AMSTERDAM
GEEFT U OP
RIDDERORDEN
Schendt de Werkverschaffina
ons natuurschoon?
„De film der lastering'
DONDERDAG 28 OCTOBER 1937
DERDE BLAD PAG. 9
Nieuw stuk kaart wordt werkelijkheid
Wat bij eendracht particuliere
samenwerking vermag!
Groote ruilverkaveling in de
gemeente Papendrecht
Gister de akte van 168 bldz.
gepasseerd
1r""\AT partijen mitsdien hebben
besloten, om naast de over
dracht van gronden aan het Rijk, be-
noodigd voor den aanleg van den nieu
wen rijksweg, een vrijwillige ruilver
kaveling aan te gaan, als volgt: door
den heer A. worden in eigendom over
gedragen door den heer B. wor
den in eigendom overgedragen
enz., ruim 50 keer
Zoo luidde de hoofdzin van de akte van
'168 foliovellen, welker voorlezing gister
morgen bijna twee uren vorderde. Er werd
dan ook door niemand naar geluisterd.
In de blauwe zaal te Papendrecht, waar
deze akte passeerde, liepen de betrokkenen
in genoeglijke stemming rond, of zaten in
gezelligen kout in groepjes bij elkaar, tot
in de onmiddellijke nabijheid van notaris
Ens, van Papendrecht, die. als ware hij een
soort mechanische leesmachine, monotoon,
en door het geroezemoes van stemmen on
verstaanbaar, de akte ten gehoore bracht.
Toch waren allen zeer goed doordrongen
van het belang van deze akte. Want er
was een jaar van heel wat overleggen en
confereeren aan voorafgegaan. Maar, met
een prachtig resultaat, waarmee alle par
tijen zijn gediend.
Nieuwe Rijksweg de oorzaak
De aanleiding was de omstandigheid, dat
'de nieuwe rijksweg nr. 15 van Ridderkerk
naar Nijmegen, twee kilometer loopt door
de gemeente Papendrecht en daardoor 130
H.A. landerijen ten Noorden van deze weg,
afscheidt van de boerderijen aan de Mer
.wede, waarbij ze behooren.
Door ruiling, samenwerking bij ver
koop en aankoop, en door verleening
van schadevergoeding, is nu bereikt,
dat bij vrijwillige overeenkomsten deze
boerderijen een aaneengesloten stuk
grond kregen ten Zuiden van de nieu
we weg en dat ten Noorden ervan acht
nieuwe boerderijen verrijzen, ook met
een aaneengesloten grondgebied.
Ten eerste ligt nu het grondbezit van elke
boerderij niet meer verspreid, ten tweede
ligt het dichter bij huis, en ten derde
heeft geen enkele boerderij gronden aan de
andere zijde van de nieuwe weg.
.Wie de bezwaren overbrugden
Dat er heel wat bezwaren, vooroordeelen
en moeilijkheden uit den weg waren te
ruimen, alvorens dit resultaat was bereikt,
ligt voor de hand. Terecht is dan ook lof
g.bracht aan Mr. H. E. La Gro te Bode
graven, die het initiatief nam. en ook de
ruilverkaveling aldaar regelde, voor de
medewerking van het Rijk voor deze par
ticuliere transactie en aan de schattings-
die buitengewoon zwaar werk
verrichten had. Ze bestond uit de hee
ren W. F. Brunt, C. S. P. v. Griet
huizen en A. V o s te Bodegraven, en
C. Ve,th en C. Verheul te Papendrecht.
drecht.
Het aantal overdragende eigenaren be
droeg 54, er waren bij betrokken 197 ka
dastrale perceelen, samen bijna 172 H.A.
groot, die in 255 perceelen werden overge
dragen. De perceelen die van eigenaar ver
anderen, zijn totaal ruim 101 H.A. groot.
Er waren 101 handteekeningen noodig van
eigenaren of mede-eigenaren, en met 24
hypotheekhouders moesten overeenkom
sten worden gemaakt.
