Vrije Universiteitsdagen te Rotterdam en Maassluis Het Gereformeerde Volk en de W etenschapsbeoefening BIDSTOND TE MAASSLUIS Begroetingssamenkomst De algemeene vergadering DONDERDAG JULI 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5 Dr A. Kuyper-herdenking in de Noorder Kerk te Maassluis. Dr H. Colijn voert het woord. Wetenschappelijke samenkomst „Een steekspel tusschen ridders, waarbij de eer van het blazoen niet bezoedeld werd" Te Rotterdam wordt heden de algemeene vergadering van de Vereen, voor Hooger Onderwijs op Geref. Grond slag gehouden. Hieraan voorat ging gisteren een wetenschappelijke samen komst, die gepresideerd werd door Prof. Dr. G. Ch. A alders en tijdens welke referaten besproken werden van Prof. Dr. V. Hepp en Dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot. Van een gedeelte de zer vergadering gaven we gisteren reeds verslag. In de morgenvergadering werd het refe raat besproken van Prof. Dr. V. Hep p, ge titeld „De basis van de eenhjid der weten schap". Discussie referaat Prof. Dr. V. Hepp .Na eenig aandringen van den voorzitter om de discussie aan te vangen, wordt deze geopend door den heer P. Erin ga. handelen de eenheid van wetenschap, al thans ten deele? Naar aanleiding van het geschrevene op blz. 12 van het gedrukte referaat infor meert Prof. Waterink vervolgens naar de palingenesie. Prof. Dr. G. J. Si zoo begint met op te merken, dat hij het referaat met groote be langstelling had gelezen. Hij wil vragen, of men kan zeggen, dat het de bedoeling is via de werkelijkheid tot waarheidsoordee- len te komen? Kan men tevens wel zeggen, dat, hoe greioter plaats de pseudo-wetenschap in ruimt aan het onstoffelijke, zij te meer aan leunt tegen de phanerosis? De heer J. C. van Apeldoorn vraagt, of de conceptie, door Prof. Hepp gegeven, ook oplossing kan verschaffen in vragen vkh aèsthetica. Kunnen de grondlijnen, in bei" referaat aangeduid, in deze kwesties licht brengen?, 'Prof. Hepp, de vragen beantwoordende, zegt tot den heer Eringa, dat zijn vraag een tegenvraag in het leven roept, n.l. hoe men tót de grondbegrippen komt. De induc tieve methode, ook door de phaenomenolo- gie gevolgd, kan nooit worden gemist, maar wanneer het gaat om de grondbegrippen, kan ze geen uitkomst brengen. Hoe kan men langs inductieven weg tot een oordeel komen, dat zekerheid geeft? Immers de in ductieve methode kan het niet verder bren gen dan waarschijnlijkheid, desnoods tot een hooge mate van zekerheid, maar deze kan niet volkomen zijn, zooals de zekerheid des geloofs. Een eenheid der wetenschap, gebaseerd op de inductieve methode, kan nooit zijn een volstrekte, een principieele eenheid. De basis van de grondbegrippen zou dan zwakker zijn dan ijs van één nacht. Naar aanleiding van de vraag van Prof. Waterink zegt de referent, dat er een for meele eenheid denkbaar is, maar deze is niet te vergelijken met organische eenheid. Deze laatste kan noch uitsluitend formeel, noch uitsluitend materieel zijn. Inzake de palingenesie leert Dr. Kuypcr, dat deze thans reeds werkt, zoowel in de somata als in den kosmos. Spr. neemt dit voor zijn rekening. In het referaat ging het echter over de vragen, of uit de citaten van Dr Kuyper de conclusie is te trekken, welke de referent maakte, wat volgehouden moest worden. Tot Prof. Sizoo zegt spr., dat hij op de verhouding van waarheid en werkelijkheid niet nader kon ingaan, dan zulks in het referaat was gedaan. Kan men zeggen, dat de- exacte wetenschappen de werkelijkheid, en de andere de waarheid tot. object heb ben? Dat kan moeilijk worden beweerd. Uitgaande van de werkelijkheid tot de vraag komend, hoe alles is ontstaan, kan men dat niet beantwoorden. Eerst is daar de phanerosis, die 0H3 waarheid leert. Daarbij mag de werke lijkheid niet verwaarloosd worden, doch men mag niet vergeten, dat deze ge scheurd is. De waarheid echter is niet gebroken en bevat dus het eenheids- element. Het object van de wetenschap kan nooit de