kinder krant Holland - Waterland Buireiilarickcli Overzicht <5 Van Spokenangst en Dievenvangst door C. Key ai> „Nou, enfin, laten we nu maar opschieten, en morgenieder de helft, wablief?" „Jij altijd met je gèld... Je bent 'n echte geldwolf..* Haha. We zullen wel zien." „Nee, geen gekheid: ik krijg de helft, nietwaar?" „Natuurlijk natuurlijk. Nou vooruit." lIet luik gaat langzaam dicht. *t Licht is weg. Er klinken nog gedempte voetstappen. Dan sterft ook dat weg. Het wordt stil [Alleen zingt de wind wondere wijsjes in de boocu- toppen XIV. HET GEHEIM VAN DE RUÏNE Woensdagmiddag. Koos Tiemann gaat niet mee, die middag: hij mniig niet van z'n vader. Dus zullen Piet Gpvers en Henk van Dalen samen gaan. Piet heeft al een zaklantaarn opgezocht. De batterij is wel niet helemaal nieuw meer, maar hij geeft toch nog goed licht. Hij heeft een luchtsprong gemaakt, toen ie merkte, dat die batterij nog goed was: de lantaarn ■werd weinig gebruikt, en hoe zou hij aan een nieuwe moeten komen? Maar z'n gezicht is helemaal betrokken, toen moeder zei: „En, Piet, jij gaat na 't eten voor me maar Van Wieringen, om de leesportefeuille vragen." „Kan Sientje dat niet doen?" vroeg hij. „Jij gaat," heeft moeder kortaf geantwoord. En na 't eten góét hij. „Mag 'k mee?" vraagt Sientje. Dat mag. „Weet jij Van Wieringen te wonen?" vraagt Piet vriendelijk. „'Tuurlijk," antwoordt 't kind, trots. „Zou jij de boodschap alléén kunnen doen?'1 vraagt hij dan. „Wat moet 'k dan vragen?" „Je moet zeggen: Kan jk de leesportefeuille mee* krijgen voor Govers? Kan je dat?" „De leespotvullie voor Gover, 'tuurlijk." „Nou doe jij 't dan maar. Goed naar de auto's kijken hoor." „De leespotvullie," mompelt Sientje. En Piet holt met 'n omweg naar 't huis van Henk, die al klaar staat om naar hém toe te gaan. Dan gaan ze op weg naar Grintwijk. A's ze bij de ruïne aankomen, is de deur gesloten. Hoe ze ook duwen en dringen: de zaak gaat niet „D'r is iemand hier geweest!" concludeert Piet. „Hoazo?" vraagt Henk. „Wel, die heeft de deur gesloten, natuurlijk. Die gaat toch vanzèlf niet dicht?" „Nou, misschien door de wind in 't slot gevallen." „Was t'r wel een slot? Hoe ging die eigenlijk dicht?" „Dat weet ik evenmin als jij. Wij hebben 'm niet dicht gedaan immers?" „Kóós zou 't misschien weten. Hüh, die bangerd! ■Mocht niet mee van z'n vader; ook 'n smoes!" „Laten we maar teruggaan," oppert Henk. „Waarom?" „Nou, je kan d'r immers niet in? Wat wou jij dan?" „Proberen, 'm open te krijgen!" „Maar hoe?" „Ik zal jou optillen, en dan kijk je bovenaan, dé&r, naar binnen als je kunt. Je hand kan er door. Probeer maar eens!" „Maar er zal wel iemand in zijn. Misschien onder dat luik. En wie weet, waar je terecht komt, onder dat luik. Misschien is t'r wel een put, met water. Of een geheime bergplaats. Of... eh, iets anders!" „En put of een bergplaats, of iets anders... Ja, je hebt in elk geval gelijk. Maar, als je niet durft... 