HftliCO! Kolonisatie-mogelijkheden in Argentinië MAANDAG 31 MEI 1937 XII Wanneer eenmaal de overtuiging veld wint èn dat het stichten van Nederlandsche kolonies noodzakelijk is, èn dat Argentinië daarvoor allereerst ln aanmerking komt, zal de financieele zijde van het vraagstuk wel bijzonder de aandacht trekken; het is zelfs waarschijnlijk, dat niet alleen hier ve lerlei moeilijkheden overwonnen zullen moe ten worden, maar dat de critiek zich juist op dit punt zal richen. Hetgeen te verwach ten en ook geheel te billijken is. Nu heb ik in mijn vorig artikel eenige gedachten naar voren gebracht en als de beste weg aange wezen: medewerking op royale wijze van de Nederlandsche regeering. Bij deze gedachte is in geen enkel opzicht uitgegaan van de leuze: Vadertje Staat moet het maar doen, want dat is gerieflijk en ge makkelijk. Neen. wij houden steeds in hel oog de groote belangen die hier voor de eventueele kolonisten en voor de goede naam van ons land op het spel staan; daar om zoeken we naar een weg, waarin en waardoor het vertrouwen in, en het slagen van dit plan ten volle gerechtvaardigd en zeker is. In een bespreking, die ik juist dezer da gen had met den heer J. Verkuyl, die mo menteel te Buenos Aires vertoeft en spoedig in Nederland hoopt te komen, werd mij dan ook verzekerd, dat een „rentelooze" hulp natuurlijk wel mooi zou zijn, maar dat dit moeilijk is te verwachten, endat dit ook volstrekt niet noodig is. Met volle over tuiging sprak deze praktische landbouwer het uit, dat een billijke rente kan worden betaald, zoodat dit bezwaar, indien het mocht worden ingebracht, geheel kan ver vallen. Daardoor wordt het nu ook mogelijk, dat het particulier kapitaal hierin kan me dewerken, hetgeen de perspectieven weer verruimt. Gaarne geef ik dede gedachte door, al blijft mijn argumentatie van kracht, dat hulp in de vorm van een renteloos voor schot deze grootsche onderneming te beter zal doen slagen. Komen we nu tot de bij uitstek praktische vraag hoe bij het stichten van een groote Nederlandsche kolonie moet worden gehan deld en door welke personen zulk een kolo nie moet worden gevormd, dan wijzen we allereerst op een weg, waarin een zeer groo te moeilijkheid terstond wordt overwonnen. Ik kan mij levendig voorstellen, dat er wordt gezegd: alles goed en wel, maar als er een vrij groote kolonie wordt gesticht en elk gezin krijgt een boerderij van 150 H.A. zal dit dan niet mis loopen, omdat de kolo nisten geheel vreemd staan ten opzichte van het land en de wijze van bewerking? Zullen die kolonisten niet verdwalen en zal alles niet in het honderd loopen? Aan dit bezwaar is natuurlijk gedacht en we meenen. dat juist hier in Argentinië dit bezwaar geheel kan worden bezworen. Geen oogenblik is er aan gedacht, om de kolonis ten daar te brengen en dan te zeggen: daar is Uw grond en huis en allerlei gereedschap enzie nu maar, dat ge het redt. Om het maar kort te maken en te zeggen: in dien er een kolonie wordt gesticht, zou de kern dier kolonie gevormd worden door onze pioniers, die reeds vele jaren als land bouwer in dit land arbeiden en die dus met alle omstandigheden geheel op de hoogte zijn. We hebben hier dispon l een 25 tal praktische boeren, waarvan sommigen reeds aan nieuwe kolonisten zulk een leiding en voorlichting hebben gegeven, dat alles van een leien dakje liep, zelfs bij een kolonist, die van „boeren" geen verstand had en nog niet heeft. Indien er b.v. een kolonie van 80 of 100 gezinnen zou worden gesticht, en de 25 pioniers werden eenigszius strategisch ge plaatst, dan zou elke ervaren landbouwer twee of drie buren krijgen, die hij voor zijn rekening neemt, wat betreft het geven van allerlei raad en voorlichting. In deze weg wordt inderdaad een groot bezwaar