LANDenTUINBOUW, P „GRONINGEN" KWALITEIT HENNEN, KIPPEN EN EENDEN AGENTEN GEZOGHT Huisbrand- en Industriekolen POKON '""'"se: RAATUURTJE DONDERDAG SS SEPTEMBER 19S7 No. iOl Het boter-margarine-vraagstuk Voedselvoorziening en melkproductie Door de Algemeene Ne4erlandsohe Zuivel bond (F.N.Z.), de Chr. Boeren- en Tuinders bo;hd in Nederland; de Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond en hat Kon. Ned. Land- bouw-Comité, is een uitvoerig adres aan dien Minister van Econ. Zaken gezonden aan gaande het boter-margarine-vraagstuk, waar in gewezen wordt op het feit. Jat hie-t meer en m<*>r blijkt, dat de vraag, of onze melk veehouderij weer loonend zal worden, groo- tendeels afhankelijk is van den prijs, wel ken de boter kan opbrengen- Dit product behceracht, mede door zijn invloed op den prijs der andere zuivelproducten, waarin in belangrijke mate melkvet aanwezig is in sterke mate den melkprijs en daarmede een groot deel vam de inkomsten van de melkveehouderij. De prijs, welke de boter kan opbrengen, wordt in belangrijke mate beheerscht dit wordt wel hoe langer hoe duidelijker door de concurrentie, welke de substitueerenue vetten en met name de margarine dit pro duct aanioen. Deze concurrentie is niet alleen het ge volg van het prijsverschil tusschen het na tuurproduct en het surrogaat, doch ook van de wijze, waarop dit surrogaat zioh aan dient en de voorwaarden, waaronder het geproduceerd en verkocht kan worden. In dien hierin van regeeringswege geen ver andering wordt gebracht, dan voorzien adres santen, dat het nog vele jaren duurt, voor dat weer van een behoorlijk loonemde vee houderij gesproken zal kunnen worden. Er kunnen maatregelen genomen worden waardoor de verhouding tusschen boter en margarine op een juistere basis wordt ge steld. opdat er een eind komt aan de de loyale concurrentie, welke de boter ook in on6 land van de margarine ondervindt Onze wetgeving moet op dit gebied abso luut onvoldoende worden geacht, waardoor nog maar al te vaak verwarring tusschen de beide producten plaats vindt, daar het publiek het natuurproduct niet voldoende van het surrogaat weet te onderscheiden en jammer genoeg wordt dit van d-e zijde der margarine-industrie doelbewust in de hand gewerkt, door het verschil tusschen boter en margarine zooveel mogelijk te verdoeze len. Ook het sedert 1932 in ons land bestaan de menggebod werkt in deze verwarrend, daar hierdoor het publiek in den waan ge bracht wordt vooral doordat wel eens tot i0% boter in de margarine is gemengd dat er tusschen boter en margarine niet meer zoo'n groot onderscheid bestaat. Om hieraan een einde te maken, verzoe ken adressanten verschillende maatregelen te willen nemen. Deze zijn in het kort weergegeven: In de Boterwet worde een bepaling opge nomen, waarbij het verboden wordt, het woord „boter" te bezigen voor elk ander product dan dat, hetwelk volgens de bekende methoden van boterbereiding uit melk verkregen is en waarin geen andere vetbestanddeelen voor komen, dian die van melk afkomstig zijn. Margarine, die van nature wit is, wordt door een kleursel de boterkleur gegeven. Gevraagd wordt dat voorgeschreven wor de, dat uitsluitend ongekleurde of ontkleurde oliën en vetten voor de margarinebereiding g'e- b r u i k t mogen worden. Op vele wijzen wordt voor nmrgarui. ie- clame gemaakt, zonder dat dit woord ais zoodanig gebruikt wordt, terwijl niet zeidon hierbij op eenigcrlei wijze een verband ge suggereerd wordt met boter, melk of de at tributen daarvan. Het is van groot belang, dat in dit euvel van misleidende re elate voorzien wordt, bijv. op de wijze, zooals men dat in Zweden heeft gedaan, waar de wettelijke bepaling geldt, dat op de waar of op reclameplaten e.d. zich geen beeld of mededeeling mag bevinden, die aan een landbouwbedrijf of zuivel inrichting doet denken. Het gebruik van margarine in plaats van boter is voor den