't is immers fijn avontuurlijk, jö!" „Niet durven... Da's wat anders. Natuurlijk durf ik!" „JA, ZO WAS-TIE WOENSDAG - EN NOU ,130 Neem Hollands boer zijn guldens af, Zijn centen en vierduiten Dan houdt hij nog zijn vette klei En staat er bij te fluiten. Neem Hollands boer zijn landen af Dan houdt hij nog zijn water; Daar maalt hij toch weer land uit op Wat vroeger of wat later. Neem Holland al zijn dijken weg En laat het onderlopen Geen nood: elk kaasboerinneke Gaat vissersnettenknopen. Neem Holland al zijn bomen weg, Zijn wilgen en zijn peppels Dan ruist nog Hollands windezang Door 't riet van sloot en greppels. Maar neem je Hollands water weg, Zijn plassen en zijn vaarten, Dan is mijn land geen Holland meer, Al staat het op de kaarten. Dan wordt het duin een woestenij, Dan dorren al de weiden, Dan gaat mijn mooie Holland dood, Omdat het dorst moet lijden. JOHAN VAN MEURS, „Nou, daar ga je dan!" en Piet tilt Henk op. „Nog 'n endje!" zegt doze. „Hou je gemak maar!" antwoordt Piet. Maar Henk kan niks zien, door 't gat, en als hij z'n hand er doorheen steekt, kan Piet 'm nèt niet meer houden, en komt ie met 'n vaartje weer op de grond terecht. „Laat mij maar op jouw schouwer!" hijgt Pief, jij bent zo zwaar! Net 'n olifant!" Lachend bukt Henk, en Piet morrelt bovenaan de deur: er is een touw, waaraan hij trekt. Er klikt iets binnen tegen de deur aan. Dan, als Henk, al bukkend, er tegen duwt, wijkt de deur open. Ze gaan binnen. Met de zaklantaarn licht Pief langs de deur om 't slot te bekijken. Er is een zware haak, die in een kram past. Aan de haak zit een touw, dat boven aan een roestige spijker is vastgemaakt. „Zullen we de deur dichtdoen?" vraagt Henk, '11 beetje onzeker. „Natuurlijk. Anders kan iedereen achter ons aan komen." De deur duwen ze dicht. De haak erop. ,,'t Touw doorsnijden!" zegt Piet. „Waarom?" „De kerel, d>ie de boel heeft afgesloten kan er dan niet meer in!" Ze snijden 't touw door. Dan kruipt Piet door de opening. En Henk ach ter hem aan. Ze moeten zich dicht tegen de voch tige muur aandrukken en tillen dan 't luik op. Vóór hen is een trap van wit gesteente. Smallo 'treden zijn het, 'n heleboel. De lamp geeft maar 'n zwak schijnsel. „Naar beneden!" fluistert Piet, terwijl hij Henk opgewonden in z'n arm kpijpt. „Kom op, jö!" „Ja, maar... 't luik open laten?" „Natuurlijk! Laat het maar zó rechtop staan! Ga jij maar voor!" „Nee, doe jij 't maar!" „Hupsakees, daar gaat ie dan. 't Lijkt wel een film!" verklaart Piet, lachend. Achter het licht aan komt Henk. Ze dalen, 'n hele boel treden af, wel meer dan tien. Dan komen ze in een gang. Piet stampt. Het geluid dreunt galmend weg. „Niet doen, jö!" fluistert Henk, „als ze ons horen!" „Wie zou ons horen? We lopen hier onder 't bos. De mollen en de wonnen zullen ons niet verraden, „Nou, maar misschien „Och kom!" Vol dwaze uitgelatenheid springt Piet 'n paar maal omhoog en laat z'n voeten allebei tegelijk op de vloer neerbonzen. Dan begeeft z'n lamp het. Ze staan in 't pikdonker. „O, jö!" kermt Ilcnk bijna, 'k zei nog zo „Wat gééft dat nou. De weg terug vinden we in elk geval! Vooruit!" „Laten we liever teruggaan!" fluistert Henk. Wie fluistert daar 'n eind verder met hem mee? „Waaróm nou?" Piet schudt aan z'n lantaarn Even flikkert 't ding. Dan is 't weer duister. „Je weet niet waar je uitkomt!" fluistert Henk weer. 