Het Prinselijk paar naar Engeland MAANDAG 10 MÉI 1937 DERDE BLAD PAG. 9 Goede overtocht met de „Gelderland" Veel belangstelling te Hoek van Holland Enthousiasme bij de aankomst Gisterochtend, enkele minuten voor half tien, zijn H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.II. Prins Bernhard ter bijwoning van de Engelsche kroningsfeesten van Hoek van Holland aan boord van Hr. Ms. oorlogsbodem „Gelderland" naar Harwich vertrokken. Prinses Juliana en Prins Bernhard, die in een hofauto om half negen van het Huis ten Bosch in Den Haag waren vertrok ken, arriveerden kort na negen uur in Hoek van Holland. Prins Bernhard was gekleed in het uniform van luitenant ter zee der eerste klasse. Prinses Juliana droeg een grijs complet. Bij de loopplank begroette de comman dant de Vorstelijke gasten, die zich onmid dellijk na aankomst aan boord begav hartelijk toegejuicht door de op de kade .verzamelde menigte. Vriendelijk wuivend naar de belangstel lenden op den wal, bleef het Prinselijk Paar gedurende den tijd, dat de oorlogs bodem met behulp van een sleepboot werd gedraaid, op de brug. Langzaam stoomde de „Gelderland" om even over half tien de monding van de Nieuwe Maas uit, Engeland tegemoet. Buitengaats wachtte de torpedoboot Z. V 'die de „Gelderland" op de reis naar Har wich zou escorteeren. De aankomst te Harwich kien meldt ons uit London: Onder zeer groote belangstelling zijn gisteravond H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard te Harwich aangekomen voor hun eerste officieele bezoek na hun huwelijk aan Engeland, waar het Prinselijk Paar gedurende de kroningsfeesten als gasten van de Brit- sche koninklijke familie op Buckingham Palace te Londen zal verblijven. Precies op den vastgestelden tijd naderde 'de „Gelderland" de reede van Harwich. Een grauwe nevel hing over de rivier, waaruit de .^Gelderland" opdoemde. In top voerde de kruiser den standaard van de Prinses, terwijl bij het naderen van den wal met de vlag in de achtermast het sa luut werd gebracht en de geus aan de .voorpiek werd geheschen. De kruiser gemeerd Te kwart over zeven is de kruiser ge meerd. De rood-wit-blauwe kleuren wappe ren thans van den spiegel. Een loopplank wordt uitgelegd, vanwaar een roode looper door een der loodsen naar het perron leidt. Ondanks het ongunstige weer is een zeer groot aantal bewoners van Harwich en om geving naar hier gekomen om de aankomst ,van het Prinselijk Paar te zien, en vele binnenkomende reizigers, die de douane zijn gepasseerd, maken van het oponthoud gebruik om het schouwspel eveneens gade te slaan. In snel tempo brengen kwieke matrozen een groot aantal koffers aan land. Dan weerklinkt het trompetsignaal „alle hens aan dek". De jongens spoeden zich naar hun vaste posten, vormen een front langs het dek, het sloependek en de bak en klau teren in het want en in het kraaiennest. Het is inmiddels ruim half acht geworden. Een der officieren inspecteert de manschap pen. Dan klinkt het trompetsignaal: „geeft Werk'lijk kwaliteit waar deer en Ban: Conserven BLO 31 "beg eer en acht". Terwijl de trommels wederom ge roerd worden, verschijnen de Prinses en de Prins aan dek. De pijpers zetten het „Wil helmus" in, de Prinses neemt afscheid van den commandant en de "verige officieren en terwijl zij, gevolgd door Prins Bernhard. de loopplank afdaalt, wordt langzaam de Prinselijke standaard van de achtermast gestreken. Nauwelijks staat de Prinses op de kade, of de commandant, die boven op de statietrap is teruggetreden, roept luidt: „Leve de Koningin", een kreet, die door de matrozen en door de Hollanders onder het wachtende publiek luide wordt herhaald. En als deze kreet is verklonken, dreunt .'er het water het eerste van een salvo van 34 saluutschoten, waarmee de „Gelderland" afscheid neemt van zijn hooge