wegge nomen, terwijl het ook nog een ander groot voordeel meebrengt. Immers door het dage- lijksch contact en door die geregelde samen sprekingen, worden er sterke banden ge legd, wordt de saamhoorigheid daadwerke lijk gevoeld en beleefd, en wordt het ge meenschappelijk leven der kolonisten rijker, •nniger en vruchtbaarder. Bij het stichten van een Kolonie wordt dus aansluiting gezocht bij het reeds be staande, bij onze ervaren pioniers, waardoor de nieuwe kolonisten van stonde aan kun nen en zullen profiteeren van de kennis en ervaring hunner landgenooten, die hier reeds geheel zijn ingeburgerd. Ook hier veroorloof ik mij de vraag, of deze alleszins praktische en voordeeliee wij ze van handelen door emigratie-specialitei ten in andere landen is gevolgd. Zoo ja, dan aan hen een woord van dank en hulde! Zoo niet, dan een opwekking, om met meer be scheidenheid voor ons volk te treden met hun artikelen in de bladen en om niet lan ger te volharden in hun onwil en tegen werking inzake Argentinië en het door ons nagestreefde ideaal 1 Nu is het in dit verband mogelijk, dat iemand de opmerking maakt: dit is toch slechts mogelijk voor éénmaal, namelijk bij de stichting van de eerste kolonie, maar als er later weer eens een kolonie zou worden gesticht, zitten we voor deze groote moeilijk heid. Ik geloof juist het omgekeerde en ik zie bepaaldelijk voor de vérre toekomst in deze wijze van hande len veel licht. Ik ben wel optimistisch, maar, ik meen, met nuchter heid gepaard. Ik geloof niet, dat eventueel de tweede kolonie binnen enkele maanden na de eerste zal worden ge sticht. Men zal, en te recht!, na de eerste poging de kat uit de boom willen kijken en alleen als de eerste proef naar wensch zou slagen, kan en zal er een tweede proef wor den genomen. Welnu, in die tijd leeren de volwassen zoons eerste kolonisten land en werkwijze kennen dan zullen zij op hun beurt als raadgevers en leidsmannen kun nen optreden en zoo wordt dus ook in de toekomst steeds het zelfde systeem gevolgd: de nieuwe kolonisten ontvangen de noodige hulp en voorlichting. Ieder begrijpt, dat i deze weg weer ee: ander bezwaar wordt opgelost. De vraag rijst: zullen de kinderen der kolonisten ook weer zelfstandig in een eigen bedrijf kunnen worden? En 't antwoord is: ja, die zullen weer de kern vormen van nieuwe kolonies. Naar dit systeem blijft dan de drang, we zouden haast zeggen de nood zakelijkheid om met de kolonisatie te blij- doorgaan, ter meerdere ontlasting van ons overbevolkt vaderland. En waar dit dan I gebeuren in Argentinië, een jong land. dat naar aller overtuiging een schitterende toekomst tegemoet gaat, kan zulk een voort gaande kolonisatie met vreugde en energie orden bepleit. Nóg kan het. nóg is het niet te laat. Maar er mag niet langer gewacht orden: we mogen niet langer de gelegen heid hier laten passeeren. Want anders zullen andere naties ons voorgaan en zal an Nederland weer gezegd moeten worden: te lang gedraald en getalmd en daardoor de beste kansen verkeken, je verkeken voor altijd! Zoo komen we tenslotte tot de vraag, met elk materiaal een Nederlandsche Kolonie moet worden gevormd. In dit artikel wensch ik nog één punt te bespreken, eer ik meer in het bijzonder wijs op de noodige eigen schappen van eventueele kolonisten. Meer malen heb ik gelezen, dat een kolonie niet alleen geestelijk homogeen behoort te zijn, hetgeen we natuurlijk van harte toestem- maar dat het ook gewenscht is, dat de kolonisten uit eenzelfde streek of buurt komen. Hiermede ben ik het niet eens. Ieder kan vel begrijpen dat, indien alle kolonisten uit dezelfde provincie, en nader uit hetzelf de dorp komen, dit aan de kolonie een zekere eenzijdigheid zal geven. Ik voorzie, dat dit veelszins tot conservatisme