De notarieele akte is opgemaakt door de
notarissen B. D. Krüsemann te Bode
graven en H. S. Ens te Papendrecht. Op
1 November 1937 treedt de nieuwe toe
stand in. Dan is dus, zooals notaris Krüse
mann opmerkte, een nieuw stukje kaart
werkelijkheid geworden.
Wederzij dsche belangen gediend
Deze -overeenkomst is in het belang van
alle betrokkenen. Het Rijk behoeft nu niet
de grond voor de weg te onteigenen, daar
deze op normale wijze werd gekocht. Het
behoeft geen waterdoorgangen te maken,
geen viaducten, geen tunnel bij de Mathe-
na kade.
Er zouden andens twee parallelwegen
noodig zijn geweest, een ten Noorden
één ten Zuiden; thans kan met één worden
volstaan, één ten Noorden, aan welke de
boerderijen komen te liggen. Hierdoor en
doordat geen tunnel benoodigd was. kon
voor de weg worden volstaan met 12in
plaats van met 16% H.A.
De onteigening alleen zou reeds min
stens twee ton hebben gekost, de tunnel ze
ker één ton. Thans kost alles saam 't Rijk
nog geen twee ton, inbegrepen de vergoedin
gen voor bedrijfsschade die mede inhield
de bekostiging van de acht nieuwe boerde
rijen.
Ver van zijn land, dicht bij zijn schade
De betrokkenen zijn er niet minder bij
gebaat. Doordat hun land dichter bij huis
ligt, kan hot beter en met minder tijdver
lies worden bewerkt, wat een jaarlijks te
rugkeerende bate beteekent, zoodat voor
hen het voordeel van deze verkaveling
eigenlijk onafzienbaar is.
De nieuwe boerderijen worden voorzien
van electriciteit en aangesloten op de Pa-
pendrechtsche waterleiding.
We zijn er van overtuigd dat oplossingen
als deze vaker mogelijk zouden zijn, als er
maar iemand, is. die de energie, durf en
tact heeft, om de zaak aan te pakken en
om dat goed te doen. Wat hier tot stand
kwam. is een prachtig voorbeeld van wat
particulier initiatief vermag. Voor deze in
gewikkelde materie had het Rijk niet an
ders te doen dan z'n fiat te plaatsen onder
de oplossing. Het verleende dan ook gaar
ne zijn volle medewerking, die zeer is ge
waardeerd en geroemd.
Een glorieuze da*.
Gister heeft zich dus het slot afgespeeld
an deze mooie transactie. Nadat de akte
vas voorgelezen, plaatsten beide compa
ranten hun handteekening, namelijk het
Rijk. vertegenwoordigd door hoofd-ingeni-
eur M, Le Cosquino de Bussy en de
overdragende eigenaren voor wie Mr.
Gro optrad. Burgemeester P. v. Rees
van Papendrecht teekende als getuige.
Hierna voerde de heer De Bussy het
oord, mededeelende dat nu onmiddellijk
met de uitvoering van dit wegdeel, dat is
gegund aan Zanen en Verstoep, een aan
vang zal worden gemaakt.
Mr. La G r o gaf een uiteenzetting van
voorgeschiedenis van deze interessante
Dat allen over het verloop van zaken
zeer tevreden waren, bewees de prettige
stemming bij de gemeenschappelijke lunch
waaraan alle betrokkenen aanzaten, waar
woorden van welverdiende lof werden ge
sproken en waar de grondeigenaren als
uiting van hun bijzondere waardeering Mr.