bezoeker van een restau rant of voor den kooper Ln een banketbak kerewinkel, behalve door den smaak, wel ke daartoe in alle gerechten echter niet vol voldoende tot uiting komt of door iedereen voldoende duidelijk waarneembaar Is, on controleerbaar. Hierdoor vindt heel ge-makke lijk en waarschijnlijk zeer veelvuldig mis leiding der betreffende koopers plaats, tl. dat zij meenen gerechten en artikelen me>t boter bereid te ontvangen, doch dat dit in wezen met margarine heeft plaats gehad- Een afdoende maatregel hiertegen is de ver plichting om zoowel binnen %ls buiten der gelijke inrichtingen op duidelijke wijze te doen aangeven, dat hier margarine wordt g e b r u i k t, opdat elke klant, hier koopende, weet, dat hij ge rechten kan ontvangen, die met dit product bereid zijn. Dit voorschrift bestaat thans reeds in Australië, Duitschland en Tsjecho- Slowakije. Ook wordt gevraagd om een meng v e r- bod van boter. Indexcijfers voor den landbouw Uit de thans gepubliceerde cijfers van de landbouw over de maanden Juli en Augus tus blijkt, dat deze voor de groep akker bouwproducten in zijn geheel niet zijn ver anderd en gebleven op 93 vergeleken bij 1910- 1914, op 66 met basisjaren 19244929. Onderling hebben de cijfers echter wel verandering ondergaan. Zoo zijn de cijfers voor granen gedaald. Die van tarwe b.v. van 106 tot 90 (basisjaren 1910-1914), welke da ling alleen verband houdt met het feit dat de bewaarloonen zijn komen te vervallen nu de nieuwe oogst van gers' en haver daal den resp. van 95 en 93 tot 86 en 85. Het m dexcijfer voor rogge is 96 (het vergelijking» cijfer ontbreekt). Vlas bleef op 81. De prijzen van de handelsgewassen zijn gestegen: koolzaad van 91 tot 95, karwij van 76 tot 82, geel mosterd van 81 tot 91. Ook de aardappelen noteeren een goede stijging, n.l. van 110 tot 150. Wat de veeteelt-producten aangaat valt op te merken, dat de prijzen van rund- en var- kensvleesch eenige stijging ondergingen (varkensvleesch nog al beduidend, n.l. van 95 op 107), terwijl de boter een prijsdaling deeld zien (107 tot 96). Wel zijn ook de cijfers vian kaas, melk en eieren wat teruggeloopen. doch dat is een gevolg van de stijging van de basiscijfers. De veranderingen in de indexcijfers van veevoeder en kunstmeststoffen waren in de bedoelde maanden niet noemenswaard. Texelsche schapen De markten van geregistreerde ram-lam- meren van het Texelsch schapenstambr.ek in Noord-Holland zullen dit jaar gehouden worden te Schagen op 30 Sept. en 7 October, te Hoorn op 25 Sept., 2 en 9 October en te Purmerend op 5 October. De voedselvoorzieing van het melkvee wa~ volgens mededeeling van de Directie van de Landbouw in de maand Augustus matig tot goed te noemen, wat het gemid delde van het geheele land aangaat. In de Noordelijke provincies was ze zeer goed; in Utrecht, Zeeland en Limburg daarentegen slechts matig, door de droogte in het begin van de maand; in het laatst van de maand trad eenige verbetering in. De totale melkproductie was ongeveer even groot als in Augustus van het vorig jaar. ln Utrecht, Zeeland en Limburg was ze raso- 5, 7y2 en 5 pet. kleiner; in Groningen, Fries land en Noord-Holland daarentegen resp. 5. 2 en 2 pet hooger. In de andere provincies was vrijwel geen verschil te bemerken. De vooruitzichten van de voedselvoorzie ning van het melkvee laten zich over het algemeen gunstig aanzien, hoewel de weers omstandigheden hierop nog veel invloed kunnen uitoefenen. Voor Zeeland. Limburg en enkele streken van Noord-Brabant en Noord-Holland (Texel) zijn de verwachtingen matig tot vnj Het bewaren van fruit Luchtcondities bij het bewaren en koelen In de lajatste tijd is bijzonder veel aan dacht besleed aan het goed bewaren van het fruit om zoo de Nederlandsche markt meer regelmatig dan tot dusverre geschiedde van fruit te voorzien en de invoer van bui- tenlandsche producten daardoor te remmen Nu werd