)m het kind en het kind alleen RIDDERORDEN )e Wieringermeerpolder __JINSDAG 16 MAART 1937 TWEEDE BLAD PAG. s )e stichting van Ihristelijke B.O.-scholen Hoe Rijk, gemeenten en provincie kunnen samenwerken uders en onderwijzers febben een taak Da Costa's opwekking, in dicht- maat geuit, dat scholen gesticht zouden I worden, waar het heerlijk Evangelie- zout in werd gestrooid is niet zonder t weerklank gebleven. Tenminste niet, J wat het gewone lager onderwijs be- I treft. Maar ten aanzien van het buiten- gewoon onderwijs moet het Christe- I lijk onderwijs het helaas nog vèr af- leggen tegenover de openbare scholen. oorzaak is, zooals we reeds in het rige artikel vermeldden, het feit, dat deze fcrt van onderwijs wel financieele gelijk- "elling kent in de wet, doch niet in de ^ctijk. De l.o.-wet 1920 stelt vast dat ver ding gegeven zal worden voor school- [chting of -uitbreiding, door rijk en ge uite, volgens de regelen bij algemeepen fcatregel van bestuur vast te stellen. Helaas 1 nooit de Koninklijke Besluiten versche- welke die maatregelen van bestuur 1 inhouden, feierdoor is de school voor buitengewoon jderwijs in het gedrang en op den achter- fond geraakt. Gemeentebesturen konden r>el makkelijker overgaan tot het stichten ui buitengewoon l.o.-scholen, dan besturen. Toch zijn de moeilijkheden te overwinnen. 'oe de gemeente kan meewerken De grootste moeilijkheid voor schoolstich- ng is wel het ontbreken van het noodige ichtingskapitaal. De gemeente behoeft el geen medewerking te verleenen, doch zij a g dat wel doen. En de gemeente kan e medewerking verleenen door aan het te >rmen schoolbestuur een leegstaand school- bouw af te staan. Dat is in dezen tijd van iheffing van kleinere scholen in vele plaat- wel mogelijk. Indien die mogelijkheid let aanwezig is, dan kan een andere weg rolgd worden, namelijk deze, dat het ïoolbestuur een stichtingskapitaal leent, 1 school koopt of een gebouw koopt dat school is in te richten en de rente en flossing overbrengt naar de jaarlijksche tploita tierekening e exploitatierekening alet Rijk betaalt in de jaarlijksche exploi (tiekosten een vergoeding van de aan he. rplichte personeel betaalde jaarwedden, j gemeenten dragen overeenkomstig het on. Besluit van 1923 15.— per leerling en ir jaar bij. Zij mogen echter meer bijdra- In en er zijn dan ook gemeentebesturen die t groote belang van dit onderwijs inzien 1 die f 65.— of f 70.— per jaar subsidie irleenen. Voor de gemeentebesturen is het van zeer veel belang, dat de gemeente zoo min mogelijk geestelijk misdeelden tot haar last krijgt. En hoe meer nu het B.O. erin slaagt om geestelijk misdeel de kinderen op te voeden voor de maatschappij, zóó, dat ze zichzelf nog weten te redden, des te minder arm- lastigen krijgt de gemeente later te verzorgen. Dit is een evident belang voor de gemeenten, dat leden van een i schoolbestuur eener school voor B.O. zeer zeker onder de aandacht van B. en W. en den gemeenteraad kunnen brengen bij hun propaganda voor een stichting eener Christelijke school voor B.O. De wijze van propaganda Wanneer voor het stichten van een streek school samenwerking van vele schoolbesturen van verschillende gemeentebesturen noodig is, dan zal het meestal wenschelijk zijn, dat in verschillende dorpen propagan- -samenkomsten worden georganiseerd, waar telkens een deskundige uit de kringen het B.O. als spreker optreedt, zoo mo gelijk met een tentoonstelling van leermid delen, of met een film van het Christelijk