HftliCO!
Kolonisatie-mogelijkheden
in Argentinië
MAANDAG 31 MEI 1937
XII
Wanneer eenmaal de overtuiging veld
wint èn dat het stichten van Nederlandsche
kolonies noodzakelijk is, èn dat Argentinië
daarvoor allereerst ln aanmerking komt,
zal de financieele zijde van het vraagstuk
wel bijzonder de aandacht trekken; het is
zelfs waarschijnlijk, dat niet alleen hier ve
lerlei moeilijkheden overwonnen zullen moe
ten worden, maar dat de critiek zich juist
op dit punt zal richen. Hetgeen te verwach
ten en ook geheel te billijken is. Nu heb ik
in mijn vorig artikel eenige gedachten naar
voren gebracht en als de beste weg aange
wezen: medewerking op royale wijze van de
Nederlandsche regeering.
Bij deze gedachte is in geen enkel opzicht
uitgegaan van de leuze: Vadertje Staat moet
het maar doen, want dat is gerieflijk en ge
makkelijk. Neen. wij houden steeds in hel
oog de groote belangen die hier voor de
eventueele kolonisten en voor de goede
naam van ons land op het spel staan; daar
om zoeken we naar een weg, waarin en
waardoor het vertrouwen in, en het slagen
van dit plan ten volle gerechtvaardigd en
zeker is.
In een bespreking, die ik juist dezer da
gen had met den heer J. Verkuyl, die mo
menteel te Buenos Aires vertoeft en spoedig
in Nederland hoopt te komen, werd mij dan
ook verzekerd, dat een „rentelooze" hulp
natuurlijk wel mooi zou zijn, maar dat dit
moeilijk is te verwachten, endat dit
ook volstrekt niet noodig is. Met volle over
tuiging sprak deze praktische landbouwer
het uit, dat een billijke rente kan worden
betaald, zoodat dit bezwaar, indien het
mocht worden ingebracht, geheel kan ver
vallen. Daardoor wordt het nu ook mogelijk,
dat het particulier kapitaal hierin kan me
dewerken, hetgeen de perspectieven weer
verruimt. Gaarne geef ik dede gedachte
door, al blijft mijn argumentatie van kracht,
dat hulp in de vorm van een renteloos voor
schot deze grootsche onderneming te beter
zal doen slagen.
Komen we nu tot de bij uitstek praktische
vraag hoe bij het stichten van een groote
Nederlandsche kolonie moet worden gehan
deld en door welke personen zulk een kolo
nie moet worden gevormd, dan wijzen we
allereerst op een weg, waarin een zeer groo
te moeilijkheid terstond wordt overwonnen.
Ik kan mij levendig voorstellen, dat er
wordt gezegd: alles goed en wel, maar als
er een vrij groote kolonie wordt gesticht en
elk gezin krijgt een boerderij van 150 H.A.
zal dit dan niet mis loopen, omdat de kolo
nisten geheel vreemd staan ten opzichte van
het land en de wijze van bewerking?
Zullen die kolonisten niet verdwalen en
zal alles niet in het honderd loopen?
Aan dit bezwaar is natuurlijk gedacht en
we meenen. dat juist hier in Argentinië dit
bezwaar geheel kan worden bezworen. Geen
oogenblik is er aan gedacht, om de kolonis
ten daar te brengen en dan te zeggen: daar
is Uw grond en huis en allerlei gereedschap
enzie nu maar, dat ge het redt. Om
het maar kort te maken en te zeggen: in
dien er een kolonie wordt gesticht, zou de
kern dier kolonie gevormd worden door
onze pioniers, die reeds vele jaren als land
bouwer in dit land arbeiden en die dus met
alle omstandigheden geheel op de hoogte
zijn. We hebben hier dispon l een 25 tal
praktische boeren, waarvan sommigen reeds
aan nieuwe kolonisten zulk een leiding en
voorlichting hebben gegeven, dat alles van
een leien dakje liep, zelfs bij een kolonist,
die van „boeren" geen verstand had en nog
niet heeft.