La Gro een paar fraaie geschenken aanbo-
Chr. Werkgeversverbond
Voor de Groninger Club van het. Verbond
van Prot. Chr. Werkgpvers in Nederland
heeft de verbondssecretaris, Mr. A. Hoc ke-
a uit Den Haag een causerie gehouden
over de rijksbegrooting voor het komende
Naar de heer Hoekema aan het eind zij-
;r causerie meedeelde, sluit het Chr. Werk
geversverbond zich in hoofdzaak bij het re-
geeringsstandpunt aan. Wel staat het ver
bond lastenverlaging voor in het pro
gram van actie 1937 wordt de omzetbelas
ting genoemd als een der eerste lasten,
welke, zij het ook geleidelijk, dient te wor
den afgeschaft doch spr. is met de regee
ring van oordeel, dat van een beteekenende
belastingverlaging, evenmin als van het in-
illigcn van allerlei wenschen, hoe nuttig
n geboden ook, in de eerste jaren sprake
zal kunnen zijn. Wel dient thans de verla
ging van de kosten van levensonderhoud, die
loor de regeering eveneens is toegezegd, met
kracht te worden ter hand genomen door
een geleidelijke verlaging en verdergaande
afschaffing der crisisheffingen.
De toestand, welke ook weer uit de
begrooting 1938 van het landbouwcrisis
fonds blijkt, dat heffingen het dubbele
opbrengen van hetgeen het correspon-
deerende product aan steun behoeft ten
einde daarmede andere producten te
kunnen steunen, mag niet bestendigd
blijven.
Ned. Ver. van Chr. Technici
Vrijgestelde benoemd
Met ingang van 1 Januari 1938 is tot
secretaris-vrijgestelde van de Ned. Ver. van
Chr. Technici benoemd de heer G. var
Hoven te Rotterdam, thans reeds onbe
zoldigd secretaris van die vereeniging. De
heer van Hoven is 30 April 1894 te Haarlem
geboren, bekleedde verschillende functies
in het maatschappelijk leven, was S(
1927 werkzaam bij de begrootingsafdeeling
van Fijenoord en maakte reeds sedert 1924
deel uit van het hoofdbestuur.
Waarom de Centrale Keurings
commissie geen bezwaar maakte
Gistermiddag werd het huwelijk voltrokken van den heer B. van Breemen, cornet
der Oranje-Garde en Mej. C. Sparling, vaandrig der Oranje-Garde. Het
bruidspaar bij het betreden der Nieuwe Kerk aan de 's Gravendijkwal te Rotterdam
Bestrijding der lepra
De houding der Christelijke pers
Van sommige zijden is herhaaldelijk be
weerd, dat geen der Christelijke bladen een
goed woord geschreven heeft, ter onder
steuning van het adres, dat de heeren Roc-
lofsma te Zeist e.a. aan de Tweede Kamer
zonden in het belang van de arbeid van
Dr D. M u 1 d e r, wiens Lichtinstallatie ter
bestrijding van de Lepra in Plantoengan
zonder vorm van proces door de Gezond
heidsdienst in Ned.-Indië in beslag was ge
nomen, omdat de officieele wetenschap deze
proeven niet wilde.
Nu deze beschuldiging zoo vaak werd
herhaald, dat onze lezers er van onder de
indruk kwamen, deelen wij even mee, dat.
wij in het nummer van ons blad van 29
Augustus 1936 een artikel over deze
kwestie schreven onder het opschrift „Alle
leprozen verlangen naar licht".
In dit artikel wezen we o.m. op het ver
trouwenwekkend adres en sipraken
we de dringende wensch uit, dat de Twee
de Kamer een onpartijdig »nderzoek;
zou instellen, vooral, omdat alles dd fedruk
maakte, dat Regeeringsambtenaren éön on
toelaatbaarheid hadden begaan,
Officieele Berichten
PENSIOENRAAD
Bjj den Pensioenraad ztfn bevorderd tot co:
mies: H. M. van der Velde en A. van Dijk,
RECHTERLIJKE MACHT
J. Kri
•vol i
leend als president van het Gerechtshof te
Amsterdam. Benoemd zijn bij dit gerechtshof:
tot president rar J. M. Jolles, thans vice-pre
sident: tot vice-president mr P. A. Rutgers
Benoemd is' tot kantonrecliter-plaatsvervan-
ger in het kanton Zutfen: mr R. P. J. Derk-
ONDERSCHEIDINGEN
Benoemd is tot commandeur in de Orde var
Oranje-Nassau, mr J. Kruseman, president var
het Gerechtshof te Amsterdam.
