rCSjSDH
LMMKT
DONDiiRDAO 4 MAART 1937
DERDE BEAD PAG. 9
Eerste Kamer
Begrooting van Justitie
Verschillende sprekers behan
delen het optreden van de N.S.B.
Vergadering van 3 Maart 1937
Overzicht
De Eerste Kamer is wel wat heel erg als
Tweede Kamer opgetreden bij de behande
ling van de begrooting van Justitie.
Allerlei, dat voor een paar maanden aan
de „overzijde" was behandeld, werd gerepe
teerd. Er was in het debat weinig van groote
lijnen te ontdekken. Bij al deze herhalingen
kon de belangstelling moeilijk groot zijn, al
scheen de minister van Justitie er wel be
hoefte aan te hebben om zich achter bergen
stukken te verschansen, terwijl een van
'3 ministers ambtenaren nog een niet onbe
langrijk deel van de departementsbibliotheek
in reserve hield.
Het komt ons niet nuttig voor om redevoe
ringen, die naar haar aard gevoeglijk gemist
konden worden, althans in den gedetailleer-
den vorm, waarin zij in de Handelingen een
plaats zullen krijgen, nogmaals aan een be
schouwing te onderwerpen.
Dat de heer Kolff met een waardig protest
opkwam tegen de on-Nederlandsche en in
zich zelf onware juridische opvattingen, wel
ke blijkbaar van N.S.B.-zijde in het Voorloo-
pig Verslag waren geventileerd, hoorden we
met genoegen en instemming.
Mr. Mendels hield over de preventieve
hechtenis beschouwingen, waarover zeer ze
ker te debatteeren valt. Ook anderen deden
waarschuwende woorden er over hooren, al
maanden zij tevens voor overdrijving zich te
hoeden.
De heer Knottenbelt onderwierp het op
treden van politie en O. M. in het geval-
Ries aan critiek.
Daarvoor is plaats o.i., ook al beschouwt
men deze zaak zelf als volkomen afgedaan
en de gevallen beslissing als ten volle ge-
grond.
Van meer dan een zijde werd scherp optre
den gevraagd tegen de ordeverstorende ter
reurdaden van nat.-socialistische partijgan
gers, die voorkeur hebben voor allerlei hel
dendaden in het duister, maar als regel den
moed missen om voor hun methodisch-
Duitsch terroristisch optreden verantwoorde
lijkheid, ook strafrechterlijke, op zich te ne-
nemen. Ze probeeren er altijd uit te draaien.
Dat op de ongewenschtheid van de aanwezig
hcid in de rechterlijke macht van personen,
die tot een voor andere leden der magistra
tuur verboden vereeniging behooren werd
gewezen, zal algemeen instemming kunnen
vinden.
Met genoegen hoorden hoorden we den
heer Mendels woorden van lof wijden aan
het hooge peil van onze rechterlijke macht.
De .Jclassejustitie" bestaat voor hem blijk
baar niet meer. Met deze „Aufklarung" wen-
schen we hem en de zijnen geluk.
Heden verder.
Na Justitie komt Binnenlandsche Zaken
en de Postbegrooting.
previ
De heer v. VESSEM (n.a.b.) Zijn we hier ln
den Duitsehen RtJkadag?
De heer MOLTMAKBR (a.d.): Daar mogen ze
nleta zeggen dat mogen jullie alleen hier.
De heer v RAPPARD (11b.): Waarom maak
Je Je daar druk over? (Gelach.)
in met omzichtigheid worden
t Inatituut is met waarborgen
het ia een bezwaar, dat b"Ü
de politii
.ftrek"
hii echter
gebleken i
dat niet f
gel{jke gevallen
De miniater zorge voor ven
•eventieve hechtenis in wetgei
De elach om at
ireeniglngen ge.
vele gevallen
De heer v. RAPPARD (11b.) beplel
ling
Verslag
'■fc.
i tegrengaan. Gevr
wordt besteedt.
De aanhangers der N.S.B. veroorlov>
zich tegenover anderen dingen, die ze z«
op hun vergaderingen niet dulden. Da
smijten ze een lnterrumpant er zond
7 werd gesteld, welke goede gedach-
evlng zou blijken.
