Vervolg vei-hüciLgj L n E i p B k k <g|> i ÉÉP I fi li B i jf m m k n k k m ii 13 B 0 1 gpp In den heilstaat van Lenin Herinneringen van een jong Communist door Dmitri Zacharow (Uit het Russisch vertaald) Ï4) De machinist hield de kaars vóór zich en bekeek, geheel voorovergelrogen, qc leege ruimte. Eindelijk zag hij datgene, wat hij blijkbaar zocht. Hij ging vlug naar mij toe en vroeg kortaf in het Estiach: Zijn uw papieren in orde? Waarheen gaat u? Ik heb geen papieren. Ik reis naar Estland. Hoe bent u hier gekomen? Victor, ik weet het allemaal riep hij woedend. U weet niets. Ik ben zelf hier gekomen en be halve u weet niemand er van antwoordde ik .vastberaden. En de flesch koffie hebt u zeker zelf genomen, of hebt u hier oen keuken opgericht? en hij wees naar de flesch, die ik nog altijd vasthield. Neen, zelf. Maar wajt wilt u met mij doen? Schreeuwt u vooral rtiet zei ik nijdig. Kalm, vriendje, maak je niet druk merkte do maohinist scherp op. maar men kon zien, dat hij geen bijzonder verlangen had om mij iets kwaads te doen. Blijf hier, ik kom direct terug. Hij keerde terug, samen mot den tweeden machi nist Wij hebben het volgende besloten: wij zullen het niet aan den kapitein vertellen, maar naar Estland nemen wij u ook niet mee, al lijkt n niet op een spion maar je kunt nooit weten. Gaat u in Holland aan wal vlak voor ons ver trek. En blijf zoolang zitten. Na één dag waren wij te Rotterdam. Ik belegde een vergadering, waaraan door vijf personen werd deelgenomen. Oscar verklaarde, dat zelfs indien de machinist mij niet had ontdekt, ik toch niet naar Estland zou komen. Want zooevc» was er een radio •bericht ontvangen» dat het schip terug moest naar Leningrad. Daar voel jij zeker weinig voor? besloot hij. Wat nu te doen? Ik dacht heusch minder dan vijf minuten na. Holland? Wat is dat? Regen en mist, het land staat op water of op zooiets. Nu ja. er is goede kaas en de 6traten worden er gcwasschen. Neen, dat is niets voor mij. Weet jullie wat, mannen, zoek voor mij hier oen stoomboot op, die naar Frankrijk gaat, naar Parijs, de „hoofdstad van de witte garde" (omdat er zoovele Russische emigranten, afkomstig uit <le witte legers, wonen.) Ik zal dan Rusland zien, het oude Rusland of althans iet6 dergelijks. Niemand protesteerde en ik verklaarde, als voor- citter, dat de vergadering was gesloten. Mijn vrienden keerden 's avonds laat en aange schoten terug. Rotterdam was hun goed bevallen. Een of andere boot, die nu naar Frankrijk zou vertrekken, hadden zij echter niet kunnen ont dekken. Ik moest dus voorloopig maar in Holland zien rond te komen. Twee uur lang was ik mij aan het wasschen, tot dat het kolenstof er een beetje af was. Eindelijk trok ik weer een behoorlijk pakje aan. De stokers gaven mij sigaretten en boterhammen. Ik vroeg om papier en schreef je bij een zwakke verlich ting dezen brief. De stokers hebben beloofd, jo he>m te zullen bezorgen. Nu neem ik afscheid van de Esten. Ik houd ér den moed in, het kon erger. En voorloopig het beste. Ik geef den brief af en ga na een verblijf van negen dagen in de kolen-gevagenis, oaar het dek. XVII. Beste vriend, Het is al een tijdje terug, dat wij elkaar voor het laatst hebben gezien. Jij bent gebleven, ik ben „vertrokken". Wij dhchten toen, dat wij elkaar spoedig zouden weerzien. Maar het lot heeft anders beslist en in plaats van in Estland, ben ik in een heel ander land terecht