Indien er b.v. een kolonie van 80 of 100
gezinnen zou worden gesticht, en de 25
pioniers werden eenigszius strategisch ge
plaatst, dan zou elke ervaren landbouwer
twee of drie buren krijgen, die hij voor zijn
rekening neemt, wat betreft het geven van
allerlei raad en voorlichting. In deze weg
wordt inderdaad een groot bezwaar wegge
nomen, terwijl het ook nog een ander groot
voordeel meebrengt. Immers door het dage-
lijksch contact en door die geregelde samen
sprekingen, worden er sterke banden ge
legd, wordt de saamhoorigheid daadwerke
lijk gevoeld en beleefd, en wordt het ge
meenschappelijk leven der kolonisten rijker,
•nniger en vruchtbaarder.
Bij het stichten van een Kolonie wordt
dus aansluiting gezocht bij het reeds be
staande, bij onze ervaren pioniers, waardoor
de nieuwe kolonisten van stonde aan kun
nen en zullen profiteeren van de kennis en
ervaring hunner landgenooten, die hier
reeds geheel zijn ingeburgerd.
Ook hier veroorloof ik mij de vraag, of
deze alleszins praktische en voordeeliee wij
ze van handelen door emigratie-specialitei
ten in andere landen is gevolgd. Zoo ja, dan
aan hen een woord van dank en hulde! Zoo
niet, dan een opwekking, om met meer be
scheidenheid voor ons volk te treden met
hun artikelen in de bladen en om niet lan
ger te volharden in hun onwil en tegen
werking inzake Argentinië en het door ons
nagestreefde ideaal 1
Nu is het in dit verband mogelijk, dat
iemand de opmerking maakt: dit is toch
slechts mogelijk voor éénmaal, namelijk bij
de stichting van de eerste kolonie, maar als
er later weer eens een kolonie zou worden
gesticht, zitten we voor deze groote moeilijk
heid. Ik geloof juist het omgekeerde en ik
zie bepaaldelijk voor
de vérre toekomst in
deze wijze van hande
len veel licht. Ik ben
wel optimistisch, maar,
ik meen, met nuchter
heid gepaard. Ik geloof
niet, dat eventueel de
tweede kolonie binnen
enkele maanden na de
eerste zal worden ge
sticht. Men zal, en te
recht!, na de eerste
poging de kat uit de
boom willen kijken en
alleen als de eerste
proef naar wensch zou
slagen, kan en zal er
een tweede proef wor
den genomen. Welnu,
in die tijd leeren de
volwassen zoons
eerste kolonisten land
en werkwijze kennen
dan zullen zij op hun
beurt als raadgevers
en leidsmannen kun
nen optreden en zoo
wordt dus ook in de
toekomst steeds het
zelfde systeem gevolgd:
de nieuwe kolonisten
ontvangen de noodige
hulp en voorlichting.
Ieder begrijpt, dat i
deze weg weer ee:
ander bezwaar wordt
opgelost. De vraag rijst:
zullen de kinderen der
kolonisten ook weer
zelfstandig in een eigen
bedrijf kunnen worden? En 't antwoord is:
ja, die zullen weer de kern vormen van
nieuwe kolonies. Naar dit systeem blijft dan
de drang, we zouden haast zeggen de nood
zakelijkheid om met de kolonisatie te blij-
doorgaan, ter meerdere ontlasting van
ons overbevolkt vaderland. En waar dit dan
I gebeuren in Argentinië, een jong land.
dat naar aller overtuiging een schitterende
toekomst tegemoet gaat, kan zulk een voort
gaande kolonisatie met vreugde en energie
orden bepleit. Nóg kan het. nóg is het niet
te laat. Maar er mag niet langer gewacht
orden: we mogen niet langer de gelegen
heid hier laten passeeren. Want anders
zullen andere naties ons voorgaan en zal
an Nederland weer gezegd moeten worden:
te lang gedraald en getalmd en daardoor
de beste kansen verkeken, je verkeken voor
altijd!
