TUINBOUW
Ons Praatuurtje
AGENTEN GEZOGHT
POKONSK
WOENSDAG 10 NOVEMBER 1937 No. 108
DE LIDCACTUS
Let op het verplaatsen
van de plant
Ons werd gevraagd ook eens weer iets
over de kamerplanten te schrijven. En oi9t
name over de lidcactus.
Deze stond bij den vrager reeds in knop
en omdat het vorig jaar de knoppen niet
alle goed doorkwamen of zelfs afvielen,
komt hij mij om advies vragen.
Welnu, bij herhaling zullen we nog eens
iets over de lidcactus schrijven. Bij herha
ling, want reeds vaak is deze het onderwerp
van onze bespreking geweest. Maar we doen
het graag nog eens voor belangstellende lc
zers en lezeressen.
Als ze een wensch hebben Laten ze dan
maar even schrijven en indien het mogelijk
is zullen we aan hun verlangen vo doen.
Elke week iets over kamerplanten schrij
ven durven we niet beloven. Dat zou te veel
vragen van de plaatsruimte, die in de eerste
plaats bestemd is voor land- en tuinbouw
in al hun vertakkingen. Maar we zul en ons
best doen.
Kort en, naar we hopen duidelijk, zuil in
we zoo nu en dan iets over kamerplanten
schrijven.
Van de lidcactus, ook wel duimledencac-
tus genoemd, moet vóór alles gezegd worden,
dat ze zeer aan haar plaats gehecht is. Zóó
gehecht, dat a s men ze op een andere plaats
voor het raam zet of draait, zoodat een an
dere zijde naar het licht komt, de bloem
knoppen er af vallen. Soms ook de leden
wel. Dat komt omdat de bloemknoppen een
bepaalde stand ten opzichte van het licht
willen aannemen. Zijn ze zóo eenmaal ge
groeid, dan zal bij verplaatsing de knop zich
weer in die houding willen zetten, wat bij
deze plant niet kan lijden: de verbinding
tusschen knop en blad (of stengel) groeit
stuk en de knop valt af.
Dus, vooral als de knoppen komen de
plant op dezelfde p'aats en gelijk laten
staan.
Wij plaatsten in de pot, zooals wij reeds
vroeger aangaven, aan de luchtzijde een
lucifersstokje. Dan weten we juist hoe de
pot moet staan. Velen hebben <jeze raad al
opgevolgd en met succes, naar we hooren.
Ook door te hooge of te lage of door plot
se inge groote verschillen in temperatuur
worden de knoppen afgeworpen. Het beste
is een gelijkmatige wanmte van 60 a 65 gr. F
De lidcactus moet wel veel licht hebben,
doch felle zonnestralen zijn niet goed.
Bovendien moet men ivoor de noodige
vochtigheid zorgen. De oorspronkelijke groei
plaats is in de bosschen van Brazilië. Daar
is de lucht heel vochtig. Ook in de kamer
moet de hioht dus vochtig zijn. Nu de knop
pen aan de lidcactus komen is het heel goed
eiken morgen de plant met lauw water te
besproeien.
Na de bloei volgt een rustperiode. Dus heel
weinig water. Uitdrogen is echter ook niet
goed. Dat duurt tot ongeveer half April. In
deze tijd geve men ook geen mest.
Na deze periode kan zoo noodlg de plant
in een iets grootere pot gezet worden. Op
en goede laag grint of scherven komt voed
tame tuinaarde, vermengd met grof zand,
wat. kalkpuin er door is heel goed.
Tot September volgt de groeiperiode. Veel
licht, doch geen felle zon, véél water, vaak
besproeien en bemesten met Asef of Pokon,
volgens vooi-schrift, is dan aan te bevelen.
Daarna volgt weer een rustpoos, totdat de
bloemknopjes komen, waarna we weer volop
.ater geven en besproeien. Dit laatste niet
s de bloemen reeds open zijn.
Een tuin-encyclopedie
Eenig en ïraai
Een buitengewoon mooi en eenig werk
komt thans in afleveringen van de pers,
van Van Loghum Slaterus N.V. te Arnhem.
Het is Herwigs Practische Tuinencyclopedie
Dit is een eenig werk, omdat, voor zoover
we weten nog niet eerder in ons land een
encyclopedie verscheen, die geheel en al
aan de tuin is gewijd.