Verleend ia de eere-medaille verbonden aar
de Orde van Oranje-Nassau, In goud, aan J
Verhagen, te Middelburg.
Fa. VAN WIELIK
9 NOORDEINDE DEN HAAG
Telefoon 112246
De meening van den directeur
der Heide-Maatschappij
De belangen botsen
Praktisch zijn
Er zijn de laatste tijd in ons land
herhaaldelijk stemmen van verontruste
natuurvrienden opgegaan tegen het feit,
dat bij het in werkverschaffing in
cultuur brengen of verbeteren van gron
den door de NederL Heide-Mij. té wei
nig rekening zou worden gehouden met
het natuurschoon. Er zouden ze'fs hier
en daar reeds prachtige stukjes land
schap-schoon onherstelbaar zijn geschon
den, hetgeen met name in den Acher-
hoek, Brabant en Limburg in sterke ma
te het geval zou zijn.
Over deze kwestie: werkverschaffing en
natuurschoon, vonden wij dezer dagen Ir.
P. .T. van Lonkhuyzen, directeur der
Heide-Mij., bereid, ons nadere mededeelingen
te verschaffen en ons het standpunt der
maatschappij toe te lichten.
Het moest wel eens
De heer Van Lonkhuyzen begon zijn uit
eenzetting met toe te geven, dat inderdaad
hier en daar het natuurschoon wel eens
moest worden aangetast, echter alleen in ge
vallen, waarbij dit volstrekt onvermijdelijk
Iedereen, die ook maar in geringe mate
bekend is met. het werk der Heide-Mij.
ai'nlius de heer Van Lonkhuyzen weet, dat
wij steeds in de bres staan en stonden, wan
neer het ging om behoud of om bescher
ming van natuurschoon. Wij hebben ons dit
zelfs gedeeltelijk a's taak gesteld. Ik zeg:
gedeeltelijk, want een belangrijker taak
vindt onze maatschappij in het in cultuur
brengen van woeste gronden en in het ver
beteren van slechten grond.
En ja, hier botsen wel eens de belan
gen van de boeren en landeigenaren met
de idealen van de natuurvrienden. Ons
standpunt nu is altijd geweest: practisch
blijven.
Er bestaat in ons vaderland een drin
gende behoefte aan goed bouw- en weide
land. Een bewijs daarvoor is wel, dat de
woeste gronden in Drente, die vroeger
vrijwel niets waard waren, thans zelfs
een behoorlijken prijs opbrengen, omdat
zij in cultuur kunnen worden gebracht.
Zoo zijn wij thans bezig met het droog
leggen van enkele -eenplasscn tusschen
Amsterdam en Haarlem,
Tegen dit werk zijn stemmen van na
tuurvrienden opgegaan, m.i. volkomen ten
onrechte en hier moet de Heide Maatschap
pij haar nauurschoon oor. om het zoo eens
uit te drukken, hardnekkig doof houden.
Deze plassen immers hebben geen enkele
"••aarde, noch voor den visch-stand, noch
voor de watersport of anderszins. De waar
de van de te winnen grond overtreft dus
alle andere evéntueele belangen verre en
daarmede houdt toch alles op. Maar van
zelfsprekend zouden wij ons er sterk tegen
verzetten, indien men zou komen met
plannen om bijv. de Reeuwijksche plassen
droow te leggen al zou het nieuw gewonnen
land ook van veel waarde zijn. Hier toch
prevaleeren anaere belangen.