Het beroep op het „gezonde volks
gevoel", dat de N.S.B. In dit verband doet,
ia van vreemden oorsprong. We moeten
er niets van hebben. En evenmin van de
godsdienstige saus, die de heeren over
dat volksgevoel uitgieten. Deze tirades
hebben met het beroep op hoogere chris
telijk vormen niets te maken. Ze missen
alle reëele beteekenis.
De Ulthreiding van het aantal substituu
(Ierland gewraakt. Een
ran de dupe geworden.
De heer MENDELS (s.
partU te Broek op Lan
a an gors, die het hem las
Jood.
Ook het optreden var
bepaaldi
ïg toegepast. Dit laatst
i zijn dikwijls overladei
De vroegere rifksbouw
eft 15 i
vaak gevolg "van
hter-commtssarls-
t werk.
iter Vrijman b.v.
onder
abno:
'rijgesproken worden. Der-
bero
oogt hij, dat de
leed, dat door verkeerde toepassing
antleve hechtenis kan worden veroorza
Ten slotte wordt afgekeurd, dat leder
er rechterlijke macht lid zijn van voo
mbtenaren verboden vereeniglngen. Da
i een ongepaste houding. Aan dezei
motie i
Wellicht worden ze dan lid 3
gen Raad. Het ls wel de
rechtspraak daarvan zal
maar dan ls de rechtsstaat
lijd op fah-e wfi
ild, dat als Muj
afgerekend. Wat er dan
er' V. VESSEM (n.s.b.) Nas
ruls.
er HERMANS (s.d.): Als ik
;al ik tevreden zijn. (V
rschilende daden der
de aandacht gevestigd
N.S.B. wor
i de N.S.B. eigei
ook
dit
In Arnhem deed de N.i
laatste. De leider der beweging was ei
verontwaardigd over en beloofde aan d«
politie alle medewerking. Ten slotte
bleek, dat hU zelf tot die smeerpartü op
dracht had gegeven.
Als de he.
Dlitierechter
N.S.B.-er we
rslag
VOORZITTER hei
ie heer HERMANS voldoet aan dit verz
wijst er ten slotte op. dat het Eerste 1
■lid de heer de Marchant et d'Ansembo
doet alsof hU van al dit optreden n
ie heer v. SASSÉ VAN IJSSELT (r.k.) dri
Tegen
In hae
marechaussée. Te v
ppard dat gedaan.
KNOTTENBELT (lib.) bepleit
der voogdij
verschuil
•atificatie
:ht hU beteri
muziek uitgezonden.
beschamend
meent de heer Knottenbelt, de Just
geschoten. Hij dringt aan op e«n bet
bij de benoeming van rechter-comn
n 's Ministers rede ln deTwerJ-
DE RIJMPRENT VOOR DE
NEDERL. SCHOOLJEUGD
Eerst in de toekomst zal de
wezenlijke waarde kunnen
worden bepaald
Het oordeel van
den Minister
De werklooze onderwijzers
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer omtrent de Begrooting
van Onderwijs voor 1937 zegt de Minis
ter dat voor een algemecne klacht
over de resultaten van het onderwijs
geen grond aanwezig is; zeker niet
wanneer men deze klacht tot de over
heid richt.
De inderdaad groote bedragen, die
aan het onderwijs worden ten koste
gelegd, worden goed besteed. Er wordt
bij het onderwijs hard en met toewij
ding gewerkt.
Wat de rijmprent ter eere van het Prin
selijk Huwelijk betreft wijst de Minister
er op, dat het de bedoeling van de regeering
geweest om aan de schooljeugd een
herinnering to geven aan dit voor
land en volk zoo heugelijk en gewichtig
gebeuren; een herinne.ring, waarvan dus
de waarde blijkt in de toekomst, terwijl'
die van een leermiddel met het oog op
het heden moet worden bepaald.
De rijmprent is ontstaan door samen
werking van een dichter wiens bijzondere
dichterssrave algemeen erkenning vindt en
een grafisch kunstenaar, die bewezen heeft
over bijzondere kwaliteiten te beschikken.
Het stemt den Minister tot verheugenis,
dat deze zeldzame samenwerking door het
initiatief van de ï-egeering is tot stand ge
komen en dat het aldus mogelijk werd op
ruime schaal een kunstwerk te verspreidon,
waarvan de wezenlijke waarde, als van
ieder kunstwerk, eerst in dc toekomst ge
heel objectief zal kunnen worden bepaald,
doch waarvan blijkens talrijke uitingen
in de schoolwereld, de kunstwereld en de
letterkundige wereld de waarde reeds
thans door velen is beseft.
