AMSTERDAM GEEFT U OP RIDDERORDEN Schendt de Werkverschaffina ons natuurschoon? „De film der lastering' DONDERDAG 28 OCTOBER 1937 DERDE BLAD PAG. 9 Nieuw stuk kaart wordt werkelijkheid Wat bij eendracht particuliere samenwerking vermag! Groote ruilverkaveling in de gemeente Papendrecht Gister de akte van 168 bldz. gepasseerd 1r""\AT partijen mitsdien hebben besloten, om naast de over dracht van gronden aan het Rijk, be- noodigd voor den aanleg van den nieu wen rijksweg, een vrijwillige ruilver kaveling aan te gaan, als volgt: door den heer A. worden in eigendom over gedragen door den heer B. wor den in eigendom overgedragen enz., ruim 50 keer Zoo luidde de hoofdzin van de akte van '168 foliovellen, welker voorlezing gister morgen bijna twee uren vorderde. Er werd dan ook door niemand naar geluisterd. In de blauwe zaal te Papendrecht, waar deze akte passeerde, liepen de betrokkenen in genoeglijke stemming rond, of zaten in gezelligen kout in groepjes bij elkaar, tot in de onmiddellijke nabijheid van notaris Ens, van Papendrecht, die. als ware hij een soort mechanische leesmachine, monotoon, en door het geroezemoes van stemmen on verstaanbaar, de akte ten gehoore bracht. Toch waren allen zeer goed doordrongen van het belang van deze akte. Want er was een jaar van heel wat overleggen en confereeren aan voorafgegaan. Maar, met een prachtig resultaat, waarmee alle par tijen zijn gediend. Nieuwe Rijksweg de oorzaak De aanleiding was de omstandigheid, dat 'de nieuwe rijksweg nr. 15 van Ridderkerk naar Nijmegen, twee kilometer loopt door de gemeente Papendrecht en daardoor 130 H.A. landerijen ten Noorden van deze weg, afscheidt van de boerderijen aan de Mer .wede, waarbij ze behooren. Door ruiling, samenwerking bij ver koop en aankoop, en door verleening van schadevergoeding, is nu bereikt, dat bij vrijwillige overeenkomsten deze boerderijen een aaneengesloten stuk grond kregen ten Zuiden van de nieu we weg en dat ten Noorden ervan acht nieuwe boerderijen verrijzen, ook met een aaneengesloten grondgebied. Ten eerste ligt nu het grondbezit van elke boerderij niet meer verspreid, ten tweede ligt het dichter bij huis, en ten derde heeft geen enkele boerderij gronden aan de andere zijde van de nieuwe weg. .Wie de bezwaren overbrugden Dat er heel wat bezwaren, vooroordeelen en moeilijkheden uit den weg waren te ruimen, alvorens dit resultaat was bereikt, ligt voor de hand. Terecht is dan ook lof g.bracht aan Mr. H. E. La Gro te Bode graven, die het initiatief nam. en ook de ruilverkaveling aldaar regelde, voor de medewerking van het Rijk voor deze par ticuliere transactie en aan de schattings- die buitengewoon zwaar werk verrichten had. Ze bestond uit de hee ren W. F. Brunt, C. S. P. v. Griet huizen en A. V o s te Bodegraven, en C. Ve,th en C. Verheul te Papendrecht. drecht. Het aantal overdragende eigenaren be droeg 54, er waren bij betrokken 197 ka dastrale perceelen, samen bijna 172 H.A. groot, die in 255 perceelen werden overge dragen. De perceelen die van eigenaar ver anderen, zijn totaal ruim 101 H.A. groot. Er waren 101 handteekeningen noodig van eigenaren of mede-eigenaren, en met 24 hypotheekhouders moesten overeenkom sten worden gemaakt. De notarieele akte is opgemaakt door de notarissen B. D. Krüsemann te Bode graven en H. S. Ens te Papendrecht. Op 1 November 1937 treedt de nieuwe toe stand in. Dan is dus, zooals notaris Krüse mann opmerkte, een nieuw stukje kaart werkelijkheid geworden. Wederzij dsche belangen gediend Deze -overeenkomst is in het belang van alle betrokkenen. Het Rijk behoeft nu niet de grond voor de weg te onteigenen, daar deze op normale wijze werd gekocht. Het behoeft geen waterdoorgangen te maken, geen viaducten, geen tunnel bij de Mathe- na kade. Er zouden andens twee parallelwegen noodig zijn geweest, een ten Noorden één ten