het fruit weJ bewaard, doch daarbij lette men zoo goed als alleen op de temperatuur. Men wist, dat tot een zekere grens de regel gold, dat hoe lager men de temperatuur hield, hoe langer het fruit be waard kon worden, omdat bij lage tempe raturen de bederfverwekkende micro-orga nismen onwerkzaam blijven. Zooals we reeds opmerkten, is er een grens waar men met het bewaren en koelen niet beneden moet komen om het vrucht- vleesch niet te beschadigen. Men bleef daarom steeds iets boven het vriespunt der te bewaren fruitsoorten, dat ligt van V2 to' 2y2 gr. beneden 0 gr. Celsius. Uien en spruitkool kunnen best iets be neden hun vriespunt bewaard worden, maar andere producten zooals bananen, tomaten sinaasappels en enkele appelsoorten ver dragen geen lage temperaturen en bederven reeds wanneer het vriespunt benaderd wordt Ook spelen hier verschillende andere factoren een rol. zoodat het wel gebeurt, dat eenzelfde soort fruit of zelfs eenzelfde variëteit zich in het eene geval heel anders gedraagt dan het andere. Dit hangt samen met groeifactoren, bodem, bemesting, enz. Verder speelt de vochtigheid een rol Hooger vochtigheidsgraad houdt het fruit langer versch, doch de schimmelwerkinp wordt er dqpr bevorderd. In de laatste tijd streeft men naar een hoogere relatieve vochtigheid dan voorheen. Men acht 90 pet een vrij goede standaard, voor sommige producten wat hooger, voor andere wat lager, zoo van 85—95 pCt. Een vochtigheid van 80 pCt. is weer te laag, daar hierbij het uitdrogen te snel gaat Zoowel temperatuur als vochtigheid spelen bij het bewaren van fruit een rol Op de vochtigheidstoestand van de lucht wordt nog echter veel te weinig gelet. Maar in de laatste tijd is men ook op de aard van die lucht gaan letten. Dat is zelfs zóó sterk dat enkele maanden geleden een vereeniging voor dit doel is opgericht: de vereeniging voor luchtbehan deling. Deze vereeniging is geen onbelang rijke en heeft dadelijk de zaak goed in studie genomen. De vorige week hield deze vereeniging een algemeene vergadering te Den Haag en deze was zeer druk bezocht. Wel een bewijs dat er belangstelling voor dit vraagstuk be staat. Wat ook bleek uit de verschillende groepen van belangstellenden. Zoowel uit de kringen van de handel en van de kwee kers, als uit die van ingenieurs waren ze opgekomen. Op deze vergadering sprak de heer Ir. R. Mulder, rijkstuinbouwconsulent te Ben- nekom, over: Luchtcondities bij fruitkoeling en fruitbewaring. In het eerste gedeelte van zijn inleiding gaf hij weer wat wij in de aanvang van dit artikel schreven. Het tweede gedeelte handelde over de samenstelling van de lucht die voor hot ter bewaring opgeborgen fruit het best is In Engeland heeft men in dit opzicht veel onderzoekingswerk verricht en wel bepaal delijk bij een daar zeer veelvuldig voor komende moesappel, de Bramley's Seedling. Men ging bij deze onderzoekingen uit van het feit, dat een geplukte appel nog door gaat met ademhalen, dus met het verteren van de opgehoopte reservestoffen. Wanneer, zoo redeneere men nu, de hoeveelheid kool zuur reeds een bepaald gedeelte van de lucht inneemt), zal de ademhaling van het fruit verminderen, omdat de voor deze adem haling benoodigde zuurstof dan in geringe, hoeveelheid voorkomt 't Zelfde effect dus als bij lage temperaturen, daar ook hier de intensiteit van de ademhaling vermindert en dus de omzettingen in het fruit belem merd worden. Men ging nu nauwkeurig na hoe de be doelde appel zich gedroeg bij verschillende koolzuurconcentraiies en men vond, dat het gunstigst effect bereikt werd als de lucht, die normaal uit plm. 80 deelen stikstof en plm. 20 deelen zuurstof bestaat, was samen gesteld uit 80 deelen stikstof, 10 deelen zuurstof en 10 deelen koolzuur. Wanneer bij een temperatuur van 0 gi. C. de luchtverhouding 10—10 (10 zuurstof en 10 koolzuur) bedroeg, kon men genoemde appelsoort tot Juni goed