Nijverheidsonderwijs
De Minister is van oordeel dat voor zoo
ver de beschikbare middelen dit zullen
veroorloven. aan het Nijverheidsonderwijs
voor meisjes nog eenige uitbreiding dient
te worden gegeven.
Vele van de van rijkswege g£
eerde Nijverheidsscholen voor meisjes
leiden sedert tal van jaren op voor dienst
bode. Ware dit niet het geval geweest, dan
zou het tekort aan Nederlandsche dienst
meisjes nog zeer belangrijk grooter zijn
nu het geval is. In 1919 waren er naar
schatting in Nederland ongeveer 200.000,
thans zijiv er ongeveer 100.000 dienstboden
werkzaam, waarvan ontreveer 30.000 van
vreemde nationaliteit. Hiervan zijn onge
veer 7-000 grensstreek-bewoonsters.
Bijb. Gesch. op de Openbare School
Met groote belangstelling volgt de Minis
ter hetgeen hier en daar wordt verricht om
Bijbelkennis onder leerlingen van openbare
lagere scholen te bevorderen. jj
Voor een dwingende wettelijke ba- j|
paling daargelaten of zij principieel
gewenscht zou zijn is de tijd zeker
nog niet gekomen.
Schrijfwijze Ned. Taal
Het overleg met de Kon. Academie van
Wetenschappen en de Belgische Regeering
heeft nog niet gevoerd tot positief resultaat.
Teneinde uit de sinds vele jaren bestaande
moeilijkheden te geraken, acht de Minisfe'r
zeer de overweging waard de gedachte,
dat de wet een lichaam zou aanwijzen het
welk te dezer zake hetzij adviseerende
hetzij beslissende bevoegdheid hebben zou
en dat wettelijke mogelijkheid worde ver
kregen om een aldus vastgestelde spelling
ook in het onderwijs te doen eerbiedigen.
Werklooze onderwijzers
Ook de Minister betreurt, dat zoovele
relukRis. Ei
S-.aK'nT
t leder behoeft t
Moeilijkheden
De commissaris der Koningin in de provincie Overijssel, mr. A. baron v. Voorst
tot Voorst, bracht gisteren een bezoek aan het overstroomde gebied bij Deventer.
Z.Exc. (links) met den burgemeester van Deventer bij de klep der schipbrug,
waar het water bijna overheen stroomt.
bezitters van de onderwijzersakte niet in
de gelegenheid zijn een betrekking te ver
krijgen. Een voorziening door tewerkstelling
de scholen met financieele hulp aan de
besturen van scholen of vereenigingen zou
getwijfeld op den weg van den Minister
kunnen liggen, doch de daartoe benoodigde
aanzienlijke geldsommen staan niet te
jner beschikking.
Zelfs door herstel van de vorige leerlm-
gensehalen en door invoering van acht-
iarigen leerplicht zou nog niet voor ee.n
derde gedeelte der werkloozen een plaats 3d
de school open komen.
De vraag, of aan dit maatschappelijk
euvel iets kan worden gedaan, is ongetwij
feld van de grootste beteekenis. Maar zij is
van algemeenen aard en kan niet alleen
noch ook in de eerste plaats door het de
partement van onderwijs worden behan
deld.
Kunsten en Wetenschappen
De indiening van een ontwerp-monumen-
teuwet heeft de Minister in beraad gehou
den, omdnt hij tegenover eenige hierbij
rijzende vragen zijn standpunt nog niet
heeft bepaald.
DE HANDELSOVEREENKOMST
MET TURKIJE
Onze Industrie vaart
er wel bij
Aanleg van groote havenwerken
dlffp waarborgen wordei
MOLTMAKER
jchterlijke macht ln Nederland
n heer Mendels zou h« ga
ntvangen over het geval
hooger beroep door drie
i Langendijk, die voor de r
terechtgestaan.
,d.) lel ai
bij nati:
irlngen mt
Opleiding van Dienstboden
Internaat te Arnhem geopend
Gister is te Arnhem het eerste
internaat van het algemeen comité tot
het organiseeren van internaten voor
spoed-opleiding van dienstboden ge
opend.
