CHRIJVERS kinder krant DICTATORS P. KERZJENTSJEW: HET LEVEN VAN LENIN, deel I 1936, deel II 193?. HENRI BARBUSSE: STALIN, een mens gezien tegen de achtergrond van. een nieuwe wereld. 1936. Uitgeverij „Pegasus" Amsterdam. „Bolsjewisten zijn mensen van steen, wier politiek bestaat in het breken van beenderen." Lenin 'Over de godsdienstige toestanden schrijft Kerz- jentsjew niet, maar wij weten, dat de officieele lenin houdt een rede tot het volk. Russische kenk een doode boom was geworden. Irt het droevigst bijgeloof lag zij verstrikt. Wie «zal ontkennen, dat een dergelijke bodem als bij uitstek geschikt is om het zaad der revolutie te ontvangen en te doen ontkiemen? van Lenin is beheerscht door de eene, onweer staanbare drang: te willen slagen. Die drang maakte hem listig en geslepen. Alle mogelijkheden, die er waren, om het oogenblik van toegrijpen voor te bereiden, heeft Lenin benut. Merkwaardig in dit verband is het, welk een enorme moeite Lenin zich reeds vóór 1900 ge troost heeft, om een bolsjewistische krant op to richten: „Hij zag zegt Kerzjentsjew dat het noodig was, met de organisatie van een algemeen- Russische illegale krant te beginnen. Alleen om zulk een krant zou een brede organisatie van de gehele arbeidersklasse mogelijk zijn." Ook uit dit feit blijkt, welk een goed psycholoog Lenin was: hij wist de nieuwe bolsjewistische partij in Rusland te bouwen rond zijn blad: de agenten, die de krant verspreidden, zouden de kern van de partij vormen. ,Dc krant werd met een kleine, kompakte letter en op dun sigarettenpapier gedrukt, teneinde haar gemakkelijk naar Rusland te kunnen zenden. Er werden slechts eenige duizenden exemplaren ge drukt. Lenin en z'n kameraden moesten zich zelf met de organisatie van het „transport" bezig houden, d.w^z. met het vervoer van de krant naar Rusland. De kranten werden in afzonderlijke koe verten, in koffers met dubbele bodem, door mid del van smokkelaars, met behulp van matrozen van buitenlandsche schepen enz. verzonden. Vele nummers vielen in handen van de politie, maar vele bereikten ook de arbeiders. Er werd een ge heel net van agenten van de krant georganiseerd, die haar in Rusland verspreidden." We kunnen «zeggen, dat Lenin op de geschiedenis na 1900 grooter invloed heeft uitgeoefend dan vele gekroonde hoofden. In 1903 was het vooral zijn invloed, waardoor de bekende scheuring ontstond op het lie Congres der socialistische internationale, een scheuring, die leidde tot de afzonderlijke stichting van de bolsje wistische partij. In 1905 leidt Lenin van uit Genève de pogingen tot omverwerping der regeeringsmacht. Als de agitatie hem te tam gevoerd wordt, gaat Lenin zelf naar Rusland om de leiding te nemen. De czaristische orde schudt op haar grondvesten. Al leen de laatste drie maanden van 1905 staakten bijna V/2 millioen mensdhen. Lenin in xijn werkkamer* In de jaren nó het mislukken der revolutie vaiï 1905 heeft Lenin door congressen, bladen, boeken, brochures, brieven een enorme invloed uitge-» oefend op do arbeidersbeweging over heel do wereld, niet het minst in Rusland zelf: de bolsje-» wi6tische Doemafractic werkte onder zijn directe leiding. Als de wereldoorlog uitbreekt en voortduurt, is he£ steeds weer Lenin, die het wereldproletariaat aan-» zet, „de huidige imperialistische oorlog om te; zetten in een burgeroorlog", Lenin, die de ineen-» storting van het keizerlijk régime in Rusland voor-» ziet en zich gereed maakt, op dat oogenblik do maoht te grijpen. Zoo hehben de omstandigheden en daarbij de oh« begrijpelijke medewerking der Centralen het Lenin' toegestaan, in het ineenstortende Rusland zich van de macht meester te maken en een maatschappij te bouwen op communistische basis. Het eerste experiment van deze aard in de wereldgeschie* denis. De stichting der Sovjetdictatuur is voor heC grootste deel het werk van Lenin. Om dit doel to bereiken heeft hij alles wat hij had, of had kun-< ncn krijgen, opgeofferd, hij heeft het nagejaagd met de inzet van zijn geheele persoonlijkheid en bestaan. Wie Kerzjentsjew's boek leest zou de indruk krijgen, dat Lenin inderdaad behoort tot de groote figuren der menschheid, aan welke de lijdendo wereld onnoemelijk dank verschuldigd is, omdat hij „voor de arbeidersklasse de weg baande van de uitbuiting naar de bevrijding". Doch het tegen deel is waar. Met demonische volharding heeft Lenin zijn doel nagestreefd: een rijk te vestigen, waarin de geest is