VRIJE UNIVERSITEITSDAGEN
Frans Hals-Tentoonstelling
te Haarlem
Hettweejaarlijksch congres
van het C.N.V.
DONDERDAG i JULI 1937
1 DERDE BLAD PAG. 9
(Vervolg van bladzijde 5)
Maar van veel groober beteekenis is
monument, dat Kuyper ons nagelaten heeft
in onze Vrije Universiteit. Wanneer hij niets
anders had tot stand gebracht, dan zou hij
reeds daarom den dank van ons allen ver
dienen.
We kennen allen d'e worsteling van I>r.
Kuyper om tot de stichting van de V. U. te
komen, We kunnen daarvan lezen in: „Een
dubbel Corrigendum" en „Strikt genomen"
aan het adres van Dr. Bronsveld. En in zijn
rede, gehouden op de 32ste jaarvergadering
over „Een geloofsstuk".
Kuyper herinnert in deze rede, hoe de in
vloed van een school hangt aan den geest,
die haar beheerscht, waardoor de wetenschap
wordt geïnspireerd. Kuyper roemt niet in zich
zelf en in zijn mede-hoogleeraren en wat zij
tot stand hebben gebracht, maar alleen in
den Drieëenlgen God. Al onze wetenschap is
het nadenken van het denken Gods.
De V. U. treedt niet op met de pretentie,
dat ze verzinster is van nieuwe vondsten,
maar om de beproefde beginselen van Gods
Woord te doen herleven. Hij bidt voor haar,
dat de hemelsche Vader haar besproeie met
den dauw des Geestes, opdat ze door Zijn
zegen groeit. Die bede heeft God, niettegen
staande onze zonden, willen hooren.
We hebben dus, aldus vervolgt spr., groote
reden om op dezen dag den Heere te danken
voor wat Hij ons in Dr. Kuyper heeft ge
schonken. Zal die danktoon waar en echt
zijn, dan mag de ootmoedige schuldbelijdenis
niet ontbreken. Dan mag de vraag niet ont
breken, of wij allen onze groote verantwoor
delijkheid hebben beseft. Of de geest van
liefde en eensgezindheid in alle kringen werd
gevonden. Voor die vragen moeten we be
zwijken en met schaamte belijden dat bij ons
de ontrouw was. We moeten schuldbelijdend
voor onzen God knielen en Hem vragen om
vergeving.
Wanneer we Kuyper herdenken in zijn
strijd en worsteling voor de V. U., dan zien
we in hem den man, die streed voor de eer
van Christus. Vandaar zijn gevleugeld woord:
„Geen duimbreed is er op het erf van ons
menschelijk leven, waarvan Christus niet
roept: „Mijn!"
Kuyper kende Zijn God als de Bron van
Zijn kracht.
Onze V. U. is geen geschenk van een van
de groote geldvorsten der aaide. Zij is de
gave Gods Die onmiddellijk werkt. De V. U.
heeft van meet af haar onmiddellijke voe
dingsbron gevonden in het gebed en de offer
vaardigheid der „kleine luyden".
Nog deelt, door Gods genade, de V. U. in
de liefde van velen, die zelf geen wetenschap
beoefenen, maar die er vast van overtuigd
zijn, dat Christus de wetenschap heeft vrij
gemaakt door te triomfeeren over machten
der duisternis op het kruis van Golgotha.
Wat ons moet prikkelen tot verhoogde
activiteit is, aldus besluit spr. zijn rede, in
de allereerste plaats het gebed. Het gebed
om de eenheid van allen, die de Geref. be
lijdenis liefhebben. De V. U. is maar niet een
school voor een deel van het Geref. volk. Als
alle Geref. belijders zich hun roeping bewust
worden, dan heeft de V. U. niet meer te wor
stelen met tekorten. Dan kan zij rustig voort-
arbeiden. Op het ootmoedig gebed doet de
Heere groote dingen. Dan vloeien ook de ga
ven. Dan zal de V. U. vrucht afwerpen voor
Ds. F. C. Meijsler
land en volk. Maar bovenal voor de eere van
Gods Naam.
Het slotwoord werd gesproken door Ds. F.
