DONDERDAG 28 OCTOBER 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5 Terugblik op 50-jaar Zendingsarbeid De Ministerpresident Di ll. Colijn spreekt op de Zendings-Conferentie Gisteren was de laatste dag der 50-ste Algemeene Nederlandsche Zendings-con- ferentie. Deze dag is in hoofdzaak gewijd aan besprekingen over de resultaten van het zendingswerk gedurende de afgeloopen vijftig jaren. 50 jaren zending in Nederland De eerste spreker in de^ochtemteitting was Ds. Joh. Rauws, de tegenwoordige secretaris van het comité, met het onder werp: „Vijftig jaren zending in Nederland". Daartoe geeft spr. een overzicht van het ontstaan en de ontwikkeling van het comi té der Ned. Zendingsconferenties. De eer ste conferentip werd gehouden op 22 Juni 1887; zij was belegd door het Centraal Co mité Depok op instigatie van Ds P. van Wijk. Uit deze conferentie werd de behoef te geboren aan een permanent comité. Dit moest echter worden saamgesteld door de Zendingscorporaties Het comité kwam voor de eerste maal samen op 28 October 1887 in de Pieterskerk te Leiden, waar Ds. Cesars Segers, de vertegenwoordiger van het Centraal Comité Depok, destijds pre dikant was. Groot is de beteekenis geweest van Ds. P. van Wijk, zooals sipr. nader aangeeft. Ook vertelt hij enkele bijzonder heden van de personen, die de eerste gadering vormden. Van hen is alleen nog in leven Prof. Dr. J. A. Cramer, destijds theol. student vertegenwoordigende het studentengezelschap Eltheto te Utrecht, thans benoemd tot eerelid der Conferentie. Een der oudste leden is de heer L. J. van Wijk, die later voorzitter werd en nu eere lid is. Het Comité heeft nooit statuten of regle menten geformuleerd. Daardoor is er nooit ruzie of oneenigheid geweest. Als regel gold: eenheid in het noodige, vrijheid in het twijfelachtige, liefde in alles. Er is wei nig mutatie onder de leidende personen ge weest. Er zijn 6 voorzitters geweest en slechts 2 secretarissen: Ds. van Wijk en "tegenwoordige; verder 5 penningmeesters. Belangrijker dan de conferenties was het comité. Het heeft van 1887 af gedaan het werk, dat thans de Ned. Zendings-Raad doet. Na de Conferentie van Edinburg kwam in 1902 de Commissie van Advies op, later in 1929 overgegaan in den Zen- dings Raad. Thans organiseert het comité alleen de conferenties, die moeten aanslui ten aan wat er in de zendingsbeweging omgaat. Uit. het Comité is voortgekomen de eenheidsbeweging in Nederland, de sa menwerking in Indië. Alle belangrijke dingen in de latere zendingsgeschiedenis zijn tot besprekingen in het comité terug te leiden: b.v. het Zendingscon©ulaat, de Ned. Zend. School, tijdschrift enz. Alle be langrijke kwesties zijn er besproken. Ten slotte weppt spr. een blik op de toekomst. Het comité wil vasthouden aan den reeds genoemden stelregel: Eenheid in het noodi ge; vrijheid in het twijfelachtige; liefde in alles! Ds. D. Crömmelin, zendingsdirector te Oegstgeest, sprak hierna over: 50 jaar Zending in Ned. Oost-Indië te uitbreiding, zoowel als door een veran derde oriënteering. Het aantal Prot. Inh. Christenen werd verzesvoudigd; vormden zij in 1887 5/8 der bevolking, nu is dit bijna 2y2 pCt. De Medische Zending, die nu in 29 Hoofd ziekenhuizen. 