Derde eeuwfeest Statenvertaling De Savornin Lohman plechtig herdacht te Groningen DINSDAG i JUNI 1937 TWEEDE BLAD PAG. 5 Bijbeltentoonstelling te Amsterdam NED. CHR. HOUTBEWERKERS Drie-jaarlijksch Congres te Amsterdam Openingsrede van den heer P. A. Westdijk Na de openingsrede werd overgegaan tot afhandeling van de huishoudelijke zaken. Uit de jaarverslapen bleek dat het ledental met 343 is gedaald. Het eerste kwartaal van 1937 gaf nog een verlies van vijf leden, zoo dat de teruggang vrijwel tot staan is ge komen. Bij 't zilveren jubileum hoopt men de 4000 leden (thans zijn er een dikke 3000) te hebben bereikt. Een krachtige actie daar toe zal worden gevoerd. Blijkens de balans is het kapitaal van den bond gestegen van f 27.414 in 1934 tot f 39.936 in 1936. Officieele Berichten ROFFELRIJMEN KIJK UIT Als de zomer in het land valt Met een schitterende zon, Die in enkle Meische dagen Dubble kracht en warmte won, Trekt de nuchtre waterlanden Naar z'n oude element En hij voelt zich in zijn bootje In z'n badpak pas patent. Waar maar water is te vinden Is de Nederlander wis, Om te zxoemmen of te baden Of te hengelen naar visch. In de zee en in de plassen, In de sloot en 't balkengat Viert hij vrij z'n watervreugde Als een echte waterrat. Maar het water heeft zfn maren: Wee hem, die niet zwemmen kan En z!n jonge watersporthist Niet behoorlijk remmen kan! Wie zich wil te water wagen En niet zwemmen kan, kijk uit: Leer vandaag-de-dag nog zwemmen, Want het water loert op buit. (Nadruk verboden) LEO LENl ,De vier Heemskinderen" Een Spotprent in de (r.k.) Volkskrant zeit Mussert en zijn drie vrienden op een oude knol, omhoogbeurend het vaandel ,,Wij zijn de eer e<n het geweten der na en met dit geestige onderschrift in euwe spelling: DE VIER uitHEEMSe KINBEREN. GOUD-EXPEDITIE NAAR NIEUW-GUINEA Zes schedels in ruil voor een aardappelmesje Avonturen op de Lorentzrivier Er is momenteel een goudexpeditie naar, Nieuw-Guinea onderweg. Deze beleeft aller lei interessante avonturen. Per vliegbrief, die 11 April j.L geschreven werd, wordt daarvan het een en ander verteld. De expeditie vertrok 18 Maart j.l. en be vindt zich aan boord van de Kampar". Aan boord bevinden zich ruim 250 Dajakkers met een 15-tal lange laadprauwen, speciaal voor vervoer door stroomversnellingen. In April arriveerde men op de Lorentzrivier. Bij het opvaren van deze rivier kreeg men overal contact met de bevolking. Voor leepi blikjes flesschen enz. werden in ruil aangeboden steenen bijlen, knotsen, dolken, z.g. van casuaris-pooten. die de dokter echter als van menschen onder been meende te herkennen. Het waren groote kerels met varkenstan den door den neus. De mannen waren totaal naakt, de vrouwen droegen alleen een smal- len gordel. De kerels schreeuwden en loeiden oei, oei, als apen. Zij waren rood beschilderd en gewapend met pijl en boog renden zij langs de oever mee. Tegenover deze min of meer dreigen de houding lieten wij aldus het schrij ven 50 m uit de wal achteruit draaien en bleven wij manoeuvreeren, afwachtend wat komen zou. Een enorm gehuil ontstond, allen gingen in de cano's zonder pijl en boog en de han del begon. Heele trossen met schedels. 