C. Me ij ster te Rotterdam. Deze handelde
daarbij over:
Lasten en lusten.
bluscht door we-
i gen en meten, die
ons uit de ideëele
sfeer der christe-
i lyke wetenschap
j brengt in het ma-
teriëele gebied
van de moderne
■i zakelijkheid, wel-
j ke lasten en lusten
tegen elkander op
weegt en alleen
interesse voor een.
zaak heeft als de
lusten de lasten
overtreffen? De
wetenschap werkt
met fijne impon
derabilia, doch de
koele zakenmensch, de materialist, let uit
sluitend op de ruwe ponderabilia, wat te
wegen valt als winst. Het ware koopman
schap is toch doortrokken van een anderen
geest? En christenen, bij hun arbeid voor het
Koninkrijk Gods, moeten immers boven dt
geste der kleinzielige „krentenwegers" ver
beven zijn? In zekeren zin wil spr. dus tegen
zijn eigen ondei-werp vechten, en, voor zoo
ver het onze V. U. geldt, helpen om deze
onruststokende termen te verjagen.
God vTaagt van ons gehoorzaamheid
en bouwen op Zijn beloften. Stel u
voor, dat Dr. Kuyper en zijn medege-
nooten, eer zij tot de stichting der V.
U. overgingen, eens de weegschaal van
lasten en lusten ter hand genomen
hadden! Zou er van de stichting onzer
Hoogeschool ooit iets gekomen zijn?
Hoeveel arbeid is er aan onze V. U. ten
koste gelegd, arbeid van geloof, gebed,, wijs
heid, wetenschap, organisatie, mobilisatie,
door voortrekkers en volgers, door een be-
ginselgetrouwe Calvinistische volksgroep, die
gewillig de lasten op zich nam, zonder
lusten te vragen, zelfs dragend, wat Zefanja
noemt, den last der beschimping. Maar de
gedachte: God wil het, maakte kruisvaarders
en kruisdragers. Laat er dan bij het nage
slacht geen défaitisme worden gevonden bij
het opwegen van lasten tegenover lusten.
Laten we van deze valsehe probleemstelling
verlost worden. Niemand klage: de lasten
worden al maar zwaarder: de finantieele las
ten, de wetenschappelijke, de lasten der pro
blemen, van de conflicten, van het materiaal
en van de bouwers. Laat ons in de kracht
des Heeren de lasten aandurven, er samen
onze schouders onder zetten. Dan wordt de
last een lust. Dan zal de Heere Zelf onze
ten verlichten door ze ons gewillig te doen
dragen. En we zullen óók in onze V. U. maar
één belijdenis kennen en één ideaal najagen:
„De werken des Heeren zijn groot: zij worden
gezocht van allen die er lust in hebben".
Opening bijgewoond door
Vorst en Vorstin van Bcntheim
Prof. Slotemaker de Bruïne
over opvoeding in kunstzin
Gistermiddag is de Frans Halstontoonstel-
ling te Haarlem in tegenwoordigheid van
vele belangstellenden geopend. Ónder de
aanwezigen merkten wij o.a. op r.e Vorst en
de Vorstin van Bentheim met hun dochter,
mr. Van Reenen als vertegenwoojdiger van
den Minister van Buitenlandsche~Zaken, de
Duitsche en Engclsche gezanten, de Bel
gische zaakgelastigde, de waarnemende
Commissaris der Koningin in Noord-Hol
land, mr. J. B. Bomans, en vele kunstmin-
nenden en kunstkenners.
De heer A. G. Boes, wethouder van on
derwijs te Haarlem, riep allen het welkom
toe in ae Haarlemsche tempel der kunst.
Hij releveerde de geschiedenis van het Haar
lemsche museum. Het gemeentebestuur
heeft, zoo zegt spr., gemeend niet heter en
waardiger het T5-jarig bestaan van dat mu
seum te kunnen vieren dan door een ten
toonstelling van de werken van den grooten
meester en grooten Haarlemmer. Voor veler
medewerking bracht spr. dank. Heel Haar
lem neemt deel aan deze feestelijke herden
king, niet alleen omdat zijn museum een van
zijn meest waardevolle bezittingen is gewor
den, maar vooral omdat Frans Hals, of
schoon in Vlaanderen geboren, te Haarlem
is opgegroeid en gevormd, te Haarlem heeft
geleefd en gewerkt en ook in zijn kunst
uitingen is geweest Haarlemmer in hart en
nieren. Haarlem is trotsch op deze burger en
het deelt in diens roem.