Veel tegenstand bij watcrloozing
Een onderdeel van ons werk, dat voorat
veel tegenstand heeft ontmoet in Gelder
land, Brabant en Limburg is dat ter ver
betering van de waterloozing. Natuurlijk is
dit voor den landbouw van groote beteeke-
nis. Bij dit werk is 't evenwel bijna steeds
noodzakelijk, dat schilderachtig kronke
lende beekjes meer geschikt moeten wor
den gemaakt voor hun taak in dit opzicht
hetgeen dan impliceert, dat zij moeten wor
den verbreed, uitgediept en dat al te gril
lige kronkels verwijderd worden. En ja.
onvermijdelijk is het clan, dat iets van die
schilderachtigheid wordt opgeofferd voor
dit belangrijke doel, al gaan wij natuur
lijk met de grootste piëteit te werk. Wij
trachten dan voorts de natuurvrienden niet
al te zeer te ontstemmen, door, waar mo
gelijk, de natuurlijke begroeiing intact t'
laten. ïs dit met het oog on bet werk niet
doenlijk, daar ..kleeden" wij na afloop de
oevers aan met struikgewas, planten
bloemen in de streek thuishoorend. Toch
blijkt men over het algemeen weinig inge
nomen met deze pogingen, omdat het re
sultaat. direct na de voltooiing van het
werk inderdaad nog weinig fraai is. Men
moet echter de natuur tijd laten. Na
loop van enkele jaren zal men meestal van
het werk weinig sporen meer aantreffen.
In Limburg hebben wij het ook eens met
een andere oplossing geprobeerd. Wij lie
ten daar op aandrang van natuurvrienden
zoo'n beekje, dat dringend moest worden
verbreed, ongemoeid en groeven een geheel
nieuwe afwatering naast het bestaande
beekje Deze oplossing was echter al heel
weinig elegant want de natuurlijke beek
was toen geen beek meer
In de Achterhoek heeft vooral veel wrij
ving gegeven het opruimen van strooken
hout en kleine bosrhperreelen op de vel
den. Inderdaad is dit hout in het landschap
zeer bekoorlijk; liet ceeft zelfs den Achter
hoek zijn zoo tvp'.sche en veel bezon Ren na
tuurschoon. Maar en hier hebt U weer
die fatale botsing van helangen de boe
ren. de eigenaren van den grond hebben
last van dit hout. Het brengt onkruid rr.ee.
er huist schadelijk wild, de koeien zoeken
de schaduw ervan op zonnige dagen, kort
om. dit hout is voor de meeste boeren zeer
hinderlijk.
Het verwijderen er van nu is een uitste
kend werkverschaffingsobject, omdat
kosten vrijwel uitsluitend gevormd wor
den door arbeidsloon en bovendien zijn de
boeren bij dit werk zoo zeer gebaat, dat
zij meestal gaarne een gedeelte in deze
kosten meedragen.
Niet drijven overleg
Onze ervaring nu is, dat de bemoei
ingen van de natuurvrienden, die de
verwijdering van dit hout met zeer
veel leed aanzien, nu juist niet het vin
den van een beide partijen bevredigen
de oplossing in de hand werken. In
tegendeel, dikwijls worden de betrok
ken landeigenaren of boeren opstandig
door deze voor hen onprettige inmen
ging en gaan zij zelfs tegenwerken.
Door drijven van natuurvrienden is er
n het werkverschaffingsreglement een be
paling opgenomen dat bij objecten,
natuurschoon bij betrokken kan zijn,
leg moet worden gepleegd met instanties
hieromtrent tot oordeelen aangewezen.
Deze bepalnig is uit den aard der zaak
de boeren vrij onaangenaam en wij hebben
meegemaakt, dat zij in gevallen, waar het
betrof het opruimen van een stukje bosch,
al het hout tegen den grond kapten, alvo
rens toestemming aan te vragen
Liet men nu eens meer aan onze
schen over, die dingen met de betrokkenen
te bespreken, dan zou er veel meer bereikt
worden. Onze opzichters toch weten ge
makkelijker den juisten toon te vinden en
al verscheiden malen hebben wij mecge
maakt, dat er met overleg ook hier
succes te behalen is. De boer is dan veelal
graag bereid om een concessie te doen ter
wille van het natuurschoon. Daarom: die
zin tot het behoud van het natuurschoon
hoe loffelijk ook. moet men niet op de spits
drijven door het in leven roepen van aller
lei bepalingen, die de vrijheid van den
grondeigenaar beperken. Dat prikkelt tot
tegenstand en represailles en dit is toch
zeker niet in het belang der goede zaak.