gekomen, dat ook een republiek is, maar een jonge en vurige republiek. Ik weet niet, of wij elkaar nog ooit zullen ont moeten. In deze laatste jaren heb ik meer dan ooit gevoeld, dat ik mij bevind in een stroom van gebeurtenissen, en dat men in moreel op zicht een even goede zwemmer moet zijn, als jij dat in physiek opzicht bent, om in dezen stroom althans eenigszins koers te kunnen houden. Thans heb ik een beetje tijd beschikbaar om je alles te beschrijven, wat mij is overkomen, sedert mijn vertrek uit Holland. Ik schrijf dezen brief zonder veel hoop, hem spoedig te zullen kunnen wegsturen. Ik denk, dat het een lange brief zal worden; ik zal alles noteeren en den brief bij gelegenheid wegsturen, maar zóó, dat hij zeker aankomt. Van verzending met de post kan heelc- maal geen sprake zijn. (Zacharow is ruim een jaar in Nederland geweest. Hij werkte bij eenige Overijselsche boeren op het land, en bleek een harde en ui'stekende werker te zijn. Zooals vele Russen, bleek hij veel aanleg te hebben voor talen, zoodat hij na eenige maan den niet alleen het Nederlandsch, maar ook het Overijselsche dialect heel behoorlijk kon verstaan en zelfs spreken. Het leven van een boerenknecht kon hem echter op den duur niet bevredigen en op een goeden dag was hij verdwenen. Alle na sporingen bleven vruchteloos, totdat hij zelf be richt stuurde uit Spanje.) Daar stond de ,,Ajax" (het was te Rotterdam), die heden naar Bordeaux zou vertrekken. Nu, op hoop van zegen! Ik kijk rond maar er is geen mensch. Om de twintig meter werpen de electrische lantaarns een vaal licht op de geweldige loodsen. Ik loop voorbij Deze week werd op het landgoed De Zwaluwenburgte Oldebroek een Landstormdag gehouden. Ter gelegenheid hiervan hadden 's middags boerendansen plaats. Snapshot van de Olsier-boerendans. 268 Korte inhoud Toor nieuwe lezers DU vervolgverhaal geeft de herinneringen van een jongen Rus, die eens begeesterd was door 't ideaal van Lenins heilstaat, maar voor wie, als voor sooveel anderen voor en na hem, de groote ontgoocheling kwam. De schrijver was op een inspectietocht en ontmoette zekere Ljosjka, secretaris van het rayon-comité. In een vroolijke bui erkenden zij elkander de groote teleurstellingen, die het Sowetbcwind had gebracht. Maar, zoo vertelt de schrijverdie openhartigheid was ons de volgende dag hoogst onaangenaam Wij hadden iets gedaan, dat in de U.S.S.R., waar de eene mensch een wolf b voor den andere, hoogst gevaarlijk is. Na een tijdlang te Batoem vertoefd te heb ben kwam de schrijver weer te Balta, waar hij op een fabriek bij zijn vader werkzaam was. Hij ergerde zich aan vele arbeiders, die zooal niet uilsluitend onbruikbaar goed, dan toch zeker voor vijftig procent uitschot afleverden. Met geestdrift werkte hij dan ook mee aan het oprichten van een stoot brigade. Ontnuchterd probeerde Dima eindelijk uit Rusland te komen. En 't gelukte hem zich in te schepen op een boot naar Rotterdam. In een brief aan zijn vriend vertelt de schrijver van zijn verblijf op dit schip. Op zekeren dag kwam de eerste machinist de machinekamer binnen. drie stoombooten, leder verlicht door slechts één lantaarn. Zij zien er uit als uitgestorven. Maar „mijn" boot is verlicht. Of beter gezegd, ali leen zijn voorsteven. Daar wordt nog iets geladen. De achtersteven is daarentegen geheel verzonken in de duisternis. Déér kom ik dichterbij. Aan de kanten bevinden er zich