werkelijkheid zijn, doch een waarheidsoordeel over de werkelijkheid. Ter beantwoording van de tweede vraag van Prof. Sizoo verwijst ret naar blz. 33 van het referaat. Ten slotte geeft de ref. op de vraag 'den heer Van Apeldoorn een bevestigend bescheid. Gistermiddag is het referaat besproken van Dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot. Dit referaat was getiteld „Gezag en Vrijheid bij Philippe de Gommynes". Discussie referaat Dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot Eerst geeft de referent nog een toelich ting, welke hij besluit met het poneeren .van een tweetal stellingen, te weten: De formeele democratie heeft geen weer tegen dictatuur. Zij heeft de neiging, tot machtsstaat te worden. De juridische literatuur heeft door haar Voraussetzungen den juisten blik op de staatsrechtsleeraars uit de 15e en 16e eeuw veelal verduisterd. Prof. Dr. I). Nauta stelt nu een vraag naar aanleiding van de uitdrukking „Mac- chiavellisme", door den referent in verband met Commynes gebruikt. Macchiavelli leefde na laatstgenoemde. Daarom ware bedoelde uitdrukking misschien vermeden, aangezien immers Commynes moeilijk onder den in loed van den ander kan hebben gestaan. Bovendien is de overeenkomst tusschen Commynes en Macchiavelli slechts uitwen dig, doch innerlijk zijn beide figuren uit eenloopend. Prof. Dr. H. Dooye«ieerd brengt hul de aan den referent voor het geleverde in teressante werk. Toch kan hij zich niet ver eenigen met de wijze, waarop de achter grond van Commynes' leven geteekend werd. Referent heeft Wolzendorff aangehaald, doch we mogen niet vergeten, dat deze geen algemeene theorie heeft gegeven, doch zich altijd baseerde op bronnenmateriaal. ook mogen we over begrippen als leenstaat en standenstaat niet in het generale spre ken, doch dienen we te onderscheiden naar de landstreken. In het referaat worden beschouwingen ge- »ven over het koningschap en de Staten Generaal in de Fransche geschiedenis, waarbij het is, alsof het eerste een pafrimo- nieel karakter droeg. Het valt weliswaar niet te ontkennen, dat deze theorie lang de heerschende is geweest, ook door von Haller, die op zijn beurt weer van invloed op Groen van Prinsterer maar toch zijn tegen deze opvatting gerechtvaardigde bedenkingen ingebracht, want ze is in strijd met de feiten. Ook meent Prof. Dooveweerd, in tegen stelling tot den referent, dat het vazalschap ouder is dan den Carolingschen tijd, en het oorspronkelijk geen zuiver militair ka rakter droeg. Hij kan zich evenmin ver eenigen met de feodale theorie inzake het ontstaan van de Staten-Generaal. Hij zet. uiteen, dat de steden van Frankrijk histo risch in twee groepen moeten worden on derscheiden, waarvan de eene zelf zich een positie wist te scheppen, met het gevolg, dat zij een leenverdrag mocht sluiten met den koning, doch zulks kan van de andere groep niet gezegd worden. Immers, deze kreeg van bovenaf een bestuur. De eerste leden nu vaardigden vertegenwoordigers f, welke dikwijls volgens algemeen stem recht gekozen waren. Men kan dan ook moeilijk volhouden, dat de Staten-Generaal, hieruit ontstaan, geen vertegenwoordigend karakter zouden dragen. Prof. Mr. P. S. Gerbrandy wil nadere lichtingen omtrent den term „wederzijd- he rechtserkenning van Overheid en on-: derdaan", in het referaat gebruikt. Dat hier de Overheid wordt genoemd, kan hij begrij pen. Is het recht van den onderdaan eclt- ter gemeen recht of iets" anders? Ook vraagt hij, of. bij de ontwikkeling van het Fransche volk tot eenheidsstaat wel kan worden gesproken van een. natuur lijken groei. Tenslotte vraagt hij, of-het wel juist is,,zooals referent deed, van Comrriy- nes te spreken, als van een, verdediger van den rechtsstaat, waar immers in zijn tijd van parlementarisme, persvrijheid, zelf standige rechterlijke macht, e.d., die altijd in verband worden gebracht met den rechts staat, weinig te bespeuren viel. In antwoord op hetgeen Prof. Nauta op merkte