rcdföC»
NOOIT
DE DEPUTATENVERGADERING
waldorp STOFZUIGERS
ZATERDAG t-> APRIL' 1937
DF.RDF RTAn PAG. 9
Moois, unite tanden,'
HET VLIEG-ONGEVAL
BIJ STOMPWIJK
Behandeling voor de Raad
voor de luchtvaart
Eerste zitting van dit college
De raad voor de luchtvaart, onder voor
zitterschap van staatsraad mr. dr. D. A. P. N.
Kooien, heeft gistermiddag op het departe
ment van Waterstaat zijn eerste openbare
zitting gehouden.
Behandeld werd het ongeval, dat op 16
Januari jJ. onder Stompwijk is overkomen
aan het vliegtuig PHAIT, dat bij het uit
voeren van een vrille welke niet tijdig kon
worden beëindigd in aanraking Is gekomen
met den grond en dientengevolge werd ver
nield. Tijdens de vlucht was het vliegtuig
bemand door de vliegtuigbestuurders J. K.
Hoekstra en P. Bosch. De heer Bosch over
leed zeer korten tijd na het ongeval aan de
daarbij bekomen verwondingen. De heer
Hoekstra had een enkel gebroken.
In de eerste plaats werd gehoord de 24-
jarige vliegtuigbestuurder J. K. Hoekstra.
Op de vraag of hij bekend was met het
maximum toelaatbaar gewicht voor het ma
ken van kunstvluchten antwoordde hij be
vestigend. Dit mocht voor het bemande toe
stel niet meer dan 700 K.G. bedragen.
President: Maar het was iets boven de 800.
Hoekstra: Volgens mij iets boven de 700.
Uit het verdere verhoor bleek, dat op 700
A 800 meter hoogte boven DelftNootdorp
de heer Bosch aan het stuur zat en dat toen
de heer Hoekstra het stuur van hem overnam
om een vrille te gaan uitvoeren. Het viel den
heer Hoekstra op, dat het toestel bij de vrille
een eigenaardige slingerende beweging
maakte.
President: Heeft u toen ingegrepen?
Hoekstra: Ik heb getracht de vrille te doen
overgaan in een spiraalduik, maar dat is
niet gelukt. Toen heb ik gezorgd, plat op den
grond te komen. Op veertig meter hoogte lag
het toestel reeds vrijwel horizontaal.
Ir. Van Tyen, adjunct-directeur van de
Fokker-fabrieken, legde een berekening over,
volgens welke bij den aanvang van de vrille
het totale gewicht niet meer dan 736,7 K.G.
dan hebben bedragen, d.i. 36,7 K.G. boven
het maximum.
De heer Van der Heide, inspecteur van den
luchtvaartdienst, meende, dat ten aanzien
van het gewicht de waarheid wel in het mid
den zal hebben gelegen tusschen de bereke
ning van ir. Van Tyen en die, welke op ruim
800 K.G. kwam.
Dr. ir. H. van der Maas, ingenieur bij
den Rijks studiedienst voor de luchtvaart,
zeide den indruk te hebben verkregen, dat
het toestel net even te laat was neergekomen
om het ongeval te vermijden.
Nadat nog de heeren Schmidt Crans en
Sluiter eenige verklaringen hadden afgelegd,
hield ten slotte ir. Van Tyen een pleidooi
voor Hoekstra, dat hij aanving met een woord
van deernis in verband met het overlijden
van den heer Bosch. Van eenig gevaar bij het
maken van een vrille was hier geen sprake.
Deze figuur moet als een normale worden
beschouwd. Hoekstra heeft de maatregelen
genomen, die noodig waren om de catastrofe
te vermijden, o.a. heeft hij onmiddellijk te-
ZONDAG 11 APRIL
BLOEMENDAAL 245,9 M. Uitzending van
Geref. Kerkdiensten uit de Geref. Kerk.
Voorg. Ds. Joh. C. Brussaard.
10.00 v.m. Tekst: 2 Tim. 2 11.
5.00 n.m. Heidelberger Catechismus Zon
dag 12.