gedood, het geweten is tot xwijgen gebracht en het lagere dierlijke in den mensch tot onbeperkte heerschappij is gevoerit M.J.L, J In de tweede plaats is haar aandeel aan de wereld oorlog van de zijde der Russische regeering een misdaad tegen zichzelf geweest. Deze strijd heeft het geheele land gedesorganiseerd, de toch reeds verwarde toestanden nog verder ontwricht en het gebroken Rusland gemaakt tot een prooi van demagogen. Zoo gaat het immers in den regel in staten, waar het hoogste gezag rust op de punt der bajonetten: lijdt de regeering tegen den vijand de nederlaag, dan slaat zij daarmee ook zelf to gronde en is de gelegenheid open voor volkslei ders, de macht te grijpen. Ten derde. Van de in 1917 voor de hoogste regec- ringsfunctie beschikbare volksleiders verkeerdo Lenin zonder twijfel in de gunstigste condities. Lenin was op 23-jarige leeftijd reeds Marxist revolutionair. Hij was een geboren leider van do massa: onvermoeid, overal aanwezig, steeds pro- pageerend en bctoogend, ook de eenvoudigstcn aan zich verbindend door van hen notitie te nemen, een voortreffelijk organisator. Het is inderdaad verbluffend te lezen, hoe doze man van uit den vreemde de bolsjewistische partij heeft weten uit te breiden en te leiden, gc'ijkgezinde krachten tot zich te trekken en te buigen in zijn richting. Lenin was zich bewust, dat een leider niet alleen meer moet kunnen en willen dan de massa, maar ook meer moet welen. Hij verdiepte en verbreedde zijn kennis naar alle richtingen, met name voedde hij zich aan de lectuur van Marx, Engels, Kautsky e.a. tot een rasecht marxist op. Ook van de ge schiedenis nam Lenin met zorg kennis, tal van geschriften wijdde hij aan dc ontwikkeling der toestanden in Rusland. Het spreekt vanzelf, dat een zoo actief rcvolution- nair met dc Czaristische gevangenis en aanver wante straffen leerde kennis maken. Maar onver schillig waar hij was, elke minuut van zijn leven was toegewijd aan zijn levensdoel: de strijd tegen de bourgeoisie en tegen alle richtingen, die van het zuivere marxisme afweken. Héél het leven HONGAARSCHE POORT OP DE JAMBOREE De Hongaarsche padvinders op de Wereld, jamboree waren van alle markten thuis. Ze hadden een keurig muziekcorps, ze konden heerlijk koken en voerden meer malen mooie volksdansen uit. Dat is nog niet alles. Er was ook een padvinder, die vaardig met de teekenslift kon omgaan en deze jongeman maakte voor ons Zon dagsblad de hiernaast afgebeelde teeke- ning van de ingang tot het Hongaarsche kamp. 362 •8) Djahats eerste zelf gevangen levende buit, was .voor hem iets nieuws en bijzonder heerlijk. In zijn eerste levensjaar was hij tevreden ge weest met te spelen me* dode takken of dorre bladeren. Maar toen hij weer wat ouder was ge worden, verloor dat spelen met die dode dingen ivoor hem zijn bekoring, 't Was eigenlijk niets, to spelen met die levenloze dingen. Je moest eerst zélf leven in een tak of een mos-doi brengen, voor het ding bewegen ging. Of het moest juist eens een laag-neerhangendo tak zijn die door de wind hoen en weer gewiegd Werd... Maar overigens ging het mooi er af voor hem... Eens op een middag dat hij met zijn moeder mede het woud ingcdwaald was, en zij zich in een bamboe-bosje had neergelegd, toen gebeurde het dat Djahat dc vreemde plekjes in de om-trek van liet bosje verkennend, plotseling een diertje zag trippelen over het door de woud-dieren getreden pad. In het midden van het paadje gekomen, aarzelde het beestje. En toén... toen sloop Djahat op zijn buik nader. Zijn achterpoten trilden, liet beestje trippelde verder. En op dót ogenblik Sprong Djahat, het jonge konings-tijeentjo, toe. 'Zijn nog zachte, doch scherpe nagels grepen de zwart-achtige woudrat vast. Eenige ogenblikken later stierf het dier. Toen sprong Djahat terug naar het bamboe-bosje Waarin de tijger-moeder was neergevleid. Tussen Djahats jonge, scherpe tijgertandjes zat 'de rat stevig vastgeklemd. Djahat liep fier niet de kop omhoog alsof de buit groot en zwaar was. Voor de moeder-tijger geko men, bleef hij staan, nog steeds het tijgerkopje trots omhoog geheven alsof hij tot zijn moeder zeggen wilde: .Zie je het wel, zie je het wel? Dat heb ik gevangen!" Traag stond do moeder-tijger op, aan haar flan- fcen bleet verdord gras hangen en aard-klontjes. Toen brulde zij twee keer achter elkaar lang gerekt en angstwekkend hard. De echo weer kaatste van alle zijden uit het duistere oer woud. Zo prees ze hanr fieren