"rodJOJ Engeland wil geen agressie of wraak AKKERTJES DINSDAG 20 JULI 1937 EERSTE BLAD PAG. a De Spaansche burgeroorlog tQE STRIJD ROND BRUNETE {NOG ONBESLIST Ipngelsche kanonnen te Bilbao? TIavas meldt van het Madrileensche front iï; '-dat Franco's troepen zijn overgegaan tot een •.aanval op de dorpen Villa Viciosa, Sevilla Nueva en Villa Nüeva de Perales. In 't begin honden de troepen snel voorwaarts rukken, aangezien zij weinig weerstand ondervon den, doch later boden de regeeringstroepen V ikrachtiger tegenstand. Aan beide zijden concentreerde de artil lerie zich op het aanvalsfront, dat4een lengte had van zestien kilometer. Omstreeks elf uur in den ochtend rukten 'de rechtsche troepen langs Brunete in noor delijke richting, zonder genoemde dorpen te bezetten. Brunete stojid grootendeels in vlammen. In de eerste uren van den namiddag tracht ten de rooden, die zich inmiddels hersteld hadden, hun oorspronkelijk aanvalsplan te horvatten. Van Valde Morillo uit rukten hun tanks op, gevolgd door sterke afdeelingen miliciens. Er ontwikkelde zich een uitermate hevige strijd. Tot zes uur 's namiddags duurde het gevecht. Toen begonnen- de roo den onder den druk der nationalisten te wijken. Men zag hun verdedigingslinies wan kelen en tenslotte bezwijken. De nationalis ten hadden een omsingelende beweging uit gevoerd. De verliezen beiderzijds zijn groot, zonder 'dat een der partijen totdusvcr eenige ter reinwinst van beteekenis heeft behaald. Franco roept nieuwe lichtingen op Het staatsblad der nationalisten bevat een «decreet waarbij de jaarklasse 1939 onder de wapenen wordt Engelsche kanonnen hnitgemaakt? In verband met beweringen, volgens welke de rechtsche troepen in Bilbao na den val der stad 13 kanonnen van Engelsche makelij zouden hebben gevonden, heeft de Britsche ambassaoeur te Hendaye den rechtschen autoriteiten medegedeeld, dat sinds het be gin Van den burgeroorlog direct noch indi rect Britsch oorlogstuig naar Spanje is ver boerd. Geen enkele uitvoerlicentie is ver strekt en het is uiterst moeilijk, gezien de echerpe controle, voor de Engelsche firma's zonder dergelijke licenties toch uit te voeren. De ambassadeur verzocht derhalve opgave ,van alle kenmerken van de bewuste kanon nen, opaat een onderzoek zal kunnen worden ingesteld naar de omstandigheden, waar onder die „Britsche kanonnen" Engeland zouden hebben kunnen verlaten. De Roode Kruis-arbeid 1 1 Het Internationale Roode Kruis heeft van 1de Duitsche regeering een gift van achtdui zend Zwitsersdhe goudfranken ontvangen, te verdeel en over vier maanaen en van de Fransche regeering een gift van dertig dui zend Fransche francs, als bijdrage voor het .werk in Spanje. Het comité van het Roode Kruis is erin geslaagd de in vrijheidstelling te verkrijgen van zeven buitenlandsche vliegeniers, die te [Valencia gevangen werden gehouden en van zeven vliegeniers, van verschillende natio naliteit, die te Burgos gevangen zaten. Handelsverdrag met Daitschland Uit betrouwbare bron verneemt Havas, dat een nieuw tusschen Franco en Duitsch- land gesloten handelsverdrag voorzien zou in de levering van ijzererts door Bilbao aan Duitschland. In Duitsche kringen staat men op het standpunt, dat de republikeinsche regeering de nakoming der overeenkomsten tusschen de Duitsche nijverheid en de mijneigenaren heeft verhinderd, zoodat de nieuwe verdra gen in een aanvullenden uitvoer van erts moeten voorzien. Het lot van de „Molton" In het lagerhuis heeft Eden medegedeeld, <dat den Britschen ambassadeur te Hendaye instructie is gegeven, de invrijheidstelling te eischen van het in beslag genomen Britsche s.s. „Molton" en van de opvarenden en te berklaren, dat de Britsche regeering de auto riteiten van de regeering van Franco ver antwoordelijk stelt voor schade, die het schip jkan hebben opgeloojjen. Het incident te Krakau Het conflict met den aartsbisschop van