'tegen een nieuwe devaluatie zouden zijn gedekt Deze defensie! een ing is inderdaad door kamer en senaat aanvaard, al hebben de volksvertegen woordigers ook niet de door hen gewenschte zekerheid kunnen verkrijgen, dat deze fondsen uitsluitend voor de landsverdediging zouden wor den aangewend. Wèl heeft de regeerinig aange kondigd, dat zij haar programma van sociale voorzieningen voorloopig opschorten zou. Men heeft van zekere, zijde deze*leening aangeduid als een opnieuw innemen van benzine, om vervolgens met den wagen daarheen te rijden, waarheen meu ook reeds van tevoren het plan had te gaan. Omtrent de financieele evoluties van het kabinet Blum hoeft van den aanvang een waas van onzekerheid gehangen, Wij kunnen helaas niet constateeren, dat dit thans geheel en al zou zjjn opgetrokken. Eer het tegendeel lijkt waar. Intus- schen is heel Frankrijk het er over eens, dat do onderhavige leening moet slagen. Het alternatief immers zou een debacle beteekenen, waaraan nie mand gaarne debet zou zijn: een nieuwe devalua tie, welke het land voor een sociale en econo mische catastrofe dreigt te plaatsen! DONDERDAGAVOND "Frankrijk l?eleeft spannende dagen, sinds het land een sterke politieke eenheid hoeft gevon len idoor het samengaan van socialisten, radicaal-so- tialisten en communisten in het befaamde front {populaire van den heer Léon Blum. Aanvankelijk (heeft men dit monsterverbond overwegend beoor deeld naar zijn zwakke plekken, waarbij vooral (het licht viel op het ge\aar van bolsjewiseering, welke de Derde Republiek van de zijde der Mos- kou-mannen zou bedreigen. Voorts wees men erop, Idat de radicalen, dé partij die sterken aanhang (heeft in den kleinen middenstand, niet zouden kunnen gedoogen, dat de belangen van deze groep idoor die der arbeiders in het gedrang zouden wor den gebracht. Eén factor van voorname beteekeius (heeft men daarbij al te gemakkelijk uit het oog •verloren, namelijk de groote populariteit, welke deze volksfront-combinatie reeds aanstonds ver kreeg in de breede rangen der arbeidende massa s. De „man van de straat" zou niet kunnen begrij pen, waarom deze machtspositie eventueel weder teloor zou moeten gaan, nu eenmaal, naar lie<t •leek, het groote tijdperk der sociale hervormingen eindelijk ook voor Frankrijk zou zijn aangebroken. Deze pressie vam buiten het parlement, die aan hankelijk voor het experiment fataal leek te zul len worden, gezien het aanzienlijke aantal van ongedisciplineerde, niet te botoomen werkstakin gen, is tenslotte gebleken juist de samenbindende 'factor te zijn geweest. - De partij-chefs werden daardoor, wellicht meer dan hun zelf lief was, naar elkander toegedrongen en genoopt tot het voortzetten van don nu een maal aangevangen dans op het slappe koord der .volksgunst Blums experiment moest worden be stendigd, want wie het eou wagen, als spelbreker op te treden, kon er van te voren reeds op reke nen, dat dit hem zou staan op het ongenadige! ■verlies van stemibusaanhang. Het parlement zit gevangen in de klem der openbare opinie; zelfs de oppositie durft het thans niet meer aan, eert vegeeringscrisis te forceeren. gesteld al dat zij daartoe de macht zou hebben. „De arbeiders de Straat op!", dat zou het parool zijn waarmede een openlijk échec der zittende regeerinig zou worden beantwoord. Zoo lijkt de volkefrontregeering, jwelker voortbestaan aanvankelijk précair werd geoordeeld, er een van recordtijd te zullen worden in Frankrijks parlementaire geschiedenis. <3" Intussohen kan niet worden ontkend, dat Blura en de zijnen inderdaad in het nauw zitten. Het tempo, waarin een aantal sociale hervormingen verwezenlijkt werd en de arbeids-onzekerheid, welke daarmee gepaard ging, doordat de in be weging gebrachte arbeiders in de practijk allerieï rechten en overeenkomsten eenvoudig ter zijde drongen, heeft het bedrijfsleven ernstig ontwricht. 