58 Hulpziekenhuizen en 186 poliklinieken werkt, ontstond als afzonder lijke tak van Zendingsarbeid. Door Hol- landsch-Inlandsche en Hollandsch-Chines- sche scholen en door allerlei vormen van Jeugdarbeid wordt het opkomende geslacht bereikt. Colportage neemt een steeds groo- ter plaats in. Aan opleiding van Inheem- sche leiders op elk gebied wordt groote aandacht besteed. Daarnaast is de verhouding tusschen Zending en Inheemsche bevolking gewij zigd. De .houding van onderdanigheid, lij delijk volgen van den Zendeling maakte plaats voor meer zelfbewustheid en eigen initiatief, waardoor een meer actief contact tusschen Zendeling en Inheemschen moge lijk werd. Vanzelf werd hierdoor de Zen dingsmethode gewijzigd en werd daarin de zelfstandige Inheemsche Kerk het doel punt, waarnaar men zich, ging oriënteeren. De uitwendig waarneembare oorzaken van deze uitbreiding en ontwikkeling lig -gen in het eerste decennium dezer eeuw. De regeeringsperiode Van Heutsz verzeker de overal rut=»t en orde en luidde tevens een tijdperk van toenemende overheids steun voor het particulier initiatief in, waarvan de Zending voor ziekenhuizen c scholen ruimschoots gebruik kon maken. De ontwaking van het Oosten heeft zich onder de Inheemsche Christenen geopen baard op een wijz^, die aan de zelfuitbrei- ding der gemeenten ten goede kwam, en tevens getoond heeft dat het Evangelie de eenige weg is om de rastegenstellingen te overbruggen. De verloopen halve eeuw overziende moet de conclusie worden getrokken, dat de taak der Zending belangrijk verzwaard werd: de natuurlijke groei kan niet wor den tegengehouden en de Inheemsche Kerk blijft krachtigen geestelijken en mate- rieelen steun van haar oudere Zuster in het Westen vragen. Maar ook ligt in het geen wij waarnamen een aanmoediging om den arbeid voort te zetten, waar zoo duide lijk blijkt, dat die niet tevergeefsch is en de Inlandsohe Christenheid steeds beter gaat beseffen welk aandeel zij heeft in de taak, die op de gemeente van Christus in deze wereld rust. Rede Dr. H. Colijn In de middagzitting was Z. Exc. Dr. H. C o 1 ij n aanwezig. De voorzitter. Baron v. Boetzelaer v. Dubbeldam, heeft den Minister-pre sident hartelijk verwelkomd. De Conferentie, aldus spr.. stelt het op •hoogen prijs, dat U ln Uw zoo bezetten tijd gelegenheid hebt kunnen vinden om hier aanwezig te zijn (applaus). Dr C o 1 ij n zeide in antwoord hierop, dat Z. Exc. hier gekomen "was om van zijn belangstelling in het werk der zending blijk te geven en zulks niet alleen persoon lijk, maar ook als leider van het kabinet. Diep is de Regeering overtuigd van het groote belang van den arbeid der zending in onze overzeesche bezittin gen. Zendingsarbeid is geen regeerings- arbeid. De Overheid mist het orgaan om zelf het Evangelie te verkondigen aan de volken, die het nog niet kennen. Toch staat de Regeering niet onver De minister.president dr H. Colijn woonde gisteren de middagvergadering van de 50ste Alg. Ned. Zendingsconferentie in de aula van het Koloniaal Instituut bij. V.l.n.r. ds. Joh. Rauwsdr H. Colijn, dr C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam en prof. dr. J. A. Cramer. schillig tegenover dien arbeid, want zij is de Overheid eener Christelijke nar tie. En het is daarom dat de Neder landsche Regeering met zoo groote en diepe belangstelling hot zendingswerk gadeslaat. Daarvan getuigenis af te leggen is de strekking van hetgeen spr. hier namens de Regeering heeft te zeg gen. Persoonlijk wilde spr. hier aan toe- voege^ dat het hem zoo treft hoe de Protestantsche Christenheid in deze Zendingsconferentie haar eenheid heeft gevonden. Bij alle gebrokenheid en ge spletenheid zijn deze conferenties een lichtbaken in veel duisternis en ook een baken der hoop, dat het nog een maal zoover moge komen, dat de Pro testantsche Christenheid als een geslo ten eenheid zal optreden voor de eere van onzen God en van Jezus Christus- De voorzitter betuigde den Minister de warme instemming der Conferentie met diens woorden, want 50 jaar lang is de Zendingsconferentie reeds werkzaam om het Evangelie uit te dragen in de geheele wereld en bijzonder in Oost- en West-Indië. Voor betere samenwerking der verschillen de zendings-groepen heeft de Conferentie ontzaglijk veel tot stand gebracht. De Nederlandsche Zendingsraad zou niet ver wezenlijkt zijn geweest, indien deze Con ferenties niet waren voorafgegaan. Spr. verheugde er zich in, dat in deze vergadering aanwezig zijn verte genwoordigers der R. K. missie. Afge vaardigden van de Protestantsche Zen ding worden nu ook van Roomsche zij de uitgenoodigd. Hierin ziet spr. de Hoop op een betere toekomst, waarin alle verschillen niet zullen zijn wegge nomen maar wel op meer Christelijke wijze kunnen worden beslecht, o.m door een werkverdeeling (applaus). 