LANDenTUINBOUW,
P
„GRONINGEN"
KWALITEIT HENNEN, KIPPEN EN EENDEN
AGENTEN GEZOGHT
Huisbrand- en Industriekolen
POKON '""'"se:
RAATUURTJE
DONDERDAG SS SEPTEMBER 19S7 No. iOl
Het boter-margarine-vraagstuk
Voedselvoorziening en
melkproductie
Door de Algemeene Ne4erlandsohe Zuivel
bond (F.N.Z.), de Chr. Boeren- en Tuinders
bo;hd in Nederland; de Kath. Ned. Boeren-
en Tuindersbond en hat Kon. Ned. Land-
bouw-Comité, is een uitvoerig adres aan dien
Minister van Econ. Zaken gezonden aan
gaande het boter-margarine-vraagstuk, waar
in gewezen wordt op het feit. Jat hie-t meer
en m<*>r blijkt, dat de vraag, of onze melk
veehouderij weer loonend zal worden, groo-
tendeels afhankelijk is van den prijs, wel
ken de boter kan opbrengen- Dit product
behceracht, mede door zijn invloed op den
prijs der andere zuivelproducten, waarin
in belangrijke mate melkvet aanwezig is
in sterke mate den melkprijs en daarmede
een groot deel vam de inkomsten van de
melkveehouderij.
De prijs, welke de boter kan opbrengen,
wordt in belangrijke mate beheerscht dit
wordt wel hoe langer hoe duidelijker door
de concurrentie, welke de substitueerenue
vetten en met name de margarine dit pro
duct aanioen.
Deze concurrentie is niet alleen het ge
volg van het prijsverschil tusschen het na
tuurproduct en het surrogaat, doch ook van
de wijze, waarop dit surrogaat zioh aan
dient en de voorwaarden, waaronder het
geproduceerd en verkocht kan worden. In
dien hierin van regeeringswege geen ver
andering wordt gebracht, dan voorzien adres
santen, dat het nog vele jaren duurt, voor
dat weer van een behoorlijk loonemde vee
houderij gesproken zal kunnen worden.
Er kunnen maatregelen genomen worden
waardoor de verhouding tusschen boter en
margarine op een juistere basis wordt ge
steld. opdat er een eind komt aan de de
loyale concurrentie, welke de boter ook in
on6 land van de margarine ondervindt
Onze wetgeving moet op dit gebied abso
luut onvoldoende worden geacht, waardoor
nog maar al te vaak verwarring tusschen
de beide producten plaats vindt, daar het
publiek het natuurproduct niet voldoende
van het surrogaat weet te onderscheiden en
jammer genoeg wordt dit van d-e zijde der
margarine-industrie doelbewust in de hand
gewerkt, door het verschil tusschen boter
en margarine zooveel mogelijk te verdoeze
len. Ook het sedert 1932 in ons land bestaan
de menggebod werkt in deze verwarrend,
daar hierdoor het publiek in den waan ge
bracht wordt vooral doordat wel eens tot
i0% boter in de margarine is gemengd
dat er tusschen boter en margarine niet
meer zoo'n groot onderscheid bestaat.
Om hieraan een einde te maken, verzoe
ken adressanten verschillende maatregelen
te willen nemen.
Deze zijn in het kort weergegeven:
In de Boterwet worde een bepaling opge
nomen, waarbij het verboden wordt,
het woord „boter" te bezigen
voor elk ander product dan dat,
hetwelk volgens de bekende methoden van
boterbereiding uit melk verkregen is en
waarin geen andere vetbestanddeelen voor
komen, dian die van melk afkomstig zijn.
Margarine, die van nature wit is, wordt
door een kleursel de boterkleur gegeven.
Gevraagd wordt dat voorgeschreven wor
de, dat uitsluitend ongekleurde
of ontkleurde oliën en vetten
voor de margarinebereiding g'e-
b r u i k t mogen worden.
Op vele wijzen wordt voor nmrgarui. ie-
clame gemaakt, zonder dat dit woord ais
zoodanig gebruikt wordt, terwijl niet zeidon
hierbij op eenigcrlei wijze een verband ge
suggereerd wordt met boter, melk of de at
tributen daarvan. Het is van groot belang,
dat in dit euvel van misleidende re
elate voorzien wordt, bijv. op de wijze,
zooals men dat in Zweden heeft gedaan,
waar de wettelijke bepaling geldt, dat op
de waar of op reclameplaten e.d. zich geen
beeld of mededeeling mag bevinden, die
aan een landbouwbedrijf of zuivel inrichting
doet denken.