passagiers. Zwaar rollen de schoten over de reede. On beweeglijk staat de Prinses, die nu gekleed is in een lichtblauw mantelpak en een roode hoed draagt. Het gezicht heeft naar den kruiser gewend. Blootshoofds staat aan haar zijde Prins Bernhard, in donker colbert met donkere overjas. En als dan de schoten verstorven zijn, klinkt op. nieuw gejuich en begeeft de Prinses zich over den looper naar het perron, waar het salonrijtuig, dat voor de hooge bezoekers is bestemd., achter den Pullmanwagen de boottrein naar Londen is gekoppeld. Zeer hartelijke ontvangst te Londen Op den normalen tijd, om vijf minuten voor acht, vertrok de trein uit Harwich. Gedurende de reis gebruikte het gezelschap in het salonrijtuig den maaltijd en precies te half tien stoomde de trein Liverpool- street-station binnen, waar een groote me nigte op het perron stond te wachten op de aankomst van de Nederlandsche Kroon- prinses en haar gemaal. Onder de aanwezigen bevonden zich het geheele personeel van de Nederlandsche legatie en talrijke leden van de Nederland sche kolonie, waarvan velen voor de eerste maal Prins Bernhard aanschouwden. Ter verwelkoming van de Prinses waren namens de Britsche Koninklijke familie op het perron aanwezig Lady Catherine Sey mour, Sir Harry Verney en generaal Payn- ter. Tevens was Prins Arthur van Con- naught ter begroeting gekomen. Reeds bij het binnenrijden van den trein toen de wachtenden Prinses Juliana voor een der ramen zagen verschijnen, klonk luid gejuich, dat nog toenam, toen de Prinses, gevolgd door Prins Bernhard, het perron betrad. In het Nederlandsch klinkt de kreet: „Leve de Prinses, leve Prins Bernhard", doch ook het Engelsche publiek laat zich niet onbetuigd en herhaaldelijk hoort men: „Hurrah for Princess Juliana"* Het is een ontroerend moment als, terwijl het Prinselijk Paar omstuwd door een menschenmenigte, op het per ron staat, de wachtende Nederlanders het „Wilhelmus" inzetten, dat door vele stemmen wordt meegezongen, terwijl het Engelsche publiek, bemerkende dat het 't Nederlandsche volkslied is, eer biedig het hoofd ontbloot. Te ruim half tien stapte het Prinselijk Paar met de leden van het gevolg in de wachtende hofauto's waarmede naar Buckingham Palace werd vertrokken. Burgemeester Jansen te Hengelo bij zijn vertrek gehuldigd Groot defiló voor het stadhnis Nadat door den gemeenteraad reeds Vrij dagavond in het keurig versierde gemeente huis, waarbij zijn echtgenoote en kinderen, alsmede een groot aantal burgemeesters uit omliggende gemeenten aanwezig waren, af scheid was genomen van burgemeester Jan sen te Hengelo bij zijn vertrek naar Haarlem, had Zaterdagmiddag een de- lifé plaats voor den zeed beminden en sym pathieken burgervader. Aan dit défilé werd deelgenomen door de vijf plaatselijke muziekvereenigingen en mondaccordeonvereenigingen en verder alle vereenigingen, zoowel op sport- als cultureel gebied, die hierbij met hun vaandels en ba nieren medevoerden. Deze stoet trok langs het gemeentehuis, waar de burgemeesters familie en verdere genoodigden en autori teiten zioh hadden opgesteld. Voor het plein werd tot 6lot een vaandel- en vlaggen- groet gebraaht, waarbij het Wilhelmus en het Twentsche volkslied werd gespeeld. Met een driewerf hoera ging de groote stoet, waarin duizenden meeliepen, uiteen. Tusschen Utrecht en 's Hertogenbosch wordt over de Maas te Hedel met spoed gewerkt aan de verkeersbrug, welke eerlang een belangrijke verbetering zal be- teekenen voor het doorgaand verkeer Kabinetsvorming Meening van dr Colijn In een vraaggesprek met de „Prov. Noord- Brabantsche en "s-Hertogenbossche Courant" zei dr Colijn o.m. het volgende over de vor ming van een Kabinet; Eén van de fouten was naar mijn mee ning. dat menig ministerie al bij zijn optreden zijn vrijheid van oordeelen en