Het Prinselijk paar naar Engeland
MAANDAG 10 MÉI 1937
DERDE BLAD PAG. 9
Goede overtocht met de
„Gelderland"
Veel belangstelling
te Hoek van Holland
Enthousiasme bij de aankomst
Gisterochtend, enkele minuten voor
half tien, zijn H.K.H. Prinses Juliana
en Z.K.II. Prins Bernhard ter bijwoning
van de Engelsche kroningsfeesten van
Hoek van Holland aan boord van
Hr. Ms. oorlogsbodem „Gelderland"
naar Harwich vertrokken.
Prinses Juliana en Prins Bernhard, die
in een hofauto om half negen van het Huis
ten Bosch in Den Haag waren vertrok
ken, arriveerden kort na negen uur in
Hoek van Holland. Prins Bernhard
was gekleed in het uniform van luitenant
ter zee der eerste klasse. Prinses Juliana
droeg een grijs complet.
Bij de loopplank begroette de comman
dant de Vorstelijke gasten, die zich onmid
dellijk na aankomst aan boord begav
hartelijk toegejuicht door de op de kade
.verzamelde menigte.
Vriendelijk wuivend naar de belangstel
lenden op den wal, bleef het Prinselijk
Paar gedurende den tijd, dat de oorlogs
bodem met behulp van een sleepboot werd
gedraaid, op de brug.
Langzaam stoomde de „Gelderland" om
even over half tien de monding van de
Nieuwe Maas uit, Engeland tegemoet.
Buitengaats wachtte de torpedoboot Z. V
'die de „Gelderland" op de reis naar Har
wich zou escorteeren.
De aankomst te Harwich
kien meldt ons uit London:
Onder zeer groote belangstelling zijn
gisteravond H.K.H. Prinses Juliana en
Z.K.H. Prins Bernhard te Harwich
aangekomen voor hun eerste officieele
bezoek na hun huwelijk aan Engeland,
waar het Prinselijk Paar gedurende de
kroningsfeesten als gasten van de Brit-
sche koninklijke familie op Buckingham
Palace te Londen zal verblijven.
Precies op den vastgestelden tijd naderde
'de „Gelderland" de reede van Harwich. Een
grauwe nevel hing over de rivier, waaruit
de .^Gelderland" opdoemde. In top
voerde de kruiser den standaard van de
Prinses, terwijl bij het naderen van den
wal met de vlag in de achtermast het sa
luut werd gebracht en de geus aan de
.voorpiek werd geheschen.
De kruiser gemeerd
Te kwart over zeven is de kruiser ge
meerd. De rood-wit-blauwe kleuren wappe
ren thans van den spiegel. Een loopplank
wordt uitgelegd, vanwaar een roode looper
door een der loodsen naar het perron leidt.
Ondanks het ongunstige weer is een zeer
groot aantal bewoners van Harwich en om
geving naar hier gekomen om de aankomst
,van het Prinselijk Paar te zien, en vele
binnenkomende reizigers, die de douane
zijn gepasseerd, maken van het oponthoud
gebruik om het schouwspel eveneens gade
te slaan.
In snel tempo brengen kwieke matrozen
een groot aantal koffers aan land. Dan
weerklinkt het trompetsignaal „alle hens
aan dek". De jongens spoeden zich naar
hun vaste posten, vormen een front langs
het dek, het sloependek en de bak en klau
teren in het want en in het kraaiennest.
Het is inmiddels ruim half acht geworden.
Een der officieren inspecteert de manschap
pen. Dan klinkt het trompetsignaal: „geeft
Werk'lijk kwaliteit
waar deer en
Ban: Conserven
BLO 31 "beg eer en
acht". Terwijl de trommels wederom ge
roerd worden, verschijnen de Prinses en de
Prins aan dek. De pijpers zetten het „Wil
helmus" in, de Prinses neemt afscheid van
den commandant en de "verige officieren
en terwijl zij, gevolgd door Prins Bernhard.
de loopplank afdaalt, wordt langzaam de
Prinselijke standaard van de achtermast
gestreken. Nauwelijks staat de Prinses op
de kade, of de commandant, die boven op
de statietrap is teruggetreden, roept luidt:
„Leve de Koningin", een kreet, die door de
matrozen en door de Hollanders onder het
wachtende publiek luide wordt herhaald.
