Vrije Universiteitsdagen te Rotterdam en Maassluis
Het Gereformeerde Volk en de
W etenschapsbeoefening
BIDSTOND TE MAASSLUIS
Begroetingssamenkomst
De algemeene vergadering
DONDERDAG JULI 1937
TWEEDE BLAD PAG. 5
Dr A. Kuyper-herdenking in de
Noorder Kerk te Maassluis.
Dr H. Colijn voert het woord.
Wetenschappelijke
samenkomst
„Een steekspel tusschen
ridders, waarbij de eer van het
blazoen niet bezoedeld werd"
Te Rotterdam wordt heden de
algemeene vergadering van de Vereen,
voor Hooger Onderwijs op Geref. Grond
slag gehouden. Hieraan voorat ging
gisteren een wetenschappelijke samen
komst, die gepresideerd werd door
Prof. Dr. G. Ch. A alders en tijdens
welke referaten besproken werden van
Prof. Dr. V. Hepp en Dr. J. A. H. J. S.
Bruins Slot. Van een gedeelte de
zer vergadering gaven we gisteren
reeds verslag.
In de morgenvergadering werd het refe
raat besproken van Prof. Dr. V. Hep p, ge
titeld „De basis van de eenhjid der weten
schap".
Discussie referaat Prof. Dr. V. Hepp
.Na eenig aandringen van den voorzitter
om de discussie aan te vangen, wordt
deze geopend door den heer P. Erin ga.
handelen de eenheid van wetenschap, al
thans ten deele?
Naar aanleiding van het geschrevene op
blz. 12 van het gedrukte referaat infor
meert Prof. Waterink vervolgens naar de
palingenesie.
Prof. Dr. G. J. Si zoo begint met op te
merken, dat hij het referaat met groote be
langstelling had gelezen. Hij wil vragen, of
men kan zeggen, dat het de bedoeling is
via de werkelijkheid tot waarheidsoordee-
len te komen?
Kan men tevens wel zeggen, dat, hoe
greioter plaats de pseudo-wetenschap in
ruimt aan het onstoffelijke, zij te meer aan
leunt tegen de phanerosis?
De heer J. C. van Apeldoorn vraagt,
of de conceptie, door Prof. Hepp gegeven,
ook oplossing kan verschaffen in vragen
vkh aèsthetica. Kunnen de grondlijnen, in
bei" referaat aangeduid, in deze kwesties
licht brengen?,
'Prof. Hepp, de vragen beantwoordende,
zegt tot den heer Eringa, dat zijn vraag
een tegenvraag in het leven roept, n.l. hoe
men tót de grondbegrippen komt. De induc
tieve methode, ook door de phaenomenolo-
gie gevolgd, kan nooit worden gemist, maar
wanneer het gaat om de grondbegrippen,
kan ze geen uitkomst brengen. Hoe kan
men langs inductieven weg tot een oordeel
komen, dat zekerheid geeft? Immers de in
ductieve methode kan het niet verder bren
gen dan waarschijnlijkheid, desnoods tot
een hooge mate van zekerheid, maar deze
kan niet volkomen zijn, zooals de zekerheid
des geloofs.
Een eenheid der wetenschap, gebaseerd
op de inductieve methode, kan nooit zijn
een volstrekte, een principieele eenheid.
De basis van de grondbegrippen zou dan
zwakker zijn dan ijs van één nacht.
Naar aanleiding van de vraag van Prof.
Waterink zegt de referent, dat er een for
meele eenheid denkbaar is, maar deze is
niet te vergelijken met organische eenheid.
Deze laatste kan noch uitsluitend formeel,
noch uitsluitend materieel zijn.
Inzake de palingenesie leert Dr. Kuypcr,
dat deze thans reeds werkt, zoowel in de
somata als in den kosmos. Spr. neemt dit
voor zijn rekening. In het referaat ging het
echter over de vragen, of uit de citaten van
Dr Kuyper de conclusie is te trekken, welke
de referent maakte, wat volgehouden moest
worden.