twee groote reddingsboo ten, die met zeildoek zijn overspannen. Ik kom voorzichtig dichterbij, 6tap op een paaltje voor het vastmaken van de meertouwen en klim van daar uit vlug over de leuning van het schip. Alleen het eerste oogenblik was ik een beotjo bang, en daarna was het heelemaal over. Ik strek mij uit, grijp den rand van het sloepcndek (het bovenste dek) beet, trek mij op en klim naar boven. Het sloepcndek. Het is hier ideëel schoon. Do commando-brug, do schoorsteen en twee red dings- booten aan de kanten. Op één daarvan lees ik het opschrift „Ajax. Rotterdam. 30 personen." Maar hoe kom ik daar nu binnen? Ik klim boven op de reddingsboot. Het zeildoek is ontzettend strak gespannen en losbinden gaat niet het zou te lang duren en ook direct opvallen. Daarom maak ik een snede van een meter en wring mij met moeite naar binnen. Ik steek een lucifer aan en bekijk mijn nieuwe „kajuit". Aan de randen liggen de riemen en do mast met opgevouwen zeil; onder de zitplaatsen eijn bakken met drinkwater en scheepsbeschuit. Een opschrift op de hakken vertelt, dat zij in 1931 zijn gecontroleerd. De inhoud is dus goed ver teerbaar. Ik kijk verder. Aha! Dat is wat ik noodig heb een kist met gereedschappen voor het vastnaaien van zeilen. Die Hollanders hebben toch aan alles gedacht. Binnen twee minuten heb ik de snede dichtgenaaid. Daarna spreid ik het zeil uit en tracht in te s'apen. Maar zooals altijd bij zulke gelegenheden, lukt dat niet. Daarom ga ik zitten en verzink in gepeins. Waarheen ga ik? Blijkbaar naar Frankrijk. Maar aan do Franschen denk ik niet. Ik denk aan Parijs als de „hoofdstad van de witte garde". Onwillekeurig komt de gedachte op, dat ik voor het eerst denk aan emigratie. Ik span mijn ge heugen in- wat weet ik dan van de mcnschen van het verleden, die in leven z.ijn gebleven en gevlucht zijn? Ik herinner mij bijzonder duidelijk drie gevallen, dat er in de bladen (in de U.S.S.R.), veel werd gesproken van de „witte garde". Aller eerst 1929, het conflict in Oostelijk China. „Aan de Chinecsclie grens, O moeder Wolga, Overstroomen benden „witten", Als vogels de oevers!" Zoo zong de conférencier in de eerste „music hall" van Lenigrad. In de bladen werden de „ban dieten" op een minder lyrische wijze uitgeschol den het was daar een dolle woede. Ik weet niet of de vrijwilligers, die zich bij het speciale leger aansloten, een wrok koesterden juist tegen de „witte bandieten" maar het aantal vrijwil ligers was in elk geval groot. Dat was 1929. Toen gingen zij zich verdedigen. Nu zouden zij gaan aanvallen (als zij maar een geweer hadden). Maar wie zouden zij aanvallen? De regeering weet het beter, daar zij geen ge weren verstrekt. Het tweede geval de ontvoering van generaal Koctépow (te Parijs, 20 Januari 1930; Koetépow was voorzitter van den „Algemeenen Legerbond*1 SCHAAKRUBRIEK Redacteur: W. J. H. CARON, Jacob Marisstraat 12, Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM no. 547 Van: J. V. Uleh la |§p gppjl gpH Wit begint en geeft in twee zetten mat. Wi (11): Kb2, Dh6, Tb6, Tc4, La3, Pb4, Pe3, pi. a2, b3, d2, d3. Zwart'(8): Ke5, Dg6, Th5, Lc8, Pg5, Pg7, pi. 10, gl, PROBLEEM no. 548 Van: Dr H. Rohr mm Wit begint en geeft in drie zetten mat. Wit (8): Kb3, Dg8, Lb6, Pf2, pi. d5, g6, h2, h5. Zwart (3): Kf4, pi. d6, d7. Men wordt verzocht de oplossingen binnen acht dagen in te zenden. OPLOSSING van probleem no. 545. Van: B. Postma. Wit (9): Kh2, Dd2, Td4, Lel, Le6, Pe3, Pg5, pi. c5, g4. Zwart (5): Ke5, Pc6, Pf6, pi. d5, e4. Mat in twee zetten. Sleutelzet: 1. Dd2b2. OPLOSSING van probleem no. 546 Van: J. J. Ruitenberg. Wit (6): Kc4, Df8, Pc5, pi. d6, f6, h2. Zwart (3): Ke5. pi. cb, f5. Mat in twee zetten. Sleutelzet; 1. Df8g8. Goede oplossingen ontvangen van: G. Holleman (543, 544) Rotterdam; H. C. J. Spier (543, 544) Den Haag; P. W. A. van Triet (543, 544, 545, 546) Gou- da; G. C. den Hollander (545. 