6 stuks geregen aan een rotan, deels gegra veerd en bewerkt, werden in ruil aangc boden tegen een aardappelmesje. De dokter heeft de schedels gemeten en vond geen Europeesche er bij. De militairen hielden zich gereed, doch behoefden niet in te grijpen. Een rustige, onverstoorbare houdincr tegenover dit slag Papoea's schijnt hen voldoende in bedwang te houden. De mannen zijn echter afgrijselijk en zit ten vol schurft, builen, geslachtsziekten enz. Om den hoek van de rivier stootten we op een vloot van 14 prauwen met 12 man, allen wit beschilderd, gewapend met pijl en boog, kennelijk op het oorlogspad. Het schip imponeerde deze menschen zoo danig, dat ze hun wapen? in de prauwen neergooiden en ook poogden een ruilhan del te beginnen. We hebben thans ons kamp opgeslagen en denken in November naar Java terug te keeren. De toekomstplannen staan in nauw verband met de resultaten der opsporing en de gezondheidstoestand. Leider van de expe ditie is gep. kap. O.I. Leger Becking. FRAUDES BIJ DE ALKMAARSCHE B.V.L. In tegenwoordigheid van vele ge- noodigdtn is gistermiddag in het Museum Fodor aan de Keizersgracht bij de Vijzelstraat te Amsterdam een Bijbeltentoonstelling geopend ter herdenking van het derde eeuwfeest I der Statenvertaling. Deze tentoon stelling, ingericht door en uitgaande van het Nederlandsch Bijbelgenoot schap, blijft geopend tot 17 Juli e.k Onder de genoodigden zagen wij den Commissaris der Koningin in Noord-IIol- I land, Jhr. Mr. Dr. A. Róel'l, van 't Gemeente- j bestuur van Amsterdam den burgemeester, Dr W. de Vlugt, en de wethouders G. Baas j Kzn en F. vau Meurs; verder vertegenwoo»-- I digers van Hervormde, Gereformeerde en Luthcrsohe Kerken, w.o. de praeses van de laatst gehouden Synode der Geref. Kerken, :Ds. J. L. Schouten. Tenslotte vele hoofdbe stuursleden van het Ned. Bijbelgenootschap, o.w. Prof. Dr F. W. Grosheide. Eens in de drie jaren houdt de Bond van Ned. Chr. -Houtbewerkers, Meubel makers, Behangers en aanverwante vak- genooten, zijn congres en het ligt voor de hand, dat er dan tal van zaken aan de orde komen, welke voor het bonds- leven van groot gewicht zijn. In 1934 kwam de bond voor het laatst in alge- meene vergadering bijeen. Voor 1937 werd Amsterdam als plaats van bij eenkomst gekozen en zoo zag men dan heden in Krasnapolski tal van afge vaardigden bijeen ter bijwoning van 't congres, dat vandaag en morgen ge houden wordt. Om elf uur hedenmorgen werd de verga dering geopend door den heer P. A. W e s t- d ij k, voorzitter van den bond. die na Schriftlezing en gebed begon met allen een harlelijk welkom toe te roepen, in het bij zonder wel den heer Braekman, voorzitter van de Belgische zusterorganisatie en voor zitter van de Internationale van Chr. Hout Rede Prof. Scholten Namens het hoofdbestuur van genoemd genootschap heeft de voorzitter, Prof. Mr P. S c h o 11 e n, de tentoonstelling geopcm met een rede, waarin hij er op wees, dat de Statenvertaling een moment is ki de Nederlandsche cultuur, in de ge schiedenis van de Nederlandsche taal, in het godsdienstig leven van het I Nederlandsche volk. Dat moment wordt ons nader gebracht als wij de beeltenissen zien van de mannen, die zich jaren lang met ongebroken trouw aan dit werk hebben gegeven; als wij turen op het strenge gelaat van Johannes Bogerman, den praeses van de Synode van Dordrecht, tegelijk leider van het werk en zelf vertaler I van het Oude Testament; of zien naar de fijne trekken van Revius, dichter bij Gods genade, tegelijk een der revi- soren, en maar al die mannen, wier namen ons vreemd zijn geworden en jJ die toch door dezen arbeid wellicht •g meer beteekenis hebben gehad voor ilkei bet Nederlandsche volk dan velen, >tari wier vluchtige roem is blijven voort leven. I1PL ®och n,'€t a^0en de geschiedenis van