Tot Prof. Sizoo zegt spr., dat hij op de
verhouding van waarheid en werkelijkheid
niet nader kon ingaan, dan zulks in het
referaat was gedaan. Kan men zeggen, dat
de- exacte wetenschappen de werkelijkheid,
en de andere de waarheid tot. object heb
ben? Dat kan moeilijk worden beweerd.
Uitgaande van de werkelijkheid tot de
vraag komend, hoe alles is ontstaan, kan
men dat niet beantwoorden.
Eerst is daar de phanerosis, die 0H3
waarheid leert. Daarbij mag de werke
lijkheid niet verwaarloosd worden, doch
men mag niet vergeten, dat deze ge
scheurd is. De waarheid echter is niet
gebroken en bevat dus het eenheids-
element.
Het object van de wetenschap kan
nooit de werkelijkheid zijn, doch een
waarheidsoordeel over de werkelijkheid.
Ter beantwoording van de tweede vraag
van Prof. Sizoo verwijst ret naar blz. 33
van het referaat.
Ten slotte geeft de ref. op de vraag
'den heer Van Apeldoorn een bevestigend
bescheid.
Gistermiddag is het referaat besproken
van Dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot. Dit
referaat was getiteld „Gezag en Vrijheid bij
Philippe de Gommynes".
Discussie
referaat Dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot
Eerst geeft de referent nog een toelich
ting, welke hij besluit met het poneeren
.van een tweetal stellingen, te weten:
De formeele democratie heeft geen
weer tegen dictatuur. Zij heeft de neiging,
tot machtsstaat te worden.
De juridische literatuur heeft door haar
Voraussetzungen den juisten blik op de
staatsrechtsleeraars uit de 15e en 16e eeuw
veelal verduisterd.
Prof. Dr. I). Nauta stelt nu een vraag
naar aanleiding van de uitdrukking „Mac-
chiavellisme", door den referent in verband
met Commynes gebruikt. Macchiavelli leefde
na laatstgenoemde. Daarom ware bedoelde
uitdrukking misschien vermeden, aangezien
immers Commynes moeilijk onder den in
loed van den ander kan hebben gestaan.
Bovendien is de overeenkomst tusschen
Commynes en Macchiavelli slechts uitwen
dig, doch innerlijk zijn beide figuren uit
eenloopend.
Prof. Dr. H. Dooye«ieerd brengt hul
de aan den referent voor het geleverde in
teressante werk. Toch kan hij zich niet ver
eenigen met de wijze, waarop de achter
grond van Commynes' leven geteekend
werd.
Referent heeft Wolzendorff aangehaald,
doch we mogen niet vergeten, dat deze geen
algemeene theorie heeft gegeven, doch zich
altijd baseerde op bronnenmateriaal.
ook mogen we over begrippen als leenstaat
en standenstaat niet in het generale spre
ken, doch dienen we te onderscheiden naar
de landstreken.
In het referaat worden beschouwingen ge-
»ven over het koningschap en de Staten
Generaal in de Fransche geschiedenis,
waarbij het is, alsof het eerste een pafrimo-
nieel karakter droeg. Het valt weliswaar
niet te ontkennen, dat deze theorie lang de
heerschende is geweest, ook door von
Haller, die op zijn beurt weer van invloed
op Groen van Prinsterer maar toch
zijn tegen deze opvatting gerechtvaardigde
bedenkingen ingebracht, want ze is in
strijd met de feiten.
Ook meent Prof. Dooveweerd, in tegen
stelling tot den referent, dat het vazalschap
ouder is dan den Carolingschen tijd, en
het oorspronkelijk geen zuiver militair ka
rakter droeg. Hij kan zich evenmin ver
eenigen met de feodale theorie inzake het
ontstaan van de Staten-Generaal. Hij zet.
uiteen, dat de steden van Frankrijk histo
risch in twee groepen moeten worden on
derscheiden, waarvan de eene zelf zich een
positie wist te scheppen, met het gevolg,
dat zij een leenverdrag mocht sluiten met
den koning, doch zulks kan van de andere
groep niet gezegd worden. Immers, deze
kreeg van bovenaf een bestuur. De eerste
leden nu vaardigden vertegenwoordigers
f, welke dikwijls volgens algemeen stem
recht gekozen waren. Men kan dan ook
moeilijk volhouden, dat de Staten-Generaal,
hieruit ontstaan, geen vertegenwoordigend
karakter zouden dragen.