546) Harderwijk: G. Holleman (545, 546) Rotterdam. In pobleem no .547 ontbrak helaas, zoowel in het onderschrift als op het diagram, de witte Damo op h6. Men vindt het probleem opnieuw in dezo rubriek. CORRESPONDENTIE: J. J. R. te W. De driezet heeft een te groven sleutelzet. P. W. A. v. T. Dat waren inderdaad slechts do voornaamste varianten. Bij de tweezettcn kan men met den sleutelzet volstaan. ITALIAANSCH Gespeeld te 's-Gravcnhage, Maart 1937. Bondencompetitie H.S.B—N.H.S.B Wit: Th. C. L. Kok 1. e2e4 2. Pgl—f3 3. Lflc4 4. c2c3 Do levendigste, scherpste er ketting: voorbereiding tot d4! 4Pg8— f6 5. d2d4 e5Xd4 6. c3Xd4 Lc5—b4f 7. Pblc3 Pf6X4 Dit is eigenlijk wel gedwongen, daar wit anders liet hecle centrum beheerscht. Wit heef nu een pion geofferd om aanval te verkrijgen. Zwart: K. Geus e7e5 Pl>8cü Lf8c5 kansrijkste voort* 23 voorzetsel. 24 valsch. 27 dienstvaardig. 28 meisjesnaam. 30 meisjesnaam. 34 schellen. 37 bloemen van een vruchtboom VERTICAAL: 1 langwerpig rond. 2 dwaas (Fr.) 3 muziekinstrument 4 dichtbij. 5 vreemd. 6 meisjesnaam. 7 huisdier. 10 melkvat. 12 ladder. 15 gebergte in Klein-Azië. 16 vroeger. 18 toiletbcnoodigdheid. 19 boom. 21 speelgoed. 22 bundel. 25 rivier in Duitschland. 26 kachel. 28 eerste vrouw. 29 uitroep. 30 meisjesnaam. 31 gerucht. 32 speelgoed. 33 deel van Achter-Indië. 35 ik. 36 plaats in Gelderland. OPLOSSING HORIZONTAAL: 1 republiek. 8 stormwind. 9 vervoermiddel. 11 gier 13 uitroep. 14 insect, 17 rivier in Z. Holland. 19 bewoner van Europ. land. 20 groente. van het Kruiswoordraadsel In het vorige Zon dagsblad Horizontaal: 1 hal; 3 dur; 5 alt; 8 laven; 10 res; 11 kol; 13 Mei; 15 Nijl; 17 con; 18 bal; 20 kok; 22 bezem; 23 leg; 25 dek; 26 hem; 27 nek; 29 bon; 31 kas; 33 eer; 36 racen; 37 re; 38 Lat.; 39 pek; 40 taf. Verticaal: 1 hel; 2 as; 3 das; 4 rek; 6 1.1.; 7 tol; 8 lei; 9 non; 10 ren; 12 lijk; 13 molen; 14 razen; 16 loven; 17 cel; 18 bed; 19 lek; 21 kom; 24 gek; 26 hor; 28 kar; 29 ben; 30 fel; 32 sap; 33 eek; 34 lef; 35 ia; 37 ra. 8 0-0 Lb4Xc3 Dit leidt tot de beroemde Möller-variant. De voort zetting van Dr Bernstein (en reeds in de 17do couw van Greco) luidt Pe4Xc3. 9 d4d5! Dit is veel beter dan 9. bXc wegens 9d7d5! 9Lc3—f6! Theoretisch de sterkste voortzetting. 10. Tfl—el Pc6e7 11. TelXe4 d7—d6 'Anders speelt wit d5—d6. 12. Lel—g5 Lf6Xg5 Gedwongen, daar anders door Lg5Xfö de Konings vleugel zeer verzwakt wordt. 13. Pf3Xg5 0—0 Volgens sommigen is 13. h6 beter. Bijv. 14. Lb5t (van Berger!) c6 15. dXc 00! Het komt mij echter voor dat wit na 13h6 14. De2! hXg 15. Tel beter staat. 