Zoo komen we tenslotte tot de vraag, met
elk materiaal een Nederlandsche Kolonie
moet worden gevormd. In dit artikel wensch
ik nog één punt te bespreken, eer ik meer
in het bijzonder wijs op de noodige eigen
schappen van eventueele kolonisten. Meer
malen heb ik gelezen, dat een kolonie niet
alleen geestelijk homogeen behoort te zijn,
hetgeen we natuurlijk van harte toestem-
maar dat het ook gewenscht is, dat
de kolonisten uit eenzelfde streek of buurt
komen.
Hiermede ben ik het niet eens. Ieder kan
vel begrijpen dat, indien alle kolonisten
uit dezelfde provincie, en nader uit hetzelf
de dorp komen, dit aan de kolonie een
zekere eenzijdigheid zal geven. Ik voorzie,
dat dit veelszins tot conservatisme zal lei
den en dat dit ook in verband met huwe
lijken en een gezond en krachtig opkomend
geslacht, meer nadeel dan voordeel zal bren
gen. Ook hier kan en mag de ervaring spre
ken. In Tres Arroyos zijn de kolonisten af
komstig uit Friesland, Groningen, Noord-
Holland en Zeeland. En juist dit feit geeft
aan onze kolonie aldaar velerlei bekoring.
De meer nuchtere Friezen en Groningers, de
gemoedelijke Zeeuwen en de praktische Hol
landers vormen alzoo een schoon geheel;
een hof met verschillende bloemen. Het ge-
aar voor eenzijdigheid, ook in het geeste
lijke leven, wordt voorkomen; men vult
elkander kostelijk aan en ik kan de verze
kering geven, dat de verhoudingen in orde
zijn. Tegengestelde polen trekken elkaar
immers aan en door die wederzijdsche aan
trekking openbaart zich een lieflijk kerke-
en maatschappelijk leven. En het is
wat het wezen moet: niet een Friesche
of Zeeuwsche, of Noord-Hollandsche, maar
een echt Nederlandsche Kolonie! Alle
provincialisme is uit den booze, met name
in het buitenland en als alles goed gaat,
strekt zulk een kolonie tot eere van ons
heele vaderland.
Men zij op dit punt niet bevreesd, nog
benepen van hart Wat liberale journalis
ten soms zeggen, kan voor kennisgeving
orden aangenomen, maar we volgen hier
onze eigen weg, staande op een ruim stand
punt. En dit ruime standpunt is het meest
praktische, vooral wanneer er sterkere
banden zijn dan van provincie of dorp, na
melijk banden des geloofs, waardoor alle
kolonisten zich stellen onder de tucht en
de zegen van Gods Woord. Waar die gees
telijke eenheid ontbreekt Pinos is daar
van het treurig bewijs daar loopt het uit
op schande en schade, ook al waren de
kolonisten in Nederland buren en bekenden.
En daarom is die geestelijke eenheid wel
allereerst noodzakelijk, zal een Nederland
sche kolonisatie slagen.
Buenos Aires.
A, C. Sonneveldt.
XI stond in ons blad van 15 Mei
GEEN GOED
ZOO GOED
c/j^anaj
ONDERGOED
DOOR DE KONINKLIJKE
LANDGOEDEREN
Gelijk we reeds eerder hebben aangekon
digd, loopt de route voor den Tweeden
Rotterdammer-Marsch door de Koninklijke
Landgoederen Raaphorst en Eikenhorst
onder Wassenaar.