De overige programma's voor Zondag vindt
men in ons blad van Vrijdag.
MAANDAG V APRIL
HILVERSUM I 1875 M. NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie. Gewijde mu
ziek (Gr.pl.). 9.30 Gelukwenschen. 10.30
Morgendienst. 11.00 Chr. Lectuur. 2.00 Be
richten. 12.15 Gram.pl. 12.30 Orgelconcert.
2.00 Voor de scholen. 2.35 Gram.pl. 3.00
Voor tuinliefhebbers, 3.40 Gram.pl. 3.45
Bijbellezing. 4 45—5.45 Het Utrechtscli
strijkkwartet. 6.30 Vragenuur. 7.00 Berich
ten. 7.15 Vragenuur. 7.45 Reportage. 8.00
Berichten ANP. Herh. SOS-Ber. 8.15
Paaschbergkoor mmv. solisten en orkest.
9.45 Berichten ANP. 9.50—11.30 Gram.pl.
Hierna: Schriftlezing.
HILVERSUM D. 301 M. Algemeen Program
ma, verzorgd door de VARA. 10.0010.20
v.m. VPRO. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgen
wijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Orgelspel.
11.10 Declamatie. 12.00—1.45 VARA-or-
kest. 3.00 Causerie „De werkloosheid en
het sollicitatie-vraagstuk". 3.30 Zangvoor
dracht. 4.30 Kinderuur. 6.30 Muzikale cau
serie. 7.10 Veiligheidskwartiertje. 7.30 De
Roodborstjes. 8.00 Herh. SOS-Ber. 8.03
Berichten ANP. 8.10 Oratorium-uitzending
10.00 Berichten ANP. 10.05 Litausch-
Europeesch concert. 10.35 Ensemble „Mu-
PROITWICH 1500 RL 12.20 BBC-Welsch or-
est en soliste. 1.20 Orgelconcert. 2.05
Harp-kwintet. 3.20 Pianorecital. 3.50
Kwintet. 4.50 Cello en piano. 5.20 Cause
rie ..In Praise of Antiques". 6.40 Land-
bouwcauserie. 7.20 Orkest. 8.05 Komische
voordracht. 8.20 Causerie „What is Nutri
tion". 8.40 Klarinet en piano. 9.40 Buiten-
landsch overzicht. 10.20 BBC-Northem or
kest.
RADIO-PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert
en zang. 2.35 Zang. 4.50 Zang. 5.05 Piano
voordracht. 5.50 Zang. 6.05 Pianovoor
dracht. 7.35 Zang.
KEULEN. 456 M. 11.20 NSBO-orkest. 12.35
Nedersaks. Symphonieorkest. 1.35 Schram-
melmuziek. 3.20 Omroep-Amusementsor-
kest. 4.40 Zang en piano. 5.20 Omroep
orkest, -kleinorkest, -koor en solisten,
7.30 Westduitsch weekoverzicht. 8.20 Om-
roepkleinorkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Salon-
orkest. 12.3 Orkest. 5.50 Salon-orkest.
7.20 Omroepsymphonie-orkest.
484 M.: 11.20 Orkest, 12.30 Salonorkest.
4.50 Zang. 5.05 Vioolrecital. 5.50 Orkest.
6.20 Gram.pl. 7.20 Salon-orkest. 9.10 Gr.pl.
Hand- en Sledemodel
N.V. WALDORP RADIO
DEN HAAG
Indrukwekkende Middagvergadering
Minister de Wilde prijst de Kamerfractie
A. R. Partij om zijn grijzen leider
Twee Ministers spraken de vergadering toe. Er was een
stemming van eensgezindheid en onderlinge saamhoorigheid
Er was toegenegenheid tot de leiders, en bereidheid tot de
arbeid. Wèl is de Anti-Revolutionaire Partij in ons land
bevoorrecht dat bewijst een dag als de Deputatenverga-
dering. Het was de wapenschouw vóór de strijd, en de
kloekmoedige tijdelijke voorzitter van het Centraal Comité
de heer J. SCHOUTENheeft het parool uitgegeven
werkt, werkt dag en nachtonder biddend opzien tot God,
voor het aloude beginsel
In de Middagvergadering, welke werd
begonnen met den schoonen zang: „Een
vaste Burcht is onze God" werd allereerst
begonnen met de behandeling van het
Verkiezingsmanifest. Er waren geen amen
dementen ingekomen en niemand wonsehte
het woord daarover, zoodat het zonder dis
cussie ongewijzigd werd aanvaard. Di
Voorzitter wenschte het Centraal Comité
daarmee geluk.