En als deze kreet is verklonken, dreunt
.'er het water het eerste van een salvo van
34 saluutschoten, waarmee de „Gelderland"
afscheid neemt van zijn hooge passagiers.
Zwaar rollen de schoten over de reede. On
beweeglijk staat de Prinses, die nu gekleed
is in een lichtblauw mantelpak en een
roode hoed draagt. Het gezicht heeft
naar den kruiser gewend. Blootshoofds
staat aan haar zijde Prins Bernhard, in
donker colbert met donkere overjas. En als
dan de schoten verstorven zijn, klinkt op.
nieuw gejuich en begeeft de Prinses zich
over den looper naar het perron, waar het
salonrijtuig, dat voor de hooge bezoekers is
bestemd., achter den Pullmanwagen
de boottrein naar Londen is gekoppeld.
Zeer hartelijke ontvangst
te Londen
Op den normalen tijd, om vijf minuten
voor acht, vertrok de trein uit Harwich.
Gedurende de reis gebruikte het gezelschap
in het salonrijtuig den maaltijd en precies
te half tien stoomde de trein Liverpool-
street-station binnen, waar een groote me
nigte op het perron stond te wachten op
de aankomst van de Nederlandsche Kroon-
prinses en haar gemaal.
Onder de aanwezigen bevonden zich het
geheele personeel van de Nederlandsche
legatie en talrijke leden van de Nederland
sche kolonie, waarvan velen voor de eerste
maal Prins Bernhard aanschouwden.
Ter verwelkoming van de Prinses waren
namens de Britsche Koninklijke familie op
het perron aanwezig Lady Catherine Sey
mour, Sir Harry Verney en generaal Payn-
ter. Tevens was Prins Arthur van Con-
naught ter begroeting gekomen.
Reeds bij het binnenrijden van den trein
toen de wachtenden Prinses Juliana voor
een der ramen zagen verschijnen,
klonk luid gejuich, dat nog toenam, toen
de Prinses, gevolgd door Prins Bernhard,
het perron betrad.
In het Nederlandsch klinkt de kreet:
„Leve de Prinses, leve Prins Bernhard",
doch ook het Engelsche publiek laat
zich niet onbetuigd en herhaaldelijk
hoort men: „Hurrah for Princess
Juliana"*
Het is een ontroerend moment als,
terwijl het Prinselijk Paar omstuwd
door een menschenmenigte, op het per
ron staat, de wachtende Nederlanders
het „Wilhelmus" inzetten, dat door vele
stemmen wordt meegezongen, terwijl
het Engelsche publiek, bemerkende dat
het 't Nederlandsche volkslied is, eer
biedig het hoofd ontbloot.
Te ruim half tien stapte het Prinselijk
Paar met de leden van het gevolg in de
wachtende hofauto's waarmede naar
Buckingham Palace werd vertrokken.
Burgemeester Jansen te Hengelo
bij zijn vertrek gehuldigd
Groot defiló voor het stadhnis
Nadat door den gemeenteraad reeds Vrij
dagavond in het keurig versierde gemeente
huis, waarbij zijn echtgenoote en kinderen,
alsmede een groot aantal burgemeesters uit
omliggende gemeenten aanwezig waren, af
scheid was genomen van burgemeester Jan
sen te Hengelo bij zijn vertrek naar
Haarlem, had Zaterdagmiddag een de-
lifé plaats voor den zeed beminden en sym
pathieken burgervader.