zal lei den en dat dit ook in verband met huwe lijken en een gezond en krachtig opkomend geslacht, meer nadeel dan voordeel zal bren gen. Ook hier kan en mag de ervaring spre ken. In Tres Arroyos zijn de kolonisten af komstig uit Friesland, Groningen, Noord- Holland en Zeeland. En juist dit feit geeft aan onze kolonie aldaar velerlei bekoring. De meer nuchtere Friezen en Groningers, de gemoedelijke Zeeuwen en de praktische Hol landers vormen alzoo een schoon geheel; een hof met verschillende bloemen. Het ge- aar voor eenzijdigheid, ook in het geeste lijke leven, wordt voorkomen; men vult elkander kostelijk aan en ik kan de verze kering geven, dat de verhoudingen in orde zijn. Tegengestelde polen trekken elkaar immers aan en door die wederzijdsche aan trekking openbaart zich een lieflijk kerke- en maatschappelijk leven. En het is wat het wezen moet: niet een Friesche of Zeeuwsche, of Noord-Hollandsche, maar een echt Nederlandsche Kolonie! Alle provincialisme is uit den booze, met name in het buitenland en als alles goed gaat, strekt zulk een kolonie tot eere van ons heele vaderland. Men zij op dit punt niet bevreesd, nog benepen van hart Wat liberale journalis ten soms zeggen, kan voor kennisgeving orden aangenomen, maar we volgen hier onze eigen weg, staande op een ruim stand punt. En dit ruime standpunt is het meest praktische, vooral wanneer er sterkere banden zijn dan van provincie of dorp, na melijk banden des geloofs, waardoor alle kolonisten zich stellen onder de tucht en de zegen van Gods Woord. Waar die gees telijke eenheid ontbreekt Pinos is daar van het treurig bewijs daar loopt het uit op schande en schade, ook al waren de kolonisten in Nederland buren en bekenden. En daarom is die geestelijke eenheid wel allereerst noodzakelijk, zal een Nederland sche kolonisatie slagen. Buenos Aires. A, C. Sonneveldt. XI stond in ons blad van 15 Mei GEEN GOED ZOO GOED c/j^anaj ONDERGOED DOOR DE KONINKLIJKE LANDGOEDEREN Gelijk we reeds eerder hebben aangekon digd, loopt de route voor den Tweeden Rotterdammer-Marsch door de Koninklijke Landgoederen Raaphorst en Eikenhorst onder Wassenaar. Slechts bij hooge uitzondering wordt toe stemming gegeven voor het betreden van deze prachtige omgeving. Raaphorst en Eikenhorst bieden een rijke variatie van natuurschoon; nu eens loopt de beschaduw- veg. die dwars door de landgoederen ge traceerd is door open landschap, waar de komst van den mensch honderden hazen, konijnen en wilde eenden alarmeert, dan eer gaat het door dicht geboomte heen. De route voor den marsch is zoo gekozen, it men de mooiste plekjes te zien krijgt, o.m. de beroemde „seringenberg". die thans in vollen bloei staat. Een dezer dagen maakte de organisatie commissie een „verkenningsrit" en ieder was opgetogen over wat hij te zien kreeg. Zoo zal het ongetwijfeld met de honderden gaan, die de wandeling van 6V2 K.M. door de Koninklijke Landgoederen heeft gemaakt op 26 Juni. Wij geven hier al een fotografische in druk van wat men te zien krijgt. De Seringenberg Dwars door Raaphorst Boerderijbranden In de kapitale boerderij van den landbou wer P. Din ter te Geffen is Zondagmorgen omstreeks zeven uur brand ontstaan. De kin deren waren alleen thuis. Zij wisten tijdig het huis te verlaten. Van den inboedel kon niets gered worden. Ook eenige landbouwgereedschappen werden een prooi der vlammen. Wegens gebrek aan water kon de brand weer niets uitrichten. De schade wordt door verzekering gedekt. De oorzaak van den brand is onbekend. Zaterdagavond is door onbekende oor zaak brand ontstaan in een der stallen van de boerderij van den heer Timmerman te Merkelbeek. In het opgeslagen hooi en stroo vond het vuur gretig voedsel. Het breidde zich dan ook zeer snel uit. Eenige stallen, de