pöv.et ontstaan der Statenvertaling is de ten ..toonstelling gewijd, ook aan de plaats tii» JVij later innam. Die is te bestudeeren in de •eeksen van uitgaven, in de prachtbanden an de 3 eeuwen sindsdien verloopen, die vindt. Die plaats is aan de andere „tijde te kennen, als men ziet, hoe telkere jn de geschiedenis vam het volk in gewich tige oogenblikken een concentratie rondom jijden Bijbel plaats vond, als bij zulke gebeui- ff"\*fni69en 0611 ■k'iz°tKler fraai uitgegeven 5 ^ijbe'l werd aangeboden aan hem of haar ivoor wien men dién dag onvergetelijk gbiWde maken. En dieper nog ziet men de !OtaB(eekenis als men hier kan zien hoe "[Bijbel kunstenaars, in de eerste plaats R (Rembrandt, tot hun werk inspireerde. Of Bis men voor een Bijbel staat, die voor een vvfman van beteekenis m het kerkelijk of vriwolksleven tot zijn voorwerp van studie, Sepgelijk tot steun en hulp in moeilijke oogen oplikken werd. Dan kan de bezoeker dezer intoonstellimg zich afvragen of de Bijbel zijn leven niet zulk een plaats kan j, Spr. dankte hun, die aan het tot stand geAomen der tentoonstelling hebben mede el «ewer kt, in de eerste plaats H. M. de Ko- 'Bingin, voorts de archieven van het Rijk, Synode der Ned. Herv. Kerk; bibliothe- len van universiteiten en®., en de nazaten i 12fan de vertalers. JeJ Moge, aldus eindigde Prof. Schol ten, de sinëfntoonstelling haar bezoekers brengen tot "e sclen Bijbel zelf, van wiens geheel eenige sujblaats in het leven van ons wik en in de ^geschiedenis der mensohheid het Ned. Bijbel ;.5oJenootschap doordrongen is. ddel £frj|ïen rondwandeling do h De tentoonstelling omvat 240 inzendingen, 7 i«aarvan in de eerste plaats de aandacht vaitekken de Bijbeluitgaven vóór 1637. Is de ,har$tatenvertaling een triomf van het begin- L30,]el der Reformatie voor Kerk en volksleven, les 4e grootere en kleinere Bijbels en Bijbel gedeelten vóór dien tijd spreken van het eenaPden ^er geloovigen, die voor Gods Woord Tlles, ook hun leven, over hadden. De ï^prake der martelaren. 1990. j)aar js de Liesveldtsche Bijbel, waarvan 56Je kantteekening bij Colossensen 1 den '18-ioedigen Antwerpechen uitgever in 1542 hoi den brandstapel bracht, nadat hij sedert 58 c®*® verbreiding van het Woord God? 9glad medegewerkt. Daar zijn de kleinere kg;:litgaven vp.-a dienzelfden Jacob van Lies- eldt en van Doen Pieterszoon, in „dien aghelenborch" aan de Warmoesstraat te imsterdam, als kostbare klei nood én door e verstrooide en vervolgde gemeente mee- evoerd tot in den kerker en in de balling chap. Daar zijn zoovele andere Bljbel- itgaven, waaronder zeldzame exemplaren, it denzelfden tijd. Het tweede gedeelte der tentoonstelling, literaard het belangrijkste deel, betreft de itafcenvertaling. Eerst de werken, van be ing voor het ontstaan hiervan, zooals het n Vtfriv'ksche Nieuwe Testament van Theodorue leza, vertalingen van Marnix van St ldegonde en van Petrus Dathenus. Verder Acta van de Dordtsohe Synode, vele teven van vertaling, correcties en ver- sre handschriften, betrekking hebbende de revisie der Heilige Schrift. Merkwaardig zijn de eigenhandige oorrec es van Bogerman, Revius, Rolandus e.a. liet minder de kist, waarin o.m. de laat- jte proeven van de Statenvertaling en fpdere bescheiden worden bewaard. Tol |an den Franschen tijd heeft deze kist een (laats gevonden in het beroemde Leidsch^ jadhuie, dicht bij de Academie, de werk llaats der vertalers. Sedert behoort de zware kist tot het archief van de Synode der Ned. Herv. Gemeente