Het gebruik van margarine in plaats van
boter is voor den bezoeker van een restau
rant of voor den kooper Ln een banketbak
kerewinkel, behalve door den smaak, wel
ke daartoe in alle gerechten echter niet vol
voldoende tot uiting komt of door iedereen
voldoende duidelijk waarneembaar Is, on
controleerbaar. Hierdoor vindt heel ge-makke
lijk en waarschijnlijk zeer veelvuldig mis
leiding der betreffende koopers plaats, tl.
dat zij meenen gerechten en artikelen me>t
boter bereid te ontvangen, doch dat dit in
wezen met margarine heeft plaats gehad-
Een afdoende maatregel hiertegen is de ver
plichting om zoowel binnen %ls buiten der
gelijke inrichtingen op duidelijke
wijze te doen aangeven, dat hier
margarine wordt g e b r u i k t, opdat
elke klant, hier koopende, weet, dat hij ge
rechten kan ontvangen, die met dit product
bereid zijn. Dit voorschrift bestaat thans
reeds in Australië, Duitschland en Tsjecho-
Slowakije.
Ook wordt gevraagd om een meng v e r-
bod van boter.
Indexcijfers voor den
landbouw
Uit de thans gepubliceerde cijfers van de
landbouw over de maanden Juli en Augus
tus blijkt, dat deze voor de groep akker
bouwproducten in zijn geheel niet zijn ver
anderd en gebleven op 93 vergeleken bij 1910-
1914, op 66 met basisjaren 19244929.
Onderling hebben de cijfers echter wel
verandering ondergaan. Zoo zijn de cijfers
voor granen gedaald. Die van tarwe b.v. van
106 tot 90 (basisjaren 1910-1914), welke da
ling alleen verband houdt met het feit dat
de bewaarloonen zijn komen te vervallen
nu de nieuwe oogst van gers' en haver daal
den resp. van 95 en 93 tot 86 en 85. Het m
dexcijfer voor rogge is 96 (het vergelijking»
cijfer ontbreekt). Vlas bleef op 81.
De prijzen van de handelsgewassen zijn
gestegen: koolzaad van 91 tot 95, karwij van
76 tot 82, geel mosterd van 81 tot 91. Ook de
aardappelen noteeren een goede stijging, n.l.
van 110 tot 150.
Wat de veeteelt-producten aangaat valt op
te merken, dat de prijzen van rund- en var-
kensvleesch eenige stijging ondergingen
(varkensvleesch nog al beduidend, n.l. van
95 op 107), terwijl de boter een prijsdaling
deeld zien (107 tot 96). Wel zijn ook de cijfers
vian kaas, melk en eieren wat teruggeloopen.
doch dat is een gevolg van de stijging van
de basiscijfers.
De veranderingen in de indexcijfers van
veevoeder en kunstmeststoffen waren in de
bedoelde maanden niet noemenswaard.
Texelsche schapen
De markten van geregistreerde ram-lam-
meren van het Texelsch schapenstambr.ek
in Noord-Holland zullen dit jaar gehouden
worden te Schagen op 30 Sept. en 7 October,
te Hoorn op 25 Sept., 2 en 9 October en te
Purmerend op 5 October.
De voedselvoorzieing van het melkvee
wa~ volgens mededeeling van de Directie
van de Landbouw in de maand Augustus
matig tot goed te noemen, wat het gemid
delde van het geheele land aangaat. In de
Noordelijke provincies was ze zeer goed; in
Utrecht, Zeeland en Limburg daarentegen
slechts matig, door de droogte in het begin
van de maand; in het laatst van de maand
trad eenige verbetering in.
De totale melkproductie was ongeveer even
groot als in Augustus van het vorig jaar. ln
Utrecht, Zeeland en Limburg was ze raso-
5, 7y2 en 5 pet. kleiner; in Groningen, Fries
land en Noord-Holland daarentegen resp. 5.
2 en 2 pet hooger. In de andere provincies
was vrijwel geen verschil te bemerken.
De vooruitzichten van de voedselvoorzie
ning van het melkvee laten zich over het
algemeen gunstig aanzien, hoewel de weers
omstandigheden hierop nog veel invloed
kunnen uitoefenen.
Voor Zeeland. Limburg en enkele streken
van Noord-Brabant en Noord-Holland
(Texel) zijn de verwachtingen matig tot vnj
Het bewaren van fruit
Luchtcondities bij het bewaren
en koelen
In de lajatste tijd is bijzonder veel aan
dacht besleed aan het goed bewaren van
het fruit om zoo de Nederlandsche markt
meer regelmatig dan tot dusverre geschiedde
van fruit te voorzien en de invoer van bui-
tenlandsche producten daardoor te remmen
Nu werd het fruit weJ bewaard, doch
daarbij lette men zoo goed als alleen op de
temperatuur. Men wist, dat tot een zekere
grens de regel gold, dat hoe lager men de
temperatuur hield, hoe langer het fruit be
waard kon worden, omdat bij lage tempe
raturen de bederfverwekkende micro-orga
nismen onwerkzaam blijven.