houden. Bij hooger koolzuurgehalte trad zekere beschadiging in Maar voor andere appelsoorten was het anders. Men kreeg bij tafelappels vaak aromaverlies Door nauwgezette proefnemingen heeft men bij 14 variëteiten de luchtcondities nagegaan. In sommige gevallen bleek de dampkringslucht de beste te zijn. Soms moest ook de koolzuurconcentratie bedui dend minder dan 10 zijn en bleek daa>rbii ook een lagere zuurstofconcentratie gc- wenscht Maar op dit laatste kan in de praktijk moeilijk gelet worden. Om de gewenschte luchtverhouding te krijgen en te behouden zal niet op de ven tilatie gelet kunnen worden. Dit is een bezwaar, want de appels zouden hierdoor lijden. Daarom moeten ze bij deze behande ling in op bepaalde wijze gepraepareerd papier verpakt worden. De vraag of dit alles in Nederland een toekomst heeft mag gesteld worden. De heer Mulder meende van wel. Maar aller eerst moeten ook hier onderzoekingen ge daan worden in deze richting. En deze zijn Er zou veel moeten veranderen bij deze koel-luchtbehandeling. Zoo moet bijv. in eens de geheele bergruimte gevuld en ook ineens geleegd worden. Dit is voor ons land thans nog een groot bezwaar. Maar in deze richting proeven tc nemen zal goed zijn. Maiscultuur in Hongarije Verslag van een studiereis Met de bedoeling om in een land, waar de maïsbouw inheemsoh is en veel mais ver bouwd wordt, zioh een indruk te vormen van de beteekenis van mais als cultuurge was en van de moeiten, waarmee men bij deze cultuur te kampen heeft, hebben de heeren Ir P. G. Meijers. directeur van de landbouwkundige afdeeldng van heit Rijke- landbouwproefetation te Groningen, die aJ veel heeft gedaan om de maiscultuui te beproeven in ons land, en Ir C Koopman, een bekend zaadtriler te Zierikzee, een stu diereis naar Hongarije ondernomen. Honga rije, waar ongeveer 20 van het bouwland door mais is ingenomen, heeft deze heeren welwillend omvangen en alles is gedaan om de onderzoekers een goed beeld van de maisteelt te geven en de bezwaren er aan verbonden, te leeren kennen. In een door het Departement van Land bouw uitgegeven geschrift brengen de hee ren verslag uit van hun bevindingen. In dil geschrift, dat aan het slot een aantal fraaie foto's geeft in verband staande met de mais teelt,komen de onderzoekers tot eenige con clusies. die we. waar we het vorige jaar meerdere malen aandacht aan de mais cultuur besteedden, hier in het kort weer willen geven. Hongarije, wordt er gezegd in de conclusie, wijkt in klimatologisch opzicht en ook om dat het meestal niet anders dan grootbe drijven kent. zoover van de Hollandsche omstandigheden af, dat er groote voorzich tigheid betracht moet worden met het ne men van conclusies. (Wij zouden in dit verband willen vra gen, waarom zijn de heeren dan naar Hon garije gegaan? Dat was toch wel bekend, zonder dat men eerst naar dat land behoef de te trekken en er vijf dagen te blijven. In het Oderbrüch. iets ten Oosten van Berlijn gelegen, en dat in de meeste opzichten met ons land overeenkomt, zijn de onderzoekers dan ook na de reis naar Hongarije hun licht wezen opsteken. Het eerste gedeelte van de reis lijkt ons dan ook nutteloos ge weset te zijn. Zelfs kon men niet eens' de conclusie trekken hoe het niet moet. want de omstandigheden verschillen te veel.) De ervaringen in Hongarije en in Duitsoh land opgedaan, leiden er toe om te advi seeren ook in ons land het aantal rassen zooveel mogelijk te beperken en slechts met weinige rassen te volstaan. Doch dat klein aantal rassen zal eerst uitgezocht moeten worden uit het groot aanatl wereldrassen dat er bestaat en waarvan de best geschtk te voor ons land uitgel ozen moeten worden. Dozo kunnen dan wellicht nog door ver edeling tot oog meer voor ons land passen de soorten gebracht worden. Het lijkt de onderzoekers toe. dat., naast de vroegrijpe harde rassen, ook een plaats ingeruimd wordt voor de vroegrijpe paardetand-mais- rassen. Wat het drogen en bewaren aangaat, deze moeilijkheid is reeds vrij goed opgelost, a! mag men aannemen dai er nog technische verbeteringen mogelijk zijn. Wa. de bemesting betreft, heeft deze reis geleerd, dat we in dezen onze eigen weg maar moeten gaar.: de ervaringen elders opgedaan zijn voor onze landbouw niet van beteekenis, omdat de grondsoort eT geheel anders is. De maiscultuur is in alle opzichten uiterst eenvoudig en daarom zeer geschikt voor het kleinbedrijf, terwijl toch ook •!