Zuiden; thans kan met één worden volstaan, één ten Noorden, aan welke de boerderijen komen te liggen. Hierdoor en doordat geen tunnel benoodigd was. kon voor de weg worden volstaan met 12in plaats van met 16% H.A. De onteigening alleen zou reeds min stens twee ton hebben gekost, de tunnel ze ker één ton. Thans kost alles saam 't Rijk nog geen twee ton, inbegrepen de vergoedin gen voor bedrijfsschade die mede inhield de bekostiging van de acht nieuwe boerde rijen. Ver van zijn land, dicht bij zijn schade De betrokkenen zijn er niet minder bij gebaat. Doordat hun land dichter bij huis ligt, kan hot beter en met minder tijdver lies worden bewerkt, wat een jaarlijks te rugkeerende bate beteekent, zoodat voor hen het voordeel van deze verkaveling eigenlijk onafzienbaar is. De nieuwe boerderijen worden voorzien van electriciteit en aangesloten op de Pa- pendrechtsche waterleiding. We zijn er van overtuigd dat oplossingen als deze vaker mogelijk zouden zijn, als er maar iemand, is. die de energie, durf en tact heeft, om de zaak aan te pakken en om dat goed te doen. Wat hier tot stand kwam. is een prachtig voorbeeld van wat particulier initiatief vermag. Voor deze in gewikkelde materie had het Rijk niet an ders te doen dan z'n fiat te plaatsen onder de oplossing. Het verleende dan ook gaar ne zijn volle medewerking, die zeer is ge waardeerd en geroemd. Een glorieuze da*. Gister heeft zich dus het slot afgespeeld an deze mooie transactie. Nadat de akte vas voorgelezen, plaatsten beide compa ranten hun handteekening, namelijk het Rijk. vertegenwoordigd door hoofd-ingeni- eur M, Le Cosquino de Bussy en de overdragende eigenaren voor wie Mr. Gro optrad. Burgemeester P. v. Rees van Papendrecht teekende als getuige. Hierna voerde de heer De Bussy het oord, mededeelende dat nu onmiddellijk met de uitvoering van dit wegdeel, dat is gegund aan Zanen en Verstoep, een aan vang zal worden gemaakt. Mr. La G r o gaf een uiteenzetting van voorgeschiedenis van deze interessante Dat allen over het verloop van zaken zeer tevreden waren, bewees de prettige stemming bij de gemeenschappelijke lunch waaraan alle betrokkenen aanzaten, waar woorden van welverdiende lof werden ge sproken en waar de grondeigenaren als uiting van hun bijzondere waardeering Mr. La Gro een paar fraaie geschenken aanbo- Chr. Werkgeversverbond Voor de Groninger Club van het. Verbond van Prot. Chr. Werkgpvers in Nederland heeft de verbondssecretaris, Mr. A. Hoc ke- a uit Den Haag een causerie gehouden over de rijksbegrooting voor het komende Naar de heer Hoekema aan het eind zij- ;r causerie meedeelde, sluit het Chr. Werk geversverbond zich in hoofdzaak bij het re- geeringsstandpunt aan. Wel staat het ver bond lastenverlaging voor in het pro gram van actie 1937 wordt de omzetbelas ting genoemd als een der eerste lasten, welke, zij het ook geleidelijk, dient te wor den afgeschaft doch spr. is met de regee ring van oordeel, dat van een beteekenende belastingverlaging, evenmin als van het in- illigcn van allerlei wenschen, hoe nuttig n geboden ook, in de eerste jaren sprake zal kunnen zijn. Wel dient thans de verla ging van de kosten van levensonderhoud, die loor de regeering eveneens is toegezegd, met kracht te worden ter hand genomen door een geleidelijke verlaging en verdergaande afschaffing der crisisheffingen. De toestand, welke ook weer uit de begrooting 1938 van het landbouwcrisis fonds blijkt, dat heffingen het dubbele opbrengen van hetgeen het correspon- deerende product aan steun behoeft ten einde daarmede andere producten te kunnen steunen, mag niet bestendigd blijven. Ned. Ver. van Chr. Technici Vrijgestelde benoemd Met ingang van 1 Januari 1938 is tot secretaris-vrijgestelde van de Ned. Ver. van Chr. Technici benoemd de heer G. var Hoven te Rotterdam, thans reeds onbe zoldigd secretaris van die