De heer Gratama, directeur van het
Frans Halsmuseum, sprak groote voldoening
uit, dat eindelijk een lang gekoesterde
wensch in vervulling is gegaan: een uitge
breide tentoonstelling te houden der wer
ken van den grootmeester der Haarlemsche
school. Enkele bijzonderheden uit het leven
van Frans Hals diepte spr. op. Dank bracht
spr. voor veler medewerking. Inzonderheid
MIDDAGVERGADERING
Om half twee hield de heer F. P. F uy k-
schot een referaat over ,,De staatkundige
verhouding tusschen de volkeren en de daar
uit voortvloeiende economische gevolgen"*
Referaat-F. P. Fuykschot
De staatkundige verhouding tusschen dc
volkeren heeft economische gevolgen, aldus
ving spr. aan, nadat, hij de oorlog in Abes-
sinié als voorbeeld genoemd had.
Er bestaat een wisselwerking tusschen de
staatkundige en economische vraagstukken
en het valt moeilijk te zeggen waar de oor
zaak is, en waar het gevolg ligt. Spr. is
geneigd de economische omstandigheden en
verhoudingen een voorname plaats toe te
kennen bij de moeilijkheden waarmede Ue
staatkundige verhoudingen gepaard gaan,
cn die vaak tot oorlogen en conflicten lei
den. Maar het valt evenmin te ontkennen
dat volkspsvchologische factoren en staat
kundige verhoudingen op hun beurt het
economische leven van de wereld sterk be-
invloeden.
Ref. wil dan ook in zijn betoog de econo
mische verschijnselen van de tegenwoor
dige tijd in verband met de staatkundige
verhoudingen bespreken. Een groot aantal
moeilijkheden waarmede de wereld in deze
dagen te kampen heeft, spruit voort uit de
oorlog van 1914 tot 1918, of„ beter gezegd,
uit de vrede die op die oorlog volgde.
Toch kan men de gebeurtenissen vóór
1914 niet buiten beschouwing laten. Spr.
'stond hierbij uitvoerig stil. Inzonderheid
wees hij op het vraagstuk van de bevol
kingsvermeerdering, voedselvoorziening en
industrialisatie. In dit verband herinnerde
de ref. ook aan de toestand van Duitsch-
land vóór, tijdens en na de wereldoorlog.
Na een overzicht gegeven te hebben van
de politieke en economsiche situatie in
Europa na de wereldoorlog ging spr. over
tot een beschouwing van de economische
kwesties die ons in deze tijd bezig houden.
Kort gezegd aldus ref. draait het
heele economische leven om de vraag op
welke wijze de wereld in haar geheel en
elk land in het bijzondej de voedingsmid
delen en de grondstoffer kan verkrijgen
welke noodig zijn om de bevolking een
kere welvaart te verschaffen. Alle economi
sche vragen van de dag komen hierin
men. De tegengestelde belangen die met de
economische verschillen bij elkaar gebracht
moeten worden, kunnen onder bepaalde
omstandigheden tot groote bezwaren leiden.
Ongetwijfeld vaart de wereld er het beste
bij als de bewoners van alle landen toe
gankelijk zouden zijn voor alle productie,
die de aardbodem door de menschelijke ar
beid voortbrengt. De verschillen welke er
aan moeten zooveel mogelijk worden
overbrugd.
Het gaat dus vooral om de oplossing var
de volgende vraagstukken: le. de voedsel
voorziening; 2e. de grondstoffenverdeeling;
3e. de economische samenwerking.
Ref. ging hierna uitvoerig na iji hoeverre
aan deze drie vraagstukken aandacht is be
de hulp der regeering was spr. erken
telijk. Hij bracht ook dank voor de mede-
erking van de buitenlandsche vertegen-
■oordigers hier te lande en van Hr. Ms. ge
zanten in den vreemde, die met groote be
reidwilligheid hem ter zijde stonden bij
het aanvragen der schilderijen. Moge het
publiek, besloot spr., in even groote getale
blijk geven van zijn belangstelling voor het
werk van Frans Hals, als het dat gedaan
heeft voor de exposities van de schilderijen
zijner tijagenooten, welke nog versch in het
geheugen liggen.