Aan dit défilé werd deelgenomen door de
vijf plaatselijke muziekvereenigingen en
mondaccordeonvereenigingen en verder alle
vereenigingen, zoowel op sport- als cultureel
gebied, die hierbij met hun vaandels en ba
nieren medevoerden. Deze stoet trok langs
het gemeentehuis, waar de burgemeesters
familie en verdere genoodigden en autori
teiten zioh hadden opgesteld. Voor het
plein werd tot 6lot een vaandel- en vlaggen-
groet gebraaht, waarbij het Wilhelmus en
het Twentsche volkslied werd gespeeld. Met
een driewerf hoera ging de groote stoet,
waarin duizenden meeliepen, uiteen.
Tusschen Utrecht en 's Hertogenbosch wordt over de Maas te Hedel met spoed
gewerkt aan de verkeersbrug, welke eerlang een belangrijke verbetering zal be-
teekenen voor het doorgaand verkeer
Kabinetsvorming
Meening van dr Colijn
In een vraaggesprek met de „Prov. Noord-
Brabantsche en "s-Hertogenbossche Courant"
zei dr Colijn o.m. het volgende over de vor
ming van een Kabinet;
Eén van de fouten was naar mijn mee
ning. dat menig ministerie al bij zijn
optreden zijn vrijheid van oordeelen en
handelen had prijs gegeven. De formateur
was soms heelemaal geen formateur in
de zin waarin men dat behoort te ver
staan. Hij werd vaak gezien als de man
dataris van bepaalde politieke groepen.
In zijn beste vorm. d.i indien hij zelf
zijn program ontwierp en op dit ontwerp-
program de instemming vroee van be
paalde fracties in de Kamer liep hij
gevaar om zetbaas van partijen te wor
den. Er werd dan vaak onderhandeld
over de inhoud van het zoogenaamde re-
geeringsprogram. Ik herinner mij nog
levendig, dat ik in 1922 in Bazel een ver
gadering heb bijgewoond van met vacan-
tie zijnde Kamerleden ter bespreking van
het werkprogram van het tweede kabinet-
Ruijs, met als gevolg een uitvoerige cor-
respondentie met den formateur. Gezond
is dat niet.
Ik heb dan ook in 1925 met deze me
thode van langdurig onderhandelen ge
broken: men zal misschien zeggen, dat ae
Vaticaankwestie geen aanleiding zou heb
ben gegeven tot de val van het kabinet,
indien men wèl over elk puntje langdu
riger onderhandeld had. Die opvatting
lijkt mij echter onjuist. De val van het
toenmalige kabinet zou alleen voorkomen
zijn, indien men bij de vorming in het ge
heel niet met partijen in de Kamer over
dit punt gesproken had. Dan zou de af
stemming van een gezantschapspoet geen
aanleiding hebben gegeven tot een kabi
netskwestie. zelf niet tot een portefeuille
kwestie voor één enkelen minister.
Die ervaring van 1925 heb ik voor
oogen gehouden bij de vorming van het
kabinet van 1933 en bij de reconstructie
er van jn 1935. Indien men met deze erva
ringen zijn voordeel doet, er voor zorg
draagt dat de leden van het kabinet het
onderling eens zijn over een werkprogram
er. de onderhandelingen met Kamer
fracties achterwege blijven, dan kan ons
parlementaire stelsel weer kerngezond
worden, en behoeft geen vrees te worden
gekoesterd, dat de tegenstanders in
Nederland voet aan de grond krijgen.
Natuurlijk zal een kabinet zijnerzijds
dan ook niet te spoedig met de porte
feuilles moeten rammelen. Ook de Sta ten-
Generaal hebben hun taak als represen
tant van het volk te vervullen.