Prof. Mr. P. S. Gerbrandy wil nadere
lichtingen omtrent den term „wederzijd-
he rechtserkenning van Overheid en on-:
derdaan", in het referaat gebruikt. Dat hier
de Overheid wordt genoemd, kan hij begrij
pen. Is het recht van den onderdaan eclt-
ter gemeen recht of iets" anders?
Ook vraagt hij, of. bij de ontwikkeling
van het Fransche volk tot eenheidsstaat
wel kan worden gesproken van een. natuur
lijken groei. Tenslotte vraagt hij, of-het wel
juist is,,zooals referent deed, van Comrriy-
nes te spreken, als van een, verdediger van
den rechtsstaat, waar immers in zijn tijd
van parlementarisme, persvrijheid, zelf
standige rechterlijke macht, e.d., die altijd
in verband worden gebracht met den rechts
staat, weinig te bespeuren viel.
In antwoord op hetgeen Prof. Nauta op
merkte zegt Dr. Bruins Slot, dat de uit
drukking „Macchiavellisme" ten opzichte
van Commynes een term is, welke in de
literatuur is ingeburgerd. Ook meent hij,
dat er wel degelijk een kern van overeen
stemming tusschen Macchiavelli en Commy
nes aanwezig is. Beiden dachten gelijkelijk
over het staatsbelang. En ook in kleinere
trekjes zijn ze verwant. Bij beiden bestaat
de ondergrond uit pessimisme.
Tegenover Prof. Dooycweerd zet ref, uit
een, dat hij niet heeft gegeneraliseerd. Hij
is zelfs eclectisch te werk gegaan. Inzake
het vazalschap toont spr. aan, dat dit tel
kens van karakter is veranderd.
Tot Prof. Gcrbrandy zegt ref., dat hij
heeft willen aanduiden, hoe men, als het
gaat om de rechtsverhouding tusschen
Overheid en onderdaan, zich moet baseeren
op rechtsbeginselen.
Met opzet heeft ref. zich beperkt tot vra
gen van gezag en vrijheid en heeft hij niet
willen handelen over den groei van het
nahonaliteiUbcsef in Frankrijk.
Hij gpeft toe, dat men Commynes niet.
zoomaar bij de aanhangers van de rechts
staat kan indeelen, aangezien hij immers
de richting was toegedaan, later ook door
Macchiavelli aangehangen.
Aan het slot van de vergadering heeft
de voorzitter, Prof. Dr. G. Ch. A a 1--
d e r geconstateerd, dat zij geslaagd
mocht heeten. Er is met zwaar geschut
gewerkt, doch de ref. was in staat, zich
te verdedigen. Soms was er een fel
steekspel tusschen ridders, maar de eer
van het blazoen werd niet bezoedeld.
De rectór-magnificus, Prof. Dr. J. W a
te rink, sloot daarop met gebed.
Christus Jezus is ons geworden
wijsheid van God
Dr. A. Kuyper Jr,
Gisterenavond werd in de Noorderkerk te
Maassluis een ure des gebeds voor de
Vrije Universiteit gehouden, waarbij voor
ging Dr A. Kuyper Jr. van Rotterdam.
Nadat gezongen was Ps. 3:2, en gelezen
een gedeelte van Spr. 8, zeide spr. in een kort
woord vooraf, dat de gedachte om dit jaar de
bidstond van de
Vrije Universiteit
in Maassluis te
houden, waar het
straks 100 jaar ge
leden zal zijn, dat
de stichter van
onze Universiteit
het levenslicht
aanschouwde, hem
bijzonder sympa
thiek was. Dr.
Kuyper heeft heel
zijn leven gewijd
aan het groote
beginsel: de eere
Gods op elk ter
rein van het leven
en zijn levens
ideaal was een
Gereformeerde Universiteit, die op heel het
terrein der wetenschap het licht van Gods
heilig Woord deed schijnen. Het was het
groote moment in zijn leven toen hij in 1880
de Nieuwe Kerk van Amsterdam die uni
versiteit mocht openen met de bekende oratie:
Souvereiniteit in eigen kring.