Zooals we reeds opmerkten, is er een
grens waar men met het bewaren en koelen
niet beneden moet komen om het vrucht-
vleesch niet te beschadigen. Men bleef
daarom steeds iets boven het vriespunt der
te bewaren fruitsoorten, dat ligt van V2 to'
2y2 gr. beneden 0 gr. Celsius.
Uien en spruitkool kunnen best iets be
neden hun vriespunt bewaard worden, maar
andere producten zooals bananen, tomaten
sinaasappels en enkele appelsoorten ver
dragen geen lage temperaturen en bederven
reeds wanneer het vriespunt benaderd
wordt
Ook spelen hier verschillende andere
factoren een rol. zoodat het wel gebeurt,
dat eenzelfde soort fruit of zelfs eenzelfde
variëteit zich in het eene geval heel anders
gedraagt dan het andere. Dit hangt samen
met groeifactoren, bodem, bemesting, enz.
Verder speelt de vochtigheid een rol
Hooger vochtigheidsgraad houdt het fruit
langer versch, doch de schimmelwerkinp
wordt er dqpr bevorderd. In de laatste tijd
streeft men naar een hoogere relatieve
vochtigheid dan voorheen. Men acht 90 pet
een vrij goede standaard, voor sommige
producten wat hooger, voor andere wat
lager, zoo van 85—95 pCt. Een vochtigheid
van 80 pCt. is weer te laag, daar hierbij het
uitdrogen te snel gaat
Zoowel temperatuur als vochtigheid
spelen bij het bewaren van fruit een rol
Op de vochtigheidstoestand van de lucht
wordt nog echter veel te weinig gelet. Maar
in de laatste tijd is men ook op de aard van
die lucht gaan letten.
Dat is zelfs zóó sterk dat enkele maanden
geleden een vereeniging voor dit doel is
opgericht: de vereeniging voor luchtbehan
deling. Deze vereeniging is geen onbelang
rijke en heeft dadelijk de zaak goed in
studie genomen.
De vorige week hield deze vereeniging
een algemeene vergadering te Den Haag en
deze was zeer druk bezocht. Wel een bewijs
dat er belangstelling voor dit vraagstuk be
staat. Wat ook bleek uit de verschillende
groepen van belangstellenden. Zoowel uit de
kringen van de handel en van de kwee
kers, als uit die van ingenieurs waren ze
opgekomen.
Op deze vergadering sprak de heer Ir. R.
Mulder, rijkstuinbouwconsulent te Ben-
nekom, over: Luchtcondities bij fruitkoeling
en fruitbewaring.
In het eerste gedeelte van zijn inleiding
gaf hij weer wat wij in de aanvang van
dit artikel schreven.
Het tweede gedeelte handelde over de
samenstelling van de lucht die voor hot
ter bewaring opgeborgen fruit het best is
In Engeland heeft men in dit opzicht veel
onderzoekingswerk verricht en wel bepaal
delijk bij een daar zeer veelvuldig voor
komende moesappel, de Bramley's Seedling.
Men ging bij deze onderzoekingen uit van
het feit, dat een geplukte appel nog door
gaat met ademhalen, dus met het verteren
van de opgehoopte reservestoffen. Wanneer,
zoo redeneere men nu, de hoeveelheid kool
zuur reeds een bepaald gedeelte van de lucht
inneemt), zal de ademhaling van het fruit
verminderen, omdat de voor deze adem
haling benoodigde zuurstof dan in geringe,
hoeveelheid voorkomt 't Zelfde effect dus
als bij lage temperaturen, daar ook hier de
intensiteit van de ademhaling vermindert
en dus de omzettingen in het fruit belem
merd worden.
Men ging nu nauwkeurig na hoe de be
doelde appel zich gedroeg bij verschillende
koolzuurconcentraiies en men vond, dat het
gunstigst effect bereikt werd als de lucht,
die normaal uit plm. 80 deelen stikstof en
plm. 20 deelen zuurstof bestaat, was samen
gesteld uit 80 deelen stikstof, 10 deelen
zuurstof en 10 deelen koolzuur.
Wanneer bij een temperatuur van 0 gi.