zegt Dr. Bruins Slot, dat de uit drukking „Macchiavellisme" ten opzichte van Commynes een term is, welke in de literatuur is ingeburgerd. Ook meent hij, dat er wel degelijk een kern van overeen stemming tusschen Macchiavelli en Commy nes aanwezig is. Beiden dachten gelijkelijk over het staatsbelang. En ook in kleinere trekjes zijn ze verwant. Bij beiden bestaat de ondergrond uit pessimisme. Tegenover Prof. Dooycweerd zet ref, uit een, dat hij niet heeft gegeneraliseerd. Hij is zelfs eclectisch te werk gegaan. Inzake het vazalschap toont spr. aan, dat dit tel kens van karakter is veranderd. Tot Prof. Gcrbrandy zegt ref., dat hij heeft willen aanduiden, hoe men, als het gaat om de rechtsverhouding tusschen Overheid en onderdaan, zich moet baseeren op rechtsbeginselen. Met opzet heeft ref. zich beperkt tot vra gen van gezag en vrijheid en heeft hij niet willen handelen over den groei van het nahonaliteiUbcsef in Frankrijk. Hij gpeft toe, dat men Commynes niet. zoomaar bij de aanhangers van de rechts staat kan indeelen, aangezien hij immers de richting was toegedaan, later ook door Macchiavelli aangehangen. Aan het slot van de vergadering heeft de voorzitter, Prof. Dr. G. Ch. A a 1-- d e r geconstateerd, dat zij geslaagd mocht heeten. Er is met zwaar geschut gewerkt, doch de ref. was in staat, zich te verdedigen. Soms was er een fel steekspel tusschen ridders, maar de eer van het blazoen werd niet bezoedeld. De rectór-magnificus, Prof. Dr. J. W a te rink, sloot daarop met gebed. Christus Jezus is ons geworden wijsheid van God Dr. A. Kuyper Jr, Gisterenavond werd in de Noorderkerk te Maassluis een ure des gebeds voor de Vrije Universiteit gehouden, waarbij voor ging Dr A. Kuyper Jr. van Rotterdam. Nadat gezongen was Ps. 3:2, en gelezen een gedeelte van Spr. 8, zeide spr. in een kort woord vooraf, dat de gedachte om dit jaar de bidstond van de Vrije Universiteit in Maassluis te houden, waar het straks 100 jaar ge leden zal zijn, dat de stichter van onze Universiteit het levenslicht aanschouwde, hem bijzonder sympa thiek was. Dr. Kuyper heeft heel zijn leven gewijd aan het groote beginsel: de eere Gods op elk ter rein van het leven en zijn levens ideaal was een Gereformeerde Universiteit, die op heel het terrein der wetenschap het licht van Gods heilig Woord deed schijnen. Het was het groote moment in zijn leven toen hij in 1880 de Nieuwe Kerk van Amsterdam die uni versiteit mocht openen met de bekende oratie: Souvereiniteit in eigen kring. Als tekst voor deze ure des gebeds koos Dr Kuyper 1 Cor. 130: „Maar uit Hem zijt gij In Christus Jezus, die ons geworden is wijsheid van God; hij wenschte te spreken over De W ij s- heid Gods in Christus en erop te wijzen: 1. dat deze wijsheid door de wereld niet wordt gekend, 2e. dat deze wijsheid door Christus ons geschon ken is; 3e. dat deze wijsheid dierbaar is aan Gods volk. Daar is een wijsheid Gods waarvan de wereld niet weet De H. Schrift opent met het majestueuse woord: In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Maar wij weten ook dat de Almachtige het grootsch Heelal schiep naar zijn eeuwige Raad met goddelijke wijsheid. De schepping van hemel en aarde manifes teert de wijsheid Gods, doet Hem kennen als de Alwijze. De mensch is echter in zonde gevallen. Als profeet heeft hij de gedachte Gods niet aanvaard. Toen is hem de heiligheid van het beeld Gods ontnomen, en zijn verduisterd verstand wendt zich niet alleen van God af, maar richt zich vijandig tegen God in licht bleef schijnen in de duisternis, maa duisternis heeft het niet begrepen. De wereld bouwt een tempel der wetenschap, maar haar wijzen en geleerden hebben geen inzicht in het bestek van Hem, Die de Bouwmeester Kunstenaar van het heelal is. Dc wijsheid is door Christus ons geschonken De Apostel gewaagt van de gave Gods in Christus met viervoudige lofspraak. Christus is gegeven tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en verlossing, maar