►IT
wedijvert met Parijs!'
Ko'onisatie-
ogelijkheden
'OlMMKT
WOENSDAG 7 APRIL 1937
DERDE BLAD PAG. 9
«am
DONDERDAG 8 APRIL
HILVERSUM I 1875 M. 8.00—9.15 KRO
10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—11.30 NC
RV. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 10.15
Morgendienst. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15
KRO-orkest en Gram.pl. 2.00 Handwerk-
cursus. 2.55 Gram.pl. 3.00 Vrouwenhaliuui
3.45 Bijbellezing. 4.45 Cursus voor de
jeugd. 6.00 Cello en piano. 6.45 Causerie
7.00 Berichten, 7.15 Journ. weekoverzicht
7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herh,
SOS-Berichten. 8.15 Reportage. 9.15 Orgel
spel. 10.00 Berichten ANP. 10.0511.30
Gram.pl. Hierna: Schriftlezing.
HILVERSUM H 301 M. AVRO-Uitzending.
8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.3f0
omroeporkest. 12.30 De Octophonikers, 1.15
Orgelspel. 1.30 De Octophonikers. 2.00 „Het
leven in Hindoestan". 2.30 Zang. 3.00 Naaid
en borduurcursus. 4.00 Voor zieken en
thuiszittenden. 5.30 AVRO-Aeolian-orkest
7.00 Voor de kinderen. 7.30 Engelsche les,
8.00 Berichten ANP. 8.15 Concertgebouw*
orkest. In de pauze: orgelspel. 10.30 Gram<
pl. 11.00 Berichten ANP.
DROITWICH 1500 M. 12.05 BBC-Welsch or
kest. 1.05 De BBC-Zangers. 1.35 Sextet,
2.20 Trio. 3.10 Causerie, 3.15 Sted. orkest
Bournemouth. 6.40 „This and that", cause
rie. 7.00 BBC-orkest. 9.00 „Why talk about
words?" causerie. 10.20 Kerkdienst. 10.40
Cembalovoordracht. 11.00 „Timber", cau
serie.
RADIO PARIS 1648 M. 11.35 Omroeporkest
en zang. 4.05 Zang. 7.05 Zang, 7.35 ZanjJ
7.50 Nat. Orkest.
KEULEN 456 M. 11.20 Orkestconcert. 12.33
Concert. 1.35 Gevarieerd concert. 3,20 Zang
en piano. 4.10 Gram.pl. 6.20 Omroepklein*
orkest. 7.30 Omroepkleinorkest en -koor,
9.5011.20 Landesorkest Gouw Baden en
mandoline-orkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.30 Kleirt
orkest. 4.20 Kleinorkest. 7.20 Omroep*
symphonie-orkest en „Trinitas-Koor".
484 M.: 11.20 Gram.pl. 11.50 Kleinorkest,
4.20 Omroeporkest. 5.35 Vioolvoordrachf,
7.20 Omroeporkest. 9.3010.20 Solisten*
concert.
een Q C
Oj Jarige reputatie
op muziekgebied!
Daarom koopt ge ook
Uw Radio bij
RIJKENSDELANOE
GED BINNENROTTE 15V ROTTERDAM
(Adh.
wordt uigegeven bij van Gorcum en Comp,
N.V. te Assen en bedoelt een overzicht tel
geven van de directe en indirecte overheids
controle op de wisselkoers van den gulden^
die veel uitgebreider is dan men meestal
denkt. De ooodige gegevens werden in een
voor ieder begrijpelijke vorm verzameld. Het
geschrift onthoudt zich yan iedere geld
politieke waardeering.
weemoed haar taak neer, maar hoopte, op
andere wijze in de toekomst haar beste
krachten als internationaal comitélid aan
den raad te kunen blijven geven.
Woorden van hulde en waardeering wer
den alsnog tot haar gesproken door de
dames Piepers, Baelde, Wasterman, en
Marie Hemen, waarmede de aanwezigen
van harte haar instemming betuigden.