KUNST
Nederlandsche Klokken-
en Orgelraad
Overzicht over 1936
Ter gelegenheid van de afsluiting vai
20ste levensjaar van den Nederl. Klokken-
en Orgelraad geeft de secretaris Mr. A. Bou-
ian een overzicht van de werkzaamheden
an dat instituut
Hierin wordt om. medegedeeld, dat het
algemeene deel van het orgelbestek opnieuw
werd bewerkt en uitgebreid, o.m. met voor
schriften over de pijpconstructie en klavier
afmetingen en dat tevens werd besloten voor
taan voor elk nieuw te bouwen register in
het bestek de individueele maten (men
suren) en intonatie voor te schrij ven, diejuist
voor deze bepaalde stem in een bepaalde dis
positie in een bepaalde ruimte noodzakelijk
zijn, wil deze de gewenschte uitwerking heb
ben. In het afgeloopen jaar hebben de pijp-
makers hierbij hun volle medewerking be
toond. Ten aanzien van de samenstelling der
instrumenten volgde de N.K.O. reeds deze
gedragslijn.
Ter bevordering van de homogeniteit en ter
instructie van de leden werden geregeld ex
cursies gehouden naar orgels, die hetzij uit
cultuurhistorische, hetzij uit aesthetische of
andere overwegingen van belang waren.
Van groot belang is het contact, dat in het
begin van 1936 werd gelegd tusschen het
Rijksbureau voor de Monumentenzorg en den
N.K.O. Naar aanleiding van de havening van
Izoovele monumentale orgels in de laatste de
cenniën hebben er besprekingen plaats ge
had, die ojn. tot de volgende resultaten heb
ben geleid: De N.K.O. geft aan Monumenten
zorg adviezen over staat, bescherming en
eventueele restauratie van alle orgels ouder
dan 1850. die waarschijnlijk zullen worden
gerestaureerd. Monumentenzorg geeft deze
adviezen door aan de resp. kerkbesturen, ter
wijl aan den N.K.O. praeadvies zal worden
gevraagd over restauratieplannen, die door
event, adviseurs zijn of zullen worden opge
maakt. De N.K.O. verschaft aan Monumenten
zorg desverlangd ter publicatie in zijn monu
mentenbeschrijvingen gegevens over de or
gels in Nederland waarvan de kast of het
binnenwerk ouder is dan 1850.
In 26 gevallen werd in 1936 met den N.K.0
in verbinding getreden in verband met or
gelrestauratie of -bouw en werden dien aan
gaande adviezen gegeven. Soms werd een
uitgebreid rapport uitgebracht, zooals over
den staat en de beteekenis van het orgel der
Groote Kerk te Breda.
Het verslag maakte met bijzondere voldoe
ning melding van de restauraties te Baarn
(Herv. Kerk) Huizum (Herv. kapel Pniël),
Kampen (Doop6gez. Kerk) en Utrecht (Wes-
terkerk).
Door den N.K.O. werd In 10 gevallen in
klokkenzaken geadviseerd.
Fa. H. J. Phaff Winschoten
DE TWEEDE
ROTTERDAMMER-MARSCH
Hier zijn weer de eerste mededeelin-
gen omtrent onzen Rotterdammer-
Marsch:
Allereerst moet een foutje hersteld.
Individueele loopers die per giro
hun inschrijfgeld willen voldoen, moeten
storten op No. 232133 ten name van
Penningmeester Chr. Gymnastiekver-
eeniging „Excelsior" te Delft. Dat moet
er bij, anders komt het stortingsbiljet
terug.
Daar denkt men dus wel aan.
Men kan zich ook opgeven aan onze
bureaux.
Daar zijn verkrijgbaar biljetten, waar
op alle inlichtingen voor individueele
loopers staan afgedrukt. Inschrijfbiljetten
zijn daar verkrijgbaar en door voldoening
van 60, resp. 40 en 35 ct. voor militairen
jeugdigen is men deelnemer.
Het programma voor den tweeden
marsch zal in den loop van de volgende
week aan de vereenigingen die het aan
vragen gratis worden toegezonden,
Sommige vereenigingen hebben daar
niet op gewacht maar direct ingeschre
ven. Eere wie eere toekomt: de Chr.
gymnastiekvereniging „D. O. S." te
Naaldwijk was de eerste met een groep
van 30 tippelaars.
