m fel m p ppi W s m H53 m Èfe Hf M p lffl# m H 8 §2 X m k i B m •m k pp ZJ t: tk m k u m r X k k m k m -tv- -r cloor v_A^'OorikheicL J. Het echtpaar Lewenhof is een stevig en gezond 6tel menschen van ongeveer vijf en dertig jaar. Weneer, vertegenwoordiger van een groote ma chinefabriek, is breed en zwaar en een opgewekt prater, die het leven altijd van zijn beste kant bekijkt. Zijn klanten zien hem graag. Zijn vrouw, Annie Verduuren, 'n blozende blonde ■vrouw, is van aard een beetje zwaarmoedig, maar beeft een sterke wil en een overredingskracht, die bijna niet weerstaan is. Hun huwelijk is kinderloos. Dat krenkt haar. De eerste jaren hebben anderen haar bemoedi gend voorgepraat, dat een flink paar menschen als zij en Alfred vast en zeker gezegend zullen worden met kinderen, maar sedert de koperen bruiloft gepasseerd is, nu een half jaar geleden, gaat haar de hoop voor goed ontzinken. Ze is lid van een Dameskrans, die werkt voor kerk en armen. Als er geld noodig is, wordt meestal Annie er door haar vriendinnen op uit gestuurd, „want," zeggen ze, „tegen jouw argu menten is niemand bestand." Haar kruis draagt 20 'n stilte, ze spreekt er nooit over met anderen, zelfs niet met haar man. De laatste maanden echter wordt het anders. Nu zinspeelt ze telkens. Niet rechtstreeks, maar ter zijde, voorzichtig, geleidelijk duidelijker. Haar man wordt onrustig. Hindert het haar zoo? Dat heeft hij vroeger nooit gemerkt. Hindert het hem ook? Och neen, hij heeft zoo veel afleiding, op reis, in de trèin, in hotels, bij 'de klanten. Altijd praten, over zaken denken en geen tijd voor andere dingen. En 's avonds thuis? Ze gaan dikwijl uit. Ze hebben kranten en tijd schriften. Annie heeft haar krans, hij zijn cor respondentie. Waar overdag is Annie alleen. Hij ziet, dat zc het moeilijk krijgt Dat hindert hom, dat hindert hem geweldig. Heeft «e 't altijd moeilijk gehad? In *t verborgen, zonder dat hij iets vermoedde en maar luchtig voortleefde, terwijl zij in stilte leed? Die onderstelling hindert hem het meest. Want bun verhouding is goed en ze houden van elkaar. Nu zitten ze aan ta'fc.l. Ze dineeren laat, want hij kwam om zes uur thuis. Elsje, de dienstbode, zit er ook. Els is een schraal meisje, niet knap en niet lec- )ijk, rnaar bij deze twee flinke welverzorgde men schen maakt ze geen fleurig figuur. Ze Ls hier twee jaar in dienst. Haar ouders zij tien jaar dood. Acht jaar heeft 20 ingewoond bij een tante, die weduwe is. Toen werd ze te groot, zei tante. „Je bent nu een en twintig jaar. Elsje, je moet voor je zelf gaan zorgen. Als ik eens kom tc stervenWe zullen de advertenties nakijken." Een paar dagen later werd er een meisje ge- .vraagd voor dag en nacht in klein gezin. „Dat 's wat voor i°u, E,s-" Zoo kwam ze in de stad bij de Lewcnhofs en is tante weer alleen in haar huisje in het stille dorp. Ze hebben het goed met Els getroffen en Els met' hen. Beide partijen zijn tevreden. Na de maaltijd geeft Els de bijbel, zooals altijd. Alfred zal het hoofdstuk lezen, dat aan de beurt is, ook zooals altijd. Dat heeft hij thuis geleerd, ovenals