handelen had prijs gegeven. De formateur was soms heelemaal geen formateur in de zin waarin men dat behoort te ver staan. Hij werd vaak gezien als de man dataris van bepaalde politieke groepen. In zijn beste vorm. d.i indien hij zelf zijn program ontwierp en op dit ontwerp- program de instemming vroee van be paalde fracties in de Kamer liep hij gevaar om zetbaas van partijen te wor den. Er werd dan vaak onderhandeld over de inhoud van het zoogenaamde re- geeringsprogram. Ik herinner mij nog levendig, dat ik in 1922 in Bazel een ver gadering heb bijgewoond van met vacan- tie zijnde Kamerleden ter bespreking van het werkprogram van het tweede kabinet- Ruijs, met als gevolg een uitvoerige cor- respondentie met den formateur. Gezond is dat niet. Ik heb dan ook in 1925 met deze me thode van langdurig onderhandelen ge broken: men zal misschien zeggen, dat ae Vaticaankwestie geen aanleiding zou heb ben gegeven tot de val van het kabinet, indien men wèl over elk puntje langdu riger onderhandeld had. Die opvatting lijkt mij echter onjuist. De val van het toenmalige kabinet zou alleen voorkomen zijn, indien men bij de vorming in het ge heel niet met partijen in de Kamer over dit punt gesproken had. Dan zou de af stemming van een gezantschapspoet geen aanleiding hebben gegeven tot een kabi netskwestie. zelf niet tot een portefeuille kwestie voor één enkelen minister. Die ervaring van 1925 heb ik voor oogen gehouden bij de vorming van het kabinet van 1933 en bij de reconstructie er van jn 1935. Indien men met deze erva ringen zijn voordeel doet, er voor zorg draagt dat de leden van het kabinet het onderling eens zijn over een werkprogram er. de onderhandelingen met Kamer fracties achterwege blijven, dan kan ons parlementaire stelsel weer kerngezond worden, en behoeft geen vrees te worden gekoesterd, dat de tegenstanders in Nederland voet aan de grond krijgen. Natuurlijk zal een kabinet zijnerzijds dan ook niet te spoedig met de porte feuilles moeten rammelen. Ook de Sta ten- Generaal hebben hun taak als represen tant van het volk te vervullen. KUNST Nederlandsche Klokken- en Orgelraad Overzicht over 1936 Ter gelegenheid van de afsluiting vai 20ste levensjaar van den Nederl. Klokken- en Orgelraad geeft de secretaris Mr. A. Bou- ian een overzicht van de werkzaamheden an dat instituut Hierin wordt om. medegedeeld, dat het algemeene deel van het orgelbestek opnieuw werd bewerkt en uitgebreid, o.m. met voor schriften over de pijpconstructie en klavier afmetingen en dat tevens werd besloten voor taan voor elk nieuw te bouwen register in het bestek de individueele maten (men suren) en intonatie voor te schrij ven, diejuist voor deze bepaalde stem in een bepaalde dis positie in een bepaalde ruimte noodzakelijk zijn, wil deze de gewenschte uitwerking heb ben. In het afgeloopen jaar hebben de pijp- makers hierbij hun volle medewerking be toond. Ten aanzien van de samenstelling der instrumenten volgde de N.K.O. reeds deze gedragslijn. Ter bevordering van de homogeniteit en ter instructie van de leden werden geregeld ex cursies gehouden naar orgels, die hetzij uit cultuurhistorische, hetzij uit aesthetische of andere overwegingen van belang waren. Van groot belang is het contact, dat in het begin van 1936 werd gelegd tusschen het Rijksbureau voor de Monumentenzorg en den N.K.O. Naar aanleiding van de havening van Izoovele monumentale orgels in de laatste de cenniën hebben er besprekingen plaats ge had, die ojn. tot de volgende resultaten heb ben geleid: De N.K.O. geft aan Monumenten zorg adviezen over staat, bescherming en eventueele restauratie van alle orgels ouder dan 1850. die waarschijnlijk zullen worden gerestaureerd. Monumentenzorg geeft deze adviezen door aan de resp. kerkbesturen, ter wijl aan den N.K.O. praeadvies zal worden