Als tekst voor deze ure des gebeds
koos Dr Kuyper 1 Cor. 130: „Maar
uit Hem zijt gij In Christus Jezus, die
ons geworden is wijsheid van God; hij
wenschte te spreken over De W ij s-
heid Gods in Christus en erop
te wijzen: 1. dat deze wijsheid
door de wereld niet wordt
gekend, 2e. dat deze wijsheid
door Christus ons geschon
ken is; 3e. dat deze wijsheid
dierbaar is aan Gods volk.
Daar is een wijsheid Gods
waarvan de wereld niet weet
De H. Schrift opent met het majestueuse
woord: In den beginne schiep God de hemel
en de aarde. Maar wij weten ook dat de
Almachtige het grootsch Heelal schiep naar
zijn eeuwige Raad met goddelijke wijsheid.
De schepping van hemel en aarde manifes
teert de wijsheid Gods, doet Hem kennen als
de Alwijze.
De mensch is echter in zonde gevallen.
Als profeet heeft hij de gedachte Gods niet
aanvaard. Toen is hem de heiligheid van het
beeld Gods ontnomen, en zijn verduisterd
verstand wendt zich niet alleen van God af,
maar richt zich vijandig tegen God in
licht bleef schijnen in de duisternis, maa
duisternis heeft het niet begrepen. De wereld
bouwt een tempel der wetenschap, maar haar
wijzen en geleerden hebben geen inzicht in
het bestek van Hem, Die de Bouwmeester
Kunstenaar van het heelal is.
Dc wijsheid is door Christus
ons geschonken
De Apostel gewaagt van de gave Gods in
Christus met viervoudige lofspraak. Christus
is gegeven tot wijsheid, rechtvaardigheid,
heiligmaking en verlossing, maar de wijsheid
wordt in de eerste plaats genoemd, omdat
hier de wijsheid Gods tegenover de wijsheid
der wereld wordt gesteld.
In Hem zijn al de schatten der wijsheid
en der kennis verborgen. Edoch, de genade
gave Gods is rijker, want wat zou het ons
baten, indien slechts objectief de wijs
heid Gods in Christus ware geschonken, in
dien niet ook de mensch subjectief werd
bekwaamd, haar te ontvangen in zijn denken.
Zoo wordt die wijsheid Gods in Christus
dankbaar en aanbiddend aanvaard, en komt
Christus met Zijn genade ons te hulp i
zwakheden van ons wetenschappelijk denken
bekwaamt Hij ons tot verruiling van onze
profetische roeping, om God lief te hebben,
ook met ons verstand. En Christus erkennen
de als onzen hoogsten Profeet en Leeraar,
kunnen wij het antwoord geven op de vragen
der wetenschap.
De wijsheid is dierbaar aan Gods volk
De wereld verwerpt die wijsheid Gods,
doch daar is in het midden van die wereld
een volk Gods, dat die wijsheid dankbaar
aanvaardt. En dat volk eert die wijsheid God^
en stelt de wetenschap des geloofs tegenover
de wetenschap des ongeloofs van het Pan
theïsme, het Deïsme, het Materialisme en het
Agnosticisme. Het beoefent de wetenschap
het licht van Gods Woord.
De Christelijke wetenschap wii alle dingen
den kosmos onderzoeken, om de gedachte
Gods in het Heelal te verstaan. Daarom kun
nen wij niet volstaan met een Theologische
Hooge school, maar moet er een Universiteit
zijn, dae in haaa* faculteiten op heel het
terrein der wetenschap het licht van Gods
Woord doet schijnen. Dat groot voorrecht
ons geschonken, wij hébben een Universiteit
met den Bijbel, een Universiteit op Gerefor
meerden grondslag.