N'tt alleen worden alle in Nederland
voorkomende en gekweekte gewassen ge
noemd. Zoowel boomen als bloemen en
kiuiden. zoowel kamer- als kasplanten, zoo
wel fruitgewassen als groenten, zullen er in
beschreven worden. Ook de ziekten en de
bestrijdingsmiddelen en -methodes, de be
mesting en het gereedschap wordt be
sproken.
Een zeer uitvoerig werk wordt het dus,
want de verschillende onderwerpen worden
uitvoerig en met kennis van zaken beschre
ven. Het werk-zal in 12 afleveringen ver
schijnen ieder van ca. 72 pagina's. Twee
kolom op iedere pagina: het wordt dus wei
een groot werk. Gemakkelijk voor den ge
bruiker dit encyclopedistisch rangschikken
van de verschillende onderwerpen.
Daarom is het niet alleen voor den par-
ticulier doch ook voor den vakman een
praktisch en goed handboek bij zijn arbeid.
Oogenblikkelijk vindt men wat men wil
weten. Het zal je voor zoover we reeds uit
de eerste aflevering, die verscheen, kunnen
nagaan, niet in de steek laten.
Het zal voor vakman en voor particulier
een standaardwerk worden.
De vele illustraties meestal naar foto's
op kunstdrukpapier gedrukt, sommige in
mooie kleuren, verduidelijken de tekst en
geven het werk een fraai aanzien. Ook de
teekeningen zijn alleszins verdienstelijk.
In 't kort gezegd: Het is een werk, wa
naar ieder, die het bezit vele keeren zal
grijpen, het zal leeren, wat men wil weten,
duidelijk maken wat nog niet helder was.
raad geven als er moeiten zijn bij het
kweeken of behandelen, adviezen geven
over bemesting en grondbewerking, over
snoeien en rooien, enz. Het zal prettig zijn
er in te bladeren en hier en daar eens wat
te lezen. Dat werkt ontwikkelendi, dat doet
je belangstellen in wat je niet weet.
Met belangstelling zien we naar de tweede
aflevering uit, want we wildep reeds
bruik maken van deze encyclopedie, doch
het stond nog niet in deze eerste aflevering
die midden in de Aristolochia's eindigt.
AGRARISCHE ONTWIKKELING
Te zeer op het
technische gericht
De geestelijke cultuurwaarden vergeten
Op de algemeene vergadering van de Ka
tholieke Nederlandsche Boeren- en Tuin-
derabond hield ir. J. H. H. B o m m e 1 m a n s
referaat over de cultureele verheffing
de boeren- en tuindersstand, waarin hij
veel rake en ware opmerkingen maakte.
Hij betoogde onder meer, dat in de voor
lichting van overheidswege op landbouwge
bied de deesam der cultuur, het Christen
dom, weinig of niet tot uiting komt, zoo-
in Wageningen als op de vakscholen.
Ook het lager onderwijs ten platte-
lande is te zeer gericht op technische
verbetering en rationalisatie. Men be
schouwt den boerenstand te veel van kam-
talistisch standpunt.
De waarde van den boerenstand ligt in de
cultureele eigenschapppen van godsdienst
zin, familieleven en eerbied voor traditie.
Het wordt wel beter, doch men is er nog
niet. Er zijn nog cultuurgebieden, w elke den
boeren nog te veel vreemd blijven, zooals
zin voor schoonheid. Ook voor schoonheid
in de natuur, zin voor standsfierheid, voor
saamhoorig staatsburgerschap, voor littera
tuur en beeldende kunsten.
Er stak eens een stands-eigen cultuur :n
de bouwers der oude boerenhoeven en een
gevoel voor schoonheid; standswaarde en
standsfierheid in de oude kleederdrachten.
Veel daarvan is verloren gegaan. Van net
oude is niet al'es te handhaven, doch veel
banaals kan worden uitgebannen. De boeren
stand mag geen vergaarbak zijn van afge-
dankten wansmaak, doch moet een eigen
stempel dragen. De officieele onderwijsgele-
genheden en de voorlichtingsdienst kweekcii
eenzijdige materialisten, die stumpers blij
ven, zoo zij niet de maat en orde leeren zim
in de schepping en de geest boven de stol
leeren stellen. Ontwikkeling der geestelijke
cutuurwaarden in den boerenstand is voor
waarde voor een gezonde volksontwikkeling.