C. de luchtverhouding 10—10 (10 zuurstof en
10 koolzuur) bedroeg, kon men genoemde
appelsoort tot Juni goed houden. Bij hooger
koolzuurgehalte trad zekere beschadiging in
Maar voor andere appelsoorten was het
anders. Men kreeg bij tafelappels vaak
aromaverlies
Door nauwgezette proefnemingen heeft
men bij 14 variëteiten de luchtcondities
nagegaan. In sommige gevallen bleek de
dampkringslucht de beste te zijn. Soms
moest ook de koolzuurconcentratie bedui
dend minder dan 10 zijn en bleek daa>rbii
ook een lagere zuurstofconcentratie gc-
wenscht Maar op dit laatste kan in de
praktijk moeilijk gelet worden.
Om de gewenschte luchtverhouding te
krijgen en te behouden zal niet op de ven
tilatie gelet kunnen worden. Dit is een
bezwaar, want de appels zouden hierdoor
lijden. Daarom moeten ze bij deze behande
ling in op bepaalde wijze gepraepareerd
papier verpakt worden.
De vraag of dit alles in Nederland een
toekomst heeft mag gesteld worden. De
heer Mulder meende van wel. Maar aller
eerst moeten ook hier onderzoekingen ge
daan worden in deze richting. En deze zijn
Er zou veel moeten veranderen bij deze
koel-luchtbehandeling. Zoo moet bijv. in
eens de geheele bergruimte gevuld en ook
ineens geleegd worden.
Dit is voor ons land thans nog een groot
bezwaar. Maar in deze richting proeven tc
nemen zal goed zijn.
Maiscultuur in Hongarije
Verslag van een studiereis
Met de bedoeling om in een land, waar de
maïsbouw inheemsoh is en veel mais ver
bouwd wordt, zioh een indruk te vormen
van de beteekenis van mais als cultuurge
was en van de moeiten, waarmee men bij
deze cultuur te kampen heeft, hebben de
heeren Ir P. G. Meijers. directeur van de
landbouwkundige afdeeldng van heit Rijke-
landbouwproefetation te Groningen, die aJ
veel heeft gedaan om de maiscultuui te
beproeven in ons land, en Ir C Koopman,
een bekend zaadtriler te Zierikzee, een stu
diereis naar Hongarije ondernomen. Honga
rije, waar ongeveer 20 van het bouwland
door mais is ingenomen, heeft deze heeren
welwillend omvangen en alles is gedaan
om de onderzoekers een goed beeld van de
maisteelt te geven en de bezwaren er aan
verbonden, te leeren kennen.
In een door het Departement van Land
bouw uitgegeven geschrift brengen de hee
ren verslag uit van hun bevindingen. In dil
geschrift, dat aan het slot een aantal fraaie
foto's geeft in verband staande met de mais
teelt,komen de onderzoekers tot eenige con
clusies. die we. waar we het vorige jaar
meerdere malen aandacht aan de mais
cultuur besteedden, hier in het kort weer
willen geven.
Hongarije, wordt er gezegd in de conclusie,
wijkt in klimatologisch opzicht en ook om
dat het meestal niet anders dan grootbe
drijven kent. zoover van de Hollandsche
omstandigheden af, dat er groote voorzich
tigheid betracht moet worden met het ne
men van conclusies.
(Wij zouden in dit verband willen vra
gen, waarom zijn de heeren dan naar Hon
garije gegaan? Dat was toch wel bekend,
zonder dat men eerst naar dat land behoef
de te trekken en er vijf dagen te blijven. In
het Oderbrüch. iets ten Oosten van Berlijn
gelegen, en dat in de meeste opzichten met
ons land overeenkomt, zijn de onderzoekers
dan ook na de reis naar Hongarije hun
licht wezen opsteken. Het eerste gedeelte
van de reis lijkt ons dan ook nutteloos ge
weset te zijn. Zelfs kon men niet eens' de
conclusie trekken hoe het niet moet. want
de omstandigheden verschillen te veel.)
De ervaringen in Hongarije en in Duitsoh
land opgedaan, leiden er toe om te advi
seeren ook in ons land het aantal rassen
zooveel mogelijk te beperken en slechts met
weinige rassen te volstaan. Doch dat klein
aantal rassen zal eerst uitgezocht moeten
worden uit het groot aanatl wereldrassen
dat er bestaat en waarvan de best geschtk
te voor ons land uitgel ozen moeten worden.
Dozo kunnen dan wellicht nog door ver
edeling tot oog meer voor ons land passen
de soorten gebracht worden. Het lijkt de
onderzoekers toe. dat., naast de vroegrijpe
harde rassen, ook een plaats ingeruimd
wordt voor de vroegrijpe paardetand-mais-
rassen.
Wat het drogen en bewaren aangaat, deze
moeilijkheid is reeds vrij goed opgelost, a!
mag men aannemen dai er nog technische
verbeteringen mogelijk zijn.