Wij hebben de Vrije Universiteit lietf,
omdat zij zoekit de wijsheid Gods in
Christus. Wij weten, dat onder Gods
volk niet vele wijzen en machtigen
zijn, maar God heeft ons toch ge
schonken wijze mannen, die aan den
wetenschappelijken hemel starren van
de eerste grootte zijn, waarvoor we
Hem mogen 'danken. We weten ook, dat
onze financieele kracht niet groot is,
maar Gods Geest heeft altoos bijzon
dere offervaardigheid ook voor deze
Stichting gewekt.
Laat ons bovenal bidden, dat zij trouw blijve
aan 't hoog-heilig beginsel, dat in haar grond
vest geschreven staat: „gebonden aan het
Woord van God, in overeenstemming met
het Gereformeerd beginsel."
Na het doen zingen van Ps. 89 8 ging Dr.
Kuyper voor in dankzegging en gebe-a vcor
Na afloop van de Wetenschappelijke Samenkomst werd bovenstaande opname gemaakt. Van rechts naar links de heeren:
Prof. Grosheide. Prof. Sizoo. Prof. Waterink, Mr. de Vries, Dr. Bruins Slot, Prof. Aalders, Prof. Hepp. Dr. A. Kuyper
Jr. en Schouten.
Dr. Colijn voert het woord
V er schillende sprekers
Na den dienst deelde de pastor loei, Ds.
Akkerhuis, mede, dat. Dr. H. Colijn
heeft toegezegd, het woord te zullen voeren
(luid applaus), echter slechts op voorwaar
de, dat ook de heer J. Schouten, die in
Maassluis geboren is, spreken zal (applaus)
Ter voorbereiding van de pauze zong het
Christelijk Mannenkoor onder leiding van
den heer M. Egberts, nu eenige liederen
die door welverdiend handgeklap gevolgd
.werden.
Ds. F. C. M e ij s t e r, van Rotterdam, wees
erop, da* Dr. A. Kuypcr Jr. weinig gespro
ken had over zijn vader, maar dat nam niet
weg, dat onze gedachten van hem vervuld
■waren. Immers, hij heeft ons volk bezield
en heeft liet ten strijde geroepen in Je
heroïeke worsteling om de waarheid Gods.
Voor de Universiteit, door hem gesticht,
zullen we blijven strijden tot aan de over
winning (applaus).
Luide toegejuicht beklom Dr. H. Colijn.
nu den kansel.
Toespraak van Dr. H. Colijn
'Dr. Colijn begon zijn korte toespraak met
.broeder en zusters". Zoo immers is het,
niet" geachte vergadering, nog minder da
mes en heeren, maar broeders en zusters
onder elkander.
Spr. wilde de aanwezigen, voorzoover ze
in Maassluis wonen, gelukwenschen met
hun handigen Ds. Akkerhuis. Deze slaagde
erin, Dr. Colijn tot de begroetingssamen
komst uit te noodigen en daarbij terloops
te zeggen, dat er bij dergelijke gelegenheden
behoort gesproken te worden. Later heeft
Ds. Akkerhuis ervan gemaakt, dat spr. zou
hebben toegezegd. (Gelach.)
Behalve als Strijder tegen het ongeloof en
voor de christelijke wetenschap kan men
Dr. Kuyper ook zien in het licht van net
staatkundig leven, 't Jaar 1837 is 'n merk
waardig jaar. Toen werden twee menschel
geboren, die diepe voren hebben getrokken
in 't volksleven, n.l. Lohman en Kuyper. In
den loop der 19de eeuw zijn er tallooze
menschen geweest, die, in den tijd gezien,
groote beteekenis hebben gehad, geleerden
en staatslieden. Maar hoevelen zijn er, van
wie men 100 jaar na hun geboorte zeggen
kan, dat ze tot figuren van nationale be
teekenis zijn geworden. Spr. is er zeker van,
dat, wanneer God het aan latere geslachten
geeft, in 2013 bij samenkomsten te handelen
over Kuyper, met gelijke eere, belangstel
ling en warmte over de beteekenis van
de Vrije Universiteit en droeg hij den Heere
de geestelijke en stoffelijke belangen
Stichting op.
Het kerkgebouw was zeer voL Bij den
aanvang werden de professoren, directeu
ren en curatoren van de Vrije Universiteit
binnengeleid. Ook Dr. H. Colijn en Mevrouw
Colijn waren onder de aanwezigen.