Slechts bij hooge uitzondering wordt toe
stemming gegeven voor het betreden van
deze prachtige omgeving. Raaphorst en
Eikenhorst bieden een rijke variatie van
natuurschoon; nu eens loopt de beschaduw-
veg. die dwars door de landgoederen ge
traceerd is door open landschap, waar de
komst van den mensch honderden hazen,
konijnen en wilde eenden alarmeert, dan
eer gaat het door dicht geboomte heen.
De route voor den marsch is zoo gekozen,
it men de mooiste plekjes te zien krijgt,
o.m. de beroemde „seringenberg". die thans
in vollen bloei staat.
Een dezer dagen maakte de organisatie
commissie een „verkenningsrit" en ieder
was opgetogen over wat hij te zien kreeg.
Zoo zal het ongetwijfeld met de honderden
gaan, die de wandeling van 6V2 K.M. door
de Koninklijke Landgoederen heeft gemaakt
op 26 Juni.
Wij geven hier al een fotografische in
druk van wat men te zien krijgt.
De Seringenberg
Dwars door Raaphorst
Boerderijbranden
In de kapitale boerderij van den landbou
wer P. Din ter te Geffen is Zondagmorgen
omstreeks zeven uur brand ontstaan. De kin
deren waren alleen thuis. Zij wisten tijdig
het huis te verlaten.
Van den inboedel kon niets gered worden.
Ook eenige landbouwgereedschappen werden
een prooi der vlammen.
Wegens gebrek aan water kon de brand
weer niets uitrichten. De schade wordt door
verzekering gedekt. De oorzaak van den
brand is onbekend.
Zaterdagavond is door onbekende oor
zaak brand ontstaan in een der stallen van
de boerderij van den heer Timmerman te
Merkelbeek. In het opgeslagen hooi en
stroo vond het vuur gretig voedsel. Het
breidde zich dan ook zeer snel uit.
Eenige stallen, de schuur en een groot ge
deelte van het nog nieuwe woonhuis werden
een prooi der vlammen. De plaatselijke
brandweer hield de gebouwen nat. Zij wist
uitbreiding te voorkomen. Het vee kon wor
den gered. De schade, welke enkele duizen
den guldens bedraagt, wordt door verzeke
ring gedekt.
KINDJE OVERREDEN EN GEDOOD
Zaterdagavond is te N ij 1 a n d bij Sneek
het tweejarig dochtertje van de familie
Posthumus bij het oversteken van den weg
overreden door een vrachtauto van den heer
de Boer. Het kind overleed eenige oogenblik-
ken na het ongeluk.
Het instructievaartuig „Prins Hendrik"
van het Onderwijsfonds voor de Scheep
vaart is Zaterdagavond bij het passeeren
van de Berlagebrug te Amsterdam
licht beschadigd.
Het schip kwam van den kant van de
Ceintuurbaanbrug en voer in de richting
van den omval.
De brugwachter had de brug, die elec-
trisch wordt bediend reeds vrijwel geheel
opgedraaid, toen het mechanisme terug
schakelde en de klap in plaats van omhoog
weer naar beneden ging. Een der masten
van het schip, dat een geringe snelheid
had. werd hierbij licht beschadigd, terwijl
de stag afbrak. Persoonlijke ongelukken
kwamen niet voor.