Rede Minister Slotemaker de Bruine
De Minister zeide, dat hij, toen het hem
mogelijk was, gaarne naar Haarlem was
gekomen ter opening van deze tentoonstel
ling. Deze tentoonstelling is zeker van be
lang voor Haarlem, maar men zou te eng
denken indien men meende dat men hiei
alleen met een „Haarlemsch geval" heeft te
maken. Het is een nationale zaak, maar zóó
denkende doet men het ook te eng nog. Het
is nog meer eejj zaak van internationaal be
lang. Om die reden was spr. gaarne bereid
cle tentoonstelling te openen. Na hetgeen oe
heeren Boes en Gratama hebben gezegd is
het niet noodig de belangrijkheid der ten
toonstelling te schetsen.
Buitengewoon dankbaar is spr. voor de
internationale inspanning die hier opnieuw
bleek en de belangstelling die voor deze ten
toonstelling in den vreemde is betoond. Het
nationaal besef wordt daardoor gestreeld.
Het is een gelukkige internationale samen
werking.
Na dan te hebben uitgeweid er over van
hoeveel belang deze tentoonstelling is, om
dat in Haarlem niet en in Nederland niet
de meeste werken van Hals zijn, doch om
dat ze in het buitenland zijn, zeide spr.
dat er nog een tweede reden is om zich over
deze tentoonstelling te verheugen.
Wij handen meer dan eens kunsttentoon
stellingen in de laatste jaren zei spr. Hierin
is een streven te zien aan de eene kant om
een bepaalden schilder te doen leven en aan
de andere kant om het volk in de kunstzin
te gaan opvoeden. Te meer is het laatste nog
te waardeeren omdat de bedoeling voorzit
in breede kringen van het volk deze op
voeding in kunstzin te geven. Deze tentoon
stellingen moge zoo bijdragen tot een blij-
vence belangstelling in alle kringen van het
\olk voor de kunst. Met zijn besté wenschen
te uiten voor het bezoek en voor het succes
der tentoonstelling verklaarde spr. haar ten
slotte voor geopend.
De heer Begeer bood nog het gemeente
bestuur een herinneringsmedaille aan; waar
een rondgang op de tentoonstelling
volgde.
ZELFPORTRET VAN FRANS HALS. 1648—1650. Eigenaar dr. G. H. A. Clowes te Indianapolis (Vereen. Staten). PORTRET VAN EEN ECHTPAAR
pl.m. 1621. Collectie Rijksmuseum te Amsterdam.
steed in de laatste jaren.
Toe te juichen valt dit systeem van
handelsverdragen dae als basis de
meestbegunstiging hebben. Door die ver
dragen wordt geen enkel land uitgeslo
ten. Op deze wijze wordt een uitweg ge
boden uit de economische chaos. Hier Is
tot op zekere hoogte ook'sprake van een
gedirigeerde economie. Maar het be
drijfsleven blijft toch in particuliere
handen; geen ondernemer en geen volk
wordt uitgeschakeld. Spr. memoreerde
wat de Oslo-conventie door Dr. Colijn tot
stand bracht en concludeerde ten
slotte, dat de eenige weg uit de moei
lijkheid slechts kan worden gevonden in
een breede samenwerking gesteund door
handelsverdragen, stabilisatie van de
munteenheden en een internationaal cre-
dietverkeer, dat het kapitaal veroorlooft
daarheen te vloeien waar het noodig en
nuttig is.
God geve, aldus besloot spr. zijn referaat,
aat de staatslieden een open oog mogen
hebben voor de kwalen van deze tijd en Hij
ooe hen middelen vinden om de tegenstel
lingen te ovenvinnen, om het vertrouwen te
doen herleven en een periode van vrede
welvaart in te luiden.
Op referaat van den heer F. P. F u y k-
schot volgde een aangename discussie,
waaraan door een zevental sprekers werd
deelgenomen.
Dr Colijn geeft handteekeningen
Om half vier zou de minister-president,
dr H Cohjn ter vergadering komen. Buiten
net Jaarbeursgebouw wachtten jongens. Zij
nepen wat nerveus heen en weerOok
zij waren op de hoogte van de komst van
den leider van het Kabinet en wilden een
handteekening. Daar kwam de taxi
Dr. Colijn stapt uit en de jongens verre
van verlegen stappen op hem toe.