14. Pg5Xh7 Kg8Xh7 15. Del—h5f Kh7g8 16. Te4h4 17—15 Er dreigde mat 17. Tal—el! Deze zet is door Euwe aangegeven en theoretisch* onderzocht in de N.R.C. van 1 Nov. 1937 (Av.) Euwe komt tot de slotsom, dat zwart in alle varianten verliest. Men zou werkelijk toch nog gaan gelooven aan den „dood van het schaakspel", wanneer partijen van begin tot eind precies verloopen, gelijk de theorie de zetten voorschrijft. Er blijft niets origineels over. Het is maar gelukkig, dat dergelijke partijen, hoe aardig ze overigens mogen zijn, tot de uitzonde ringen behooren. Intusschen is de onderhavige partij er een merk waardig voorbeeld van. 3 Is het gevraagde niet ln voorraad, dan leest U het antwoord ln het Zondagsblad. 1 Vul dus goed in van welk blad der V.C.P. II lezer Is. 5 Teveel gestuurde punten kunnen geboekt blij ven tot een volgende zending. 6 Van het puntenaantal dat U stuurt, wordt door de Ruilbeurs 5 afgetrokken. 7 Vraagt U van een album speciale nummers, dan betaalt U 2 dL per plaatje meer. 8 Oude Verkade plaatjes nemen we niet meer aan. Wil s.v.p. gratis ruil formulier zenden N aam Adres: Woonplaats: Datum: 17... 18. Dh5—h7t 19. Th4h6 Alles nog volgens de theorie! 19. Tf8g8 Kf7—f8 De 8d8 20. Lc4e2 21. Le2—h5 22. Th6— fOf Opgegeven. Er volgt gXf en 23. Df7 mat. De Ruilbeurs Boven-Hardinxveld Ten dienste van de lezers der Ver. Chr. Pers Sickeöz wapentjes worden veel gezonden, bijna nooit gevraagd. Is de Sickesz geschenken-lijst zoo onbekend? Er komen o.a. fijn glaswerk, Delftsch blauw aardewerk, enz. op voor. Niet alleen de wapentjes, maar ook dc Micky Mouse-figuurtjes en Bruintjo Beer hebben de waarde van 1 punt. Wie helpt aan een flinke partij: Van Rossums koffie- en theebons en A.P.C. plombeerbandjes? Nu volgen de voorwaarden: 1 De Ruilbeurs bepaalt de waarde der bons en plaatjes. 2 Tot 500 pt betaalt U 15 ct, tot 1000 pt, 20 ct (aan postzegels). Voorloopig mogen geen Bussink en Weegschaaltjes aangevraagd worden. De waarde der bons is als volgt: Bussink 8, Coe- lingh 8. D-E 6, v. Delft 10, Dobbelman 4, H-0 6, Droste 20. Hagzegels 8 Hille 8. Holl. Zw. Weee- sch. 3, Paul Kaiser 6, Klaverblad 5, Klokzeep 15, Kwatia'S, Lever's zeep 20, van Nelle 4, Patria deel 1 10. deel 2 15. Pette 10. Pietnes 3, Rademnker 3, Sickesz 3, Verkade oude albums 2, Boerderij 4, Waar wij wonen 6, Wascholine 2. Wie helpt aan: een groot aantal Tik-tak (laatste album) Niemeyer-bons (alleen van koffie en thee), Ark beschuitbons. Kwatta winkeliersstrooken, bons van de havermoutf&briek „De Noordster" St Anna Parochie, Phoenix glasbons. Verder nemen we aan: Pleines duifmerken,Sodex bons, Era, Everlasting, Hapé, Van der Sluys, Stark, Scholten, IJzendijk. Vergulde Hand, Kanis en Gunnink punten. Winkeliersbons van Sickesz, Holland Zwitsersche, en Dc Heer, Delta~ Van Patria deel I, nemen we niet meer dan 50 bons per maand aan. CORRESPONDENTIE: Mej. A. K. te Ridderkerk. De Everlasting fabriek' neemt alleen heele omslagen aan. 33 Vim gen. Mej. E. v. K. te Leiden. Wat voorradig was, is gezonden. Mej. J. S. M. te Rotterdam-N. 17% Vim 8^n- A. v. d. S. te Rotterdam. Wilt u punten of con tanten er voor te rag? Wat is de prijs dan? We zijn er niet om verlegen. Van Houten bons zijn in voorraad. Mej. J. P. B. te Bleiswijk. W.W.W, is reeds lang .van 10 op 6 punten gedaald. Totaal dus 82 Droste gezonden. A. B. te Lisse. Uw aanvraag was even te voren verzonden. M. B. te Vlaardingcn. Er worden 420 v. Nelle- bons gereserveerd. Mej. Tr. v. A. te Rotterdam. De nummers zijn genoteerd. Bij gelegenheid zendt u wel 15 pt. E is 6 pt., als u ze zenden wilt. S is 1 pL U bent n i -i t s schuldig. Wie zendt ons het Zondagsblad van 10 April? Postadres: De Ruilbeurs, Hardinxveld. 273

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12