de wijsheid wordt in de eerste plaats genoemd, omdat hier de wijsheid Gods tegenover de wijsheid der wereld wordt gesteld. In Hem zijn al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen. Edoch, de genade gave Gods is rijker, want wat zou het ons baten, indien slechts objectief de wijs heid Gods in Christus ware geschonken, in dien niet ook de mensch subjectief werd bekwaamd, haar te ontvangen in zijn denken. Zoo wordt die wijsheid Gods in Christus dankbaar en aanbiddend aanvaard, en komt Christus met Zijn genade ons te hulp i zwakheden van ons wetenschappelijk denken bekwaamt Hij ons tot verruiling van onze profetische roeping, om God lief te hebben, ook met ons verstand. En Christus erkennen de als onzen hoogsten Profeet en Leeraar, kunnen wij het antwoord geven op de vragen der wetenschap. De wijsheid is dierbaar aan Gods volk De wereld verwerpt die wijsheid Gods, doch daar is in het midden van die wereld een volk Gods, dat die wijsheid dankbaar aanvaardt. En dat volk eert die wijsheid God^ en stelt de wetenschap des geloofs tegenover de wetenschap des ongeloofs van het Pan theïsme, het Deïsme, het Materialisme en het Agnosticisme. Het beoefent de wetenschap het licht van Gods Woord. De Christelijke wetenschap wii alle dingen den kosmos onderzoeken, om de gedachte Gods in het Heelal te verstaan. Daarom kun nen wij niet volstaan met een Theologische Hooge school, maar moet er een Universiteit zijn, dae in haaa* faculteiten op heel het terrein der wetenschap het licht van Gods Woord doet schijnen. Dat groot voorrecht ons geschonken, wij hébben een Universiteit met den Bijbel, een Universiteit op Gerefor meerden grondslag. Wij hebben de Vrije Universiteit lietf, omdat zij zoekit de wijsheid Gods in Christus. Wij weten, dat onder Gods volk niet vele wijzen en machtigen zijn, maar God heeft ons toch ge schonken wijze mannen, die aan den wetenschappelijken hemel starren van de eerste grootte zijn, waarvoor we Hem mogen 'danken. We weten ook, dat onze financieele kracht niet groot is, maar Gods Geest heeft altoos bijzon dere offervaardigheid ook voor deze Stichting gewekt. Laat ons bovenal bidden, dat zij trouw blijve aan 't hoog-heilig beginsel, dat in haar grond vest geschreven staat: „gebonden aan het Woord van God, in overeenstemming met het Gereformeerd beginsel." Na het doen zingen van Ps. 89 8 ging Dr. Kuyper voor in dankzegging en gebe-a vcor Na afloop van de Wetenschappelijke Samenkomst werd bovenstaande opname gemaakt. Van rechts naar links de heeren: Prof. Grosheide. Prof. Sizoo. Prof. Waterink, Mr. de Vries, Dr. Bruins Slot, Prof. Aalders, Prof. Hepp. Dr. A. Kuyper Jr. en Schouten. Dr. Colijn voert het woord V er schillende sprekers Na den dienst deelde de pastor loei, Ds. Akkerhuis, mede, dat. Dr. H. Colijn heeft toegezegd, het woord te zullen voeren (luid applaus), echter slechts op voorwaar de, dat ook de heer J. Schouten, die in Maassluis geboren is, spreken zal (applaus) Ter voorbereiding van de pauze zong het Christelijk Mannenkoor onder leiding van den heer M. Egberts, nu eenige liederen die door welverdiend handgeklap gevolgd .werden. Ds. F. C. M e ij s t e r, van Rotterdam, wees erop, da* Dr. A. Kuypcr Jr. weinig gespro ken had over zijn vader, maar dat nam niet weg, dat onze gedachten van hem vervuld ■waren. Immers, hij heeft ons volk bezield en heeft liet ten strijde geroepen in Je heroïeke worsteling om de waarheid Gods. Voor de Universiteit, door hem gesticht, zullen we blijven strijden tot aan de over winning (applaus). Luide toegejuicht beklom Dr. H. Colijn. nu den kansel. Toespraak van Dr. H. Colijn 'Dr. Colijn begon zijn korte toespraak met .broeder en zusters". Zoo immers is het, niet" geachte vergadering, nog minder da mes en heeren, maar broeders en zusters onder elkander. Spr. wilde de aanwezigen, voorzoover ze in Maassluis wonen, gelukwenschen met hun handigen Ds. Akkerhuis. Deze slaagde erin, Dr. Colijn tot de begroetingssamen