gevraagd over restauratieplannen, die door event, adviseurs zijn of zullen worden opge maakt. De N.K.O. verschaft aan Monumenten zorg desverlangd ter publicatie in zijn monu mentenbeschrijvingen gegevens over de or gels in Nederland waarvan de kast of het binnenwerk ouder is dan 1850. In 26 gevallen werd in 1936 met den N.K.0 in verbinding getreden in verband met or gelrestauratie of -bouw en werden dien aan gaande adviezen gegeven. Soms werd een uitgebreid rapport uitgebracht, zooals over den staat en de beteekenis van het orgel der Groote Kerk te Breda. Het verslag maakte met bijzondere voldoe ning melding van de restauraties te Baarn (Herv. Kerk) Huizum (Herv. kapel Pniël), Kampen (Doop6gez. Kerk) en Utrecht (Wes- terkerk). Door den N.K.O. werd In 10 gevallen in klokkenzaken geadviseerd. Fa. H. J. Phaff Winschoten DE TWEEDE ROTTERDAMMER-MARSCH Hier zijn weer de eerste mededeelin- gen omtrent onzen Rotterdammer- Marsch: Allereerst moet een foutje hersteld. Individueele loopers die per giro hun inschrijfgeld willen voldoen, moeten storten op No. 232133 ten name van Penningmeester Chr. Gymnastiekver- eeniging „Excelsior" te Delft. Dat moet er bij, anders komt het stortingsbiljet terug. Daar denkt men dus wel aan. Men kan zich ook opgeven aan onze bureaux. Daar zijn verkrijgbaar biljetten, waar op alle inlichtingen voor individueele loopers staan afgedrukt. Inschrijfbiljetten zijn daar verkrijgbaar en door voldoening van 60, resp. 40 en 35 ct. voor militairen jeugdigen is men deelnemer. Het programma voor den tweeden marsch zal in den loop van de volgende week aan de vereenigingen die het aan vragen gratis worden toegezonden, Sommige vereenigingen hebben daar niet op gewacht maar direct ingeschre ven. Eere wie eere toekomt: de Chr. gymnastiekvereniging „D. O. S." te Naaldwijk was de eerste met een groep van 30 tippelaars. Die willen in training gaan voor de Vierdaagsche en prefereerden direct achter het hoofdpeloton te loopen. Het deed ons genoegen dat tot de eerste aanvragers ook behoorden clubs uit de provincie Utrecht. Dank zij de regeling, die met de Ned. Spoorwegen getroffen werd, kan men uit alle hoeken van het land voordeelig naar Delft reizen, ook al komt men alléén. Wat de deelname der militairen betreft kan worden medegedeeld, dat Z.Exc. de Minister van Defensie toe stemming heeft gegeven voor deelname aan den Marsch. De route voor den Marsch is thans definitief vastgesteld; deze loopt over een afstand van 6 K.M. door het schoonste deel van de landgoederen van H.M. de Koningin. Voor heden volstaan wij ten slotte met een vriendelijk v e r z o e k om bij de inschrijving mede te deelen, of men voor de eerste of voor de tweede maal mee loopt. Dit vergemakkelijkt de admini stratie. DINSDAG 11 MEI HILVERSUM I 1875 M. KRO-üitzcnding, 8.00—9.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.15 De KRO-Melodisten. 2.00 Vrouwenuur. 4.15 KRO-orkest. 5.45 Felicitatiebezoek. 6.00 KRO-orkest. 7.15 „De religie der primi tieven in Ned. Indië", causerie. 8.00 Be richten ANP. 8.15 Sted. orkest Maastricht, 9.50 De KRO-Melodisten. 10.30 Berichten ANP. HILVERSUM II 301 M. AVRO-Uitzending, 6,256.55 RVU. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 11.00 Huishoudelijke wenken. 1.00 Het Omroeporkest. 2.15 Het Omroeporkest. 3.00 Knipcursus. 4.00 Pianovoordracht. 4.30 Kinderkoorzang, 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Het Omroep orkest. 6.25 Causerie „Gedachten-com plexen uit dezen tijd". 7.00 Voor de kin deren. 7.05 Kinderkoor „Zanglust". 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP. 8.30 Bonte Dinsdagavondtrein. 10.15 Actuali- teitsflitsen. 11.00 Berichten ANP. DROITWICH 1500 M. 10.15 „Arranging pic nics", causerie. 11.50 BBC-Midland-orkest, 12.35—1.20 Staforkest v. h. Leger des Heils. 