25 jaren Zending In Suriname Zendeling L e gè n e van de Broederge meente, thans voorzitter-secretaris van het Zeister Zendinggenootschap dezer ge meente, gaf nu een overzicht van het Zen dingswerk in Siiriname. dat aan de Broe dergemeente, zette spr. uiteen, reeds zoo vele offers heeft gekost. Het Surinaamsche volk vooral vroeger le vende in groote en bittere armoede, leeft niet temin met Nederland mee. Deze diepe armoe de was oorzaak, dat de bevolking in den aanvang niets kon bijdragen in het Zen- dingswrk. In de laatste jaren is hierin wel eenige verandering gekomen want jaarlijks brengt de Surinaamsche ge meente f 50 000.— op. Een uitgebreide staf van zendelingen ar beidt onder de bevolking. De Broederge meente verzorgt nu 33.000 Christenen, w.o. 28.000 Creolen, waarvan 20.000 tot de arm- sten behooren. Verder arbeidt zij onder Boschnegers, Javanen en Chneezen, terwijl zij zich over melaatschen heeft ontfermd. De zendingsscholen worden door 7500 leer lingen bezocht. Van onderscheidene gouverneurs heeft de Broedergemeente op de meest sympa thieke wijze medewerking ondervonden. Het gouvernement verleent subsidie voor, den eeredienst en neemt de kosten der zen dingsscholen grootendeels voor zijn reke ning. De begrooting der Broedergemeente in Suriname bedraagt f -100.000,— per jaar. Spr. besluit met een opwekking om haar arbeid in West-Indië krachtig te steunen. Prof. Dr. J. A. Cramer sprak een slot woord. GEMENGD NIEUWS BOERDERIJ AFGEBRAND Gistermiddag ontstond brand in de boer derij van den heer W. Smeenk te H a a r 1 e (gemeente Hellendoorn). De vlammen von den gretig voedsel in hooi, stroo en in het rieten dak. De brandweer, die spoedig ter plaatse was. kon wegens gebrek aan water, niets doen. In een minimum van tiid was de geheele boerderij tot den grond toe afge brand. Het huisraad ging grootendeels ver loren. terwijl het vee ternauwernood kon worden gered. De oorzaak van den brand is onbekend. Verzekering dekt de schade. KENT U al HYGIDENT de nieuwe, zelfwerkende. Kunst gebit-reiniger? Maakt ZÓNDER BORSTELEN Uw plaat en gebit weer als nieuw en verwijdert alle vlekken. Prijs normale fla con 45 ets., extra groote flacon 85 ets. Koop nog heden HY GIDENT bij Uw Apoth. of Drog. Het Studentencorps der Theologische Sc hooi te Kampen hield Dinsdagavond zijn jaarlijksche bijeenkomst, waarin de nieuwe studenten als corpslid werden aangenomen INVAL IN EEN SPEELHOL Haagsche politie arresteert acht mannen 's GRAVENHAGE, 28 October. Weder- om heeft de Haagsche politie met succes een inval gedaan in een perceel, waar van zij vermoedde, dat er reeds sinds eenigen tijd gelegenheid werd gegeven tot hazardspel, aan welk verderfelijk spel ook steuntrekkenden zouden deelnemen. Het speelhol, gevestigd in een bovenhuis in de Jacobastraat, was reeds geruimen tijd in de gaten gehouden en gistermiddag on geveer 5 uur achtte de politie het oogenblik gekomen een inval te doen. Twee inspecteurs, een brigadier en acht rechercheurs reden in een aantal auto's op genoemd tijdstip voor de deur van het bo venhuis. Aan hun sommatie de deur te ope nen werd niet onmiddellijk gevolg gegeven, waarop de politiemannen de deur forceerden door het raampje stuk te slaan om