Krakau, mgr. Sa pi eh a, dat door de Pool- *sche regeering als geregeld wordt beschouwd dreigt gevolgen te hebben, welke de regee ring zeer ongelegen komen. De leden van een der meest invloedrijke Organisaties van het land, de Pilsoedski- legionnairen. hebben een manifest gepubli ceerd. waarin verklaard wordt, dat de aan gelegenheid nog niet geregeld is, wijl de aartsbisschop sleohts tegenover den presi dent zijn verontschuldigingen heeft aange boden. doch niets heeft gedaan, om de be- leediging, Pilsoedski's nagedachtenis aange daan, weder goed te maken. „Wij verlangen vrede en vriedschap", aldus Eden ,Maarwe zullen onze plaats handhaven' Tijdens het lagerhuisdebat over de buitenlandsche politiek heeft minister Eden een overzicht gegeven van den internationalen toestand. „Geen enkel land," zeide hij, „wil, dat de Spaansche oorlog zich tot een Euro- peeschen oorlog ontwikkelt. Maar, in dien de volken thans niet oprecht sa menwerken op den door allen aanvaar den grondslag, zullen we toch op ge vaarlijke wijze in die richting worden gestuwd. Engeland is absoluut voornemens zijn nationale belangen te verdedigen, in de Middellandsche Zee zoowel als elders. Het is zaak. dat men zich te dien aanzien geen illusies maakt; het is echter óók van belang, dat men deze onze voornemens niet verkeerd opvat Al zijn wij vastbesloten, onze eigen rech ten te verdedigen, wij zijn niet van plan anderen uit te dagen en hun rechten te miskennen. Wij blijven vasthouden aan het Middel landsche Zee-accoord met Italië. Is voor ons de Middellandsche Zee ®en hoofdverkeersweg en dat is ze inderdaad er is nochtans plaats genoeg voor allen. Al zullen we in de Middellandsche Zee onze plaats handhaven en inderdaad dat zullen we dan ligt het toch niet in onze bedoeling anderen, wie dan ook, eruit te verdrijven. Landen, die geografisch aan de zen verkeersweg liggen, ervan af te sluiten, hebben we allerminst in den zin. Vrijheid van doorgang en uitweg in de Middellandsche Zee is een gemeenschappe lijk belang van Engeland en van alle Mid dellandsche Zee-mogendheden. Engeland heeft niet de bedoeling, tegen eenig land een politiek van agressie of van wraak te voeren. De gedachte aan e«en der gelijke mogelijkheid is zelfs nooit in den geest van het Engelsche volk opgekomen. Het woord vendetta heeft geen Engelsch equivalent en nooit zal Engelands buiten landsche politiek in vendetta-motieven haar grondslag vinden. Wij verlangen in vrede en vriendschap te leven met onze buren in de Middellandsche Zee en elders". „Wat ik heb gezegd van de Middelland sche Zee", aldus vervolgde Eden, „geldt óók van de Roode Zee". Het is altijd een groot Engelsch belang geweest en het is het ook thans dat zich geen groote mogendheid vestigt aan de Oos telijke kust van de Roode Zee en ik behoef nauwelijks te zeggen dat dit ntet minder betrekking heeft op ons dan op nader Wat doet ge liever DUUR WONEN In een hnnrhnis en Uw leven lang huur betalen? of GOEDKOOP WONEN IN EEN EIGEN HUIS en toch In 20 Jaar het huis geheel afbetalen? HOOGE HYPOTHEEKRENTE BETA- LEN of het RENTEBEDRAG GEBRUI KEN om uw schnld af te lossen? Vraagt een prospectus aan bij de N.V. BOUWKAS „ROHYP" SPUISTRAAT 219/221 AMSTERDAM (C.). De deeling van Palestina Huiszoeking bij het Arabisch comité De Britsche politie heeft te Jeruzalem een inivial gedaan in de bureaux van het Araui- sche Comité. Zestig agenten, onder bevel van twee ambtenaren der recherche, bezet ten de lokaliteiten, sneden de telefoondraden door en namen een hoeveelheid documenten in beslag, ondanks het verze*. van de aan wezigen. Bij het onderzoek werd een der lijf wachten van den Moefti gewond. Dit optreden van de politie zou verband houden met een terroristische Arabische actie in Noord-Palestina. Ook de Christen-Arabieren tegen het plan De vergadering van Christen-Arabieren in het Noorden heeft den hoogen commissaris en