De wijze van candidaatstelling bracht
enkele sprekers op het podium, de heer B.
Roorda uit Oudeschip, de heer van der
Meer uit Onnen Ds. Steenhuis uit Haren,
allemaal Groningers, die met kracht en
klem ervoor pleitten, dat de Groningsche
candidaat een hoogere plaats zou hebben
gekregen en die vroegen, dat een volgend
maal daarmee gerekend zal worden en do
van den Heuvel uit Ooltgensplaat. die
vroeg, dat een volgend maal toch een meer
democratische wijze van samenstelling der
Ijst zal worden gevolgd.
De Voorzitter beantwoordde de sprekers,
zeide, dat het ditmaal niet anders kon. Een
en ongedeeld moet de Anti Rev. Partij in
den strijd voor den dag komen en dat moet
.zich ook afspiegelen in de eene uniformo
kandidatenlijst voor de komende verkie-
ingen. De plaats waarop de heer Zijlstra
"is gebracht wordt door het Centraal Comité
als een kansbiedende plaats gerekend (da
verend applaus). Spr. zeide. dat heel Anti
Rev. Groningen vol élan zich zal 6tellen tot
het werk en verklaarde zich bereid in een
vergadering van de afgevaardigden van den
Kamerkieskring de zaak uiteen te zetten.
Het. verzoek van den heer van den Heuvel
zal door het Centraal Comité in welwil
lende overweging worden genomen.
Daarna werd de candidatenlijst onge
wijzigd vastgesteld.
Nieuwe candidaten voorgesteld
Wagenaar werden aan de vergadering
voorgesteld. Zij verhieven zich van hun
plaatsen en zoo maakte de vergadering
kennis met de vier nieuwe mannen.
Zij werden met applaus begroet.
Rekening en verantwoording
De Voorzitter gaf daarna het woord aan
den heer Mr. G .van Baaron, burgemeester
van Delft. Spr. zeide. dat Mr. Van Baarer.
eere toekomt voor wat hij deed voor ds
Partij. Door zijn actie voornamelijk kwam
het geld biieen, dat de Partij thans heeft,
waardoor een maand lang het blad „Ne
derland Waakzaam" ip een oplaag van
minstens een millioen exemplaren kon
worden verspreid. Thans wilde spr. dezen
pleitbezorger voor het A.R. belang het
woord geven om verslag uif te brenger
over de rekening en verantwoording.
Mr. van Baaren zeide. dat de commissi'*
de administratie in de beste orde bevonden
heeft en de vergadering adviseert om onzen
generaal-penningmeest-er Z. Exc. L. F
Duymaer van Twist te dechargeeren onder
dankzegging voor het keurig gevoerde be
leid. Onder hartelijk applaus der vergade
ring werd daartoe besloten.
In de kas-commissie voor de volgende
periode werden benoemd de heeren G
Wolzak Hzn., notaris te Haarlem, Ds. J. G.
Woelderink, te Ouderkerk a. d. IJssel en
J. Parmentier te Leiden.
De verkiezingen
De eerste en de tweede voorzitter van het
Centraal Comité Dr H. Colijn en Mr J. A.
de Wilde werden met groote meerderhei 1
van stemmen herkozen en namen onder
daverend applaus der vergadering de her
benoeming aan.
Ook werden herkozen de heeren L. F.
Duymaer van Twist, lid der Tweede Kamer,
Ds. M. van Grieken, Ned. Herv. Pred. te
Rotterdam. Prof. Dr J. Severijn, hoogleer
aar te Utrecht Mr. Dr. E. J .Beumer te
Utrecht, Prof. J. W. Geels, hoogleeraar aan
de Theologische School der Chr. Geref.