VERZET TEGEN CRISIS-AMBTENAREN
Even buiten de gemeente O u d-B e ij e r-
I a n d werd door twee ambtenaren van den
Crisis-Opsporingsdienst een auto van sla
ger B. waarmede vleesch enz. bij de klan
ten werd bezorgd, staande gehouden. Bij ge
houden controle bleek alles in orde te zijn
doch de zoon van B., die als bestuurder van
de auto dienst deed, bleek in zijn zakken
voorwerpen te hebben, die op pakjes vet ge
leken. De ambtenaren gelastten aan B. om
aan hen te vertoonen, wat hij met zich
voerde, hetgeen hij echter halsstarrig wei
gerde. Hierna werd B. verzocht mede te
gaan naar het gemeentehuis te Oud-Beijcr
land, aan welk verzoek hij aanvankelijk
voldeed. Met zijn auto reed hij terug in ge
zelschap van een ambtenaar in de richting
DINSDAG 1 JUNI
HILVERSUM I 1875 M. KRO-Uitzendii
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuzi
11.30 Godsdienstig halfuur. 12.15 De KIK
Melodis'en 1.20 KRO-orkest. 2.00 Vr«
wenuur. 3.00 KRO-orkest en gramofoo
muziek. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00
KRO-Melodisten. 7.15 De nationale reel
seeringsdag, causerie. 8.00 Berichten AJ
8.15 Pontificaal Lof ter gelegenheid v
den 80sten verjaardag van Z.H. Paus P.
XI. 9.30 Hoe leer ik zwemmen, causer
9.40 Stedelijk orkest van Maastricht. 10
Berichten ANP. 10.4012.00 Bont pi 1
gramma. 1
HILVERSUM n 301 M. AVRO-Uitzendtq -
6.307.0 RVU. 11.00 Gramofoonmuzi j
9.00 Het Omroeporkest. 10.00 Morgenvi
ding. 10.30 Het Omroeporkest. 11.00 Hu
houdelijke wenken. 11.30 Jetty Cant*
ensemble. 1.00 Het Omroeporkest. 3
Knipcursus. 4.00 Viool en piano. 4.30 K,
derkoorzang. 5.00 Kinderhalfuur. 6.30 4
spanning in het verre Oosten, causer t
7.00 Zang en piano. 7.30 Descartes, eau
rie. §.00 Berichten ANP. 8.30 Bonte Diq
dagavondtrein. 9.30 Concert door Padvi
ders-koor. 10.00 DinGdagayondtrein. 10
Interview. 11.00 Berichten ANP.-
DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgelspj 1
12.35 Orkest. 1.35—2.20 Orkest. 4.20 A 1
tueele causerie. 4.40 Zigeuner-orkest. 5 j
Kwintet. 5.35 Kwintet. 6.45 Violavo)
dracht. 7.50 Natuurhistorische causer
8.10 Gevarieerd concert. 9.40 Cause- 1
over Amerika. 10.00 Pianovoordrac
10.25 De.\'.c acte van de opera „Götle
dammerung". j
RADIO PARIS 1648 M. 12.20 Symphonj 1
concert en zang. 5.50 Zang. 6.05 Piar 2
voordracht. 7.05 Pianovoordracht. U
KEULEN 456 M. 12.20 Orkestconcert. lij
Omroepkleinorkest. 5.40 Zang en piaa
7.00 Omroeporkest. 8.30 Populair concq
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 S*
lonorkest. 5.20 Kleinorkest. 6.50 Salq
orkest. 8.20 Bonte avond. v
484 M.: 12.50 Omroeporkest. 1.30 Sale 3:
orkest. 7.35 Declamatie met muziek. 8Jn
..Monsieur Beaucaire", operette. y
Mooi gebruind
worden gelaat, hals en armen da'
AMILDA-zonnebruincrême. Voorkomt tevet1
vervellen en de zoo pijnlijke zonnebrafli
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 li
van de gemeente Plotseling begon hij haL.
te rijden en zonder dat het door den bef-
leidenden ambtenaar kon worden bei®'
reed hij naar zijn woning, waar hij zifw
van het vervoerde ontdeed. Tegen den anj#
tenaar D. werd aldaar een dreigende hqT
ding aangenomen.
Door de politie van Oud-Beijerland,
inmiddels gewaarschuwd was, werd B. ash
gehouden en voor den burgemeester gelee
Door hen is proces-verbaal opgemaakt tvb
gens het belemmeren van een ambtsham
Üng.
JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADE
door G. TH. ROTMAK
45. Op zichzelf is deze pret
Voor vriend Jim wel aardig,
Echter dorst zijn apenhart
Naar een wraak, hem waardig.