..Mogen wij Uw handteekening?"
De Minister-President aarzelt geen mo
ment, haalt zijn vulpen voor den dag en
plaatst enkele malen zijn signatuur in de
door de jongens meegebrachte boekjes.
„Dank U wel", „dank U", klonk het.
Dr Colijn ging het Jaarbeursgebouw bin
nen. de jongens stormden naar huis om aan
vader en moeder .het groote nieuws te ver
tellen met de bewijzen in handen
De voorzitter van het CNV., de heer
A. Stapelkamp, riep dr Colijn bij zijn
binnenkomst een hartelijk welkom toe, na
dat het applaus was verstild. Spr. dankte
Z. Exc.. dat hij nog eenige oogcnblïkken
heeft willen vrijmaken om voor het C.N.V.
te spreken en gaf hierna aan dr Colijn het
woord voor 't houden van een opwekkende
toespraak.
Teospraak dr H. Colijn
Aanvankelijk zou ik aldus ving Z. Exc.
aan op deze vergadering een verhande-
ling geven over een economisch sociaal on
derwerp. Omstandigheden beletten mij ech
ter daaraan gevolg te geven. Toch heb ik
eenige oogenblikken vrij kunnen maken om
een kort woord voor uw vergadering te
spreken.
Vervolgens wees Z. Exc. er op, 'dat hij in
dit woord getuigenis wil afleggen van zijn
belangstelling, zijn dank en zijn
boo p voor een betere toekomst
De tijden zijn nog niet zoo ver achter ons.
dat men niet vriendelijk stond tegenover
de organisatie van werknemers. Dat is wel
anders geworden. Het kost mij persoonlijk
en als leider van het Kabinet ook niet de
minste moeite om te getuigen van mijn er
kentelijkheid voor de arbeid van het orga
nisatieleven. Dit zeg ik niet alleen met het
oog op de Christelijke organisatie, maar ik
spreek in het algemeen en bedoel het ge-
heele organisatieleven in ons land.
Onze Christelijke organisatie in 't bijzon
der. heeft aanspraak op dank. In de eerste
iplaats dank van de arbeiders zelf, die ze
meehielpen opvoeren tot een hooger peil.
Uit mijn jeugd herinner ik mij toestanden
der arbeiders. Wanneer men die vergelijkt
met heden, is er groote reden tot dank.
Maar deze dank strekt zich ook uit tot de
wijsheid der leiders.
In 1936 bv. voorwaar geen gemak
kelijk jaar waren de stakingen in het
bedrijfsleven geringer dan in eenig jaar
na 1S90. Dat is een bewijs van de wijs
heid der leiders van de vakorganisaties
in het algemeen en van de Chr. Vakbe
weging in het bijzonder. Uit naam van
de Regeering breng ik een woord van
dank voor de wijze leiding in deze vak
organisatie. Dit geldt ook voor de an
dere organisaties!
Spr's hoop op een betere toekomst uitte
hij hierin, dat ook in het vervolg de georga
niseerde arbeid blijk zal geven van dezelf
de wijsheid als in het. verleden. Wijsheid,
die zich ontleent aan de werkelijkheid. Wij
hebben eenige jaren van ongekende crisis
arhte,- de rug. Wij mogen hoop koesteren,
dat de toestand in de wereld verbetert. En
met die hoop groeit ook de wensch dat wij
op den weg, welke de toestanden' voor de
arbeiders verbetert, kunnen voortgaan.
Er zijn nog veel onzekere factoren, die de
toestand kunnen bederven, zooals politieke
en economische. Maar met vooropstelling
van de hoop. dat het beter zal blijven caan,
ook in ons land. wordt de mogelijkheid van
het in vervulling gaan van den wensch der
Witter dan wit
worden Uw tanden indien U poetst met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct IVO ROL
arbeiders steeds grooter.
God, Die ook het lot der arbeiders in han
den heeft en Die land en volken bestuurt,
bekwame onze arbeid met Zijn zegen, opdat
wij samen den weg van vooruitgang kun
nen blijven gaan!
De Voorzitter dankte Zijne Excellentie
voor zijn bezielende toespraak en wenschta
hem op al zijn werk des Heeren zegen toe.