Het toezicht op den gulden
Wij ontvingen een exemplaar van het
boekje „Het Toezicht op den Gulden", door
Mr B. W. Kranenburg geschreven in de
serie „Vragen van nu'. Het geschriftje
tere cijfers tot de conclusie zullen voeren:
aan Argentinië moet met name Nederland
al zijn aandacht wijden!
Gelden bovengenoemde cijfers uitsluitend
de producten van de landbouw, ook de vee
teelt heeft zich in de loop der jaren enorm
ontwikkeld; met die ontwikkeling bedoelen
wc niet alleen het vermeerderen, maar spe
ciaal ook het verbeteren van de veestapel.
Omdat men in het algemeen van dit land
een slechte opinie heeft en denkt, dat we
hier nog leven zooals in de middeleeuwen,
stel ik er prijs op te vermelden, dat er becl
veel is gedaan en dat geen kosten zijn ont
zien, om de veestapel te veredelen. Het
hestc uit alle deelen der wereld is inge
voerd, om dit doel te bereiken, zoowel voor
koeien als voor schapen. Groote tentoon
stellingen werden en worden nog telkens
georganiseerd; ook 't Hollandsch stamboek
vee ontbrak niet en zooals reeds gezegd,
op geld werd niet gekeken.
Om een enkel, maar sprekend voorbeeld
te noemen: in het jaar 1925 werd voor een
fokstier het enorme bedrag van 152.000
(honderd twee en vijftig duizend) pesos be
taald en in dat jaar kwam dit op ruim
162.000 gulden. Dit was het record; momen
teel betaalt men van 20 tot 30 duizend
pesos voor en sti _r.
De uitvoer van vleesch en verdere pro
ducten van de veeteelt is dan ook zeer be
langrijk. Laat mij ook hier eenige cijfers
geven en wel van de export in het jaar 1935.
Gekoeld rundvleesch. ter waarde van 161
millioen pesos.
Bevroren rundvleesch, ter waarde van 7
millioen pesos.
Gekoeld en bevroren schapenvleesch, ter
waarde van 31 millioen pesos.
Gekoeld en bevroren varkensvleesch, ter
waarde van 5 millioen pesos.
Bevroren tongen, ter waarde van 1 mil
lioen pesos.
Bevroren inwendige organen, ter waarde
van 6 millioen pesos.
Het is natuurlijk niet mogelijk om vol
ledig te zijn; dan zou er een brochure ge
schreven moeten worden. Maar nog een
paar cijfers mogen hier volgen, alles be
trekking hebbende op het jaar 1935.
Export van wol ter waarde van ruim
115 millioer pesos.
Export van wol ter waarde van ruim
115 millioen pesos;
Idem van huiden en vellen, ter waarde
'an bijna 98 millioen pesos;
Idem van zuivelproducten, ter waarde
ran ruim 15 millioen pesos;
Idem van boschproducten, ter waarde
ran bijna 44 millioen pesos;
Idem van granen en lijnzaad, ter waarde
;an ruim 872 millioen pesos.
Tenslotte wijst de statistiek uit, dat Ar
gentinië in het genoemde jaar een groote
verscheidenheid van artikelen heeft uitge
voerd, welke samen een waarde vertegen
woordigen van ruim 1569 millioen pesos
papier. We vergeten hierbij niet, dat dc
peso in waarde is verminderd,, maar de
waarde-vermindering van het geld betreft
schier alle landen der wereld.
Wie nu kennis neemt van de cijfers, 'die
de uitvoer van Argentinië in het licht stel
len, moet wel genezen worden van de waan
alsof dit land in 6chier elk opzicht achter
lijk zou zijn, zonder perspectieven voor de
toekomst. Juist omdat ons telkens weer
blijkt, dat er over Argentinië verkeerd ge
dacht wordt, meenden we goed te doen cm
die cijfers eens te publiceercn.