Wa. de bemesting betreft, heeft deze reis
geleerd, dat we in dezen onze eigen weg
maar moeten gaar.: de ervaringen elders
opgedaan zijn voor onze landbouw niet van
beteekenis, omdat de grondsoort eT geheel
anders is.
De maiscultuur is in alle opzichten
uiterst eenvoudig en daarom zeer geschikt
voor het kleinbedrijf, terwijl toch ook •!-*
verbouw op middelgroot bedrijf niet uitge
sloten is.
Het is volgens de ondirzookers te verwach
ten, dat de maiscultuur op onze gemengde
bedrijven op de zandgrond economisch hei
best past, daar kan he>t gewas in zijn ver
sohillendê vormen aan de veestapel ten
goede komen.
Of mais in het groot of op de groote bedrij
ven der zware gronden een plaats zal we
ten te veroveren, is niet meit zekerheid te
zeggen. (Wij betwijfelen het op verschillen
de gronden. Redactie).
De laatste conclusie waartoe de genoemde
heeren komen, luidt:
Dat mais een gewas is. waarin meer ge
legenheid schuilt dan in andere graan
gewassen, kan tot op zekere hoogte als een
maatschappelijke winst beschouwd worden
en kan aanleiding geven om de verbouw-
aan te moedigen en deze met verschillende
middelen te steunen tot ze op eigen beenen
kan staan.
Marktoverzicht
Medegedeeld door het Centr. Bureau
VOERARTIKELEN
Als wij de afgeloopen week bekijken, dan
kunnen wij constateeren, dat er in den loop
daarvan slechts weinig verandering is ge
komen. De disponibele mais is iets terug-
•cloopen door de aankomst van enkele boo
ten, maar toch is er noch in Amsterdam,
noch in Rotterdam eenige voorraad. Stoo-
mende booten zijn vrijwel gelijk in prijs ge
bleven, de afladingen zijn echter duurder
geworden. Er is inmiddels een boot met een
kleinere partij witte platte Zuid-Afrikaan-
sche mais aangekomen.
Gerst is vooral op latere posities vast. In
hoofdzaak komen de hoogere offertes van
Noord-Amerika en Canada, maar ook de
nieuwe oogst Laplata trok in prijs aan.
Rusland heeft zich voorloopig van de markt
teruggetrokken en de Donau offreert nog
zeer weinig. Haver vrijwel onveranderd
met Iets vastere ondertoon.
Rogge vast, zoowel binnenlandsche als
buitenlandsche. In krachtvoederartikelen
weinig nieuws en weinig omzet De voor-
jaarsprljzen lager dan de najaarsprijzen.
Afval artikelen van do meelfabrieken
schaarsch en daardoor duurder
Als het waard is vee goed te voeren
dan is het zeker waard
OHa VOEDERS
te koopenl
gegarandeerd met D-vitaminen en
Okra-Salts (minrealen)
Van O ijett's Handels-MijN,V
Postbox 48 VENLO (L.)
Alp. OnderL Maatsch. t Verzekertnfl
van Paarden en Rundvee.
Catharijncsingel 75 UTRECHT
TELEFOON 12138
Directie: Leopold.
Verzekering op billijke voorwaarden,
tegen lage onderlinge of vaste premie
RESERVE: f 165.901.11.
Deskundige vertegenw. gevraagd!
I f RAAMLIJSTEN
Up SYSTEEM „NYHOF"
C» I, 5 punten waar het om gaat:
1^!;' Speciale ruitenhouder.
n_s Stalen hoeken.
Koperen nagels.
Langere levensduur.
Goedkooper in 't gebruik
Wie ze gebruikt, bestelt na. Vraagt vrij
blijvend inlichtingen:
J. BAK, H. BAK DE JONG
HLNDRIK-IDO-AMBACHT - Telef. 8
m. 5 dagen vrU nicht. Ultal. goede kwaliteit.
W. Legh. 3V4 mnd, f 1.15, 4% mnd f 1.35, 6U
mnd 11.45 p. at.Rh. Ml. Reds 4 mnd f 1.30,
5'/4 mnd f 1.45 p. st.: Barnevelders 4% mnd
f 1.45, 5\<z mnd f 1.60 p. st.; Wit legh. kippen
broed 36 ged n. leggen 75 ct. p. st.; Kh&kie
Camb eenden 4Vi mnd 90 ct p. st. 5% mnd
f 1 p. st. Zend. remb. verp. vrü, vanaf
10 st. franco station.