Kerk te Apeldoorn.
Gekozen werd de heer K. Kruithof, oud
voorzitter van het Chr. Nat. Vakverbond te
Utrpcht.
Tot voorzitter der Dr A. Kuyperstichting
te Den Haag werd herkozen dr H. Colijn;
tot penningmeester dezer stichting werd be
noemd de heer J. J C. van Dijk, lid van
de Tweede Kamer, te Den Haag. Tot leden
van den Raad van Beheer dezer sichting.te
benoemen door het Centraal Comité, wpr-
den herkozen de heeren Ds M. van Grie
ken te Rotterdam; dr A. A. L. Rutgers, lid
van den Raad van State te Den Haag; prof.
dr J. Severijn te Utrecht; mr J. Terpstra,
oud-minister van Onderwijs, te Den Haag
en ds S. v. d. Molen, pred. der Chr. Geref.
Kerk te Rotterdam.
Toespraak van Minister de Wilde
Hierna voerde Z. Exc., mr J. A. de
Wilde, Minister van Binnenl. Zaken, het
woord Hij werd met geestdriftig handge
klap ontvangen en ving aan met te zeggen,
dat hij niet van zins geweest was te spre
ken na het doorwrochte betoog van den
voorzitter en de rede, welke ons te wachten
staat van Z. Exc. Minister Colijn. Maar het
is spr. opgedrongen en hij zal den voorzit
ter straffen (gelach) door te spreken over
een onderwerp, waarover deze hem stellig
het woord niet had verleend als hij het ge
weten had. (Vroolijkheid).
Spr. wilde een retrospectieve beschou
wing geven en herinnerde ep aan. dat vier
jaar geleden 't kabinet-Colijn optrad onder
zeer moeilijke omstandigheden. Het is geen
gemakkelijke taak geweest voor de leden
van 't kabinet te moeten bpzuinlgen,maat
regelen te moeten treffen voor Indië en in
grijpende maatregelen soms te nemen tegen
gemeentebesturen Maar niet alleen de
Ministers hebben het zwaar tp verantwoor
den gehad, ook anderen. Het werk, in zwak
heid verricht, zou nooit mogelijk zijn ge
weest, wanneer niet verschillende steun
punten gevonden waren in he.t Nederland-
sche volk en in het parlement Spr. wijst,
met groote dankbaarheid op den steun,
welke de A.R. Kamerclub onder leiding
den heer Schouten heeft geboden. Zij heeft
volkomen zelfstandig en den schijn vermij
dende, dat zij slaafsche volgelingen zouden
zijn. steun geboden aan hetgeen door hen
goed werd geacht in wat het kabinet voor
stelde.
De A.R. Kamerclub heeft zich betoond te
bestaan uit mannen, die met deskundigheid
over de zaken konden oordeelen. Dit zou
niet mogelijk zijn geweest, wanneer ze geen
leiding had gehad, welke door groot:
moreele kracht wordt geschraagd en me:
verheuging constateert spr. dat in de vier
afgeloopen jaren, waarin de heer Schouten
den partijleider als fractieleider moest ver
vangen, de A.R. Kamerclub niet in aan
zien is achteruitgegaan, neen kon het
zijn, nog in aanzien is toegenomen. Spr.
nieuwe candidaten de heeren J
B. Roosjen, J. Tjalma en W
Minister de Wilde
hoopt dat God den heer Schouten nog lang
de krachten moge schenken om het A.R.
volk te leiden in het belang van heel het
Nederlandsche volk. (langdurig applaus).
De Voorzitter dankte Minister de
Wilde voor diens waardeerende woorden,
welke hij gaarne overbracht op zijn mede
leden in de A.R. Kamerclub.
Toespraak van Minister Colijn
Het was een ontroerend oogenblik
toen Z. Exc. dr H. C o 1 ij n voor het
spreekgestoelte plaats nam om zijn rede
te gaan uitspreken. Als één man rees
heel de vergadering op onder een
enthousiast applaus, dat overging in ge
juich. En toen eenige broeders de
zegenbede uit Psalm 134 inzette, werd
deze door heel de vergadering overge
nomen en plechtig klonk het „Dat
's Heeren zegen op u daal'" door de
zaal, dat door dr Colijn diepbewogen
werd aangehoord.