te 's-Gravenhage, waarvan eveneens afkomstig is het origineele, den Statien-Generaal aangeboden exemplaar van den vertaalden Bij bel, overtrokken met paars fluweel, en gedrukt te Leiden bij Paulus Aertsz van Ravensteijn. Naast deze eerste uitgave vele andere tot op on- Ben tijd toe. De door het Ned. Bijbelgenootschap in 1901 aan H. M. de Koningin bij haar huwelijk geschonken kast met verschillen- de Bijbeluitgaven, die thans op de ten toonstelling te bezichtigen is. Bij dit hoofdgedeelte der expositie be hooren de fraaie portretten der vertalers. Ten slotte interessante varia: o.a. de Watersnood bij bel van 1861, volksgescherk aan Koning Willem III; de huwelijksbijbel in 1901 H.M. de Koningin en Prins Hendr'k door Patrimonium en andere organisaties aangeboden; de bevestigingsbijbel van Prin ses Juliana; de Doleantiebijbel van de pro fessoren Kuyper en Rutgers; de kast met alle tijdens het huwelijk van H.M. de Kó miingin gangbare uitgaven; een gezangboek van Prins Willem van Oranje; een kerk boek van Bilderdijk; de kleine Bijbel waarin Dr. A. Kuyper met blauw potlood zijn Heraut-medidaties aanteekende en m*t lokt dateerde; een bijzonder klein formaat van 1825, geschikt om in den sjako te wor den geborgen, „uitgereikt op den dag va onzp uitlogt tegen de Belgen", enz. Deze geslaagde tentoonstelling is een schoon begin van de herdenking van het derde eeuwfeest der Statenvertaling Het Gedenkboek Tegelijk met de opening der tentoonst fi ling is verschenen een fraai geillustreer 1 gedenkboek, uitgegeven door de Erven F Bohn N.V. te Haarlem. In negen hoofdstuk ken wordt hier fen veelzijdig beeld gege ven van de Statenvertaling. Wij hebben onlangs den inhoud hiervan vermeld. Honderd jaar geleden werd hij daar geboren Herdenkingsrede van Jhr. Mr. de Geer Zijn werk spreekt thans nog tot ons In de Martinikerk te Groningen heeft gisteravond een plechtige bijeen komst plaats gehad, ter herdenking van het feit dat het 29 Mei j.l. 100 jaar ge leden was, dat Jhr. A. F. de Savor nin Lohman te Groningen werd geboren. Het ruime kerkgebouw was nagenoeg geheel met belangstellenden gevuld. Tot hen behoorden behalve fa milieleden van den staatsman, vele le den van het voor deze herdenking on der voorzitterschap van Jhr. Mr. D. J. de Geer gevormde eere-comité en tal van andere autoriteiten» in het bijzon der op onderwijsgebied. De bijeenkomst, welke werd opgeluisterd door zang van het Christelijk Mannenkoor ,,Laus Deo", werd na het lezen van Ps. 90 met gebed geopend door Prof. Dr. W. J. Aalders, waarna de voorzitter van het herdenkingscomité, Mr. E. J. Thomassen a Thuessink van der Hoop van Slochteren, een woord van welkom heeft gesproken en het doel en de beteekenis van de samen komst in het kort heeft uiteengezet De herdenkingsrede Jhr. Mr. D. J. de Geer heeft vervolgens een herdenkingsrede uitgesproken, waarin hij schetste, hoe het leven van de Savornin Lohman gebloeid heeft naar vele zijden en hoe het is samengeweven met de staatkun dige, kerkelijke en wetenschappe lijke geschiedenis ons vader land van de laat- drie-kwart eeuw. Spr. herinnerde aan, dat hij in ;n betrekkelijk korten tijd drie maal een rede heeft moeten hou TI - den ter herden- ,hr Ur de GceT king van een honderdsten geboortedag, n.l. van die van generaal Booth, van dr. Allard Pierson en thans van jhr. mr. de Savornin Lohman. Er is tusschen deze drie mannen natuurlijk een groot verschil, maar er zijn ook over eenkomsten. Van alle drie kan getuigd wor den, dat