Zuurkoolbereiding in volle gang
Gaat het niet, dan na iedere vulling van
de kuil deze de noodige druk geven en be
schermen tegen inregenen.
d. Het bedekken van de bodem van de
kuil met een dun laagje stroo, waarmede
ook de bovenlaag afgedekt wordt.
e. Het stuk steken met een scherpe scho
van loof en knollen, waardoor de mass
zich beter laat samen persen.
f. Het voortdurend vasttrappen der massii
speciaal de kanten, waar gewoonlijk het
meeste bederf optreedt.
g. Het belasten van het ingekuilde groen
met een grondlaag ter dikte van 50 c.M. en
het dadelijk dichten van scheuren, die
hierin mochten ontstaan.
INKUILEN VAN
KNOLGROEN
Enkele wenken
Nu de tijd weer daar is, dat knolgroen
voor vele zandbedrijven in overvloedige
mate voorradig is en vaak veel daarvan
door ondoelmatig handelen verloren gaat.
is het goed er op te wijzen, dat dit groen
mits aan enkele voorwaarden voldaan
wordt, een goed kuilvoeder kan geven.
Naar M. v. d. Broek, direct, van de R.K.
Landbouwwinterschool te Boxtel in het
orgaan van de N.C.B. schrijft zijn deze voor
waarden:
a. Oogsten van het gewas bij droog weer,
zoodat zoo min mogelijk aarde aan de knol
letjes blijft kleven.
b. Verwijderen der aanklevende aarde
door de knolletjes tegen elkaar of tegen
den klomp te slaan. Het beste zou alle
grond verwijderd kunnen worden door
wasschen, maar dit zal doorgaans moeilijk
uitvoerbaar zijn, nu de oude plukselkuilen
alle zijn verdwenen
c. Dadelijk na het trekken of plukken het
gewas inkuilen, dus in verschen toestand.
Ontvangen geschriften
Een eigen tuintje, door Aafje
Fokker. Uitgave van Gorkum en
Comp. Assen.
Met dit boekje heeft Aafje Fokker de
kinderen een weldaad bewezen. Kinderen
werken graag in de tuin. Kinderen hebben
graag een eigen tuintje. Voor velen is het
niet mogelijk een eigen tuintje te hebben
omdat bij het huis van hun ouders geen
tuin is. Er is in sommige plaatsen voor
deze kinderen nog wel een kans als aan
hun school een schooltuin verbonden is.
Maar er zijn ook vele kinderen voor wie
het hebben van een eigen tuintje bij huis
geen onmogelijkheid is Hoe langer hoe
meer komen er bij de steden „tuindorpen"
en huizen met tuinen. De mogelijkheid voor
velen is er dus wel. Doch een ander groot
bezwaar bleef.
Wie zal de kinderen helpen en voorlich
ting geven bij hun werk?
De ouders? Maar die kunnen het niet in
heel veel gevallen. En toch is hulp en voor
lichting noodig. Zoo spoedig gaat bij een
kind de moed er uit, als iets niet gelukt.
Dan wordt het tuintje verwaarloosd. Als de
kinderen weten hoe ze moeten handelen zal
het werken in hun tuintje een plezier wor
den, omdat ze resultaat van hun werken
Maar een goede handleiding ontbrak tot
nog toe,.
Tot nog toe, want nu ls die er. En die is
zoo praktisch en zoo duidelijk, dat de kin
deren deze handleiding graag zullen lezen
en herlezen en telkens weer zullen raad
plegen. Geen poespas, geen al te zware
voorschriften, maar juist, dat wat de kin
deren moeten weten. En achterin een
eenvoudig, duidelijk kalendertje van werk
zaamheden.
Zooals we schreven, Aafje Fokker heeft
de kinderen met dit boekje een weldaad
bewezen. De uitgevers zorgden yoor een
eenvoudige, mooie uitvoering.
Kas- en Notitieboekje 1938, gratis
uitgave van de Chilisalpeter-han-
delmaatschappij, Oosterkade 14,
Rotterdam.
Het bekende, handige boekje is er weer.
Mooi uitgevoerd, praktisch ingericht Eerst
•en kalender met achter iedere dag plaats
voor notities. Daarna belangrijke gegevens
die de gebruiker meermalen zal raadplegen.
Gegevens over bemesting en meststoffen,
landbouwgewassen, voedermiddelen en
sproeischema voor den fruitteler. Post-
tarieven en uitvoerig kasboek van 40 pag.
en eindelijk een prijsvraag met 20 prijzen.
Men vrage het aan.
Veevoeding, herzien door Ir. I.