B.O. Zelfs voor deze propaganda is al geld noodig. Dat kan op deze manier gevonden worden, dat schoolbesturen zich verbinden een scholenbond, welke het besturend orgaan zal vormen voor de te stichten Chr. school voor B.O. Als nu twintig besturen van Chr. scholen daartoe besluiten en elk f 10. storten, dan is in die eerste kosten voor propaganda reeds voorzien. Hoe heerlijk kan men op deze wijze sa menwerken voor het geestelijk misdeelde kind. Want we moeten er bij alles aan den ken, dat het belang van het geestelijk mis deelde kind primair is, en dat het kind schreiende behoefte heeft op vele plaatsen een school voor B.O., waar het dat on derwijs kan krijgen, dat het zoo dringend behoeft. Daarom zal als een bestuur gevormd wordt uit de bestaande Chr. lagere scholen er nimmer kwestie zijn over de vraag of een leerling, die geestelijk misdeeld is naai school voor B.O. moet, ja dan neen. Want dan staat het schoolbestuur en dan staat ook het personeel der school, waar de leerling is, dezen af aan de eigen school voor B.O. welke een uitbouw is van de eigen school organisatie. Hoe worden de leerlingen gevonden? Er zijn namelijk bij dergelijke schoolstich ting weer heel andere moeilijkheden te over winnen dan bij de stichting eener gewone lagere school. Dan kunnen Ouders van bepaald aantal leerlingen die nog niet gelijksoortige school bezoeken een verklaring teekenen. Bij een school voor B.O. gaat dat heel anders toe. Dan moeten de leerlingen gezocht worden op de bestaande Christelijke lagere scholen. En dan spreken het hoofd, en de klasse onderwijzer (es) en de ouders een woordje mee. De ouders willen soms liever hun kind niet op een school voor B.O. hébben omdat ze hun eigenliefde gekwetst vbelen, als ze hun kind op „zoo'n school" moeten zien gaan. Ze vergeten daarbij, dat het voor het kind ontzaglijk nadeelig is, als hij dit onder wijs. niet zal krijgen. De onderwijzers willen soms een leerling niet afstaan uit allerlei motieven. Wij willen nu de mogelijkheid, dat men den leerling niet wil afstaan in verband met de teldata, buiten beschouwing laten, want in de kringen van het Christelijk on derwijs mag en zal dit toch wel nooit voor komen. Wanneer de liefde tot Christus ons dringt, dan zullen wij allen trachten om het beste te zoeken voor onze kinderen, ook voor de geestelijk misdeelde kinderen. Neen juist nog voor dezen, omdat Christus het ge- krookte riet nooit heeft willen uitblusschen, maar Hij juist het verachte en verminkte tot Zich heeft willen vergaderen. Maar de onderwijzers kunnen het nog niet zoo zwaar inzien met een leerling. Ze kun nen geheel te goeder trouw mei dat na eenigen tijd de jongen of het meisje wel wat zullen bijspijkeren, dat er nog wel wat zal ingaan van de lessen. Deze goedwillendheid tegenover het geestelijk misdeelde kind is echter voor dat kind zelf funest. Want het is DR. A. H. COLIJN ALS SPORTSMAN Hoe hij in 1912 een detachement grenadiers „versloeg" De vierdaagsche was voor hem een peuleschil Complete tuinameublementen, door de leerlingen van een B.O.-school vervaardigd. van het allergrootste belang, dat deze kinderen hoe eer hoe beter komen op de school die zich aanpast bij hun ver standelijke vermogens, omdat ze dan makkelijker den gang van het werk op die school leeren kennen en dus te beter geschikt gemaakt kunnen worden. Schoolhoofd en psychiater Bij stichting eener school voor B. O. gaat het dan ook zoo, dat gewoonlijk het hoofd eener naburige school voor B. O. wordt aan gezocht, die samen met een psychiater de leerlingen op de lagere scholen onderzoekt en nagaat wie van de leerlingen voor plaatsing op een school voor B.O. in aanmerking komt. Willekeur is dus uitgesloten; de man van het B.O. wordt gecorrigeerd door den psychiater en omgekeerd wordt ook de psychiater ge assisteerd door het hoofd der B.O. school. En dan moeten de ouders van de kinderen die op een te stichten B.O.