HOEXDERPABK G. ASSELT. Geerweg 3,
Telefoon 680 Veenendaal
voor den verkoop van onze
TUIN-, BLOEM- en
LANDBOUWZADEN
FA. GEBR. OUDIJK- WADDINXVEEN
P. DE VOGEL Pzn.
TELEF. 53
BERKEL Z.-H.
MESTSTOFFEN
Thomasmeel D« producenten hand
haven het pas ingenomen prijspeil voor dit
artikel ten volle, zoodanig zelfs, dat een
zeer kleine stijging in den vraagprijs werd
waargenomen. De plotselinge inzinking van
de Fransche valuta op het eind der week
kon nog geen invloed hebben, trouvwens, den
laatsten tijd was Frankrijk weinig of niet
voor ons land aan de markt
De vraag in ons land blijft bevredigend.
De invoer in Augustus stelde teleur, deze
w-as namelijk slechts zeer weinig hooger
dan voorgaand jaar.
Superfosfaat. Het blijkt, dat de Ne
derlandsche fabrieken de vorige week wel
allen met superfosfaat aan de markt geko
men zijn, doch slechts voor beperkte hoe
veelheden, zulks in verband met den nog
altijd onzekeren toestand van den aanvoer
der benoodigde grondstoffen.
K a 1 i z o u t e n. Er is nog geen verande
ring in den kalmen markttoestand van dit
artikel. Eind dezer week moeten feitelijk
bestellingen voor den tweeden termijn bin
nen zijn. Begin October treedt een nieuws
verhooging van de produccnten-noteerin-
gen in.
bi,' de bloem- en mdw.nkels C PCr
De vorige wpek heb ik me geheel laten
leiden door de bloemetjes in de tuin. En 'k
was heusch nog niet uitgepraat, toen de
dreigende vinger, die naar de klok wees,
opgeheven werd.
Er was nog heel wat te bepraten.
Zoo had ik even willen praten over
DE AMARYLLIS
die al een poosje droog heeft moeten staan
om straks op tijd haar mooie bloemen weer
in je kamer te laten bewonderen. Ik wil
de even waarschuwen, dat men de bol niet
uit de pot of uit de aarde moet nemen,
doch in de pot moet laten afsterven en zóó
opbergen. Dus straks in November gaat hij
de donkere kast in en komt met pot en al
eind Januari, begin Februari weer te voor
schijn. Dan gaat men alleen de bovenste
aarde wat wegkrabben, en door nieuwe
voedselrijke grond vervangen. Zoo ka\ de
bol wel twee of drie jaren aaneen in bloei
getrokken worden en dan pas gaat men er
eens over denken e.en andere pot te geven.
Dat doet men in Augustus. Maar de pot
moet vooral niet te groot zijn. 't Is meer om
nieuwe aarde te doen, dan om een grootere
pot, als de Amaryllis verpot wordt. Maar
de aarde moet zeer voedzaam zijn. Daarom
is geregeld bemesten tijdens en na de bloed
dringend noodig.
Een andere geliefde bloem is waar
DE GERANIUM
men mij ook wel eens inlichtingen
over vraagt. Men heeft deze in de tuin en
wil ze graag houden voor het volgend jaar.
Dat is aardig en dat is meteen voordeelig,
want geraniums ge weet wel, dat ze fei
telijk pelargoniums heeten. maar de naam
geranium heeft nu eenmaal burgerrecht' ver
kregen zijn nog al vrij prijzig.
Welnu om deze pla' !en over te houden
moeten ze niet op een donkere plaats gezet
Wat ik hoorde en zag, las en
dacht; op reis en thuis
worden, doch op een lichte plaats waar
goed geventileerd wordt, die geen last heeft
van de vorst en toch koel is. Dus niet in de
warmte, doch wel vorstvrij. Veelal zal een
kelder niet goed zijn, omdat die nogal eens
donker is en er weinig gelegenheid is voor
ventilatie. Maar er zijn ook wel ideaal
kelders, die veel licht hebben en waar
steeds voor frissche lucht gezorgd kan wor
den. Zet ze daar gerust in op een lichte
plek. Houdt de planten droog. Alleen dus
maar wat water geven als de grond een
droge aardemassa is geworden. Dan gaat
men ze in het voorjaar snoeien en langzaam
aan weer water geven.
Wil men geraniums hebben die in de win
ter de kamer met hun mooie roode bloemen
zullen sieren, dan had men reeds eerder
moeten zorgen en in Mei of nog eerder moe
ten stekken. Door de bloemknoppen tot nu
toe er telkens uit te knijpen had men de
bossige mooi vertakte planten gekregen die
de geheele winter door konden bloeien. Als
ge niet zoo gehandeld hebt is het voor deze
winter natuurlijk te laat. Maar knoop het
in je oor voor het volgend jaar.