Sybesma. 10de herziene druk.
Groningen J. B. Wolters.
Dit boekje dat als deel VI verscheen In
de Handleiding bij het Lager Land- en Tuin
bouwonderwijs, heeft zich door zijn 10de
druk zelf reeds voldoende aanbevolen. Wij
behoeven dat hier niet te doen.
Alleen willen we opmerken, dat nu
deskundige (de bewerker is Rijksveeteelt-
consulent te Groningen) zich met de inhoud
bemoeide (en dat is heel goed gezien van
den redacteur dezer Handleiding, dat dit
aanbeveling verdiende), deze inhoud ii
paalde gedeelten belangrijk is gewijzigd.
Dit verhoogt de bruikbaarheid voor de
leerlingen.
WEET GE
dat op 16 April 1938 te Buenos Aires het
vijfde Internationaal Congres voor Land
bouwonderwijs zal worden geopend?
dat de voorgaande internationale congres
sen zijn gehouden in 1900 te Parijs, 1905
te Luik, 1930 te Antwerpen en 1932 te
Rome?
dat de landbouw-export van Denemarken
ongeveer 80 pet. vertegenwoordigt van
de totale Deensohe uitvoer?
dat het aantal melkkoeien in Denemarken
in 1870 ongeveer 800.000 bedroeg, welk
aantal in 1900 tot 1.000.000 was geste
gen, terwijl de laatste veetelling, in 1931,
een getal gaf van 1.760.000?
dat de gemiddelde jaarproductie van de
Deensche melkkoeien in 1870 op ca. 1350
kg. geschat werd, dat deee in 1900 was
gestegen tot 2200 kg. en in 1934 tot
3200 kg.?
dat de oogst van appelen en peren in Ame
rika bijzonder groot zal zijn: de appel-
oogst wordt geschat op 4.500.600 ton tegen
2.559.000 ton in 1936 en de perenoogst
op 649.300 ton tegen 568.900 in 1936?
dat de perenoogst dit jaar grooter is dan
ooit in de Vereenigde Staten het geval
Als het waard is vee goed te voeren
dan is het zeker waard
OHa VOEDERS
te koopenl
gegarandeerd mét D-vttamtnen en
Okra-Salts (mlnrealen)
Van Oijen's Handels-MijN.V,
Postbox 48 VENLO L
RAAMLIJSTEN
SYSTEEM „NYHOF"
5^ punten waar het om gaat:
Speciale ruitenhouder.
Stalen hoeken.
Koperen nagel».
Langere levensduur.
Goedkooper in 't gebruik
Wie ze gebruikt, bestelt na. Vraagt vrij
blijvend inlichtingen:
J. BAK, H. BAK DE JONG
KENDBIE-IDO-AMBACHT Telef. S
voor den verkoop van onzo
TUIN-, BLOEM- en
LANDBOUWZADEN
FA. 6EBR. OUDIJK - WADDINXVEEN
BELASTINGZAKEN - BOEKHOUDtN
Voor ALBLASSERWAARD
I» Uw aangewezen adres:
J. VAN HOVEN SLIEDRECHTi
TeL 271 D 15 (by de Tolsteeg);
Centrale Boekhouding voor alle bedrijven
ELlênT;
8 dagen op mtln kosten retour zenden. Hoi
derden dankbet. ter in*. Wit Leg-h. 5% i
fl.30 p. st., 6% m. f 1.40 P- St.; Barnevelde
5% m f 1.40 p. St., Stfe m. f 1.50 p. st.; R
Isl. Reds 5% m. f 1.40 p. st., 6% m. f 1.50
st.; Exoheg. legfh. 5 m. fl.30 p. st., 6 m. f 1.-
p st.; gekruiste hennen, goed voor de boe
d'erö 6% m. f 1.20 p. st.; Wit Legh. br. '3
ged. d. de rul 80 ct p. st.; Khakie Camto. eei
den 5% m. 80 ct p. at., 6% m. 90 ct p. i
Zend. remb, verp. vr0, v.af 12 st. fr. statlo
HOENDERPARK G. T. ASSELT, Gecrweg
Telefoon «80 Veenenda
gehouden, deelgenomen werd door 3540
personen, waarvan 1300 Duitachers en
2240 uit andere landen; aan het congres
in 1934 te Rome gehouden deed namen
2000 personen, t w. 850 Italianen en
1150 buitenlanders?
dat de Internationale Zuiveltentoonstelling
te Berlijn 'bezocht werd door 80.000 per
sonen? Er waren 157 inzenders, waar
van 117 uit Duitsohland.
dat aan de studiereizen door Duitschland,
die gedurende en na het groot inter
nationaal zuivel congres te Berlijn wer
den georganiseerd, door meer dan 3124
congressisten werd deelgenomen?