-school hooren, bezocht worden. Ze moeten overtuigd wor den, dat het is voor het welzijn van hun kind. En daaraan kan het personeel van de gewone lagere school stellig meewerken. Zij hebben daarin dus een schoone taak. Het gaat in de meeste gevallen om het volkskind, dat zelf geen verweer heeft, dat ook financieelen ruggesteun mist van rijke ouders en/of verwanten, en dat dus vooi heel zijn leven zal aangewezen zijn op het geen er met hem gebeurt inzake zijn oplei ding op schooL CONCENTRATIE BIJ HET ONDERWIJS Tweede Kamer vereenigt zich met de strekking van het wetsontwerp Bezuiniging moet hoofddoel zijn Blijkens het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer betreffende het wets ontwerp tot wijziging van de L.O.wet 1920 (beperking stichting van scholen) kon men zich, behoudens opmerkingen van technischen aard, algemeen met de strekking van het ontwerp vereenigen. Vele leden vroegen intusschen nadere in lichtingen omtrent 's ministers interpretatie van artikel 19. Voorts werd er de aandacht- op gevestigd,dat bij de concentratie- van het openbaar onderwijs tengevolge van het. rondschrijven van Minister Marchant in 1933 verschillende openbare scholen zijn opgehe ven, welke zouden zijn blijven bestaan, wanneer toen in acht genomen waren de thans voorgestelde bepalingen. Zij betreur den dat volledig herstel van deze scholen niet meer mogelijk is, doordat de leerlingen naar een andere openbare school of naai het bijzonder onderwijs zijn overgegaan. Niettemin moet herstel van deze scholen geschieden, voorzoover zij met inachtneming der bij dit ontwerp voorgestelde bepalin gen, thans zouden kunnen bestaan. De hier aan het woord zijnde leden erkenden, dat dit ontwerp voor een deel dezer scholen her stel mogelijk maakt, doch daarvoor is noo dig het initiatief van den gemeenteraad, van Gedep. Staten of de Kroon, waarbij de wenschen van een bepaald aantal ouders niet altijd gewicht in de schaal leggen. De hier aan het woord zijnde leden ver zochten de regeering, te overwegen, hoe dit wetsontwerp ware te verbeteren door daar aan bepalingen toe te voegen die zekerheid geven, dat de liierbedoelde scholen in den aangegeven zin zullen worden hersteld. Voorts gaven deze leden als hun meening te kennen, dat die toepassing van de hier voorgestel&e wettelijke bepalingen niet ge richt zal moeten zijn op het doen verdwij nen van een zoo groot mogelijk aantal bij zondere en openbare scholen dooh dat be staande soholen alleen dan zullen moeten worden opgeheven, wanneer dit voeren zal tot een concentratie, welke werkelijk bezui niging zal brengen. Bezuiniging van eenige beteekenis, aldus deze leden, is alleen te verwachten, wanneer daardoor het salaris van een of meer leerkrachten wordt uitge spaard. Op de andere kosten van het onder wijs valt weinig meer te bezuinigen. De hier aan het woord zijnde leden waren van oordeel, dat de geest van dit wetsontwerp meebrengt, dat in derge lijke gevallen, waarin geen of weinig bezuiniging is te verwachten, de Minis ter gebruik zal maken van zijn bevoegd heid tot het verleenen van