Die willen in training gaan voor de
Vierdaagsche en prefereerden direct
achter het hoofdpeloton te loopen.
Het deed ons genoegen dat tot de
eerste aanvragers ook behoorden clubs
uit de provincie Utrecht. Dank zij de
regeling, die met de Ned. Spoorwegen
getroffen werd, kan men uit alle hoeken
van het land voordeelig naar Delft
reizen, ook al komt men alléén.
Wat de deelname der militairen
betreft kan worden medegedeeld, dat
Z.Exc. de Minister van Defensie toe
stemming heeft gegeven voor deelname
aan den Marsch.
De route voor den Marsch is thans
definitief vastgesteld; deze loopt over een
afstand van 6 K.M. door het
schoonste deel van de landgoederen van
H.M. de Koningin.
Voor heden volstaan wij ten slotte
met een vriendelijk v e r z o e k om bij de
inschrijving mede te deelen, of men voor
de eerste of voor de tweede maal mee
loopt. Dit vergemakkelijkt de admini
stratie.
DINSDAG 11 MEI
HILVERSUM I 1875 M. KRO-üitzcnding,
8.00—9.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur. 12.15 De
KRO-Melodisten. 2.00 Vrouwenuur. 4.15
KRO-orkest. 5.45 Felicitatiebezoek. 6.00
KRO-orkest. 7.15 „De religie der primi
tieven in Ned. Indië", causerie. 8.00 Be
richten ANP. 8.15 Sted. orkest Maastricht,
9.50 De KRO-Melodisten. 10.30 Berichten
ANP.
HILVERSUM II 301 M. AVRO-Uitzending,
6,256.55 RVU. 8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding. 11.00 Huishoudelijke
wenken. 1.00 Het Omroeporkest. 2.15 Het
Omroeporkest. 3.00 Knipcursus. 4.00
Pianovoordracht. 4.30 Kinderkoorzang,
5.00 Voor de kinderen. 5.30 Het Omroep
orkest. 6.25 Causerie „Gedachten-com
plexen uit dezen tijd". 7.00 Voor de kin
deren. 7.05 Kinderkoor „Zanglust". 7.30
Engelsche les. 8.00 Berichten ANP. 8.30
Bonte Dinsdagavondtrein. 10.15 Actuali-
teitsflitsen. 11.00 Berichten ANP.
DROITWICH 1500 M. 10.15 „Arranging pic
nics", causerie. 11.50 BBC-Midland-orkest,
12.35—1.20 Staforkest v. h. Leger des
Heils. 2.50 Sextet. 3.20 Actueele causerie.
5.40 BBC-orkest. 6.30 Komische voor
dracht. 6.50 Vroolijke voordracht. 7.00
Interview. 9.10 Causerie over de Kroning
van wijlen George V. 9.25 Kwartet.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 J. Ibos-
orkest. 5.05 Pianovoordracht. 5.50 Zang,
6.05 Pianovoordracht. 7.35 Pianovoor
dracht.
KEULEN 456 M. 12.35 Omroeporkest. 3 20
Omroep-Amuse:nentsorkest. 6.00 Gramo
foonmuziek. 10.25 Orkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Klein-
orkest. 4.20 Salonorkest. 5.50 Zang. 6.30
7.20 Uitzending t.g.v. den Moederdag.
484 M.: 11.50 Salonorkest. 12.30 Kléin-
orkest. 5.50 Gramofoonmuziek. 6.35 Zang.
7.20 Omroepsymphonieorkest.
Dr. H. Colijn spreekt nog
10 Mei
11 Mei
12 Mei
13 Mei
14 Mei
15 Mei
18 Mei
22 Mei
Amsterdam
Assen
Hoogeveen
('s middags)'
Hengelo ('s avonds)
Sittard
Eindhoven
Nieuwendijk (N.B.)'
's middags)]
Breda ('s avonds)
's-Gravenhage
Hilversum (3.30 n.m.)]
JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADER
31. Als het tyd voor slapen wordt
Gaan ze, holderbolder
Naar hun stroozak alle drie
Boven op den zolder.
Krijntje, met zijn valschen snuit
Trekt, als laatste, 't lampje Uit;
Na een poosje gapen
Gaan ze lekker slapen.
32. Maar, in 't holste van den nacht,
Om zoowat twee ure
Kroop Krijn Vorsepit uit bed
Tastend langs de muren
Sloop hij stil den zolder rond,
Tot hy Vaders jasje vond
Vader, arme stakker,
Man, pas op, word wakker!
(Wordt vervolgd).
d'e Pdolcirkei»
piEfe YCR+4AAL UIT «€T
"ÖOOR RE&INA V.D.IHAUW- VCLTMAN
(22
Soak dreef zijn span in de richting van de aangewezen
plek, en de schrandere Pitha begreep onmiddellijk zijn baas,
alsof hij een mensch was.
Nadat ze tevergeefs naar een hol hadden rondgezien, be
sloten ze op de sleden de nacht door te brengen. Zij aten
ren paar droge scheepsbeschuiten, die Watkins hen gegeven
had en die ze expres voor de reis bewaard hadden en een
stuk koud vleesch. Ook de honden kregen het hun toebedach
te deel.
Toen legden ze zich, goed toegedekt met pelzen, ter ruste
cn maakten een korte, doch niettemin rustige nacht.
Vroeg in de ochtend gingen ze weer op weg. Er woel een
'felle wind, doch er viel geen sneeuw. Later op den dag, kon
«Jen zij goed bemerken, dat zij zuidelijker kwamen. Het ter
rein werd heuvelachtiger en ze reden langs groote stukken
toendra, die naarmate ze zuidelijker kwamen, talrijker wer
den. Alles wees er op, dat ze in het kustgebied kwamen in
de nabijheid van een havenplaats. Overal vertoonden zich
sledesporen, die verrieden, dat velen voor hen op Nermilak
waren aangekomen. En in de late ochtend van de volgende
dag zagen ze eindelijk de sneeuwhutten der Eskimo's in de
verte zich af teekenen, met er tusschen als beweeglijke zwarte
stippen, de menschen, die schijnbaar druk bezig waren.
Het hart sloeg Soak in de keel, toen ze de nederzetting al
dichter naderden. Nu zouden de menschen zien, dat zijn vader
niet bij hen was. Hij voelde hun verbazing en nieuwsgierig
heid als 't ware op zich afkomen. Niemand zou het begrijpen,
dat sprak vanzelf. Maar zij zouden in hun hart zeker zijn
moeder en zuster beklagen, dat hun leven voortaan zou af
hangen van een zwakken en onhandigen jongen, als hij was.
Wat beteekende hij vergeleken bij zijn vader, die een groot
jager geweest was. Al 't verdriet der laatste weken lag als
een steen in zijn borst en de bittere nederlagen, die hij in
zichzelf geleden had, vergrootten zich in zijn oogen, nu hij
onder de menschen kwam, omdat hij hun oordeel vreesde.
Jessie zat stil en star voor zich uit te staren. Ze dacht aan
de blijde ingang, die ze het vorig jaar hier gehad hadden. De
menschen toonden altijd openlijk hun vreugde als Ikanoff
Nermilak bezocht. Ze ruimden gaarne de beste plaats voor
hem in en waren behulpzaam bij het afladen. Het was waar,
zijn gulle hand en groote voorraad vleesch waren niet vreemd
aan deze hulde, maar zij toonden dan toch, dat zij hem als een
voornaam mensch en groot jager beschouwden.
Hoe lang was dat geleden?
Was er werkelijk één zomer en winter over heen gegaan?
Het leek een ver verleden. Ze sloot haar oogen, om de op
wellende tranen terug te persen. Haar keel voelde droog en
opgezet.