Nogmaals, het behoud van natuu*choon
en de bescherming daarvan heeft onze
warme sympathie.
Wij hebben dit de laatste weken nog
bewezen door daadwerkelijk mede te
werken aan de pogingen van de Stich
ting „Het Geldersche Landschap", tot
aankoop van de beroemde Imbosch;
door den arbeid van de Vereeniging tot
behoud van Natuurmonumtenten om
in Drente en Brabant een belangrijk
natuurmonument te stichten, met der
daad tot steunen enz. enz. Maar wan
neer 't gaat om grondwinning of -ver
betering ten behoeve van den land-
bomv die een zoo dringende behoefte
heeft aan goeden grond, moeten de na
tuurvrienden zich weten terug te trek
ken en dit zoo groote landsbelang niet
in den weg staan. Zij kunnen er van
overtuigd zijn, dat wij steeds met de
grootste zorgvuldigheid ten aanzien
van het natuurschoon te werk gingen
cn zullen gaan.
Een nummer van ons blad waarin het
artikel over de film „Grazige Weiden" was
opgenomen zonden wij met een begeleidend
schrijven aan den heer D. van Staveren,
voorzitter der Centrale Commissie voor de
Filmkeuring voor wiens persoon en arbeid
wij al sedert jaren groote waardeering koes
teren. De heer Van Staveren behoort niet tot
.naaste geestverwanten", verre
hij zal zich in de ware zin des woords
steeds „onthouden om iets te doen of toe te
laten dat strijdig is met de eerbied verschul
digd aan de godsdienstige begrippen
andersdenkenden" en zijn objectiviteit
boven alle twijfel verheven. Daarom begre
pen wij het niet, dat hij aan de vertooning
deze film zijn fiat gaf en wij deelden
hem dat mee.
Als antwoord daarop ontvingen we een
vriendelijke, veel verklarende brief terug,
welke blijkbaar niet voor publicatie in de
gestelde vorm is bestemd en die ook wegens
zijn lengte groote bezwaren tegen plaatsing
hebben. Er komen echter wel eenige za
kelijke opmerkingen en mededeelingen in
welke voor de beoordeeling nut en
daardoor op publicatie recht hebben; al bren-
niet de minste wijziging in onze opinie,
wat we ook met een enkel woord zullen aan
geven.
Allereerst vestigt de heer Van Stave-
ïii er de aandacht op, dat bij de keuring
ui films de voorzitter niet het beslissende
woord spreekt, zooals dat b.v. in Duitschland
Engeland het geval is. De voorzitter kan
wel herkeuring gelasten, maar verder gaat
zijn macht niet. En hij zelf gelooft
dat de hier gevolgde methode, hoezeer ze
voor verbetering vatbaar moge zijn, een
goede is voor een land als het onze, met
een zoo zeer gemengde bevolking. De
commissoriale uitspraken, afkomstig van
zoo veelzijdig mogelijk samengestelde col
leges, wekken uiteraard meer vertrouwen
en zijn minder voor aanvechting vatbaar
dan de beslissingen van één persoon, die,
hoe vertreffelijk de eigenschappen van zijn
verstand en zijn geweten ook mogen zijn
altijd gevaar loopt voor eenzijdigheid en
partijdigheid.
Het kan dus zijn dat de Voorzitter, al heeft
hij een zekere invloed, het met een uitspraak
der Commissies niet eens is, doch dat gebeurt
hoogst zelden en in dit geval is hij het vol
maakt met de beslissing eens. Sterker nog.
hem en de (bizondere) commissie die
deze film keurde, een raadsel dat wij een
scherpe afkeuring van de film gaven,
immers,
de film is gekeurd door een Commissie
van vijf leden, waarvan er zeker drie, wel
licht vier, tot de rechterzijde behooren. In
de Commissie zaten: een vooraanstaand
man van Gereformeerden huize (voorzit
ter), een R.K. geestelijke, een orthodox
Ned. Herv. predikant, een leidende figuur
in de Remonstrantsche gemeente en een
Soc. Dem. dame. Deze Commissie heeft de
film, na zeer grondige voorbereiding,
dat de opschriften geheel omgewerkt
waren, na zeer uitvoerige overwegingen en
net alge
voor openbare vertooning
toegelaten.