het Volkenbondssecretariaat pro testte lo- grammen gestuurd meit het oog op het Brit sche plan Palestina te verdeelen. De Christen-Arabieren merken o.m. op, dat er geen enkele reden is voor afscheiding van heilige plaatsen, welke reeds door de Chris ten-Arabieren in Palestina worden be schermd, Zinspelend op Genève zeide Eden: „In weerwil van de gebeurtenissen van het afge- loopen jaar is de volkenbond noch dood noch stervende. De levenskracht van het Geneefsche instituut zou echter aanmerke lijk moeten toenemen. Dit zou kunnen ge schieden, door de verplichtingen,, die het covenant oplegt, meer contractueel te ma ken en door uitbreiding van het aantal volkenbondsleden. Engeland heeft slechts één buitenlandsche politiek: de politiek van goeden wil om samen te werken met alle landen, welke ook hun regeeringsvonn is, die bereid zijn, vredeswerk te verrichten. Wat voor ons van belang is, is niet de wijze waarop een of andere regeering in eigen land de zaken bereddert, maar de manier, waarop het zich in het buitenland gedraagt." Wat de Fransch-Britsche betrekkingen betreft, zeide Eden: „Niets zou in staat zijn de uitmuntende relaties tusschen beide landen te verstoren. Een der factoren, die de laatste twaalf maanden ieder ernstig conflict van deze betrekkingen verre hiel den, is het groeiende vertrouwen en de vriendschap tusschen de beide landen. Ge lukkig wordt deze Fransch-Engelsche vriendschap thans nergens verkeerd uit gelegd. Niemand mag hopen en niemand zou mogen wenschen deze vriendschap te verzwakken of te verwoesten. Wij zijn ervan overtuigd, dat de tegen woordige Fransche regeering oprecht ver langt, evenals wij, naar een werkelijke verbetering van haar betrekkingen met, Duitschland en naar een westelijk accoord, als inleiding tot een overeenstemming op breederen grondslag". „Alles samengenomen", aldus Eden, „is de atmosfeer minder geladen dan verleden jaar. Ofschoon de last der internationale zorgen zwaar blijft drukken en men geen duurzaam vertrouwen zal kunnen hebben, vóór een internationaal orgaan met instem ming van de geheele wereld zal worden belast met de arbitrage van onze geschillen en de regeling onzer twistpunten, heb ik toch meer hoop dan verleden jaar, dat de volken van Europa tot overleg zullen ko men en de vrede bewaard zal blijven". Sprekende over de crisis in de Japansch-Chineesche betrekkingen zeide Eden: „Het is mogelijk, 'dat een vreedzame re geling eerder tot stand komt, wanneer dev- den geen pogingen tot interventie in het werk stellen. Niettemin hebben wij Tokio en Nanking duidelijk gemaakt, dat, indien een of andere regeering op een of. andere wijze tot een oplossing kan bijdragen, wij gaarne alle mogelijke hulp zullen verleeneu Als de Britsche regeering een voorstel zou mogen doen, zou zij een verandering van methode aanbevelen. Zoolang men de onzekerheid in Noord- China laat voortduren en zoolang inciden ten zoo goed en zoo kwaad als het gaat worden geregeld door plaatselijke accoorden van vrij twijfelachtige strekking en waarde, blijft de toestand in China gevaarlijk. Is het te optimistisch zoo besloot Eden als wij hopen, dat beide regeeringen nog een eerlijke poging doen, om tot een vol ledige regeling hunner geschillen te ko men?" Rusland blijft arresteeren Ook Kaminski achter de tralies Uit verschillende bronnen wordt vernomen dat Kaminski, volkscommissaris van openbare gezondheid, in hechtenis zou zijn genomen. Officieel is dat niet bevestigd. Ook E 1 i a v a, plaatsvervangend volks commissaris voor de lichte industrie, Anti of, voorzitter van de controlecommis sie bij den raad van volkscommissarissen en lid van den raad van arbeid en defensie, en S p e 1 i m o f, voorzitter van den raad van volkscommissarissen der federatieve repu bliek, zouden gearresteerd zijn. Bij de aankomst van den Turkschen mi nister van binnenlandsche zaken aan het grensstation