar tegen is. Hij dirong er daarom bij alle
anti-saneerders op aan, tegen de reorgani
satieplannen te stemmen.
Op den drang, de regeeringsmaat-
regelen niet na te komen, wensch-
te het bestuur niet in te gaan.
Slechts langs organisatorischen weg moeten
te anti-saneerders hun hooge doel trachten
te bereiken.
Graan uit Egyptisch graf gezaaid
De auteur Joseph de Persquidoux te
Parijs heeft dezer dagen het graan der
Pharao's gezaaid. Dit graan is den vorigen
winter ontdekt tijdens het onderzoek van
een graftombe van een Egyptische konin
gin, die daar ongeveer vijfduizend jaar ge
leden werd begraven. De graankorrels be
vinden zich nog in uitstekenden staat.
Iemand, die reeds een proef heeft genomen
met het zaaien van deze korrels, beweerde,
dat de stengels een hoogte van meer dan
twee meter bereiken.
PRIJSVRAAG RAADHUIS AMSTERDAM
Naar ons ter oore komt, kan het rapport
van de jury, belast met het beoordeelen van
de ingezonden ontwerpen voor den bouw
van het nieuwe Raadhuis, binnenkort wor
den verwacht