komst uit te noodigen en daarbij terloops te zeggen, dat er bij dergelijke gelegenheden behoort gesproken te worden. Later heeft Ds. Akkerhuis ervan gemaakt, dat spr. zou hebben toegezegd. (Gelach.) Behalve als Strijder tegen het ongeloof en voor de christelijke wetenschap kan men Dr. Kuyper ook zien in het licht van net staatkundig leven, 't Jaar 1837 is 'n merk waardig jaar. Toen werden twee menschel geboren, die diepe voren hebben getrokken in 't volksleven, n.l. Lohman en Kuyper. In den loop der 19de eeuw zijn er tallooze menschen geweest, die, in den tijd gezien, groote beteekenis hebben gehad, geleerden en staatslieden. Maar hoevelen zijn er, van wie men 100 jaar na hun geboorte zeggen kan, dat ze tot figuren van nationale be teekenis zijn geworden. Spr. is er zeker van, dat, wanneer God het aan latere geslachten geeft, in 2013 bij samenkomsten te handelen over Kuyper, met gelijke eere, belangstel ling en warmte over de beteekenis van de Vrije Universiteit en droeg hij den Heere de geestelijke en stoffelijke belangen Stichting op. Het kerkgebouw was zeer voL Bij den aanvang werden de professoren, directeu ren en curatoren van de Vrije Universiteit binnengeleid. Ook Dr. H. Colijn en Mevrouw Colijn waren onder de aanwezigen. Kuyper voor het Nederlandsclie volk zal worden gesproken. Dat nu is een reden tot groote erkentelijkheid. De mannen, die een volk bouwen, zijn onder ieder volk zeldzaam, en daarom is een rijke zegen, dat het Geref. voIk erop wijzen kan, hoe Dr. Kuyper van betee kenis is geweest;, niet alleen voor de theolo gie, wetenschap, opvoeding van een deel an het volk, maar hoe die figuur van dien aard is, dat men moet erkennen, dat liij nieuwe banen heeft gewezen en zijn volk tot leven heeft weten te wekken. Daarom mogen we op een avor-d als heden, zonder menschvergoding, met dank aan God wijzen op hetgeen een mensch als Kuyper is geweest. (Luid applaus). De heer J. Schouten wees op het ver schijnsel, dat zoovele eenyoudigen belang stelling hebben voor een Vrije Universiteit. Dat komt, omdat in de V.U. belichaamd is een stuk Geref. volkskracht. Als het Geref. volk veel vraagt van de V.U. en als.'t het niet hebben kan, wanneer de professoren het niet eens zijn en zich daarbij wel. eens kras uiteiv- dan moeten de hoogleeraren bedenken, dat het Geref. volk zich zoo uitspreekt uit liefde voor de wetenschapsbeoefe ning in Geref. zin. En als de profes soren het zoo zien, dan zullen ze temeer ernaar staan, om op de basis van de sterkste gemeenschap te werken aan de ontplooiing van het Geref. denken. (Instemming.) Prof. Dr. J. Waterink, die begon met op te merken, dat hij niet zou spreken als rector-magnificus, zei, dat we de meenings- verschillen ook hieruit moeten verklaren, dat bij allen een brandende liefde is om te streven naar de waarheid. Meeningsver- schillen kunnen er zijn. Het is echter niet ideaal, dat ze openbaar worden. Indien het Geref. volk dergelijke situaties merkt, dan doet spr. een beroep op dat volk, om de gebeden te vermenigvuldigen. Mr. P. A. Schwartz, burgemeester van Maassluis, was dankbaar, dat. in zijn plaats de bidstond en de begroetingssamenkomst werden gehouden. Tijdens de Paschen ver gaderden hier de jongelingen en later ko men de meisjesvereenigingen. De V. U. is dus geflankeerd en gesecondeerd door dé hope des vaderlands. We mogen er niet prat op gaan, dat Kuy per in Maassluis is geboren. Behalve dat we ons moeten hoeden voor overdrijving legt het feit zelf ook een duren plicht op onze schouders. ^©L.cht-het. xeaultaat.zijn va» deKayr per-herdenking van beden, dat we delven in de goudmijn, door hem nagelaten. De samenkomsten van heden De Kuyperherdenking in de Vrije Universiteit Hedenmorgen ving de algemeene ver gadering aan van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. Grondslag. Deze vergadering werd gehouden in de Doelen te Rotterdam. Openingswoord Mr. J. Verdam Allereerst memoreerde spr. als oorzaken van