de Zondagsche kerkgang. Ze hebben bei den hun belijdenis gedaan en als er kinderen waren, zouden ze gedoopt zijn. Ook op dit punt zijn ze volkomen eenstemmig. Het is jammer, dat Annie nu begint te piekeren. Van nieuwe ideeën en revolutionaire denkbeelden moet hij niets hebben. Als kerk of politiek ter sprake komen, past zijn overtuiging zich soepel aan bij die van zijn klanten. Hij is den Joden een Jood en den Grieken een Griek, zooveel weet hij va de bijbel wel af. Aan discussies in de trein over zulke onderwerpen neemt hij geen deel. Hij leest het eerste hoofdstuk van Samuel, Han- na's gebed. Samuels geboorte. Dan slaat hij de bijbel dicht en ze danken zachtjes. „Dat was toch een aangrijpend geval met die Hanna", zegt Annie. „Ja" Zijn blik vliegt langs Elsje's gezicht en blijft staan in Annie's oogen, waarschuwend: Wees voorzichtig, laat hóar er niets van merken. Terwijl staat hij op. Hij ziet, dat Annie nog meer wil zeggen. Spelend dreigt hij haar met het bij belboek en vervolgt: „Kom, 't is laat. Ik pak even een dutje en dan een brief schrijven naar de fabriek." Hij geeft de bijbel aan Els en ver dwijnt naar de slaapkamer. Ik bad om dit kind en de Heere heeft mij mijn. bede gegeven Annie's gedachten toeven bij deze woorden van Hanna. Bidden heeft Hanna geholpen, zou bidden haar ook helpen? Och nee, de doktoren hebben geen hoop gegeven en de tijd heeft hen in 't ge lijk gesteld. Het zou een wonder zijn. Wonderen gebeuren niet meer. Haar man komt binnen. „Wat ben je gauw terug, Alfred." „Ja, och. Ik heb een beetje liggen peinzen." Ze lacht flauwtjes. „Dan deed je hetzelfde als ik.'1 Een oogenblik stilte. „Zeg, Annie!" „Ja?" „Zullen we eens naar een specialist gaan?" Annie is dadelijk belangstellend. „Een specialist ja, dat zou kunnen, 't Is wel wat laat" „Te laat is het niet." „Je weet, wat dokter Meerman gezegd heeft En zijn collega, die we later raadpleegden heeft zijn woorden bevestigd. „Ja wel, maar een specialist is wat anders." „Wanneer zou het kunnen?" „Wanneer jij wilt. Zal ik meegaan?" „Graag. Maar we moeten een paar dagen wachten." „Volgende week dan?" „Ja, goed." Annie lacht. Ze heeft weer hoop. Alfred is toch lief. Alfred is bezorgd Maar dat weet Annie niet. Zoo Iels gcEcurl trouwens zelden, meestal Is bij opti mist. Er gebeurt nog iets, dat Annie niet weet Alfred komt de volgende middag wat vroeger van do trein en belt aan bij dokter Meerman. Maar die tocht is vergeefsch. Dokter Meerman is afwezig en blijft nog tien dagen weg. „Zijn adres?j Zeker. Hier is het. Alstublieft". „Dank u wel." Alfred gaat naar huis. 's Avonds schrijft hij] brieven en brengt ze zelf naar de bus. Een is cr, bij voor dokter Meerman. Twee dagen later, 's morgens bij de eerste bestel ling, vindt hij in zijn bus een briof in blanco .envelop zonder atzender. I I Zeer geachte Heer Lewenhof, Ik heb volstrekt geen bezwaar, dat U, om uw vrouw tevreden te stellen, een specialist raadpleegt. Maar mijn oordeel is nog onge wijzigd. Ik kan U tot mijn spijt geen hoop. geven. Ook de specialist zal zulks bevestigen. Met vriendelijke