vervol gens het slot aan den binnenkant open te maken. In de gang en in de voorkamer troffen zij acht mannen aan. Een van hen trachtte nog te ontkomen, doch toen hij uit het raam aan de voorzijde van het huis wilde springen, zag hij, dat ook op de straat een aantal re chercheurs had postgevat, waarop hij op zijn voornemen terugkwam en rustig in de ka mer terugging. In een kast en in de zakken van de man nen vond de politie een groot aantal speel kaarten. Blijkbaar was het gezelschap door de komst van de politiemannen, dermate verrast, dat men in zijn verbouwereerdheid geen tijd had gevonden de speelkaarten te doèn verdwijnen. De acht in Den Haag woonachtige man nen, de 41-jarige koopman J. D. S., de 29- jarige schilder S. W. N., de 39-jarige chauf feur J. L. N., de 25-jarige electricien J. J. M. L., de 31-jarige koopman J. S., de 37-jarige los-werkman H. C., de 42-jarige schilder J H. R. en de 48-jarige schoorsteenveger D. J. F. H. een aantal van hen zijn steuntrek kenden werden met een arrestatiewagen maar het hoofdbureau van politie gebracht en later na verhoord te zijn weer vrij gelaten. Tijdens den inval was de hoofdbewoner van het perceel afwezig. In den loop van den avond heeft hij zich echter op het poli tiebureau gemeld. Nadat hem een verhoor was afgenomen, is hij naar huis gegaan. Militair vliegveld bij Bergen Protesten van de burgerij Naar wij vernemen is door meer dan 1700 bewoners en badgasten van Bergen af komstig uit het geheele land en uit alle kringen der burgerij een petitie aan den mi nister van defensie gezonden met verzoek om het militair vliegveld, dat op slechts 1 K.M. van den buitensten woonrand van Ber gen is geprojecteerd, nog elders te vestigen. Adressanten, die de noodzakelijkheid eener krachtige defensie volkomen inzien, doch het rustige en zeldzame mooie stukje na tuur liefhebben, achten het onbegrijpelijk dat elders geen geschikt terrein meer te vin den is en wijzen o.a. op den Vennenwaters- polder, of den Sammenpolder bij Egmond. die uit dezelfde grondsoort bestaan als de Bergermeer en niet beneden A.P. zijn ge- Voorts werd spontaan een bedrag van i 5000 ten behoeve der defensie toegezegd, indien het mocht lukken alsnog elders een geschikt terrein te vinden. KNAAPJE DOOR VRACHTAUTO GEDOOD. In den namiddag is gisteren het zeven jarig zoontje van de familie Smit op den weg naar Oottnarsum door een vracht auto van den expediteur Kienhuis uit Dene kamp gegrepen ^n op slag gedood. Den chauffeur treft geen schuld, daar het kind plotseling den weg is overgestoken. Laffe overval Od de eerste verdieping van een perceel in de Ruysdaelstraat te Amsterdam is gisteren een man betrapt door een 65-jarige dame, die daar alleen woont, toen hij meen- ongestoord den boel te kunnen omhalen od zoek naar een en ander van zijn ga ding. Bij haar thuiskomst bemerkte de dame vreemd bezoek in haar kamer, die reeds ge heel overhoop gehaald was. De man, die zich in zijn werk gestoord zag, gaf de weerlooze vrouw nog een paar klappen met een hard voorwerp op het hoofd voordat hij de beenen nam. De vrouw kreeg een hoofdwonde en liet zich eerst door een in de buurt wonenden medicus verbinden, daarna stelde zij de po litie van het geval in kennis, die thans een nader onderzoek instelt. INBRAKEN TE OOSTZAAN Gisternacht is ingebroken in de dezer da gen opnieuw in gebruik genomen, openbare lagere school aan het Noordeinde te O o s t- z aan. Aangezien deze week een begin was ge maakt met de inning van 't schoolgeld door het onderwijzend personeel, verwachtten de inbrekers blijkbaar, dat deze gelden in school zouden zijn. Slechts een gerins be drag aan spaargelden vaD do schoolbiblio theek werd gevonden en medegenomen. Tevens is gepoogd in te breken bij een