Toen opeens zag ze, dat de menschen hun komst hadden
opgemerkt. Sommigen hielden de hand voor de oogen om
goed uit te zien en bij de eerste herkenning hieven ze blij hun
armen omhoog en stieten uit oprechte blijdschap vreugde
kreten uit
Ikanoffs naam ging van mond tot mond en blij en uitgela
ten begon men hen reeds tegemoet te loopen. Tot opeens, bij
degenen, die het meest waren vooruitgeloopen, de blijde ge
zichten in een vreemde verbazing verstarden. De oogen
vlogen als 't ware langs de hoog opgeladen sleden, die in
ti age vaart naderden. Ja er was zelfs een vluchtige aandacht
voor het aantal honden, dat in de tuigen liep.
Jessie en Soak hielden de hoofden gebogen. Nini zat in
eengedoken stil toe te zien. Zij voelde de groote verwonde
ring en schrik van de menschen, die nu slechts aarzelend
nader kwamen. En 't was alsof heel haar blijde nieuwsgierig
heid ineenkromp in haar binnenste.
Onder de vreemde gezichten, waarop de lach ineens ver
storven was, herkende zij allen Kalja, van Ikoetha. Terwijl
al de anderen zich langzaam en teleurgesteld van hen afkeer
den en tersluiks in hun hutten verdwenen, liep Kalja lang
zaam met de sleden mee, terwijl hij Soak een geschikte plek
aanwees, waar hij zijn hutten bouwen kon. Dan draaide ook
hij zich om en toonde openlijk zijn groote verslagenheid.
HOOFDSTUK X
Daar stonden zij dan!
Dankbaar het doel van de reis bereikt te ueoben, uiaa.
zonder vreugde in het hart.
Met één oogopslag hadden ze opgemerkt, dat de „Laura
nog niet was aangekomen. Voor hen lag de wijde toegevro-
ren baai in groote ongelijke schotsen, éénzaam en troosteloos.
Om hen stonden de ronde sneeuwhutten en het was hun of
even zoovele oogen hen opnamen met zwijgende nieuws
gierigheid.
Zou Naa-ank al onder de bewoners zijn? Niemand was te
zien. Ieder had zich teruggetrokken. Alleen het hongerig ge
huil der honden brak de stilte van de wonderlijke dag.
Soak kwam het eerst tot bezinning en begon in alle haast
sneeuwblokken voor een hut te snijden. Zij verlangden er
alle drie naar, in de beschutting der hut, verborgen te zijn,
voor al die oogen die hen heimelijk bespiedden. Het weer
was nog te koud voor een zomerhut.
Jessie hielp nu niet bij het bouwen en blokken snijden, zoo
als zij op de reis had gedaan. Het was geen gewoonte onder
de Eskimovrouwen, dat te doen en het zou tegenover de
menschen lijken alsof haar zoon zijn werk niet goed verstond.
Zo- uldig begon zij de lampen na te zien en te vullen
met 'ischspek. Nini zocht de laatste busjes en potjes
bijeei e van de levensmiddelen van Watkins waren over
gebleven.
Na eenige tijd kwam Kalja naar hen toe. Zijn gezicht stond
strak, doch het gelukte hem niet geheel zijn groote nieuws
gierigheid te verbergen.
Kalja stond bekend als een goed. doch niet te ijverig man.
Hij was veel te gemakzuchtig om een goot jager te zijn. Hij
teerde graag op anderen en had dan ook al veel aan Ikanoff
te danken gehad. Als tegenprestatie bewees hij Ikanoff als
het te pas kwam kleine diensten, die hij echter, als hij in
nood zat, wel weer wist uit te buiten.
Zijn goede hart en nederige aard maakte, dat men niet
gemakkelijk boos op h«.m werd. Het was dan ook niet om
groote zaken te doen. dat hij L voorjaar de moeite nam
zijn reis naar Nermilak te maken. Maai '"«rde qraag
van de goede stemming, die er altijd aan de m. >iaats
heèrscfcte, wanneer men handel met de witte mannen dreef.
(Wordt vervolgd)