Maidenspeech van Min. Pafijn
MIJNHARDTJES".
LANGS WONDERLIJKE WEGEN
WOENSDAG i DECEMBER 1937
DERDE BT.AD PAG. 9
Tweede Kamer-verslas
.Beleid van Buifenlandsche
Zaken onder de loupe
Geen erkenning
Rusland
Bezorgde gezichten te
Genève
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijnen
Rheumatische pijnen-Spit-Spierpijn
r p Periodieke pijnen - Kou en Griep.
iv~<yyicLs2^i smeA mil-:
Een spannend Engelsch verhaal
Vertaald door E. H.
HOOFDSTUK IX
(19
Sinds eenige dagen werd Daphne op haar „kantoor" ge
holpen door een jong meisje, de dochter van den inwonenden
apotheken, die een zeer bekwaam typiste was.
Op eet ochtend vond zij een brief van haar moeder op de
schrijftafel; liggen. Ze wilde die niet open doen vóór ze met
haar werk klaar was.
Ze sorteerde wat was te behandelen door haar en wat door
Miss Gibbs, haar assistente en ging toen zelf haar instructies
halen bij dokter Oliphant. Hij was druk bezig en vroeg haar
of ze om twaalf uur nog even wilde terugkomen.
Toen zij het vertrek verliet riep hij haar nog na: „Als ik hier
niet ben, blijft u dan nog even op mij wachten. Lang zal ik u
niet ophouden".
Miss Gibbs ging precies twaalf uur naar huis en toen zij
weg was keerde Daphne weer naar de studeerkamer van den
dokter.
Hij was er niet, dus nam zij plaats in den grooten stoel naast
de schrijftafel. Toen herinnerde zij zich ineens, dat ze haar
brief nog niet gelezen had. Ze haalde die te voorschijn uit het
taschje, dat zij altijd bij zich droeg en deed 'm open. Die brie
ven van haar moeder waren nooit heel opgewekt of
kend; eer het tegendeel, want ze stonden in den regel vol
wijten. Déze bevatte een kranten-uitknipsel, dat luidde: „De
verloving wordt aangekondigd van Miss Marjorie Hampton,
oudste dochter van Sir Frederick Hampton, met luitenant
Harold Tfoulkes van Hartway Hall".
In het eerst moest Daphne er even om glimlachen. Verbeeld
je: Harold in dienst!Ze kon zich hem moeilijk voorstellen
in zijn nieuwe rol!Maar het werd den jongelui niet ge
vraagd, of ze lust voelden om onder dienst te gaan,1 En
nu was hij verloofd. Vaag herinnerde zij zich Marjorie Hamp
ton: ze had haar wel eens ontmoet, ofschoon ze toch niet tot
haar kennissenkring had behoord. Nu, ze hoopte maar, dat
die twee heel gelukkig zouden zijn en dat Marjorie hem nooit
aanstoot zou geven!
Het kranten-uitknipsel was in haar schoot gegleden en ze
begon nu den brief te lezen. Die was bitterder van toon dan
ooit. Mrs. Somerville was woedend, dat een ander meisje zich
verloofd had met den jongeman, dien zij tot echtgenoot had
verlangd voor haar eigen dochter en ze weidde uit over de
zelfzuchtigheid van Daphne om zulk een goede partij verloren
te laten gaan!
Ze schreef, dat ze zich nu geheel vernederd voelde: zoo
lang Harold nog niet verloofd was, had ze het niet in twijfel
getrokken, dat hij zwijgen zou over het verleden, maar nu hij
geëngageerd was met die intrigeerende Marjorie Hampton
zou Daphne's heele „avontuur" natuurlijk in minder dan geen
tijd alom bekend zijn!
En zóó ging het maar voort, al scherper en verwij tender tot
Daphne tenslotte de tranen in de oogen kwamen.
Ineens hoorde zij de stem van den dokter, uit de andere
kamer komen. Ze droogde haar tranen af. maar toen hij bin
nenkwam wist ze heel goed, dat 't een en ander zijn aandacht
niet was ontgaan.
Hij hield zich of hij wat zocht in het brievenrek achter haar
en zei: „Ik heb daar twee brieven voor u ter beantwoording
neergelegd. Miss Somerville. Op die eene van het „Instituut"
moet u schrijven: „Ja; zoo gauw mogelijk"; en op die ander
een beleefd: „Neen". Dat is alles".
Dankbaar spoedde ze zich weg en door hen beiden onge
merkt gleed het couranten-uitknipsel op de grond.
Toen de deur achter haar dicht was, keerde dokter Oliphant
zich om met gefronste wenkbrauwen: Wat zou haar zoodanig
van streek hebben gemaakt, zijn secretaresse, wier welzijn hem
zoozeer ter harte ging?
Hij zag het stukje kranten-uitknipsel liggen, raapte het op
en wilde het in de prullemand gooien. Toevallig viel zijn oog
op het opschrift van de courant: „De Koerier van Coulbeech"
en zoo las hij ook vervolgens de aankondiging van de ver
loving.
Meer naar de deur toe lag een enveloppe. Die raapte hij
ook op en zag het poststempel „Coulbeech" en zag ook, dat
die gericht was aan Miss Somerville.
In een ommezien begreep hij alles; of tenminste hij
dacht, dat hij het begreep
Dus die Tfoulkes was degene, die haar eens die schit
terende diamanten ring gegev
die haar in den steek gelaten d omdat hij
niet passend gedragen had
voelde Roland Oliphant zich
Iémand had Daphne Some
mee te deelen, dat die Tfoulk
Er. daar had zij nu om geschreidDus ze gaf tóch nog om
hém.
Nu, als dit zoo was zou ze hem hébben, dacht hij; tenminste,
als het mogelijk was, hem weer voor haar vrij te maken, Hij
zou dien Tfoulkes de waarheid meedeelen. met alle risico's
voor zichzelf en als die dan nóg niet zijn eerste liefde ge-«
trouw bleef nu dan was hij heelemaal geen knip voor de
neus waard!
Hij belde driftig en het werkmeisje, dat kwam hooren. hoe
zijn orders luidden, keek verschrikt, op het zien van zijn on-
heilspellenden blik.
„Stuur dokter Clements hier!" klonk het. „En zeg. dat mijö
valies gepakt wordt maar voor één nacht. Morgen ben ik
weer terug. Onmiddellijk moet de auto voorkomen".
Met een ademloos: „Ja, sir", ijlde het meisje weg.
Tien minuten later ging dokter Oliphant op weg door de
hall naar het kantoortje van Daphne. Hij sprak niet tegen haar;