ontheffing, Gaarne zouden zij vernemen, of de mi nister deze opvatting deelt Sommige leden waren van oordeel dat van concentratie van bijzondere scholen, welke dit wetsontwerp beoogt, in de practijk wei nig zal blijken. Wel vresden zij verder na deel voor het openbaar onderwijs, vooral in dd dorpen. Vele amdere leden verklaarden dat huns Dat Dr. A. H. Colijn, de zoon van den minister-president, in Nieuw Guinea zulke schitterende resultaten voor handel en wetenschap verwierf, zal m.i. ook voor een belangrijk deel aan zijn sportief lichaam en Ausdauer te danken zijn. Ik herinner mij daarvan het volgende: In 1912 zou ik voor de tweede maal de vierdaagsche afstandmarschen gaan loopen en onder de vertegenwoordigers van de grenadiers waarvan een detachement onder mijn leiding zou uitkomen bevond zich ook de niet getrainde reserve-korporaal der grenadiers A. H. Colijn Bij het vertrek uit de kazerne namen wij grenadiers ons voor te traohten als no. 1 aan te komen en eens te kijken hoe de niet getrainde reserve-korporaal zich bij ons hield (Thans hecht men gelukkig bij vierdaagsche er geen enkele waarde aan wie het eerst binnenkomt doch uitsluitend hoe men arriveert). Den eersten dag zette ik een formidabel tempo in, doch voelde mij 's avonds na mijn plicht als detachementscommandant gedaan te hebben, nog frisch genoeg om met korporaal Colijn het dorp rond te gaan. Den tweeden dag wederom een geweldig tempo en als le kwam mijn detachement binnen. Korporaal Colijn wilde weer het dorp bezichtigen en hoewel zeer vermoeid, toonde ik d;t niet en ging ook mee kijken naar het nieuwe dorp. Den derden dag was het tempo iets minder, toch kwamen wij weer als le binnen, doch lagen spoedig allen te apegapen op het stroo; korporaal Colijn ging echter Nijmegen bezichtigen. Van hem er uit te loopen was geen sprake meer en niemand onzer begreep, waar dit ongetrainde jongmensch den Ausdauer vandaan haalde. Niemand onzer zei echter, dat wij gedacht hadden hem er uit te kun nen loopen. Wij hoopten in stilte nog hem den vierden dag te zullen slaan of te moe ten helpen bij de hindernisbaan de z.g. mili taire prestatie, die de deelnemers van de vierdaagsche aan het slot moesten verrich ten. Wij waren toch in het nemen van een schutting, het springen met den pols, het klimmen over een huisje, bajonetschermen en snelloop alles in volle uitrusting natuurlijk langer geoefend dan de reserve korporaal Colijn en waren overtuigd dat wij hem daarbij hulp zouden moeten ver leenen. Het kwam echter andera uit. Zoodra wij den vierden dag aankwamen ik was met het korps no. 1 gebleven en het sein voor de hindernisbaan gegeven werd, vlogen wij op de hindernisbaan af. Niemand van de grenadiers behoefde geholpen' te worden, maar als no. 1 van deze geoefende militai ren kwam aande reserve-korporaal A. H. Colijn. Geen wonder, dat deze van alle kanten hartelijk gefeliciteerd werd en wij voor dezen reservist diep respect hadden. Dat hij thans de ontzaglijke vermoeie nissen en ontberingen in Nieuw-Guinea kon doorstaan verwondert mij niets. Het bewijst, dat hij zijn sportieven aanleg heeft behouden. Ik hoop hem, nu hij hier is, uit te noodi- gen om 2en Paaschdag de afstandsmar- ROFFELRIJMEN EEN EEREZAAK Do Centrale voor Werkloozenzorg organiseert weer een Inzameling voor de jeugdkampen voor werkloozen. Dit jaar is 150.000 noodig. Wat is er 'prachtig werk gedaan Voor onze jonge vrinden Die voor hun jonge, sterke vuist Geen arbeid kunnen vinden! De leus „Jong