2.50 Sextet. 3.20 Actueele causerie. 5.40 BBC-orkest. 6.30 Komische voor dracht. 6.50 Vroolijke voordracht. 7.00 Interview. 9.10 Causerie over de Kroning van wijlen George V. 9.25 Kwartet. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 J. Ibos- orkest. 5.05 Pianovoordracht. 5.50 Zang, 6.05 Pianovoordracht. 7.35 Pianovoor dracht. KEULEN 456 M. 12.35 Omroeporkest. 3 20 Omroep-Amuse:nentsorkest. 6.00 Gramo foonmuziek. 10.25 Orkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Klein- orkest. 4.20 Salonorkest. 5.50 Zang. 6.30 7.20 Uitzending t.g.v. den Moederdag. 484 M.: 11.50 Salonorkest. 12.30 Kléin- orkest. 5.50 Gramofoonmuziek. 6.35 Zang. 7.20 Omroepsymphonieorkest. Dr. H. Colijn spreekt nog 10 Mei 11 Mei 12 Mei 13 Mei 14 Mei 15 Mei 18 Mei 22 Mei Amsterdam Assen Hoogeveen ('s middags)' Hengelo ('s avonds) Sittard Eindhoven Nieuwendijk (N.B.)' 's middags)] Breda ('s avonds) 's-Gravenhage Hilversum (3.30 n.m.)] JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADER 31. Als het tyd voor slapen wordt Gaan ze, holderbolder Naar hun stroozak alle drie Boven op den zolder. Krijntje, met zijn valschen snuit Trekt, als laatste, 't lampje Uit; Na een poosje gapen Gaan ze lekker slapen. 32. Maar, in 't holste van den nacht, Om zoowat twee ure Kroop Krijn Vorsepit uit bed Tastend langs de muren Sloop hij stil den zolder rond, Tot hy Vaders jasje vond Vader, arme stakker, Man, pas op, word wakker! (Wordt vervolgd). d'e Pdolcirkei» piEfe YCR+4AAL UIT «€T "ÖOOR RE&INA V.D.IHAUW- VCLTMAN (22 Soak dreef zijn span in de richting van de aangewezen plek, en de schrandere Pitha begreep onmiddellijk zijn baas, alsof hij een mensch was. Nadat ze tevergeefs naar een hol hadden rondgezien, be sloten ze op de sleden de nacht door te brengen. Zij aten ren paar droge scheepsbeschuiten, die Watkins hen gegeven had en die ze expres voor de reis bewaard hadden en een stuk koud vleesch. Ook de honden kregen het hun toebedach te deel. Toen legden ze zich, goed toegedekt met pelzen, ter ruste cn maakten een korte, doch niettemin rustige nacht. Vroeg in de ochtend gingen ze weer op weg. Er woel een 'felle wind, doch er viel geen sneeuw. Later op den dag, kon «Jen zij goed bemerken, dat zij zuidelijker kwamen. Het ter rein werd heuvelachtiger en ze reden langs groote stukken toendra, die naarmate ze zuidelijker kwamen, talrijker wer den. Alles wees er op, dat ze in het kustgebied kwamen in de nabijheid van een havenplaats. Overal vertoonden zich sledesporen, die verrieden, dat velen voor hen op Nermilak waren aangekomen. En in de late ochtend van de volgende dag zagen ze eindelijk de sneeuwhutten der Eskimo's in de verte zich af teekenen, met er tusschen als beweeglijke zwarte stippen, de menschen, die schijnbaar druk bezig waren. Het hart sloeg Soak in de keel, toen ze de nederzetting al dichter naderden. Nu zouden de menschen zien, dat zijn vader niet bij hen was. Hij voelde hun verbazing en nieuwsgierig heid als 't ware op zich afkomen. Niemand zou het begrijpen, dat sprak vanzelf. Maar zij zouden in hun hart zeker zijn moeder en zuster beklagen, dat hun leven voortaan zou af hangen van een zwakken en onhandigen jongen, als hij was. Wat beteekende hij vergeleken bij zijn vader, die een groot jager geweest was. Al 't verdriet der laatste weken lag als een steen in zijn borst en de bittere nederlagen, die hij in zichzelf geleden had, vergrootten zich in zijn oogen, nu hij onder de menschen kwam, omdat hij hun oordeel vreesde. Jessie zat stil en star voor zich uit te staren. Ze dacht aan de blijde ingang, die ze het vorig jaar hier gehad hadden. De menschen toonden altijd openlijk hun vreugde als Ikanoff Nermilak bezocht. Ze ruimden gaarne de beste plaats voor hem in en waren behulpzaam bij het afladen. Het was waar, zijn gulle hand