groeten, Dr G. J. Meerman. I !Anni£ mag de brief niet 2ion- Zal hij hem maar, vernietigen? Dat kan altijd nog. Hij bergt do '>rief in een ijzeren kistje, waarvan hij alleen do 3leutcl heeft en dat in een vakje van zijn bureau staat In dat kistje ligt ook hun testament en, zijn contract met de firma. Een weck later zitten ze samen in de wachtkamer van den specialist. Annie is nerveus. Ze vreest het onderzoek. Maar ze vreest nog meer het resultaat. „Blijf jij maar hier. Als het noodig is, laat ils je wel roepen." „Goed, ik wacht hier wel." Dan is het haar beurt. De dokter luistert met omlaag gewende blikken. Nu en dan kijkt hij op en knikt ter bemoediging of als teeken van begrijpen. „Wie is uw huisdokter?" „Dokter Meerman." „Dan wil ik eerst conferee ren met dokter Meer» man en zal u daarna schriftelijk van adivies dienen." Hij weet niet, dat haar man in de wachtkamer zit. Het advies komt drie dagen later en bevestigt' volkomen de meening van dokter Meerman. Alfred loeet de brief voor en slaat een paar woor den over. Hij wil de indruk wat venzwakken. Het is toch al hard genoeg. Maar Annie wil ook zelf de brief zien. Ze leest hem uiterlijk rustig en geeft zwijgend terug. Alfred bergt hem in het ijzeren kistje. Daar ligt het leed voor aller oog verborgen. j II Elsje hooft al anderhalf jaar kennis aan «erf glazenwasscher. Ze zag hem iedere week in do straat en eenmaal per maand, wanneer hij do ruiten van nievrouws huis moest bewerken dronk hij in de keuken een kop koffie. Maar sedert een jaar komt hij iedere week in de keuken, eenmaal por week haalt hij haar 's avonds af en dikwijls brengt ze haar Zondagavonden door bij zijn ouders. Ze is ook reeds met hem naar haar dorp ge weest, om hem in levende lijve te vertoonen aan' haar tante, ter verificatie van het geschonken portret j Over een half jaar gaan ze trouwen. Annie heeft zich wel eens afgevraagd, waarom die knappe jongen met zijn verstandig gezicht zoo'n schriel meisje kiest. Kan hij niet wat betera krijgen? En dan concludeert ze: Mooier misschien wel. maar beter niet. Els is een beste meid. Maar na drie maanden komt Elsje haar verras sen met de mededeel ing, dat ae over veertien dagen bruid wordt. „Waarom zoo onverwacht? Ik heb nog geen werlS gemaakt van een ander meisje." „Ik wil u voorloopig blijven helpen." „IIoc lang?" „Een maand of drie." „Waarom gaan juLlie nu ineens zoo hals over kop trouwen?" „Het is op 't oogenblik een slappe tijd voor do glazenwosschers. Straks komt de schoonmaak, dan wordt het zoo druk." Dat is aannemelijk. Maar waarom hebben ze daar niet eerder aan gedacht? Vijf dagen daarna wordt er hard gebeld. Elsje Is juist even uit 0(111 60,1 boodschap. „Wat mankeert die Els, om zoo hard tc bellen,'' bromt Annie. Zc loopt naar de deur en doet open* Het is Els niet, doch een meisje van een jaar of vijftien. Het kind staat met betraande oogen, haar zakdoek zenuwachtig voor de mond. Ze vraagt naar Elsje. t „Els is even weg. Wat is er?" „llc ben een zuster van haar verloofde. Er is een ongeluk gebeurd." „Erg?" „Heel erg. Van een ladder gevallen, drie