Holland snakt, naar Is krachtig ingeslagen: [werk!" Ons Christenvolk heeft graag en gul Zijn penning bijgedragen Om voor het kostelijke doel. Beoogd door de „Centrale", Eendrachtigzonder aarzelen, De kosten te betalen. De honderdvijf en twintig mille Voor negen jongenskampen, Eén week ivas er maar noodig om uit de grond te stampen. Ook nu komt de „Centrale" weer Uw hulp, uw offer vragen; En ieder heeft om Christus' wil Het zijne bij te dragen: Er moeten collectanten zijn Die aan de harten kloppen; Er moeten gulle gevers zijn Om hun de mond te stoppen. Er moet van 't jaar iets méér gedaan Dan in de andre jaren: Wij willen anderhalve ton Dit jaar bijeen vergaren! God heeft de nood ons opgelegd; Hij wil ons toevertrouwen Met nieuwe ijver, sterker trouw. Het kampwerk uit te bouwen. Het is een eer, een eerezaak Een aandeel bij te dragen In dit zoo rijk gezegend werk, Dat ook dit jaar móét slagen. Jong Holland snakt naar werk! Welaan, Laat Neerland er naar streven Een antwoord, klinkend als een klok, Aan Neerlands jeugd te geven. LEO LENS inziens de ten plattelande opgeheven open bare lagere scholen vrijwel alle terecht zijn opgeheven, en dat het openhaar onderwijs op de grootere scholen beter tot zijn recht komt, zonder dat dit heeft geleid tot te groote bezwaren voor wat betreft den af stand! van de woningen der leerlingen tot die scholen. schen rond Den Haag van de Princevlag mee te loopen, daar zijn vader, de minister president, altijd vol belangstelling is ge weest voor onze sportprestaties. Deze marsch zal voor hem nog een peule- schilletje zijn. Helaas zal ik dan niet meer met bem mede kunnen loopen Ik mag mij troosten met het sic transit gloria mundi. Officieele Berichten LEGER EN VLOOT i^djudant van het reg. Jagers P.T.T. Aan den commies b(J de PTT. W Lindenberp ONDERSCHEIDINGEN Toegekend de aan de Orde van Oranje- Nassau verbonden eere-medaille, in zilver, aaa G. M. Heerink te Oldenzaal; in brons aan Chr, Beerman te Dordrecht en J. Fokker te 's-Gra- Fa. VAN WIELIK 9 NOORDEINDE DEN HAAG Telefoon 112246 nr [«EIDIEP'NG Plattegrond voor grdjlandboer'derij boerderijen. Die in Friesland verschillen van die in Noord- Holland. De Groningsche boerderij is weer anders en de Zeeuwsche lijkt ook weer op geen andere. In de verschillende landbouwstreken zijn zelfs weer vrij groote verschillen on derling. En de daar wonende boeren hebben zich geheel in gericht op het type boerderij, dat ze hebben betrokken. Natuurlijk kon aan de hierdoor ontstane geheel verschil lende verlangens der boeren, die uit alle streken van ons land naar de Wieringermeer kwamen, niet voldaan worden. Men moet genoegen nemen met de boerderij die gebouwd is. Maar bij dit bouwen heeft men wel overwogen hoe de gebouwen het best zouden voldoen aan de eischen, die een economische uitoefening van het boerenbedrijf in deze nieuwe tijd stelt Daarnaast kwam nog de eisch, dat de te bouwen boerderijen toch ook weer niet in strijd moesten zijn met het algemeen Nederlandsch karakter van onze boerenwoningen. Boerderij voor gemengd bedrijf Aan alle te stellen eischen bij de groote verschillen die dc aard van het bedrijf eischen is zooveel mogelijk voldaan. We kunnen moeilijk alle verschillende typen weergeven ot beschrijven doch volstaan met de afbeeldingen van enkele der meest voorkomende en geven er tevens de plattegronden van. Het aandachtig beschouwen er van zal meer tot de lezers spreken dan een uitvoerige beschrijving. De veestallen zijn geheel modern