vereeniging. De heer van Hoven is 30 April 1894 te Haarlem geboren, bekleedde verschillende functies in het maatschappelijk leven, was S( 1927 werkzaam bij de begrootingsafdeeling van Fijenoord en maakte reeds sedert 1924 deel uit van het hoofdbestuur. Waarom de Centrale Keurings commissie geen bezwaar maakte Gistermiddag werd het huwelijk voltrokken van den heer B. van Breemen, cornet der Oranje-Garde en Mej. C. Sparling, vaandrig der Oranje-Garde. Het bruidspaar bij het betreden der Nieuwe Kerk aan de 's Gravendijkwal te Rotterdam Bestrijding der lepra De houding der Christelijke pers Van sommige zijden is herhaaldelijk be weerd, dat geen der Christelijke bladen een goed woord geschreven heeft, ter onder steuning van het adres, dat de heeren Roc- lofsma te Zeist e.a. aan de Tweede Kamer zonden in het belang van de arbeid van Dr D. M u 1 d e r, wiens Lichtinstallatie ter bestrijding van de Lepra in Plantoengan zonder vorm van proces door de Gezond heidsdienst in Ned.-Indië in beslag was ge nomen, omdat de officieele wetenschap deze proeven niet wilde. Nu deze beschuldiging zoo vaak werd herhaald, dat onze lezers er van onder de indruk kwamen, deelen wij even mee, dat. wij in het nummer van ons blad van 29 Augustus 1936 een artikel over deze kwestie schreven onder het opschrift „Alle leprozen verlangen naar licht". In dit artikel wezen we o.m. op het ver trouwenwekkend adres en sipraken we de dringende wensch uit, dat de Twee de Kamer een onpartijdig »nderzoek; zou instellen, vooral, omdat alles dd fedruk maakte, dat Regeeringsambtenaren éön on toelaatbaarheid hadden begaan, Officieele Berichten PENSIOENRAAD Bjj den Pensioenraad ztfn bevorderd tot co: mies: H. M. van der Velde en A. van Dijk, RECHTERLIJKE MACHT J. Kri •vol i leend als president van het Gerechtshof te Amsterdam. Benoemd zijn bij dit gerechtshof: tot president rar J. M. Jolles, thans vice-pre sident: tot vice-president mr P. A. Rutgers Benoemd is' tot kantonrecliter-plaatsvervan- ger in het kanton Zutfen: mr R. P. J. Derk- ONDERSCHEIDINGEN Benoemd is tot commandeur in de Orde var Oranje-Nassau, mr J. Kruseman, president var het Gerechtshof te Amsterdam. Verleend ia de eere-medaille verbonden aar de Orde van Oranje-Nassau, In goud, aan J Verhagen, te Middelburg. Fa. VAN WIELIK 9 NOORDEINDE DEN HAAG Telefoon 112246 De meening van den directeur der Heide-Maatschappij De belangen botsen Praktisch zijn Er zijn de laatste tijd in ons land herhaaldelijk stemmen van verontruste natuurvrienden opgegaan tegen het feit, dat bij het in werkverschaffing in cultuur brengen of verbeteren van gron den door de NederL Heide-Mij. té wei nig rekening zou worden gehouden met het natuurschoon. Er zouden ze'fs hier en daar reeds prachtige stukjes land schap-schoon onherstelbaar zijn geschon den, hetgeen met name in den Acher- hoek, Brabant en Limburg in sterke ma te het geval zou zijn. Over deze kwestie: werkverschaffing en natuurschoon, vonden wij dezer dagen Ir. P. .T. van Lonkhuyzen, directeur der Heide-Mij., bereid, ons nadere mededeelingen te verschaffen en ons het standpunt der maatschappij toe te lichten. Het moest wel eens De heer Van Lonkhuyzen begon zijn uit eenzetting met toe te geven, dat inderdaad hier en daar het natuurschoon wel eens moest worden aangetast, echter alleen in ge vallen, waarbij dit volstrekt onvermijdelijk Iedereen, die ook maar in geringe mate bekend is met. het werk der Heide-Mij. ai'nlius de heer Van Lonkhuyzen weet, dat wij steeds in de bres staan en stonden, wan neer het ging om behoud of om bescher ming van natuurschoon. Wij hebben ons dit zelfs gedeeltelijk a's taak gesteld. Ik zeg: gedeeltelijk, want een belangrijker taak vindt onze maatschappij in het in cultuur brengen van woeste gronden en in het ver beteren van slechten grond. En ja, hier botsen wel eens de belan