rijwielhersteller. Toen de dieven onraad hoorden, zijn zij echter op de vlucht geslagen. De politie stelt een uitgebreid onderzoek in. Men heeft drie mannen zien vluchten, zoo dat het vermoeden voor de hand ligt. dat drie personen bij deze inbraken zijn betrok- PLEZIERRIJDERS AANGEHOUDEN De vorige week werd uit een garage in de Noordersiationstraat te G r o n i n g e n, tot twee maal i'oe een auto weggehaald en later weer terug gebracht, zonder dat de politie kon nagaan wie de daders waren. Gisteren werd wederom uit deze garage een auto weggehaald. De monteur van garage zag eenigen lijd later drie jongens, die den wagen in een zijstraat clicht bij i' garage neerzetten, op de fiets wegrijden. Het mocht de inmiddels gewaarschuwde recherche gelukken de drie jongens te arres teeren. Zij zijn de 16-jarige H. Z., leerling- monteur te Groningen, die reeds een voor waardelijke straf had opgeloopen en H. J. E. en J. N.. beiden 14 jaar oud en eveneens ui* Groningen. De twee veertienjarigen zijn, na verhoor, aan de ouders teruggegeven. De 16-jarige H Z., die als hoofddader wordt beschouwd, is ter beschikking van den officier van justitie gesteld. WETENSCHAP HET VRAAGSTUK DER VLAAMSCHE ACADEMIËN Het plan van minister Hoste stuit op ernstig verzet Tn een te Gent gehouden vergadering he alt de Vereeniging voor Wetenschap het vraagstuk van de oprichting van Vlaamsche Academiën besproken. De vergadering, die door afgevaardigden van vrijwel alle Vlaam sche w etensch appel ij ke vereenigingen en congressen, alsmede door vooraanstaande hoogleeraren, doktoren en ingenieurs werd bijgewoond, nam met algemeene stemmen motie aan, waarin geprotesteerd wordt tegen de handelwijze van het Ministerie van On derwijs, dat thans, bij louter Vlaamsche aan- Levensverzekering-Maatschappij CONFIDENTIA NV. Catharijnesingel 48 UTRECHT KAPITAAL- en VOLKSVERZEKERING LIJFRENTEN Aotleve Vertegenwoordigers gevraagd. De Kinderen van Prinses Juliana Welken naam zij zullen drageit I EEN KONINKLIJK BESLUIT DE STAATSCOURANT van gis teravond bevat het volgende Koninklijk Besluit: (Staatsblad no. 5) Besluit van den 26sten Oct. 1937, betreffende den naam, te dragen door de kinde ren van H.K.H. Prinses Juliana, Wij", Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz., gezien Ons Besluit van 8 Januari 1937, no. 5, luidende als volgt: Wij. Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz., verlangende, dat de naam van het geslacht, waaruit Wij zijn gesproten en waaraan voor ons en voor het Nederlandsche volk zoo dierbare her inneringen zijn verbonden, ook voor de kinderen van Onze beminde Dochter behouden zal blijven, er overwegende, dat in dit verlangen door Onze Dochter en Haren Gemaal wordt op de voordracht van Onzen Minister van Justitie van den 4den Januari 1937, kabinet no. 487, h„ hebben goed gevonden en verstaan: toe te stemmen, dat de naam „Oraflje-Nassau" zal worden ge dragen door alle kinderen van Onze beminde Dochter, met en benevens den naam, welken zij aan het geslacht van hunnen vader ontleenen, met dien ver stande, dat aan laatstbedoelden naam zal voorafgaan de naam „Oranje-Nassau", zoodat genoem de kinderen, onverminderd den titel van Prins of Prinses der Nederlanden en de hun verder toekojnende titels, zullep worden genoemd „Prins (Prinses) van Oranje-Nassau, Prins (Prinses) van Lippe-Biesterfeld". Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat op een nader te bepalen dag in het Staatsblad en in de Staatscou rant zal worden geplaatst. 's-Gravenhage, 8 Jan. 1937. WILHELMINA. De Minister van Justitie, VAN SCHAIK. Op de voordracht van onzen Minister van Justitie, van den lsten October 1937, Kabinet no, 416, d. hebben goedgevonden en verstaan: Als dag, waarop bovenstaand besluit in het Staatsblad en in de Staats courant zal worden geplaatst, aan te wijzen den dag, volgende op dien der dagteekening van dit besluit. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad en in de Staats courant zal worden geplaatst. Het Loo, den 26sten October 1937. WILHELMINA. gelegenheden, het advies inwint van acade miën, die openlijk strijd hebben gevoerd tegen elke verviaamsching van het Hooger Onderwijs en elke inrichting van Vlaamsche academiën. In de motie wordt dan vastgesteld, dat het advies van de eenige Vlaamsche academie, waaruit de kernen van de nieuwe Vlaamsche academiën zouden moeten worden genomen, in het geheel niet werd gevraagd, en ver klaard, dat de Ver. voor Wetenschap onwrik baar vasthoudt aan het standpunt van de vol ledige zelfstandigheid van de nieuwe Vlaam sche academiën, dat van den aanvang af werd ingenomen door de gemengde commis sie van de Vlaamsche Academie en Vereeni ging voor Wetenschap. Tenslotte wordt in de motie met klem ge protesteerd tegen elke poging om Vlaamsche academiën op te richten door het- splitsen van de bestaande Franschtalige academiën. DE MALENBURG door K. LANTERMANS (6 De grootvader van dezen meneer, heeft Paul eens van den ouden Pieterman gehoord, dat moet zoo'n best en braaf mensch geweest zijn. Toen die ziek was, hebben ze er zelfs voor gebeden in de kerk. De dominee hardop natuurlijk. Maar alle menschen zachtjes meegebeden, zei Pieterman. En toen hij begraven werd en er een dienst in de kerk gehouden werd, waar Pieterman zelf bij geweest is, toen heeft de domi nee gebeden, of de Heere zijn armen behoudend wilde uit breiden in de toekomst over de Malenburg in gedachtenis aan het weldadige leven van dien afgestorvene. „En dat gebed is verhoord en wordt verhoord", zei Pieter man er achter aan, alsof hij bang was, dat het niet gebeuren zou, of dat er iemand was, die het niet hoopte. Daarom heeft Paul die avond zelf gebeden, of dat gebed van dien ouden dominee toch verhoord mocht worden. Want als de Malenburg eens viel, wat zou er dan nog voor moois in de wereld zijn? Wat zou hem overblijven, als vader viel? Ja, de Waal. Maar daar is het heel anders mee. Die zegt: maak, dat je wegkomt, of anders sleur ik je mee. Voor de Waal heb je respect, omdat je bang voor het ding bent. Dat is net zoo'n ding als die groote buldog van meneer, die zulke leelijke gezichten tegen je trekt. Ja, de Waal lijkt veel op meneer zelf. En Het Huis dan? Het Huis, de Malenburg, dat isdat is het gezicht van den dominee: dat lacht ook altijd tegen je. O, hoe graag zou hij, net als Willem van den dominee een keer deed, den dominee eens over de wang strij ken. En zou het Paul wel ooit vergund zijn, eens tot het Huis te naderen? Zou hij nog eens één keer van zijn leven op de stoep mogen staan en dan naar de dijk kijken, net als Alva gedaan moet hebben, toen hij hier in dit Huis, zooals verteld wordt, overnachtte, toen hij optrok naar het Noorden, om de slag bij Jemmingen te slaan. O, één keer met de vlakke hand te mogen strijken over de ruwe steenen van de muur naast de stoep, zoodat je handen er zeer van deden. „Paul", zei vader, „de bruiloft van de juffrouw zal toch hier plaats hebben, dat wil zeggen: de trouwerij in de kerk. maar dan gaan allen naar Nijmegen. Het is nu beslist zei me de dominee. Nu moet er in de kerk een looper liggen van vóór de preekstoel heel de gang door tot buiten de kerk aan het rijtuig. Neem je kruiwagentje, ga naar het Huis, bel aan de poort, en als die open gaat, loop je door naar de deur en vraagt om de looper. Maar beleefd, meer dan beleefd". Het hart bonsde den veertienjarige tot boven in de keel. Zijn Zondagsche pakje aan, duwde hij zijn kruiwagentje voor zich uit tot aan de poort en