zoon, die zijn eerste levende prooi gevangen had. Daarna, een paar passen van het bamboc-bos.ie verwijderd, speelde Djahat een poosje met zijn buit. maar hij kon zijn gulzigheid niet lang weer staan en werkte de rat al gauw naar binnen. Djahat vond dat hij nog nimmer zo'n lekker hapje gegeten had. Dat was omdat hij het zélf gevangen had... Sindsdien stelde Djahat bijna geen belang meer in dode takken, dorre bladeren of los-gekrabde mos-dotten. *t Was veel heerlijker iels tc vangen dat lééfde en met dat levende te spelen... En dat bloéd, dat lauwe bloed, dat was zo lekker, zo onzegbaar heerlijk HOOFDSTUK III Djahat wordt groot 1 [Al groter en mooier werd Djahat, de jonge koningstijger. De zwarte strepen tekenden prachtig af op zijn Idonker-bruinc rug en de geel rode tinten van zijn zijden en liet wit van de built. Boven zijn ogen waren lichte vlekken en om zijn kop begon ruig haar te groeien, dat geleek op een ringbaard. Ja, Djahat werd wel een mooie jonge koningstijger. En Djahat word ól sterker! Van tijd tot tijd scherpte hij zijn krachtige grijp- hagcla aan een oude boomstam. Met zijn vader cn moeder zwierf hij mee het ge heimzinnige woud in cn kende al spoedig de ge heimenissen van do Indise jungle, de tropiso wildernis. Uren achtereen dikwijls, sloop hij mee ovec do 6teppcn, de vlakte die zich uitbreidde oneindig ver, buiten de woud-rand. In stille maan-nachten jaagde hij met zijn vader en moeder mee op reeën, apen of jonge buffels. Djahat, het was een kind van de wildernis en met zijn ouders zwierf hij tussen geweldige rots blokken door snuffelend naar prooi. Maar ook alleen ging hij op jacht. Met ratten was hij niet meer tevreden. Son*s sleepte hij een jong wild zwijn het hol in. Altijd weer naar het hol, dat warme heerlijke hol, zo mooi verborgen en zo donker. Overdag brach ten ze meestal door in het hol, want dan was het te licht in het woud. Djahat wist dat licht gevaarlijk kon zijn.... Maar eens, na een nachtelijke rooftocht door het grote bos, toen hij tegen dat hot licht werd naar het hol kwam en binnen wilde gaan om lekker te gaan 6lapen in het warme donkerste hoekje, toen sprong zijn vader op hein af en gaf hem luid brommend een harde tik met een der voor poten. Djahat verdween weer in het bos maar na een paar uren, toen het al lichter cn lichter werd onder de bomen-kruinen, sloop hij weer naar het hol. En weer probeerde hij binnen te gaan. Maar onder luid gebrul sprong de tijger-vader weer op hem af en .vervolgde de vluchtende Djahat vér het bos in. Toen verschool Djahat zich dien dag in een bamboe-bosje. Tegen den avond probeerde hij nog maals het ouderlijke hol in te sluipen, doch toen was de tijger-vader zo woedend geworden, dat hij Djahat pijnlijk in de rug beet Djahat wist nu, dat hij een eigen hol moest zoe ken. Hij was groot genoeg om alleen op rooi uit te gaan. (Wordt vervolgd) Van drie bomen Ik weet *n wegje bij de hei, Daar staan drie oude, zware bomen, Drie ruwe reuzen, stoer en sterk, Verweerd door storm en regenstromen^ Hun takken buigen tot de grond.... En d'oudste, die al eeuwen stond, Is afgeknot; de felle vlam Van 't bliksemvuur doorsneed zijn stam* Ze staan daar eenzaam bij elkaar, Bij "n mulle weg met diepe voren, Waardoor *n boerenkar soms rijdt, Die dan de stilte komt verstoren Met zacht gekraak. In 't kreupelhout, Dat rondom groeit, klinkt luid en stout 't Gezang der jonge vogels, blij Dat 't Lente is, en bijna Mei En naast hen ligt de heide, stil En dor en dood, en ruw en rustig, Omzoomd door dennebossen, waar De zangers zingen, luid en lustig En boven hen de zon, die zacht Dc jonge knoppen kust en lacht Zo staan ze daar reeds eeuwen lang En zuchten zacht hun oude zang Drie ruwe reuzen, stoer en sterk. Hun stammen, wondere gedrochten, Gaan eerst omhoog, en bukken dan, Alsof ze in de aard hun graf reeds zochten, Als bukten ze van ouderdom.... En in de vrede en rust rondom, Doet zacht de voorjaarswind hen zingen, Van verre, verre herinneringen.... N. JAARSMA. OM NA TE TEKENEN TE KLEUREN Hier heb je een „recept" hoe je deze leuke plaat kleuren kunt; Jongen: Haar zwart, kieltje paars, broekje blauw, kousjes zwart, klompen geel. Huis: Dak bruin, muur fris rood, deur- en raam-» posten geel, deur zelf donkergroen. Mijt: Dak grijs, paal bruin, hooi donkergeel. Lucht: Blauw met witte wolkjes. Hek: bruin* Gras en boonien: groen. Weg: lichtgrijs. 367 I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 10