gen van de boeren en landeigenaren met de idealen van de natuurvrienden. Ons standpunt nu is altijd geweest: practisch blijven. Er bestaat in ons vaderland een drin gende behoefte aan goed bouw- en weide land. Een bewijs daarvoor is wel, dat de woeste gronden in Drente, die vroeger vrijwel niets waard waren, thans zelfs een behoorlijken prijs opbrengen, omdat zij in cultuur kunnen worden gebracht. Zoo zijn wij thans bezig met het droog leggen van enkele -eenplasscn tusschen Amsterdam en Haarlem, Tegen dit werk zijn stemmen van na tuurvrienden opgegaan, m.i. volkomen ten onrechte en hier moet de Heide Maatschap pij haar nauurschoon oor. om het zoo eens uit te drukken, hardnekkig doof houden. Deze plassen immers hebben geen enkele "••aarde, noch voor den visch-stand, noch voor de watersport of anderszins. De waar de van de te winnen grond overtreft dus alle andere evéntueele belangen verre en daarmede houdt toch alles op. Maar van zelfsprekend zouden wij ons er sterk tegen verzetten, indien men zou komen met plannen om bijv. de Reeuwijksche plassen droow te leggen al zou het nieuw gewonnen land ook van veel waarde zijn. Hier toch prevaleeren anaere belangen. Veel tegenstand bij watcrloozing Een onderdeel van ons werk, dat voorat veel tegenstand heeft ontmoet in Gelder land, Brabant en Limburg is dat ter ver betering van de waterloozing. Natuurlijk is dit voor den landbouw van groote beteeke- nis. Bij dit werk is 't evenwel bijna steeds noodzakelijk, dat schilderachtig kronke lende beekjes meer geschikt moeten wor den gemaakt voor hun taak in dit opzicht hetgeen dan impliceert, dat zij moeten wor den verbreed, uitgediept en dat al te gril lige kronkels verwijderd worden. En ja. onvermijdelijk is het clan, dat iets van die schilderachtigheid wordt opgeofferd voor dit belangrijke doel, al gaan wij natuur lijk met de grootste piëteit te werk. Wij trachten dan voorts de natuurvrienden niet al te zeer te ontstemmen, door, waar mo gelijk, de natuurlijke begroeiing intact t' laten. ïs dit met het oog on bet werk niet doenlijk, daar ..kleeden" wij na afloop de oevers aan met struikgewas, planten bloemen in de streek thuishoorend. Toch blijkt men over het algemeen weinig inge nomen met deze pogingen, omdat het re sultaat. direct na de voltooiing van het werk inderdaad nog weinig fraai is. Men moet echter de natuur tijd laten. Na loop van enkele jaren zal men meestal van het werk weinig sporen meer aantreffen. In Limburg hebben wij het ook eens met een andere oplossing geprobeerd. Wij lie ten daar op aandrang van natuurvrienden zoo'n beekje, dat dringend moest worden verbreed, ongemoeid en groeven een geheel nieuwe afwatering naast het bestaande beekje Deze oplossing was echter al heel weinig elegant want de natuurlijke beek was toen geen beek meer In de Achterhoek heeft vooral veel wrij ving gegeven het opruimen van strooken hout en kleine bosrhperreelen op de vel den. Inderdaad is dit hout in het landschap zeer bekoorlijk; liet ceeft zelfs den Achter hoek zijn zoo tvp'.sche en veel bezon Ren na tuurschoon. Maar en hier hebt U weer die fatale botsing van helangen de boe ren. de eigenaren van den grond hebben last van dit hout. Het brengt onkruid rr.ee. er huist schadelijk wild, de koeien zoeken de schaduw ervan op zonnige dagen, kort om. dit hout is voor de meeste boeren zeer hinderlijk. Het verwijderen er van nu is een uitste kend werkverschaffingsobject, omdat kosten vrijwel uitsluitend gevormd wor den door arbeidsloon en bovendien zijn de boeren bij dit werk zoo zeer gebaat, dat zij meestal gaarne een gedeelte in deze kosten meedragen. Niet drijven overleg Onze ervaring nu is, dat de bemoei ingen van de natuurvrienden, die de verwijdering van dit hout met zeer veel leed aanzien, nu juist niet het vin den van een beide partijen bevredigen de oplossing in de