schuur en een groot ge deelte van het nog nieuwe woonhuis werden een prooi der vlammen. De plaatselijke brandweer hield de gebouwen nat. Zij wist uitbreiding te voorkomen. Het vee kon wor den gered. De schade, welke enkele duizen den guldens bedraagt, wordt door verzeke ring gedekt. KINDJE OVERREDEN EN GEDOOD Zaterdagavond is te N ij 1 a n d bij Sneek het tweejarig dochtertje van de familie Posthumus bij het oversteken van den weg overreden door een vrachtauto van den heer de Boer. Het kind overleed eenige oogenblik- ken na het ongeluk. Het instructievaartuig „Prins Hendrik" van het Onderwijsfonds voor de Scheep vaart is Zaterdagavond bij het passeeren van de Berlagebrug te Amsterdam licht beschadigd. Het schip kwam van den kant van de Ceintuurbaanbrug en voer in de richting van den omval. De brugwachter had de brug, die elec- trisch wordt bediend reeds vrijwel geheel opgedraaid, toen het mechanisme terug schakelde en de klap in plaats van omhoog weer naar beneden ging. Een der masten van het schip, dat een geringe snelheid had. werd hierbij licht beschadigd, terwijl de stag afbrak. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. VERZET TEGEN CRISIS-AMBTENAREN Even buiten de gemeente O u d-B e ij e r- I a n d werd door twee ambtenaren van den Crisis-Opsporingsdienst een auto van sla ger B. waarmede vleesch enz. bij de klan ten werd bezorgd, staande gehouden. Bij ge houden controle bleek alles in orde te zijn doch de zoon van B., die als bestuurder van de auto dienst deed, bleek in zijn zakken voorwerpen te hebben, die op pakjes vet ge leken. De ambtenaren gelastten aan B. om aan hen te vertoonen, wat hij met zich voerde, hetgeen hij echter halsstarrig wei gerde. Hierna werd B. verzocht mede te gaan naar het gemeentehuis te Oud-Beijcr land, aan welk verzoek hij aanvankelijk voldeed. Met zijn auto reed hij terug in ge zelschap van een ambtenaar in de richting DINSDAG 1 JUNI HILVERSUM I 1875 M. KRO-Uitzendii 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuzi 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.15 De KIK Melodis'en 1.20 KRO-orkest. 2.00 Vr« wenuur. 3.00 KRO-orkest en gramofoo muziek. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 KRO-Melodisten. 7.15 De nationale reel seeringsdag, causerie. 8.00 Berichten AJ 8.15 Pontificaal Lof ter gelegenheid v den 80sten verjaardag van Z.H. Paus P. XI. 9.30 Hoe leer ik zwemmen, causer 9.40 Stedelijk orkest van Maastricht. 10 Berichten ANP. 10.4012.00 Bont pi 1 gramma. 1 HILVERSUM n 301 M. AVRO-Uitzendtq - 6.307.0 RVU. 11.00 Gramofoonmuzi j 9.00 Het Omroeporkest. 10.00 Morgenvi ding. 10.30 Het Omroeporkest. 11.00 Hu houdelijke wenken. 11.30 Jetty Cant* ensemble. 1.00 Het Omroeporkest. 3 Knipcursus. 4.00 Viool en piano. 4.30 K, derkoorzang. 5.00 Kinderhalfuur. 6.30 4 spanning in het verre Oosten, causer t 7.00 Zang en piano. 7.30 Descartes, eau rie. §.00 Berichten ANP. 8.30 Bonte Diq dagavondtrein. 9.30 Concert door Padvi ders-koor. 10.00 DinGdagayondtrein. 10 Interview. 11.00 Berichten ANP.- DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgelspj 1 12.35 Orkest. 1.35—2.20 Orkest. 4.20 A 1 tueele causerie. 4.40 Zigeuner-orkest. 5 j Kwintet. 5.35 Kwintet. 6.45 Violavo) dracht. 7.50 Natuurhistorische causer 8.10 Gevarieerd concert. 9.40 Cause- 1 over Amerika. 10.00 Pianovoordrac 10.25 De.\'.c acte van de opera „Götle dammerung". j RADIO PARIS 1648 M. 12.20 Symphonj 1 concert en zang. 5.50 Zang. 6.05 Piar 2 voordracht. 7.05 Pianovoordracht. U KEULEN 456 M. 12.20 Orkestconcert. lij Omroepkleinorkest. 5.40 Zang en piaa 7.00 Omroeporkest. 8.30 Populair concq BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 S* lonorkest. 5.20 Kleinorkest. 6.50 Salq orkest. 8.20 Bonte avond. v 484 M.: 12.50 Omroeporkest. 