De laatste jaren kwamen er enkele land-
genooten naar hier en steeds was dan mijn
vraag, nadat ze iets van Buenos Aires had
den gezien en een poosje in het land waren:
wat is uw indruk? En onveranderd kwam
dan liet antwoord: geheel anders dan men
ons in Nederland heeft wijsgemaakt. En
dan in deze zin dat het hun in de meeste,
zoo niet in alle opzichten meeviel. Ook uit
brieven om inlichtingen die ik schier elke
week uit het vaderland ontvang, blijkt dui
delijk, dat men een geheel verkeerde voor
stelling van Argentinië heeft. Velen denken
nog, dat er op het land geen huizen zijn,
dat er gebrek is aan sommige eerste levens
behoeften, dat er gevaar is voor wild ge
dierte, in één woord, dat we hier nog leven
zooals de Papoea's of zooals Robinson
Crusoe op zijn beroemd eiland.
En als we vertellen, dat ook hier heel
goede sociale wetten zijn dan kijken ze ons
wel wat ongcloovig aan. Het zij zoo. Ern
stige en eerlijke emigratie-specialiteiten
kunnen in Argentinië een dankbaar object
voor verdere onderzoekingen vinden; dan
zullen ze zeker tot de conclusie komen
eenerzijds, dat dit groote en op natuurlijk
gebied zoo rijk bevoorrecht land al te lang
is verwaarloosd; anderzijds, dat de vraag,
of er hier kolonisatie-mogelijkheden zijn,
met volle vrijmoedigheid bevestigend kan
beantwoord worden.
Laten we dan in de volgende artikelen
over die mogelijkheden eens verder met
elkaar praten.
BuenosAires. X. C. SONNEVELDT
I stond in ons blad van 3 April j.l.
BINNENLAND
Het overlijden van den
Belgischen gezant
Deelneming van H.M. de Koningin
De grootmeester van H.M. de Koningin,
J- II. F. Graaf du Monceau heeft gister
middag een bezoek van rouwbeklag afge
legd bij douairière Maskens en haar de
deelneming van H.M. de Koningin bij het
overlijden van haar echtgenoot, betuigd.
Staatscommissie voor het
Bankwezen
Door Minister Oud geïnstalleerd
In één der zalen van het Departement
van Financiën is gistermiddag door den
Minister van Financiën, Mr. P. Oud, ge
ïnstalleerd de door hem ingestelde staats
commissie voor het Bankwezen.
Deze Commissie zal, naar men weet de
kwestie van het toezicht op het particuliere
bankwezen voorwerp van haar onderzoek
maken. Tevens zullen daarbij bestudeerd
worden de daarmee samenhangende vraag
stukken in het bijzonder wel de vraag in
hoever het bankwezen de conjunctuur kan
bcinvloe&en. Voorts zal worden nagegaan of
en in hoeverre het statuut van de Neder-
landsche Bank "wijziging behoeft.
Minister Oud hield de installatieredo
welke door den Voorzitter der Commissie
Jhr- Mr. D. J. de Geer werd beantwoord.
Burgemeester J. in 't Veld
geïnstalleerd
Onder groote belangstelling is Dinsdag
avond de nieuwe burgemeester van Za
dam, Mr. Dr. J. i n U V e 1 d, als eoodanlg
geïnstalleerd.
De familie in 't Veld werd aan het station
verwelkomd door een groote menschenme-
nigte, waaronder vele leden van Bond van
Vereenigingen, ivoor Kunst en Sport Voor 't
balkon van het gemeentehuis heeft een groot
aantal vereenigingen gedefileerd. Namens
de reeds eerder genoemde Bond heeft de
heer J. J. Kolman den burgemeester welkom
geheeten. De heer In 't v^eld damikte voor de
gebrachte hulde en begaf ziich vervolgens
met zijn familie naar de raadszaal, waar de
installatie plaats vond.
Namens den gemeenteraad verwelkomde
de oudste wethouder, de heer K. Prins,
den burgemeester, complimenteerde hem
met zijn benoeming en installeerde hem,
door het omhangen van den ambtsketen, als
burgemeester van Zaandam.