En nu eindelijk nog een andere geliefde
kamerplant,
DE CLIVIA
Deze moet van nu voortaan wat minder wa
ter hebben. De planten moeten een poosje
rusten van het groeien en zich voorbereiden
op de bloei. Gaat men door met volop water
te geven en met mesten en staat de plant
daarbij op een zeer gunstige plaats dan
wordt ze te gauw in bloei getrokken en
komen er bleeke bloemtrossen te voorschijn
wat niet mooi staat. Dus van nu af de plant
laten rusten door weinig water te geven.
Uitdrogen is ook niet goed. Zoo blijft men
handelen tot de bloemsteel te voorschijn
komt en ongeveer 15 c.M. lang is geworden.
Dan gaat men weer meer water geven. Doet
men dit te vroeg, dan blijven de bloemsten
gels kort,
Ik sprak daar zoo pas van een gunstige
plaats voor de clivia. Dat is niet in de zon
en toch in het volle licht, dat is niet te
warm en toch ook niet op een te koele
plaats; daar dan de bladeren oranjekleurige
vlekken krijgen. Maar in de volle zon is ook
niet goed. De bladeren worden dan geel.
Alle jaren behoeft de Clivia geen andere
pot. Dit is zelfs niet eens goed. Want even
min als de Amaryllis houdt de Clivia van
een groote pot. Zelfs al groeien de dikke
wortels boven de aarde, wat nog al eens
gebeurt, dan is dit geen bewijs, dat de
plant een andere pot noodig heeft. De clivia
kan, als ze geregeld doelmatige mest krijgt
iprenlang in dezelfde pot blijven.
Nu moet ik toch een streep zetten onder
mijn praatje over de planten. Je kunt er
haast niet over uitgepraat raken.
Maar er is meer dat de aandacht vraagt'.
B.v. in Duitschland thans de
OOGSTVERNIETIGENDE
OORZAKEN
Men weet, dat ze in Duitschland op alle
kleinigheden gaan letten. Een soort zuinig
heid, die groote voordeelen kan geven. Toe
passing van het spreekwoord: vele kleintjes
maken één groote. Men heeft eens nage
gaan hoeveel schade berokkend wordt aan
de oogst door de ziekte en schadelijke plan
ten en dieren. Tot welke groote bedragen
men daar door schatting (anders kon het
niet) is gekomen blijkt uit een plaat waar
van we hiernaast een afdruk opnemen, en
waarop aangegeven staat de grootte van de
schade in millioenen marken. Zooals men
ziet is het onkruid de grootste schade-
brenger. Niet minder dan 600 millioen mark
dat is ongeveer 430 millioen gulden, is naar
schatting de schade die het onkruid aan
de oogst toebrengt. Roest en brand geven
een nadeel van 350 millioen mark (250
millioen gulden). Daarom worden de boeren
aangespoord soorten te verbouwen, die tegen
roestaantasting bestand zijn en in elk geval
het zaaizaad te ontsmetten.
De schade door de maden van insecten
wordt geacht 100 millioen mark, dat is ruim
70 millioen gulden, te bedragen. Dat is een
aansporing om krachtig tot insectenbestrij-
ding over te gaan. Ook door de graanklan-
der en de aardappelziekte wordt, hoewel
niet in die mate als bovengenoemd, groote
schade berokkend en het is aan te bevelen
alles te doen om die k tien te bestrijden
Alles kost veel geld, doch de voordeelen
zullen veel meer zijn dan de kosten bedra
gen.
Hadden we in ons land maar een middel
om het mond- en klauwzeer te bestrijden. In
zeer sterke mate teistert die kwaal onze
veestapel weer.
Een jaar of drie, vier waren we er ta
melijk vrij van gebleven en nu komt het in
eens met kracht opzetten.
Dat is voor de veehouders een ernstige be
zoeking. Vooral zij, die consumptiemelk
leveren en die
DE TAXE WEGENS MOND
EN KLAUWZEER NIET
KUNNEN LEVEREN
zouden leelijk gedupeerd worden. Doch dat
is gelukkig door de Nederlandsche Veehou
derij-Centrale voorkomen. Deze heeft nl. be
kend laten maken, dat het optreden van
mond- en klauwzeer ln het bedrijf be
schouwd moet worden als één der oorzaken
bedrij fsbelemmering, zooals bedoeld is
artikel 14 van het Kegeeringscontract
Zooals men zal weten zijn de veehouders,
die een Regeeringscontract hebben afgeslo
ten, verplicht de bij dat contract vastgestel
de taxe te leveren aan den kooper. Bij
gebreke hiervan is de kooper gerechtigd om
een boete van één cent per liter voor te
weinig geleverde mellc op te leggen. Daar
bij het optreden van mond- en klauwzeer de
melkgift dadelijk zeer aanzienlijk daalt en
bijna geheel stil kan staan, zouden dezen boe
ren groote boeten opgelegd kunnen worden.