Tijdens de rede van den Minister-Presi
dent was dp aandacht, ondanks de ontzag
lijke warmte in de zaal zeer gespannen. En
toen hij zich richtte tot het Nederlandsche
volk. dus over de hoofden van de Deputa-
ten heen, de natie aansprak in haar een
heid en ongedeeldheid. toen begreep ieder,
dat hier een man stond, een vaderlander
in den besten zin des woords die zichzelf
geeft voor zijn vaderland, voor zijn volk,
niet om eer of loon, maar omdat hij zich
van Godswege geroepen weet
En het was dan ook uit de harten van
al>en gegrepen toen de heer Schouten, na
de rede van den crijzen staatsman dr Colijn
dankzegde voor alles wat hij deed voor het
volk en voor de partij, in de jaren, welke
achter ons liggen. Daarna sprak de voor
zitter woorden van dank aan het bureau
van het Centraal Comité en aan de verga
dering.
Of deze vergadering geslaagd is kan
pas later gezegd worden, namelijk,
wanneer blijken zal. dat de bezielende
kracht er door gewekt is om te wer
ken voor ons beginsel, voor de prin-
cipieele A.R. actie. Betrekt uw post en
vervult uw taak met eere en getrouw
heid in het kleinere en in het grootere
werk, onder biddend opzien tot den
Vader in den hemel.
Generaal Duymaer van Twist dank
te den heer Schouten voor hetgeen deze
voor de Partij doet: de ontzaglijke hoeveel
heid werk, welke deze man verzet, is ver
bazingwekkend zoo zeide de generaal en hij
bad den heer Schouten, wien hij dankte
voor zijn leiding, toe dat hij lane zijn nut
tige arbeid in het belang van de Partij zal
mogen verrichten, tot zegen van heel ons
volk. (Applaus).
Nadat gezongen was Psalm 89 8: „Gij
toch. Gij zijt hun roem, de kracht van
hunne kracht" ging Ds Van Grieken
voor in dankzegging.
De Dpputatenvergadering was ten einde,
de honderden bij honderden gingen terug,
naar hun huis en naar hun werk, hun werk
voor den verkiezingsstrijd, welke is inge
gaan, en waarbij het gaat om de heiligste
goederen.
LIJDEa1n aambeien
Volledige en radicale genezing van Uw
lastige kwaal door SUPPOSAN. Het
apparaatje, dat zich bij deze genees
krachtige zalf bevindt, masseert in korten
tijd Uw aambeien weg.
Complete doos met zalf en
apparaat f 1.50.
Tube zalf alleen -f 0.85
Verkrijgbaar bij Apotheken en Drogisten.
Waar niet verkrijgbaar schrijve men
naar den vertegenwoordiger:
H. TEN HERKEL - HILVERSUM
genroer gegeven. De overbelasting van 36,7
K.G. was van nagenoeg geen beteekenis.
Van schuld of nalatigheid kan geen sprake
zijn geweest. Mocht de raad een tuchtmaat
regel onvermijdelijk achten, dan hoopte plei
ter, dat deze maatregel er een van lichte
soort zou zijn en dat daaraan in geen geval
eenige termijn van ongeschiktverklaring als
vlieger zal worden verbonden, aangezien dat
de carrière van Hoekstra blijvend zou scha
den. Het gebeurde is een harde les geweest,
waannede Hoekstra in de toekomst zeer ze
ker rekening zal houden.
De raad zal op een nader te bepalen da
tum uitspraak doen.
Veel gezochte zwerver gegrepen
Bij den winkelier P., aan de Floraliastraat
te O s s, vervoegde zich deze week des avonds
een zwerver.
De winkelier, die door het klagen mede
lijden met den man had, begaf zich naar
binnen om eenige levensmiddelen te halen.