'De verzwaarde lasten, tengevolge van allerlei 60- ciale voorzieningen en opgelegde loonsverhoog!n- gen, hebben er het hunne toe bijgedragen, het kapitaal in Frankrijk kopschuw te maken. Zoo weiden Blum en zijn financieele rechterhand 'Auriol voor het onverbiddelijk feit van een ledige 'schatkist en een geschokt crediiet gesteld. Men kreeg behoefte aan een adempauze. Gezien in dit •licht is het begrijpelijk, dat de regeering ertoe wensohte over te gaan, door een massale leening haar financieele positie te schragen. Een defensuo- Qeening zou dit worden, met een internationale koeragarantie, zoodat de inschrijvers bij voorbaat Wat er de laatste dagen eigenlijk in Hongarije heeft plaats gehad, blijft voorloopig nog een raad sel. De politieke leiders hebben eed" reeks bespre kingen gehouden, welker karakter zorgvuldigis ge- helm gebleven, doch die betrekking zouden hebben gehad op een dreigende omwentelingspoging van de zijde der rechtsche extremisten. Hongarije is een land, dat in het weinig benijdenswaardige bezit is van een vrij groot aantal van deze groe peeringen, zooals nationalisten, „pijlkruisers", „zeilkruisers", enz. Men kent er voorts een ras organisatie, Toroel genaamd, die er een soort van gemoderniseerd Magyaarsoh heidendom op na houdt, en de Move-groep, wier invloed vrij aan zienlijk is, daar z.ij talrijke oud-officieren omvat. Deze nationalistische en raesistische tendenzen worden weer doorkruist door de strevingen der revisionisten, die met man en macht op een recht vaardige herziening der Hongaarsche grenzen aandringen, en door de verlangens der legiti misten, voor wie het herstel der Habsburgsc'ne monarchie de poort naar een betere tijd beteekent. Zoo vertoont dit door den wereldoorlog zoo ver bloede en sterk gehavende land een beeld van politieke verwarring, waarvan men moeilijk poolshoogte krijgt, en d'it te meer, daar ook d9 stembus geen uitsluitsel over de onderlinge ver houdingen verleent. Het kiesrecht immers wordt er uitgeoefend onder een regiem, dat van het parlementaire stelsel niet veel meer dan een caricatuur heeft gemaakt; het kiesgeheim bestaat er practasch gesproken niet, zoodat er van een raadpleging der openbare opinie bitter weinig, terecht komt Naar verluidt zou in de rechts* extreme kringen, diie een autoritairen staat voor staan, nu de levendige tendenz zijn ontdekt, het op een „Putsch" te laten ui.tloopen. De Move leiders Marton en Mecser zouden de hoofdfiguren in deze historie zijn. Minister-president Darauyi heeft er zich toe beperkt, dienaangaande gerust stellende woorden te spreken, om de gemoederen te kalmeeren. Meer dan deze verwarde geruchten zij.n tot op heden echter niet tot overig Europa doorgedrongen. Intussohen is men te Weenen wei nig op zrijn gemak. Men spreekt daar van een Dultsche manoeuvre, welker einddoel zou zijn, Oostenrijk als met een nationaal-socialistischoa tang van twee zijden te omvatten. Men vertrouwt daar zijn Berlijnsche vrienden voorloopig nog zoo weinig mogelijk! In ihet arrondissement Brussel zal op 11' Aprit aanstaande een merkwaardige verkiezingsstrijd plaats hebben, met als schijnbaren inzet een kamerzetel, doch in werkelijkheid niets meer of minder dan het prestige van het huidige regiem. De heer minister-president Van Zeeland en de Rexleider DegreLle staan daar als zeer ongelijke en ongelijikoortige