40 c per lies
bij de bloem- en zaaowinkels
WAT IK HOORDE EN ZAG, LAS
389
Maakt men het niet een beetje te i>ar,
vroeg ik me af.
Te bar met de bars.
Ze willen overal bars oprichten.
Omdat er zoo bar veel melk is.
En die melk wil men natuurlijk graag
aan den man brengen.
Daarvoor heeft men iets nieuws uitgevon
den. Of het nu wel iets nieuws is moet be
twijfeld worden: alleen voor ons land is het
wel iets nieuws.
In andere landen waren ze reeds lang be
kend, deze
MELKBARS.
In ons land we hebben er al eens meer
op gewezen tracht men ook door zulke
bars het melkgebruik te bevorderen. In ver
schillende plaatsen moet ipen al getracht
hebben door zoo'n bar het publiek te trek
ken. Dezer dagen lazen we nog, dat er in de
Heeresvraat te Groningen een komt.
We loven zeer het streven om ons Neder-
landsch publiek het melk drinken te leeren.
't. Is al te kras. dat in ons land dat zooveel
melk voortbrengt, het melkverbruik per per
soon lager is dan in veel andere landen.
Of het echter mei' melkbars mogelijk is
dit. doel te bereiken valt licht te betwijfelen.
Onze volksaard is anders dan in de landen
Waar de melkbars bekend zijn.
Bii ons i6 het bezoeken van zulke gelegen
heden niet zoo'n algemeen gebruik als daar.
Maar men kan nooit weten, zegt de voor
stander. In Engeland waren deze melkbars
vóór 1935 ook nog niet bekend. En nu zijn
cr reeds een kleine duizend. Dit jaar hoopt
men od duizend te komen.
De man, die de stoot er toe gaf, zekere
Maclntos, een uit Australië teruckeerende
theaterdirecteur, bezit er in Londen reeds
twintig. Hij is er toe gekomen, omdat hij hij
zijn terugkeer uit Australië nergens in een
rafé een glas melk kon krijgen. In het land
waar hii vandaan kwam waren de melkbars
reeds bekend en werd er druk gebruik van
gemaakt.
In Engeland wordt er nu na twee en een
half jaar ook reeds veel gebruik van ge
maakt'. vooral van kantoorbedienden en fa
brieksarbeiders
Het slagwoord: gebruik meer melk, heeft
daar zijn dienst wel gedaan.
Of het slagwoord, in Duitschland thans
gelanceerd.
EN DACHT. OP REIS EN THUIS
EET MEER AARDAPPELS
ook zooveel resultaai zal hebben, moot nog
worden afgewacht. En als het daar niet
vrijwillig gaai', dan zijn er ook nog andere
middelen, nietwaar!
Het ziet er met de voedselvoorziening bij
onze Oosterburen niet al te best uit. Althans
zoo luiden de berichten. En als men de Deut
sche Landwirtschaffliche Presse, het groote
en bekende Duitsche landbouwblad, mag ge-
looven, dan heeft de actie, om de bodem
meer intensief te bewerken, niet veel resul
taat gehad na tien jaar, dat is twee vijfja
renplannen.
Er is zelfs een belangrijke teruggang te
constateeren. De oogst van broodgraan be
draagt dit jaar 11.250.000 ton tegen 11.910.000
ton in het vorig jaar. Ook de hooioogst liep
beduidend terug. Toch, al verwacht men lij-
deliike tekorten, van een werkelijke honger
zal volgens Duitsche deskundigen geen
sprake behoeven te zijn. Men hooDt genoeg
graan te kunnen invoeren. En als lichtpunt
is daar de aardappeloogst, die beter is dan
in de afgeloopen 10 jaren ooit hei' geval was.
En daarom is door het ministerie van voed
selvoorziening de slagzin-: eet meer aardap
pelen, in gebruik genomen. In de kranten
verschijnen nu Duitsch-lange artikelen over
de groote voedingswaarde van aardappelen.