hand werken. In tegendeel, dikwijls worden de betrok ken landeigenaren of boeren opstandig door deze voor hen onprettige inmen ging en gaan zij zelfs tegenwerken. Door drijven van natuurvrienden is er n het werkverschaffingsreglement een be paling opgenomen dat bij objecten, natuurschoon bij betrokken kan zijn, leg moet worden gepleegd met instanties hieromtrent tot oordeelen aangewezen. Deze bepalnig is uit den aard der zaak de boeren vrij onaangenaam en wij hebben meegemaakt, dat zij in gevallen, waar het betrof het opruimen van een stukje bosch, al het hout tegen den grond kapten, alvo rens toestemming aan te vragen Liet men nu eens meer aan onze schen over, die dingen met de betrokkenen te bespreken, dan zou er veel meer bereikt worden. Onze opzichters toch weten ge makkelijker den juisten toon te vinden en al verscheiden malen hebben wij mecge maakt, dat er met overleg ook hier succes te behalen is. De boer is dan veelal graag bereid om een concessie te doen ter wille van het natuurschoon. Daarom: die zin tot het behoud van het natuurschoon hoe loffelijk ook. moet men niet op de spits drijven door het in leven roepen van aller lei bepalingen, die de vrijheid van den grondeigenaar beperken. Dat prikkelt tot tegenstand en represailles en dit is toch zeker niet in het belang der goede zaak. Nogmaals, het behoud van natuu*choon en de bescherming daarvan heeft onze warme sympathie. Wij hebben dit de laatste weken nog bewezen door daadwerkelijk mede te werken aan de pogingen van de Stich ting „Het Geldersche Landschap", tot aankoop van de beroemde Imbosch; door den arbeid van de Vereeniging tot behoud van Natuurmonumtenten om in Drente en Brabant een belangrijk natuurmonument te stichten, met der daad tot steunen enz. enz. Maar wan neer 't gaat om grondwinning of -ver betering ten behoeve van den land- bomv die een zoo dringende behoefte heeft aan goeden grond, moeten de na tuurvrienden zich weten terug te trek ken en dit zoo groote landsbelang niet in den weg staan. Zij kunnen er van overtuigd zijn, dat wij steeds met de grootste zorgvuldigheid ten aanzien van het natuurschoon te werk gingen cn zullen gaan. Een nummer van ons blad waarin het artikel over de film „Grazige Weiden" was opgenomen zonden wij met een begeleidend schrijven aan den heer D. van Staveren, voorzitter der Centrale Commissie voor de Filmkeuring voor wiens persoon en arbeid wij al sedert jaren groote waardeering koes teren. De heer Van Staveren behoort niet tot .naaste geestverwanten", verre hij zal zich in de ware zin des woords steeds „onthouden om iets te doen of toe te laten dat strijdig is met de eerbied verschul digd aan de godsdienstige begrippen andersdenkenden" en zijn objectiviteit boven alle twijfel verheven. Daarom begre pen wij het niet, dat hij aan de vertooning deze film zijn fiat gaf en wij deelden hem dat mee. Als antwoord daarop ontvingen we een vriendelijke, veel verklarende brief terug, welke blijkbaar niet voor publicatie in de gestelde vorm is bestemd en die ook wegens zijn lengte groote bezwaren tegen plaatsing hebben. Er komen echter wel eenige za kelijke opmerkingen en mededeelingen in welke voor de beoordeeling nut en daardoor op publicatie recht hebben; al bren- niet de minste wijziging in onze opinie, wat we ook met een enkel woord zullen aan geven. Allereerst vestigt de heer Van Stave- ïii er de aandacht op, dat bij de keuring ui films de voorzitter niet het beslissende woord spreekt, zooals dat b.v. in Duitschland Engeland het geval is. De voorzitter kan wel herkeuring gelasten, maar verder gaat zijn macht niet. En hij zelf gelooft dat de hier gevolgde methode, hoezeer ze voor verbetering vatbaar moge zijn, een goede is voor een land als het onze, met een zoo zeer gemengde bevolking. De commissoriale uitspraken, afkomstig van zoo veelzijdig mogelijk