Burgemeester in 't Veld sprak daarna een
rede uit. waarin hij gewaagde van blijdschap
over deze benoeming.
Na de rede van den burgemeester is het
woord nog gevoerd door wethouder Kan.
door burgemeester H. K 1 e r k Jzm. van Krom
menie en door verschillende leden van den
raad namens onderscheiden fraoties.
Tot degenen, die de installatieplechtigheid
bijwoonden, behoorden wethouder Brautigam
van Rotterdam, met den oud-wethouder Mr.
A. de Jong en den gemeente-secrettaris Mr.
M. Smeding,
„Modes et Travaux"
het bekende Parijsche Modeblad
schrijft.De Nederlandsche vrouw
draagt schoentjes van zeer fijnen snit
onberispelijk van lijn: Swift-schoentjes!
Elk Swift-schoentje kan wedijveren met
wat Parijs, het centrum der Modekunst,
brengt I"
Dit is in 't kort het oordeel van een der voornaamste Parijscht
Modebladen.
'n Hulde aan de nieuwe Swift-voorjaarscollectie, die ge
roemd wordt om haar rijkdom van modellen, sierlijke lijnen en
geestige garneeringen.
Let U eens op die artistieke Swift-voorjaarsschoentjes in
de etalages. Iedere zelfstandige schoenwinkelier heeft een rijke
keuze. U vindt er zeker dat Swift-schoentje, dat volkomen
harmonieert met Uw nieuwe voorjaarstoiletje, met Uw type
en.... Uw beurs.
f 5.50
f 6.25
f 6.95
UW VOET LIJKT EEN NUMMER KLEINER
Nationale Vrouwenraad
De 38e Jaarvergadering te Utrecht
In de voortgezette vergadering van den
Nationalen Vrouwenraad kwam de verkie
zing van drie leden van het dagelijksch
bestuur aan de orde.
Aangezien Mr. C. Frida Katz mededeelde
niet herkozen te willen worden, werd be
sloten niet drie, maar twee leden van het
dagelijksch bestuur te kiezen, zoodat een
vacature blijft bestaan.
Als leden van bet dagelijksch bestuur
werden gekozen mevr. J. M. s'Jacob-Loder
te Baarn, voorzitster van het hoofdbestuur
van den Alg. Ned. Vrouwenvereeniging „Tes-
selschade" en mevr. II. G- van Abriiy-de
Kempenaer, o.a. hoofdbestuurslid en presi
dente der afd. Eindhoven v. d. Ned. Ver. v.
Huisvrouwen.
Mevr- Westerman verk'aarde zich bereid
voor een jaar het Presidentschap waar te
nemen.
Aangenomen werd de volgende resolutie
„De N.V.R. van Nederland vestige de
aandacht der Regeering op het toenemend
samenbrengen van een zeker aan lal kinde
ren onder den leerplichtigen leeftijd en oo
de gevaren door onvoldoende regeling en
toezicht daaraan verbonden. Bedoeld wor
den hiermede ongesubsidieerde kleuter
scholen, kleuterklasjes, kinderbewaarplaat-
Na eenige discussie werd aangenomen
het voorstel:
,De N.V.R. dringe bij de Regeering aan
op een wettelijke regeling omtrent het toe
zicht en de controle op de keuze van pleeg
gezinnen en op de behandeling der pleeg
kinderen."
Gisteravond werd de bijeenkomst voort
gezet in een openbare vergadering waar
door een aantal spreeksters werd behandeld
het onderwerp: „de houding der jongeren
ten opzichte van de Vrouwenbeweging"-
Voor deze beschouwingen bestond groote
belangstelling. Na afloop werd een leven
dige nabeschouwing gehouden.
In de zitting van Dinsdagmiddag werd
besloten dat do volgende algemeene verga
dering waarschijnlijk te Haarlem zal wor
den gehouden.