Maar een moeilijkheid is de vrouwelijke
ijdelheid en daar moet zelfs een Duitsch
voedingsminister voor wij'ken. De vrouwen
willen slank blijven, dat weet ge. Welnu hei'
oud volksgeloof wil dat aardappelen dik ma
ken. Men is nu druk bezig om dat oude ge
loof hoewel Duitschland tegenwoordig
veel van het oude houdt uit te roeien.
Misschien gelukt het. Wat het' bijbrengen
van andere opvattingen en leeringen aan
gaat zijn ze in Duitschland heel wat mans.
Zoo huldigen ze thans de leer. dat
ZUURKOOL GOED
VOOR DE KIPPEN
is. Ik wist eerst niet wat' ik las en ik dacht
aan een of andere verschrijving, 'k Dacht
dat er zou moeten staan: zuurkool, geen
voer voor kippen. Maar niks hoor! Toen ik
begon te lezen zag ik het al gauw, dat het
heusch gemeend was en dat zuurkool heel
goed is voor de kippen. Men had in Duitsch
land proeven genomen mei' het mengen van
zuurkool door het kippenvoer. Dagelijks, in
den winter, heeft men elke kip 12 gram
zuurkool gegeven. Waarom of ze nu 12 en
of geen 10 gram gegeven hebben, snap ik
niet. Maar ik ben ook maar een Holland-
sche Praatjesmaker en geen Duitsche kip-
peneconoom, is het niet!
Goed dan; ze geven de kippen een gram of
wat zuurkool. En dat deden ze met de uit
gesproken bedoeling om de eetlust' op te
wekken en uitputting van de ijverige win-
•terlegsters in het Voorjaar te voorkomen.
Dus, wat het eerste aangaat, met hetzelfde
doel als oude proevers een borrel voor het
eten nemen ook wel eens meer dan één
Maar nu gaat mij ook een lampje branden.
Wij eten ook wel eens zuurkool en dan kan
moeder de vrouw haast niet genoeg klaar
maken (net zoo als met zoete appeltjes, dan
ben ik niet te verzadigen). Dat komt dus
(bij de zuurkool althans) omdat deze eetlust
geeft. Dat is een zaak, die ik niet wist. Weer
een bewijs, dat ik toch maar niet alles weet.
Dat meenen sommige menschen schijnbaar;
gerekend tenminste naar de vragen, die ik
soms krijg. Maar dat is niets. Vraag gerust!
Als ik ook maar eens zeggen mag: ik weet
het niet En dan niet kwaad worden, hoor!
Maar ik ga door met mijn kippen en hun
zuurkool.
Zuurkool, heet het verder, brengt meer re
gelmaat in de eierproductie en oude hennen
worden nee, niet weer jong, zooals ge
misschien zoudt denken ze worden geprik
keld tot het leggen van lei' wel van
broedeieren in het begin van Januari.
BroedeierenU! in het begin van Januari!!!
Ja, zoo staat het er.
Waarom of dat nu broedeieren zijn. die de
zuurkoolkip pen leggen, ontgaat me ten
©enenmale. Maar, nietwaar! ik hen ook
maar een Hollandsche praatjesmaker en
geen Duitsche zuurkool-kippeneconoom. En
waarom of die kippen, die oude kippen, juist
in Januari die broedeieren gaan leggen,
daar snap ik heelemaal niets van. Maar als
praatjesmaker kan je natuurlijk niet bij de
wijsheid van de zuurkool-kippen-broedeie-
ren-deskundigen ('n mooie titel is dat. hé!).
En weet ge hoe dat nu allemaal "komt!
Niet door eiwirbesparing dat is nog al
logisch, die gaat door al die Januaribroed-
eieren verloren: voor de kip althans maar
het voedsel verteert beter.
Ik verwacht groote vraag naar zuurkool
en dus sterk oploopende prijzen. Die kippen-
economie is toch ergens goed voor. Let dus
wel12 gram goed afwegen, vooral
niet meer of niei' minder; ga desnoods met
het vat zuurkool naar de posterijen om het
secuur voor je af te wegen. Geef dat aan de
oude kippen en maak dan met Januari de
broedmachine maar in orde.
Als de Pluimveecentrale geen bezwaren
maakt.
En zulke bezwaren zijn vaak van dien
aard, dat al het mooie, dat ontdekt wordt
weer nutteloos wordt.
Dat hebt ge gezien met de zelfkarnende
huisvrouwen van een poos geleden.