De voorzitter der Centrale Commissie wijst
vervolgens op dat niet alleen vrijzinnige
kranten maar ook personen en bladen van
richting de film in bescherming nemen,
doch hij merkt o.i. terecht op;
Ir. gevallen als het onderhavige gaat
het, geloof ik, niet om gelijk of ongelijk.
Het is hier een zaak van aanvoelen.
Ik kan me levendig voorstellen, dat som
migen, met name van hen, die zich ab
soluut houden aan de Gereformeerde
Schriftbeschouwing en ook bijv. orthodoxe
Joden, een film als „Grazige Weiden"
moeilijk- kunnen aanvaarden. Ook het fei'
reeds, dat het gegeven verwelkt is in een
film, is voor hen, die nooit naar de
bioscoop gaan een oorzaak te meer, om
„Grazige Weiden" van de hand te wijzen.
Maar wij hebben te aanvaarden het feit,
dat vele menschen van streng-religieuse en
positief-Christelijke beginselen deze film
geheel anders 'rebben aangevoeld, dan wij
het gedaan hebben. Dat zij hébben gezegd:
dit is een vrome, een achtenswaardige film.
die wij een positief-goed achten tegenover
het minder-verhevene, dat de bioscoop soms
nog brengt.
Met deze opvatting was de keurende
Commissie, samengesteld zooals hierboven
is aangegeven, het eens. En als zij naar
eer en geweten tót deze conclusie is ge
komen, mag zij een film niet verbieden.
U begrijpt de waardeering der Com
missie niet. Zij de Uwe niet. En zij staat
daarin ook in Christelijke kring
zeker lang niet alleen.
Wij moeten het hierbij laten, hoe gaarne
we nog meer wilden citeeren. Doch om dui
delijk te maken, dat wij niet alleen de
roeping hebben „onze" menschen voor deze
film te waarschuwen, maar ook het recht
de plicht otn deze voor openbare vertooning
af te keuren, halen wij een paar zinnen aar
uit Lichtbeeld en Cultuur, het offi
cieele orgaan van de Nod. Ver. voor Cultu-
reele Films; welk blad we tegelijk met de
brief van den Voorzitter mochten ontvangen.
In een artikel over de film „Grazi;
Weiden" wordt in herinnering gebracht dat
deze film in October 1936 niet voor vertoo
ning was toegelaten door de Rijksfilmkeuring.
De Commissie had groote waardeering
de bedoeling en samenstelling der film, doch
„meende met s'elligheid te mogen verwach
ten, dat velen in den lande tegen de vertoo
ning ernstige bezwaren zouden hebben. En
zij werden in die meening versterkt door de
adviezen van een drietal adviseurs: een R.K.
en een Ned. Herv. hoogleeraar en een Geref.
predikant.
„De importeur, zoo wordt meegedeeld, die
reeds by voorbaat allesbehalve zeker was
van toelating, had de film ter keuring ge
zonden zonder de Nederlandsche opschriften
te laten aanbrengen: om kosten te ver
mijden had hij de vertalingen er bij gevoegd.
Maar, zoo lezen we verder in het artikel:
Die ingezonden titels waren uiterst ge
brekkig en vaak zelfs bepaald oneerbiedig.
Men had blijkbaar door een willekeurigen
titelvertaler het vertrouwelijke neger-
engelsch in een soort equivalent grappig,
huishoudelijk Nederlandsch laten overzet
ten. En de Commissie vond eenstemmig^
dat deze te ere film, op zoo grove wijze van
opschriften voorzien, vTijwel iedereen
tegen de borst moest stuiten.