Van deze gelegenheid maakte de zwerver ge
bruik om in de toonbanklade een greep te
doen. Hij werd echter door den juist terug
keerenden winkelier op heeterdaad betrapt.
Deze waarschuwde onmiddellijk de mare
chaussee, die den zwerver arresteerde en
overbracht naar de marechausseekazerne.
Bij het naslaan van het Politieblad zag
men, dat men met de arrestatie van deze
persoon een zeer goede vangst had gedaan,
daar door verschillende politiebureaux in den
lande zijn aanhouding was verzocht.
Overzicht bestuurstafel en podium. In het spreekgestoelte de heer Schouten.
Bij den heer Schouten is gister in ant
woord op de aam H. M. de Koningin verzon
den heilbede 't volgende telegram inge
komen:
Hare Majesteit draagt mij op U te
verzoeken aan de deelnemers aan
Deputaten-vergadering Harer Majes-
teits dank te willen overbrengen voor
de gevoelens geuit in telegram en
voor betuiging van aanhankelijkheid
en zegenwenschen.
VAN HEEMSTRA
particulier secretaris
^VEOWAAL. UIT
^®S^2DOobBoergnj-cv£n
^=_""ajVöiMEE.e.
(56
Weer slaat de hond aan, heviger. Gijs, die bij de kachel
een inventarislijst van de melkhandel heeft zitten bestudeeren,
gaat naar de deeldeur. Buiten springt iemand van de fiets en
plaatst die tegen het huis. Er wordt aan de klink gemorreld.
't Is Willem van den Berg. Hij stampt op de zak voor de
deur zijn schoenen schoon, schuift ze van de voeten, en
stapt binnen. Zijn gezicht is vuurrood, op zijn jas liggen nog
dooiende vlokken.
„Goeien avond saam'', zegt hij.
De anderen mompelden een antwoord en kijken hem ver
wonderd aan. Bruining wil opstaan, maar blijft toch zitten,
den grooten boer aanstarend.
Deze grijpt een stoel en gaat midden in het vertrek zitten.
..Daar ben ik eens", zegt hij, zijn pet onder de stoel op de
grond leggend. „Daar ben ik eens. Wat een slecht weer hè".
Piet gromt wat; de anderen blijven zwijgend den man
aanstaren.
„Doe je jas uit. Van den Berg*', waarschuwt Neeltje, als
zij ziet hoe hij zijn rood hoofd met de zakdoek afwischt, ,,"t
is hier warm".
De boer hangt de jas aan de deurknop. De vrouw schenkt
koffie in. Allen kijken hoe het donkere vocht uit de tuit
stort en de wasem omhoog slaat.
Bruining weet niet wat hij van het bezoek denken moet.
Gijs had hem niet binnen moeten laten, moppert hij in zich
zelf, maar hij is tegelijk nieuwsgierig, waarvoor Van den Berg
gekomen is. Hij is zenuwachtig en onzeker, merkt hij op; het
zelfbewuste is uit zijn houding verdwenen. Maar er is nie
mand hier die hem op zijn gemak stelt.
„Slecht weer", zegt hij nog eens, „ik denk, dat er vorst
achter zit".
Banning knikt. „Best mogelijk", antwoordt hij onwillig.
De anderen kijken.
Van den Berg neemt het kopje van de tafel en begint dan
voorzichtig, met kleine teugjes slurpend, in zwijgende aan
dacht de heete koffie te drinken. Ook de anderen drinken;
De gasvlam speelt lusteloos langs het gloeikousje, floept
soms plotseling op, om dadelijk weer krachteloos neer te
zinken.
Als Van den Berg zijn kopje weer op tafel terug zet, zegt
hij resoluut tegen Piet: „Ik zou je wel eens willen spreken.
Kan dat?"
Allen kijken weer op. „Welja", zegt Bruining stug.
Maar de ander kijkt even schichtig in het rond en dan naar
Piet. Deze begrijpt hem:
„Nou goed, ga maar even mee". Hij gaat hem voor door
een donkere gang.
Zij staan in de mooie kamer waar Piet de lamp aangestoken
heefo de lucifer, ligt verschrompeld en verkoold op het rood
pluche tafelkleed, 't Is er koud.