Een hartelijk welkom riep de hec
Meyer de Vries, hoofd-inspecteur voor
de werkverschaffing de aanwezigen toe,
waarna de heer Mr. D. G. Draaier, dir.-
gen. van de werkverschaffing en de eteun-
verleening namens den Minister van So
ciale Zaken, de openingsrede uitsprak.
Spr. getuigde van zijn groote waardeer in;
vöor al het pogen, dat hier en elders wordt
aangewend om tot een flinke opleiding tot
dienstbode te komen.
Het valt toe te juichen, dat thans reeds
in een drietal plaatsen van ons land een
methode wordt toegepast welke wat de
resultaten betreft, uitgaat, boven die
de dagcursussen, n.l. de inernaten. Deze
arbeid zal op den duur blijken in hooge
mate een zegenrijke werking uit te oefenen.
Financieele medewerking van derden
evenwel onontbeerlijk.
Wil echter de arbeid slagen, dan is ook
de medewerking noodig van de ouder;
van de gezinnen, waaruit de meisjes, die
kunnen worden opgeleid, moeten komen
Die ouders dienen te begrijpen dat wat
voorstaan een goed werk is.
Mat den wensch, dat er veel succes voor
dezen arbeid zal zijn weereglegd, verklaarde
spr. namens den Minister van Sociale
Zaken dit internaat voor geopend.
Officïeele Berichten
CONSULATEN
De heeren C. P. Lomverse en A. J.
Paezl. ziin benoemd tot resp. consul en
consul der Nederlanden te Tampico.
LEGER EN VLOOT
De luit ter zee 2e kl. bij de Kon. Mi
eRserve, F. Hijman, ls geplaatst a. b. E
Tegen de NSB-ordevei
worden opgetreden. Echtei
eden der politie niet altijd feilloos.
wel voldoende
de etchn. ambten. 2e kl., M J Engelvaai
RIDDERORDEN
Fa. VAN WIE LIK
9 NOORDEINDE DEN HAAG
Telefoon 112246
De handelsovereenkomst, welke de
Nederlandsche regeering dezer dagen
met Turkije gesloten heeft, opent wijde
perspectieven voor de Nederlandsche
industrie. Nu er een regeling getroffen
is inzake de compensatie van eventu-
eele leveringen aan Turkije- is de weg
geopend tot deelneming der Nederland
sche industrie aan de uitvoering van
de groote werken, welke de Turksche
regecring tot ontwikkeling van haar
land op het program heeft staan.
Deze plannen, welke den onderhandelaars
bij hun besprekingen over de tot stand
handelsovereenkomst voor oogen
hebben gestaan, betroffen den aanleg
de oorlogshaven Gölcük, van de kolenhavcn
Eregli voorts irrigatiewerken in de vlakten
van Ismir en Adana en den bouw van
eenige radio-zenders.
Voor de oorlogshaven Gölcük. welke aan
een baai van de zee van Marmora is ge
legen. heeft de Nederlandsche Mij
havenwerken in opdracht van de Turksche
ïgeering een ontwerp gemaakt.
Dit plan omvat behalve de eigenlijke oor
logshaven met haar krachtinstallaties ook
;n scheepswerf voor den bouw
gsschepen-.Dit plan is door de Turksche
regeering definitief goedgekeurd. In den
kring van Nederlandsche industricelen
heeft zich een „Gölcük-comité" gevormd
waarbij, behalve de Ned. Mij voor haven
betrokken waren StorkHengelo,
Stork-Hijisch, Conrad. Heemaf en de Vries
Robbé.
Het staat nog niet vast, of de Turk
sche regeering dit plan- waar een be
drag van ongeveer 16 millioen. Turk
sche ponden mee is gemoeid, terstond
in zijn geheel dan wel in étappes zal
uitvoeren.
Bouw van een Kolenhaven
Ook voor den bouw van de kolenhaven
Eregli (het Haraclea van de oudheid) aan
de Zwarte Zeekust, welke een zeer belang
rijk kolenbekken als achterland heeft, zijn
de Nederlandsche ondernemers in overleg
met de Turksche regeering.