1.30 Sale 3: orkest. 7.35 Declamatie met muziek. 8Jn ..Monsieur Beaucaire", operette. y Mooi gebruind worden gelaat, hals en armen da' AMILDA-zonnebruincrême. Voorkomt tevet1 vervellen en de zoo pijnlijke zonnebrafli Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 li van de gemeente Plotseling begon hij haL. te rijden en zonder dat het door den bef- leidenden ambtenaar kon worden bei®' reed hij naar zijn woning, waar hij zifw van het vervoerde ontdeed. Tegen den anj# tenaar D. werd aldaar een dreigende hqT ding aangenomen. Door de politie van Oud-Beijerland, inmiddels gewaarschuwd was, werd B. ash gehouden en voor den burgemeester gelee Door hen is proces-verbaal opgemaakt tvb gens het belemmeren van een ambtsham Üng. JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADE door G. TH. ROTMAK 45. Op zichzelf is deze pret Voor vriend Jim wel aardig, Echter dorst zijn apenhart Naar een wraak, hem waardig. Broeiend op een duister plan Tuurt hij in de waterkan, En zijn apensnater Spiegelt zich in t water 46. Na een poosje klautert hy Grijnzend naar beneden, L Draagt de volle waterkan In zijn handen mede: L Achter buurman houdt hij stop, Licht diens jas een eindje op: L Zacht glanst onder 't jasje Buurmans bloote bastje (Wordt vervolgd). HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25°/. zwaarder dan de meeste andere. I /C^Böven de Poolcirkel* ""ÏSOOR RE6INA V.D.lHAUW- VCLTMAN (39 Niets verstoorde die nacht hun rust. Zoo vroeg mogelijk zetten ze de volgende dag hun reis voort Het weer was even mooi als de vorige dag. Soak had het geluk die dag eenige sneeuwhoenders te schieten, die een goede avondmaaltijd beloofden. In de mid dag passeerden ze een kleine nederzetting, waar ze zich even ophielden, om wat nieuws te vertellen of te hooren. Men gaf hun vleesch en warme thee en deze vriendelijkheid van vreemde menschen monterde hen wat op in hun eenzaamheid. Langs z n neus weg vroeg Soak of er de laatste tijd nog vreemde jagers gepasseerd waren, doch men had niemand g-2ien. Ieder had het druk gehad met de vischvangst en de jacht. De vorige winter had men er erg honger geleden en iiu had men afgesproken een groote voorraad visch en vleesch in 't ijs te bewaren, opdat dit niet weer gebeuren zou. Men toonde groote verwondering, dat twee zoo jonge menschen alleen op reis waien en de vrouwen, die er wel dik en vuil uitzagen, hadden medelijden met Nini, die zich al spoedig tucechen de andere kir' -en ophield, maar de man- urn keken met bewondering naar de beste sleden en krach tige honden, die Soak bezat en hun nieuwsgierigheid en ont rag groeide, toen ze zagen, dat hij twee buksen bezat. Soak gaf hun een paar van zijn sneeuwhoenders en zette aaarna de reis voort. Naa-ank 'was zeker niet deze kant langs gegaan, bedacht hij stil, of hij moest in de nacht gepasseerd zijn. Hij kon het niet helpen, dat zijn gedachten voortdurend bij dien wreeden hond waren en dat zijn oogen heel de dag de omtrek af speurden of ze iets van hem ontdekken konden. Ook de volgende dagen passeerden ze nederzettingen en opnieuw voelden ze hetzelfde onuitgesproken medelijden van de menschen, maar evenzeer de verbazing over hun bezit tingen, waardoor Soaks trotsch en besliste optreden toenam. Ook passeerden ze plekken, waar op de kaal gewaaide hellingen reeds klaproosjes en andere veldbloemen groeiden. Toen ze weer meer de kust naderden merkten ze, dat er reusachtige vogelkolonies op de rotsen te broeden zaten. De donkere rotspartijen, die soms brum en dieprood gloei den in de zon, waren hier en daar overspreid met de witte weelde van de blanke, broedende vogels. Dan ging Soak wel eens alleen gewapend met een houweel op weg om wat eieren te rapen van de vogels, die met woe