Door de bepaling van de Nederlandsche
Zuivelcentrale is dit nu voorkomen. Veehou
ders moeten evenwel als dit verlangd wordt
een bewijs van den veearts kunnen overleg
gen, met vermelding van het tijdvak, waar
in mond- en klauwzeer op het betreffend
bedrijf heeft geheerscht.
In door deze kwaal optredende buitenge
wone tekorten kan voorzien worden, door
een zeer tijdelijk contract met een taxe-
gerechtigde veehouder, die tot dusverre zijn
melk nog niet geplaatst zag of door een tij
delijk contract met een z.g winterboer, of
als geen van deze wegen mogelijk zijn, door
verhooging van de taxe van wel leverende
taxe-boeren.
Er is dus voor de melkvoorziening der
burgers gezorgd.
Wat de honingvoorziening In de korven
en kasten betreft liep het zooals zoovele
jaren zeer uiteen in ons land. De
HONIGOOGST OP DE VELUWE
WAS SLECHT, IN
DRENTHE GOED
Zoo luidden de berichten, die ons bereik
ten. Men had alle hoop op de heidevelden.
In de Wieringermeerpolders was het succes
met de klaver niet groot geweest De linde-
boomen hadden in de bloeitijd veel last van
honingdauw en dus brachten de bijen veel
zwarte voor de consumptie onbruikbare ho
nig in de raat. Nu was alle verwachting
nog van de heide. Maar die is op de Veluwe
beschaamd. De Veluwsche heide blijkt door
haar hooge en droge ligging niet voldoende
sappig te kunnen zijn. Ook al werken zooals
dit jaar alle factoren mede en zijn de bijen
nog zoo actief, dan blijft het beschov nog
maar gering. Veel Veluwsche bijenhouders
zagen dit in en hebben ook ditmaal hun
korven niet bij huis gehouden, doch zenaar
Drenthe gestuurd, waarmee zij een aanmer
kelijk gunstiger resultaat hebben bereikt
dan zij, die hun bijen op de Veluwe plaat
sten.
Het resultaat van hen die solliciteeren als
LID OF PLAATSVERVANGEND
LID VAN EEN PACHTKAMER
zal in vele gevallen ook niet groot zijn. TocK
wordt door sommigen daarin iets goeds ge
zien, voor zichzelf althans. Maar de jïoliti*
heeft al eer gewaarschuwd tegen de prak
tijken van deze lui. Zoo is door den commis
saris van politie te Apeldoorn in het Alge
meen Politieblad bekend gemaakt, dat bij
hem talrijke berichten zijn binnengekomen,
waaruit blijkt, dat door het advertentie
bureau „Evident" of door het nationaal bu
reau „Actief, beide te Apeldoorn, adverten
ties worden geplaatst in of ter plaatsing
worden aangeboden aan verschillende bla
den, waarbij onder het motto „Taxateurs
door geheel Nederland" tegen betaling van
f 0.60 aangeboden wordt de toezending van
den tekst van een ministerieele kennisge
ving, de benoeming van leden of plaatsver
vangende leden van pachtkamers betreffende
alsmede van een modelverzoekschrift, om
voor een benoeming in aanmerking te mo
gen komen.
Maar volgens art. 57 van de Pachtwet
genieten de leden van de pachtkamers en'
hun plaatsvervangers vergoeding van reis-
en verblijfkosten en verdere vergoeding vol
gens regelen door de Regeering te. stellen.
Ten aanzien dier „verdere vergoeding" nu
is nog geen regeling getroffen, zoodat men
met betrekking tot de hoegrootheid eener
mogelijke „verdere vergoeding" in het onze
kere verkeert en hiermede bij zijn verwach
tingen rekening dient te houden. Bovendien
zij opgemerkt, dat de pachtkamer van heC
kantongerecht bestaat uit den kantonrech
ter als voorzitter en twee (eventueel ver
meerderd met eenige plaatsvervangers) niet
tot de rechterlijke macht behoorende perso
nen, die deskundig zijn ta.v. de verhoudin
gen op pachtgebied. Voor hen die deze des
kundigheid niet bezitten, is inzenden vari
een verzoekschrift nutteloos en dus heeft het
voor zulke sollicitanten geen zin f 0.60 te
offeren voor ministerieele tekst en modël
verzoekschrift.
Houdt je geld liever in de zak. dan het op
deze wijze kwijt te raken.
Tot de volgende week.
PRAATJESMAKER.