Het eene regeerinigslichaam gaf de vrou
wen een tip, hoe ze voor een krats zelf mar
garine konden maken; maar de Nederland-
sche Zuivelcentrale of was hei' een andere
grootmacht? stak er een stokje voor door
oolijk te wijzen op het kam verbod.
Maar dat is nu weer opgeheven, met de
nieuwe regeling van de zuivelsteun. En
daarmee gaan ook een paar honderd ambte
naren de crisis op ander terrein weer ver
ergeren. Dat is nu wel zeer onaangenaam
voor die gedupeerden en we hebben inder
daad mei' die lui te doen, doch het is een
stap verder in de goede richting: het terug-
keeren tot do
VRIJE UITOEFENING
VAN ONS BEDRIJF.
En zóó moet men het zien.
't Is toch geen gezonde toestand als de
Veehouderijcentrale, een officieel lichaam,
op de markt komt om varkens te koopen,
om die dan weer met verlies van de hand
te doen. 'k Weet wel, zonder regeerings-
inmenging zouden we er nooit komen. En
we kunnen alle regeeringsmaatregelen nog
lang niet missen. Maar 't blijft toch abnor
maal, dat zal men mij toe moeven stemmen.
En wat kost dat een geld! Zoo heeft de
baconzaak in 1936 in totaal een verlies opge
leverd van. 853.369 gulden. Dat is per 100
kg geslacht gewicht ca. f 2.30
Zoo is het toch ook een abnormale toe
stand, dat de boeren meer officieele hande
lingen hebben te verrichten of te laten ver
richten bij de geboorte van een kalf, dat ze
willen opfokken, dan bij de geboorte van een
kind. Van het kalf moei' een nauwkeurige
schets geteekend worden, die precies aan
geeft, hoe aan beide zijden en voor aan de
kop de haarkleur is. En deze kalverschetsen
moeten gewaarmerkt worden, opdat, als la
ter de ambtenaren mochten komen om te
controleeren, van ieder kalf zoo'n schel's ge
toond kan worden. Kan men dit niet, dap
krijgt men boete.
Dat zijn toch dingen, die hoe goed ze nu
ook in de gereglementeerde maatschappij
van thans mogen zijn, zoo gauw mogelijk
moeten verdwijnen.
Elke vereenvoudiging van het crisis-
apparaat is den boer en tuinder welkom. Het
leidt tot de algeheele vrijheid.
Die echter nog wel een poosje zal uitblij
ven.
Vrijheid voert ook wel eens tot strijd.
Zoo b.v, de vrijheid, die er nog bestaat
voor de veehouders, die industriemelk leve
ren, om deze melk te leveren aan wie ze
willen.
Uil' mijn jonge jaren herinner ik mij heel
goed hoe er
EEN VINNIGE MELK-STRIJD
was tusschen verschillende zuivelfabrie
ken om de leverantie van de melk te
krijgen van de boeren. En wanneer op een
of andere boerderij een nieuwe pachter van
elders kwam, dan wisten de bedrijfsleiders
der verschillende elkander beconcurreeren-
de fabrieken niet hoe ze zich zouden uitslo
ven om de nieuwe boer als leverancier te
krijgen. Wij hadden bij ons in de buurt (er
gens in Friesland woonde ik in mijn jonge
jaren) wel drie fabrieken, die tuk waren op
nieuwe leveranciers: een particuliere, een
van een maatschappij en een coöperatieve.
En het was vaak vermakelijk te vernemen,
wat er al niet uitgedacht werd om de hoeren
gunstig voor ze te stemmen.
Tegenwoordig moet het in de Wieringer-
meer soortgelijk voegaan als vroeger bij ons.
Er wordt daar ook zoo'n vinnige melkstrijd
geleverd.
Zooals men zal weten komen daar steeds
meer boeren en ook veeboeren. Dezen moe
ten hun melk kwijt. Doch ze behoeven er
heel niet verlegen mee te zitten. Er zijn een
vijftal fabrieken in de randgemeenten, die
de melk graag nemen. Er is echter ook een
groote speculatieve fabriek in Friesland i—
eieenlijk een groep fabrieken, die aan een
speculatieve onderneming behooren die
ook alles doet cxm de melk te krijgen en
naar men beweert, aan de Wieringermeer-
boeren een halve cent per kg meer betaalt,
dan aan hun leveranciers in Friesland. En
dan moeten ze ook nog veel meer vervoer
kosten geven, zooals men zal begrijpen.