Kuyper voor het Nederlandsclie volk zal
worden gesproken. Dat nu is een reden tot
groote erkentelijkheid.
De mannen, die een volk bouwen, zijn
onder ieder volk zeldzaam, en daarom is
een rijke zegen, dat het Geref. voIk
erop wijzen kan, hoe Dr. Kuyper van betee
kenis is geweest;, niet alleen voor de theolo
gie, wetenschap, opvoeding van een deel
an het volk, maar hoe die figuur van dien
aard is, dat men moet erkennen, dat liij
nieuwe banen heeft gewezen en zijn volk
tot leven heeft weten te wekken.
Daarom mogen we op een avor-d als
heden, zonder menschvergoding, met dank
aan God wijzen op hetgeen een mensch als
Kuyper is geweest. (Luid applaus).
De heer J. Schouten wees op het ver
schijnsel, dat zoovele eenyoudigen belang
stelling hebben voor een Vrije Universiteit.
Dat komt, omdat in de V.U. belichaamd is
een stuk Geref. volkskracht.
Als het Geref. volk veel vraagt van
de V.U. en als.'t het niet hebben kan,
wanneer de professoren het niet eens
zijn en zich daarbij wel. eens kras uiteiv-
dan moeten de hoogleeraren bedenken,
dat het Geref. volk zich zoo uitspreekt
uit liefde voor de wetenschapsbeoefe
ning in Geref. zin. En als de profes
soren het zoo zien, dan zullen ze temeer
ernaar staan, om op de basis van de
sterkste gemeenschap te werken aan
de ontplooiing van het Geref. denken.
(Instemming.)
Prof. Dr. J. Waterink, die begon met
op te merken, dat hij niet zou spreken als
rector-magnificus, zei, dat we de meenings-
verschillen ook hieruit moeten verklaren,
dat bij allen een brandende liefde is om te
streven naar de waarheid. Meeningsver-
schillen kunnen er zijn. Het is echter niet
ideaal, dat ze openbaar worden. Indien het
Geref. volk dergelijke situaties merkt, dan
doet spr. een beroep op dat volk, om de
gebeden te vermenigvuldigen.
Mr. P. A. Schwartz, burgemeester van
Maassluis, was dankbaar, dat. in zijn plaats
de bidstond en de begroetingssamenkomst
werden gehouden. Tijdens de Paschen ver
gaderden hier de jongelingen en later ko
men de meisjesvereenigingen. De V. U. is
dus geflankeerd en gesecondeerd door dé
hope des vaderlands.
We mogen er niet prat op gaan, dat Kuy
per in Maassluis is geboren. Behalve dat
we ons moeten hoeden voor overdrijving
legt het feit zelf ook een duren plicht op
onze schouders.
^©L.cht-het. xeaultaat.zijn va» deKayr
per-herdenking van beden, dat we delven
in de goudmijn, door hem nagelaten.
De samenkomsten
van heden
De Kuyperherdenking in
de Vrije Universiteit
Hedenmorgen ving de algemeene ver
gadering aan van de Vereeniging voor
Hooger Onderwijs op Geref. Grondslag.
Deze vergadering werd gehouden in de
Doelen te Rotterdam.
Openingswoord Mr. J. Verdam
Allereerst memoreerde spr. als oorzaken
van verheugenis verloving en huwelijk on
zer prinses, de
keuze door ons
volk bij de stem
bus voor de Chris
telijke grondsla
gen van
volksleven,
komst van het
kabinet-Colijn
de eer aan den
president-direc
teur der Vrije
Universiteit te
beurt gevallen,
als minister van
defensie in dit
kabinet op
treden.