verdie pingen. Hij ligt in 't ziekenhuis." „Kom binnen. Hij leeft toch nog?" „Ja, maar hij is heel slecht." Zc drukt haar zak doek tegen haar beide oogen en snikt. Er wordt weer gebeld. Dat is Els. „Ga even in de kamer," zegt Annie. Ze zet bei. liet bezoek aan de hoofdstad des Rijksdat onze Koninklijke familie elk jaar gewoon is te brengenis ditmaal geworden een machtige manifestatie van trouw en aanhankelijkheid aan 't geliefde Oranjehuis. Dit gold vooral 't Prinselijk paar, dat II.Af. de Koningin bij dit offlcieele bezoek voor de eerste maal vergezelde. Bovenstaande foto werd genomen toen de Koninklijke familie op weg was naar het Centraal Slation teneinde Amsterdam te verlaten, 292 SCHAAKRUBRIEK Redacteur: W. J. H. CARON, Jacob Mnrisstraa! I*, Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten. Trobleem no. 549 iVan: J. J. RUITENBERG m |Wit begint en geeft in twee zetten mat iWit (6): Kb7, De2, Pd7, Le6, pi.e3, e5 Zwart (3): Ke4, pi.d4, f6 Probleem no. 550 iVan: W. KLUXEN (Wit begint en geeft in drie zetten mat. iWit (9): Kh2, Tel en e5, Pd2 en e7, Ld8, pi.c?, c6 en f5 Zwart (5): Kd6, Pa3 en b4, La6, pi.f6 .Oplossing van probleem no. 547 f.'an: J. V. ULEHLA ilVit (11): Kb2, BhG, TbG, Tc4, La3, Pb4, Pe3, pi.a2, 1 b3, d2, d3 Zwart (8): Ke5, DgO, Th5, Lc8, Pgf>, Pg7, pi.f6, g4 (Wit begint en geeft in twee zetten mat ÏSleutelzet: 1. Kl>2c2 Oplossing van iirobleem no. 548 tVan: Dr. H. ROHR iWit (8): Kb3, Dg8, Lb6, Pf2, pi.dö, gG, h2, h5 Zwart (3): KM, pi.d6, d7 Mat in orie zetten. jSleutelzet: 1. Dg8—h8! [V arianten: Kf3 2. Dal Kf4 3. Df6 mat tl2Kg2 3. Dhl mat 2Ke2 3. Ddl mat flKf5 2. Dd8 Ke5 3. Dg5 mat a2KM 3. DfG mat aKg5 2. Ld4 KJi4 3. LfG mat Goede oplossingen ontvangen van: G. G. den Hol lander (547, 548) Harderwijk; G. Holle-man (547, 548), T-h. Visser (545548), Rotterdam; P. Kuypor Fzn. (545—547), Hilversum; M. Opbroek (547, 548), H. C. J. Spier (545548 Den Haag); J. J* !Ruitenl>erg (545548) Werkendam; I'. W. A- iTriet (5-47), Gouda. CORRESPONDENTIE (HI. C. J. S. Dit filologisch probleem los ik Irr ipolitieken zin op: een compliment aan de A.-R, Partij. 'J. J. R. Op 12 inderdaad beter. G. H. Notatie voldoende. O. G. gH. Succes! SICILIAANSCH Gespeeld te Nottingham, 1936 Wit: ALEXANDER Zwart: BOTWINNIK 1 e2—e4 c7—c5 f*"-1" 2 Pblc3 Een solide voortzetting: wit verhindert dó, brengt' bet g-paard niet naai' f3, maar naar e2 en finan- chetteert den koningslooper. Het is wit meer om gezonde ontwikkeling dan <?m initiatief te doen. Zwart heeft de lastige taak een of ander ont- ■wikkelingssysteem er tegenover te stellen. Ge woonlijk zal dit zijn het financhetteercn van den koningslooper, een zoo spoedig mogelijk Ta8bS, gevolgd door 1)7b5b4 en aanval op oen dam 3- .vleugel. Botwinnik past echter een eigen systeem toe. 2 Pb8c6 Vroeger geschiedde hier meestal e7cG, hetgeen' pog steeds goed speelbaar is. 3 g2g3 g7gG 4 Lfl—g2 Lf8g7 5 Pgl—e2 e7—e6 Deze zet veroorzaakt zwakten in de pionncnstel- ling, maar vindt verklaring in de omstandigheid, dat zwart in ieder geval tot d7d5 moet komen, 6 d2Ö3 PgSe7 Ook deze paardposteering, die zeer goed is, moti veert den zet e7—e6 7 0-0 0—0 8 Lel—e3 Pc6d-i! Typeerend voor de stelling. Deze zet, die dient' om c5 te beschermen, zou na PgSf6 niet moge lijk geweest zijn. Zwart heeft wel een zeer logi- schen spelopbouw gevonden. Thans dreigt zwart' zijn voornaamste bedoeling te verwezenlijken3 d7—d5! 