En zoo kon zij, zij het dan ook met diep
leedwezen, niet anders doen dan de film in
deze samenstelling voor openbare
vertooning ontoelaatbaa- verklaren.
Is dat iets anders dan wat wij schreven?-
In het keuringsrapport van de tweede Com
missie die de film goedkeurde, wordt het nog
eens gezegd:
De vorige commissie had het bezwaar dat
een deel van het publiek
„toch steeds bij het aanschouwen van de
film zou denken aan een poging om God-
zelf in beeld te vertoonen, hetgeen de
ergernis var. deze toeschouwers zou
kunnen wekken."
Voorts achtte de commissie sommige ge
deelten „wat al te familiaar" en zij had zeer
ernstig bezwaar tegen een groot deel der
opschriften:
Men had gepoogd de neger-Amerikaan
se he dialoog in een soort vertrouwelijk
Nederlandsch over te zetten, doch men
was daarin meestal slecht geslaagd, zoo
dat de teksten vaak banaal en daardoor
onjuist en stootend waren geworden.
Hebben wij het anders gezegd?
Maar, er zijn veranderingen in de film
de opschriften wel te verstaan aange
bracht en toen heeft de Centrale Commissie
het voorbeeld van andere landen volgend, de
film doorgelaten, vooral
omdat zij van oordeel is, dat deze film
ook haar goede invloed niet zal missen op
de meer ontwikkelde rijpere jeugd, omdat
in paedagogische kringen tegenwoordig
zoo dikwijls wordt geklaagd, dat de jeugd
vaak zoo weinig afweet van het Boek der
Boeken.
Waarop echter de commissie onmiddellijk
laat volgen:
Hiermee wordt niet gezegd, dat 'n film
als „Green Pastures" nu juist de aange
wezen manier zou zijn om deze meerdere
kennis omtrent de Heilige Schrift bij te
brengen.
Tenslotte zegt de commissie:
Gaarne erkennend, dat de eerste Holland-
sohe tekst, die vaak de grens van het pro-
fameerende raakte, in die mate is herzien en
gewijzigd, dat veel van de aanvankelijke be
zwaren zijn weggevallen, verwacht de Com-
ook verder op de grootst mogelijke
zorgvuldigheid te mogen rekenen; hetgeen
dan vooral moet uitkomen in een waardige
aanbieding van de film en een gepast bijpro
gramma.
Wij nemen onmiddellijk aan dat de Keu
ringscommissie met de beste bedoelingen de
vertooning heeft toegelaten nadat eerst de
importeur het ergste had weggelaten en daar
na de Commissie het meest banale, profanee-
rende en grove had geweerd; maar als wij
een lijstje geven van de gecorrigeerde onder
schriften, dan zouden onze lezers met ontzet
ting vragen: wat moet het dan vroeger wel
geweest zijn?
Het spijt ons voor de Filmkeuringscommis
sie en haar voorzitter, maar wij kunnen haar
beslissing in geen enkel opzicht loven en
wanneer zij kennis nam van de wijze waarop
het bioscooppubliek op haar goede bedoeling
reageert dan zou zij haar offerande op het
altaar der objectiviteit slechts bejammeren.
Nederlandsch-Duitsche
onderhandelingen
Over een nieuw verdrag
De regeeringspersdienst deelt meae:
In verband met het afloopen der bestaan
de overeenkomst op het gebied van het be
talingsverkeer op 31 Dec. a.s., zijn op het
ministerie van economische zaken op 26
rlezer de onderhandelingen begonnen tus
schen de Nederlandsche en Duitsche dele
gaties over de regeling van het betalings
verkeer tusschen Nederland cn Duitschland
van 1 Januari 193S af.
LUCHTVERDEDIGINGSDAG
ZATERDAG 30 OCT. A.S.
ALS DEELNEMER LUCHT
VERDEDIGINGSFONDS a
F 1.- OF LIEVER H00GER
U hebt dan toegang tot de
gereserveerde terreinen
bij' de Berlagebrug
COMITé
LUCHTVERDEDIGINGSDAG
SINGEL 548 AMSTERDAM