Buiten wachtte de taxi, welke onzen Mirt-
President weer naar het station moest
brengen, want om half zes wachtte her^i
weer een conferentie in Den Haag en orn.
acht uur moest Zijne Excelllentie weer acta
de presence gpven bij de V.U.-bidstond iit
Maassluis!
Het C.N.V. heeft onze Minister-President
toch niet vergeten, al heeft hij het nog zoo
druk!
Met de rede van dr Colijn was de verga»
dering ook aan het einde van de agendfc'
gekomen. De Voorzitter stelde nog de
rondvraag aan de orde, welke geen bijzon
derheden opleverde. Hierna volgde sluiting
van dit zoo bijzonder goed geslaagde twee-
jaarlijksche congres van het Chr. Nationaal
Vakverbond.
KERKNIEUWS
Zendingsdag op „De Pinkenberg,,
Arbeiders van het Zendingsveld.
In bet openluchttheater op den Pinkenberg»
te Velp werd gistermiddag de zendings- ert
Evangelisatiesamenkomst van de classis Am-
hem der Geref. Kerken gehouden.
Het weer hield zich, alhiewel dreigende wol
ken over den kuil op den berg dreven, vrj|
goed. Alleen bij den aanvang viel er een flin
ke regenbui, die het openingswoord vrijwel
deed mislukken, maar verder bleef het goed.
Het bezoek was matig.
Zendingsroeping en ZendingsvruchÉ
Nadat Ds. J. C. J. Kuip/er te Arnhem <Jé
samenkomst geopend had, hield Dr. J. v,
Linden?' beroepen missionaris-predikant de
zendingsrede, waarin hij den nadruk op de
zendingsroeping legde. Hij wees op het groote
moment dat Paulus in Troas geroepen werd
om over te steken naar Europa en zijn strijd
in Philadelphia. Spr. vergeleek het zendings
veld van nu met die roeping. Ook nu is het
werk moeilijk en naar de mate der kracht
gerekend misschien niet minder dan toen^
Daarom is gebed van noode.
Ds, A F Keuchenius van Poerworedjo#
met verlof hier te lande, wees op de groote
vruchten die hij op zijn werk gezien heeft, on*
de meest ongedachte momenten en wijzen.
De deuren gaan open. "Wat als een granie
ten muur geleek is geweken en overal is de
belangstelling ontwaakt. Het is een mooie
tijd voor de Zending. Christus gaat inderdaad
langs den Javaanschen heirweg. Laten we dus
biddend werken en werkend bidden.
Zendingswerkers
Mevr. Dr. Slett'enaar deed hierna 'opi
geestige wijze eenige mededeelingen over het
leven der vrouwen in de Oost terwijl zij tevens
wees op de beteekenis van de Chr. Huishoud
school te Poerworedjo. Dr. Slettenaat
zelf deed mededeeling over het medische zen
dingswerk.
De vergadering toonde zich zeer dankbaar
voor dit prettige intermezzo, dat zich uiter
aard maar zeer zelden op de zendingsdagenl
voordoet, en zong de arbeiders op het zen
dingsveld, die zich meermalen groote offers
moeten getroosten toe Psalm 121 4.
Tenslotte voerde de heer N. Baars te Am
sterdam het woord. Aan de hand van de gelij
kenis van de goede herder maakte deze spre
ker tal van origineele opmerkingen over dé
evangelisatie die de kudde tot doel heeft en.
nooit het schaap alleen.
Ds. A. J. B o s s te Nijmegen eindigde met
een kort woord.
Onze rijwielnondrit
door Nederland
Van 1 Juni tot 1 October
kunt U een prachtige vacantie hebben,
door onze rijwielrondrit af te leggen.
Deze door onze vijf samenwerkende
dagbladen uitgeschreven tocht voert
langs de mooiste en meest onbekende
gedeelten van Zuid-Holland, Utrecht en
Gelderland.
Inleggeld 1.50, waarvoor men ont
vangt:
1. een boekje dat de geheele tocht
beschrijft en vele bijzonderheden
vertelt van de plaatsen die U op
deze reis passeert.
2. Na afloop van de tocht in October
een aardige herinneringsmedaille.
Opgave zoo spoedig mogelijk aan het
bureau van dit blad of aan ons Reis
bureau „LIBERTASGoudsche Singel
105, R'dam, TeL 22490, Giro 279855