„Ja", begint Van den Berg, onrustig voor Piets scherpe,
loerende blik, „ik wou eens met je spreken, eens met je
praten".
„Goed", antwoordt Piet, in gijn hart verwonderd over het
vreemde doen van den man.
„Ja", hapert deze, „ja, ik heb wat goed te maken met
jullie, ik bedoel dat ongeluk van je kind" hij verwart
zich en stamelt nog iets wat hij zelf niet begrijpt. Onhandig
staat hij te frommelen aan de pet, die hij meegebracht heeft.
Dan neemt hij zijn zakdoek en wischt zich het bezweete
hoofd af.
De ander kijkt hem nog steeds met dezelfde norsch loeren
de oogen aan. Even, bij de herinnering aan het ongeluk,
vlamde de haat door. Maar daarna is zijn gelaat weer het
koude masker, hard en onbarmhartig.
Van den Berg durft niet verder gaan. Zal hij dezen man,
zonder medelijden, en achter wiens staalharde oogen hij even
de felle haat heeft zien gloeien, schuld belijden, zooals hij
zich voorgenomen had: zeggen dat zijn onvoorzichtigheid de
oorzaak was? Hij durft het niet. „Heere, Heere", bidt hij in
stilte. Maar het helpt niet Kan deze man wel vergeven?
„Je kind je jongen ik heb", hapert hij nog. Maar
dan slaat hij ineens over: „Ja zie je, ik heb dat goed te maken
en ik heb gehoord, mi met Leemans jij zit er ook tus
schen, zeggen ze en nu wilde ik je helpen".
Het bloed stijgt Piet naar het hoofd, om vlak daarop weer
terug te stroomen. Wat wil die man van hem? Wil hij helpen?
Nu? Alsof hij iets van hem aan zou pakken!
„Ik zal je schuld betalen", biedt de ander verder aan. den
boer in het onverbiddelijk strakke gelaat kijkend. „En als je
nog andere schuld hebt, ook die", houdt hij vol, vertwijfeld.
„Neem het aan", smeeken zijn oogen hulpeloos.
Bruining blijft zwijgen, staat staalhard voor den ander. Het
is een duivelsch spel; een satanische lach is er in zijn hart,
nu hij dezen gehaten boer zich voor hem ziet vernederen.
Alle ondervonden minachting kan in de verachting voor dezen
man en zijn aanbod gewroken worden. Het vuur van de
haat, zoolang gekoesterd, kan eindelijk vrij-uit oplaaien.
Van den Berg zwijgt. Hij staat gebroken voor den man
tegen wiens haat hij niet op kan. Ik heb mij vernederd, denkt
hij, wat kan ik meer? Je schuld belijden, weet hij. dat heb je
nog niet gedaan. Hij kan niet, het laatste restje van zijn zelf
gevoel kan hij niet prijs geven.
„Neem het aan", smeekt hij.
Dan ontspannen zich de bleeke lippen van den ander. Vol
donkere haat ziet hij hem aan. „Ik heb je goedheid niet noo
dig", antwoordt hij ijzig-kalm, alsof hij zich lang beraden
heeft.
Daar is geen verwikken of verwegen aan. Er is een muur
waar niemand doorheen kan, een onneembare vesting van
haat.
„Maar het is toch jouw belang?" klaagt Van den Berg,
„ik doe het toch voor jou!" Ineens houdt hij stil. Dat is een
leugen. Want hij doet het immers alleen voor zichzelf, alleen
om zijn eigen onrust te stillen.
Het maakt hem moedeloos; hij peilt de diepe afgrond die er
tusschen twee menschen zijn kan. Hij heeft geen kracht meer
om verder te spreken, elk woord klaagt hem aan. Als hij den
ander in de oogen kijkt, ziet hij daar Be triomf. Vernederd
staat hij daar, bespot. Elke seconde die de kleine pendule op
de schoorsteenmantel tikt is een slag in zijn gelaat. Ik
had het anders moeten aanpakken, denkt hij voortdurend ia
éénzelfde yerwijL k(Wordt vervolgd), A