Broeiend op een duister plan
Tuurt hij in de waterkan,
En zijn apensnater
Spiegelt zich in t water
46. Na een poosje klautert hy
Grijnzend naar beneden, L
Draagt de volle waterkan
In zijn handen mede: L
Achter buurman houdt hij stop,
Licht diens jas een eindje op: L
Zacht glanst onder 't jasje
Buurmans bloote bastje
(Wordt vervolgd).
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25°/. zwaarder dan de meeste andere.
I
/C^Böven de Poolcirkel*
""ÏSOOR RE6INA V.D.lHAUW- VCLTMAN
(39
Niets verstoorde die nacht hun rust. Zoo vroeg mogelijk
zetten ze de volgende dag hun reis voort Het weer was even
mooi als de vorige dag.
Soak had het geluk die dag eenige sneeuwhoenders te
schieten, die een goede avondmaaltijd beloofden. In de mid
dag passeerden ze een kleine nederzetting, waar ze zich even
ophielden, om wat nieuws te vertellen of te hooren. Men gaf
hun vleesch en warme thee en deze vriendelijkheid van
vreemde menschen monterde hen wat op in hun eenzaamheid.
Langs z n neus weg vroeg Soak of er de laatste tijd nog
vreemde jagers gepasseerd waren, doch men had niemand
g-2ien. Ieder had het druk gehad met de vischvangst en de
jacht. De vorige winter had men er erg honger geleden en
iiu had men afgesproken een groote voorraad visch en
vleesch in 't ijs te bewaren, opdat dit niet weer gebeuren zou.
Men toonde groote verwondering, dat twee zoo jonge
menschen alleen op reis waien en de vrouwen, die er wel
dik en vuil uitzagen, hadden medelijden met Nini, die zich al
spoedig tucechen de andere kir' -en ophield, maar de man-
urn keken met bewondering naar de beste sleden en krach
tige honden, die Soak bezat en hun nieuwsgierigheid en ont
rag groeide, toen ze zagen, dat hij twee buksen bezat.
Soak gaf hun een paar van zijn sneeuwhoenders en zette
aaarna de reis voort.
Naa-ank 'was zeker niet deze kant langs gegaan, bedacht
hij stil, of hij moest in de nacht gepasseerd zijn. Hij kon het
niet helpen, dat zijn gedachten voortdurend bij dien wreeden
hond waren en dat zijn oogen heel de dag de omtrek af
speurden of ze iets van hem ontdekken konden.
Ook de volgende dagen passeerden ze nederzettingen en
opnieuw voelden ze hetzelfde onuitgesproken medelijden van
de menschen, maar evenzeer de verbazing over hun bezit
tingen, waardoor Soaks trotsch en besliste optreden toenam.
Ook passeerden ze plekken, waar op de kaal gewaaide
hellingen reeds klaproosjes en andere veldbloemen groeiden.
Toen ze weer meer de kust naderden merkten ze, dat er
reusachtige vogelkolonies op de rotsen te broeden zaten.
De donkere rotspartijen, die soms brum en dieprood gloei
den in de zon, waren hier en daar overspreid met de witte
weelde van de blanke, broedende vogels.
Dan ging Soak wel eens alleen gewapend met een houweel
op weg om wat eieren te rapen van de vogels, die met woe
dend gekrijsch en heftig vleugelgeklap hun eigendom ver
dedigden.
Ze passeerden hier een nederzetting, die totaal verlaten
was. In de kuststreek hadden ze echter veel tegenslag.
Te laat begreep Soak, dat hij te veel de kust genaderd was,
Wc ar de grond rotsig en hard was en bijna geen sneeuw was
bn'iven liggen. Moeizaam en langzaam trokken de honden
bun vracht voort. Zoo langzaam, dat Soak en Nini, hen loo-
pende gemakkelijk bij konden houden en daardoor de vracht
«ets verlichtten.