Voor dit plan dat mede den aanleg
verlaad-inrichtingen omvat, en welks kos
ten naar ruwe schatting acht tot negen
millioen Turksche ponden beloopen inte
resseeren zich van Nederlandsche zijde
vooral de Albetam in Den Haag, de Neder
landsche Mij voor havenwerken, Stork en
Werkspoor. Dit project is nog niet defini
tief door de Turksche regeering goedge-
Van de zeer omvangrijke irrigatiewerken,
welke ten behoeve van den katoenbouw
de vlakten nabij Ismir (Smyrna) en Adana
zijn ontworpen hoopt de Nederlandsche
industrie eveneens haar deel te grijgen.
Voor de radio-zenders zijn door Philips bij
de Turksche regeering eenige projecten in
gediend.
VRIJDAG 5 MAART
HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 10.00
VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00
VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40
VPRO. 11.0012.00 VARA. 8.00 Gram.pl.
10.00 Morgenwijding. 10.20 Gram.pl. 10.40
Declamatie. 11.00 Gram.pl. 11.15 Decla
matie. 11.30 en 12.00 Gram.pl. 12.15 Ko-
vacs Lajos' orkest. 1.00 Jan van der
Heyden Hei"denking. 1.20 Kovacs Lajos'
orkest en Gram.pl. 2.15 Declamatie en
Gram.pl. 4.00 Gram.pl. 4.30 Voor de kin
deren. 5.00 De Flierefluiters en solist. 5.30
Melody Circln en solist. 6.00 De Ram
blers. 6.30 Pontiek radiojournaal. 6.50 Or
gelspel. 7.00 Berichten V.GP. 7.35 Bijbel-
sche causerie. 8.00 Gehiigenisavond voor
geestelijke vrijheid. 9.15 Grootorkest, De
Ramblers, Mannenkoor „G.E.W-A." en
solisten. 10.30 Berichten ANP. 10.40
Avondwijding. 11.0012.00 Gevar. pro
gramma. (Vervolg).
HILVERSUM II 301 M. Algrem. Programma,
verzorgd door den KRO. 8.009.15 en
10.00 Gram.pl. 11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten. 12.15 KRO-Melodisten
m.m.v. solist en Gram.pl. 2.00 Orgelcon
cert. 3.00 KRO-Kamerorkest en Gram.pl.
4.45 Gram.pl. 5.15 KRO-orkest. 6.00 Land
en tuinbouw-halfuur. 6.20 De KRO-Melo
disten en solist. 7.00 Berichten. 7.15 Cau
serie „Suggestie en Suggestibiliteit". 7.35
Bedrijfsreportage. 8.00 Berichten ANP.
8.10 Gram.pl. 8.20 Paul Godwins orkest.
9.00 „De Schipbreuk", komische cantate*.
10.00 Gram.pl. 10.30 Berichten ANP. 10.40
12.00 Gram.pl.
DROITWICH 1500 M. 11.4011.50 Pianosoli.
12.10 Orgelconcert. 1.35 Philh. Strijktrio.
4.20 BBC-orkest en solist. 5.35 Blaaskwin-
tet. 6.45 Zangvoordraeht. 7.40 Reportage
uit een tinmijn. 10.00 Orgelspel. 10.30
Strijkkwartet.
RADIO PARIS 1648 M. 12.35 Visciano-orkest.
4.20 Saxofoonk vartet. 5.50 Zang. 6.05
Pianorecital. 6.50 Vervolg zang. 7.05 Ver
volg pianorecital. 8.20 Concert. 9-05 „La;
Gazette de Montmartre". 11.201.05 Or
kestconcert.
KEULEN 456 M. 5.50 Orkestconcert. 7.50
Amusementsorkest. 11.20 Kleinorkest. 3.35
Omroepkoor en solisten. 5.20 Orkest en
solisten. 8.05 Koor. 9.50 Zang. 10.2011.20
Omroeporkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Sa
lonorkest. 1.30 Kleinorkest. 6.50 Mando
lineconcert. 8.20 Kleinorkest. 9.20 Klein-
484 M.: 12.50 Kleinorkest. 1.30 Salon
orkest. 1.50 Zang. 5.20 Omroeporkest. 6.50
Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20 Omroep
orkest en solist. 10.30—11.20 Accordeon-
muziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Zang
en piano. 8.00 Gevarieerd programma.