verheugenis verloving en huwelijk on zer prinses, de keuze door ons volk bij de stem bus voor de Chris telijke grondsla gen van volksleven, komst van het kabinet-Colijn de eer aan den president-direc teur der Vrije Universiteit te beurt gevallen, als minister van defensie in dit kabinet op treden. Vervolgens heet te mr. Verdam aanwezige autoriteiten welkom, en herin nerde eraan, dat voor honderd jaar in Maas sluis' pastorie Abraham Kuyper geboren werd, die door de idee gegrepen wordt van een Christelijke universiteit. Die universi teit is niet uit het studeervertrek, maar uit de binnenkomer opgekomen. Daarin ligt de band tusschen haar en ons volk. Hier ligt voor ons allen een taak. Voor de met ge leerdheid begiftigden bestaat die taak in het opsporen en uitwerken van de Gerefor meerde beginselen. Die arbeid worde ver richt, in samenwerking: het werk onzer mede-arbeiders in het geloof zij ons tot steun. Dit leidt tot onderling overleg, tot uitwisseling van gedachten, toetsen van elkanders meening. Dft kan ook leiden wt critiek, maar het zondige worde geweerd. Tenslotte dient die arbeid verricht in zelf overgave. Zoo zien wij in onze universiteit veel zegen, veel tekortkoming ook. Het ver- schil met 1880 is groot. Haar naam is ge vestigd. Maar haar taak, op den grondslag der Gereformeerde beginselen uitbouwen, is niet gemakkelijker geworden. Na de openingsrede van mr. Verdam volgden huishoudelijke aangelegenheden, onder welke de stemming voor een bestuurs lid in de vacature (perio_diek) van mr. H. Bijleveld. In deze vacature werd gekozen Excellentie dr. H. Colijn. Aanwezig was hedenmorgen o.a. de Rot- Mt J. Verdam )s. G. W. Akkerhuis terdamsche wethouder, de heer A. B. d Zeeuw, die door den voorzitter in het bi zonder verwelkomd werd. De collecte voor de V.U., ln Zuid-Holland, heeft, naar wij vernemen, opgebracht de som van 4486, Rede Ds. G. W. Akkerhuis Ds. G. W. Akkerhuis, van Maassluis, voerde nu het woord. Zijn onderwerp had tot titel; Kuyperherdenking roept tot verhoogde activiteit voor onze Vrije Universiteit jaarvergadering er Vereeniging an Hooger On derwijs op Geref. grondslag staat in het teeken van de Kuyper-herden king. Kuyper was de man, dien God heeft gébruikt, om deze stichting in het léven te roe pen. Wie V. U. zegt, denkt onmid dellijk aan Dr. Kuyper. We wil len gaarne bij de honderdjarige her denking van zijn geboorte dankbaar gedenken, ys/t God in Kuyper voor de V. U. heeft geschonken. Abraham Kuyper werd 29 October 1837. in de pastorie, staande aar de Zuidvlie.t te Maassluis, geboren. Zijn yider was hier pre dikant van 1834 tot 184?- Op Zondag 3 De cember 1837 werd hij m de Herv. kerk ge doopt. Hij was dus 3*2 jaar, toen zijn ouders Maassluis met Middelburg verwisselden. Niettege staande zijn korte jeugd is dé band tusschen i>r. Kuyper en Maassluis Wij ven bestaan. Hij vergat zijn geboorteplaats: niet en de laatste hem niet. Dat is gebleken in den bouW van de Chr. school in de Lange Boonestnaat, die den naam draagt: „Dr. A. Kuype--school". Dat is uitgekomen in een rede die Dr. Kuyper tot de ouders der leer lingen van die school heeft gehouden in Juli 1PÖ6. Dat is gebleken in een predikbeurt, die' Dr. Kuyper in de Herv. kerk heeft vervuld1 in de plaats van Ds. Malcomesius. Dat blijkt in den gevelsteen, die in de school, naar hem genoemd, is aangebracht, waarop te lezen staat: „Van geslacht tot geslacht moet ce kennis Gods door het werk der opvoeding worden voortgeplant". Dat is gebleken, zoo ging spr. voort, in de handeling van het gemeentebestuur, dat na zijn overlijden aan den Zuidvliet N/z den. naam van Dr. Kuyperkade heeft gegeven. Zijn geboortehuis bestaat nog, en wordt nu gebruikt voor de samenkomsten van het Le ger des Heils. Gaarne hadden we gezien, zegt spr., dat de volgelingen van Dr. Kuyper tijdig op dit pand beslag hadden gelegd als een blijvend monument (Zie vervolg bladzijde 9.%

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5