samengestelde col leges, wekken uiteraard meer vertrouwen en zijn minder voor aanvechting vatbaar dan de beslissingen van één persoon, die, hoe vertreffelijk de eigenschappen van zijn verstand en zijn geweten ook mogen zijn altijd gevaar loopt voor eenzijdigheid en partijdigheid. Het kan dus zijn dat de Voorzitter, al heeft hij een zekere invloed, het met een uitspraak der Commissies niet eens is, doch dat gebeurt hoogst zelden en in dit geval is hij het vol maakt met de beslissing eens. Sterker nog. hem en de (bizondere) commissie die deze film keurde, een raadsel dat wij een scherpe afkeuring van de film gaven, immers, de film is gekeurd door een Commissie van vijf leden, waarvan er zeker drie, wel licht vier, tot de rechterzijde behooren. In de Commissie zaten: een vooraanstaand man van Gereformeerden huize (voorzit ter), een R.K. geestelijke, een orthodox Ned. Herv. predikant, een leidende figuur in de Remonstrantsche gemeente en een Soc. Dem. dame. Deze Commissie heeft de film, na zeer grondige voorbereiding, dat de opschriften geheel omgewerkt waren, na zeer uitvoerige overwegingen en net alge voor openbare vertooning toegelaten. De voorzitter der Centrale Commissie wijst vervolgens op dat niet alleen vrijzinnige kranten maar ook personen en bladen van richting de film in bescherming nemen, doch hij merkt o.i. terecht op; Ir. gevallen als het onderhavige gaat het, geloof ik, niet om gelijk of ongelijk. Het is hier een zaak van aanvoelen. Ik kan me levendig voorstellen, dat som migen, met name van hen, die zich ab soluut houden aan de Gereformeerde Schriftbeschouwing en ook bijv. orthodoxe Joden, een film als „Grazige Weiden" moeilijk- kunnen aanvaarden. Ook het fei' reeds, dat het gegeven verwelkt is in een film, is voor hen, die nooit naar de bioscoop gaan een oorzaak te meer, om „Grazige Weiden" van de hand te wijzen. Maar wij hebben te aanvaarden het feit, dat vele menschen van streng-religieuse en positief-Christelijke beginselen deze film geheel anders 'rebben aangevoeld, dan wij het gedaan hebben. Dat zij hébben gezegd: dit is een vrome, een achtenswaardige film. die wij een positief-goed achten tegenover het minder-verhevene, dat de bioscoop soms nog brengt. Met deze opvatting was de keurende Commissie, samengesteld zooals hierboven is aangegeven, het eens. En als zij naar eer en geweten tót deze conclusie is ge komen, mag zij een film niet verbieden. U begrijpt de waardeering der Com missie niet. Zij de Uwe niet. En zij staat daarin ook in Christelijke kring zeker lang niet alleen. Wij moeten het hierbij laten, hoe gaarne we nog meer wilden citeeren. Doch om dui delijk te maken, dat wij niet alleen de roeping hebben „onze" menschen voor deze film te waarschuwen, maar ook het recht de plicht otn deze voor openbare vertooning af te keuren, halen wij een paar zinnen aar uit Lichtbeeld en Cultuur, het offi cieele orgaan van de Nod. Ver. voor Cultu- reele Films; welk blad we tegelijk met de brief van den Voorzitter mochten ontvangen. In een artikel over de film „Grazi; Weiden" wordt in herinnering gebracht dat deze film in October 1936 niet voor vertoo ning was toegelaten door de Rijksfilmkeuring. De Commissie had groote waardeering de bedoeling en samenstelling der film, doch „meende met s'elligheid te mogen verwach ten, dat velen in den lande tegen de vertoo ning ernstige bezwaren zouden hebben. En zij werden in die meening versterkt door de adviezen van een drietal adviseurs: een R.K. en een Ned. Herv. hoogleeraar en een Geref. predikant. „De importeur, zoo wordt meegedeeld, die reeds by voorbaat allesbehalve zeker was van toelating, had de film ter keuring ge zonden zonder de Nederlandsche opschriften te laten aanbrengen: om kosten te ver mijden had hij de vertalingen er bij gevoegd. Maar, zoo lezen we verder in het artikel: Die