Negoreloje heeft men opge merkt dat hij verwelkomd werd door O e m- b 1 y a, gedelegeerde van het commissariaat van buitenlandsche zaken bij de regeering ^an wit-Rusland, een functie, die tot dus verre bekleed was door Kalina. Belgisch staatsbezoek aan Engeland Koning Leopold van België heeft de uitnoodiging aangenomen, om aan koning George VI en koningin Elisabeth in November a.s. een staatsbezoek te brengen. Koning Leopold zal den 16den Novem ber in Engeland aankomen en tot den 19den als gast van het Engelsche koningspaar in Engeland vertoeven. Een Goede Huidverzorging Witte Purol wrijft onzichtbaar weg in de huid en is daai-om zoo geschikt voor ge bruik overdag. Dit houdt de huid zacht en mooi en voorkomt en geneest zonnebrand vervellen. Doos 30 oent. JAPAN ZENDT EEN LAATSTE WAARSCHUWING Chineesche troepen openen het vuur In tegenstelling met de geruchten, dait generaal S o e n g, voorzitter van den politieker! raad van Hofei en Tsjahar, zich mondeling met de Japanners zou hebben verzoend, wordt uit Sjanghai be richt, dat de Chineeroen aan Japan een antwoord-nota hebben gebonden, welke door Tokio verworpen is. In Tokio wordt verklaard, dat de ver dere ontwikkeling van het conflict aan iedere controle zou kunnen ontsnappen, indien China zijn houding niet zou wij zigen. De Japansche militaire alttaché heeft daarop den Chineeschen minister van oorlog te Nanking een laatste waarschu wing overhandigd, met den eisch, dat de centrale regeering haar troepen zou te rugtrekken naar hun eerste srtellingen en dat de naar Hopei gezonden vlieg tuigen worden teruggeroepen. Een verklaring van Tsjang Kal Sjok Maarschalk Tsjang KaiSjek heeft verklaard, dat China verlangt alle proble men. langs diplomatieken weg op te lossen, zoolang zulks nog eenigsains mogelijk is. In dien evenwel de grens van het mogelijke wordt overschreden, zal de geheele nationale energie van China in den strijd worden ge worpen. In dit. verband verklaarde de maarschalk, dat de houding van Cliina door vier punten bepaald wordt. Op de eerste plaats mag door geen enkele overeenkomst inbreuk worden gemaakt op de onschendbaarheid van het gebied en de souvereine rechten van China. Verder kan een onwettige wijziging van den politieleen raad van Hopei en Tsjahar niet worden toegestaan, omdat het statuut van dezen raad door de centrale regeering is vastgesteld. Op de derde plaats kan niet worden toe gelaten, dat plaatselijke officieren, door de centrale regeering benoemd, onder druk van buiten overgeplaatst worden. Tenslotte zal de regeering niet dulden, dat beperkingen worden gemaakt ten aanzien van de door hot 29e leger bezette stellingen, Opnieuw een treffen Volgens een telegram uit Tientsin hebben de Chineesche troepen, die zich verschanst hebben in Loekautsjau, gistermiddag om 5 uur het vuur geopend op de Japansche voor hoede. Hiermede zijn de onderhandelingen om tot een accoord te komen, verbroken. Hetzelfde telegram voegt hieraan toe, dat de toestand zeer ernstig is en dat slechts een wonder een hevig conflict kan vermijden .Nader wordt bericht, dat hij het gevecht, dat te Loekautsjau geleverd werd, een Ja- pansch officier, kapitein Jamakaei, ernstig is gewond. Blijkens een persbericht uit Hankau zijn reeds ongeveer 60.000 man troepen der cen trale Nanking-regeering de provincie Hon ei binnengerukt. Deze troepen dragen deselfde uniform als de soldaten van het 29ste leger De aanslag op kolonel Koe Het schijnt vast te staan, dat de aanslag op den Poolschen kolonel Koe, leider der Poolsche Nationale Unie. gepleegd is door den werkloozen bouwvakarbeider Biega- n e k. B i e g a n e k was lid van de nationaal- democratische partij der rechtsche oppositie. Hij stamde uit een groot welgesteld boeren gezin. De beweegredenen tot zijn daad zijn nog steeds niet hekend, doch men neemt alge meen aan, dat de betrekkingen van zekere leden der