belde. Het was de tweede keer van zijn leven, dat hij op deze plek stond. Zelfs in de donkere avond, als hij naar de dijk sloop, en vandaar naar de verlichte ramen keek, vol bewondering, alsof hij Alva voor de ramen zou zien, had hij het nooit gewaagd om naar het hek toe te gaan: het was hem en vader samen immers verboden. Daar ging het ijzeren hek een heel klein eindje open. Hij duwde het verder, ging er door, het hek viel achter hem weer in het slot. Hij had nu het gevoel kunnen hebben, dat hij in de gevangenis zat. Maar geen denken aan. De zon zakte daar naar Beneden toe naar de horizon en verlichtte de voorgevel van de Malenburg. In eens, terwijl hij daar heel langzaam voortkruide, om lang te genieten, als een jongen met een lekkere boterham doet, moest hij aan Mozes denken. „Gewijde grond". Als hij zich niet geschaamd had en gevreesd, dat iemand het zien kon, hij zou zijn schoenen uitgetrokken heb ben, en zou op zijn kousen over het fijne grind zijn gaan loopen. Zoo langzaam mogelijk duwde hij het karretje voor zich uit, ging rechts om de vijver heen, liep naar de stoep, terwijl hij al zijn vrijmoedigheid samenpakte om de heele gevel te bekijken, die door de avondzon hel verlicht werd. Nu zag hij. dat onder aan de muren heel groote steenen zaten: die eene, die zoo'n beetje naar voren stak, had Alva misschien ook gezien. Daar keek hij op naar een bovenraam: een menschengezicht verscheen. Het bloed schoot hem van schaamte naar het hoofd, dat hij het gewaagd had zoo maar brutaal naar een raam te kijken. Daar was hij bij de stoep, zette het wagentje neer, ging de stoep op om weer te bellen. Bij de laatste treden kon hij al door de glazen deur in de gang kijken. Daar ging de deur vanzelf open en een officier met een lange sabel stond in de deur. „Zoo vent, kom jij hier een boodschap doen? Wou je met me uit rijden gaan op die kruiwagen, nu je ziet, dat ik uit wil?" „Complement van vader, of ik de looper kan krijgen, meneer". Beleefder kon het niet: de pet bleef hangen in de hand. „En wie is vader?" „De koster, meneer". „Maar dan moet ik je toch eerst zeggen, dat ik geen meneer ben. Ik ben een soldaat. Je moet korporaal tegen me zeggen. Zul je dat onthouden?" „Ja meneer de korporaal". De soldaat schoot in de lach, maar zei dadelijk: „Hoe oud ben je?" „Veertien jaar, meneer de officier". „O, dat dacht ik ook. Een jongen van veertien jaar kan toch wel het verschil zien tusschen een korporaal en een offi cier! Dat weet je toch al. Maar waarom krijg je telkens zoo'n kleur? Heb je kwaad gedaan? Schaam je!" Nu, dat deed Paul al genoeg. „Waarom kijk je voortdurend langs me heen de vestibule in? Ben je bang voor de hond?" „Nee meneer de officier". En toch bleef hij de gang in kijken, en vergat haast, dat hij daar tegenover iemand stond. Die officier keek toen heel scherp naar den jongen en zei, heel niet meer zoo gemaakt- barsch als al dat andere daarvoor: „Nou moet jij mij eens zeggen, waarom je naar binnen kijkt. Zou je wat willen stelen?" „Nee meneer de officier". „Wees dan eens eerlijk en zeg het me". „Het is zoo mooi, meneer de officier". „Zou je hier graag willen wonen?" Paul knikte, maar met een hoog roode kleur. „Ik niet, jongen. Ik woon nog liever in een kazerne: het lijkt wel een vesting. Kom eens hier". Hij pakte Paul bij de arm, txok hem mee, de vestibule in, liep er dwars door tot aan de achterkant voor de open deuren, wees op de boomgaard er naast en vroeg: „Heb jij uit die boomgaard wel eens appels geratst?" „Nee meneer". „Daar moest jij je voor schamen, want dan ben je geen echte jongen. Ziezoo, nou ben jij ook een keer in de Malen burg geweest, want daar was het toch om te doen, geloof ik". Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5