-* verbouw op middelgroot bedrijf niet uitge sloten is. Het is volgens de ondirzookers te verwach ten, dat de maiscultuur op onze gemengde bedrijven op de zandgrond economisch hei best past, daar kan he>t gewas in zijn ver sohillendê vormen aan de veestapel ten goede komen. Of mais in het groot of op de groote bedrij ven der zware gronden een plaats zal we ten te veroveren, is niet meit zekerheid te zeggen. (Wij betwijfelen het op verschillen de gronden. Redactie). De laatste conclusie waartoe de genoemde heeren komen, luidt: Dat mais een gewas is. waarin meer ge legenheid schuilt dan in andere graan gewassen, kan tot op zekere hoogte als een maatschappelijke winst beschouwd worden en kan aanleiding geven om de verbouw- aan te moedigen en deze met verschillende middelen te steunen tot ze op eigen beenen kan staan. Marktoverzicht Medegedeeld door het Centr. Bureau VOERARTIKELEN Als wij de afgeloopen week bekijken, dan kunnen wij constateeren, dat er in den loop daarvan slechts weinig verandering is ge komen. De disponibele mais is iets terug- •cloopen door de aankomst van enkele boo ten, maar toch is er noch in Amsterdam, noch in Rotterdam eenige voorraad. Stoo- mende booten zijn vrijwel gelijk in prijs ge bleven, de afladingen zijn echter duurder geworden. Er is inmiddels een boot met een kleinere partij witte platte Zuid-Afrikaan- sche mais aangekomen. Gerst is vooral op latere posities vast. In hoofdzaak komen de hoogere offertes van Noord-Amerika en Canada, maar ook de nieuwe oogst Laplata trok in prijs aan. Rusland heeft zich voorloopig van de markt teruggetrokken en de Donau offreert nog zeer weinig. Haver vrijwel onveranderd met Iets vastere ondertoon. Rogge vast, zoowel binnenlandsche als buitenlandsche. In krachtvoederartikelen weinig nieuws en weinig omzet De voor- jaarsprljzen lager dan de najaarsprijzen. Afval artikelen van do meelfabrieken schaarsch en daardoor duurder Als het waard is vee goed te voeren dan is het zeker waard OHa VOEDERS te koopenl gegarandeerd met D-vitaminen en Okra-Salts (minrealen) Van O ijett's Handels-MijN,V Postbox 48 VENLO (L.) Alp. OnderL Maatsch. t Verzekertnfl van Paarden en Rundvee. Catharijncsingel 75 UTRECHT TELEFOON 12138 Directie: Leopold. Verzekering op billijke voorwaarden, tegen lage onderlinge of vaste premie RESERVE: f 165.901.11. Deskundige vertegenw. gevraagd! I f RAAMLIJSTEN Up SYSTEEM „NYHOF" C» I, 5 punten waar het om gaat: 1^!;' Speciale ruitenhouder. n_s Stalen hoeken. Koperen nagels. Langere levensduur. Goedkooper in 't gebruik Wie ze gebruikt, bestelt na. Vraagt vrij blijvend inlichtingen: J. BAK, H. BAK DE JONG HLNDRIK-IDO-AMBACHT - Telef. 8 m. 5 dagen vrU nicht. Ultal. goede kwaliteit. W. Legh. 3V4 mnd, f 1.15, 4% mnd f 1.35, 6U mnd 11.45 p. at.Rh. Ml. Reds 4 mnd f 1.30, 5'/4 mnd f 1.45 p. st.: Barnevelders 4% mnd f 1.45, 5\<z mnd f 1.60 p. st.; Wit legh. kippen broed 36 ged n. leggen 75 ct. p. st.; Kh&kie Camb eenden 4Vi mnd 90 ct p. st. 5% mnd f 1 p. st. Zend. remb. verp. vrü, vanaf 10 st. franco station. HOEXDERPABK G. ASSELT. Geerweg 3, Telefoon 680 Veenendaal voor den verkoop van onze TUIN-, BLOEM- en LANDBOUWZADEN FA. GEBR. OUDIJK- WADDINXVEEN P. DE VOGEL Pzn. TELEF. 53 BERKEL Z.