en groote voorraad vleesch waren niet vreemd aan deze hulde, maar zij toonden dan toch, dat zij hem als een voornaam mensch en groot jager beschouwden. Hoe lang was dat geleden? Was er werkelijk één zomer en winter over heen gegaan? Het leek een ver verleden. Ze sloot haar oogen, om de op wellende tranen terug te persen. Haar keel voelde droog en opgezet. Toen opeens zag ze, dat de menschen hun komst hadden opgemerkt. Sommigen hielden de hand voor de oogen om goed uit te zien en bij de eerste herkenning hieven ze blij hun armen omhoog en stieten uit oprechte blijdschap vreugde kreten uit Ikanoffs naam ging van mond tot mond en blij en uitgela ten begon men hen reeds tegemoet te loopen. Tot opeens, bij degenen, die het meest waren vooruitgeloopen, de blijde ge zichten in een vreemde verbazing verstarden. De oogen vlogen als 't ware langs de hoog opgeladen sleden, die in ti age vaart naderden. Ja er was zelfs een vluchtige aandacht voor het aantal honden, dat in de tuigen liep. Jessie en Soak hielden de hoofden gebogen. Nini zat in eengedoken stil toe te zien. Zij voelde de groote verwonde ring en schrik van de menschen, die nu slechts aarzelend nader kwamen. En 't was alsof heel haar blijde nieuwsgierig heid ineenkromp in haar binnenste. Onder de vreemde gezichten, waarop de lach ineens ver storven was, herkende zij allen Kalja, van Ikoetha. Terwijl al de anderen zich langzaam en teleurgesteld van hen afkeer den en tersluiks in hun hutten verdwenen, liep Kalja lang zaam met de sleden mee, terwijl hij Soak een geschikte plek aanwees, waar hij zijn hutten bouwen kon. Dan draaide ook hij zich om en toonde openlijk zijn groote verslagenheid. HOOFDSTUK X Daar stonden zij dan! Dankbaar het doel van de reis bereikt te ueoben, uiaa. zonder vreugde in het hart. Met één oogopslag hadden ze opgemerkt, dat de „Laura nog niet was aangekomen. Voor hen lag de wijde toegevro- ren baai in groote ongelijke schotsen, éénzaam en troosteloos. Om hen stonden de ronde sneeuwhutten en het was hun of even zoovele oogen hen opnamen met zwijgende nieuws gierigheid. Zou Naa-ank al onder de bewoners zijn? Niemand was te zien. Ieder had zich teruggetrokken. Alleen het hongerig ge huil der honden brak de stilte van de wonderlijke dag. Soak kwam het eerst tot bezinning en begon in alle haast sneeuwblokken voor een hut te snijden. Zij verlangden er alle drie naar, in de beschutting der hut, verborgen te zijn, voor al die oogen die hen heimelijk bespiedden. Het weer was nog te koud voor een zomerhut. Jessie hielp nu niet bij het bouwen en blokken snijden, zoo als zij op de reis had gedaan. Het was geen gewoonte onder de Eskimovrouwen, dat te doen en het zou tegenover de menschen lijken alsof haar zoon zijn werk niet goed verstond. Zo- uldig begon zij de lampen na te zien en te vullen met 'ischspek. Nini zocht de laatste busjes en potjes bijeei e van de levensmiddelen van Watkins waren over gebleven. Na eenige tijd kwam Kalja naar hen toe. Zijn gezicht stond strak, doch het gelukte hem niet geheel zijn groote nieuws gierigheid te verbergen. Kalja stond bekend als een goed. doch niet te ijverig man. Hij was veel te gemakzuchtig om een goot jager te zijn. Hij teerde graag op anderen en had dan ook al veel aan Ikanoff te danken gehad. Als tegenprestatie bewees hij Ikanoff als het te pas kwam kleine diensten, die hij echter, als hij in nood zat, wel weer wist uit te buiten. Zijn goede hart en nederige aard maakte, dat men niet gemakkelijk boos op h«.m werd. Het was dan ook niet om groote zaken te doen. dat hij L voorjaar de moeite nam zijn reis naar Nermilak te maken. Maai '"«rde qraag van de goede stemming, die er altijd aan de m. >iaats heèrscfcte, wanneer men handel met de witte mannen dreef. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9