9.40 Nieuws uit Amerika. 9.50 Amuse-
ments-orkest.
Levensverzekering-Maatschappij
CONFIDENTIA NV
Catharijneslngel 48 UTRECHT
KAPITAAL- en VOLKSVERZEKERING
LIJFRENTEN
Actieve Vertegenwoordigers gevraagd.
(Advü
Deze werken brengen belangrijke orders
voor de industrie met zich mede, hetgeen:
blijkt uit het feit, dat bijv. ten aanzien van
de haven van Gölcük de leveringen aan
machines en andere goederen ongeveer -40
procent van de totale contractsom zullen
beloopen, niet medegerekend de betaling
voor de machinerieën en de diensten, welkö
noodig zijn voor de uitvoering.
De stand van zaken is dus deze: de Turk-»
sche regeering heeft eenige groote plannen
in portefeuille- waarvan sommige definitief
zijn vastgesteld. Van geen van deze plannen
is de uitvoering formeel aan een onderne-»
mer gegund. Daar echter de onderhande
lingen over de thans gesloten overeenkomst
juist met het oog op deze plannen en da
daaraan voor de Nederlandsche industrie
verbonden perspectieven zijn geopend, kan
men in het gunstige resultaat dezer onder
handelingen grond vinden voor de ver
wachting, dat de Turksche regeering deze
I opdrachten aan de Nederlandsche industrie
I zal gunnen, vooral ook omdat zij zelf voor
Men kan wel zeggen, dat de aanleg van den export van haar land naar 'Nederland!
de beide havens het voornaamste deel is I gunstige voorwaarden heeft weten te be-
van de werken, die eventueel aan de Neder- dingen.
Verwaal uit
PrHoLLANDSC-WE
BocaeNLCveu
OjVERMEEft
(26
Dat is een vonnis, hard en koud in zijn schijnbare goed
heid. Arie's toestand is ernstig: misschien kan hij spoedig
sterven: wellicht is hij al gestorven
Neeltje staat op.
„Wij gaan met de kapwagen. Gijs spant hem in", waar
schuwt haar man.
Maar zij heeft nu geen rust meer. In jachtige haast doet
2ij haar werkschort af, waarin zij de geheele tijd aan het bed
heeft gezeten, en zij trekt de mantel aan, die Aaltje haar
brengt. Zij zet haastig haar hoed op en loopt dan naar buiten,
waar haar man en Aaltje Gijs bij het inspannen helpen. Ter
wijl de mannen het tuig aangespen klimt zij reeds in de
wagen. Zij gaat achterin zitten en zegt niets tegen haar
kinderen, die verwonderd en angstig bij Aaltje bijeen staan.
In de schemer van de donkere kap is haar bleek gelaat nog
strakker, nog wezenloozer. Slechts één gedachte heeft zij: zij
snoet naar Arie.
Piet is kalm. Hij beheerscht nu met ijzeren rem zijn zenu
wen. Toen Aaltje de boodschap van het ongeluk kwam
brengen heeft hij meer uit haar verschrikt gezicht dan uit
haar woorden begrepen, dat er iets ergs gebeurd was. En een
wilde, waanzinnige angst had hem voortgedreven. Hij zag
geen gevaar. Hij had zijn paard opgezweept en opgehitst tot
een dolle galop waarvan het dier nu nog staat te beven. Wat
geeft hij er om, al had hij het paard dood-gereden. Die angst,
die onzekerheid, waardoor hij zich bezeten krankzinnig ge
voeld had, moést hij kwijt. Hij moest zijn jongen zien. En
toen vond hij hem, dat levendige pientere ventje, dat altijd
dartel als een veulen geweest was, en het lag daar, het be
woog niet. Slechts één enkel oogenblik hadden de befloerste
oogen in een korte verheldering hem herkend. „Zoo'n jon
gen, zoo'n best kind", bonsde het al maar in zijn hoofd, toen
hij op den dokter wachtte. Het was een lange, wreede en
angsten-zware wacht geweest.
In vlugge, beheerschte draf loopt het paard naar de stad.