Mevr. Mr. Frida Katz nam tenslotte met
enkele woorden afscheid als presidente van-
den nationalen Vrouwenraad. Ze legde met
5. 't Orgeltje draait lustig voort
En verspreidt zijn klanken;
Fikkie grauwt en gromt en bast
En slaat aan het janken,
Zoodat het niet lang meer duurt
Of de honden uit de buurt
Komen altegader
Woedend blaffend nader!
6. Pipa pakt z'n orgel op,
Gaat er mee aan 't maaien
En probeert het hondsch gebroed
Muzikaal te aaien.
't Blaffen stijgt tot razernij,
Vaders broek krijgt averij!
Kinderen, eilacie!
Wat een consternatie!
.(Wordt vervolgd).
ii*)
In ons eerste artikel wezen we, bij wijze
van inleiding, op het onloochenbare feit,
idat Argentinië een zeer belangrijk land is,1
niet het minst door zijn nu reeds gewel
dige export van landbouw- en veeteeltpro
ducten. Ik zeg: nu reeds. Dat ziet op de
dunne bevolking en de omstandigheid, dat
slechts 22 pet dier bevolking op het land
werkt. Welke perspectieven opent dit niet
voor de toekomst wanneer die bevolking
eens dubbel zoo groot zal wezen en wan
neer er eens degelijke landbouw-kolonies
zullen gesticht zijn? Want dat het, daarheen
gaat, lijdt geen twijfel! Nog in deze dagen
verschijnen er in Engelsohe bladen artike
len, waarin gewezen wordt én op het gun
stig heden èn op een veelbelovende toe
komst
Aangezien het onderwerp dat we in de/.e
artikelen-reeks hopen te behandelen van
uiterst praktische aard is. is eenige preci-
eeering in dit verband misschien niet on
welkom. Geen abstracte beschouwingen, al
rusten ze op de basis der werkelijkheid,
maar „feiten en cijfers" mogen en moeten
hier genoemd worden, opdat de belangstel
lende lezers zich een juiste vooretelling
kunnen vormen van de rijkdom van Argen
tinië en van de plaats, welke dit land nu
reeds op de wereldmarkt inneemt.
Bepalen we ons nu maar tot de uitvoer
van de volgende producten: tarwe rogge,
haver, gerst, lijnzaad en mais. Vooraf ga
de opmerking, dat met de uitvoer van
tarwe, lijnzaad, gerst en mais pas in het
jaar 1880 is begonnen en die van haver
eerst in 1893. De statistieken laten dan zien,
dat het met de export in de loop der jaren
steeds opwaarts is gegaan, behoudens eenige
uitzonderingen in slechte jaren. Het heeft
geen nut om van al die jaren de cijfers te
noemen; we volstaan met het noemen van
de eerste en de laatste gegevens. Ik hoop,
dat niemand die cijfers „droog" zal vinden;
ze spreken een heerlijke taal; ze gewagen
van vooruitgang en van Gods zegen!
Tarwe: Uitvoer in 1880: 1166 ton; in
'1935: 3.800.043 ton (zegge en schrijve: bijna
vier millioen ton!).
Rogge: Uitvoer in 1882: 8 ton; in 1935:
239.411 ton.
Haver: Uitvoer in 1893: 9S5 ton; in 1935
376.521 ton.
Gerst: Uitvoer in 1SS0 556 ton; in 1935:
419.862 ton.
Lijnzaad: Uitvoer in 18S0: 958 ton; in
]1935: 1.777.632 ton.
Mais: Uitvoer in 1S80: 15.032 ton; in 1935
•7.051.460 ton (ruim 7 millioen ton).
Het is geen wonder, dat de heer v. Balen
in verband met deze statistieken Argen
tinië noemt: de korenschuur van de wereld.
Vergelijkt men voorts hiermee de export-
cijfers van andere landen, dan blijkt het
volgende: als exporteur van tarwe neemt
'Argentinië de tweede plaats op de wereld
markt in, slechts overtroffen door Canada;
als exporteur van .lijnzaad, mais en haver
staat Argentinië bovenaan; als exporteur
van gerst en rogge nog op de tweede plaats.