nationaal-democratische partij met de Nationale Unie van kolonel Koe niet vreemd zijn aan deze misdaad. Kort Nieuws In de haven van Hamburg zijn een sleep boot en het Engelsche m.s. „Cyclope" met elkander in botsing gekomen. Van de acht opvarenden van een der vaartuigen zijn er zeven verdronken. De oorzaak van de bot sing is nog niet bekend. Het Belgische blad Soir bericht, dat dertien kinderen van twee en drie jaar, die eenigen tijd hebben doorgebracht in een sanatorium te Mechelen ziek zijn geworden. De aard van de ziekte heeft men nog niet vast kunnen stellen. Vijf kinderen zijn reeds overleden. De geneeskundige autoriteiten stellen een onderzoek in. De bevolking is zeer verontrust. In tegenwoordigheid van den leider is gisteren te München het Huis der Duitsche Kunst geopend. Het is opgericht op de olaats, waar het, in den nacht van 6 Juni 1931 afgebrande, glazen paleis van Mün chen stond. Tegelijkertijd heeft Hitier de groote Duitsche kunsttentoonstelling ge opend. GENERALSUPERINTENDENT D. ZOELLNER OVERLEDEN (Van onzen Duitschen correspondent). Voor ons ligt een schrijven van den „Reichskirchenausschuss", geuateerd 23 April 1936, waaraan wij het volgende ont- leenen: „Generalsuperintendent D. Zoellner is bereid, u te woord te staan. Hij stelt zich hiertoe Dinsdag in Dresden ter beschikking. Plaats en tijd zullen u nog worden mede gedeeld. Het onderhoud is met de volgende voorwaarden verbonden: 1. Wij verzoeken u, ommegaand uwe vragen aan de Kerkelijke Kanselarij door te geven, daar deze op zijn laatst Vrijdag avond of Zaterdag vroeg hier moeten zijn. 2. U verplicht zich, het manuscript voor afzending aan uw krant aan Generalsuper intendent D. Zoellner ter definitieve goed keuring voor te leggen." Het ligt voor de hand, dat er onder deze omstandigheden van een rencontre met den bejaarden voorzitter der officieele commis sie voor kerkelijke aangelegenheden geen sprake kon zijn, want een onderhoud, dat aan de hand van een vragenlijst moet plaats vinden onder de strenge conditie, dat het resultaat dan nogmaals ter definitieve goedkeuring moet worden voorgelegd, heelt voor ons weinig ol geen waarde, Wij citeeren dit schrijven, omdat het typeerend is voor de wijze, waarop men in het Derde Rijk ook on k e r k e 1 ij k gebied zich gebonden voelt aan allerlei maatrege Ien en voorschriften, welke een vrij mee- ningsuiting zooal niet onmogelijk, dan toch uiterst gevaarlijk maken. Onder deze om standigheden is ook een ervaren theoloog als D. Zoellner er niet in geslaagd, het uiterst moeilijke vraagstuk „Kerk en Staat" tot, een oplossing te brengen, welke voor beide instanties aannemelijk was. Toen hij in October 1935 door Rijksminis ter Kerrl ontboden werd, om den weg tot een verzoening tusschen den nationaal- socialistischen Staat en de Evangelische Kerk te banen, publiceerde hij als voorzit ter van den „Reichskirchenausschuss und Landeskirchenausschuss" een „Oproep aan het Evangelische kerkelijke volk", waarbij het einde van den strijd tusschen Kerk en Staat werd aangekondigd. Met dikke letters werd verzekerd, dat „het evangelie van Jezus Christus, zooals het in de Heilige Schrift verkondigd wordt, de onaantastbare basis zou blijven", maar onmiddellijk daar op kreeg men dan te lezen: „Wij erkennen de nationaal-soclalistischo wedergeboorte van ons volk op de basis van ras. bloed en bodem." Maar juist in dezen laatsten zin lag de oorzaak van het tragisch feit, dat ook een bejaarde theoloog, die noch tot den groep der „confessioneelen" noch tot die der „Duitsche Christenen" ge teld kon worden, de taak niet kon vervullen welke hij op aandringen van Rijksminister Kerrl voor zijn rekening genomen had. De nationaal-socialistische „Weltanschauung vormt in menig opzicht een scherpe tegen stelling tot het Christelijk geloof en speciaal het op den voorgrond schuiven van „ras, bloed en bodem" verhindert vooralsnog