Piet vertelt zijn vrouw hoe hij den jongen achter gelaten
heeft. In de auto heeft hij naast de baar gezeten en telkens
het bloed van de lippen geveegd. De oogen had het kind niet
opgeslagen. En toen zij in het ziekenhuis gekomen waren had
hij even bij het bed gestaan, waarin het kind lag, nog even
bleek, stervend. Hij had er maar naar staan staren, tot de
dokter, een vreemde, dien hij niet kende, de hand op zijn
schouder legde. „Je moet je vrouw gaan halen, Bruining",
had hij gezegd. „We kunnen niets doen, we moeten afwach
ten, maar je moet je vrouw op alles voorbereiden".
Piet stokt. Hij kijkt schuw zijn vrouw aan. En zij zien
elkander in de oogen, die vol zijn van hetzelfde stom en
zwaar te dragen leed.
Zij' komen ia het Ziekenhuis en staan lang bij het bedje,
waarin hun kind stil, en soms even kreunend, ligt te ver
bloeden. Als de donker valt en het licht achter de schermen
die om het bed staan, is aangegloeid, sterft hun kind. Hij
heeft hen niet meer herkend. De verpleegster veegt nog wat
bloed van de kleine kin, en laat hen alleen.
„Arie", snikt de moeder zacht, zij wankelt en grijpt zich
vast aan de arm van den man naast haar, die stil en met
stomme smart staat te staren naar het doode kind.
Gijs, die de fiets van den portier heeft teruggebracht, rijdt
hen naar hun woning terug. Door de stille, donkere nacht
rijden zij; eenzaam, droefgeestig klinkt de eentonige hoefslag
van het paard; de wielen ruischen.
Zij zitten achterin de donkere wagen. Voor het eerst na
jaren weer, legt de man zijn arm om de vrouw. Een warmte
stroomt nu door haar heen. En moe en afgetobd legt zij haar
hoofd op zijn schouder, en schreit.
HOOFDSTUK IX
De dominee en zijn ouderling loopen langs de weg; ze zijn
op huisbezoek geweest en praten over hun bevindingen na.
Doch de predikant zegt niet veel. Hij zoekt een gelegenheid
het gesprek een andere wending te geven. Op deze rustige
weg moet hij met Van den Berg een woord van hart tot
hart spreken.
Vermoedt de boer dat? Hij praat en doet drukker dan
anders, en springt van het eene onderwerp op het andere,
alsof hij bang is voor een gaping in het gesprek.
Tenslotte moet de dominee resoluut ingrijpen.
„Vreeselijk, op eens je kind te moeten verliezen", zegt hij
plomp tusschen hun gesprek over aardappelziekte in,
De ander zwijgt; begrijpt waar de predikant heen wil. „Hoe
bedoelt u?"
„Bruining", antwoordt de dominee onbarmhartig.
Zwijgen; stug. De boer heeft zich plotseling in een scherpe
weerbaarheid gestoken, zooals een egel zich tot een prikkelige
bal in zijn stekels rolt.
„Ja, Van den Berg", zegt de dominee nu voorzichtig, doch
op den man af, „ik wilde daarover eens graag met je praten".
Zwijgen. Met zware stappen loopt de groote, forsche boer
naast den ouden predikant. Een trotsche, onneembare vesting,
denkt deze bezwaard. Maar de muren van Jericho zijn ook
gevallen!
„Ik ben er verleden week geweest, toen ik van het onge
luk gehoord had. Een verschrikkelijke slag voor die ouders"
de dominee wacht even „en voor jou ook, vermoed ik".
Voorzichtig, schuins, gluurt hij naar het gelaat van den
man naast hem. Het groote roode hoofd gebogen, turen diens
oogen naar de weg vóór hem. Antwoord komt er niet. Zeven
maal en nog eens zeven maal gingen de kinderen Israels
rond om de muren der stad in het geloof op de hulp Godsl
„Een harde slag; de menschen waren er kapot van. Die
vrouw schreide maar .Ik geloof, dat ze een moeilijk, eenzaam
leven heeft".
Is het verbeelding, of is er werkelijk een kort, bijna on-,
merkbaar schokken van de breede schouders, een klein, on
verschillig bewegen van het hoofd?
„Het valt niet mee om als vreemde onder jullie boeren te
komen wonen. Ik weet daar zelf van mee te praten, Vad
den Berg".
„We hebben hooit waf tegen u gehad", stugt de boer.
[(Wordt vervolgd)