kampioenen tegenover e'kander. Rex heeft deze „ontmoeting", gelijk het in de sportwereld zou heeten, gearrangeerd, door aan den Rexistischen kamer afgevaardigde voor Brus sel Olivier en zijn drie lijstopvolgers opdracht ie geven plotseling voor dezen zetel te bedanken. Zoo heeft men van dien kant een tusschentijdsche, partieele verkiezing geforceerd, welke de regce- ring alleen had kunnen voorkomen door het doen aannemen van een noodwetje, hetwelk aan deze on gewenschte parlemenatire practijken met terug werkende kracht een einde zou hebben gemaakt* Het wetje is er inderdaad gekomen, doch die te rugwerkende kracht heeft men, om redenen van fair play en prestige, in de Wetstraat versmaad. De gaarne grootsprekende Degrelle zal d^ls het genoegen hebben, zijn kracht en die van zijn aan hang te meten tegen diie van den minister-presi dent, die erin heeft toegestemd, naar het schijnt onder sterken aandrang der socialisten, om zich voor de merkwaardige positie van .nationalcn can- diidaat te leenen. De aanhangers der drie regee- ringspartijen zullen de candidatuur Van Zeeland ondersteunen; de Vlaamsch-nationalisten zullen vermoedelijk in massa hun stem op den Rexleider uitbrengen. Zijn kansen, het tegen Van Zeeland tot een goed einde te brengen, mogen gering wor den geacht, doch niet berekenbaar is, welke poli tieke munt Rex uit het geheele geval nog zal weten te slaan. Want op het gebied van dema gogische propaganda is deze beweging niet zoo heel gemakkelijk te overbluffen. Zij, die de Rcx- leus „Rex vaincra" gaarne beantwoorden met de insinuatie „A Berlin" veronderstellen, dat hij iu dlit opzicht Josef Goehbels zoo'n beetje de kunst heeft afgekeken. -De non-interventie-bemoeiingen vorderch slechts 'langzaam, als alle arbeid, welke op breede basis van internationale samenwerking moet worden verricht. Nu is men eahter zoover gevorderd, dat er op 13 Maart met de effectieve controle te land cn ter zee een aanvang zal worden gemaakt. Slechts vraagt men zich nog af, hoe de financieele zijde dezer zaak moet worden geregeld. Er zitten aan deze affaire vrij aanizdenlijke uitgaven vast, waarvan elk der deelnemende landen een aandeel voor zijn rekening zal nemen. Duitschland ook, doch d/it land zit zoo schaars in zijn deviezen en zijn goud, dat het ervoor bedankt, zich ten koste van deze aangelegenheid nog meer te verarmen. Men wil derhalve betalen, ten de-ele in Duitsch bankpapier, waarvoor de liefhebberij in de financieele wereld niet bijster groot is, en voor de reet in goederen. De overige „non-interventen" hebben daarnaar voorloopig nog geen ooren; zij" zien liever die boter direct 'bij de visch. Intusschen heeft de Franco-partij wedier eenige successen behaald. Het opbrengen van de „Mar Cantaibrico", die een aanzienlijke lading krijgs* materiaal aan boord bleek te 'hebben, was er eén van. Belangrijker echter is, dat thans ten noord oosten van Madrid de witte troepen vorderen, het lot van de hoofdstad wordt andermaal meer dan, benard. Zal de volksfront-generaal Miaja zijn taaie weerstand nu nog lang kunnen volhouden? jÖp de ruime Helden* I platz te Weenen vond op den verjaar, dag )am het Oosten* Tijksche garde-regi* \tnent de traditioneels parade plaats, welks werd bijgewoond i door president TMklas. die de troto, pen inspecteerde.1 123

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1937 | | pagina 15