-H. MESTSTOFFEN Thomasmeel D« producenten hand haven het pas ingenomen prijspeil voor dit artikel ten volle, zoodanig zelfs, dat een zeer kleine stijging in den vraagprijs werd waargenomen. De plotselinge inzinking van de Fransche valuta op het eind der week kon nog geen invloed hebben, trouvwens, den laatsten tijd was Frankrijk weinig of niet voor ons land aan de markt De vraag in ons land blijft bevredigend. De invoer in Augustus stelde teleur, deze w-as namelijk slechts zeer weinig hooger dan voorgaand jaar. Superfosfaat. Het blijkt, dat de Ne derlandsche fabrieken de vorige week wel allen met superfosfaat aan de markt geko men zijn, doch slechts voor beperkte hoe veelheden, zulks in verband met den nog altijd onzekeren toestand van den aanvoer der benoodigde grondstoffen. K a 1 i z o u t e n. Er is nog geen verande ring in den kalmen markttoestand van dit artikel. Eind dezer week moeten feitelijk bestellingen voor den tweeden termijn bin nen zijn. Begin October treedt een nieuws verhooging van de produccnten-noteerin- gen in. bi,' de bloem- en mdw.nkels C PCr De vorige wpek heb ik me geheel laten leiden door de bloemetjes in de tuin. En 'k was heusch nog niet uitgepraat, toen de dreigende vinger, die naar de klok wees, opgeheven werd. Er was nog heel wat te bepraten. Zoo had ik even willen praten over DE AMARYLLIS die al een poosje droog heeft moeten staan om straks op tijd haar mooie bloemen weer in je kamer te laten bewonderen. Ik wil de even waarschuwen, dat men de bol niet uit de pot of uit de aarde moet nemen, doch in de pot moet laten afsterven en zóó opbergen. Dus straks in November gaat hij de donkere kast in en komt met pot en al eind Januari, begin Februari weer te voor schijn. Dan gaat men alleen de bovenste aarde wat wegkrabben, en door nieuwe voedselrijke grond vervangen. Zoo ka\ de bol wel twee of drie jaren aaneen in bloei getrokken worden en dan pas gaat men er eens over denken e.en andere pot te geven. Dat doet men in Augustus. Maar de pot moet vooral niet te groot zijn. 't Is meer om nieuwe aarde te doen, dan om een grootere pot, als de Amaryllis verpot wordt. Maar de aarde moet zeer voedzaam zijn. Daarom is geregeld bemesten tijdens en na de bloed dringend noodig. Een andere geliefde bloem is waar DE GERANIUM men mij ook wel eens inlichtingen over vraagt. Men heeft deze in de tuin en wil ze graag houden voor het volgend jaar. Dat is aardig en dat is meteen voordeelig, want geraniums ge weet wel, dat ze fei telijk pelargoniums heeten. maar de naam geranium heeft nu eenmaal burgerrecht' ver kregen zijn nog al vrij prijzig. Welnu om deze pla' !en over te houden moeten ze niet op een donkere plaats gezet Wat ik hoorde en zag, las en dacht; op reis en thuis worden, doch op een lichte plaats waar goed geventileerd wordt, die geen last heeft van de vorst en toch koel is. Dus niet in de warmte, doch wel vorstvrij. Veelal zal een kelder niet goed zijn, omdat die nogal eens donker is en er weinig gelegenheid is voor ventilatie. Maar er zijn ook wel ideaal kelders, die veel licht hebben en waar steeds voor frissche lucht gezorgd kan wor den. Zet ze daar gerust in op een lichte plek. Houdt de planten droog. Alleen dus maar wat water geven als de grond een droge aardemassa is geworden. Dan gaat men ze in het voorjaar snoeien en langzaam aan weer water geven. Wil men geraniums hebben die in de win ter de kamer met hun mooie roode bloemen zullen sieren, dan had men reeds eerder moeten zorgen en in Mei of nog eerder moe ten stekken. Door de bloemknoppen tot nu toe er telkens uit te knijpen had men de bossige mooi vertakte planten gekregen die de geheele winter door konden bloeien. Als ge niet zoo gehandeld hebt is het voor deze winter natuurlijk te laat. Maar knoop het in je oor voor het volgend jaar. En nu eindelijk nog een andere geliefde kamerplant, DE CLIVIA Deze moet van nu voortaan wat minder wa ter hebben. De planten moeten een poosje rusten van het groeien en zich voorbereiden op de bloei. Gaat men door met volop water