Als zevende gegadigde komt vrij zeker de
coöperatie. Want de Wieringermeerboeren
zijn voor het meerendeel coöperators.
Dat bleek dezer dagen wel, toen men de
veehouders opriep voor een vergadering,
waarin gesproken zou worden over het op
richten van een coöperatieve zuivelfabriek.
Niet minder dan 80 pet. van de boeren was
er voor. Voor zoo'n fabriek is echter vrij
wat geld noodig. Ongeveer Vi millioen gul
den, als men een fabriek wil hebben, die
zooals het noodig is 8 k 10 millioen kg melk
kan verwerken. Op het oogenblik wordt
reeds 5 millioen lig geleverd aam de afne
mende fabrieken. In 1940 komt men wel tot
een productie van 8 a 9 millioen kg. Sloot-
dorp is de plaats waar de fabriek wellicht'
zal komen. Een combinatie van boeren heeft
in dit centrum van het graslandgedeelte
reeds een perceel grond in optie voor het ge
val de plannen doorgang hebben. Dat zal
van veel belang, ook voor Slootdorp zijn.
Want bij een verwerking van, zooals nu, 5
millioen kg. zit er al meer dan 20.000 gul
den loon in.
Dat beteekent voor de middenstand,die
er woont, ook wat.
Zooals liet voor onze chysantenkwee-
kers ook heel wat beteekent als
ONZE CHRYSANTEN
OP DE ZWITSERSCHE
TENTOONSTELLING
ber duurt. Verschillende kweekers uit onze
meesit bekende chrysamtemcentra hebben
daar hun bloemetjes heengezonden. Dat
was meteen om deze bloem, die in Zwitser
land nog niet erg bekend is, daar als snij
bloem te demonstrèeren. Onze kweekers heb
ben mooie, prijzen verkregen vernemen we*
Voor de afzet van deze bloemen is zulk
een reclame heel goed, want het loopt met
de prijzen, die Voor chrysanten gemaakt
worden, niet al te vlot. Nog zelden of nooit
zijn deze prijzen zóó laag geweest als thans.
't Is dan ook toe te juichen dat de regee
ring hulp heeft willen verleenen om te
Zurich reclame voor onze chrysanten te
maken.
Dat zijn goede maatregelen om de afzet te
vergrooten.
Van het nemen van maatregelen hebben
ze in Engeland kaas gegeten, Daar hebben ze
OM EEN AAN MOND- EN
KLAUWZEER LIJDENDE
STIER EEN HEELE MARKT.
VOL VEE AFGESLACHT.
Vierhonderd stuks rundvee en bijna twee
duizend varkens werden de vorige week, te
Stowmarket in Suffolk afgemaakt omdat bij
een stier mond- en klauwzeer was gecon
stateerd. Dadelijk na het constateeren van
deze ziekte werden de boeren tot 25 K.M. in
de omtrek gewaarschuwd geen vee naar de
markt te voeren. Duizenden stuks vee die al
op weg waren konden terugkeeren en ont«
kwamen het lot van hun reeds aangevoerde
soort genooten die des avonds werden ge
slacht en verbrand. Dat was wel de grootste
massavernietiging die men in de laatste
jaren in Engeland heeft meegemaakt, Het
vee werd geschat op 144.000 gulden.
Door de Britsche regeering was reeds
70.000 stuks vee afgeslacht, waarvoor ca*
een half millioen gulden schadevergoeding
werd gegeven.
En tooh breidt de ziekte zich uit.
Het afmaaksysteem lijkt mij niet goed 'toe*
Dat heeft het mij trouwens nooit gedaan*
Ook al niet toen jaren en jaren terug het irï
ons land ook op groote schaal toegepast
werd
Men kent de verwekker van <ïe kwaal nog
niet en dus ook zijn leefwijze en zijn ver*
breiding niet.
En ondanks al de drastische maatregelen;
breekt de ziekte toch uit. Soms op heel af
gelegen en geïsoleerd liggende plaatsen.
Gelukkig is de ziekte bij ons aan het af
nemen, wat het geheele land betreft, In en
kele deelen is echter nojj wel van uitbrei
ding te Stpreken, of begint, de kwaal pas.
Ik zal mijn praatje maar niet meer uit
breide,n. 't Is toch al uitgebreid genoeg.
Tot de Volgende week".
PRAATJESMAKER
een goed figuur maken.
Er wordt n.l. te Ziirich een groote ten
toonstelling gehouden, die tot. 14 -Noyem-