zij strijders zijn geweest en tevens, dat zij in hun strijd succes hebben gehad. Verder, dat zij hun werk begonnen zijn onder veel verguizing en veel smaad en desondanks van vele zijden sympathie en hoogachting hebben wetien te verwerven. Wie het leven van Jhr De Savornin Lohman nagaat, aldus spr., ziet. dat het is samengeweven met de staatkundige geschiedenis van de laatste drie kwart eeuw, door zijn rusteloos ijveren voor de opheffing van de schooltyraranie, die zoo «eer zijn hart doorwondde. Spr. herinnert aan den strijd, (üe Jhr Jhr V.- A. F. de Savornin Lohman De Savornim Lohman voor de pacifica tie heeft gevoerd. In de Kamer en door geschriften, aan zijn krachtige verdedi ging van de wet-Mackay, als president van de commissie van rapporteurs over dit wetsontwerp, als gevolg waarvan liberalen als Róell en Loeff meegingen. Spr. wees verder op 't werk van Lohman voor de vrije universiteit, hoe hij eigenlijk tegen zijn zin het hoofdredacteurschap van De Nederlander op zich nam en dit gedu rende 22 jaar vervulde tot zijn tachtigste jaar met 'n toewijding en op een wijze, als of geen ander werk daarnaast op zijn schou ders rustte. Het schijnt wel alsof onafhan kelijk van eigen voorliefde 'n andere macht hem juist naar dat werk trok dat hij het meest noodig achtte. Zoo heeft hij eens het ambt van vice-president van den Raad van State gemeend te moeten afwijzen, omdat hij van meening was, dat zijn taak als Ka merlid nog niet als afgedaan mocht worden beschouwd. Er is bijna geen onderwerp vari eenig belang te bedenken op oeconomisch en sociaal gebiel, van buitenlandsch beleid, van staatsrecht of van politiek karakter in de Kamer behandeld, waaraan Lohman zijn aandeel niet heeft gehad, of waarin hij zijn rol niet heeft vervuld. Spr. herinnerde aan de wetenschappelijke studie van De Savornin Lobman, aan zijn bekende Gezag en Vrijheid, zijn correcties op de Grondwet, zijn inaugureele redevoeringen en zijn wetenschappelijke artikelen. Niet on vermeld wilde spr. laten Lohmans strijd te gen den oorlog. Deze was hem als beslech ting van geschillen een gruwel, zooals zijn geschrift, „Gedachten over oorlog en vrede", aantoont. Spr. memoreerde hierbij wat Loman als arbiter van internationale geschil len in het Hof van Arbitrage heeft gedaan. Verder bracht spr. in herinnering den ar beid van De Savornin Lohman als curator van de Groningsche universiteit, welk* func tie hij met. liefde heeft aanvaard, omdat zijn hart altijd aan Groninwn gehecht bleef. Spr. besloot met 'n persoonlijke herinnering, hoe hij op den morgen van 11 Juni 1924. teen hij op het punt stond naar de algemee- ne vergadering van de Chr. Historische Unie te gaan, een brief van Lohman in zijn bus vond en op de algemeene vergadering aan gekomen van den heer Schokking vernam dat jhr. De Savornin Lohman was overleden. Spr. gelooft, dat het ons zal berouwen als wij niet met dankbaarheid en ontvankelijk gemoed kennis nemen van zijn leven en daden. Dr. C. Bouma, voorzitter van het Geref. Schoolverband te Den Haag. heeft de indruk wekkende bijeenkomst met dankgebed ge sloten, nadat het zangkoor Ecce quo modo van Handel ten gehoore had gebracht en gemeenschappelijk Gez. 3 1 gezongen was. bewerkersbonden, alsmede den heer Schön van de Zwitsersche zusterorganisatie. Hierna herinnerde spr. aan de viering van het vierde 'lustrum van de organisalie eri huldigde spr. den heer Baart, die op 1 Maart j.l. 20 jaar geleden als tweede ge salarieerd bestuurder ïu dienst der