te geven en met mesten en staat de plant daarbij op een zeer gunstige plaats dan wordt ze te gauw in bloei getrokken en komen er bleeke bloemtrossen te voorschijn wat niet mooi staat. Dus van nu af de plant laten rusten door weinig water te geven. Uitdrogen is ook niet goed. Zoo blijft men handelen tot de bloemsteel te voorschijn komt en ongeveer 15 c.M. lang is geworden. Dan gaat men weer meer water geven. Doet men dit te vroeg, dan blijven de bloemsten gels kort, Ik sprak daar zoo pas van een gunstige plaats voor de clivia. Dat is niet in de zon en toch in het volle licht, dat is niet te warm en toch ook niet op een te koele plaats; daar dan de bladeren oranjekleurige vlekken krijgen. Maar in de volle zon is ook niet goed. De bladeren worden dan geel. Alle jaren behoeft de Clivia geen andere pot. Dit is zelfs niet eens goed. Want even min als de Amaryllis houdt de Clivia van een groote pot. Zelfs al groeien de dikke wortels boven de aarde, wat nog al eens gebeurt, dan is dit geen bewijs, dat de plant een andere pot noodig heeft. De clivia kan, als ze geregeld doelmatige mest krijgt iprenlang in dezelfde pot blijven. Nu moet ik toch een streep zetten onder mijn praatje over de planten. Je kunt er haast niet over uitgepraat raken. Maar er is meer dat de aandacht vraagt'. B.v. in Duitschland thans de OOGSTVERNIETIGENDE OORZAKEN Men weet, dat ze in Duitschland op alle kleinigheden gaan letten. Een soort zuinig heid, die groote voordeelen kan geven. Toe passing van het spreekwoord: vele kleintjes maken één groote. Men heeft eens nage gaan hoeveel schade berokkend wordt aan de oogst door de ziekte en schadelijke plan ten en dieren. Tot welke groote bedragen men daar door schatting (anders kon het niet) is gekomen blijkt uit een plaat waar van we hiernaast een afdruk opnemen, en waarop aangegeven staat de grootte van de schade in millioenen marken. Zooals men ziet is het onkruid de grootste schade- brenger. Niet minder dan 600 millioen mark dat is ongeveer 430 millioen gulden, is naar schatting de schade die het onkruid aan de oogst toebrengt. Roest en brand geven een nadeel van 350 millioen mark (250 millioen gulden). Daarom worden de boeren aangespoord soorten te verbouwen, die tegen roestaantasting bestand zijn en in elk geval het zaaizaad te ontsmetten. De schade door de maden van insecten wordt geacht 100 millioen mark, dat is ruim 70 millioen gulden, te bedragen. Dat is een aansporing om krachtig tot insectenbestrij- ding over te gaan. Ook door de graanklan- der en de aardappelziekte wordt, hoewel niet in die mate als bovengenoemd, groote schade berokkend en het is aan te bevelen alles te doen om die k tien te bestrijden Alles kost veel geld, doch de voordeelen zullen veel meer zijn dan de kosten bedra gen. Hadden we in ons land maar een middel om het mond- en klauwzeer te bestrijden. In zeer sterke mate teistert die kwaal onze veestapel weer. Een jaar of drie, vier waren we er ta melijk vrij van gebleven en nu komt het in eens met kracht opzetten. Dat is voor de veehouders een ernstige be zoeking. Vooral zij, die consumptiemelk leveren en die DE TAXE WEGENS MOND EN KLAUWZEER NIET KUNNEN LEVEREN zouden leelijk gedupeerd worden. Doch dat is gelukkig door de Nederlandsche Veehou derij-Centrale voorkomen. Deze heeft nl. be kend laten maken, dat het optreden van mond- en klauwzeer ln het bedrijf be schouwd moet worden als één der oorzaken bedrij fsbelemmering, zooals bedoeld is artikel 14 van het Kegeeringscontract Zooals men zal weten zijn de veehouders, die een Regeeringscontract hebben afgeslo ten, verplicht de bij dat contract vastgestel de taxe te leveren aan den kooper. Bij gebreke hiervan is de kooper gerechtigd om een boete van één cent per liter voor te weinig geleverde mellc op te leggen. Daar bij het optreden van mond- en klauwzeer de melkgift dadelijk zeer aanzienlijk daalt en bijna