iedere toenadering, laat staan verzoening. Deze harde waarheid heeft ook General superintendent aan den lijve ondervonden sedert hij als bejaard man van 75 jaar uit zijn welverdiende rust van Dusseldorp naar Berlijn kwam, om het kerkelijk vraagstuk ..definitief" te regelen. Toen de „Reichs kirchenausschuss" in het begin van dit jaar werd ontbonden, liet hij de Kerk zonder eenigen aardschen leider, zónder eenige gefundeerde wettelijke regeling aan haar lot over. Het klinkt weliswaar hard, maar het moet gezegd worden: tijdens zijn „be wind" is de verhouding tusschen Kerk en Staat eerder slechter dan beter ?ei\orden. Sensationeele processen worden niet slechts in alle doelen van het Derde Rijk gevoerd, maar de kranten staan er maanden achter een vol van. Arrestaties van vooraanstaan de predikanten zijn aan de orde van den dag en wat het ergste is: over kerkelijke verkiezingen hoort men geen woord meer. Bovendien bestaat er niet de minste garantie, dat ze gehouden worden op een wijze, welke de Kerk tot haar recht helpen kan Omtrent de persoonlijkheid van den over leden Generalsuperintendent moet nog ge zegd worden, dat hij 'ip het gebi'ó der Inwendige Zending veel goeds tot stand heeft gebracht. Zijn charitaMef werk gold in het nijzonder de Evangelische gemeente te Ivaiserswerth. Het diakonessenhuis al daar heeft aan hem de fraaie diaconessen kerk op den Fronberg te danken. Van hieruit zal D. Zoellner Maandag ten grave worden. POLDERS EN WATERSCHAPPEN Bjj Koninklijk Besluit zijn benoemd: le. In de provincie Zuid-Holland: a. tot dijk graaf van den polder de Generale Dtjkagle van Stellendam, P. Voogd P.Czn., te Goedereede: Kleinjan. te IJsselm 2e. in de provincie Noord-Brabant :hap de poldei rschap het Hoop J. "W. Hjksch bestuur van het wat( Gemaal, P. H. Metis te Lith; van het waterschap de Polders van Nleuw-Voa- meer, A. J. van Nleuwenhuyzen te Steenbergen; WOENSDAG 21 JULI HILVERSUM I 1875 M, VARA-Uitzending. 10.00—10.20 vm. en 7.30—8.00 VPRO. 6.30 —7.00 RVU. 8.00 Gramofoanamizieik. 9.30 Causerie Onze beuken. 10.00 Morgenwij ding. 10.20 Declamatie, Radiiotooneel en Gnarnof oonmuziek12.00 Orgelspel, 2.00 De Flierefluiters. 3.30 Voor de kinderen, 6.30 Causerie „Vacantie vieren'". 7.04 Vo caal concert. 7.30 Causerie „Vrijzinnige Protestanten in Overijssel". 8.07 Berichten ANP. 8.1ö Fantasia. 10.00 Berichten ANP, 10.20 VARA-orkest. HILVERSUM H 301 M. NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds voor de Scheep vaart. 8.00 Schriftlezing, medlitatie, ge wijde muziek (gr.pl.). 9.30 Gelukwenschen, T0.3'0 Morgendienst. 11.00 Ensemble Van der Horst. 12.00 Berichten. 12.30 Vervolg concert. 2.00 Kinderkoorcoinoent. 3.CM) Ohr. Lectuur. 3.45 Ohr. Liedenenuurtje. 4.45 Felicitaties. 5.00 Kindieruur. 6.30 Causerie over het Binnenaanvaringsreglement en stoommachines. 7.00 Berichten. 7.15 Land- bouwfoalÊuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berich ten ANP. 8.15 Klein Dameskoor, strijk orkest en orgel. 9.00 Causerie „De jeugd moet critischer worden". 9.30 Vervolg con cert (Om 10.00 Berichten ANP). 10.30— 12.00 Gramofoonmuziek. Hierna Schrift* lezing. DROTWICH 1500 M. 11.06 Orgelspel. 12.20 Orgelspél. 12.20 Orkest. 1.20 Orkest. 2.35 Kwintet. 3.50 Pianovoordraoht. 4.20 Vesper, 5.20 Voor de Vrouw. 6.40 Orgelspel. 7.20 BBC-orkest en soliste. 8.00 Causerie „Trai ning the racehorses". 9.05 Theater-orkest. 9.40 Causerie „I Protest'. 9.45 Orgelcon cert. 10.20 Septet. 10.50 Reportage. RADIO PARIS 1648 M. 12.20 Orkest. 3.50 Zang. 4.05 Violavoordracht. 5.20 Pascal- orkest. 7.50 Zang en guitaar. 8.05 Piano- voordradht. KEULEN 456 M. 850 Het Bergisdhe Landes- orkest. 12.20 Verzoekeoncert. 1.35 Omroep- klefnorkest. 2.35 Gevarieerd concert. 4.50 Omroep - Amusements-orkest. 7.20 Man- 1 nerukoor. 8.30 Vocaal en instrumentaal concert. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 10.20 Orkest. 