uitgevoerd. Om tocht vrije ventilatie te krijgen zijn meerdere systemen toegepast. Daar de geheele Wieringermeer van het waterleidingnet pro fiteert is de drinkwatervoorziening in de stallen geheel auto matisch. Volop licht kan door de hooggeplaatste ramen toe treden. De ruimte vóór en achter de koeien is royaal geno men. Het woongedeelte van de boerderijen is natuurlijk ook volgens de moderne begrippen van hygiëne en gerief in gericht, zonder echter in het luxueuse te vervallen. XX stond in ons blad van 8 Maart. xxi Voor de verpachtingen van boerderijen bestaat steeds roote liefhebberij. Zoo waren er voor de 15 graslandboer- erijen die het eerst verpacht werden (1934) niet minder dan >^h^S37 aanvragen; voor de in 1936 verpachte boerderijen ten ge- uiten 7 rie van 34 (aan bedrijfsleiders waren reeds 9 akkerbouw- 2.30—2.1 ;drijven toegezegd) waren niet minder dan 373 liefhebbers r° bos cu*1 we^ voor de 4 akkerbouwbedrijven 187, voor de 12 weide- bak. fedrijven 87 en voor de 18 gemengde bedrijven 99. En het sist ?InSÉ»ntal gegadigden 'neemt nog toe. Voor de 43 boerderijen, ct. Groje binnenkort betrokken worden meldden zich meer dan 400 per achters aan. 1.40—1. Er worcit op deze gegadigden een zeer strenge selectie ip I* en cbegepast vóór dat een boerderij toegewezen wordt. Gevolg V^sö^r11 deze selectie is, dat de Wieringermeer bewoond wordt 2.20; idéïoor een elite-landbouwende bevolking. (Hoewel we er nog fïpder op -terug komen willen we hier reeds terloops mede- iardappei4eelen, dat ook op de andere bewoners, die in de dorpen, iO;40 groei611 soortgelijke selectie is toegepast, voor ze recht kregen en 'kg crijgen zich in de polder te vestigen). 1. uien 0.J Etoode* kJpoerderijenbouw van verschillende typen 1.201.41 .ooo kg. i Sedert het begin van de uitgifte zullen straks met 1 Mei Vereel56 boerderijen uitgegeven zijn. Immers in 1934 werden 46 2/6o5'5Gëjoerc*erijen verpacht, met een gezamenlijke oppervlakte van >unsei 1800 ha., in 1935 waren het er 67 bedrijven met totaal 2700 /S2:.4o—2?$a*' en de in 1936 verpachte boerderijen, die binnenkort be- i f 2.20 ptrokken worden, ten getale van 43 beslaan samen 1500 ha. In Boerderijtje voor, Kletnbedrijt 'CC/i fiai Se"»»' i ui li -1 m VEBO'EKNG Plattegrond vdn bovenstaande soort boerderij. Men lette er ap bij het beschouwen van deze platteqroiid, dat deze niet van dezelfde boerderij is, doch van een die juist andersom gebouwdis.) Akkerbouwboerderij voor een bedrijf van 50 ha. 't geheel is dus ongeveer 6000 ha. of een derde deel van de polder verpacht. De verpachte boerderijen zijn van verschillende grootten en verschillende typen. Men treft er aan van 7^ ha., van 10 ha., van 14 ha., maar ook van 60 a 70 ha. Men heeft gras- landbedrijven, gemengde bedrijven en akkerbouwbedrijven. Men heeft boerderijen op lichte zandgrond en ook op zware klei. Voor de verschillende aard der boerenbedrijven zijn ook verschillende typen van gebouwen gesticht. Dit brengt ook mede dat een gevreesde eenvormigheid niet zóó erg zal opvallen, als men wel zou vermoeden. De bodem gesteldheid van de polder laat nog al wat afwisseling zien; waarmede gepaard gaat een verandering in de groote van de daar te stichten bedrijven en dus ook een wijziging van het type van de gebouwen vraagt. Nu heeft men in Nederland verschillende streektypen van Plattegrond akkerbouwbaerderv (er is nog plaats voor U koelen) Graslandboerderij voor het houden van 20 koeien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5