geheel stil kan staan, zouden dezen boe ren groote boeten opgelegd kunnen worden. Door de bepaling van de Nederlandsche Zuivelcentrale is dit nu voorkomen. Veehou ders moeten evenwel als dit verlangd wordt een bewijs van den veearts kunnen overleg gen, met vermelding van het tijdvak, waar in mond- en klauwzeer op het betreffend bedrijf heeft geheerscht. In door deze kwaal optredende buitenge wone tekorten kan voorzien worden, door een zeer tijdelijk contract met een taxe- gerechtigde veehouder, die tot dusverre zijn melk nog niet geplaatst zag of door een tij delijk contract met een z.g winterboer, of als geen van deze wegen mogelijk zijn, door verhooging van de taxe van wel leverende taxe-boeren. Er is dus voor de melkvoorziening der burgers gezorgd. Wat de honingvoorziening In de korven en kasten betreft liep het zooals zoovele jaren zeer uiteen in ons land. De HONIGOOGST OP DE VELUWE WAS SLECHT, IN DRENTHE GOED Zoo luidden de berichten, die ons bereik ten. Men had alle hoop op de heidevelden. In de Wieringermeerpolders was het succes met de klaver niet groot geweest De linde- boomen hadden in de bloeitijd veel last van honingdauw en dus brachten de bijen veel zwarte voor de consumptie onbruikbare ho nig in de raat. Nu was alle verwachting nog van de heide. Maar die is op de Veluwe beschaamd. De Veluwsche heide blijkt door haar hooge en droge ligging niet voldoende sappig te kunnen zijn. Ook al werken zooals dit jaar alle factoren mede en zijn de bijen nog zoo actief, dan blijft het beschov nog maar gering. Veel Veluwsche bijenhouders zagen dit in en hebben ook ditmaal hun korven niet bij huis gehouden, doch zenaar Drenthe gestuurd, waarmee zij een aanmer kelijk gunstiger resultaat hebben bereikt dan zij, die hun bijen op de Veluwe plaat sten. Het resultaat van hen die solliciteeren als LID OF PLAATSVERVANGEND LID VAN EEN PACHTKAMER zal in vele gevallen ook niet groot zijn. TocK wordt door sommigen daarin iets goeds ge zien, voor zichzelf althans. Maar de jïoliti* heeft al eer gewaarschuwd tegen de prak tijken van deze lui. Zoo is door den commis saris van politie te Apeldoorn in het Alge meen Politieblad bekend gemaakt, dat bij hem talrijke berichten zijn binnengekomen, waaruit blijkt, dat door het advertentie bureau „Evident" of door het nationaal bu reau „Actief, beide te Apeldoorn, adverten ties worden geplaatst in of ter plaatsing worden aangeboden aan verschillende bla den, waarbij onder het motto „Taxateurs door geheel Nederland" tegen betaling van f 0.60 aangeboden wordt de toezending van den tekst van een ministerieele kennisge ving, de benoeming van leden of plaatsver vangende leden van pachtkamers betreffende alsmede van een modelverzoekschrift, om voor een benoeming in aanmerking te mo gen komen. Maar volgens art. 57 van de Pachtwet genieten de leden van de pachtkamers en' hun plaatsvervangers vergoeding van reis- en verblijfkosten en verdere vergoeding vol gens regelen door de Regeering te. stellen. Ten aanzien dier „verdere vergoeding" nu is nog geen regeling getroffen, zoodat men met betrekking tot de hoegrootheid eener mogelijke „verdere vergoeding" in het onze kere verkeert en hiermede bij zijn verwach tingen rekening dient te houden. Bovendien zij opgemerkt, dat de pachtkamer van heC kantongerecht bestaat uit den kantonrech ter als voorzitter en twee (eventueel ver meerderd met eenige plaatsvervangers) niet tot de rechterlijke macht behoorende perso nen, die deskundig zijn ta.v. de verhoudin gen op pachtgebied. Voor hen die deze des kundigheid niet bezitten, is inzenden vari een verzoekschrift nutteloos en dus heeft het voor zulke sollicitanten geen zin f 0.60 te offeren voor ministerieele tekst en modël verzoekschrift. Houdt je geld liever in de zak. dan het op deze wijze kwijt te raken. Tot de volgende week. PRAATJESMAKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8