11.35 Orgelspel en zang. 12.50 Sa lonorkest. 1.30 Omroeporkest. 2.35 Kleim- orkest. 8.20 Omroeporkest. 9.20 Symptio- nieconcert. 484 M.: 10.20 Pianovoordracht. 11.05 Viool- voordradht. 11.35 Orkest. 12.50 Omroep orkest. 1.30 Salonorkest. 2.50 Oelloeoli. 3.50 Zang. 5.25 Orikest. 8.20 Kleinorkest. 9.20 Symphondeoanoert uit Ostende. Weer onprettig? Vele vrouwen zijn op gezette tijden het slachtoffer van pijnen. Denk niet, dat te gen dit lijden weinig te doen is, want de vele vrouwen die geleerd hebben, "AKKERTJES" te gebruiken, weten beter, "AKKERTJES" bestrijden vrouwenpijnen en zijn een uitkomst in de donkere dagen der vrouw. In plaats van neerslachtig zult Ge U opgewekt en rustig voelen. "AKKERTJES" zijn een nieuwe zeer werk zame vinding van Apotheker Dumont. Za hebben geen enkele nadeelige werking.! De cachet-vorm is de meest ideale manieri van innemen. "AKKERTJES" hebben in korten tijd bewezen een geneesmiddel bij) uitnemendheid le zijn. Haal nog heden) een doosje. Ook U zult tevreden zijnl) Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.' Volgens recept van Apotheker Dumont RECHTERLIJKE MACHT Bjj K.B. is op z(jn verzoek eervol ontslag verleend aan H. H. Mniom» "ia plaatsvervanger In h jerauid. (DOOR JAN VANIÈAT^NBUR k (25 f Heftig spreekt hij, druk gebarend, en toch beheerscht en 'iVolkomen zichzelf: „Het ergert me, dat er zoovelen zijn. die De Grave ver dedigen. Als het ketters zijn die dat doen, is het nog te begrijpen, of als het domme volk, door verkeerd medelijden aangegrepen, daartoe komt, ik kan het me indenken. Maar wat te zeggen als mannen als Mr. Eggink van Steeland en Jgij, g ij, broeder Cuelen, het voor hem opnemen? Wat te zeggen als een man, die voor het welzijn van de kerk heeft te waken, zich niet alleen laksch betoont in het bestrijden van haar vijanden, maar zelfs dezulken verdedigt? Dat doet Mr. Cuelen, pastoor in Hulst, die ik, als ik hem niet beter kende, bijna zelf voor een ketter zou gaan houden". 1 De laatste woorden klinken ietwat bitter, maar pastoor Cuelen lacht goedmoedig. 1 „Ik verdedig de ketterij niet", zegt hij met een prettige, diepe stem, „en het heil der kerk is mij lief, wees daar gerust op. Misschien kan deze ronde bekentenis je gemoedsrust herstellen, die een weinig geschokt schijnt. Maar", vervolgt «hij ernstiger, „ik verdedig evenmin het stelsel, dat men t,en opzichte van De Grave volgt. Als hij tot mijn parochie be hoorde, zou hij rechtvaardiger behandeld worden", „Je zou hem ongemoeid laten?" Pastoor Cuelen aarzelt even voor hij antwoord geeft. „Misschien zou hij evenzeer in de kerker zuchten", zegt hij voorzichtig en gaat dan op beslister toon voort: „maar ik zou in geen geval toestaan dat men hem op zulk een wreede wijze kwelde. Ik geloof niet dat het de goede zaak dient en ik geloof niet, dat we het mogen doen". Pastoor Marten haalt de schouders op. „Laat die De Grave dan zijn gang maar gaan, laten al die ketters maar hun gang gaan, en in enkele jaren zal het met de kerk gedaan zijn. Zie", vervolgt hij, terwijl hij zijn neer slachtige toon laat varen en vuriger gaat spreken, „zie, broeder Cuelen, het gaat hier niet om De Grave, het gaat niet om dezen of genen ketter, maar het gaat om een bewe ging, een wassende ontevredenheid, een groeiende macht. Het gaat er op of er onder met de kerk. Dat je dat niet be grijpt. En dat je niet begrijpt dat het dus je plicht is, om de strijd daartegen aan te binden in de parochie, die aan je toe vertrouwd is. Met zulke mannen als jij, in wie de zachtmoe digheid het van de ijver wint, moeten we wel terrein verlie zen. Ik ben blij, dat je in het geval van De Grave niets kunt doen, omdat het tijd wordt, vooral in deze streken eens een duidelijk voorbeeld te stellen. Een voorbeeld, dat de weer- spannigen afschrikt én de macht van de kerk toont." Pastoor Cuelen schudt het hoofd, maar voor hij iets kan