9 Dol—d2? Miskenning der stelling. Zeer sterk was hier 9. Pe2M, waarna d5 verhinderd is, want gó 19.- Pe2 I16 11. f41 is goed voor wit. 9 d7d5! 10 Pe2—M Merkwaardig, dat deze zet thans niet sterk isj wit is te laat en had nu e4Xd5 moeten sgelen. 10 d5Xe4 11 d3Xe4 Dd8c7 12 Tal—dl Tf8—q8 13 Dd2—cl Thans staat zwart reeds aanmerkelijk beter. 13 b7—1)6 14 Tfl—el Lc8a6 15 Kgl—hl Pe7cG 16 PMe2 Niet 16. Pd3 PXc2! 17. DXc2 TXd3 18. TXd3 PW? en Td3 valt Stand na 1G. PMe2 OPLOSSING 1 1 li 1 i§ i J* i i P i i m li A in H p'.; ui s fel Bt 16 Pd4Xe2 Hier begint een knappe afruil van enkele stuk ken, die op vernissende wijs een pion oplevert. 17 TdlXd8f Ta8Xd8 18 Pc3Xe2 La6Xe2 19 TclXe2 Lg7Xb2!l 20 DclXb2 Td8—dlf 21 Lg2fl TolXflf 22 Klil—g2 Tfl—dl 23 Tc2d2 TdlXd2 24 Lc3 X d2 Dc7—e5! 25 Db2Xe5 Natuurlijk gedwongen, daar DXe4f dreigde. 25 Pc6Xe5 26 Ld2c3 H—f6 Een zet, waarachter ik graag een vraagteeken ge plaatst had. Ik heb dit nagelaten, omdat de bc- oordccling uiterst moeilijk is en vooral ook, daar zwart juist voor dezen zet, waaruit zijn deskun dig oordeel zoo schitterend zou blijken, veel lof ontvangt. Ik heb echter het vermoeden, dat zwart ihicr de winst verspeelt. Waar gaat het om? Om den dubbelen pion, die zwart zich laat bezorgen. Heeft deze pion zelfs dan nog zooveel waarde, dat zwart steeds winnen moet, of kan wit remise houden? 27 Lc3Xe5 !6Xe5 28 o2—ai? Het ecnig juiste is hier m.i. c2c4, om c5c4 to verhinderen. Het is duidelijk, dat zwart met zijn. twee pionnen op den K-vleugel niets kan begin nen. De zwarte pionnen van den D-vleugel (drio tegen twee) bieden de kansen. Het is evenzeer duidelijk, dat zwart den K. erbij noodig heeft; immers wit speelt 6pocdig a2a4 en zwart zou met een actie a7a6 en b6b5 slechts bereiken, dat wit één, zet eerder „naar dam loopt". Do Horizontaal: tenor; B.B.; orgie; N.V.; ia; go; e.a,; es; Asten; en; Vastenavond; oor; rol; til; dak; ren gal; dom; val; os; al; ambtenjagcr. Verticaal: toga; ero6; Oise; rein; biervat; basta!; negen; vaandel; tin; solo; ark; Olga; idem; as; albe; mot; vla. scherpste variant is dus m.i. 28. c4 aG 29. a4 Kf7 30. Kf3 Ke7 31. Kc3 b5 (de zw. K. is steeds op tijd een witten pion op de a-baan in. te halen!) 32. Kd3ü b4 (niet bXa 33. Kc3 met verovering van den pion, waarna de zw. a-pion niet verder konu)] 33. a5 en remise: de witte K. houdt den b-pion tegen, terwijl de pionnen f, g, h, den K.-vleugel geheel afsluiten. Een andere variant is: 28. c4 a6 29. a4 Kf7 30. Kf3 Ke7 31. Ke3 Kd6 32. h4 Kc6 33. Kd3 b5 34. Kc3 KbG 35. f3 Ka5 36. Kb3 bXcf 37. KXci KXa4 38. KXc5 Kb3 39. K<16 a5 40. KXc5 a4 41. KXe6 a3 42. c5 a2 43 Kf7 alD 44. c6 en zwart kan niet winnen daar zijn Koning gedepla- ceerd is. Heb ik iets over het hoofd gezien? In de partij zelf volgde: 28Kf7 29. Kf3 c4U] 30. Ke3 Ke7 31. f4 Kd6 32. c3 Kcö 33. fXe b5 34, aXb Kb5 35. Kd2 Ka4. Wit geeft op. De Ruilbeurs Boveri-Hardinxveld tan dienste van de lezers der vijl samenwei kende Christelijke Dagb aden Wie zendt de volgende nummers van liet Ricm- .Vis album: 78. 