ingezonden titels waren uiterst ge brekkig en vaak zelfs bepaald oneerbiedig. Men had blijkbaar door een willekeurigen titelvertaler het vertrouwelijke neger- engelsch in een soort equivalent grappig, huishoudelijk Nederlandsch laten overzet ten. En de Commissie vond eenstemmig^ dat deze te ere film, op zoo grove wijze van opschriften voorzien, vTijwel iedereen tegen de borst moest stuiten. En zoo kon zij, zij het dan ook met diep leedwezen, niet anders doen dan de film in deze samenstelling voor openbare vertooning ontoelaatbaa- verklaren. Is dat iets anders dan wat wij schreven?- In het keuringsrapport van de tweede Com missie die de film goedkeurde, wordt het nog eens gezegd: De vorige commissie had het bezwaar dat een deel van het publiek „toch steeds bij het aanschouwen van de film zou denken aan een poging om God- zelf in beeld te vertoonen, hetgeen de ergernis var. deze toeschouwers zou kunnen wekken." Voorts achtte de commissie sommige ge deelten „wat al te familiaar" en zij had zeer ernstig bezwaar tegen een groot deel der opschriften: Men had gepoogd de neger-Amerikaan se he dialoog in een soort vertrouwelijk Nederlandsch over te zetten, doch men was daarin meestal slecht geslaagd, zoo dat de teksten vaak banaal en daardoor onjuist en stootend waren geworden. Hebben wij het anders gezegd? Maar, er zijn veranderingen in de film de opschriften wel te verstaan aange bracht en toen heeft de Centrale Commissie het voorbeeld van andere landen volgend, de film doorgelaten, vooral omdat zij van oordeel is, dat deze film ook haar goede invloed niet zal missen op de meer ontwikkelde rijpere jeugd, omdat in paedagogische kringen tegenwoordig zoo dikwijls wordt geklaagd, dat de jeugd vaak zoo weinig afweet van het Boek der Boeken. Waarop echter de commissie onmiddellijk laat volgen: Hiermee wordt niet gezegd, dat 'n film als „Green Pastures" nu juist de aange wezen manier zou zijn om deze meerdere kennis omtrent de Heilige Schrift bij te brengen. Tenslotte zegt de commissie: Gaarne erkennend, dat de eerste Holland- sohe tekst, die vaak de grens van het pro- fameerende raakte, in die mate is herzien en gewijzigd, dat veel van de aanvankelijke be zwaren zijn weggevallen, verwacht de Com- ook verder op de grootst mogelijke zorgvuldigheid te mogen rekenen; hetgeen dan vooral moet uitkomen in een waardige aanbieding van de film en een gepast bijpro gramma. Wij nemen onmiddellijk aan dat de Keu ringscommissie met de beste bedoelingen de vertooning heeft toegelaten nadat eerst de importeur het ergste had weggelaten en daar na de Commissie het meest banale, profanee- rende en grove had geweerd; maar als wij een lijstje geven van de gecorrigeerde onder schriften, dan zouden onze lezers met ontzet ting vragen: wat moet het dan vroeger wel geweest zijn? Het spijt ons voor de Filmkeuringscommis sie en haar voorzitter, maar wij kunnen haar beslissing in geen enkel opzicht loven en wanneer zij kennis nam van de wijze waarop het bioscooppubliek op haar goede bedoeling reageert dan zou zij haar offerande op het altaar der objectiviteit slechts bejammeren. Nederlandsch-Duitsche onderhandelingen Over een nieuw verdrag De regeeringspersdienst deelt meae: In verband met het afloopen der bestaan de overeenkomst op het gebied van het be talingsverkeer op 31 Dec. a.s., zijn op het ministerie van economische zaken op 26 rlezer de onderhandelingen begonnen tus schen de Nederlandsche en Duitsche dele gaties over de regeling van het betalings verkeer tusschen Nederland cn Duitschland van 1 Januari 193S af. LUCHTVERDEDIGINGSDAG ZATERDAG 30 OCT. A.S. ALS DEELNEMER LUCHT VERDEDIGINGSFONDS a F 1.- OF LIEVER H00GER U hebt dan toegang tot de gereserveerde terreinen bij' de Berlagebrug COMITé LUCHTVERDEDIGINGSDAG SINGEL 548 AMSTERDAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9