zeggen, heeft de ander zijn betoog hervat: „Ik wou dat je 't inzag. Je laat veel te veel oogluikend toe en als je zoo voortgaat, zal de tijd spoedig komen, dat de predikanten dier secten hier, evenals elders, openlijk met hun volgelingen vergaderen en voor hen gaan preeken. Dat moest niet mogelijk zijn in deze streken, eerwaarde heer. Dan ging het hier vroeger anders toe. Mijn vader heeft me dikwijls verteld, hoe hier voorheen tegen ketters is opgetreden. Hij heeft er bij gestaan, toen in '32 Nele Faes levend begraven werd en een jaar later zag hij het hoofd van Jan Dinghensse op het schavot vallen. Dat waren andere tijden, waarin de dienaars der kerk nog hun plicht kenden en waakten voor het heil van ons aller Moeder. Dat moogt ge wel eens be denken, heer Cuelen." Ze loopen beiden de Steenstraat door en vlak voor het groote, sombere gevangenisgebouw blijft Mr. Cuelen staan. Hij wijst naar de dikke muren en ijzeren tralies en zegt rustig: „Hier, achter deze muren hebben ze gezucht en verkwijn den ze in kommer en ellende, naar je eigen woorden zijn ze ter dood gebracht, en nu vraag ik je: wat heeft de kerk erbij gewonnen? Is de kerk aan het winnen of aan het verliezen? Als zij aan het winnen is, zoo maak je je noodeloos bezorgd, en als ze aan het verliezen is, wat heeft die strenge vervol ging dan uitgewerkt? Je meent het goed, broeder, maar je bent niet helderziende genoeg, dat is de zaak.'' „En jij bent niet vurig, niet ijverig genoeg," antwoordt de ander, terwijl hij den pastoor bij de arm voorttrekt, „weet je, wat ik zou willen? Dat twee deelen van den geest, die op den voortreffelijken, hoogeerwaarden Cornelius Jansenius rust, op jou neerdaalden, d^n zou je in brand staan, man, geloof je dat zelf niet?" Pastoor Cuelen kijkt zeer ernstig plots, bij deze woorden. En geroerd zegt hij: „Dat zou inderdaad groot zijn, als die wensch vervuld werd, wijl de door jou genoemde Leuvensche Hoogleeraar, die tevens een trouwe zoon van onze goede stad is, door God zeer begenadigd werd, zoowel wat zijn kennis, als waf zijn liefde voor onze heilige kerk betreft. Ik weet echter ook dat hij een barmhartig man is, en daarom is het voor mij lang niet zeker, dat hij te vuur en te zwaard de dwalenden zou willen uitroeien. Ik geloof eerder dat zijn groote kennis en,' de liefde van zijn hart hem een betere weg zullen doen inslaan. Hij zal de vijanden van de kerk met geschrift en woord weeri leggen en overtuigen van dwaling. Daarvan zou ik je de I bewijzen kunnen toonen, maar je weet zelf, welke uitnemende geschriften van hem verschenen zijn." „Maar ik weet ook, dat mijn neef, toen hij twee jaar ge leden namens onze stad naar hem afgevaardigd werd om hem met zijn hoogleeraarsbenoeming geluk te wenschen. van hem de verzekering mocht hooren, dat hij het als zijn roeping beschouwde de kerk te verdedigen tot het uiterste. Zie, dat wilde ik van jou ook, dat je de kerk verdedigde tot het uiter* ste, en niet half en weifelend." Ze zijn op de Markt gekomen en houden stil voor de kerk, het indrukwekkende, massale gebouw, dat met zijn machtige, achtkantige toren zich als een geweldig bouwwerk verheft en waarvan het blinkende kruis glanst in de koude, strak-blauwe lucht. Vlak voor de ingang staan ze. Pastoor Cuelen steekt zijn metgezel de hand toe ten afscheid en de woorden die hij) daarbij spreekt, zegt hij op zijn gewone, goedmoedige toon: „Ik hoop getrouw te zijn in mijn ambt en te waken over de zielen, die onder mijn hoede zijn. Ik hoop ook de kerk te dienen met al de gaven die mij ten dienste staan, maar haar verdedigen moet toch tenslotte de Heer der kerk, die gezegd heeft, dat de hel haar niet zal overweldigen. Ik denk dikwijls aan het woord uit de Heilige Schrift: „Niet door kracht, noch! door geweld, maar door Mijnen Geest zal het geschieden",1*, L(W ordt vervolgd^ J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2