Vervolgens heet
te mr. Verdam
aanwezige autoriteiten welkom, en herin
nerde eraan, dat voor honderd jaar in Maas
sluis' pastorie Abraham Kuyper geboren
werd, die door de idee gegrepen wordt van
een Christelijke universiteit. Die universi
teit is niet uit het studeervertrek, maar uit
de binnenkomer opgekomen. Daarin ligt de
band tusschen haar en ons volk. Hier ligt
voor ons allen een taak. Voor de met ge
leerdheid begiftigden bestaat die taak in
het opsporen en uitwerken van de Gerefor
meerde beginselen. Die arbeid worde ver
richt, in samenwerking: het werk onzer
mede-arbeiders in het geloof zij ons tot
steun. Dit leidt tot onderling overleg, tot
uitwisseling van gedachten, toetsen van
elkanders meening. Dft kan ook leiden wt
critiek, maar het zondige worde geweerd.
Tenslotte dient die arbeid verricht in zelf
overgave. Zoo zien wij in onze universiteit
veel zegen, veel tekortkoming ook. Het ver-
schil met 1880 is groot. Haar naam is ge
vestigd. Maar haar taak, op den grondslag
der Gereformeerde beginselen uitbouwen,
is niet gemakkelijker geworden.
Na de openingsrede van mr. Verdam
volgden huishoudelijke aangelegenheden,
onder welke de stemming voor een bestuurs
lid in de vacature (perio_diek) van mr. H.
Bijleveld. In deze vacature werd gekozen
Excellentie dr. H. Colijn.
Aanwezig was hedenmorgen o.a. de Rot-
Mt J. Verdam
)s. G. W. Akkerhuis
terdamsche wethouder, de heer A. B. d
Zeeuw, die door den voorzitter in het bi
zonder verwelkomd werd.
De collecte voor de V.U., ln Zuid-Holland,
heeft, naar wij vernemen, opgebracht de
som van 4486,
Rede Ds. G. W. Akkerhuis
Ds. G. W. Akkerhuis, van Maassluis,
voerde nu het woord. Zijn onderwerp had
tot titel;
Kuyperherdenking roept tot verhoogde
activiteit voor onze Vrije Universiteit
jaarvergadering
er Vereeniging
an Hooger On
derwijs op Geref.
grondslag staat in
het teeken van de
Kuyper-herden
king. Kuyper was
de man, dien God
heeft gébruikt, om
deze stichting in
het léven te roe
pen. Wie V. U.
zegt, denkt onmid
dellijk aan Dr.
Kuyper. We wil
len gaarne bij de
honderdjarige her
denking van zijn
geboorte dankbaar gedenken, ys/t God in
Kuyper voor de V. U. heeft geschonken.
Abraham Kuyper werd 29 October 1837. in
de pastorie, staande aar de Zuidvlie.t te
Maassluis, geboren. Zijn yider was hier pre
dikant van 1834 tot 184?- Op Zondag 3 De
cember 1837 werd hij m de Herv. kerk ge
doopt. Hij was dus 3*2 jaar, toen zijn ouders
Maassluis met Middelburg verwisselden.
Niettege staande zijn korte jeugd is dé
band tusschen i>r. Kuyper en Maassluis Wij
ven bestaan. Hij vergat zijn geboorteplaats:
niet en de laatste hem niet. Dat is gebleken
in den bouW van de Chr. school in de Lange
Boonestnaat, die den naam draagt: „Dr. A.
Kuype--school". Dat is uitgekomen in een
rede die Dr. Kuyper tot de ouders der leer
lingen van die school heeft gehouden in Juli
1PÖ6. Dat is gebleken in een predikbeurt, die'
Dr. Kuyper in de Herv. kerk heeft vervuld1
in de plaats van Ds. Malcomesius. Dat blijkt
in den gevelsteen, die in de school, naar hem
genoemd, is aangebracht, waarop te lezen
staat: „Van geslacht tot geslacht moet ce
kennis Gods door het werk der opvoeding
worden voortgeplant".
Dat is gebleken, zoo ging spr. voort, in de
handeling van het gemeentebestuur, dat na
zijn overlijden aan den Zuidvliet N/z den.
naam van Dr. Kuyperkade heeft gegeven.
Zijn geboortehuis bestaat nog, en wordt nu
gebruikt voor de samenkomsten van het Le
ger des Heils. Gaarne hadden we gezien, zegt
spr., dat de volgelingen van Dr. Kuyper tijdig
op dit pand beslag hadden gelegd als een
blijvend monument
(Zie vervolg bladzijde 9.%