Het was een verdrietelijke dag. De sleden leden erg en ze
schoten niet op. Bovendien werden ze doodvermoeid. Soak
verweet zichzelf zijn domheid. Hij liep voor de honden uit
cn zocht zoo zelf de beste sledegrond op. Later op de dag,
t« en ze westelijker en meer landwaarts afbogen, was ook
deze tegenslag tot hun onuitsprekelijke blijdschap weer over
wonnen.
Weldra bereikten ze een nederzetting, waar ze besloten te
overnachten. Hier trof Soak enkele mannen, die zijn vader
nog gekend hadden. Ze vertelden, dat zijn oom gezond en
wel was. In het vroege voorjaar hadden ze hem enkele malen
op de jacht ontmoet.
De menschen hier woonden reeds in gebrekkige zomer-
l.utten, die met robbenhuid waren afgedekt.
Er werden hem heel wat vragen gesteld, doch Soak ver
telde niets aangaande de oorzaak van de dood zijner ouders
Met groote nieuwsgierigheid luisterden de mannen naar zijn
verhalen over het groote schip van de wijze witte mannen
en hij toonde hun vele dingen, die zij nog nooit gezien hadden.
Zijn snel kooktoestel had ook aller aandacht en hoewel zij
het gemak er van wel inzagen en de groote warmte, die het
afstraalde wel waardeerden, toonden zij duidelijk hun vrees
voor een dergelijk instrument.
Zoo reisden Soak en Nini de volgende dag met groote
voldoening weg. De mannen begeleidden hen een eind en
voorspelden, dat zij na een groote dagreis zeker op Meljana
zouden aankomen.
Dit gebeurde dan ook en ze waren blij het doel van de
reis bereikt te hebben, want het weer werd er niet beter op.
Het bericht echter van de dood van hun ouders wierp een
sombere schaduw over hun onverwachte komt. En de ver
bazing en het verdriet van Alkosiak, hun oom, deed bij de
beide kinderen al het doorstane leed opnieuw weer bov«(
komen. Nana, zijn vrouw, putte zich uit in vriendelijkheit
Zij warmde zoo vlug zij kon een lekkere vette soep. waar)
groote stukken robbenvleesch dreven. Nini sloot al spoedL
vriendschap met haar nichtje Kiwila, die bijna even oud wl,
als zij zelf. Doch Pawula, een jongen van Soaks leeftijL
hield zich op een afstand. Hij raakte in de war bij 't zien v?
al'es wat Soak bezat en wist niet recht of hij hem behandel?
moest als één van gelijke rang als hij zelf of als één dl
meerder en ouder was. f
De kleine kinderen toonden zich allen blij en uitgelat?
over het onverwachte bezoek.
Ook Alkosiak bewoonde reeds een zomerhut, waarvan hf5
dak met robbenhuiden was afgedekt. Dit huidendak wef
door dikke slakken, die aan de zijden der hut hingen, straf
gespannen. Wanneer er al eens een koude nacht was, kroor
men maar dicht opeen onder de pelzen en zij sliepen er qea
minuut minder om. >1
Onder het eten bemerkte Soak wel. dat zijn oom diep z/1
tz denken en hij begreep, dat hij zeker nog navraag zou doefl
naar de plotselinge dood van zijn ouders. Hij voelde zef
goed, dat hij een broer van zijn vader maar niet wat op
mouw kon spelden, zooals hij de anderen onder weg gedaaf'
had en besloot dan ook hem alleen de waarheid te zegge#'
Toen ze verzadigd waren en het bloed weer warm door huP
lichaam stroomde, noodigde Alkosiak Soak uit met he#1
naar buiten te gaan.
„Gij hebt een verre reis gemaakt en ge zult wel veel nieu*#l
te vertellen hebben", zeide hij. fc,
(Wordt vervolgd)