93, 188 tot en met 196, 200 tot cn met 253, 257, 259 tot en niet 270, -272 tot cn met 277, Klaverblad Bloemenvelden: 16. Hilmos Kilometerbons nemen we niet meer aan. Telkens worden ze nog gezonden. Van nu af wordt er niet meer over gecorrespondeerd, zc gaan do prul Iemand in. Nu volgen de voorwaarden: X De Ruilbeurs bepaalt de waarde der bons ciï plaatjes. Tot 500 pt. betaalt U 15 ct., tot 1000 pt. 20 cti (aan postzegels). 3 Is het gevraagde niet in voorraad, dan lccct U het antwoord in het Zondagsblad. 4 Vul dus goed in van welk blad der V.CP. Ui lezer is. 5 Teveel gestuurde punten kunnen geboekt blij ven tot een volgende zending. 6 Van het puntenaantal dat U stuurt, wordt docr de Ruilbeurs 5 afgetrokken. 7 Vraagt U van een album speciale nummers, dan betaalt U 2 ct. ped plaatje meer. 8 Oude Verkade plaatjes nemen we niet meen Wil av.p. gratis ruilformulier zenden aaa: Naam: Adres: Woonplaats - Datum: Voorloopig mogen geen Bussink en Weegschaaltjes aangevraagd worden. De waarde der bons is als volgt: Bussink 8, Coo- lingh 3, D-E 6, v. Delft 10, Dobbelman 4, H-O 6, Droste 20, Hagzcgels 8, Hille 8, Holl. Zw. Wceg- sch. 3, Paul Kaiser 6, Klaverblad 8, Klokzcep 10, Kwatta 3, Lever's zeep 20, van Nel Ie 4, Patria deel 1 10, deel 2 15, Pette 10. Pleines 3, Rademakcr, 3, Sickesz 3, Verkade oude albums 2, Boerderij 4, Waar wij wonen 10, Wascholine 2. Wie helpt aan: Tik-tak (laatste album) Niemcycn bons (alleen van koffie en thee), Keg (een reis naar Indië), Gouda theelichtonbons, Ark beschuit- bons, Kwatta winkelierstrooken, A.J.P.-bons voor. óe jam-lepel? Verder nemen we aan: Pleines duifmerken, Sodc* bons, Era, Everlasting, Hapé, Van der Sluys, Stark, Scholten, Hilmos, IJzendijk, Vergulde Hand, Kanis en Gunnink punten, Winkeliersbon3 van Sickesz, Holland-Zwitsersohe, en De Heer, Delta* Van Patina deel I, nemen we niet meer dan 50 bons per maand aan. CORRESPONDENTI E: Mej. E. K. te Rotterdam-Oost. 71 Vim genoteerd, 't Duurt w^l eon P°°-Sje voor u aan dc beurt bent. Mevr. R. J. D.-de W. te Harderwijk, Ze zijn in de volgende aantallen '.onden: 629, 1305, 1039, 1246. Nu volgen nog 1606 plus 44 (ongeldige bons)] is 1650 bons. De nieuwste cadcnulijst is niet in ons bezit. Wilt u bij de fabriek aanvragen? Mej. A. K. te Ridderkerk. Ze komen met da Vim-bons retour. H. v. 't H. te Vlaardingcn. Er stonden 24 pt. Mevr. C. P.-v d W. te Voorburg. I« 't in orde? E. M. te Voorburg. Wasoholine-plaatjes zijn 2 pt* per stuk. Ze zijn iiï voorraad. Do nrs zijn geno teerd. U zult wel veel geduld moeien hebben. J. C. K.-B. te Amsterdam. Die omslagen hebbert dezelfde waarde. A. M. te Vlaardingen. 49 Vim genoteerd. B. M. te Rotterdam-W. U kreeg 70 Hoka met dei hart gr. voor Oom Nic. Postadres: De Ruilbeurs, Hardinx:;eUÏ« 297,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 14