Vergeet hierbij natuurlijk niet, dat er wel
landen zijn, die meer van deze producten
produceeren, maar het gaat bier om het
overschot, dat uitgevoerd kon worden.
Ik hoop en vertrouw dat ook deze nuch-
Gezicht op de „Nieuwe Haven" te Buenos 'Aires
JANTJE WELGEMOED EN ZIJN VADER
door G. TH. ROTMAN ÏNridruli verboderiX
VEOWAAL UIT
tHollandsc-he
Boerenleven
_..0,V£RMEEa
(53
„Maar is dat niet een vertroosting, iets overweldigend
groots, dat de Heere ons leidt, dat Hij met ons gaat, en dat
Hij ons aan Zijn handen voert door de storm en de donkerte
van ons leven? Ja, het is een troost, maar zij is er pas als wij
tot de erkenning gekomen zijn: „Heere, neem Gij mijn handen
en leid Gij mij. In de zwarte nacht van deze wereld ben ik
angstig en ik zie geen uitkomst". Dan daalt er de troost van
onzen Heiland in ons hart, die gezegd heeft: „Zoek eerst het
Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid, en alle dingen zullen
u toegeworpen worden". Dan is er de wijde vrede van het
geluk in God: dan is er de zonneschijn van Gods troost, en
dan gaan wij met Hem en aan Zijn hand door het leven,
door de angst, door fie werkloosheid, door de crisis, door de
ziekte door den dood straks. Met mijn God spring ik over
een muur. Want Zijn weg is volmaakt".
Het is doodstil in de kerk als de dominee uitgesproken
heeft. En velen bidden in hun hart het dankgebed mee, waar
in de oude predikant voor alle menschen de kracht en het ge
loof vraagt om hun leven aan God, den eenig Volmaakte, in
vertrouwen over te geven.
Piet Bruining rijdt met zijn vrouw naar huis. Hij zit licht
voorovergebogen, de leidsels losjes in de handen, strak voor
zich uit te kijken over de rug en de dansende kop van het
paard. Het is zijn door de jaren gewende houding. Vroeger,
in zijn jonge jaren, ging hij geheel op in het genot van het in
toom houden van een trotsch en fier dier. Toen zat hij nog
recht en sterk op den wagenbok. Maar ook deze laatste
levenslust is door de zorgen overmeesterd, al is er uiterlijk
weinig veranderd. Alleen de glans in zijn oogen verdofte
en de rechtheid van zijn rug werd wat gebogen. Zijn strakke
blik echter bleef; slechts zijn gedachten zijn anders, zorglijker.
Het is lang geleden, dat hij met de kapwagen naar de kerk
geweest is. Tijdens Neeltje's ziekte is hij er, vooral op haar
aandringen, enkele malen op de fiets heen gegaan, meesten
tijds is hij thuis gebleven, met de verontschuldiging, dat hij
andere dingen had om over te denken. Hij was nooit gods
dienstig geweest, ging naar de kerk omdat het nu eenmaal
hoorde. Maar wat geeft hij de laatste tijd er om wat hoort
of niet hoort. Met naar de kerk te loopen red je je zaken
niet.
Met de doop van het jongste kind, nu al weer enkele
maanden geleden is hij er voor het laatst geweest. Neeltje
was daar niet bij; ze was nog te zwak. Haar oude moeder is
in haar plaats meegegaan en heeft het kind ten doop gehou
den. Onder de toespraak van den dominee voelde Piet zich
vreemd en onwennig daar voor in de kerk. Vertrouwelijkheid
had hij er nooit gevonden, tusschen al die menschen, die
vreemden voor hem gebleven waren, maar nu hij de koude
.nieuwsgierigheid op de gezichten las: „Waar is zijn vrouw?",.
allerminst.