dend gekrijsch en heftig vleugelgeklap hun eigendom ver dedigden. Ze passeerden hier een nederzetting, die totaal verlaten was. In de kuststreek hadden ze echter veel tegenslag. Te laat begreep Soak, dat hij te veel de kust genaderd was, Wc ar de grond rotsig en hard was en bijna geen sneeuw was bn'iven liggen. Moeizaam en langzaam trokken de honden bun vracht voort. Zoo langzaam, dat Soak en Nini, hen loo- pende gemakkelijk bij konden houden en daardoor de vracht «ets verlichtten. Het was een verdrietelijke dag. De sleden leden erg en ze schoten niet op. Bovendien werden ze doodvermoeid. Soak verweet zichzelf zijn domheid. Hij liep voor de honden uit cn zocht zoo zelf de beste sledegrond op. Later op de dag, t« en ze westelijker en meer landwaarts afbogen, was ook deze tegenslag tot hun onuitsprekelijke blijdschap weer over wonnen. Weldra bereikten ze een nederzetting, waar ze besloten te overnachten. Hier trof Soak enkele mannen, die zijn vader nog gekend hadden. Ze vertelden, dat zijn oom gezond en wel was. In het vroege voorjaar hadden ze hem enkele malen op de jacht ontmoet. De menschen hier woonden reeds in gebrekkige zomer- l.utten, die met robbenhuid waren afgedekt. Er werden hem heel wat vragen gesteld, doch Soak ver telde niets aangaande de oorzaak van de dood zijner ouders Met groote nieuwsgierigheid luisterden de mannen naar zijn verhalen over het groote schip van de wijze witte mannen en hij toonde hun vele dingen, die zij nog nooit gezien hadden. Zijn snel kooktoestel had ook aller aandacht en hoewel zij het gemak er van wel inzagen en de groote warmte, die het afstraalde wel waardeerden, toonden zij duidelijk hun vrees voor een dergelijk instrument. Zoo reisden Soak en Nini de volgende dag met groote voldoening weg. De mannen begeleidden hen een eind en voorspelden, dat zij na een groote dagreis zeker op Meljana zouden aankomen. Dit gebeurde dan ook en ze waren blij het doel van de reis bereikt te hebben, want het weer werd er niet beter op. Het bericht echter van de dood van hun ouders wierp een sombere schaduw over hun onverwachte komt. En de ver bazing en het verdriet van Alkosiak, hun oom, deed bij de beide kinderen al het doorstane leed opnieuw weer bov«( komen. Nana, zijn vrouw, putte zich uit in vriendelijkheit Zij warmde zoo vlug zij kon een lekkere vette soep. waar) groote stukken robbenvleesch dreven. Nini sloot al spoedL vriendschap met haar nichtje Kiwila, die bijna even oud wl, als zij zelf. Doch Pawula, een jongen van Soaks leeftijL hield zich op een afstand. Hij raakte in de war bij 't zien v? al'es wat Soak bezat en wist niet recht of hij hem behandel? moest als één van gelijke rang als hij zelf of als één dl meerder en ouder was. f De kleine kinderen toonden zich allen blij en uitgelat? over het onverwachte bezoek. Ook Alkosiak bewoonde reeds een zomerhut, waarvan hf5 dak met robbenhuiden was afgedekt. Dit huidendak wef door dikke slakken, die aan de zijden der hut hingen, straf gespannen. Wanneer er al eens een koude nacht was, kroor men maar dicht opeen onder de pelzen en zij sliepen er qea minuut minder om. >1 Onder het eten bemerkte Soak wel. dat zijn oom diep z/1 tz denken en hij begreep, dat hij zeker nog navraag zou doefl naar de plotselinge dood van zijn ouders. Hij voelde zef goed, dat hij een broer van zijn vader maar niet wat op mouw kon spelden, zooals hij de anderen onder weg gedaaf' had en besloot dan ook hem alleen de waarheid te zegge#' Toen ze verzadigd waren en het bloed weer warm door huP lichaam stroomde, noodigde Alkosiak Soak uit met he#1 naar buiten te gaan. „Gij hebt een verre reis gemaakt en ge zult wel veel nieu*#l te vertellen hebben", zeide hij. fc, (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8