organi satie trad. Spr. gaf hierna een overzicht van de ge voerde acties in de laatste drie jaren. De bond heeft, zoo concludeerde spr. mogen zijn, onder Gods zegen, een schild voor de zwakken, maar ook heeft hij het recht ver dedigd en gehandhaafd voor hen, die ver drukt dreigden te worden. Wat de toekomst betreft, zeide spr., dat bezinning noodig is. nu langzaam het her stel baan breekt. Vooralsog is er echter voor al te groot optimisme geen plaats. Ook als de opleving doorzet, zal met een perma nent aantal werkloozen rekening moeten worden gehouden. Alles zal er op gericht moeten zijn dit aantal tot de kleinst moge lijke proporties terue te voeren. Of dit mo gelijk zal zijn door verkorting van de werk week tot 40 uur? Wij zijn van oordeel, al dus spr., dat hieraan niet te ontkomen zal zijn. al zijn wij daarbij overtuigd, dat dit geen vraagstuk van nationale, doeh van internationale regeling zal zijn en dat voor een zoodanige regeling dan ook vele bezwa ren zullen moeten worden overwonnen. Echter geen middel, dat althans eenige mogelijkheid hoeft, zal onbeproefd mogen worden gelaten en de Chr. vakbeweging zal naar onze stellige overtuiging krachtig daartoe medewerken. Wat pijnlijk aandoet is het steeds over schrijden van de Arbeidswet. Overwerkver- gunningen, die meermalen al te gemakke lijk worden verleend en de talrijke over tredingen zijn steeds een bittere gewaar wording. Plaatselijk en centraal zal alles moeten worden gedaan om hieraan paal en perk te stellen. Bovendien zullen ook in iplaatsen, waar het nog niet tot contracts afsluiting kwam. krachtige pogingen daar toe niet kunnei: uitblijven. De regeling en verdeeling van de arbeid t.a.v. de getals verhoudingen aangaande jongere en oudere werknemers zal in de komende jaren ern stig- onder oogen worden gezien. Het euvel dér zgn. jongensexploitatie is te ontwrich tend om daartegen niet met kracht stelling te nemen. Krachtig zal gestreefd moeten worden om te komen tot bedrijfsorganisatie Ook al zijn wij niet ere optimistisch over een spoedig slagen, we zullen onverzwakt hebben voort te gaan. Het is te hopen, dat de Chr. werkgevers in deze bedrijven zich rnet ernst zullen afvragen, wat hun hou- dine in deze zal moeten zijn. De tijd plaatst ons voor vele vragen. De Chr. vakorganisatie zal de banier hoog moeten houden. Op de Christen-arbeiders rust een zware en verantwoordelijke taak. Machtswellust of klasseoverheersching moe ten worden afgewezen. Onze roeping is het brengen naar Goddelijke ordinantiën, van recht en gerechtigheid op het terrein van den arbeid. Spr. besloot met een opwekkine tot get rouw-zijn in den arbeid en tot ver nieuwde strikt waartoe Christus Zelf ons roept, aan Wien de eindoverwinning is be schoren. Op het vliegveld Twenthe ivordt een luchtvaarttentoonstelling gehouden. In een antiek paardentrammet je arriveeren de bezoekers op het terrein. Het oude tram metje voor het r.odeme K.L.M.-toestel, De rechtbank te Alkmaar heeft vonnis gewezen in de zaak tegen P. J. O., secretaris van den bijzonden vrijwilligen landstorm te Alkmaar, verdacht van verduistering en yalschheid in geschrifte. De eisch was twee jaar. De rechtbank veroordeelde hem dien overeenkomstig. Zij aehtt» de gepleegde fei ten zeer ernstig en vond het een verzwaren de omstandigheid, dat verdachte een te hoogen levensstandaard gehad heeft en ook, dat hij zijn zoon gebruikte voor het teekenen van valsche kwitanties. H

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5