Dominee Velt ïs ïn de week daarna op „Nooit Volmaakt"
geweest om het doopbewijs te brengen. Piet verontschuldigde
zich; een gesprek met een dominee leek hem iets verschrik
kelijks. Maar met de vrouw in het ledikant heeft de oude man
lang gesproken. Met schaamte bemerkte hij, hoe deze vrouw
naar zijn bezoek gehunkerd, naar zijn troost, de troost van
zijn Meester, uitgezien had.
Nu Neeltje hersteld is, heeft zij er op aangedrongen naar
de kerk te gaan. Dat enkele dagen geleden hun bedrijf de
genadeslag gekregen heeft, en dat het dezen Zondag juist
dankdienst zou zijn, heeft haar niet kunnen weerhouden. Was
er nog niet veel, waarvoor zij dankbaar moesten zijn? Had
de Heere haar niet door een donkere nacht van ziekte heen
geleid en haar weer aan de haren teruggegeven? En was dat
niet veel meer dan een kapot geslagen bedrijf? En tenslotte,
juist nu hadden zij de gemeenschap met den Heere en Zijn
vertroosting noodig; en waar vindt men die beter dan in de
kerk? Laat de menschen dan maar vijandig zijn.
De troost en de wetenschap, dat de Heere hen niet alleen
Iaat, heeft zij vanmorgen opnieuw mogen ontvangen. Het is
haar zelfs geweest of zij door de woorden van dominee Velt
de stem van den Heiland gehoord heeft, die tot haar persoon
lijk sprak en haar troostte. Nooit Volmaakt, zoo heette hun
woning; en dat de oude predikant juist dezen morgen over
het eenige Volmaakte van Gods leiding met den mensch ge
sproken heeft, heeft haar een ontroering gegeven die nog in
baar nadeint nu zij in de schemerige kapwagen naar huis
rijdt; naar „Nooit Volmaakt". Moeten zij het niet zoo zien,
dat het hun fout geweest is. zich aan het onvolmaakte te
hebben vastgeklampt, en den Volmaakte te hebben vergeten?
De preek heeft ook Piet getroffen. Het is hem of hij vroe
ger, toen hij de naam op hun woning liet schilderen, reeds
zijn eigen vonnis geveld heeft. Hij wist toen al, of hij meende
het althans te weten, dat er geen geluk volkomen was. En
toch heeft hij er het volkomen geluk gezocht Misschien juist
daarom er te meer naar gestreefd. Hij heeft boven zijn men*
schelijke kracht willen uitreiken, de omstandigheden willen
tarten, het op willen nemen tegen de gansche wereld, omdat
hij in zich zelf en in zijn eigen kracht geloofde. Het is uitge-
loopen op een ontgoocheling, die hij al langen tijd verwacht
had, maar die deze week definitief geworden is. Het is mis*
lukt; het onvolmaakte i s onvolmaakt gebleven.
De slag, zoo lang verwacht, is bijna een opluchting ge*
weest. Het dreigen, maandenlang, was een marteling, die het
restje van zijn zelfvertrouwen heeft murw gemaakt, zoodat
het hem tenslotte een opademing was, eindelijk alles beslist
te weten.
Wat nu? Gelooven, dat deze weg van ontgoocheling de
volmaakte weg van God geweest is, zooals de dominee zei?
Erkennen dus, dat het Gods wil geweest is om hem zijn zelf
vertrouwen te ontnemen en hem klein te krijgen, eronder te
krijgen? Dat komt dan neer op een overgave, de erkenning
het verloren te hebben. Maar dat valt tegenover omstandig
heden, zooals „slechte tijden", gemakkelijker dan tegenover
een bewust willenden God. Tegen een muur weet je dat je
ie kapot zult loopen en daarom doe je 't niet; je erkent het
Noodlot, dat even onmachtig als almachtig is. Maar de al
macht van God is een vesting waartegen een mensch tot zijn
laatste ademtocht stormloopt. Ook een man als Piet Bruining,
die nu de laan van zijn woning oprijdt tusschen de inrijd
palen waarop staat „Nooit Volmaakt"*
[(Wordt vervolgd),